Het Katholicisme in Amerika
Mei vetftaal van den dag
Het Geheim van
Sir Carew
DE VLIEG
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn prima
Nederlandsch fabrikaat
hand
DONDERDAG 29 JUNI
Een kanaal tusschen
twee zeeën
Negentienhonderd kilometer op
de reis bespaard
Na de verzoening
Sport in Rusland
T raanhandel
dien buiten zijn T\p rf'p
woning bedreef. WWUAZ
Te veel dokters in
Amerika
Alle abonné's Sw&ffiS1 vTzS0^ f3000.-ïï2™750.-öMp f250.- SS
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE HET
Niet alleen in Engeland breidt zich ons
R. Katholiek geloof ontzaglijk uit, ook
in de Vereenigde Staten van Amerika
Valt hetzelfde verheuglijke verschijnsel waar
te nemen.
Voor ons ligt het Official Catholic Directory
for 1933", uitgegeven bij P. L Kennedy and
Bons in New-York, waaraan wij ontleenen, dat
alleen in het jaar 1932 41.226 Amerikaansche
burgers zich tot het R. Katholicisme bekeerden,
zoodat het getal der geheele R.K. bevolking der
Vereenigde Staten van Amerika het cijfer van
80 millioen 268.403 heeft bereikt. In 10 jaren
tijds is het katholieke zielental met meer dan
2 millioen gestegen.
Het getal der R.K. scholen in Amerika be
draagt thans 7462, die door niet minder dan
2 millioen 170.102 leerlingen bezocht worden,
dj. 107.089 scholieren meer dan het voor
gaande jaar. Het aantal R.K. weeshuizen in
de Ver. Staten bedraagt 327, en dat zij niet
klein zijn bewijst wel het feit, dat niet minder
dan 50.154 weezen in deze R.K. instellingen
Verpleegd worden. Voor ouderen van dagen
bestaan er thans 146 oude mannen en vrou
wenhuizen, terwijl het totaal groote R.K.
Ziekenhuizen dit jaar met vijf is vermeerderd
en het indrukwekkende cijfer van 650 heeft
bereikt.
Aan het nieuwe „Directory Number" van
^Hospital Progress", dat in St. Louis verschijnt,
ontleenen wij, dat er zich ook nog 11 R.K.
Ziekenhuizen op de eilanden bevinden, die tot
de bezittingen van het Amerikaansch gemeene-
best worden gerekend. Daar nu eenmaal de
Amerikanen de gewoonte hebben, alles zooveel
mogelijk in cijfers uit te drukken, laten wij
er hier nog enkele volgen. Er zijn niet minder
dan 1 millioen 711.200 zieken in het afgeloopen
jaar in de Amerikaansche R.K. ziekenhuizen
verpleegd en de kosten van onderhoud bedroe
gen niet minder dan 78 millioen Amerikaansche
dollars a pari ongeveer 187 millioen Holl.
guldens).
De Amerikaansche R.K. hooge hiërarchie
omvat 118 personen. Hiervan maken 16 aarts
bisschoppen (waarvan er vier kardinaal zijn)
ten 102 Bisschoppen deel uit. Er leven thans in
Amerika 29.782 R.K. priesters, wat 1.485 meer
Is dan in 1931. Het getal der wereldsche
priesters bedroeg op het einde van 1932 21.016,
1.367 weer meer dan in 1931, en het getal der
priesters leden der verschillende orden was
8.766 groot, wat een toename beteekent van
118 over 1931.
Er bestaan thans in geheel Amerika 18.260
groote RK. kerken, d.i. 108 meer dan in het
voorgaande jaar, terwijl de priesterseminaries
met negen vermeerderden en thans 181 in ge
tal zijn. Niet minder dan 20.993 seminaristen
ontvangen er hunne priesterlijke opleiding, ook
al weer 1550 meer dan verleden jaar.
Wij berichtten reeds vroeger, dat President
Franklin Roosevelt in zijne opvattingen dei-
oorzaken en mogelijke heling der ongekende
wereldcrisis, in hoofdzaak met de meening van
Z.H. Paus Pius XI deelt, óók dat hij, meer dan
Wie ook zijner voorgangers op het Witte Huis
in Washington, geen onderscheid des geloofs
voor zijne naaste medewerkers maakt. Hebben
wij indertijd gewezen op Franklin Roosevelt's
RJC. vriend, senator Walsh, die vóór hij het
Amerikaansch ministerschap van justitie kon
aanvaarden, op zijn reis naar Washington
plotseling overleed, en herinnerd aan de im
posante R.K. begrafenisplechtigheid en gehouden
in de zaal van den Amerikaanschen Senaat,
wij mogen niet onvermeld laten, dat na den
dood van mr. Anton Cermak, ook een R. K.
