Uit de Noorsche Missie Laat U niet verblinden door 'n paar centen De bondsdag van „St. Raphaël" s Prikkeldraad i Als U een goedkoopere soort koopt, beteekent dit eene besparing van slechts enkele centen. Als U Blue Band koopt, is Uw winst: de geruststellende zeker heid dat U de beste kwaliteit hebt gekocht die in Holland te krijgen is. Blue Band is het prijsverschil van slechts enkele centen per pakje dubbel en dwars waard! Weet wat U eet! EEN BEDE OM HULP EEN ZEER GESLAAGDE DEMONSTRATIE MAANDAG 26 JUNI Overheid en Midden stand Wm >M mm V E R S C H GEKARND 30 cent W oorden van opwekking Om het gezag De heerlijkheid gezien De houding der Katholieke organisatie mm I -.7" per halfponds- pakje <o MET 40 ALLERFIJNSTE ROOMBOTER ONDER RIJKSCONTROLE Duizenden leden marcheerden door Haarlems straten De stoet ST. RAPHAËLDAG TE HAARLEM In het gebouw Rede kap. Venings Toespraak past. Mutsaerts Langedijk treedt uit de S.D.A.P. Op het punt naar mijn vaderland te vertrekken zit ik te peinzen of ik het wagen zal in deze kritische tij den mijn Katholieken landgenooten om steun te vragen voor ons missiewerk en.... of het helpen zal. Doch zoo juist zendt onze goede bisschop mijn Celebret en een hartelijken groet: „Goeie reis en doe wat ge kunt om wat geld te krijgen voor uw school. Ik kan u niet helpen, doch wil graag met u deelen." Ik waag het dus maar. Toen Zijne Excellentie Mgr. Diepen in het jaar 1920 als Apostolisch Visitator alle staties van Noorwegen had bezocht, zei hij bij zijn terugkomst: „De schoolkwestie kan de ondergang worden der Noorsche Missie, als er niet meer voor gewerkt wordt." Dat was een waar woord, dat diepen indruk op mij maakte, juist omdat het zoo waar was. Wat wij jaren lang wonnen aan bekeer lingen verloren wij aan onze jeugd, die de Protestantsche scholen bezocht, soms zelfs meer dan dat. Ware het nog maar gelijk in Nederland, waar de staatsschool neu traal is. Doch hier in Noorwegen is de Staatsschool Luthersch en zijn de onder wijzers verplicht de kinderen in Luther- schen geest op te voeden. Wel zijn de No ren over het algemeen verdraagzaam en hebben zij achting voor de Katholieke Kerk, maar hun Protestantsche school is en blijft onmogelijk voor onze kinderen. Dat heeft ook de Staat zelf ingezien en daarom hebben wij volledige vrijheid eigene scholen op te richten. In Tromsö kreeg ik zelfs gemeentelijke subsidie voor onze Katholieke school. Doch dat was een uitzondering. Te Tromsö heb ik dertien jaren lang gewerkt om ons schooltje voor uit te helpen, en niet zonder succes. Toen ik daar kwam waren er 7, toen ik vertrok 38 schoolkinderen, tóijn werk werd met grooten ijver voortgezet door de Neder- landsche priesters, die na mij kwamen, en thans is daar in het hooge Noorden een flinke, bloeiende katholieke school. In 1923 werd ik naar Bergen verplaatst. Hier vond ik de school beneden alle kritiek. Het „schoollokaal" was een kamer in de pastorie. En daar waren dertien kinderen van 7 tot 15 jaren toevertrouwd aan de zorgen van een Duitsche zuster, die niet eens een diploma had. Het gevolg was na tuurlijk, dat bijna alle onze katholieke kinderen de protestantsche school bezoch ten. Nog dikwijls denk ik terug aan mijn „schoolstrijd" hier in Bergen. Met goeden moed en met den zegen van Zijne Excel lentie Kardinaal van Rossum toog ik aan het werk en.... het gelukte ook hier. Ik nam er aanstonds nog een kamer van de pastorie bij en beloofde „het volgend jaar te zullen bouwen". En wij hebben gebouwd. Aan de vele geestelijken en andere katho-1 lieke toeristen, die ons telken jare te Ber gen bezoeken, toonen wij altijd met trots onze mooie kerk en school. Ruim achttien duizend kronen kostte onze nieuwe school. Een inzameling onder de katholieken bracht niet minder dan 9000 kronen op. De andere 9000 kregen we uit