De grootste meteoor ter wereld SS STANDARD MOTOR OIL wttiaal van den daa Het Geheim van Sir Garew OMHOOG! ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSON! Een HoIIandsche schoen voor HoIIandsche jongens f40.- WOENSDAG 5 JULI OP ONDERZOEK Een Russische expeditie vertrok naar de Siberische Tundra om hem te vinden Een regen van steenen Boedisten op voetreis De rechten der vrouw in Frankrijk welke voor races gebruikt wordt, is dezelfde olie als U overal kunt krijgen. Een brug tusschen Europa en Afrika? Dagbladautomaten Rond de wereld Toch ongewenscht Door struïkroovers overvallen Oudste man ter wereld Greet je deed gewoon Katowicards Alle abonné's SgMF ™0dg%r f750.- f250.- ÏÏWS To£n f 125.-KWf50.- AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Terwijl een Russische expeditie naar het Noorden van Siberië is vertrokken om daar aan de oevers van de Tunguska- rivier te zoeken naar een meteoor, die op 30 Juni 1908 uit den hemel is neergevallen, werd tegelijkertijd uit den staat Arizona gemeld, dat ten westen van Winslow na een onderzoek van meer dan twintig jaar een steen gevonden werd, die in den praehistorischen tijd gevallen is. Nog aan het einde der achttiende eeuw werd de veronderstelling, dat meteoorsteenen naar beneden konden komen, door de wetenschap als belachelijk afgewezen. Eerst de Normandische steenenregtn van 26 April 1903, waarbij op klaarlichten dag drieduizend kleine en grootere steenen over een gebied van dertig mijl door snee naar beneden kwamen, heeft- de sceptici bekeerd. En sinds dien kunnen de meteoor steenen zich beroemen op een bijzondere be langstelling van de zijde der wetenschap. De reuzenmeteoor, die een vijf en twintig jaar geleden in Siberië is neergekomen, is veruit de geweldigst dien men kent en weegt minstens vjjf honderd duizend ton. Wanneer het toeval gewild had dat deze kolos in een bevolkt ge deelte der wereld ware terechtgekomen, dan zouden duizenden menschen om het leven ge komen zijn Gelukkig echter kwam de steen heer in een absoluut onbewoond gebied, in de onmetelijke Tundra van Noord-Siberië en daar aan is het te danken, dat geen menschenleven werd getroffen. Men heeft dit overigens pas hegentien jaar na den val van den steen ont dekt, omdat niemand in de verste verte kon harekenen, waar hij terecht was gekomen. Men beeft zelfs nog niets bepaalds kunnen vaststel len, want er is eenvoudig geen ooggetuige te vinden, die iets van het geweldige voorval ge zien heeft. Het eenige wat men wel heeft kun nen vaststellen is het feit, dat over een gebied van tachtig vierkante kilometer alle boomen zijn verbrand en neergeslagen. Van het hemellichaam zelf is niets meer te vinden. Het is diep in de aarde gedrongen en het doel der Russische expeditie, die naar de Tundra is getrokken, bestaat juist in het vin den van de plaats, waar de steen onder de aar de bedolven moet zijn. Dat de 3chok tusschen dezen meteoor en de aarde verschrikkelijk moet geweest zijn, blijkt wel uit de aanteekeningen der seismografen, die alle een geweldige aardbeving vaststelden op afstanden, die precies kloppen met de beteke ningen. Men heeft niet ten onrechte destijds bange verwachtingen uitgesproken, omtrent de vrees, dat het best eens zou kunnen gebeuren, dat op een kwade" dag onze aarde een nog geweldiger schok zou krijgen door het neervallen van een meteoorsteen, met gevolgen, die zich niet laten overzien, hoewel het geruststellend klinkt te ver nemen, dat deze kans de eerste honderddui zend jaar vermoedelijk niet zal voorkomen. De steen, die in de Tundra neergevallen is, is trou wens van zoo geweldige afmetingen, dat hij als een groote uitzonderihg moet beschouwd wor den. De meeste steenen komen bovendien niet in hun geheel neer, maar barsten in ontelbare kleinere steenen uit elkaar, die dan als een regen van steenen naar de aarde schieten. In 1868 kwam zoo'n steen in gruzelementen