Met <m&aal mn den d&q Vorstinnen strijden op leven en dood Naar Trier enLuxemburg Het Geheim van Sir Carew ONSCHULD EN BOOSHEID BIJ GELEGENHEID VAN_ DE UjTSTELLim VAN DEN HEILIGEN ROK souvenir ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Als U toch schoenen koopt, vraag dan ROBINSON ZATERDAG 24 JUNI Langzaam maar zeker nadert Eli sabeth van Engeland haar doel: den dood van Maria Stuart Mislukte complotten MAANDAG 24 JULI PROGRAM DINSDAG 25 JULI WOENSDAG 26 JULI DONDERDAG 27 JULI DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN Een nieuwe sensatie gidsEn zy I Tlpf AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Op 27 Januari 1570 werd een der grootste kwelgeesten van Maria Stuart, haar bastaardbroeder James Murray ver moord, niet door geestverwanten van de Schot- sche koningin, maar door een man, die wraak wilde nemen over de schandelijke behandeling die Murray de vrouw van den moordenaar had doen ondergaan. Juist op dit oogenblik waren plannen gesmeed om Maria uit haar gevangenschap te bevrijden. Een der belangrijkste mannen in deze samen zwering is Roberto Ridolfi, een Italiaansch bankier, die op een nacht Londen verliet en naar het slot van Chatsworth vertrok, waar Maria in kommerlijke omstandigheden gevan gen zat. Hij werd in het gebouw ontvangen en vertrok even geheimzinnig als hij gekomen was en de speurhonden van Elisabeth konden dit maal het spoor niet ontdekken. De Paus en Philips II hadden beiden hun hulp toegezegd aan de samenzweerders, die niets minder be oogden dan Maria op den troon van Schotland en Engeland te plaatsen. Het tijdstip was gun stig, want sinds den dood van Murray waren de aanhangers der Koningin in aantal toege nomen. De machtige hertog van Norfolk, een der trouwste aanhangers van Maria, had den Spaanschen koning 6000 man, 4000 geweren en 25' kanonnen gevraagd voor deze onderneming, terwijl hij zelf voor 5000 man zou zorgen. Ridolfo trok naar Brussel om met Alva te onderhandelen, waar hij een welwillend gehoor vond. Alva schreef een zeer langen brief naar zijn koning en adviseerde Philips de onder neming van Ridolfi en Norfolk te steunen. Ridolfi trok daarna naar Madrid en had een onderhoud met den koning. Maar ongelukkigerwijs had Ridolfi in Vlaan deren een boekhandelaar ontmoet, wien hij blijkbaar te veel over de plannen had verteld en wien hij zelfs brieven had toevertrouwd om ze naar Engeland te brengen. Spoedig was een verraad het gevolg, dat nog versneld werd door Norfolk's secretaris Highbord, die reeds geruimen tijd zocht naar een middel om zijn meester ten gronde te richten. Hij onderschepte brieven, die hij in het slaapvertrek van Norfolk verborg en toen zijn meester hem opdroeg geld naar enkele getrouwen van Maria te brengen, maak te hij van die gelegenheid gebruik om den vijan den van den hertog het geheim der verborgen brieven mede te deelen. De documenten werden gevonden en deze ontdekking sloeg het gansche land met schrik. De woede van koningin Elisabeth brak in al haar kracht los. De hon derden personen, die door Norfolk's documenten waren gecompromitteerd, werden in minder dan 24 uur gevangen genomen en gefolterd. De Spaansche gezant werd uitgewezen, Norfolk werd in den Londensclien Tower opgesloten en Maria werd Sterker geïsoleerd dan ooit. Norfolk echter ontkende alles wat hem ten laste werd gelegd in de overtuiging, dat men niets zou kunnen bewijzen. Toen hem echter de documenten werden getoond, begreep hij hoe schandelijk zijn secretaris hem had verraden. Hij ontkende niets meer en hield zich verder alleen nog bezig met den dood die hem wachtte. Een rechtbank van 27 graven en lords verklaar de Norfolk schuldig en veroordeelde hem ter dood en Elisabeth onderteekende het vonnis en herriep het meermalen, om den indruk te ma ken, dat zij mild en goedertieren was. Haar raadsman Cecil