Nederland. De eerste 100 kronen uit Nederland kwa men vanZ.E. Monseigneur A. Diepen. (Ik koester ook thans een stille hoop). Ge leidelijk kwamen nu al onze katholieke kinderen naar de parochiale school en God zegende ons streven. De algemeene overste onzer prachtige diocesaancongregatie, zelf een gewezen onderwijzeres, begreep het groote belang der zaak en zette de zustess aan het bidden. En O. L. Heer zond ons onderwijspersoneel. Heden hebben we twee Noorsche zuster-onderwijzeressen en vijf Nederlandsche. Een der Noorsche zuster- onderwijzeressen is een bekeerlinge uit Bergen, eveneens de kapelaan, een gewe zen onderwijzer. Ik heb het gevoel alsof O. L. Heer zelf de leiding onzer school in handen heeft genomen. Toen ik in 1925 in Nederland was kwam er een telegram uit Bergen: „Skolen sprengt, kan vi ta ka- pellanens soveberelse?" De school is overvol, kunnen wij de slaapkamer van den kapelaan in beslag nemen? Wat moest ik doen? Ik telegrafeerde terug: „In Gods naam, als de kapelaan er mee instemt." En de goede man bracht het offer. Doch de school is blijven groeien; elk jaar ko men er meer kinderen bij dan er af gaan. En nu zitten wij weer vast, hopeloos vast. Reeds verleden jaar zaten we in het nauw. Doch toen gelukte het nog door herhaal delijk verhuizen van de eene klas naar de andere aan allen een plaatsje te geven. Doch het volgend schooljaar gaat het niet langer. Wij kunnen de nieuwe kinderen niet meer aannemen, tenzij wij weer bou wen. Ik zal het maar eerlijk bekennen, we zijn reeds met den bouw begonnen. We krijgen er een modern schoollokaal bij, dat ruimte zal geven voor de twee eerste klassen. Heerlijk! Maar het zal kosten. ruim tien duizend kronen, d.w.z. vijf dui zend gulden. En we hebben geen cent. Dwaasheid dus om met den bouw te be ginnen? Ja, wat moest ik doen? Het werk van vele jaren weer te niet doen? Als we de nieuwe kinderen niet aannemen, dan is onze school ten doode gedoemd. Ik ver trouw op God en geef de leiding aan O.L. H. Onze parochie telt ternauwernood volwassenen. Ook hier heerscht de 300 krisis en de tijden zijn hard. Maar ik ken mijn volkje en geloof, dat zij de helft zul len opbrengen. En mag ik het dan niet wagen om mijne katholieke landgenooten te vragen om die andere 5000 kronen? Ik ben thans reeds 32 jaren werkzaam in de Noorsche Missie en met groote dankbaar heid herinner ik de krachtige hulp, die ik zoo dikwijls heb mogen ondervinden van uit mijn vaderland, telkens als ik om gel- delijken steun bad voor onze missie in het algemeen of voor mijn eigen statie, niet het minst te Tromsö. Nu sta ik aan het einde van mijn arbeidsdag. „Ik heb den goeden strijd gestreden, den loop voleind, het geloof bewaard." Verleden jaar bracht een hartziekte mij aan den rand van het graf. God spaarde mijn leven, maar sinds dien weet ik dat ik mij gereed moet hou den voor de groote reis. En, God zij dank, ik ben bereid. Maar ik zou toch nog zoo graag eerst mijn lievelingswerk „af" ma ken. Het zal wel de laatste maal zijn, dat ik om steun vraag. Het bedrag, dat ik vraag, is betrekkelijk gering; en ik hoor al een of andere pastoor of missievriend zeggen: „O, dat krijgt ie wel van anderen". Maar, wanneer ze allemaal zoo redeneeren, dan.krijgt ie niks". Zend dus uwe bij drage. Quod vis facere, fac cito. Wanneer ik meer zou krijgen dan ik vraag, dan zal ik het.... terugsturen? Dat juist niet, maar ik zal het overschot door sturen naar onzen bisschop, die het ook hard noodig heeft. Overmorgen vertrek ik van hier met de boot. Dus vooraleer mijn bede in uw blad komt, ben ik reeds in Nederland aan gekomen. Mijn adres in Nederland is: Monseigneur H. Snoeys, Langeweg bij Zevenbergen. Ofwel: St. Olavshuis, Park laan 35, Bussum. Giro nr. 156193 J. P. Snoeys, Langeweg). En wie weet, misschien wil de Redactie ook