vriend van Roosevelt, tengevolge van den aan
slag op den President in Chicago gepleegd
- weer een ander vooraanstaand R. Katholiek,
tot burgemeester van Chicago is benoemd, en
wel mr. Edward I. Kelly, een eminent voor
beeld van een „self-made American". Hij be
gon zijn loopbaan als een „axman" hout
hakker en is thans niet alleen burgemeester
dezer groote wereldstad, maar ook doctor in
de rechten honoris causa van de Notre Dame-
Universiteit, aldaar. Als jongmensch werkte
deze mr. Kelly met de bijl in de hand voor de
ingenieursafdeeling van het departement voor
gezondheid. Nacht en dag trachtte hij door
voortdurend leeren bij toevallige leermeesters
en onderwijzers, zich zóó ver te ontwikkeien,
dat hij zijn examen als ingenieur kon afleg
gen. Eenmaal ingenieur, wist hij het in net-
zelfde departement vlug tot hoofdingenieur te
brengen. Daarna werd hij „uitgeleend" aan den
staat Illinois om te helpen bij het oplossen
van allerlei gecompliceerde problemen in de
waterstaatscommissie. In 1922 werd hij lid van
de „Board of South Park Commissioners",
twee Jaar later was hij reeds voorzitter, waar
door een rayon van 70 Engelsche mijlen par
ken, aan het prachtige Great Lake (het groote
meer) onder zijn direct beheer kwam te staan.
Juist het uitstekend maatschappelijke werk,
door hem in deze hoedanigheid verricht, be
zorgde hem zijn doctorsbul van de Notre Dame-
Universiteit.
Hij werd tot burgemeester van Chicago ge
kozen zonder mededingers. Toen hij op
Paaschmaandag van dit jaar als Chicago's
burgervader officieel werd geïnstalleerd, was
het goede gedeelte der bevolking dezer stad
geheel en al gerust gesteld, immers het zuive
ringsproces van Chicago, „the cleaning-up"
van deze moreel zoo ten onder gegane wereld
stad, het gevaarlijke werk waarmede de katho
lieke Cermak was begonnen, had een waar-
digen opvolger gevonden. En dat dit moeilijke
werk opnieuw aan een vooraanstaand katho
liek werd opgedragen, heeft voor het katholi
cisme in Amerika moreele gevolgen van niet
te onderschatten beteekenis.
Een ander bekend R-K. Amerikaan werd
door Franklin Roosevelt zeer onlangs tot gou
verneur-generaal der Philippijnsche eilanden
benoemd, mr. Frank Murphy, voorheen burge
meester van Detroit. Deze nauwelijks 41 jaar
oude Amerikaan diende ten tijde van den
wereldoorlog in het Amerikaansche legioen in
Frankrijk en werd in 1930 tot burgemeester
van Detroit gekozen. Hij is ongetrouwd en zal
de eerste R. Katholieke gouverneur-generaal
der Philippijnen zijn. Zeer kenschetsend is wel
het verzoek, dat hij tot alle R. Katholieken van
Detroit richtte bij zijn officieel afscheid uit
deze stad. Hij verzocht hun gebed .opdat God
Almachtig hem mocht leiden en beschermen in
zijne nieuwe verantwoordelijkheid als gouver
neur-generaal der Philippijnen".
De aanleg van een Canal des Deux-Mers,
dat de Middellandsche Zee met den Atlanti-
schen Oceaan moet verbinden, zal ongetwijfeld
groote economische voordeelen brengen. In de
eerste plaats voor Frankrijk, in de tweede
plaats voor de geheele internationale
scheepvaart. Alleen Spanje en_ Portugal zullen
er weinig verblijd over zijn, want de uitvoe
ring van het Fransche project beteekent, dat
het in de havens van die beide landen belang
rijk stiller zal worden.
Nemen wij een oogenblik aan, dat het kónaal
reeds gegraven is. Stellen wij ons verder voor,
dat wij met een schip uit Amsterdam of Rot
terdam een lading naar Marseille moeten bren
gen. Dan zullen wü zien, dat de aanleg van het
kanaal des Deux-Mers zin heeft.
Als wij afscheid hebben genomen van hot
Noordzeekanaal of van den Nieuwen Water
weg en het Kanaal zijn gepasseerd, hebben wij
niets meer te maken met de woelige Golf
van Biskaje, die wegens zijn talrijke en vaak
gevaarlijke stormen den bijnaam „Matrozen-
kerkhof" kreeg. Wij sturen aan op Bordeaux,
dat wil zeggen: volgens de nieuwste plannen
zal het kanaal 15 K.M. boven Bordeaux reeds
in de Gironde uitmonden.
Met een snelheid van 15 knoopen loopen wij
door het kanaal, dat 24 meter breed zal zijn
en grootendeels een diepte van 13 Meter zal
hebben. Aanvankelijk blijven wij ten Zuiden
van de Garonne, tot aan Blagnac. Dan varen
wij over de Garonne heen, door het oude, sedert
1861 bestaande Canal du Midi, en daarna in
Zuidoostelijke richting tot Narbonne, meestal
evenwijdig aan het oude kanaal. De z.g. kust-
meren vormen het overgangsgebied tot de Mid
dellandsche Zee.
