Het Katholicisme in Amerika Mei vetftaal van den dag Het Geheim van Sir Carew DE VLIEG ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn prima Nederlandsch fabrikaat hand DONDERDAG 29 JUNI Een kanaal tusschen twee zeeën Negentienhonderd kilometer op de reis bespaard Na de verzoening Sport in Rusland T raanhandel dien buiten zijn T\p rf'p woning bedreef. WWUAZ Te veel dokters in Amerika Alle abonné's Sw&ffiS1 vTzS0^ f3000.-ïï2™750.-öMp f250.- SS AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE HET Niet alleen in Engeland breidt zich ons R. Katholiek geloof ontzaglijk uit, ook in de Vereenigde Staten van Amerika Valt hetzelfde verheuglijke verschijnsel waar te nemen. Voor ons ligt het Official Catholic Directory for 1933", uitgegeven bij P. L Kennedy and Bons in New-York, waaraan wij ontleenen, dat alleen in het jaar 1932 41.226 Amerikaansche burgers zich tot het R. Katholicisme bekeerden, zoodat het getal der geheele R.K. bevolking der Vereenigde Staten van Amerika het cijfer van 80 millioen 268.403 heeft bereikt. In 10 jaren tijds is het katholieke zielental met meer dan 2 millioen gestegen. Het getal der R.K. scholen in Amerika be draagt thans 7462, die door niet minder dan 2 millioen 170.102 leerlingen bezocht worden, dj. 107.089 scholieren meer dan het voor gaande jaar. Het aantal R.K. weeshuizen in de Ver. Staten bedraagt 327, en dat zij niet klein zijn bewijst wel het feit, dat niet minder dan 50.154 weezen in deze R.K. instellingen Verpleegd worden. Voor ouderen van dagen bestaan er thans 146 oude mannen en vrou wenhuizen, terwijl het totaal groote R.K. Ziekenhuizen dit jaar met vijf is vermeerderd en het indrukwekkende cijfer van 650 heeft bereikt. Aan het nieuwe „Directory Number" van ^Hospital Progress", dat in St. Louis verschijnt, ontleenen wij, dat er zich ook nog 11 R.K. Ziekenhuizen op de eilanden bevinden, die tot de bezittingen van het Amerikaansch gemeene- best worden gerekend. Daar nu eenmaal de Amerikanen de gewoonte hebben, alles zooveel mogelijk in cijfers uit te drukken, laten wij er hier nog enkele volgen. Er zijn niet minder dan 1 millioen 711.200 zieken in het afgeloopen jaar in de Amerikaansche R.K. ziekenhuizen verpleegd en de kosten van onderhoud bedroe gen niet minder dan 78 millioen Amerikaansche dollars a pari ongeveer 187 millioen Holl. guldens). De Amerikaansche R.K. hooge hiërarchie omvat 118 personen. Hiervan maken 16 aarts bisschoppen (waarvan er vier kardinaal zijn) ten 102 Bisschoppen deel uit. Er leven thans in Amerika 29.782 R.K. priesters, wat 1.485 meer Is dan in 1931. Het getal der wereldsche priesters bedroeg op het einde van 1932 21.016, 1.367 weer meer dan in 1931, en het getal der priesters leden der verschillende orden was 8.766 groot, wat een toename beteekent van 118 over 1931. Er bestaan thans in geheel Amerika 18.260 groote RK. kerken, d.i. 108 meer dan in het voorgaande jaar, terwijl de priesterseminaries met negen vermeerderden en thans 181 in ge tal zijn. Niet minder dan 20.993 seminaristen ontvangen er hunne priesterlijke opleiding, ook al weer 1550 meer dan verleden jaar. Wij berichtten reeds vroeger, dat President Franklin Roosevelt in zijne opvattingen dei- oorzaken en mogelijke heling der ongekende wereldcrisis, in hoofdzaak met de meening van Z.H. Paus Pius XI deelt, óók dat hij, meer dan Wie ook zijner voorgangers op het Witte Huis in Washington, geen onderscheid des geloofs voor zijne naaste medewerkers maakt. Hebben wij indertijd gewezen op Franklin Roosevelt's RJC. vriend, senator Walsh, die vóór hij het Amerikaansch ministerschap van justitie kon aanvaarden, op zijn reis naar Washington plotseling overleed, en herinnerd aan de im posante R.K. begrafenisplechtigheid en gehouden in de zaal van den Amerikaanschen Senaat, wij mogen niet onvermeld laten, dat na den dood van mr. Anton Cermak, ook een R. K. vriend van Roosevelt, tengevolge van den aan slag op den President in Chicago gepleegd - weer een ander vooraanstaand R. Katholiek, tot burgemeester van