neer in Pulstuk. waar de steen in honderdduizend kleinere steenen uit elkaar sprong, die te zamen 6700 kilogram wogen. En eenmaal is het zelfs gebeurd, dat een steenregen neerviel op een wereldstad, n.l. op Madrid. Dit geschiedde in 1896, maar gelukkig waren de steenen zoo klein, dat zjj geer groote schade konden aanrichten. De grootste gevonden steen bevindt zich in het Natuurkundige Museum te New York. Het is een ijzermassa van zeventig ton zwaarte, die in de buurt van Kaap York werd gevonden, tij dens een Pooltocht van Peary. Een steen van zestig ton ligt in Mexico bij Bacubirito. Veel lichter is reeds de beroemde meteoor, die be kend staat als de „zwarte steen" en die in Mek ka ligt. En ook Sint Petersburg kreeg in -1772 een meteoor, die in Siberië was gevonden en die toch nog 635 kilo weegt. Bij Villamette in de Vereenigde Staten werd echter weer een steen gevonden van vijftien ton en een even zwaren steen bezit IJsland en eveneens Brazilië. De eigenlijke meteoren hebben gewoonlijk kleinere afmetingen en kleiner gewicht. Onder ..eigenlijke meteoren" zijn te verstaan, die uit steen gevormd zijn en niet die uit ijzererts be staan. Vermoedelijk zit hem dat minder ge wicht in het feit, dat de steenmeteoren eer tot springen komen dan de andere, zoodat zij, voor zij de aarde hebben bereikt, reeds voor meer dan de helft van hun gewicht hebben verloren. De grootste van deze steenmeteoren viel in 1866 in Hongarije. Zooals bekend hebben reeds de oude Romei nen de meteoren gekend, maar zij vereerden de steenen als komende uit den hemel. Een van die steenen is de Ancile, die onder Numa Pom- pilius uit den hemel zou zijn gevallen en die den vorm van een schild heeft. Voor zoover men kan nagaan is de oudste steen, die in 450 vóór Christus nabij Aigospotamoi neergekomen is. De oude in West-Europa is die in den Elzas viel in 1492, het jaar, dat Columbus Amerika ontdekte. Deze steen werd door keizer Maximi- liaan beschouwd als een waarschuwing van oen Hemel, dat de Christenen eendrachtig zouden zijn in hui strijd tegen de Turken. Deze steen weegt 138 kilo. Opvallend is het gering aantal ongelukken, dat de meteoren veroorzaken. De steenregen, dien wü hierboven reeds noemden en die in 1868 nabij Kultusk viel, heeft niet eens kans gezien het ijsdek van een rivier door te breken. Ook de steenregen van Madrid richtte geen schade aan, zooals wij hierboven reeds uiteenzetten. Toch zijn er wel enkele ongelukken bekend. Op 4 September 1511 werd nabij Crema een pries ter door een meteoorsteen verpletterd en bij een steenregen in Thüringen in 1552 werden talrijke ruiten vernield en werd het paard van den vorst van Schwarzburg gedood. Veel meer is er echten niet bekend. En men zal moeten toegeven, dat de oogst van ongelukken voor den zoo gevaarlijken steenenval wel heel klein ge noemd moet worden. Er zajn natuurlijk ook komische gevallen, zooals de natuur die steeds in voorraad heeft. Zoo werd een gymnasiast in 1877 bij een berg bestijging getroffen door een gloeiend heet steentje, dat daarna in een waterplas viel. Toen de knaap het steentje voor den dag haalde, bleek het een nog geen halve gram wegende meteoor-steen te zijn. Natuurlijk is de snelheid, waarmede de stee nen naar beneden komen, enorm. Zij vallen van een geweldige hoogte en némen dus steeds in vaart toe. Vandaar de geweldige warmte, die zij ontwikkelen en die vaak het gloeipunt na deren of bereiken. Zelfs geruimen tijd nadat zij in den grond zijn neergekomen, zijn de steenen nog zoo heet, dat men ze niet met de hand kan aanraken. Ook hier heeft de natuur dus allerlei verras singen voor den mensch bewaard. Intusscnen ziet de wetenschappelijke wereld met spanning uit naar de resultaten van het Russische onder zoek in Siberië. Men hoopt daar ontdekkingen te doen, die men nog niet deed, omdat deze steen in grootte en gewicht zoo zeer afwijkt van alle tot dusver bekende gevallen. 