THE MANCHESTER GUARDIAN COMMERCIAL Md wdad mn dm da§ De Processie onder de Colonnaden COTTON: FLAX: WOOL ARTIFICIAL SILK INDUSTRIES Het Geheim van Sir Ca „FORUM CHRI ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN MY Het merk ROBINSON staat op iedere zool. Let daar op VRIJDAG 16 JUNI Het was den 25 Juli 1929, dat Z.H. Paus Pius XI voor de Sacra mentsprocessie uit de Va- ticaansche gevangen schap trad Hoe Corpus Domini" ontstond WATCH THE PROGRESS OF THE BRITISH and through the columns of An annual subscription of 18 shillings, sent to the Publisher, I "MANCHESTER CUARDIAN COMMERCIAL", Guardian Buil ding, Manchester, England, will bring the paper to you every Saturday morning. Write for a I specimen copy, free of charge. Goede kiekjes! Neem dan steeds de volmaakte snelle rolfilm HEUP-RHEUMATIEK Bij elke weersverandering \Het spook Zonder hoofd Hoe Engeland betaalt De grootste tunnel van Zuid-Amerika AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ff 99 Het was in het begin der dertiende eeuw, toen een zuster van het Martinus- klooster te Luik aan haar biechtvader, Giacomo Pantaleone, aartsdiaken der Luiksche kathedraal, haar verlangen kenbaar maakte dat één dag des jaars in het bizonder gewijd zou wezen aan de H. Eucharistie. Zij vond ■teun voor haar gedachte, maar zelfs nadat haar biechtvader onder den naam van Urbanus IV Petrus' Stoel beklommen had, zag zij haar verlangen nog niet dadelijk verwezenlijkt. Te dien tijde had te Bolsena het wonder plaats dat Rafael tot onderwerp van een zijner meesterwerken koos. Een priester die tijdens de consecratie twijfelde aan de wezenlijke tegen woordigheid, zag plots bloed wellen uit de Hostie en neerdruppelen op het corporaai Bij na gelijktijdig had in Spanje, te Daroca, een zelfde mirakel plaats. En daar bovendien de ketterij van Berengarius, die de wezenlijke te genwoordigheid loochende, snel ingang vond, gaf Urbanus toe aan den wensch van zijn vroe gere biechteling. Dit by de Bul „Transiturus" van 8 September 1264. „Urbanus. Bisschop, Dienaar der Dienaren Gods, aan zyn beminde Dochter in Christus, Eva van Sint Martinus te Luik, Heil en Apos- tolischen Zegen „Zeer goed, o Dochter, is het Ons bekend, van welken gloed Uw ziel brandt om in Gods Kerk het plechtig feest ingesteld te zien van lanmHnwiiHuii—wim—fimMfwwwimnmMwi—n—tmWHM het Allerheiligst Lichaam Onzes Heeren Jezus Christus, te vieren door alle geloovigen: tot Uw groote vertroosting doen Wy U weten dat wy ter bevestiging van het Katholieke Geloof voor een zoo groot Sacrament, buiten de dagelijk- sche herdenking er van door de Kerk. een bi zonderen dag hebben vastgesteld voor een her denking op heel uitzonderlijke en plechtige wijze, te weten de Feria V na het Octaax van Pinksteren." En zoo voorts Op 23 Juli 1929, in het achtste jaar van zyn Pontificaat en het vyftigste van Zyn Priesterschap, is onze roemryke regeerende Paus, Z. H. Pius XI, uitgetreden uit de Vati- caansche Gevangenschap, welke, nadat Pius IX in den morgen van 20 September 1870 van het Quirinaal naar het Vaticaan was gevlucht, onder de regeeringen van Leo XIII, Pius X en Benedictus XV, staag had voortgeduurd. 's Pausen triomfstoet telde tien-duizend deel nemers en had ruim twee uren noodig om voor- by te trekken. Vier-en-twintig-duizend man Italiaansche soldaten bewezen militaire eer. Drie-honderd-vijftig-duizend menschen vulden het immense Sint Pietersplein en juichten den 261sten Opvolger van St. Petrus toe. ....We tellen in Rome vele „Fora". Dat van Augustus, van Caesar, van Domitianus van Vespasianus, van Trajanus Geen echter is zoo wereldwyd bekend als het Forum Romanum": wezeniyke opperrechtbank opperregeering, opperpriesterschap der wereld van vóór twee duizend jaren. Maar ook geen brok van Rome's eeuwigen bodem verdient zoozeer den titel van „Forum" als de top van