gaf haar den raad ook Maria Stuart ter dood te brengen, doch Elisabeth veinsde medelijden enhad geduld. Toen het doodvonnis over Norfolk gevallen was, ontspon zich een opgewonden briefwisse ling tusschen Elisabeth en Maria. De opgewon denheid kwam voornamelijk van de zijde van Elisabeth, de trots van de zijde van Maria. Elisabeth intusschen dacht voortdurend aan den dood van Maria, maar zij wilde vóór alles voor zichtig zijn om zoo veel mogelijk verwijten te ontgaan. In Augustus 1572 had in Frankrijk een bloe dige gebeurtenis plaats, nJ. de Hugenoten- moorden, waarbij duizenden slachtoffers vielen. Het bericht hiervan kwam spoedig aan het hof van Engeland, nog sterk overdreven door anti katholieke elementen. Elisabeth begon nu te denken aan de mogelijkheid om Maria over te leveren aan de woede der protestanten, liefst niet in Engeland, maar in Schotland. Een van haar afgezanten vertrok naar Schotland en vond daar een even groote verontwaardiging over den Franschen Bartholomeusnacht als in Engeland. De fanatieke geestelijke leider Knox beklom, hoewel half verlamd, nogmaals den kansel om tegen de katholieken te velde te trekken. Doch een van de onderhandelaars stierf, naar men zegt, vergiftigd en niemand durfde op de voorstellen van Elisabeth in te gaan. Maria Stuart werd ondertusschen van slot naar slot gevoerd en met den dag zag zij haar illusies verminderen. Haar gezondheid ging sterk achteruit en alleen haar voortdurend ge bed kon haar nog de sterkte geven om stand te houden. Naast haar gebed bestonden haar bezigheden in het kweeken van vogels en hon den, en soms in het schrijven van' gedichten. Door bemiddeling van den Paus kreeg Maria verbinding met een priester, die als dienaar vermomd tot haar kwam en een geheim taber nakel in haar kamers inrichtte. Ook de opvol ger van Pius V, Gregorius XIII beraamde plan nen om Maria wederom op den Schotschen en den.Engelschen troon te zetten. Intusschen werd Maria's zoontje, prins Jacob, als protestant op gevoed temidden van de vijanden zijner moeder, wie het spoedig duidelijk werd, dat Schotland eenmaal zou geregeerd worden door een koning die het katholicisme vijandig zou zijn. Deze ge dachte was van grooten invloed op haar tes tament, dat een waar heldenfeit mag genoemd worden waarin de moeder en de katholieke koningin met elkander streden. Hierin be paalde zij o.a. dat zij haar rechten op de tronen van Schotland en Engeland niet aan haar zoon kon nalaten, zoolang deze niet katholiek zou zijn en dat zij deze rechten zou overdragen aan een katholieken koning, door den Paus van Rome te benoemen. Plotseling verscheen in Schotland de jonge graaf Esner Stuart, een bloedverwant van Maria, die gedurende zijn jeugd onder den naam Aubigny in Frankrijk had gewoond. Deze jeugdige Stuart veroverde zich gemakkelijk de macht in Schotland en be keerde graaf Lennox tot het katholicisme, tot groote vreugde van Maria. Een tweetal geeste lijken benoemde hij tot zijn raadgevers en lord Lennox tot zijn groot-kanselier en wederom trachtte men döor wapengeweld Maria Stuart als koningin naar Schotland te voeren, hetgeen bleek uit een brief die Lennox aan zijn koningin zond. Maria Stuart begon dus weer te hopen, maar ook thans zou verraad de plannen dwarsboo- men. De kleine Jacob werd op een jachtpartij gevangen genomen en opgesloten in het slot Ruthmen, welke gewelddaad de 17-jarige jon gen slechts met tranen kon beantwoorden. Het is te begrijpen, dat deze slag aan koningin Maria haar laatste krachten kostte. Wederom schreef zü een brief aan Elisabeth, die doof bleef voor de klachten eener moeder. De brief was één groote jammerklacht van de ongeluk kigste vorstin, die de wereld van dien tijd kende. In Januari 1584 werd Mendoza, de Spaansche gezant, op weinig vriendelijke wijze uitgenoo- digd den Engelschen staatssecretaris te