23 Boedisten, gekleed in gele gewaden, die een voetreis rondom de wereld willen maken, om „het evangelie van Boedda te prediken en troost en vrede te brengen aan de wereld, ver scheurd door oorlog en verzonken in haat en wellust", zijn te Bonares aangekomen, na op 1 Januari vanuit Rangoon vertrokken te zijn. Langs de golf van Bengalen en via Calcutta hebben zij den weg afgelegd, slapende langs den kant van den weg, slechts eenmaal per dag etende en geheel vertrouwende op de aal moezen, die men hun zal geven. Zij willen 4 jaar in Indië blijven, teneinde Indië weer te bekeeren tot het Boeddisme. Tijdens dezen tijd bestudeeren zij vreemde talen en diverse wetenschappen om zich voor te bereiden op hun verderen tocht over de wereld, welke 8 jaar moet duren. De herbekeering van Indië tot het Boeddis me, zoo zeide het gezelschap bij zijn aan komst te Benares, zou de meeste vraagstukken oplossen, waarvoor Indië zich thans ziet ge plaatst. De verdeeldheid tusschen de kasten zou er door worden opgeheven, de vrouwen geëmanci peerd en door het evangelie der liefde zou een eind gemaakt worden aan godsdienstig fana tisme en wederzijdschen naijver. In den Franschen senaat zal het voorstel tot het verleenen van het kiesrecht aan vrouwen voorloopig nog niet aan de orde komen. Louis Martin, de moedige verdediger der vrouwelijke rechten in den Senaat, heeft voor gesteld dat, daar het parlement binnenkort op zomerrecèces gaat, de kwestie op de agenda van de eerste zitting na het recès moet worden ge plaatst. De voorzitter van den Senaat heeft echter geantwoord dat de agenda van de vol gende zitting thans nog niet kan worden vast gesteld, zoodat er voorloopig weinig kans is dat de kwestie behandeld zal worden. Volgens de Code Napoléon hebben de ge huwde Fransche vrouwen nagenoeg in het ge heel geen rechten. Zij zijn aan hun echtgenoo- ten onvoorwaardelijke gehoorzaamheid ver schuldigd en kunnen niets ondernemen zonder hun toestemming. Zij kunnen geen testament maken, geen bankrekening openen, zelfs geen examen doen of een pas aanvragen. Onder de vrouwen is evenwel een krachtige beweging ontstaan om hun middeleeuwsche positie te verbeteren. Er is dan ook een wetsvoorstel ingediend, om de rechten van gehuwde vrouwen uit te brei den, dat zal worden toegelicht dodr senator René Renault. STANDARD H 33.8 In het bekende Spaansche blad „A. B. C." stond dezer dagen een adverventie van een geheele pagina: Inschrijvingen gevraagd voor het bouwen van een brug tusschen Europa en Afrika. De steller van de advertentie beweert, dat het plan voor het bouwen van zulk een brug, vanaf Punta Paloma nabij Tarifa naar Ras el Baura aan de Afrikansche kust, levensvatbaar heid heeft. De brug zou een lengte krijgen van ruim 2 K.M. en een hoogte van 40 M. De steller van de advertentie vraagt tevens wie zich voor het plan financieel interesseert, teneinde tot een overeenstemming te komen. Aan het Gare St. Lazare te Parijs zijn de eerste automaten voor dagbladen geplaatst, met ruimte voor drie verschillende couranten. De automaten bleken aanstonds bijzonder populair, ofschoon men zich hier afvraagt, wat geschieden moet met de krantenverkoopers op straat, indien de automaten algemeen in ge bruik raken. Onder deze straatverkoopers bevinden zich ook studenten die op deze wijze een deel van hun collegegelden bijeenkrijgen. De Indische vlieger Chawla treft toebereid selen voor een vlucht rond de wereld, welke hij in 6 weken denkt te volbrengen. Zijn route is via Bagdad, Istamboel, Aleppo naar Engeland, vervolgens den Atlantischen Oceaan oversteken en via San Francisco, Japan, China en Siam naar Indië terug. AUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii' Menigeen is ontevreden En dit hoort u, als men zegt, Dat een winstje tegenwoordig S Niet meer zoo schijnt weggelegd. Daarom is het juist zoo prettig, Als u hoort, in dezen tijd, i Dat de K. L. M. bijvoorbeeld Opklimt in tevredenheid! Het verkeer, dat door de lucht gaat, Gaat gelukkig niet verkeerd, Daar men voor zijn zakenreizen i Graag het luchtruim ambieert. Het verkeer per vliegmachine Stijgt in verticale lijn, Wat toch absoluut niet zonder Een beteekenis kan zijn! Het bewijst, dat men omhoog wil, i Dat men naar voortuitgang streeft 1 En men ook voor perspectieven i Graag een open oogje hééft. 