Chicago is benoemd, en wel mr. Edward I. Kelly, een eminent voor beeld van een „self-made American". Hij be gon zijn loopbaan als een „axman" hout hakker en is thans niet alleen burgemeester dezer groote wereldstad, maar ook doctor in de rechten honoris causa van de Notre Dame- Universiteit, aldaar. Als jongmensch werkte deze mr. Kelly met de bijl in de hand voor de ingenieursafdeeling van het departement voor gezondheid. Nacht en dag trachtte hij door voortdurend leeren bij toevallige leermeesters en onderwijzers, zich zóó ver te ontwikkeien, dat hij zijn examen als ingenieur kon afleg gen. Eenmaal ingenieur, wist hij het in net- zelfde departement vlug tot hoofdingenieur te brengen. Daarna werd hij „uitgeleend" aan den staat Illinois om te helpen bij het oplossen van allerlei gecompliceerde problemen in de waterstaatscommissie. In 1922 werd hij lid van de „Board of South Park Commissioners", twee Jaar later was hij reeds voorzitter, waar door een rayon van 70 Engelsche mijlen par ken, aan het prachtige Great Lake (het groote meer) onder zijn direct beheer kwam te staan. Juist het uitstekend maatschappelijke werk, door hem in deze hoedanigheid verricht, be zorgde hem zijn doctorsbul van de Notre Dame- Universiteit. Hij werd tot burgemeester van Chicago ge kozen zonder mededingers. Toen hij op Paaschmaandag van dit jaar als Chicago's burgervader officieel werd geïnstalleerd, was het goede gedeelte der bevolking dezer stad geheel en al gerust gesteld, immers het zuive ringsproces van Chicago, „the cleaning-up" van deze moreel zoo ten onder gegane wereld stad, het gevaarlijke werk waarmede de katho lieke Cermak was begonnen, had een waar- digen opvolger gevonden. En dat dit moeilijke werk opnieuw aan een vooraanstaand katho liek werd opgedragen, heeft voor het katholi cisme in Amerika moreele gevolgen van niet te onderschatten beteekenis. Een ander bekend R-K. Amerikaan werd door Franklin Roosevelt zeer onlangs tot gou verneur-generaal der Philippijnsche eilanden benoemd, mr. Frank Murphy, voorheen burge meester van Detroit. Deze nauwelijks 41 jaar oude Amerikaan diende ten tijde van den wereldoorlog in het Amerikaansche legioen in Frankrijk en werd in 1930 tot burgemeester van Detroit gekozen. Hij is ongetrouwd en zal de eerste R. Katholieke gouverneur-generaal der Philippijnen zijn. Zeer kenschetsend is wel het verzoek, dat hij tot alle R. Katholieken van Detroit richtte bij zijn officieel afscheid uit deze stad. Hij verzocht hun gebed .opdat God Almachtig hem mocht leiden en beschermen in zijne nieuwe verantwoordelijkheid als gouver neur-generaal der Philippijnen". De aanleg van een Canal des Deux-Mers, dat de Middellandsche Zee met den Atlanti- schen Oceaan moet verbinden, zal ongetwijfeld groote economische voordeelen brengen. In de eerste plaats voor Frankrijk, in de tweede plaats voor de geheele internationale scheepvaart. Alleen Spanje en_ Portugal zullen er weinig verblijd over zijn, want de uitvoe ring van het Fransche project beteekent, dat het in de havens van die beide landen belang rijk stiller zal worden. Nemen wij een oogenblik aan, dat het kónaal reeds gegraven is. Stellen wij ons verder voor, dat wij met een schip uit Amsterdam of Rot terdam een lading naar Marseille moeten bren gen. Dan zullen wü zien, dat de aanleg van het kanaal des Deux-Mers zin heeft. Als wij afscheid hebben genomen van hot Noordzeekanaal of van den Nieuwen Water weg en het Kanaal zijn gepasseerd, hebben wij niets meer te maken met de woelige Golf van Biskaje, die wegens zijn talrijke en vaak gevaarlijke stormen den bijnaam „Matrozen- kerkhof" kreeg. Wij sturen aan op Bordeaux, dat wil zeggen: volgens de nieuwste plannen zal het kanaal 15 K.M. boven Bordeaux reeds in de Gironde uitmonden. Met een snelheid van 15 knoopen loopen wij door het kanaal, dat 24 meter breed zal zijn en grootendeels een diepte van 13 Meter zal hebben. Aanvankelijk blijven wij ten Zuiden van de Garonne, tot aan Blagnac. Dan varen wij over de Garonne heen, door het