Wij hebben dan veertien sluisgroepen te pas-
seeren gehad. Zeven schutten ons omhoog,
zeven brachten ons weer in de diepte. Wij zijn
140 meter hoog geweest en weer tot op den
zeespiegel gezakt. Een schip is honderdveertig
meter gestegen en honderdveertig meter ge
daald! Dertien spoorweglijnen hebben onzen
weg gekruist, zij zijn over ons heen of onder
ons door gepasseerd. Bij Toulouse verrijst een
geweldige brug, 350 Meter lang.
Vier-en-twintig uur hebben wij noodig ge
had. Ons schip had een behoorlijke snelheid,
15 knoopen. Andere schepen, die bijvoorbeeld
8 knoopen loopen, zullen 35 uur noodig hebben.
Wij hebben tien francs per ton betaald, dus
bijna een gulden per ton; een paar dagen heb'
ben wij uitgespaard.
Maar laten wij niet vergeten, dat deze din
gen geen werkelijkheid zijn. Zij moeten nog
werkelijkheid worden! Wij droomden een aan-
genamen droom, die op zijn vroegst over vier
of vijf jaar vervuld kan zijn.
Wij zeiden, dat het kanaal des Deux-Mers
waarschijnlijk 24 Meter breed zou zijn. Mis
schien echter zal de breedte grooter zijn, vol
gens een ander plan zou de breedte van den
grondwaterspiegel 24 meter bedragen. Zelfs heeft
men reeds eenmaal het gigantische plan ge
opperd, de breedte op 150 meter vast te stellen.
Maar ook zonder dat gigantisme zullen een
paar duizend arbeiders gedurende verscheidene
jaren werk vinden. En meer. Er komt veel
leven in deze streken, aan het kanaal ontstaan
plaatsjes en plaatsen, er zullen nieuwe land
wegen worden aangelegd enz. Ook Frankrijk
kan dat best gebruiken.
Op de reis van West-Europa naar Marseille
zal 1900 K.M. bespaard worden. Dat beteekent
nog al wat. Ook voor onze scheepvaartlijnen
naar Indië, naar den Levant en het Middel
landsche Zeegebied.
De internationale scheepvaartkringen zijn
het dan ook met het project eens. De „Société
Technique" heeft de taak op zich genomen te
onderzoeken, wat nu precies het beste plan is
en werkt thans met ijver aan de voorbereiding
van de uitvoering.
Het kanaal tusschen twee zeeën, het Canal
des Deux-Mers, een der grootste projecten
der Westeuropeesche wereld, belooft werkelijk
heid te worden.
Men verwacht, dat de tot stand gekomen ver
zoening tusschen ex-koning Alfonso en den
prins van Asturië waarschijnlijk een verande
ring teweeg zal brengen in de plannen van het
jonge paar voor de wittebroodsweken.
In plaats van naar Tirol te gaan, waar zij
eenige maanden zouden vertoeven, zullen zij
nu waarschijnlijk een bezoek gaan brengen aan
den ex-koning te Fontainebleau.
Volgens zoo juist gepubliceerde cijfers omvat
de sportbeweging in Sovjet-Rusland, aldus het
telegraaf-agentschap der Sovjet-Unie, op het
oogenblik 11 millioen kinderen en trekken des
zomers meer dan 1% millioen kinderen eenige
maanden naar een kamp, waar zij onder toe
zicht van artsen en sportleeraren zich aan
lichamelijke oefeningen kunnen wijden.
Op de scholen is de sport een verplicht leer
vak en in vele fabrieken en bedrijven worden
tijdens de schafturen turnoefeningen onder
geschoolde leiding gehouden.
De sportbeweging voor de volwassenen omvat
ruim 6 millioen personen en kolossale sommen
worden hiervoor uitgegeven; door de vakver-
eenigingen alleen reeds 35 millioen roebel per
jaar.
In 1932 werd voor sportdoeleinden 90 mil
lioen roebel in totaal uitgegeven en men ver
wacht, dat dit jaar deze som bijna verdubbeld
zal worden.
In de Sovjet-Unie bevinden zich 4000 sta
dions en sportterreinen, 250 inrichtingen voor
watersport, 400 voor skiloopen en 2000 zalen
voor wintersport.
Alle sportbeoefenaars staan onder medische
iiiiiiiiiiiiiiiiiimiii
miimiiiiiimmiië
i Waar kom je toch opeens vandaan,
Onaangename vlieg?
De schoonmaak keerde heel het huis,
Maar nergens stond je wieg
Nu gons je om de lampen heen
En deponeert je ei I
Bij voorkeur op de gouden lijst
Van 't schoonste schilderij!