den „Vaticaans die, ofschoon slechts een heuvel, in glorie en luister en duurzame macht den „Falatinus", den „Esquilinus" en de ..Aventinus" welke bergen zyn, verre heeft overtroffen „Forum Christianum". Juister is geen naam voor het Sint Pietersplein Meer verdiend is geen onderscheiding dan die betiteling voor dezen grond. Hier stierf Petrus, gekruisigd in het Circus van Nero, waarvan de fundamenten thans de Hoofdkerk der Christenheid, den Sint Pieter, dragen. Hier streden Christenen biy den wan- hoopsstryd tegen wilde dieren, tegen bloed dronken beulen, tegen het vuur. Hier deed Constantyn de Groote de Hoofdbasiliek van het Christendom welven over het graf van den Visscher uit Bethsaida. Hier kroonde Paus Leo UI. den eersten Roomschen Keizer. Karei den Grooten. Hier vluchtte Pius IX na eeuwen van onderdrukking en zegepraal, van luister en ver val, voor de horden van Garribaldi. Hier zou gisteren Pius XI, grooter in Zyn opstanding, ter triomfe uittrekken. „Non praevalebunt". In de diepte van het plein is het massief der Basiliek. De breede glooiing der „cordon- nata", de treden der „scalinata" voeren op naar den majestueuzen gevel van Vignola Aar, den voet van den opgang tot Sint Pieter beginnen de Colonnaden. die zich snel van elkaar ver- wyderen, elkaar later echter weer pogen te naderen, en in hun omarming het Immense plein besluiten als de wanden van een zaal. Bernini is de betreurenswaardige vader der bezwijmde H. Theresia in de Santa Mar.a dela Pace. Bernini goot de bronzen baldakün boven het altaar der „Confessio" in Sint Pieter en verprutste daaraan al 't mooie lieve brons van het Pantheon En oneindig talryker zijn de gruwelen die het lange, lange pad van den „Mastro Ruinante" door Rome teekenen Maar op Bernini nydig worden, nydig blijven, is onmogeiyk in de omarming der Colonnaden rond het Sint Pietersplein. Dat is óók zyn werkl En zyn grootste! Hy liet er Paus Alexander VII 850.000 „scudi", dat is ƒ2.125.000 voor betalen 284 Kolommen en 88 pilasters die licht ïyken in de verte, maar die meer dan tien meter hoog zyn en meer dan drie meter omvang hebben, omsluiten het plein dat 340 meter lang en 240 meter breed is. dicht als een muur, maar toch zoo luchtig door slagschaduwen en diepten en doorzichten, dat het de suggestie van oneindigheid, van grenzeloosheid geeft; en sterker geeft dan het wandschilderwerk van Pompeji. In het midden verheft zich de obelisk die eens het middenpunt was van Nero's Circus en die thans omhoog wyst uit het hart van het „Forum Christianum". Drie-honderd-vüftig- duizend menschen krioelen om zijn sokkel die de in zyn graniet onvergankehjke waarheid ver heft: „Christus Vincit". Wanneer om 7 uur 15 de Paus verschynt, is geen plekje meer zicht baar van de gloeiende keien waarmee Benedic tus XIII 201 jaren terug het Sint Pietersplein bestraten liet en waarvoor hy 88.000 „scudi", dat is 320.000 betaalde. De pauseiyke Sacramentsprocessie is niets nieuws, maar heeft integendeel een geschiede- nis, die door byna zeven eeuwen heen loopt en die haar bindt aan Sacramentsdag. Ook thans, na een onderbreking van negen-en-v yftig jaren, had er processie op Sacramentsdag plaats moeten hebben. Politieke moeiiykheden echter hinderden toen den Paus in het verlaten der Vaticaansche Gevangenschap. We zeiden dat de Processie van „Corpus domini" in Rome kent men geen anderen naam een geschiedenis heeft van zeven eeuwen Echter kunnen we dit alleen vermoe den, wanneer we nameiyk aannemen dat de processie even oud is als het feest van Sacra mentsdag. En zeker weten we intusschen dat de processie, zooals die gisteren plaats had, van jongeren datum is. De ceremoniemeester van Nicolaas V, Inflessura, schryft immers: „Op den 8sten dag van Juni (1447), fees' van „Corpus domini" deed Paus Nicolaas V de processie in Sint Pieter en droeg met eigen handen