bezoe ken. De gezant voelde zich beleedigd, doch gaf gehoor. Hij vernam tijdens het onderhoud, dat de koningin van Engeland vertoornd op hem was wegens zijn verstandhouding met de ko- PREMIE-REIS Nu in den loop van dezen zomer van 23 Juli tot 1 0 September te Trier de beroemde H. Rok, sinds eeuwen en eeuwen als Christus' hei lig Kleed beschouwd, volgens beschikking van Zijn Hoogw. Excellentie Mgr. Franz Rudolf Bornewasser, Bisschop van Trier, vóór de geloovigen zal worden tentoongesteld, en duizenden en duizenden om 'niet te zeggen: millioenen Katholieken van overal ter wereld zich opmaken om een bedevaart te houden naar het aan historie, aan oudheden en aan katholieke wereldmonumenten zoo rijke Trier, nu heeft de Direc tie van dit blad gemeend, den lezers en lezeressen een genoegen te doen door voor de aboniié's een buiten gewoon goedkoope, maar desniettemin toch buiten gewoon mooie reis naar Trier te organiseeren. Des ochtends per D-trein vertrek uit Utrecht; reis over Zevenaar naar Keulen; langs den Rijn tot Koblenz; middagmaal in het restauratierijtuig; vandaar langs den schoonen Moezel door heerlijke berglandschappen naar Trier; aankomst aldaar tegen den atrpnd; ontvangst te Trier; gidsen geleiden al onze deel nemers" en deelneemsters naar het hun en haar toegewezen hotel of pension, waarin men rekenen kan op uitstekend logies en uit stekende bediening; avondmaal; logies. Ontbijt; te ongeveer 8 uur bijeenkomst tot formatie der processie, waarbij naar traditie enkele van de belangrijkste kerken worden bezocht; in den Dom bezichtiging van den H. Rok. In eigen hotel (of pension): middagmaal; 'snamiddags bezoek aan Triers be langrijkste bezienswaardigheden: Porta Nigra, Keizerthermen, Amphitheater, Duitsch wijnmuseum, enz., alles onder deskundige leiding; avondmaal. Zij, die zulks wenschen, kunnen 's avonds nog aan een gezellig onder-ons deelnemen. Logies. Ontbijt; te ongeveer 9 uur per luxe autocar van Trier over Igel, Wasserbillig (grens), Sauertal, Echternach, Luxemburgsch Zwitserland naar Luxemburg, de schitterend gelegen hoofd stad van 't Groothertogdom Luxemburg; middagmaal in restaurant te Luxemburg; bezichtiging van de voornaamste bezienswaaridgheden der stad per auto; over Grevenbacher, Was serbillig en Igel terug haar Trier; aldaar avondmaal; logies. Ontbijt; te ongeveer half 8 per D-trein uit Trier; de terugreis geschiedt dwars door de schoonste gedeelten van 't Eifelgebergte over Gerolstein; middagmaal in het restauratierijtuig; verder over Keulen, Emmerich terug naar Holland; tegen den avond in Utrecht. (Middag- en avondmaal zijn steeds warme maaltijden). Heel deze reis bieden wij onzen abonné's aan voor den premie-prijs van 35.(ver hoogd met ƒ2.50 admin.-kosten) alles inbegr. (behalve natuurlijk privé-consumptie) Aangezien ons van vele zijden verzocht is, ook gelegenheid te geven, 2e klas te reizen, hebben wij ook deze mogelijkheid opengesteld; de reis heen en terug 2e klas, met eenigszins voornamer hotel of pension te Trier kost 47.50 (verh. m. 2.50 adm.-kosten) Deelnemenden aan onze reis hebben geen pas noodig; bewijs van Nederlanderschap is voldoende. Het zal zaak zijn, dat gegadigden zich ten spoedigste aan ons Bureau aanmelden; zoo lang niet per persoon 2.50 administratiegeld is gestort, kan niet tot inschrijving wor den overgegaanmen vrage invulformulieren aan met vermelding voor hoeveel personen. De reissommen moeten uiterlijk 10 Juli as. in ons bezit zijn. STEUNT DOOR UW GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23653 U helpt one hierdoor jongens zielen redden voor Christus ningin van Schotland en omdat hij de geheime bedoeling zou hebben Maria te bevrijden uit de gevangenis. De gezant liet den secretaris rustig uitspreken en verklaarde daarna- dat hij zich vergiste. Hij keerde zelfs de rollen om en beschuldigde