oude, sedert 1861 bestaande Canal du Midi, en daarna in Zuidoostelijke richting tot Narbonne, meestal evenwijdig aan het oude kanaal. De z.g. kust- meren vormen het overgangsgebied tot de Mid dellandsche Zee. Wij hebben dan veertien sluisgroepen te pas- seeren gehad. Zeven schutten ons omhoog, zeven brachten ons weer in de diepte. Wij zijn 140 meter hoog geweest en weer tot op den zeespiegel gezakt. Een schip is honderdveertig meter gestegen en honderdveertig meter ge daald! Dertien spoorweglijnen hebben onzen weg gekruist, zij zijn over ons heen of onder ons door gepasseerd. Bij Toulouse verrijst een geweldige brug, 350 Meter lang. Vier-en-twintig uur hebben wij noodig ge had. Ons schip had een behoorlijke snelheid, 15 knoopen. Andere schepen, die bijvoorbeeld 8 knoopen loopen, zullen 35 uur noodig hebben. Wij hebben tien francs per ton betaald, dus bijna een gulden per ton; een paar dagen heb' ben wij uitgespaard. Maar laten wij niet vergeten, dat deze din gen geen werkelijkheid zijn. Zij moeten nog werkelijkheid worden! Wij droomden een aan- genamen droom, die op zijn vroegst over vier of vijf jaar vervuld kan zijn. Wij zeiden, dat het kanaal des Deux-Mers waarschijnlijk 24 Meter breed zou zijn. Mis schien echter zal de breedte grooter zijn, vol gens een ander plan zou de breedte van den grondwaterspiegel 24 meter bedragen. Zelfs heeft men reeds eenmaal het gigantische plan ge opperd, de breedte op 150 meter vast te stellen. Maar ook zonder dat gigantisme zullen een paar duizend arbeiders gedurende verscheidene jaren werk vinden. En meer. Er komt veel leven in deze streken, aan het kanaal ontstaan plaatsjes en plaatsen, er zullen nieuwe land wegen worden aangelegd enz. Ook Frankrijk kan dat best gebruiken. Op de reis van West-Europa naar Marseille zal 1900 K.M. bespaard worden. Dat beteekent nog al wat. Ook voor onze scheepvaartlijnen naar Indië, naar den Levant en het Middel landsche Zeegebied. De internationale scheepvaartkringen zijn het dan ook met het project eens. De „Société Technique" heeft de taak op zich genomen te onderzoeken, wat nu precies het beste plan is en werkt thans met ijver aan de voorbereiding van de uitvoering. Het kanaal tusschen twee zeeën, het Canal des Deux-Mers, een der grootste projecten der Westeuropeesche wereld, belooft werkelijk heid te worden. Men verwacht, dat de tot stand gekomen ver zoening tusschen ex-koning Alfonso en den prins van Asturië waarschijnlijk een verande ring teweeg zal brengen in de plannen van het jonge paar voor de wittebroodsweken. In plaats van naar Tirol te gaan, waar zij eenige maanden zouden vertoeven, zullen zij nu waarschijnlijk een bezoek gaan brengen aan den ex-koning te Fontainebleau. Volgens zoo juist gepubliceerde cijfers omvat de sportbeweging in Sovjet-Rusland, aldus het telegraaf-agentschap der Sovjet-Unie, op het oogenblik 11 millioen kinderen en trekken des zomers meer dan 1% millioen kinderen eenige maanden naar een kamp, waar zij onder toe zicht van artsen en sportleeraren zich aan lichamelijke oefeningen kunnen wijden. Op de scholen is de sport een verplicht leer vak en in vele fabrieken en bedrijven worden tijdens de schafturen turnoefeningen onder geschoolde leiding gehouden. De sportbeweging voor de volwassenen omvat ruim 6 millioen personen en kolossale sommen worden hiervoor uitgegeven; door de vakver- eenigingen alleen reeds 35 millioen roebel per jaar. In 1932 werd voor sportdoeleinden 90 mil lioen roebel in totaal uitgegeven en men ver wacht, dat dit jaar deze som bijna verdubbeld zal worden. In de Sovjet-Unie bevinden zich 4000 sta dions en sportterreinen, 250 inrichtingen voor watersport, 400 voor skiloopen en 2000 zalen voor wintersport. Alle sportbeoefenaars staan onder medische iiiiiiiiiiiiiiiiiimiii miimiiiiiimmiië i Waar kom je toch opeens vandaan, Onaangename vlieg? De schoonmaak keerde heel het huis, Maar nergens stond je wieg Nu gons je om de lampen heen En deponeert je ei I Bij voorkeur op de gouden lijst Van 't schoonste schilderij! En al die dingen, waar men jou Het liefste niet op ziet, Die proclameer je vliegensvlug Tot jouw mandaat-gebied. De suikerpot, de mand met brood, De jampot, vleesch of kaas. Daar speel je met je kennissen Steeds onbeperkt den baas! Doch wat men jou ook kwalijk neemt, i Je bent zoo onbeleefd, Doordat je juist de menschen zoekt En rond hun hoofden zweeft. I Men jaagt je weg, je komt weerom, Men raakt je maar niet kwijt, i Want bij een jacht kom jij, helaas, I Als winnaar uit den strijd! O vlieg, je reputatie staat Als hinderlijk te boek. En daarom ben je het symbool Van ongewenscht bezoek! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) imiiiiiiiiiuiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir; contróle, welke in 1932 door 4200 artsen werd uitgeoefend. Er zijn 4 hoogescholen en 23 middelbare scholen voor sportonderwijs, met op het oogenblik een totaal van 4112 leerlingen. Het totaal aantal sportspecialisten bedraagt 12.615. Sportbeoefenaars, die examens in alle soorten sport hebben afgelegd, krijgen een eereteeken „GTO" (voor arbeid en verdediging bereid). In 1932 hebben 223.000 sportbeoefenaars dit teeken ontvangen. Op een vergadering van de vereeniging voor den traanhandel in Noorwegen, werd besloten de totale productie van het volgend seizoen vast te stellen op 1.850.000 barrels, dus 250.000 barrels minder dan verleden jaar. Het eerste contract voor de levering van traan is reeds gesloten, daar de Amerikaansche firma Proctor Gamble 20.000 ton gekocht lieeft tegen 12 pond per ton. De meeste maatschappijen hebben echter nog niets verkocht en trachten een soort „Pool" te vormen. Het was een heerlijke morgen op het Artiseiland, de zon scheen helder en Ivy was in goede stemming. Zij danste allerlei dansen en Freddy Vrij dag begeleidde haar op zijn fluit. Toen zij dien „koekenpas" had ge danst, vroeg Topsy haar of ze ook den „Hoogelandschen Zwaai" kon. „Neen," zeide Ivy, „want dat moet je boven de gekruiste zwaarden uit voeren." „Maar dan kun je het boven gekruiste slangen doen," zeide de zee man. Toen ligt de zeeman, tot Ivy's ver wondering zijn slangen op het strand over elkaar gekruist liggen. Ivy ging tusschen de slangen staan en zoodra Freddy begon te spelen, danste zij er op los. En zij danste den „Hoogelandschen zwaai" tot ze niet meer kon en Topsy vond het zóó mooi, dat zij van pure vreugde in haar handen klapte. „Prachtig, Ivy!" juichte ze. „Het was prachtig, hoorl Het was zeker de mooiste dans, die je vandaag gedaan hebt (Morgenavond vervolg) (Ingezonden Mededeeling) Bill Gargan peinsde slechts op wraak. Zes jaar had hij gezeten door schuld en toe doen van Ralph Ates. Gargan had eens geprobeerd na een kraak met meer dan de helft van zijn aandeel er tusschenuit te knijpen, maar Ates had hem doorzien en dat verhinderd. Hij had slechts opgemerkt: „Dat zal ik je betaald zetten, Bill Gargan," en verder was er niet over gesproken. Maanden gingen voorbij en Ates speculeerde op Bill's slechte geheugen. Op een nacht na een geslaagde inbraak, bleef Ates plotseling staan: „Heb je 't gereedschap bij je? Waar is je tasch? vroeg hij. Biil had de tasch vergeten en achter gelaten. „Ga terug en haal "m zoo spoedig mogelijk," raadde Ralph Ates. „Ik zal uitkijken." En Bill Gargan was teruggegaan; geen twee minuten, nadat hij in het huis was teruggegaan, was de agent, die in de nabijheid surveilleerde, gewaarschuwd. Dat had Bill Gargan zes jaar gekost en hij had nadien nimmer iets gehoord over Ates of de buit van dien nacht. Hij was er beslist zeker van, dsyt Ates hem in de knel gebracht had, en na zijn straftijd had hij slechts gezocht naar Ates en gezonnen op wraak. Hij zocht nu al maanden en maanden, maar Ates bleef voor hem onvindbaar.... tot voor een week! Het was zuiver toeval geweest, dat Bill Gar gan in een herberg in de omstreken van Liver pool, waar hij „opereerde", in een plaatselijke krant een foto had gezien van Ates. Het onder schrift vermeldde den naam Gregory Bickford, als voorzitter van een vereeniging