't Is niet enkel maar symbolisch, i Maar het is ook inderdaad, i Dat men zelfs in crisistijden f Toch de blikken opwaarts slaat! Doch zoo moet het! neer gaan zitten 1 Bij de pakken, met een zucht, En de vleugels niet gebruiken, Brengt geen zaak tot hooger vlucht! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) üiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiinmiiirc De onlangs als ongewenschte vreemdeling gearresteerde leider der Doekhoboren, in Canada een secte, welke uit 150.000 personen bestaat Peter Verigin, is weer in vrijheid, zoodat hij in het land mag blijven. Thans is een nieuwe aanklacht tegen hem ingediend door iemand te St. Paul in Minne sota, die 50.000 dollar van Verigin eischt als commissieloon voor bewezen diensten bij den aankoop van land. Op zekeren dag was Freddy met de beide kinderen op het strand aan het wandelen, toen de zeeman plotse ling een pijp van klei zag liggen. „O, die pijp is van Willy Woens dag, die heeft hij vergeten 1" zei de zeeman. „Die pijp ziet er ook eenzaam uit zonder Willy", merkte Topsy op. „Ja, dat is zoo, maar ik kan hem toch moeilijk van uiterlijk veranderen", zeide Freddy Vrijdag. Toen nam de zeeman zijn stok en legde de pijp op den grond neer, waarna hij met zijn stok om de pijp heen teekende. En hij maakte het gezicht van Willy Woensdag en toen hij klaar was, zei hij„Nou, nu is die pijp ten minste niet zoo eenzaam meer, Willy houdt haar nu gezelschap". „Nou, ik wist niet, dat je een zand- mnstenaar was, mijnheer de zee man", zei Topsy. (Morgenavond vervolg.) (Ingezonden Mededeeling) Dicht bij het kermisterrein op een vlak stuk weiland had Daisy Weltersley haar vliegmachine opgesteld. Alle kermisgan- gers moesten langs het landhek, waar zij een bord had neergezet: „Bezie de schoonheid van uw dorp en omgeving vanuit de lucht. Per persoon f 5.Zelf stond ze tegen het land hek geleund in haar vliegtenue en leeren kap op het hoofd te wachten op liefhebbers voor een vlucht. Doch er stonden wel veel menschen toe te zien, maar er kwam er zich geen enkele bij haar melden om mee de lucht in te gaan. Nieuwsgierig ook stond James McHall tusschen de omstanders, en hij vroeg zich af, waar het meisje vandaan kwam en of zij wel ooit een krant las. Dan immers had ze kunnen weten, dat nauwelijks een maand terug bij een vlieg- demonstratie door een particulier vlieger de machine naar beneden was gestort en gevallen was midden op een speelplaats en daar meer dan twintig kinderen meer of minder ernstig had gewond. Gelukkig waren, wonder boven wonder, geen dooden te betreuren geweest, en was de vliegenier er volkomen ongedeerd af gekomen. Maar den dorpelingen zat de schrik in de leden en het was dus geen wonder, dat men Van de gelegenheid niet wilde pro- fiteeren. En dan nog wel met een vrouwelijke bestuurder! Er werden onder de omstaanders fluisterende gesprekken gevoerd en Daisy meende, dat zij het onder elkaar niet eens wa ren wie de eerste „waaghals" zou wezen, en lachend wees zij eens naar haar bord, be schreef met haar hand een grooten cirkel door de lucht als om de route van de ma chine aan te geven en wees dan terug op het bord naar den prijs. Dat scheen het sein voor actie, want twee jonge kerels kwamen naar voren, doch als Daisy glimlachend hen als klanten opwachtte, begonnen zij haar op vrij duidelijke wijze te dreigen en aan te sporen maar onmiddellijk te vertrekken. James McHall nam een vlug besluit, drong zich