En al die dingen, waar men jou
Het liefste niet op ziet,
Die proclameer je vliegensvlug
Tot jouw mandaat-gebied.
De suikerpot, de mand met brood,
De jampot, vleesch of kaas.
Daar speel je met je kennissen
Steeds onbeperkt den baas!
Doch wat men jou ook kwalijk neemt,
i Je bent zoo onbeleefd,
Doordat je juist de menschen zoekt
En rond hun hoofden zweeft.
I Men jaagt je weg, je komt weerom,
Men raakt je maar niet kwijt,
i Want bij een jacht kom jij, helaas,
I Als winnaar uit den strijd!
O vlieg, je reputatie staat
Als hinderlijk te boek.
En daarom ben je het symbool
Van ongewenscht bezoek!
MARTIN BERDEN
1 (Nadruk verboden)
imiiiiiiiiiuiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir;
contróle, welke in 1932 door 4200 artsen werd
uitgeoefend.
Er zijn 4 hoogescholen en 23 middelbare
scholen voor sportonderwijs, met op het
oogenblik een totaal van 4112 leerlingen.
Het totaal aantal sportspecialisten bedraagt
12.615.
Sportbeoefenaars, die examens in alle soorten
sport hebben afgelegd, krijgen een eereteeken
„GTO" (voor arbeid en verdediging bereid).
In 1932 hebben 223.000 sportbeoefenaars dit
teeken ontvangen.
Op een vergadering van de vereeniging voor
den traanhandel in Noorwegen, werd besloten
de totale productie van het volgend seizoen
vast te stellen op 1.850.000 barrels, dus 250.000
barrels minder dan verleden jaar.
Het eerste contract voor de levering van
traan is reeds gesloten, daar de Amerikaansche
firma Proctor Gamble 20.000 ton gekocht
lieeft tegen 12 pond per ton.
De meeste maatschappijen hebben echter nog
niets verkocht en trachten een soort „Pool" te
vormen.
Het was een heerlijke morgen op
het Artiseiland, de zon scheen helder
en Ivy was in goede stemming. Zij
danste allerlei dansen en Freddy Vrij
dag begeleidde haar op zijn fluit.
Toen zij dien „koekenpas" had ge
danst, vroeg Topsy haar of ze ook
den „Hoogelandschen Zwaai" kon.
„Neen," zeide Ivy, „want dat moet
je boven de gekruiste zwaarden uit
voeren." „Maar dan kun je het boven
gekruiste slangen doen," zeide de zee
man.
Toen ligt de zeeman, tot Ivy's ver
wondering zijn slangen op het strand
over elkaar gekruist liggen. Ivy ging
tusschen de slangen staan en zoodra
Freddy begon te spelen, danste zij er
op los.
En zij danste den „Hoogelandschen
zwaai" tot ze niet meer kon en Topsy
vond het zóó mooi, dat zij van pure
vreugde in haar handen klapte.
„Prachtig, Ivy!" juichte ze. „Het was
prachtig, hoorl Het was zeker de
mooiste dans, die je vandaag gedaan
hebt
(Morgenavond vervolg)
(Ingezonden Mededeeling)
Bill Gargan peinsde slechts op wraak. Zes
jaar had hij gezeten door schuld en toe
doen van Ralph Ates. Gargan had eens
geprobeerd na een kraak met meer dan de helft
van zijn aandeel er tusschenuit te knijpen, maar
Ates had hem doorzien en dat verhinderd. Hij
had slechts opgemerkt: „Dat zal ik je betaald
zetten, Bill Gargan," en verder was er niet over
gesproken.
Maanden gingen voorbij en Ates speculeerde
op Bill's slechte geheugen. Op een nacht na een
geslaagde inbraak, bleef Ates plotseling staan:
„Heb je 't gereedschap bij je? Waar is je tasch?
vroeg hij. Biil had de tasch vergeten en achter
gelaten.
„Ga terug en haal "m zoo spoedig mogelijk,"
raadde Ralph Ates. „Ik zal uitkijken."
En Bill Gargan was teruggegaan; geen twee
minuten, nadat hij in het huis was teruggegaan,
was de agent, die in de nabijheid surveilleerde,
gewaarschuwd.
Dat had Bill Gargan zes jaar gekost en hij
had nadien nimmer iets gehoord over Ates of
de buit van dien nacht. Hij was er beslist zeker
van, dsyt Ates hem in de knel gebracht had, en
na zijn straftijd had hij slechts gezocht naar
Ates en gezonnen op wraak. Hij zocht nu al
maanden en maanden, maar Ates bleef voor
hem onvindbaar.... tot voor een week!