het Lichaam van Christus van Sint Pieter tot „Porta Castello" (by den Engelen burcht), waarby alle Kardinalen, Aartsbis schoppen, Bisschoppen en heel de Kerk van Rome meegingen, en waarby heel het volk uitliep, omdat een zoodanige ceremonie, waar by de Paus in processie uitging, tot aan onze dagen nooit was gezien." Men merke op dat Inflessura spreekt over „de processie" als een doodgewoon feit, maar dat hy de processie bui ten den St. Pieter als een volslagen nieuwig heid boekt. Nog later kreeg de processie een vast par cours dat de „Via del Sacramento" werd ge noemd. Dit gebeurde onder Sixtus V in 1526. De Paus nam jaar op jaar aan de processie deel. De wijze waarop verschilde echter zeer. Zoo gingen vele Pausen blootshoofds, anderen met de witte baret, met my ter of tiara; velen gingen te voet, de meesten lieten zich dragen op de „Sedia Gestatoria". Het was omstreeks de helft der zeventiende eeuw dat eigeniyk op zeer toevallige wyze de draagstoel ontstond welke in de processie van „Corpus domini" klassiek geworden is Alexan der VII, die zich onwaardig achtte het Aller heiligste in processie uit te dragen, zittenoe op de „sedia gestatoria", maar wien een operatie aan de knie die hy als Nuntius te Keulen had ondergaan, te veel hinderde om te voet te kun nen gaan, droeg Bernini, die ook de Colonnaden rond het Sint Pietersplein voor hem bouwdt- op een draagstoel te ontwerpen waarop hy za ten kon op zoodanige wyze, dat het voor hei volk den schyn had dat hy knielde De veel- kunstenaar Bernini ontwierp den „t&lamo" die sedert dien vrywel alle Pausen by de jaariyk- sche Sacramentsprocessie heeft gediend. ....Onafgebroken schrydt uren lang de stoet voort van bruin en van grauw en van wit. In weelde van kleuren omgeeft het Pauseiyk Hof den H. Vader die in aanbidding neigt naar de zilveren monstrans. In de zwarte donkerte van den nacht ïykt de ge-illumineerde Basiliek van albast. Als een eilandje van ryk-stralend licht is er het altaar onder de baldakün, vanwaar de Paus zegent. Diep stil is het. Nu reeds jaren vry van pyn „Ongeveer vier jaar geleden," schryft ons iemand, „had ik een leeiyken aanval van rheu- matiek in de heup-gewrichten. Vier weken lang lag ik in het ziekenhuis. Nadat ik er uit was, kreeg ik het steeds weer terug als een verande ring van Weer op komst was. Toen probeerde ik Kruschen Salts; eiken ochtend niets anders dan de kleine dosis. Het hielp my zoo goed, dat ik er mee doorging en na ongeveer zes maan den merkte ik, dat de rheumatische pynen ver dwenen waren. Dat was drie en een half jaar geleden en nadien heb ik nooit meer eenigen last van de oude kwaal gehad. Ik neem altijd 's mor gens de kleine dosis en hoewel ik 71 jaar oud ben, voel ik me als toen ik 40 was. C. M. G." Geen middel kan biyvende verbetering bren gen van rheumatiek, tenzij het drie verschil lende werkingen verricht. Deze zyn: a. neutrali seering van het kwaadaardige urinezuur, dat de pijn veroorzaakt; b. verdry ving van het urine zuur uit het lichaam; c. voorkoming van ver dere ophooping van urinezuur. De zes verschillende zouten in Kruschen nu verrichten alle drie genoemde functies. Twee der ingrediënten in Kruschen vormen het meest werkzame oplossingsmiddel van urinezuur, dat de medische wetenschap kent. Andere zouten in Kruschen hebben een aansporenden invloed op de afvoerorganen en helpen zoodoende om het opgeloste urinezuur langs den natuuriyken weg te verwüderen. Weer andere zouten voorkomen, dat voedselresten in de ingewanden zouden gis ten en maken daardoor onmogeiyk, dat er weer een teveel aan kwaadaardig urinezuur kan ont staan. Dat is de oorzaak van de blyvende verbe tering door ,,de kleine, dagelijksche dosis". Kru schen Salts is uitsluitend verkrygbaar by alle 'apothekers en drogisten k f 0.90 en f 1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per