voor locale belangen. Maar Bill Gargan twijfelde geen mo ment, hij vernam dat de heer Bickford voor een viertal jaren zich in de plaats gevestigd had, hij ging door voor een vermogend man en woonde alleen met een huishoudster aan het einde van den landweg in een villa. Bill Gargan nam een kamer, ging naar boven en beraamde plannen op den rand van zijn bed. Chantage? Hij had geen behoefte aan geld, zijn luguber bedrijf had hem daarvan voldoende verschaft. Chantage was trouwens een te geringe wraak naar zijn meening. Hij dacht na en plotseling scheen hij zijn besluit te hebben ge nomen. Hij verliet de herberg en meldde zich rechtstreeks aan de villa van Ates. „Ik moet meneer Bickford spreken. Het is belangrijk," zei hij tot de huishoudster, die hem opendeed. „Hoe is uw naam?" vroeg ze- „Die doet er niet toe. Zeg hem dat het drin gend is," antwoordde hij. „Ja, meneer," zei de huishoudster zenuw achtig, terwijl ze naar binnen ging. Bill wachtte met één voet op de stoep, en den anderen tus schen de deur. Daar kwam iemand de trap af, het was een man. Toen hij voor Bill zicht baar werd, riep deze: „Ah! Juist! Ralph Ates!" De ander ontkende niet: „Zoo, Bill Gargan, dat is inderdaad een verrassing." „Maar geen prettige, wel? Ik heb geluk ge had! Jij verwachtte mij wel allerminst, hè?" „Tenminste niet 's avonds, ruim half elf. Kom je niet binnen?" vroeg Ates. Gargan aarzelde even, dan stapte hij resoluut binnen. Ates ging hem voor naar boven, naar zijn werkkamer en bood hem een stoel aan. Dan ging hij whisky gereed maken. „Ik heb altijd geweten, dat jij me een loer gedraaid hebt, Ates," begon Bill Gargan. „Wat denk je nü te doen?" Ates zag hem aan: „Ik? Niets natuurlijk. Dacht je, dat ik op m'n knieën of om je hals zou vallen?" Gargan nam een slok whisky. „Ik heb maanden naar je gezocht om je te vertellen, dat ik het tegendeel van een vergevingsgezind ka- rakte heb. Denk daarover na." „Steek liever een sigaar op," antwoordde Ates onverschillig en hij opende de lade van zijn bureau om daaruit een kistje sigaren te nemen. Terwijl hij dat deed, begonnen Bill Gargan's oogen te glinsteren. Een gedachte schoot hem te binnen; hij had in de lade een revolver zien liggenAtea' eigen revolver. Toen nam hij een sigaar uit het kistje en stak die op. „Waar was je opgehouden?" vroeg Ates sar castisch. Bill herhaalde zijn dreigement. Zoo praatten ze verder, Bill vol haat, Ralph Ates sarcastisch, onverschillig. Toen Bill Gargan vertrok, had hij de revolver van Ates in zijn broekzak, vakkundig uit de lade gelicht toen hij van het bureau zijn hoed en handschoenen wegnam. Bill Gargan overdacht alle mogelijkheden van zijn plan. Met de revolver in zijn hand, den vinger aan den trekker, kon er geen twijfel aan den zelfmoord van Ates overblijven.Hij kon niet verdacht worden, en als hij dat toch werd, kon hij gemakkelijk ontkennen. Zijn in formaties naar Bickford, alias Ates, waren heel voorzichtig geweest, en de huishoudster? Het was juist een goede reden voor zijn ver blijf hier, dat hij Bickford had bezocht, naar wien velen gingen, omdat hij een belangrijke zakenfiguur was in deze plaats. En al ont dekte de politie de ware identiteit van Ates, dan was er nog geen reden tot ongerustheid. De politie kende hen beiden niet anders dan als kameraden, die meest samen „werkten". Maar het motief? Daar zat Bill nu. Er was geen reden, waarom Ates zelfmoord zou ple gen. Hij peinsde erover, doch vond geen oplos sing. Tenslotte besloot hij, dat het geen ver andering in zijn plannen zou brengen. Den vol genden avond bleef hij in de herberg in een hoek zitten en week urenlang niet van zijn plaats. Tegen elven echter wist hij ongemerkt te verdwijnen, hij trok zijn pet diep in de oogen en sloeg onmiddellijk den weg in naar de villa. Plotseling bleef hij staan, uit de tegenover gestelde richting naderde iemand. Snel trok hi; zich terug in het struikgewas. Zijn gelaat nam een strakke, norsche uitdrukking aan, toen hij vaag de figuur zag nader komen. Hij kende die wijze van loopen