naar voren en trok partij voor het meisje. „Als je niet zelf wilt vliegen, loop dan door en hinder niet iemand, die jelui niets in den weg legt", riep hij uit. „Waarom ga je zelf niet vliegen, als je er zoo gunstig over denkt?" riep er een. „Juist, probeer het zelf eens, als je nog durft," stemde een ander direct bij. James zag naar zijn uitdagers, naar de menschen, die daar op den landweg stonden en het meisje, dat, onbekend met al het ge beurde, trachtte propaganda voor de vlieg sport te maken. „Uitstekend," zei hij, „wilt u mij meenemen?" „Heel graag," antwoordde zij, „maar ik wil u niet tegen uw zin meenemen." „Geen sprake van", zei James, „bovendien kunt u er zeker van zijn, dat honderden volgen, als ik maar eerst ben boven geweest!" „Welnu, accoord dan," lachte ze en begon haar voorbereidingen te maken. „Waarom is u alleen?" vroeg James, „u heeft toch zeker een mecanicien?" „Hij heeft me vanmorgen in den steek gela ten," zei Daisy en verzweeg, dat hij ook alle geld van haar had medegenomen. Zij sloeg de propeller aan en de machine begon trillend te ronken. „Is u gereed?" vroeg ze. James knikte, zette een vliegkap op en klom in de open cockpit achter de bestuurdersplaats. Hij vroeg zich tegelijkertijd af, hoe hij er toe kwam met haar op te stijgen. De heele tocht scheen hem een dwaasheid toe, zoo niet erger! Er was geen mecanicien, het vliegtuig was van een bijna verouderd type, de geluiden van den motor klonken hem als geratel van een aftand- schen motor in de ooren. Alleen het meisje be hield haar zelfbeheersching en hij bemerkte, dat zij startte met de koelbloedigheid van een oud gediende. In een enkel oogenblik overzag hij, dat wat er ook op haar machine viel af te dingen, zij zelf een eerste klas piloot was. Hij zag naar beneden, daar lag het schoolplein, waar het ongeluk was gebeurd, duidelijk zichtbaar, en hü verplaatste zich in de gevoelens van den vliegenier, die zijn machine naar beneden voelt storten, recht op dat plein met kinderen af, terwijl hij absoluut niets, niets vermag te doen om dat vreeselijke te voorkomen. Hij sloot even de oogen en rilde; op dat moment zag Daisy even om naar haar reismakker en meende, dat hij bang was. Zij liet haar machine zoo scherp mogelijk stijgen en maakte toen een looping, welke zij liet volgen door een vrille. Hij klapte in de handen en riep: „Prachtig," doch Daisy begreep hem niet en meende dat hij spotte. Zij maakte opnieuw een looping, zette haar machine stil, liet zich als een dwarrelend blad naar be neden vallen, en besloot het kunststukje met een looping. Plotseling knapte er iets hoorbaar boven het geronk van den motor. Automatisch stopte Daisy haar machine, en deze dook on middellijk recht naar beneden. Daisy trok aan den handle, de machine weigerde echter zich op te richten. Hoewel zij zeer hoog gestegen wa ren, viel de machine pijlsnel omlaag, en daar recht beneden hen was de kermis in vollen gang! Een nieuw vreeselijk ongeluk ging ge beuren! James riep: „Start de machine, dat helpt haar weer op te komen!" Hij klopte Daisy op den schouder, zij gaf £,-en antwoord, zij was van ontzetting bezwijmd. James gedachten gin gen bliksemsnel, hij moest de machine starten. Hij werkte zich uit zijn zitplaats en rekte zich over Daisy naar de handles. De machine wei gerde. James begreep onmiddellijk; zij lagen te zwaar, de machine was met haar gewicht naar voren geschoven, volkomen uit haar balans. Om den val op te heffen en te trachten een glij vlucht te bewerken, moest hij zijn gewicht ver plaatsen. Hij moest snel zijn, anders zou niets hen meer kunnen redden, noch de menschen daar beneden. Hij schudde Daisy heftig dooreen en terwijl hij haar een flinken klap in het ge zicht gaf, werkte hij zich over zijn zitplaats naar buiten, achter op de romp der machine en verplaatste daardoor het evenwicht. Hij greep naar de contröle-draden van den stuurstoel