Het was zuiver toeval geweest, dat Bill Gar
gan in een herberg in de omstreken van Liver
pool, waar hij „opereerde", in een plaatselijke
krant een foto had gezien van Ates. Het onder
schrift vermeldde den naam Gregory Bickford,
als voorzitter van een vereeniging voor locale
belangen. Maar Bill Gargan twijfelde geen mo
ment, hij vernam dat de heer Bickford voor
een viertal jaren zich in de plaats gevestigd had,
hij ging door voor een vermogend man en
woonde alleen met een huishoudster aan het
einde van den landweg in een villa. Bill Gargan
nam een kamer, ging naar boven en beraamde
plannen op den rand van zijn bed.
Chantage? Hij had geen behoefte aan geld,
zijn luguber bedrijf had hem daarvan voldoende
verschaft. Chantage was trouwens een te geringe
wraak naar zijn meening. Hij dacht na en
plotseling scheen hij zijn besluit te hebben ge
nomen. Hij verliet de herberg en meldde zich
rechtstreeks aan de villa van Ates.
„Ik moet meneer Bickford spreken. Het is
belangrijk," zei hij tot de huishoudster, die hem
opendeed.
„Hoe is uw naam?" vroeg ze-
„Die doet er niet toe. Zeg hem dat het drin
gend is," antwoordde hij.
„Ja, meneer," zei de huishoudster zenuw
achtig, terwijl ze naar binnen ging. Bill wachtte
met één voet op de stoep, en den anderen tus
schen de deur. Daar kwam iemand de trap
af, het was een man. Toen hij voor Bill zicht
baar werd, riep deze: „Ah! Juist! Ralph Ates!"
De ander ontkende niet: „Zoo, Bill Gargan,
dat is inderdaad een verrassing."
„Maar geen prettige, wel? Ik heb geluk ge
had! Jij verwachtte mij wel allerminst, hè?"
„Tenminste niet 's avonds, ruim half elf. Kom
je niet binnen?" vroeg Ates.
Gargan aarzelde even, dan stapte hij resoluut
binnen. Ates ging hem voor naar boven, naar
zijn werkkamer en bood hem een stoel aan. Dan
ging hij whisky gereed maken.
„Ik heb altijd geweten, dat jij me een loer
gedraaid hebt, Ates," begon Bill Gargan. „Wat
denk je nü te doen?"
Ates zag hem aan: „Ik? Niets natuurlijk.
Dacht je, dat ik op m'n knieën of om je hals
zou vallen?"
Gargan nam een slok whisky. „Ik heb
maanden naar je gezocht om je te vertellen, dat
ik het tegendeel van een vergevingsgezind ka-
rakte heb. Denk daarover na."
„Steek liever een sigaar op," antwoordde Ates
onverschillig en hij opende de lade van zijn
bureau om daaruit een kistje sigaren te nemen.
Terwijl hij dat deed, begonnen Bill Gargan's
oogen te glinsteren. Een gedachte schoot hem
te binnen; hij had in de lade een revolver
zien liggenAtea' eigen revolver. Toen
nam hij een sigaar uit het kistje en stak
die op.
„Waar was je opgehouden?" vroeg Ates sar
castisch. Bill herhaalde zijn dreigement. Zoo
praatten ze verder, Bill vol haat, Ralph Ates
sarcastisch, onverschillig.
Toen Bill Gargan vertrok, had hij de revolver
van Ates in zijn broekzak, vakkundig uit de
lade gelicht toen hij van het bureau zijn hoed
en handschoenen wegnam.
Bill Gargan overdacht alle mogelijkheden van
zijn plan. Met de revolver in zijn hand, den
vinger aan den trekker, kon er geen twijfel
aan den zelfmoord van Ates overblijven.Hij
kon niet verdacht worden, en als hij dat toch
werd, kon hij gemakkelijk ontkennen. Zijn in
formaties naar Bickford, alias Ates, waren
heel voorzichtig geweest, en de huishoudster?
Het was juist een goede reden voor zijn ver
blijf hier, dat hij Bickford had bezocht, naar
wien velen gingen, omdat hij een belangrijke
zakenfiguur was in deze plaats. En al ont
dekte de politie de ware identiteit van Ates,
dan was er nog geen reden tot ongerustheid.
De politie kende hen beiden niet anders dan
als kameraden, die meest samen „werkten".
Maar het motief? Daar zat Bill nu. Er was
geen reden, waarom Ates zelfmoord zou ple
gen. Hij peinsde erover, doch vond geen oplos
sing. Tenslotte besloot hij, dat het geen ver
andering in zijn plannen zou brengen. Den vol
genden avond bleef hij in de herberg in een
hoek zitten en week urenlang niet van zijn
plaats. Tegen elven echter wist hij ongemerkt
te verdwijnen, hij trok zijn pet diep in de oogen
en sloeg onmiddellijk den weg in naar de villa.
Plotseling bleef hij staan, uit de tegenover
gestelde richting naderde iemand. Snel trok
hi; zich terug in het struikgewas. Zijn gelaat
nam een strakke, norsche uitdrukking aan, toen
hij vaag de figuur zag nader komen. Hij kende
die wijze van loopen maar al te goed, het kon
niemand anders zijn dan Ates. Hij vroeg zich af,
of er iets meer verdachts in zou zijn, als iemand
een eind van zijn huis zelfmoord plegen zou.