lag. (Adv.) Op zekeren dag zaten Ivy, Robbie en Topsy onder een boom, toen een baviaan aan zün staart aan den boom hing. En dat gemeene beest nam Ivy's hoedepen en haar hoed af. Ivy keerde zich met een gilletje om en staarde den baviaan met groote oogen aan. „O, hemeltje, wat zullen we nu hebben?" riep zy uit. „Zoo'n raar beest heb ik nog nooit van myn leven gezien!" De baviaan stak den punt van den pen in den hoed, en zwaaide dezen in het rond. Toen wierp hij den hoed in de lucht en ving hem weer op. „Het is een buitengewoon goed jongleur!" zeide Ivy. „Weet je wat? We nemen hem mee naar het kamp, dan kan de zee man met hem spelen." Freddy Vrydag moest lachen toen hy den baviaan zag, dien ze voor hem mee hadden gebracht. „Nee maar!" riep hy uit. „Het is zoowaar Benjamin, dien hebben we eenige maanden geleden uit het bees tenspel verloren." (Morgenavond vervolg). (Ingezonden Mededeeling) Een geest, die niet bestond, en waarvan een vertrouwde bejaarde butler met beslistheid beweerde, dat hij verscheidene malen den ridder zonder hoofd had gezien in gangen of zalen van het eeuwenoude kasteel. Wat sug gestie en verbeelding al niet op den mensch vermogen! Voor enkele jaren, verhaalt Jasper Maske- lyne, een beroemd illusionist, in T.B., ontving ik bij mijn post een brief van een vroegeren offi cier uit het leger en eigenaar van een eeuwen oud kasteel in Northumberland. Hy schreef my dat het hem bekend was, dat ik alle belangstel ling had voor geheimzinnige gebeurtenissen op occulgebied en my bezighield met de oplossing van dergelüke gevallen en hy verzocht my, zoo mogeiyk, op zyn kasteel te komen en daar een ongeloofeiyke spookgeschiedenis op te lossen. Zes maanden later had ik de gelegenheid op zyn verzoek in te gaan, en zyn gast te zyn. Het kasteel was een schitterend oud-Stuart- gebouw, dat in het midden van een prachtig park stond, aan de achterzyde beschut door een uitgestrekt bosch. Het was een groot, vierkant bouwwerk, de muren en het grootste gedeelte van het dak dik bedekt door klimop, hetgeen een schitterend gezicht was. By het diner vertelde myn gastheer het vreemde verhaal. „Ik ben,»' zeide hy, „een der minst bügeloovige menschen ter wereld, maar van deze geschiedenis begrüp ik absoluut niets. Ik geloof in geen geval aan het spook en toch is het er. Intusschen is het een allerminst kwaadaardige geest en kunnen we hier rustig leven, maar zoo'n onopgelost raadsel in je huis is toch een onuitstaanbaar geval voor een oud soldaat als ik ben." „Dat doet me genoegen," zeide ik, „ik verlang er naar eens een „echte" geest te zien. Het is ray nog nooit gelukt dat mee te maken." „Ja, spot u maar,'» lachte myn gastheer, „doch u kunt onzen geest niet zien, alleen hooren!" Ik was verrast: „Wat zegt u? Spreekt het spook of zingt het?" „Geen van beide," hernam mijn gastheer, „mijn geest bespeelt een spinet. Dat gebeurt nu hier, dan daar, door het geheele kasteel en op een onzichtbaar instrument. Toen ik de bezit ting erfde, vernam ik de geschiedenis. Het fa- miliespook was de geest van een ridder, een mijner voorouders, die een verbitterd vijand van Cromwell was. Hij werd gevangen genomen en onthoofd en stierf zingende: „Here's a health unto His Majesty.»' Doch hy bleef het kasteel bewonen, ook na zyn dood, en speelde op het spinet voortdurend deze melodie. Natuuriyk hield ik heel de ge schiedenis voor een sprookje, tot op een avond, terwyl ik in de bibliotheek zat, ik tot mijn ver bazing die melodie op een spinet hoorde spelen in de kamer boven me. De melodie werd echter niet volledig gespeeld; ik hoorde den eersten regel, even later den derden en dan na een langere pauze de slotaccoorden. Ik ging naar boven en in de kamer, waar ik stond, weer klonk opnieuw de muziek, hier en daar was het of er tonen aan de piano ontbraken; ze wer den overgeslagen, en ook de