en met een zucht van verlichting zag hij den val gebroken en de machine een glijdende beweging maken. Daisy kwam door de hevige rammeling en den klap in haar gezicht tot bewustzijn, zij zag rond en met een gil besefte zij den toe stand, zij zag James in zijn gevaarlijke positie en schreeuwde: „Eèn oogenblik, alles wel!" Zij liet glijdend haar machine keeren en in een cirkelvlucht minimin ■iiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii» bracht zij het vliegtuig boven de f flp^)nrpyi startplaats. James i Kjrt-uu' Ln kroop terug in 7 7 zijn cockpit en i UeV LUCUt f enkele minuten later maakte Dai- sy in zweefvlucht een schitterende landing. Samen zagen zij de machine aan. De ben- zine-afsluiter was geheel smerig en verbogen, de verbindingsdraad was gebroken. „Die mecanicien was een kraan!" merkte Ja mes droogjes op, „geen wonder dat de machine weigerde in de lucht." „Maar hoe kan ik u bedanken," zei Daisy, „zonder uw hulp waren we beiden verloren ge weest!" „Ik dacht niet zoozeer aan ons zelf, als aan die menschen beneden ons," zeide James en vertelde haar het ongeluk met de schoolkinde ren van enkele weken terug. „Vreeselijk!" zei Daisy. „En toch ging u met mij mee omhoog? En heeft u dat ongeluk met eigen oogen gezien? Wie was de piloot?" „Die was ik zelf!" bekende James eenvou dig. Tweehonderd Turksche recruten rapporteer den, dat zij, op een tocht van Trebizonde naar het binnenland, door 40 struikroovers waren overvallen. De recruten, die ongewapend waren, werden onder bedreiging met revolvers gedwongen, uit de vrachtauto's te stijgen. De roovers beloof den hun geen letsel te doen, indien elk een Turksch pond betaalde. De 200 pond kwam bijeen en was, naar de roovers verklaarden, bestemd om hun belasting te betalen. De 160-jarige Zaro Agha, de „oudste man ter wereld" is, naar uit Istamboel gemeld wordt, ernstig ziek. Men vreest dat hij niet meer zal herstellen, daar hij aan het einde van zijn krachten gekomen is en de doktoren kunnen geen geneesmiddelen meer voorschrijven. Kudret Hanem, de elfde vrouw van Zaro Agha, is twee maanden geleden gestorven en sedert dien heeft de grijsaard geheel alleen rondgescharreld. Ofschoon hü indertijd veel geld heeft verdiend met zijn reizen naar Ame rika en Engeland, is Zaro thans geheel zonder middelen van bestaan en leefde hü in groote ellende, daar ook het pensioen van 60 gulden, dat de gemeente Istamboel hem tot dusver elke maand had uitbetaald, was ingetrokken. Geen van de 30 familieleden, die Zaro Agha in Istamboel heeft, heeft zich den laatsten tüd om hem bekommerd. Waarschünlük zal nu een collecte worden gehouden, teneinde den beroemden veteraan gedurende de laatste dagen van zün leven, een behoorlüke verzorging te geven. De eerste officier van het vrachtschip „An nie Johnson", waarmede Greta Garbo onlangs naar Hollywood is teruggekeerd, verklaarde aan een Reutercorrespondent, dat de film actrice tüdens haar verblijf van 5 weken aan boord zich in het geheel niet teruggetrokken getoond heeft. Zü praatte vrij met de andere passagiers en deed mede aan de verschillende spelen op het dek. Wel stond zij er op om haar maaltüden al leen te gebruiken. De eenige menschen waar van Greta Garbo een uitgesproken afkeer sehünt te hebben, aldus de officier, zijn ver slaggevers en persfotografen en zij toonde groote behendigheid om hen in alle havens, die wü aandeden, te ontduiken. Het jaarlijksche congres van de familie der „Katowicards", de luisteraars naar het radio station Kattowitz, zal ditmaal op 28 Juli ge houden worden te Grandcon nabü Grenoble, na het vorige jaar gehouden te zijn te Con stance. Men verwacht 200 gedelegeerden, die 61 clubs van Katowicards uit alle landen van Europa vertegenwoordigen. In 1934 wordt het congres gehouden te Kattowitz en reeds thans hebben 120 gedelegeerden hun komst aange- digd. bij een breuk van been of arm bü verlies van 