wel giften voor mij in ontvangst nemen. Ik blijf nog slechts veer tien dagen in Nederland en hoop dus dat mijn schriftelijke bede gehoor mag vin den. H. SNOEYS N.M. Mr. F. Bach, directeur van het Centraal Hanze-Bureau in het Bisdom Haarlem, schrijft ons: Een vriendenhand deed mij toekomen een in dit blad verschenen artikel over: „Bescherming van den middenstand Samenwerking tusschen overheid en betrokkenen". Met de algemeene strekking van dit artikel stem ik volgaarne in. In het bijzonder met de stelling van den schrijver, dat bij de ordening van het middenstandsbedrijfsleven de organisa ties der betrokkenen de leiding hebben te ne men en te geven en dat de taak der overheid daarbij vooral moet worden gezien als het geven van hulp. In w'aardeering voor het instituut van den Amsterdamschen Levensmiddelenraad wensch ik al evenzeer voor den schrijver niet onder te doen. Juist daarom mag echter de slotalinea van het bewuste artikel n.m.m. niet onweersproken blijven. De schrijver meent, dat uit middenstands kringen in het algemeen alleen afbrekende cri- tiek is geleverd op den Amsterdamschen Levens middelenraad en hü acht zich verplicht de mid denstandsorganisaties op te wekken, in het be lang van haar leden niet te volharden bij een afwijzende houding. Ik meen hier tegenover te moeten opmerken, dat van een afwijzende houding der midden standsorganisaties t.o.v. den Levensmiddelen- raad in het aangezicht der feiten in het geheel niet kan worden gesproken. Integendeel, zoolang de Raad bestaat en zelfs zoodra het voorstel tot stichting van den Raad door B. en W. aanhangig was gemaakt, hebben de 3 centrale middenstandsorganisaties en de by haar aangesloten vakvereenigingen tegen over het voorstel en het instituut een positieve houding aangenomen van zakelijke en welwil lende medewerking. Het mag zijn, dat men hier en daar in mid denstandskringen oorspronkeiyk ietwat huiverig stond tegenover de motie-Romme, die de naaste aanleiding tot instelling van den Levensmidde lenraad was. Die huivering was dan niet onverklaarbaar, gezien den aard van het optreden der gemeen telijke overheid t.o.v. het middenstandsbedrijfs- leven, waaraan de Amsterdamsche middenstand voordien gewend was. Echter is niet juist, dat uit middenstands- kringen „in het algemeen" alleen afbrekende critiek zou zijn geleverd op het denkbeeld van georganiseerd overleg tusschen overheid en mid denstand in den vorm van een Levensmiddelen- raad. Deze „algemeene" schets verdient in elk ge val een aanvulling in dezen zin, dat de Katho lieke middenstandsorganisatie van den eersten aanvang af haar volle instemming heeft betuigd met het rapport der Studiecommissie van den Amsterdamschen Rijkskieskring, Waaruit de mo tie-Romme en de Levensmiddelenraad zijn voortgekomen en waarin voor het eerst de ge dachte van samenwerking tusschen overheid en georganiseerden middenstand was neergelegd. Zelfs heeft de Katholieke organisatie, in den persoon van Dr. J. van Beurden O. Pr., die in de genoemde Studiecommissie zitting had, een werkzaam aandeel gehad in de totstandko ming van dit rapport, den geestelijken oorsprong van den Levensmiddelenraad zelf! Verdient misschien een betere kennisname door journalisten en publicisten van de uitgaven en organen der middenstandsorganisaties aan beveling? De schrijver van dit sympathieke artikel zal dan tot de conclusie komen, dat de Katholieke middenstandsorganisatie t.a.v. de ordening van het bedrüfsleven in samenwerking van georga niseerd bedrijf en overheid een standpunt heeft gekozen, dat hem ongetwyfeld een aangename verrassing zal zyn! (Dankbaar nemen wy nota van de aanvulling, welke Mr. Bach op ons artikel heeft willen geven. Onzerzijds de verklaring, dat wij toen we in bedoeld artikel gewaagden van afbrekende cri tiek in middenstandskringen