Elisabeth van leugen en bedrog. Resultaat: de gezant werd het iand uitgezet, zeer tot genoegen van den gezant, naar hij be weerde. Plotseling werd Maria weggevoerd naar het sombere kasteel Tutburry, waar zij reeds een maal verblijf had moeten nemen en vanaf dat oogenblik begon Elisabeth de openbare meening ten nadeele van Maria te beïnvloeden en waar bij zij niet naliet te wijzen op het plan van Nor folk om Elisabeth gevangen te nemen. Een van de aanhangers van Maria, den graaf v. Northum berland liet zij in den Tower dooden, een an deren aanhanger, den jongen Trocknorton, liet zij tot drie maal toe folteren en verder werden nog met koortsachtige haast een serie terecht stellingen uitgevoerd; maar dit alles was nog slechts een begin van wat Elisabeth in het schild voerde en spoedig genoeg zou bereiken. Een van de middelen om dit doel te bereiken was het voorwenden van een samenzwering te gen de koningin van Engeland. Overal had zij haar spionnen: in Nederland, Vlaanderen, Frankrijk, Spanje, Italië, terwijl het slot Tut burry door troepen en spionnen was omgeven. In Mei 1585 kreeg Maria een nieuwen bewa ker in den persoon van Sir Amyas Paulet, een fanatieken katholiekenhater, die Maria met de hatelijkste maatregelen omgaf. Correspondentie was nu voor Maria geheel onmogelijk geworden en inderdaad zag hij kans een nieuwe samen zwering op het spoor te komen en ook de spionnage op Europa's vaste land deed verdien stelijk haar werk. Maria intusschen gaf nog maals uiting aan de vrees, dat haar opvolger een vijand van de katholieke Kerk zou zijn. In dien tijd kwamen ten huize van een jeug digen ridder te Londen, Aukrony Babington, een dozijn ridders te zamen, die zwoeren dat zij Maria tot den dood trouw zouden blijven. Ook dit complot werd ontdekt door verraad en tevens werden brieven van Maria Stuart ontdekt, die het mogelijk maakten haar te beschuldigen van medeplichtigheid, zij het dan ook na eenige vervalschingen. Tenslotte werd nóg een brief van Maria onderschept, waarin zij aan aanhangers in Frankrijk drie wegen aangaf die tot haar bevrijding uit de gevangenis konden leiden. Elisabeth nam voor- loopig geen maatregelen, liet alles zijn gang gaan en wachtte het gunstigste oogenblik af, terwijl de spionnen van Elisabeth die samen zweerders voet vóór voet volgden. Op een val kenjacht, waarbij ook Maria Stuart met opzet werd uitgenoodigd, zorgde Elisabeth er voor, dat zijmet een van haar geestverwanten in aanraking kwam, in de hoop dat daaruit een briefwisseling zou volgen, die Elisabeth zou kunnen onderscheppen. Dit geschiedde echter niet en daarom werden twee secretarissen van Maria op de folterbank gespannen, opdat zij zouden verraden, op welke wijze Maria haar geheime correspondentie voerde. De foltering werd ook op andere bondgenooten toegepast en de gepijnigden werden als bloedige vleesch- massa's in de nabijheid der secretarissen ver toond, waardoor hun laatste tegenstand brak. Door dergelijke schandelijke geweldmiddelen werd langzaam maar zeker de strik toegehaald. Op 6 October 1586 kwam de koningin van Schotland als gevangene aan op het slot Totheringhay, vergezeld van een drietal raad gevers en een groot gewapend gevolg. Een brief van Elisabeth werd haar overhandigd, waarin hoogmoed en beleediging om den voorrang vochten. De brief werd met verontwaardiging beantwoord en verwekte groote consternatie aan het hof in Londen en versnelde de instel ling van een gerechtshof tegen Maria. Dit ge rechtshof kwam op 14 October reeds in Tothe ringhay bijeen, bestaande uit 24 leden. Toen de koningin verscheen, werden allen getroffen door haar schoonheid, hoewel Maria te zwak was om alleen te loopen. De rechters verhieven zich van hun stoel uit eerbied voor de koningin, die zich inderdaad als een koningin gedroeg. Tijdens de zitting bestreed Maria fel de aan