maar al te goed, het kon niemand anders zijn dan Ates. Hij vroeg zich af, of er iets meer verdachts in zou zijn, als iemand een eind van zijn huis zelfmoord plegen zou. Hij zag het niet in; hij vond zelfmoord in alle gevallen iets onmogelijks en lafs, maar het bestond nu eenmaal en hij wenschte er zijn voordeel mede te doen. En er was dan ook naar zijn meening in zelfmoord niets meer waanzinnigs, wanneer men E Even later was E de gedaante vlak E bij hem, Gargan E j richtte de revol- 1 ver. Er volgde een scherpe, korte slag en een onderdrukte kreet. Bill Gargan snelde toe, en overtuigde zich, dat Ralph Ates op siag gedood was, en dat de schotwonde zeer verklaarbaar kon zijn veroor zaakt door Ates zelf, indien hij met de rechter hand zich in het voorhoofd geschoten had. Hij greep de doode hand. Ze stak in een hand schoen, doch Bill vond het onnoodig die uit te trekken. Zorgvuldig drukte hij de revolver in de doode hand en duwde den vinger tegen den trekker. Onwillekeurig rilde hij even, de vin- gens waren reeds stijf en onbuigzaam! Dan snelde hij terug naar de herberg, deed alsof hij niet weg was geweest, en constateerde, dat hij slechts tien minuten voor zijn misdaad had noodig gehad. Niemand nam eenige bijzondere notitie van hem, in de herberg was ook niets opvallends te bespeuren en Bill Gargan over dacht, dat hij minstens een achttal getuigen zou hebben om te verklaren, dat hij niet uit de herberg was weggegaaan dezen avond. Doch de berekeningen van Bill Gargan faal den volkomen. Hij werd onmiddellijk na de ontdekking van den moord verdacht en in hechtenis genomen. Hij werd beschuldigd van moord en voor de rechtbank werden tegete hem ontstellende bewijzen aangebracht. De officier van justitie verklaarde: „Het staat vast, dat de verdachte twee dagen te voren Bickford, alias Ralph Ates, heeft bezocht, en dat zij op dien avond met elkander hebben ge twist. Dit blijkt ten deele uit de verklaringen van de huishoudster, maar volkomen onloochen baar uit den brief, dien het slachtoffer bij zich droeg op den avond van den moord, en dien hij klaarblijkelijk heeft willen posten, daar hij slechts op weinig meters van de plaatselijke brievenbus werd neergeschoten. Deze brief was gericht aan den verdachte, en hield in een aan bod van een groote som geld, indien Bill Gargan hem toezegging deed alles over hun gesprek te vergeten en af te zien van zijn bedreiging hem te dooden. Er zijn meer bewijzen tegen ver dachte. Ook zijn alibi is van onwaarde. Op den bewusten avond ontstond bij het biljarten in de herberg twist tusschen twee personen en de waard heeft één van hen uit zijn zaak verwij derd. Heel deze ruzie speelde zich af in een tijdsbestek van even vijf minuted en rond elf uur volgens eenstemmige verklaring der getui gen. Nochtans bleek de verdachte bij zijn verhoor van dit voorval totaal onkundig te zijn. En tenslotte kan de mogelijkheid van zelf moord volkomen buiten beschouwing blijven. Het slachtoffer kon nooit op zich zelf gescho ten hebben, als hij de revolver had vastgehouden op de wijze als hij daarmede is gevonden. De moordenaar moet vergeten, of niet geweten heb ben, dat Ralph Ates een viertal jaren geleden drie vingers van de rechterhand had verloren. Hij droeg steeds een handschoen, met nage bootste vingers, noch leven noch kracht was er in die hand voor deze daad van zelfmoord Bill Gargan ontging de men schelt) ke vergel ding voor zijn afschuwelijke daad niet; een levenslange gevangenisstraf was de uitspraak voor zijn onmenschelijke haat en wraak zucht. In de Vereenigde Staten is er op Bet oogen blik een surplus van 25.000 doktoren, aldus ver klaart het rapport van den Bond van doktoren. Te veel studenten gaan in de medicijnen met het gevolg dat er een over-productie van dok toren is. De bond stelt daarom voor het toelaten van studenten tot de medische faculteit aanzienlijk te beperken. Verder stelt de bond voor om studenten, die aan buitenlandsche universiteiten gestudeerd hebben, in Amerika geen examen te laten