niet de orga nisaties op het oog hadden, maar privé-midden- standers. De uitdrukking, „afwijzende houding" der middenstandsorganisaties nemen wy als te sterk en te algemeen gaarne terug. Mocht ook ten aanzien van de door ons be doelde middenstanders onze kyk in het alge meen te zwart geweest zün, dan kunnen wij ons daarover slechts verheugen. Redactie.) WÊmm V- V i.. Kb O fO cn co De groote Bondsdag van „St. Raphaël", die Zondag te Haarlem gehouden werd, is in alle opzichten een succes geworden. Onder ideaal weder, niet te warm en toch zonnig, kwamen tegen twaalf uur de honder den, de duizenden deelnemers bij de Kathedraal aan, waar de vlaggen ter begroeting in den styven bries wapperden en van kwart voor twaalf tot twaalf uur de klokken beierden. Na onder een eenvoudige eerepoort met het welkom „Salve" te zyn doorgetrokken vulden zy de groote ruimte tot in alle hoeken. Zelden, waar- schijniyk nimmer, heeft de Haarlemsche ka thedraal zooveel geloovigen binnen hare muren gezien. De Geestelijke Adviseur van de afdee- ling Haarlem, kapelaan L. v. d. Lugt, droeg de H. Mis op, waaronder het zangkoor op keurige wüze eenige kerkelijke gezangen uitvoerde. Een treffend moment was het toen op het oogen- blik der consecratie alle vaandels eerbiedig wer den gebogen. De Bondsadviseur, pastoor W. P. A. M. Mutsaerts, hield een korte, treffende toe spraak, waarin hij o. m. den plebaan dank bracht voor het afstaan van zijn kerk voor deze plechtigheid en alle deelnemers aan den Bonds dag welkom heette. Na de H. Mis in de Kathedraal trok men in optocht langs de- woning van Z. H. Exc. den Bisschop naar het Krelagehuis op de Leidsche- vaart» De stoet werd opgesteld op het Emmaplein, in de Karei van Manderstraat en in de Van Oosten de Bruynstraat. Dank zij de medewerking van de Bavoknapen konden de totaal 63 groepen de hun toege wezen plaats spoedig vinden. Alles was uitste kend georganiseerd en verliep vlot. Van de over de honderd afdeelingen waren telkens eenige samen tot één groep vereenigd. Om ongeveer kwart over één vertrok de stoet van het Emmaplein, onder het gebeier van de klokken der Kathedraal. Vooraf marcheerde een achttal Bavoknapen met vlaggen, eenige Bavo- trommelslagers en de Tramharmonie onder lei ding van haar directeur. Onder de stralende zon en een prettig briesje, dat de vaandels en vlaggen breeduit deed wap peren, trok de stoet langs de Leidschevaart, het Wilsonplein, de Wilhelminastraat, de Raaks, het Postkantoor, de Nassaulaan en de Nieuwe Gracht (Zuid- en Noordzijde), voorby de wo ning van den Bisschop. Op het bordes van zyn woning nam Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent de hulde der congressisten in ontvangst. Een De R. K. Bond van Spoor, en Tramwegpersoneel „St. Raphael" hield Zondag te Haarlem zijn jaarlijkschen bondsdag. De leidende personen aan de bestuurstafel tijdens de rede van kapelaan Vennings uit Utrecht ry Katholieke padvinders stond op de Nieuwe Gracht als eerewacht opgesteld. Van de Nieuwe Gracht werd vervolgens langs de Kinderhuisvest, den Zijlsingel en de Leid schevaart naar het Krelagehuis gemarcheerd. De zes muziekcorpsen („Euphonia" uit O ver veen, „St. Caecilia" uit Schoten, „Harmonie Crescendo'' „Utile Dulci" en de Post- en Tram fanfare) brachten tydens den tocht vrooiyke en pittige muziek ten gehoore. De belangstelling langs den weg was enorm groot. Het was dan ook een fleurig gezicht de naar schatting 4000 deelnemers met hun wap perende vaandels en vlaggen voorby te zien trekken, wat ruim een half uur duurde. Hoe lang de stoet was blijkt uit het feit, dat de eerste deelnemers reeds het Krelagehuis bin nen traden, toen de staart van den stoet nog op de Niei.we Gracht was! Incidenten hebben zich onderweg niet voor gedaan en de leden van den Ongevallendienst, die