derde regel ont brak thans. Ik ondervroeg den butler, die reeds in mijns vaders dienst geweest was en met my het kasteel betrokken had. De man was bleek van schrik en vertelde dat hy aan het einde van de gang boven, een ridder had gezien, die op een spinet speelde. Ik begreep er niets van, ik was absoluut alleen in de kamer en toch weerklonk van tyd tot tyd die muziek, en later heb ik ze meermalen gehoord in iedere kamer van het kasteel!" Het was inderdaad een vreemd verhaal ge weest. „Ik ben nieuwsgierig of ik het ook hooren zal,»' zeide ik. „Zeer zfeker," luidde het antwoord, „onze geest is niet schaarsch met zü'n muziek en schijnt niet veel avonden achtereen te kunnen zwügen." „Speelt hy op regelmatige tyden?" vroeg ik. „Soms speelt hy dikwüls en lang achtereen, doch er zyn ook perioden van absoluut stilzwy- gen. Ik zou zeggen dat hy 's zomers zelden speelt, doch des te meer des winters in de felle koude maanden. Maar het kan ook zyn, dat er 's zomers te weinig aandacht voor is. Er zyn dan slechts enkele menschen in het kasteel, de meeste kamers worden dan afgesloten en zyn ongebruikt. Mogelyk hoort u de muziek van nacht al in uw eigen kamer! Intusschen heb ik order gegeven dat alle deuren open moeten blyven, zoodat, wanneer de muziek weerklinkt, we terstond kunnen opstaan en gaan luisteren.»' Eerlyk gezegd was ik uit het veld geslagen My'n gastheer, de koelbloedigheid zelve, zat me. volmaakte zekerheid het optreden van zyn fa milie-spook te beschryven. Hij geloofde niet in geesten, doch had de muziek te accepteeren. daar hij ze al te dikwüls had gehoord; dien nacht nog zou ik het ongeloofeiyke zelf con- stateeren. Tegen twee uur werd ik door myn gastheer gewekt. „Als u wilt opstaan, kunt u nu muziek hooren. Hij speelt in de eetzaal op het oogenblik, zegt de butler." Buiten in de gang wachtte de butler, hy had een jas over zijn pyama aangetrokken, doch hy huiverde en zyn oogen kwamen haast uit hun kassen. „Zag je ook iets?" vroeg ik hem. „Ik zag hem, mynheer," fluisterde hy, ik zag hem al meer dan twaalfmaal. Nu weer! Ik hoorde de muziek in de eetzaal. Ik keek naar binnen, de zaal was geheel donker, doch daar, by het venster, zag ik den geest. Hy had een wijnrood costuum aan, hy droeg een zwaard, maar hy had geen hoofd en hy zat voor een ouderwetsche piano en speelde." „Laten wy ook eens gaan kyken,»' zei ik. We gingen de trap af, de butler achteraan, en stapten de gang door naar de eetzaal. Er was geen geluid dan alleen van onze schuife- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiuiuut -cnue voeden, ais we de zaal binnengingen en myn gastheer het electrisch licht aandraaide, begon zachtjes eerst, maar onloochenbaar, op eens muziek te weerklinken. Onveranderd de zelfde melodie, hier en daar werden een paar noten overgeslagen, soms een halve of heele regel zelfs. Plotseling hield de muziek op. In derdaad scheen de muziek te komen van de plaats, die de butler had aangegeven. Ik stond geslagen zooiets was my toch te machtig. Doch ik moest berusten, evenals mijn gast heer moest ik thans zelf ook aanvaarden, wat ik niet wenschte te gelooven. Tenslotte keerden we terug naar onze slaap kamers. Ik begon juist weer in te dommelen, als ik opeens wakker schrok en recht overeind - bed ging zitten. ar speelde de muziek in myn eigen ka mer. Ik stak het licht aan, er was i' niets te zien doch de muziek jj speelde verder, i Plotseling een i paar halve gelui- i den 611 de IÏ1U* ziek brak af en bleef zwügen. Den volgenden dag overpeinsde ik het raadsel en vond geen oplossing. Dit keer scheen het of ik thans eens iets werkelijk geheimzinnigs had gevonden. Ik was uitgegaan en toen ik van myn wandeling terugkeerde, was ik besloten den gastheer te bekennen dat ik hier stond voor een raadsel, waarvoor ik voor het eerst in myn leven geen oplossing wist. Onverwacht