klachten van Elisabeth en verweet zij haar en haar trawanten vervalsching van brieven en verspreiding van laster. Het werd een felle strijd, die dien dag onbeslist bleef en den volgenden dag werd voortgezet. Zij zat alleen tegen een 24-tal aanklagers, die haar vroegere vijanden waren. Zij eischte een debat in tegenwoordig heid van Elisabeth. Het hielp allemaal niets. De koningin werd ter dood veroordeeld en Elisabeth onderteekende, hoewel zij de houding aannam van iemand die tegen haar zin ge dwongen werd iets verschrikkelijks te doen. Op 10 November kwamen wederom afgezan ten van Elisabeth naar het slot Totheringhay om Maria mede te deelen, dat het parlement het vonnis had bekrachtigd en dat de veroor deelde gelegenheid zou gegeven worden haar ziel .te zuiveren door de hulp van eenpro- testantschen geestelijke. Deze laatste smaad trof de koningin dieper dan het vonnis zelf, want hierin zag zij terecht in het aangezicht van den dood een aanslag op haar godsdienst en haar geweten. Zij schreef haar afscheidsbrieven naar den Paus en al haar vrienden en ging zich voorbereiden op den dood En nu, mesdames et messieurs," sprak de gids, „nu gij alle bezienswaardigheden van Parijs hebt gezien, heb ik nog een buiten gewone verrassing voor u." Het gezelschapje Hollanders, dat reeds den ganschen dag achter den hoofdelijken gids de lichtstad had doorkruist, luisterde aandachtig. Het waren drie heeren en vief dames, van wel ke laatste categorie er slechts één nog om en nabij de twintig was, terwijl de overige reeds jaren lang haar geboorteacten vervalschten. ,,'n Charmante gids," was hun aller oordeel. „Wat zouden we nu nog te zien krijgen?" De gids liet zijn stem dalen, waardoor hij de gewenschte geheimzinnige sfeer verkreeg en zei: „Ik zal u thans in kennis brengen met een persoonlijke vriend van meneer den president." „De president?" „De president van Frankrijk?" De gids boog beminnelijk het hoofd. „Om u te dienen. Een persoonlijke vriend van den president van Frankrijk. O, denkt u alstu- blief niet dat dit een bezienswaardigheid is. allerminst, allerminst. Hierheen breng ik alleen mijn vrienden. En gij, dames en heeren, zijt in deze weinige dagen mijn vrienden geworden. Op mijn woord, ik ben blij dat ik in de gele genheid ben geweest u onze schoone stad te kunnen laten zien. De omgang met elkaar is zoo vriendschappelijk mogelijk geweest. Ik ben buitengewoon gelukkig. En daarom zou ik u graag willen laten kennis maken met meneer en mevrouw Ludovic, eenvoudige menschen, weliswaar, maar die een zeer intieme relatie hebben met meneer den president. Ik mag u daarvan misschien wel het een en ander ver tellen. Twee jaar geleden was meneer Ludovic nog eenvoudig brievenbesteller. Een man met een hart van goud. Ook moedig, ondanks zijn ouder dom. Het was juist op den dag, dat de presi dent een rijtoer maakte langs de boulevards, dat meneer Ludovic daar ook ambtshalve aan wezig was. Opeens ziet de bejaarde brievenbe steller een verdacht individu, naar het uiterlijk te oordeelen een Hongaar of Bulgaar of Griek, die zich met een pakje in de hand in de rich ting van het rijtuig beweegt, waarin de pre- In het groote Moskousche park voor volks vermaak is een nieuwe sensatie ingevoerd. Tegen betaling kan men een 30 meter hoogen toren beklimmen en er met een valscherm van afspringen. In officieele kringen acht men de oefeningen met dit soms onontbeerlijke reddingsmiddel een uitstekende vinding. IMIMMMMItllftlMMMMMM sident zit. In een kort oogenblik is meneer Lu dovic alles duidelijk. Een bomaanslag op den president staat op het punt gepleegd te worden. Hij rent als een bezetene- op den misdadiger toe. De man trekt een revolver en schiet. HU mist en het volgend oogenblik heeft meneer Ludovic hem tegen den grond geworpen en stevig te pakken genomen. De president was zijn redder