ter observatie medetrokken, behoefden nie mand te helpen. Het Krelagehuis was feestehjk versierd met vlaggen en guirlandes; rondom het podium, midden in de groote zaal, waren de banken gearrangeerd, die weldra geheel bezet waren met de etende en drinkende congresgangers en -gangsters, zelfs kinderen. Er was op een prac- tische en goedkoope manier gezorgd voor brood jes, bananen, limonade, en wat al niet. De drank-buffetten hadden een geweldigen en in- tensieven aftrek. De fanfare zorgde ruim twee uur reeds voor de noodige marschen, die wer den aangevuld door ruim zesduizend voeten, zoodat het anders zoo vredige Krelagehuis trilde en beefde op zijn grondvesten. En steeds maar stroomden meer aanhangers van „St. Raphaël" binnen, voorop het vaandel met een drager, die een zichtbaar zware en warme wandeling achter den rug had. Regel recht dook hü in de ranjeIntusschen ver schenen ook meer figuren achter de groene ta fel en toen de voorzitter den eersten klap met den hamer gaf tot opening van de vergadering, merkten wy o. a. op namens het gemeentebe stuur van Haarlem, wethouder W. J. B. v. Liemt, namens de Noord-Hollandsche Tram- wegmaatschappy, Ir. W. J. Burgersdyk, direc teur en mr. D. A. E. Immink, chef van exploi tatie, eenige leden van de R. K. Raadsfractie, namens het Comité van Katholieke Actie den heer H. Everard, vertegenwoordigers van den R. K. Volksbond, den heer Schutte namens het R. K. Werkliedenverbond, de heeren Loerakker en Chr. v. d. Bilt, leden van de Tweede Kamer. Nadat het bondslied gezongen was heette de voorzitter, ae heer J. Hellemons, allen welkom, speciaal pastoor W. P. A. M. Mutsaerts, den nieuwen adviseur, en de reeds genoemde auto riteiten. Speciaal ook hadden de dames een complimentje in ontvangst te nemen, daar ze nu reeds 30 jaar op bondsdagen met eere ver- schynen. Ook had de spreker van den middag, kapelaan Venings, jongste adviseur, zoon van een der oudste „St. Raphaër'-stryders, een warm applaus in ontvangst te nemen. Aan de feestrede van den Weleerw. heer C. Venings ontleenen we het volgende: Ons katholiek-zijn geeft een heel bijzondere éénheid en saamhoorigheid. Ons katholicisme geeft eigenlyk aan onze beweging de beteekenis Niet, dat we leden zyn van een sterke lande- lyke spoororganisatie geeft ons de kracht, maar dat we leden zijn van de wereldkerk van Chris tus, dat is de kern, de hoofdzaak. Dat voelden we, toen we straks op de Nieuwe Gracht fier en eerbiedig Haarlems bisschop salueerden. Alleen de door God bedoelde en gewilde le vensbeschouwing en levens-benutting kan de wereld redden en die levensbeschouwing is ons katholicisme. Wij hebben daardoor het lot van de menschen in onze hand. Paus Pius XI heeft dit gezegd in zyn ency cliek „Quadragesimo Anno": „Immers als God ons terzijde staat ligt het lot der menschen in onze hand." Het is verkeerd om ons te voelen als eenling, als een druppel in den oceaan. Daardoor moe ten we ons niet laten ontmoedigen. Denken we aan het spoor. Ieder wiel draagt een groote verantwoordelijkheid en by ieder van het personeel is de veiligheid der reizigers in handen. We zijn ieder onzer wentelende wielen, die de menschheid dragen in haar snelle vaart door de wereld in onze positie in de godsdien stige, sociale en politieke beweging. Mannen van St. Raphaël, er moet op het wiel gehamerd worden, niet pas als 't al gebarsten is, maar juist zoo lang het goed is. Opdat het eer ste begin van een afwijking dadelijk worde ge constateerd en erger worde voorkomen. Neemt een hamer en slaat vandaag dikwyis tegen het wiel, waarvoor ge persoonlijk aanspra kelijk zijt. Een katholiek mag ook niet ego-centrisch zijn, alsof er geen belangrijk leven op aarde bestond buiten zyn eigen kring. Het gezag van Paus en bisschoppen moeten we erkennen en in al onze levensuitingen