'n anderen vinger 27. „Maar ze weet het niet en zal het ook niet weten." En toen, wat dichter aan het net tredend, fluisterde zü: „Vat je niet, dat dit juist is, wat ik wil?" „Wat wil je dan?" „Dat hü liefde voor haar opvat." „En jij dan?" „O, maak je over mü maar niet ongerust! Vóór hü kwam, was ik al vast besloten, het daarheen te leiden en ik geloof, dat hü al be wondering voor haar voelt. Ik zag hem althans gisterenavond een paar maal naar haar küken met een blik....!!" „Nu, als tante Alice dit vanochtend ook ge waar wordt, dan zün de poppen aan het dan sen, dat verzeker ik je!" „Vashti is juist een geschikte vrouw voor hem; zü is een ijsberg en hü ook." „Ik heb al dien tüd niet geweten, of je nu „Ja" of „neen" zoudt zeggen, Pats." „Dat hoefde ook niet. Ik houd nu eenmaal van rust en vrede om mij heen en ik wilde moeder geen verdriet doen. Zij had gezegd, dat ik het overdenken moest en dit hèb ik dan ook gedaan. In het geheel heb ik er wel een kost baar half uur aan gewüdZeg, Charley, geen woord tot iemand hoor, van hetgeen ik nu zeg: het zou heerhjk zijn, als er iets van kwam tusschen die twee!" „Je kunt wel gebjk hebben. Als Vashti trouw de, zouden wij haar geen van allen zoo erg mis sen. Maar Brabazon dan?Want hij kan haar nu wel eindeloos bewonderen, maar „daar kan de schoorsteen niet rooken," zeggen ze niet zoo iets?" ,0, dat zou wel in orde komen. Ik geef Vashti wat van het geld van oom Batchford, als zij trouwt. Paps en ik hebben daar samen al over gesproken, maar alweer: mondje dicht hoor! En nu moeten we er een speldje bü steken. Ga weer gewoon naar je plaats achter het net en zorg, dat je dezen raakt!" Maar, nog geheel vervuld van hetgeen hü zoo pas gehoord had, miste Charley den bal en die vloog het doel voorbij in een boschje lau rierstruiken. Lachend dartelden de spelers 'm achterna, terwül twee paar oogen hen volgden. Miss Dugarre keek naar Brabazon met zoo'n welsprekende uitdrukking, dat hü meer con stateerde dan vroeg: „Dus je weet, hoe de zaken staan?" „Ja, ik weet 't." „Heeft Je nichtje je verteld van mün aanzoek aan haar?" „Neen, Lady Carew heeft het mü verteld." „En wat heb jij toen gezegd?" „Niets. Ik wachtte op dit onderhoud," klonk het niet zonder eenig verwijt in den toon van haar stem. En, terwül hü meer ontroerd was, dan hü zich dit wel had willen bekennen, sprak hü zacht: „Vashti, ik wet het wel degelijk dat je de blaam op mij werpt, maar nu vraag ik je, in hoe verre ik die verdien? Wü misleidden el kaar van geen van beide kanten, toen wij el kaar vier jaar geleden ontmoetten. Je kende mün positie, wist, dat ik je waarlijk niet kon vragen, de müne te worden. Wat enkel ver keerd van mü was, en waar ik later oprecht be rouw van heb gehad, is, dat ik de kennisma king zoo ver heb voortgezet, dat je voor mij voelen ging. Ik had een eind moeten maken aan onze vriendschap. Maar wü moésten schei den en misschien heb ik het dieper gevoeld, dan je dit wel denkt." „Toen je mij verliet, zonder eenige waar schuwingzonder een enkel woord van vaarwel, heb je toén de scheiding zoo diep gevoeld?" riep zü trillende van verontwaardi ging. „Stil! Stil! Je vergeet die twee daar! Je zoudt toch ook niet graag een scène hebben? Zooals ik zei in den brief, dien ik je op den terugweg schreef, dat ik je zoo in alle stilte verliet, was, om ons beiden verdriet te besparen. Jij was in Adelaide, toen ik Sydney verliet met mün chef, die mij niet veel meer dan een uur te voren mün ontslag gegeven had. Ze wist dat hü de waarheid sprak. Indertüd had zü zelve erkend, dat ze scheiden moesten. Toch ging ze voort: ,Ik dacht dat je mü hef had zooals ik jou." En toen barstte zü in onstuimig snikken uit. Hü stond op en behalve medelüden viel er ook eenig ongeduld op zün gelaat te lezen, want, ofschoon hü indertüd voor haar gevoeld had ai wat het hem mogelijk was, voor eenige vrouw te voelen, had hü toch