zeer dankbaar. HU maakte kennis met hem en sindsdien is meneer Ludovic ge- pensionneerd en krijgt hU eens per week be zoek van het staatshoofd, waarmee hij gewoon lijk den ganschen avond schaakspeelt. Het ge zelschap was zeer onder den indruk en volgde den gids naar een laag onaanzienlijk huisje, waar het werd ontvangen door een ouden man met sneeuwwitten baard. „Vrienden van je, Pierre?" vroeg hU- ,,Zeer goede vrienden," zei de vonden het een I voorrecht om kennis te mogen maken met den redder van den president. Met een glimlach van genoegen weerde de oude man alle hulde af en toonde zijn gasten vervolgens foto's van den president en van zich zelf en van zijn vrouw, die jammer genoeg niet thuil was. „En dit," zei hij tenslotte, op een klein schil derstukje wUzend, „dit is een geschenk van den president. HU schildert goed, vindt u niet?" De bezoekers waren in de wolken en een van de heeren waagde een kansje. „Zou u.... zou u het stukje misschien...." De oude man trok de wenkbrauwen op. „Nu ja, ik bedoel, het is mU zeer veel waard een schilderstuk van den president „Meneer!" zei de heer Ludovic. „Hé ja, Frans," viel de vrouw van den be zoeker hem bij, „als we dat konden koopen! Zou u het niet willen verkoopen, meneer Ludo vic? Toe, doe u het. 'tls zoo leuk, een souve nir...." Langzamerhand, naarmate de prijs omhoog ging, begon meneer Ludovic er iets voor te voe len. Eindelijk vertrokken de gasten met het schilderij, terwijl de heer Ludovic zich in de handen wreef van plezier. Een uurtje later kwam mevrouw Ludovic thuis, gebogen onder den last van vele kleine schilderstukjes. „Hier heb ik nog zoo'n rommelzoodje," sprak zij en toen ontdekte zij dat haar echtgenoot bezig was geld te tellen. „AhVerkocht? Mooi zoo. Hoeveel?" „Achthonderd francs!" „Schitterend. InkoopsprUs tien francs en het salaris van Pierre er af, dat is over'ns kij kenruim zeshonderd francs. De zaken gaan goed!" Op zekeren dag vond Willy Woens dag op het strand een groote ton, waarop stond: „Goud". HU wilde de ton toen wegrollen, maar dat viel niet meer. ZU was zoo zwaar, dat hij haar geen duim kon verzetten. „Ik heb den verborgen schat gevon den!" riep hU uit, „maar als ik de ton open wil hebben, zal ik toch wel een breekijzer moeten halen." En hU haalde het breekUzer en toen Robbie en Topsy er aankwamen, za gen ze Willy hard bezig de hoepeltjes van de ton te halen. Maar toen Willy de hoepels van de ton had geslagen, welke ton, naar Willy dacht, gouden staven bevatte, viel de ton in duigen en Freddy Vrij dag zag men zitten op den bodem van de ton „Ik ben de schat," zeide Freddy met een grijnslach. „Hoe kwam je in de ton?" vroeg Willy, die erg teleurgesteld keek. „Ik zeide Robbie de ton dicht te spijkeren en er het woord „goud" op te schrijven, omdat ik er zeker van was, dat jij, die anders zoo lui bent, nu veel moeite zou doen om de ton te openen." (Maandagavond vervolg). (Ingezonden Mededeeling). A It OP dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Of)f)f) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot Alle CLOOtltie S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 O1/1/II*"verlies van beide armen, beide beenen of werkendoor f "7C/I bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand 9C beide oogen 1 ft) doodelijken afloop T £0 een voet of een oog A O» oij verlies van een f Cf) duim of wijsvinger bij een breuk van f Af) bij verlies van *n "been of arm 7anderen vinger gevallen verzekerd voor een der volgende uitzeermgen i wvvvrveriis» van aeiae siium, ue-uo "-o 18. „Goed. Als u dit verlangt, zal ik het doen en er onbevooroordeeld mijn gedachten nog eens over laten gaan. Mr. Brabazon zelf is ze ker ook uiterst methodisch in zijn denken. Hij zal er wel een agenda op nahouden, en, mij dunkt, dan zie ik er al staan: „Twee en twintig Augustus, naar Capheaton