er kennen. We moeten ons niet door mopperaars laten beïnvloeden, maar blyven vertrouwen op de Goadeiyke Voorzienigheid. Vooruit, niet met den ouden sukkelgang, maar steeds dichter naar de 100 K.M. vaart, recht op het doel af; 't naaste doel: versterking van uw organisatie; het einddoel: de wél-be- nutting van uw leven, Christus terug in de maatschappy en daardoor geluk voor alle men schen. De bondsadviseur bracht hulde aan den voor zitter en schetste het heerlyke gebeuren in de Kathedraal op dezen zonnigen „St. Raphaël"- dag. Spreker wees er vervolgens op, dat door de Duitsche revolutie de vakvereenigingen be dreigd worden. Meer dan ooit is het nu noodig, om één te zyn, één van denken, één van wil len, één van hart. Nooit zal „St. Raphaël" ver dwijnen, juist omdat er in deze vereeniging één heid heerscht. Blyft trouw aan Uw bestuur, hebt vertrouwen in de mannen, die gü Uw be langen in handen hebt gegeven. Blijft trouw aan Uw priesters; het verleden heeft bewezen dat men ook op dit gebied van „St. Raphaël" verzekerd kan zyn. Ziet in Uw priesters niet op de eerste plaats den mensch, maar de afge zanten van God. Dan zult ge ze moeten eeren en hooghouden. Vertrouwt op Gods-voorzienig heid, dat is thans onze hulp, onze troost. Be waart in „St. Raphaël" den zoo benydenswaar- digen familie-geest, opdat niemand uit cnze rijen meer buiten onze organisatie zal willen en kunnen. De bondsvoorzitter sprak daarna een slot woord, waarin hy dank bracht aan den plebaan, die de Kathedraal ter bescnikking wilde stellen, aan kapelaan v. d. Lugt voor de groote moeite voor dezen dag genomen, aan de directie van het Krelagehuis, aan de gasten, aan de spre kers, aan de directie van de Nederlandsche Spoorwegen en allen, die den bondsdag mede deden slagen. Och, och! Hoe hebben de sociaal-demo craten de Katholieken in Oostenrük, en vooral in Weenen, bestreden! Dikke boekjes zyn er in den loop der jaren opengedaan van het schrikbewind, dat de hee ren zich daar tegenover de Katholieken ver oorloofden; met de ongelooflykste en ge meenste middelen hebben de heeren er het christelijk-sociaal staatsgezag ondermynd en trachten te saboteeren. Tot hun macht aan t tanen raakte.... we gens gebrek aan geld. Immers, hoe brutaal de roode bestuurders daar, waar zy de macht hadden, de burgerij ook uitzogen en belastingen lieten opbrengen, zóó dat er voor handel en nyverheid geen be drijfskapitaal meer ova: bleef de financieele machine bleek op den duur niet te kunnen functionneerende sociaal-demokratische eko- nomie toonde hier op verbluffende wyze haar onhoudbaarheid. 't Was echter niet alleen de financieele mis lukking, welke de sociaal-demokratie in Oosten rijk ondermynde, daar is, vooral den laat- sten tyd, een nieuwe factor by gekomen: het buiten- en binnenlandsche fascisme, dat het Marxisme overal dreigt te vernietigen. En wat zien wy nu gebeuren? Dat de sociaal-demokratie in haar angst zich wendt tot de gehate christelyk-socialen, tot de mannen van het door hen steeds be streden en ondermynde gezag om asjeblief..»» een sterk gezag te vestigen en te handhaven II Dollfuss moet den boo ze kunnen weerstaan en de sociaal-demokraten haasten zich, de christelyk-socialen te verzoeken, Dollfuss aan een sterk gezag te helpen, t Is volkomen natuurlyk. Maar waarom hebben de sociaal-demokraten daarginds en elders de natuurlykheid van zoo iets niet stééds ingezien, niet steeds willen inzien? De socialist P. Langedyk, die als gedelegeerde van de V.V.S.U. de Sovjet Unie heeft bezocht en aangekondigd heeft een brochure te zullen publiceeren, waarin o.m. tegen Duys en tegen het „Volksblad voor Twente" zal worden ge polemiseerd. heeft, naar „Het Volk" meldt, be dankt als lid der afdeeling Lonneker III van de S.DJLP.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5