nam een plotse windvlaag myn hoed weg en ik snelde myn bezit achterna over het gras veld aan de achterzyde van het huis. Toen ik myn hoed had opgeraapt en wilde terugkeeren, zag ik de golvende beweging van het klimop tegen het huis onder de aanzwellende wind vlagen. Plotseling kwam ik op een idee, maar ik stond tegeiyk zelf verbaasd over de verme telheid ervan. Mogelyk had ik de oplossing van het raadsel gevonden. Ik liep zoo snel mogelyk naar het kasteel terug. Twintig minuten later stonden een paar groote ladders tegen den muur enhet mysterie van het eeuwenoude kasteel was niet langer meer een onopgelost raadsel. De oude ridder, die vocht tegen Cromwell en onthoofd werd, was ontegenzeglijk een man van scherp vernuft geweest. Hy had waar- schyniyk gevreesd, dat een volgeling van Cromwell bezit van het kasteel zou nemen en hy wenschte hem zün „dwalenden geest" na te laten. En hy had dat inderdaad vernuftig ge daan ook! Aan de Oosteiyke zijde van het huis ontdek ten we, diep onder het klimop verborgen, een regelmatige lyn van gaten in den muur. Toen we steenen rond die gaten wegstaken, vonden we aansluitend holle pypen als van een orgel, ingebouwd, en wanneer nu de wind uit het Oosten woei en langs den muur voortgolfde, werden de püpen vol lucht gedreven. Die lucht kwam in een vernuftig instrument byeen, waar ze gevoerd werd langs de in juiste volgorde opgestelde püpjes van een soort orgel, dat de muziek vormde van het afscheidslied van een ouden ridder. Deze muziek vond een uitweg in een tinnen doos, welke zich dicht achter den binnenwand der geweldig dikke muren van het kasteel bevond. Bü nader onderzoek bleek dat aan alle zijden van het huis op verschillende verdiepingen een dergeiyke vernuftige instal latie was aangebracht. Het verschynsel, dat de muziek 's winters meer dan 's zomers werd ge hoord, dat de muziek soms plotseling ophield of slechts kort speelde en ook het verloren gaan van verschillende tonen 'of versregels, was thans gemakkelyker verklaarbaar. De windsterkte was niet steeds krachtig genoeg om de muziek uit de tinnen doos, ik zou haast Zeggen „luid spreker", door de wanden heen geheel hoor baar te maken. Zoo werd dus het ongeloofiyk raadsel opge lost en de eenige persoon die er door in een minder prettige positie kwam, was de butler, die gezworen had zoo dikwüls het spook zon der hoofd te hebben gezien, maar wiens ver beelding in de war was gebracht door het ge heimzinnig en zenuwprikkelend verhaal over den onthoofden ridder uit vroeger eeuwen. LONDEN, 15 Juni (V.D.) De betaling van den heden vervallenden schuldentermün aan Amerika zal volgens berichten in de bladen ge schieden met een bedrag van 20 millioen pond zilver, dat overeenkomt met de gedeelteiyke betaling van 6 millioen dollar, en afkomstig zal zyn uit de groote zilvervoorraden van het Indische ministerie van Financiën. De zending zal van Bombay direct naar New-York worden verscheept. SANTIAGO, 15 Juni. (Reuter) De Chileen- sche staatspresident Alessandri heeft door in zijn paleis op 'n knop te drukkeen, den groot sten spoorweg-tunnel van Zuid-Amerika ge opend. Deze tunnel is een zeer belangrijk werk aan een internationale spoorlyn, die door de dalen van de Cautin, Longuimay en Bio-Bio-rivier loopt naar Zuid-West-Argentinië. De tunnel is ongeveer 5 Kilometer lang en ligt 1000 voet boven den zeespiegel. A 77— op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Ofifi/l by levenslange geheele ongeschiktheid tot A116 CLOOTlTlc S ongevaUen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen I OUUU*m verlies van beide armen, beide beenen ot werkendoor f 7C/I by een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 OC Dij verlies van een f Cf\ of beide oogen OU*" doodelijken afloop# een voet of een oog# ACkJ," duim of wijsvinger i/v.' by een breuk van f40.