Hij zag het niet in; hij vond zelfmoord in
alle gevallen iets onmogelijks en lafs, maar
het bestond nu eenmaal en hij wenschte er
zijn voordeel mede te doen. En er was dan ook
naar zijn meening in zelfmoord niets meer
waanzinnigs,
wanneer men E
Even later was E
de gedaante vlak E
bij hem, Gargan E j
richtte de revol- 1
ver. Er volgde een scherpe, korte slag en een
onderdrukte kreet.
Bill Gargan snelde toe, en overtuigde zich,
dat Ralph Ates op siag gedood was, en dat de
schotwonde zeer verklaarbaar kon zijn veroor
zaakt door Ates zelf, indien hij met de rechter
hand zich in het voorhoofd geschoten had. Hij
greep de doode hand. Ze stak in een hand
schoen, doch Bill vond het onnoodig die uit te
trekken. Zorgvuldig drukte hij de revolver in
de doode hand en duwde den vinger tegen den
trekker. Onwillekeurig rilde hij even, de vin-
gens waren reeds stijf en onbuigzaam! Dan
snelde hij terug naar de herberg, deed alsof
hij niet weg was geweest, en constateerde, dat
hij slechts tien minuten voor zijn misdaad had
noodig gehad. Niemand nam eenige bijzondere
notitie van hem, in de herberg was ook niets
opvallends te bespeuren en Bill Gargan over
dacht, dat hij minstens een achttal getuigen
zou hebben om te verklaren, dat hij niet uit de
herberg was weggegaaan dezen avond.
Doch de berekeningen van Bill Gargan faal
den volkomen. Hij werd onmiddellijk na de
ontdekking van den moord verdacht en in
hechtenis genomen. Hij werd beschuldigd van
moord en voor de rechtbank werden tegete
hem ontstellende bewijzen aangebracht. De
officier van justitie verklaarde: „Het staat
vast, dat de verdachte twee dagen te voren
Bickford, alias Ralph Ates, heeft bezocht, en
dat zij op dien avond met elkander hebben ge
twist. Dit blijkt ten deele uit de verklaringen
van de huishoudster, maar volkomen onloochen
baar uit den brief, dien het slachtoffer bij zich
droeg op den avond van den moord, en dien hij
klaarblijkelijk heeft willen posten, daar hij
slechts op weinig meters van de plaatselijke
brievenbus werd neergeschoten. Deze brief was
gericht aan den verdachte, en hield in een aan
bod van een groote som geld, indien Bill Gargan
hem toezegging deed alles over hun gesprek te
vergeten en af te zien van zijn bedreiging hem
te dooden. Er zijn meer bewijzen tegen ver
dachte. Ook zijn alibi is van onwaarde. Op den
bewusten avond ontstond bij het biljarten in
de herberg twist tusschen twee personen en de
waard heeft één van hen uit zijn zaak verwij
derd. Heel deze ruzie speelde zich af in een
tijdsbestek van even vijf minuted en rond elf
uur volgens eenstemmige verklaring der getui
gen. Nochtans bleek de verdachte bij zijn
verhoor van dit voorval totaal onkundig te
zijn. En tenslotte kan de mogelijkheid van zelf
moord volkomen buiten beschouwing blijven.
Het slachtoffer kon nooit op zich zelf gescho
ten hebben, als hij de revolver had vastgehouden
op de wijze als hij daarmede is gevonden. De
moordenaar moet vergeten, of niet geweten heb
ben, dat Ralph Ates een viertal jaren geleden
drie vingers van de rechterhand had verloren.
Hij droeg steeds een handschoen, met nage
bootste vingers, noch leven noch kracht was er
in die hand voor deze daad van zelfmoord
Bill Gargan ontging de men schelt) ke vergel
ding voor zijn afschuwelijke daad niet; een
levenslange gevangenisstraf was de uitspraak
voor zijn onmenschelijke haat en wraak
zucht.
In de Vereenigde Staten is er op Bet oogen
blik een surplus van 25.000 doktoren, aldus ver
klaart het rapport van den Bond van doktoren.
Te veel studenten gaan in de medicijnen met
het gevolg dat er een over-productie van dok
toren is.
De bond stelt daarom voor het toelaten van
studenten tot de medische faculteit aanzienlijk
te beperken.
Verder stelt de bond voor om studenten, die
aan buitenlandsche universiteiten gestudeerd
hebben, in Amerika geen examen te laten doen.
tenzij zij een bewijs van bekwaamheid kunnen
overleggen van de buitenlandsche universiteit
waar zij gestudeerd hebben.
