De grootste meteoor ter wereld
SS STANDARD
MOTOR OIL
wttiaal van den daa
Het Geheim van
Sir Garew
OMHOOG!
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSON! Een HoIIandsche schoen
voor HoIIandsche jongens
f40.-
WOENSDAG 5 JULI
OP ONDERZOEK
Een Russische expeditie vertrok
naar de Siberische Tundra
om hem te vinden
Een regen van steenen
Boedisten op voetreis
De rechten der vrouw in
Frankrijk
welke voor races gebruikt wordt, is
dezelfde olie als U overal kunt krijgen.
Een brug tusschen
Europa en Afrika?
Dagbladautomaten
Rond de wereld
Toch ongewenscht
Door struïkroovers
overvallen
Oudste man ter wereld
Greet je deed gewoon
Katowicards
Alle abonné's SgMF ™0dg%r f750.- f250.- ÏÏWS To£n f 125.-KWf50.-
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Terwijl een Russische expeditie naar het
Noorden van Siberië is vertrokken om
daar aan de oevers van de Tunguska-
rivier te zoeken naar een meteoor, die op 30
Juni 1908 uit den hemel is neergevallen, werd
tegelijkertijd uit den staat Arizona gemeld, dat
ten westen van Winslow na een onderzoek van
meer dan twintig jaar een steen gevonden werd,
die in den praehistorischen tijd gevallen is.
Nog aan het einde der achttiende eeuw werd
de veronderstelling, dat meteoorsteenen naar
beneden konden komen, door de wetenschap als
belachelijk afgewezen. Eerst de Normandische
steenenregtn van 26 April 1903, waarbij op
klaarlichten dag drieduizend kleine en grootere
steenen over een gebied van dertig mijl door
snee naar beneden kwamen, heeft- de sceptici
bekeerd. En sinds dien kunnen de meteoor
steenen zich beroemen op een bijzondere be
langstelling van de zijde der wetenschap.
De reuzenmeteoor, die een vijf en twintig jaar
geleden in Siberië is neergekomen, is veruit de
geweldigst dien men kent en weegt minstens
vjjf honderd duizend ton. Wanneer het toeval
gewild had dat deze kolos in een bevolkt ge
deelte der wereld ware terechtgekomen, dan
zouden duizenden menschen om het leven ge
komen zijn Gelukkig echter kwam de steen
heer in een absoluut onbewoond gebied, in de
onmetelijke Tundra van Noord-Siberië en daar
aan is het te danken, dat geen menschenleven
werd getroffen. Men heeft dit overigens pas
hegentien jaar na den val van den steen ont
dekt, omdat niemand in de verste verte kon
harekenen, waar hij terecht was gekomen. Men
beeft zelfs nog niets bepaalds kunnen vaststel
len, want er is eenvoudig geen ooggetuige te
vinden, die iets van het geweldige voorval ge
zien heeft. Het eenige wat men wel heeft kun
nen vaststellen is het feit, dat over een gebied
van tachtig vierkante kilometer alle boomen
zijn verbrand en neergeslagen.
Van het hemellichaam zelf is niets meer te
vinden. Het is diep in de aarde gedrongen
en het doel der Russische expeditie, die naar de
Tundra is getrokken, bestaat juist in het vin
den van de plaats, waar de steen onder de aar
de bedolven moet zijn.
Dat de 3chok tusschen dezen meteoor en de
aarde verschrikkelijk moet geweest zijn, blijkt
wel uit de aanteekeningen der seismografen, die
alle een geweldige aardbeving vaststelden op
afstanden, die precies kloppen met de beteke
ningen.
Men heeft niet ten onrechte destijds bange
verwachtingen uitgesproken, omtrent de vrees,
dat het best eens zou kunnen gebeuren, dat op
een kwade" dag onze aarde een nog geweldiger
schok zou krijgen door het neervallen van een
meteoorsteen, met gevolgen, die zich niet laten
overzien, hoewel het geruststellend klinkt te ver
nemen, dat deze kans de eerste honderddui
zend jaar vermoedelijk niet zal voorkomen. De
steen, die in de Tundra neergevallen is, is trou
wens van zoo geweldige afmetingen, dat hij als
een groote uitzonderihg moet beschouwd wor
den. De meeste steenen komen bovendien niet
in hun geheel neer, maar barsten in ontelbare
kleinere steenen uit elkaar, die dan als een
regen van steenen naar de aarde schieten. In
1868 kwam zoo'n steen in gruzelementen neer
in Pulstuk. waar de steen in honderdduizend
kleinere steenen uit elkaar sprong, die te zamen
6700 kilogram wogen. En eenmaal is het zelfs
gebeurd, dat een steenregen neerviel op een
wereldstad, n.l. op Madrid. Dit geschiedde in
1896, maar gelukkig waren de steenen zoo klein,
dat zjj geer groote schade konden aanrichten.