- by verlies van 'n been of arm J anderen vinger li „Of ze zullen Mr. Rutland ontmoet hebben, óf ze zullen een bezoek gebracht hebben op Ryecroft. Dat is maar goed ook, want we wa ren tot nog toe in gebreke gebleven, hem te bedanken voor zyn vriendelijkheid tegenover Jullie belden. Sir George heeft hem zeker voor de lunch genoodlgd. Hoe Jammer, dat de klei ne majoor er nu niet by is! Die is zeker by- zonder gesteld op Mr. Rutland. Ja waarlijk, het moet dan ook een zeer knappe jongen zyn, Lucinda!" „Ja, dat heb ik wel gezegd". „Ky doet my eenigszins denken aan Sir George, toen ik hem voor het eerst zag, al is hy dan ook niet zoo blond." Op de lieftalligste wijze bedankte Lady Ca rew nu ook Mr. Rutland voor zyn vriendeiyk- heid, haar dochter en Miss Gunn bewezen, en verontschuldigde zich, dat zy dit nog niet schriftelijk had gedaan. Even later trok Sir George haar wat ter zyde met de geestdriftige opmerking: „Wat is dat een flinke jongeman, Alice! En wat is hy trotsch!" „Trotsch, waarop?" vroeg de lady. „Wel, op dat oude Ryecroft, op zün naam en zyn familie. Ja, wü zyn nu eenmaal niet zoo aangelegd maar dat hy trotsch is op zyn oud huis dat kan ik my begrijpen. Je moet er toch vooral ook eens heen. Het is de moeite waard en juist iets, waar Jü zoozeer van houdt. Hy- zelf is een knappe kerel, zoo forsch gebouwd en met zoo'n flinke houding, vind je ook niet?" „Ja, plaag my nu niet meer, George. Dat is allemaal waar. Hy ziet er uit, precies zooals ik dit verwachtte en zooals ik het met gewenscht had". Sir George begreep niets van dezen uitval en er volgde ook geenerlei toelichting op, want Lady Carew wendde zich nu tot haar dochter, die naar haar toe kwam met de woorden: „Mr. Rutland zegt dat hy gaan moet. Hü kan niet langer van de fabriek wegblyven". Lady Carew reikte den jongen man nu ook de hand en sprak den wensch uit dat zy hem spoedig hoopte weer te zien. „We zyn te nA-buren, niet waar, dat wy zoo vormeiyk met elkaar zouden omgaan. Al heel gauw zal ik u dus eens vragen, of u my uw oude heerlükheid wilt laten zien. En dan wilt u ons ook wel eens de fabriek rondleiden, niet waar? Carlev", dit laatste tot haar neef, die op eenigen afstand stond „moet Jy Mr. Rutland ook niet goedendag zeggen?" „Nog niet. tante, ik ga met hem mee naar de stad. Hy weet daar iemand, by wien ik zyde- wormen kan krygen, en daar wil ik nu eens heen". Charley deed den laatsten tyd namelijk druk aan entomologische studiën, zoodat men over al in huis rupsen vond kruipen, wat Miss Gunn al menigen doodschrik had bezorgd. „Zeg, Pat, als je soms nog een boek uit de bibliotheek noodig hebt dan kan ik het tegelyk voor je meebrengen". Patty bedankte hem en liep ook de balkon deur uit, Garth Rutland volgde haar en Sir George betrad eveneens het gazon, zoodat en kel de beide dames by het venster bleven staan. Charley liep wat vooruit, de jongelui volgden en de baronet vormde de achterhoede. „Waarde Lady Carew", begon Miss Gunn, „acht u het, met het oog op de omstandighe den, niet onverstandig, om de jongelui zoo sa men te brengen?" „Maar, Lucinda, hoe kom je daar nu zoo by? Patty is nog veel te zeer een kind voor dien nonsens!" „Ze is byna twintig, moet u denken". „Nu ja, ze is immers niet aangelegd voor die soort dingen; daar is ze veel te nuchter voor! Bovendien heeft de erfenis van oom Batch- ford een heele verandering gebracht in haar vooruitzichten. En daar ben ik biy om. Ik wil je wel bekennen, dat ik eerzuchtig ben voor haar. En wat je daar nu zei van: „of het wel verstandig zou zyn, die twee bü elkaar te bren gen", de ervaring zal je toch ook wel heb ben geleerd, dat, als je jongelui opzetteiyk van elkaar houdt, er dan in den regel wat tusschen hen gaat bestaan". „Nuchter zou Patty zijn?" dacht Lucinda in zichzelve. „Neen, dan heb ik haar toch beter loeren doorzien in de vüftien jaar, dat ik