gaan"; „drie en twintig Augustus: „een aanzoek doen aan oom Batchfords.o, pardon!miss Patrice Ca rew"; „vier en twintig. Augustus"beschei- diglijk gelaten, omdat hij niet weet, of ik „ja" of „neen" zal zeggen: „vijf en twintig Augustus terug naar Londen" (met de kous op den kop). O, foei, dat is nu toch geheel niet in stijl!" Sir George barstte in een hartelijk lachen Uit. Lucinda glimlachte min of meer onder drukt, naarmate zij lady of lord Carew aan keek. De eerste had in waarheid het ondeugen- kind wel om de ooren kunnen slaan, maar wij selijk bedwong zij haar drift en zei tot haar echtgenoot: «Feitelijk heb je toch wel gelijk, George, het is nog maar een kind! De meeste jonge meisjes zouden zich wel eenigszins onder den indruk voelen als haar het uitzicht werd geopend om Viscountess te worden!" „Dat is waar ook, moeder! Dat is nu nog geen enkelen keer tot mij doorgedrongen. En dót, terwijl de huwelijksmarkt zoo overvoerd is!" Dit laatste met een hoogwijs gezicht, dat al bijzonder weinig paste bij haar zorgeloos uiterlijk. En dan zou ik nu zulk een schoone kans voorbij laten gaan? Zeg moeder, als ik Lady Baronswold was, zou ik nog den voor rang hebben boven u!" „Zeker, kindje". „Nu, maar dat geeft tegenover mij den door slag! In den tijd, die achter ons ligt, Lady Ca rew, mag u mij dan al eens „aan den lijve ge straft" hebben, heet het niet zoo? Ook ben ik wel eens van tafel gestuurd zonder dessert en tweemaal herinner ik mij nog duidelijk, ben ik zelfs in den hoek gezet! In latere jaren heb ben zich nog tallooze gelegenheden voorge daan, waarbij ik publiek vernederd werd, zoo als zelfs nü nog, doordat u er op staat, dat ik mij met Duitsch leeren inspan. Maar wacht.... ik zal 't u wel betaald zetten! Ik wil niet heb ben, dat Mr. Brabazon vertelt van de eer, die hem wacht, hij denkt toch al genoeg aan zichzelven! Ik zal Lady Baronswold zijn! En op den dag, dat ik u in die kwaliteit verlaat, mag ik mij dus vleien, dat ik met u afgere kend heb". Dit zeggende verdween zij door het open' staande deurvenster. Sir George barstte in lachen uit: „Och, ze maakt er maar een grap van, die kleine ondeugd!" riep hij. „Een grap? Waarom zou ze dat doen?" vroeg de lady. „Nu, het valt toch niet aan te nemen, dat zij ineens veranderd zou zijn van opvatting. Ze geeft immers niets om Brabazon. Neen, natuur lijk maakt ze daar maar een grapje van! Wat zegt Miss Gunn?" „Vraagt u het mij maar niet, Sir George. Ik heb wel hooren zeggen, dat een kroontje vrij wel onweerstaanbaar is voor een vrouw. Ik dacht, dat ik uw dochter kende, nu ik haar al vijftien jaar heb meegemaakt. Maar ze is nog jong genoeg, dat veel in haar tot ontwikkeling kan komen, hetzij dan ten goede of ten kwade". Dit was stout gesproken, zelfs voor Miss Gunn, die nu eenmaal niet gewoon was, haar meening onder stoelen of banken te steken. Sir George keek weifelend en Lady Carew, ofschoon wel eenigermate haar toom was ge wekt zei niets. Ze trad aan het venster, waar haar echtge noot stond uit te kijken; even later voegde Lu cinda er zich ook bij en nu zagen ze Patty op eenigen afstand met haar neef. De jongelui waren te ver af, dat men zou kunnen verstaan, wat zij praatten, maar waar schijnlijk deelde Patty hem het aanzoek van Mr. Babazon mee. „Je zult toch niet zoo dwaas zijn, Pat, om je te verbinden aan zulk een fossiel als Braba zon?" „Beste jongen, zooals ik zooeven ook al heb verkondigd; de huwelijksmarkt is overvoerd; er is zelfs geen vraag naar erfgenamen, terwijl de prijzen geboden voor disponibele viscounten, overmatig hoog zijn. Als je dit nog niet vol doende is, dan wil ik er je tevens op attent ma ken, dat ik, als Lady Baronswold, den voorrang zal hebben op moeder. En dit is toch wel het hoogste, dat ik zou willen bereiken!" Charley grinnikte slechts eens en wist blijk baar ook niet goed, wat