N:OFI
verlies van een hand f 1 O C bij verlies van een f Cfk
êën voet of een oog# i£iO»m duim of wijsvinger 1 K/U.
bij een breuk van f Af) bi) verlie» van 'n
arm# anderen
'been
vinger
gevallen verzekerd voor een oer voigenae - - IIPT /Miori/ir
22
,Mlss Carew heeft mij alles meegedeeld. Mij
dunkt, Sir George, u doet al wat u kan, door
miss Dugarre een tehuis te bieden, als zij dit
wil aannemen".
„Zij moét het wel aannemen!" riep Sir
George bruusk. En toen zijn onstuimigheid be
dwingend: „Je hebt gelijk, Rutland. Zooals je
zegt: ik kan niet meer doen dan mijn nichtje
een tehuis bieden, zoodra ik weet, waar ik haar
vinden kan. Nu, we zullen ons best doen, het
hier gezellg voor haar te maken, niet waar,
Pats".
„Ja, paps, maar dan moet u ook een paard
voor haar koopen; dan kunnen wij gezamen
lijk rijden. U wilt het haar wel leeren, niet
waar, Mr. Rutland, als zij het niet kent? Ik
rijd wel tienmaal zoo goed, nu mij les heeft
gegeven!"
Charley kwam aangehobbeld met behulp van
Lucinda aan den eenen kant en een wandel-
Stok aan den anderen, terwijl Lady Carew lang
zaam volgde met een parasol boven het hoofd.
Garth ijlde te hulp en Patty eveneens, zoodat
Sir George alleen zat onder den boom.
Zoodra hij zijn vrouw gewaar werd, trad hij
op haar toe en nam de parasol van haar over,
terwijl zij fluisterde:
„Neem mij niet kwalijk, manlief, ik toonde
mij al in een heel slecht humeur maar ik wil
in ieder geval erkennen, dat ik er mij over
scliEEim".
„Jij, in een slecht humeur, Alice? Neen,
neen, kind, dat was niet zoo!" En de baronet
kuste haar zóó ridderlijk de hand, of ze beiden
twintig jaar Jonger waren. „Misschien was
er van mijn kant ook eenige onredelijkheid. Ik
had moeten bedenken, dat mijn arme zuster
je een totaal vreemde was en dat ik niet van
je verwachten kon, hoe je haar dochter in huis
zoudt willen nemen, zonder dat Je eerst wat
van de moeder wist. Maar ik wilde althans
doen, wat ik doen kón, en dit is dan nog het
eenige".
„Natuurlijk, je nichtje moet hier komen. In
de gegeven omstandigheden is dit haar eenig
passend tehuis en van mijn kant, George, zal
zij een hartelijk welkom krijgen".
„Ik dacht wel, dat je dit zeggen zoudt, lieve,
als je tijd had gehad er over te denken. Ik
dank je er hartelijk voor. Je zult het arme kind
gelukkig maken en haar geheel op haar gemak
zetten. En Patty vindt het een heerlijk vooruit
zicht, haar nichtje bij zich te krijgen. Nu het
zal ons kind geen kwaad doen, als zij omgaat
met een jong meisje, dat een paar Jaar ouder
is. Vashti moet al vijf en twintig zijn, weet je.
Wat gaat de tijd toch snel! Als ik er op terug
kijk, dan lijkt het mij nog als de dag van gis
teren, dat die arme Marion wegliep en dat
noodlottig huwelijk sloot. Zij was verwonderlijk
mooi; als Vashti op haar lijkt, dan kan ze een
ware schoonheid zijn".
Of deze veronderstelling Lady Carew nu aan
genaam aandeed, bleef nog de vraag.
HOOFDSTUK XV
„Ik had liever gehad, dat paps zelf haar met
het rijtuig was gaan halen. Hij is het toch ook
vast van plan geweest. Ik begrijp nóg niet, wat
hem op het laatst zoo van opvatting deed ver-
Etidfircn",
„Zóó prettig is het nu niet, om een Jonge
dame van dien naam tegemoet te gaan", meen
de Charley. „En oom George is nu eenmaal wat
schuchter van aard".
„Malle jongen! Paps zou schuchter zijn en
dat tegenover z'n nichtje! Maar hoor eens,
Charley, Ji) moet haar ook niet „miss Dqgarre"
noemen, zooals je dat, geloof ik van plan was,
maar Vashti natuurlijk.Zeg, Lucinda, zou
zij blond of donker zijn? Blond, hoop ik maar.
Eén Zigeunerin in de familie is al genoeg".
„Een brunette, lieve kind, is altijd veel pi
kanter dan een blondine", bracht Lady Carew
in het midden, „Maar, toe, houd je toch eens
een beetje kalm, Pat!"
„Och, dat komt, ik voel mij zoo opgewonden,
moes! Hoe zou Vashti haar kamer vinden? Me
dunkt, ze zal toch wel genieten van het mooie
uitzicht over de heide! O, kijk, daar heb je
paps!Ik zei zoo juist, dat u toch eigenlijk
naar het station had behooren te gaan. Dat
zou het ijs gebroken hebben voor Vashti. O, als
ik in haar schoenen stond, wat zou ik dan te
gen die ontmoeting opzien!"