niet de diepte van haar liefde voor hem kunnen peilen. De scheiding had hem ook wel zeer veel gekost, maar toen was het hem toch ook weer een soort verlichting geweest, dat hü zich vrij ge voelde. Zün eerzuchtig streven naar rang en positie had hem zóódanig hoofd en gemoed vervuld, dat hü haar langzamerhand was gaan vergeten.... En daar had zü nu ineens weer vóór hem gestaan, schooner dan ooit, en, wat hem nog grooter verrassing was blük- baar nog evenzeer voor hem voelend! „Die jonge oogen daar ginds zün scherp," bracht hü haar in herinnering. „Wil je mün arm nemen en een eindje opwandelen? Wü be hoeven niet bang te zün, dat wü iemand zul len tegenkomen, als we maar in deze richting loopen." Zü knikte bevestigend en ze sloegen nu een paadje in. tusschen eenige vruchtboomen. Maar heel gauw had zü haar zelfbeheersching herwonnen en was to enweer koud en gereser veerd. „Het geld," zeide ze, hem met doordringen den blik steeds in het ocg houdend, „het geld, dat was de oude moeilijkheid....! Wat is het toch dwaas van de menschen om te spreken van het „slük der aarde!" Er is niets waarde vollers dan dat „slük." Ik ben nu een schoone, eerzuchtige vrouw. Je had mü lief, op jouw manier, en dus zou ik al lang je echtgenoote zün geweest, als het niet was om dat geld!" „Vashti, ik zweer je, dat ik zou wenschen, hoe jij dat bezat! Ik heb nooit voor eenige vrouw gevoeld als voor jou en dit zal mij ook niet mogelük zijn. Je hebt gelük: het ik om het geld of liever: uit gebrek aan geld. Zooals het toén was, is het ook nü: ik zou je trouwen, als ik kon." „En kèn dit dan niet?" „Onmogelük! Als zulk een huweüjk mün loopbaan in den weg zou hebben gestaan, toen ik je voor het eerst leerde kennen, dan zou het mü nü dubbel tegenwerken. Was ik rijk, of althans bezat ik wat geld dan zou ik je mor gen aan den dag tot de müne maken. Maar als ik je nü trouwde, zou dit al mün vooruitzich ten in de war sturen. Onze ontmoeting beduidt alleen een nieuwe scheiding. Het kün niet an ders." „Je hebt geen hart!" riep ze opgewonden. „Misschien niet in den zin, zooals jü het be doelt. Er zijn ongetwijfeld vele mannen, die alles zouden opofferen, om de vrouw te win nen, die zü lief hadden. Maar eerlijk zal ik je bekennen, dat het met mü niet zoo is. Ons hu- welük is nu evenmin mogelijk als het ooit ge weest is. Dat neemt niet weg, dat jü de vrouw zoudt zün, die ik trouw enwilde, als ik trouw- wen kón." Hü hoopte maar, dat zü die verstandige rede neering zonder verder protest aanvaarden zou. „Ik ben de vrouw die je getrouwd zoudt heb ben," begon zij weer, „als ik in de positie had verkeerd van degene, die je nü trouwen zult." Hü wendde den blik af, maar bleef zichzelven gelijk met zijn nu weer besliste uitlating: „Wü hoeven niet verder uit te weiden over hetgeen hoofdaanleiding was bü mün aanzoek aan je nichtje. Wèt er ook van mün kant ont breken moge, ik bied haar in ieder geval een uitstekende positie en zal een trouwe, zorg zame echtgenoot voor haar zün. Wat betreft eenige romantische genegenheid die ver wacht en verlang ik ook niet van haar!" „Je bent verstandig," zei ze met vinnigen nadruk. „Zeg mü de waarheid: voel je iets voor Patrice?" „Het is een lief, onschuldig schepseltje." „Ik ben moe," zei ze ineens, „en we hebben nu lang genoeg gepraat. Tante is toch al niet zoozeer op mij gesteld, en, als zij ons samen ziet, krijgt zij mogelük eenige achterdocht. Gis teren heb je er nog van gesproken, of het wel noodig zou zün, dat zij wisten, hoe wij elkaar meer ontmoet hadden. Nu, het is niet noo dig. Laat dit rusten, zoo is mün verlangen. En wees nu zoo goed te gaan. Ik zou liever alleen zün." Haar toon van spreken klonk gebiedend. Met een buiging en zonder een woord te zeggen, verliet hü haar. Maar hü kon pas enkele schre den verder zijn geweest, toen zij hem terugriep en zei: (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9