doen. tenzij zij een bewijs van bekwaamheid kunnen overleggen van de buitenlandsche universiteit waar zij gestudeerd hebben. N:OFI verlies van een hand f 1 O C bij verlies van een f Cfk êën voet of een oog# i£iO»m duim of wijsvinger 1 K/U. bij een breuk van f Af) bi) verlie» van 'n arm# anderen 'been vinger gevallen verzekerd voor een oer voigenae - - IIPT /Miori/ir 22 ,Mlss Carew heeft mij alles meegedeeld. Mij dunkt, Sir George, u doet al wat u kan, door miss Dugarre een tehuis te bieden, als zij dit wil aannemen". „Zij moét het wel aannemen!" riep Sir George bruusk. En toen zijn onstuimigheid be dwingend: „Je hebt gelijk, Rutland. Zooals je zegt: ik kan niet meer doen dan mijn nichtje een tehuis bieden, zoodra ik weet, waar ik haar vinden kan. Nu, we zullen ons best doen, het hier gezellg voor haar te maken, niet waar, Pats". „Ja, paps, maar dan moet u ook een paard voor haar koopen; dan kunnen wij gezamen lijk rijden. U wilt het haar wel leeren, niet waar, Mr. Rutland, als zij het niet kent? Ik rijd wel tienmaal zoo goed, nu mij les heeft gegeven!" Charley kwam aangehobbeld met behulp van Lucinda aan den eenen kant en een wandel- Stok aan den anderen, terwijl Lady Carew lang zaam volgde met een parasol boven het hoofd. Garth ijlde te hulp en Patty eveneens, zoodat Sir George alleen zat onder den boom. Zoodra hij zijn vrouw gewaar werd, trad hij op haar toe en nam de parasol van haar over, terwijl zij fluisterde: „Neem mij niet kwalijk, manlief, ik toonde mij al in een heel slecht humeur maar ik wil in ieder geval erkennen, dat ik er mij over scliEEim". „Jij, in een slecht humeur, Alice? Neen, neen, kind, dat was niet zoo!" En de baronet kuste haar zóó ridderlijk de hand, of ze beiden twintig jaar Jonger waren. „Misschien was er van mijn kant ook eenige onredelijkheid. Ik had moeten bedenken, dat mijn arme zuster je een totaal vreemde was en dat ik niet van je verwachten kon, hoe je haar dochter in huis zoudt willen nemen, zonder dat Je eerst wat van de moeder wist. Maar ik wilde althans doen, wat ik doen kón, en dit is dan nog het eenige". „Natuurlijk, je nichtje moet hier komen. In de gegeven omstandigheden is dit haar eenig passend tehuis en van mijn kant, George, zal zij een hartelijk welkom krijgen". „Ik dacht wel, dat je dit zeggen zoudt, lieve, als je tijd had gehad er over te denken. Ik dank je er hartelijk voor. Je zult het arme kind gelukkig maken en haar geheel op haar gemak zetten. En Patty vindt het een heerlijk vooruit zicht, haar nichtje bij zich te krijgen. Nu het zal ons kind geen kwaad doen, als zij omgaat met een jong meisje, dat een paar Jaar ouder is. Vashti moet al vijf en twintig zijn, weet je. Wat gaat de tijd toch snel! Als ik er op terug kijk, dan lijkt het mij nog als de dag van gis teren, dat die arme Marion wegliep en dat noodlottig huwelijk sloot. Zij was verwonderlijk mooi; als Vashti op haar lijkt, dan kan ze een ware schoonheid zijn". Of deze veronderstelling Lady Carew nu aan genaam aandeed, bleef nog de vraag. HOOFDSTUK XV „Ik had liever gehad, dat paps zelf haar met het rijtuig was gaan halen. Hij is het toch ook vast van plan geweest. Ik begrijp nóg niet, wat hem op het laatst zoo van opvatting deed ver- Etidfircn", „Zóó prettig is het nu niet, om een Jonge dame van dien naam tegemoet te gaan", meen de Charley. „En oom George is nu eenmaal wat schuchter van aard". „Malle jongen! Paps zou schuchter zijn en dat tegenover z'n nichtje! Maar hoor eens, Charley, Ji) moet haar ook niet „miss Dqgarre" noemen, zooals je dat, geloof ik van plan was, maar Vashti natuurlijk.Zeg, Lucinda, zou zij blond of donker zijn? Blond, hoop ik maar. Eén Zigeunerin in de familie is al genoeg". „Een brunette, lieve kind, is altijd veel pi kanter dan een blondine", bracht Lady Carew in het midden, „Maar, toe, houd je toch eens een beetje kalm, Pat!" „Och, dat komt, ik voel mij zoo opgewonden, moes! Hoe zou Vashti haar kamer vinden? Me dunkt, ze zal toch wel genieten van het mooie uitzicht over de heide! O, kijk, daar