„Kalm aan wat, kindje", vermaande Sir
George op veel zwaarwichtiger toon, dan men
dit van hem gewoon was, zoodat Lucinda on
willekeurig een scherpen blik uit haar kraal
oogjes op hem wierp en Lady Carew zei:
„Ik zou 't naast met Charley eens kunnen
zijn, George, en denken, dat je wat schuchter
was. Je ziet bleek ook".
„Geen wonder! Het is weer tachtig graden..
Nu, Pats, binnen een paar minuten zal je je
nieuwsgierigheid bevredigd zien!"
„O, kijk, daar komt het rijtuig al!" riep zij
opgetogen. „Toe, gauw, paps! Nu haar eerBt
tegemoet gegaan en dan volgt moeder. Ik blijf
hier nog zoo lang achter het gordijn staan, tot
ik goed kan zien, of zij blond of donker is".
Sir George was op het gazon getreden en
hielp zijn nichtje uitstappen. Duidelijk hoorde
Patty hem zeggen:
„Het verheugt mij oprecht, Vashti, je te zien.
Van harte welkom in je tehuis, zoowel om Je
moeder als om Jezelve!"
Patty vond, dat haar vader lang niet zoo Jo
viaal was als anders. Hoe kwam dat nu, vroeg
ze zich al af.
„U is wel zeer vriendelijk, Sir George". Een
paar groote oogen wierpen een onderzoekenden
blik op hem. „Ik geloof, dat ik u dadelijk als
mijn oom herkend zou hebben, zóózeer lijkt u
op moeder, toen zij nog niet verouderd was
door armoede en ellende".
Deze woorden waren gevoelvol genoeg, maar
de toon, waarop ze geuit werden, was ijskoud.
In ieder geval deden ze Sir George niet aange
naam aan, ofschoon hij vriendelijk voortging:
„Dat begrijp ik, lieve. Er bestond een groote
gelijkenis tusschen ons, toen wij Jong waren.
Die arme Marion en ik waren nagenoeg van
één leeftijd. Je oom Henri was heel wat jon
ger. Maar laten wij nu doorloopen; er zijn hier
een paar dames, verbazend verlangend je te
zien".
Dit zeggende, geleidde Sir George zijn nichtje
naar de openstaande balkondeuren, waar Lady
Carew hem al gevolgd was.
„Alice, jij wilt zeker Vashti ook een hartelijk
welkom heeten?"
„Ik ben blij je te zien, lieve", sprak de lady
op waarlijk warmen toon en drukte het jonge
meisje een kus op de wang, een liefkoozing, die
echter niet beantwoord werd. „Welkom op Ca-
pheaton!"
Bij zichzelve dacht de lady, niet zonder
eenige moederlijke afgunst: ,Wat een mooi
schepseltje
Vashti was lang en slank, zag zeer bleek, had
goudblond haar en groote cogen, van een tint,
die niet te beschrijven valt.
„Heel vriendelijk van u, Lady Carew", zei ze
op dienzelfden kouden toon en zoo totaal vrij
van eenige verlegenheid, dat Lucinda, die
nieuwsgierig tusschen het gordijn doorgekeken
had, bij zichzelve prevelde: „Had ik het niet
gedacht!"
Misschien was zij ook bevooroordeeld door
dezelfde soort moederlijke jalouzle, als die Lady
Carew kwelde, maar een feit is het, dat zij al
een groote antipathie voelde voor dit mooie
nichtje van Sir George.
„Een heele verantwoording, welke die twee
goede menschen op zich geladen hebben!"
dacht zy verder en riep toen met haar duide
lijke, hooge stem:
„Moet er nog niet iemand voorgesteld worden
aan Miss Dugarre, Sir George?"
Maar reeds vloog Patty met uitgestoken han
den toe op de lange gedaante in den dunnen,
zwarten mantel en terwijl Vashti neerkeek in
het lieve, donkere gezichtje, vertoonde zich
voor het eerst eenige belangstelling op haar
gelaat en vroeg zij:
„Is dat mijn nichtje, Sir George?"
„Juist, dat is onze Patrice".
Op weer heel andere wijze dan miss Dugarre
was Patty ook in het geheel niet verlegen. Met
vroolijken lach ging zij op de teenen staan en
kuste Vashti:
„Dat hadt je niet gedacht, hè, dat ik Je van
achter het gordijn toch gezien had?Maar
sinds paps Je brief kreeg, heb ik steeds vol ver
langen naar je uitgekeken".
„O, ja? Nu, enkel op je uiterlijk zou ik je
nooit als mijn nichtje herkend hebben. Je lijkt
niéts, nóch op Sir George, nóch op Lady
Carew".
(Wordt vervolgd)»