haar nu ken! Ik geloof vast, dat zij al liefde heeft opgevat voor dien jongen Garth Rutland". Sir George, die zyn vrouw hoorde aanko men, ging haar ylings tegemoet en bood haar den arm, en Patty, die dit zag, stak ook haar arm door dien van Garth en vroeg hem, ter wyl ze met haar lief gezichtje naar hem op keek: „Ik heb toch niet overdreven, vindt u wel?" „Wat bedoelt u?" „Dat moeder knap is?" „Neen zeker niet! zy is de knapste vrouw, die ik ooit gezien heb!" Hü legde eenigen nadruk op dat „vrouw", wat Patty echter niet ontging. „Daar ben ik bly om. En ze is van binnen even mooi als van buiten. U begrijpt dus wel, dat vader haar aanbidt." „Dit merkte ik aan alles". „Natuuriyk. Toch zün ze al ruim twintig ja ren getrouwd". Ineens hielden beide paren stil, want uit het kreupelboschje was duidelük Charley's stem waarneembaar: „Hallo, Mr. Brabazon. U daar? Ik dacht, dat u nog lang met die Tariefwet bezig was". Het viertal stond nu ook vlak tegenover Mr. Brabazon en zoo werden er groeten gewisseld, waarna het niet lang duurde, of Garth Rut- land en Charley Carew liepen naast elkaar, in de richting naar het hek van Capheaton, ter- wyi vier paar oogen hen volgden. „Hoe eigenaardig! Ik wist in het geheel niet, dat u Mi\ Rutland kende", zei Lady Carew. „Och neen, ik geloof ook niet, dat ik ooit zijn naam genoemd heb. Als jongens hebben we elkaar dikwyls ontmoet, terwijl ik dan op Ba- ronwold was. Hy is, geloof ik, een paar jaar jonger, maar in sport was hü my altyd de baas. Nu hebben wy elkaar al ln geen jaren meer ontmoet, zoodat het my nóg verwondert, dat hij my herkende. Houdt u van oudheid kundige schoonheden, Lady Carew? Dan zult u genieten van Ryecroft, ofschoon het in som mige gedeelten niet veel meer dan een ruïne kan genoemd worden: de familie is zéér, zééi achteruit gegaan". „Ryecroft is in het geheel nog geen ruïne!" zei Patty, den arm van haar vader nemend. „Dan heeft u het zeker in den laatsten tyd niet gezien, Mr. Brabazon". „Laat eens kyken: het zal een jaar of vyf geleden zijn, Miss Carew, of mischien ook lan ger. Heeft u het onlangs nog gezien?" ,,'t Is juist dank zy deze jonge dame, Mr. Brabazon, dat wy iets van Ryecroft en Mr. Rutland afweten". En toen deed de baronet een eenigszins over dreven verhaal van Patty's avontuur, waar de vriendelijke causeur blijkbaar zelve van genoot, maar dat Lady Carew ongeduldig maakte en Mr. Brabazon, ofschoon hy zyn best deed, dit allerminst te toonen nu niet zoo heel veel belangstelling inboezemde. Mr. Neil Brabazon zou Lord Baronswold zijn, als zyn oom, de oude viscount, die zoozeer ge kweld werd door de jicht, kwam te overlyden. Hy was knap van uiterlyk en zeer bekwaam. Hy was rechtsgeleerde, had nu al een zetel in het Huis van Afgevaardigden en velen beweer den, dat hij niet rusten zou, eer hy Premier was, zóó groot was zyn eerzucht. Hy was zyn loopbaan begonnen als particu lier secretaris bij een van de vyf hooge ambte naren, die de schatkist beheeren: toen had hy diezelfde betrekking bekleed bij een gouver neur van een van de buitenbezittingen in Au stralië, die zich echter zoo onpopulair had ge maakt, dat hij nu een jaar of drie geleden te ruggeroepen werd, zoodat Mr. Brabazon ook weer in het vaderland was gekomen en al heel gauw daar als afgevaardigde had plaats geno men in het Parlement. „Dit is zeker het beloofde bezoek, Mr. Braba zon?" vroeg Lady Carew. Ze stonden nu in het open deurvenster van de eetkamer, maar waren er nog niet binnen getreden, want Mr. Brabazon had bedankt voor de uitnoodiging, om te lunchen daar hy wat gebruikt had aan het station te York waar hy had moeten overstappen. Patty was zich wat gaan opknappen. Sir George had Lucinda voorgesteld of ze met den steun van zyn arm niet een wandelingetje door den tuin zou durven doen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10