De grootste gevonden steen bevindt zich in
het Natuurkundige Museum te New York. Het
is een ijzermassa van zeventig ton zwaarte, die
in de buurt van Kaap York werd gevonden, tij
dens een Pooltocht van Peary. Een steen van
zestig ton ligt in Mexico bij Bacubirito. Veel
lichter is reeds de beroemde meteoor, die be
kend staat als de „zwarte steen" en die in Mek
ka ligt. En ook Sint Petersburg kreeg in -1772
een meteoor, die in Siberië was gevonden en
die toch nog 635 kilo weegt. Bij Villamette in de
Vereenigde Staten werd echter weer een steen
gevonden van vijftien ton en een even zwaren
steen bezit IJsland en eveneens Brazilië.
De eigenlijke meteoren hebben gewoonlijk
kleinere afmetingen en kleiner gewicht. Onder
..eigenlijke meteoren" zijn te verstaan, die uit
steen gevormd zijn en niet die uit ijzererts be
staan. Vermoedelijk zit hem dat minder ge
wicht in het feit, dat de steenmeteoren eer tot
springen komen dan de andere, zoodat zij, voor
zij de aarde hebben bereikt, reeds voor meer
dan de helft van hun gewicht hebben verloren.
De grootste van deze steenmeteoren viel in 1866
in Hongarije.
Zooals bekend hebben reeds de oude Romei
nen de meteoren gekend, maar zij vereerden de
steenen als komende uit den hemel. Een van
die steenen is de Ancile, die onder Numa Pom-
pilius uit den hemel zou zijn gevallen en die
den vorm van een schild heeft. Voor zoover
men kan nagaan is de oudste steen, die in 450
vóór Christus nabij Aigospotamoi neergekomen
is. De oude in West-Europa is die in den Elzas
viel in 1492, het jaar, dat Columbus Amerika
ontdekte. Deze steen werd door keizer Maximi-
liaan beschouwd als een waarschuwing van oen
Hemel, dat de Christenen eendrachtig zouden
zijn in hui strijd tegen de Turken. Deze steen
weegt 138 kilo.
Opvallend is het gering aantal ongelukken,
dat de meteoren veroorzaken. De steenregen,
dien wü hierboven reeds noemden en die in 1868
nabij Kultusk viel, heeft niet eens kans gezien
het ijsdek van een rivier door te breken. Ook
de steenregen van Madrid richtte geen schade
aan, zooals wij hierboven reeds uiteenzetten.
Toch zijn er wel enkele ongelukken bekend. Op
4 September 1511 werd nabij Crema een pries
ter door een meteoorsteen verpletterd en bij
een steenregen in Thüringen in 1552 werden
talrijke ruiten vernield en werd het paard van
den vorst van Schwarzburg gedood. Veel meer
is er echten niet bekend. En men zal moeten
toegeven, dat de oogst van ongelukken voor den
zoo gevaarlijken steenenval wel heel klein ge
noemd moet worden.
Er zajn natuurlijk ook komische gevallen,
zooals de natuur die steeds in voorraad heeft.
Zoo werd een gymnasiast in 1877 bij een berg
bestijging getroffen door een gloeiend heet
steentje, dat daarna in een waterplas viel. Toen
de knaap het steentje voor den dag haalde,
bleek het een nog geen halve gram wegende
meteoor-steen te zijn.
Natuurlijk is de snelheid, waarmede de stee
nen naar beneden komen, enorm. Zij vallen
van een geweldige hoogte en némen dus steeds
in vaart toe. Vandaar de geweldige warmte, die
zij ontwikkelen en die vaak het gloeipunt na
deren of bereiken. Zelfs geruimen tijd nadat zij
in den grond zijn neergekomen, zijn de steenen
nog zoo heet, dat men ze niet met de hand
kan aanraken.
Ook hier heeft de natuur dus allerlei verras
singen voor den mensch bewaard. Intusscnen
ziet de wetenschappelijke wereld met spanning
uit naar de resultaten van het Russische onder
zoek in Siberië. Men hoopt daar ontdekkingen
te doen, die men nog niet deed, omdat deze
steen in grootte en gewicht zoo zeer afwijkt van
alle tot dusver bekende gevallen.
23 Boedisten, gekleed in gele gewaden, die
een voetreis rondom de wereld willen maken,
om „het evangelie van Boedda te prediken en
troost en vrede te brengen aan de wereld, ver
scheurd door oorlog en verzonken in haat en
wellust", zijn te Bonares aangekomen, na op 1
Januari vanuit Rangoon vertrokken te zijn.
Langs de golf van Bengalen en via Calcutta
hebben zij den weg afgelegd, slapende langs
den kant van den weg, slechts eenmaal per
dag etende en geheel vertrouwende op de aal
moezen, die men hun zal geven.
Zij willen 4 jaar in Indië blijven, teneinde
Indië weer te bekeeren tot het Boeddisme.
Tijdens dezen tijd bestudeeren zij vreemde
talen en diverse wetenschappen om zich voor
te bereiden op hun verderen tocht over de
wereld, welke 8 jaar moet duren.