hij van haar houding denken moest, toen zij voortging: „Zeg, haal eens even Tennyson voor mij. Ik blijf hier wat onder de hoornen in de „Prinses" lezen. Ik heb het in de bibliotheek laten lig gen, op de schrijftafel van paps". Charley knikte en grinnikte nog steeds over dat aanzoek van Brabazon, toen hij de biblio theek binnenging, waai- hij ineens bleef staan als versteend onder den kouden blik uit de staalblauwe oogen van den gouverneur. Want al zou hij het natuurlijk ook nooit hebben er kend, inderdaad was hij bang voor Antony Wyckam. „Neem mij niet kwalijk, Mr. Wyckam. ik wist niet, dat u hier was", begon hij aarzelend. „Kon je niet wat kalmer binnenkomen?" klonk het op verpletterenden toon. „Wat is er eigenlijk? Heeft Sir George naar mij ge vraagd?" Dit was niet onwaarschijnlijk, Want al heel gauw na de komst van den gouverneur had de baronet al zijn correspondentie op hem overge dragen. „Voor zopver ik weet niét. Ik heb Sir George niet gezien. Ik kwam een boek halen voor Miss Carew". En terwijl hem het verlangen om het groote nieuws rnee te deelen toch te sterk werd, zei hij: „O, Mr. Wyckam, u kent toch dien Brabazon?" „Die mij aanbevolen heeft aan Sir George? Ja, natuurlijk. Je kon wel met wat meer eer bied zijn naam noemen". „Nu, u hebt toch zeker ook nooit gedacht, dat hij zoo verliefd van aard was?" Charley stond nu bij de schrijftafel van zijn oom en zoo ontging het hem dat de gouver neur zich ineens oprichtte en het papier, dat op zijn lesenaar lag, meedoogenloos in elkaar frommelde. Charley lachte weer. „Neen, ik ook niet. En toch heeft hij Sir George een langen brief geschreven, waarin hij hem om de hand vraagt van Pat. U moest eens hooren, hoe zij er nu over praat, wat zij doen zal, als ze Lady Baronswold is. Brabazon zal geen gemakkelijke aan haar hebben, dat kan ik u wel verzekeren!" Hij nam het boek, dat hij was komen halen, zonder nog een enkelen keer te kijken naar de „ijzige" gestalte van zijn gouverneur. Miss Gunn hield zich gedurende de rest van den dag grootendeels afzijdig, ze was dus maar heel weinig in het gezelschap van haar leerlinge geweest. Ze verscheen echter weer tegen den tijd van het diner, deze maaltijd werd 's Zondags altijd vroeger gebruikt, en was bijzonder ernstig en in zichzelve gekeerd, iets wat van Sir George eveneens gezegd kon wor den, terwijl de gouverneur, die een. wandeling op de heide was gaan maken, in het geheel niet verscheen. Lady Carew was echter zóó opgewekt ge stemd, als zij maar wezen kon. Ze had haar echtgenoot het antwoord gedicteerd op het aanzoek van Mr. Brabazon. zoodat zij wist. dat dit was, precies, zooals zij het verlangde. Patty; nam een eenigszins uitdagende houding aan. Na het diner haalde Miss Gunn een sjaaltje van haar kamer en trad naar buiten. Ze voelde, dat een wandelingetje haar goed zou doen, maar ze had geen bepaald doel, zei ze tot Lady Carew. Toch trad ze regelrecht op een -klein zijhek af, een eind van den hoofd ingang. Hier had Garth Rutland zijn paard den vorigen avond zoo lang laten staan en dus begon Lucinda hier op en neer te stappen, in spanning luisterend naar ieder geluid, zoodat ze dan ook onmiddellijk het hekje opendeed, toen zij naderende voetstappen hoorde. „Ik dacht wel, dat u komen zoudt; daarom heb ik op u gewacht. Wat ter wereld hebt u gedaan met dien jongen?" „Met pharley?NiétsHij is op Clon- clara. Ik meen, dat hij een boodschap moest brengen van Lady Carew aan den majoor." „Wel neen; geen kwestie van! We wisten geen van allen, dat hij naar Ryecroft was ge gaan. Hij zou daar wel willen blijven wonen, geloof ik, al z'n leven. Dat komt: u ontvangt hem veel te gul. Ik zou hem al lang naar huis gestuurd hebben. Hij heeft natuurlijk gebab beld en u het nieuws verteld". „Van Brabazon?" ,lj£órd£ vervolg.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 11