heb je paps!Ik zei zoo juist, dat u toch eigenlijk naar het station had behooren te gaan. Dat zou het ijs gebroken hebben voor Vashti. O, als ik in haar schoenen stond, wat zou ik dan te gen die ontmoeting opzien!" „Kalm aan wat, kindje", vermaande Sir George op veel zwaarwichtiger toon, dan men dit van hem gewoon was, zoodat Lucinda on willekeurig een scherpen blik uit haar kraal oogjes op hem wierp en Lady Carew zei: „Ik zou 't naast met Charley eens kunnen zijn, George, en denken, dat je wat schuchter was. Je ziet bleek ook". „Geen wonder! Het is weer tachtig graden.. Nu, Pats, binnen een paar minuten zal je je nieuwsgierigheid bevredigd zien!" „O, kijk, daar komt het rijtuig al!" riep zij opgetogen. „Toe, gauw, paps! Nu haar eerBt tegemoet gegaan en dan volgt moeder. Ik blijf hier nog zoo lang achter het gordijn staan, tot ik goed kan zien, of zij blond of donker is". Sir George was op het gazon getreden en hielp zijn nichtje uitstappen. Duidelijk hoorde Patty hem zeggen: „Het verheugt mij oprecht, Vashti, je te zien. Van harte welkom in je tehuis, zoowel om Je moeder als om Jezelve!" Patty vond, dat haar vader lang niet zoo Jo viaal was als anders. Hoe kwam dat nu, vroeg ze zich al af. „U is wel zeer vriendelijk, Sir George". Een paar groote oogen wierpen een onderzoekenden blik op hem. „Ik geloof, dat ik u dadelijk als mijn oom herkend zou hebben, zóózeer lijkt u op moeder, toen zij nog niet verouderd was door armoede en ellende". Deze woorden waren gevoelvol genoeg, maar de toon, waarop ze geuit werden, was ijskoud. In ieder geval deden ze Sir George niet aange naam aan, ofschoon hij vriendelijk voortging: „Dat begrijp ik, lieve. Er bestond een groote gelijkenis tusschen ons, toen wij Jong waren. Die arme Marion en ik waren nagenoeg van één leeftijd. Je oom Henri was heel wat jon ger. Maar laten wij nu doorloopen; er zijn hier een paar dames, verbazend verlangend je te zien". Dit zeggende, geleidde Sir George zijn nichtje naar de openstaande balkondeuren, waar Lady Carew hem al gevolgd was. „Alice, jij wilt zeker Vashti ook een hartelijk welkom heeten?" „Ik ben blij je te zien, lieve", sprak de lady op waarlijk warmen toon en drukte het jonge meisje een kus op de wang, een liefkoozing, die echter niet beantwoord werd. „Welkom op Ca- pheaton!" Bij zichzelve dacht de lady, niet zonder eenige moederlijke afgunst: ,Wat een mooi schepseltje Vashti was lang en slank, zag zeer bleek, had goudblond haar en groote cogen, van een tint, die niet te beschrijven valt. „Heel vriendelijk van u, Lady Carew", zei ze op dienzelfden kouden toon en zoo totaal vrij van eenige verlegenheid, dat Lucinda, die nieuwsgierig tusschen het gordijn doorgekeken had, bij zichzelve prevelde: „Had ik het niet gedacht!" Misschien was zij ook bevooroordeeld door dezelfde soort moederlijke jalouzle, als die Lady Carew kwelde, maar een feit is het, dat zij al een groote antipathie voelde voor dit mooie nichtje van Sir George. „Een heele verantwoording, welke die twee goede menschen op zich geladen hebben!" dacht zy verder en riep toen met haar duide lijke, hooge stem: „Moet er nog niet iemand voorgesteld worden aan Miss Dugarre, Sir George?" Maar reeds vloog Patty met uitgestoken han den toe op de lange gedaante in den dunnen, zwarten mantel en terwijl Vashti neerkeek in het lieve, donkere gezichtje, vertoonde zich voor het eerst eenige belangstelling op haar gelaat en vroeg zij: „Is dat mijn nichtje, Sir George?" „Juist, dat is onze Patrice". Op weer heel andere wijze dan miss Dugarre was Patty ook in het geheel niet verlegen. Met vroolijken lach ging zij op de teenen staan en kuste Vashti: „Dat hadt je niet gedacht, hè, dat ik Je van achter het gordijn toch gezien had?Maar sinds paps Je brief kreeg, heb ik steeds vol ver langen naar je uitgekeken". „O, ja? Nu, enkel op je uiterlijk zou ik je nooit als mijn nichtje herkend hebben. Je lijkt niéts, nóch op Sir George, nóch op Lady Carew". (Wordt vervolgd)»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9