De herbekeering van Indië tot het Boeddis
me, zoo zeide het gezelschap bij zijn aan
komst te Benares, zou de meeste vraagstukken
oplossen, waarvoor Indië zich thans ziet ge
plaatst.
De verdeeldheid tusschen de kasten zou er
door worden opgeheven, de vrouwen geëmanci
peerd en door het evangelie der liefde zou een
eind gemaakt worden aan godsdienstig fana
tisme en wederzijdschen naijver.
In den Franschen senaat zal het voorstel tot
het verleenen van het kiesrecht aan vrouwen
voorloopig nog niet aan de orde komen.
Louis Martin, de moedige verdediger der
vrouwelijke rechten in den Senaat, heeft voor
gesteld dat, daar het parlement binnenkort op
zomerrecèces gaat, de kwestie op de agenda van
de eerste zitting na het recès moet worden ge
plaatst. De voorzitter van den Senaat heeft
echter geantwoord dat de agenda van de vol
gende zitting thans nog niet kan worden vast
gesteld, zoodat er voorloopig weinig kans is
dat de kwestie behandeld zal worden.
Volgens de Code Napoléon hebben de ge
huwde Fransche vrouwen nagenoeg in het ge
heel geen rechten. Zij zijn aan hun echtgenoo-
ten onvoorwaardelijke gehoorzaamheid ver
schuldigd en kunnen niets ondernemen zonder
hun toestemming.
Zij kunnen geen testament maken, geen
bankrekening openen, zelfs geen examen doen
of een pas aanvragen.
Onder de vrouwen is evenwel een krachtige
beweging ontstaan om hun middeleeuwsche
positie te verbeteren.
Er is dan ook een wetsvoorstel ingediend, om
de rechten van gehuwde vrouwen uit te brei
den, dat zal worden toegelicht dodr senator
René Renault.
STANDARD
H 33.8
In het bekende Spaansche blad „A. B. C."
stond dezer dagen een adverventie van een
geheele pagina: Inschrijvingen gevraagd voor
het bouwen van een brug tusschen Europa en
Afrika.
De steller van de advertentie beweert, dat
het plan voor het bouwen van zulk een brug,
vanaf Punta Paloma nabij Tarifa naar Ras el
Baura aan de Afrikansche kust, levensvatbaar
heid heeft.
De brug zou een lengte krijgen van ruim 2
K.M. en een hoogte van 40 M.
De steller van de advertentie vraagt tevens
wie zich voor het plan financieel interesseert,
teneinde tot een overeenstemming te komen.
Aan het Gare St. Lazare te Parijs zijn de
eerste automaten voor dagbladen geplaatst,
met ruimte voor drie verschillende couranten.
De automaten bleken aanstonds bijzonder
populair, ofschoon men zich hier afvraagt, wat
geschieden moet met de krantenverkoopers op
straat, indien de automaten algemeen in ge
bruik raken.
Onder deze straatverkoopers bevinden zich
ook studenten die op deze wijze een deel van
hun collegegelden bijeenkrijgen.
De Indische vlieger Chawla treft toebereid
selen voor een vlucht rond de wereld, welke
hij in 6 weken denkt te volbrengen.
Zijn route is via Bagdad, Istamboel, Aleppo
naar Engeland, vervolgens den Atlantischen
Oceaan oversteken en via San Francisco, Japan,
China en Siam naar Indië terug.
AUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii'
Menigeen is ontevreden
En dit hoort u, als men zegt,
Dat een winstje tegenwoordig
S Niet meer zoo schijnt weggelegd.
Daarom is het juist zoo prettig,
Als u hoort, in dezen tijd,
i Dat de K. L. M. bijvoorbeeld
Opklimt in tevredenheid!
Het verkeer, dat door de lucht gaat,
Gaat gelukkig niet verkeerd,
Daar men voor zijn zakenreizen i
Graag het luchtruim ambieert.
Het verkeer per vliegmachine
Stijgt in verticale lijn,
Wat toch absoluut niet zonder
Een beteekenis kan zijn!
Het bewijst, dat men omhoog wil, i
Dat men naar voortuitgang streeft 1
En men ook voor perspectieven i
Graag een open oogje hééft.
't Is niet enkel maar symbolisch, i
Maar het is ook inderdaad, i
Dat men zelfs in crisistijden f
Toch de blikken opwaarts slaat!
Doch zoo moet het! neer gaan zitten 1
Bij de pakken, met een zucht,
En de vleugels niet gebruiken,
Brengt geen zaak tot hooger vlucht!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
üiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiinmiiirc
De onlangs als ongewenschte vreemdeling
gearresteerde leider der Doekhoboren, in
Canada een secte, welke uit 150.000 personen
bestaat Peter Verigin, is weer in vrijheid,
zoodat hij in het land mag blijven.
Thans is een nieuwe aanklacht tegen hem
ingediend door iemand te St. Paul in Minne
sota, die 50.000 dollar van Verigin eischt als
commissieloon voor bewezen diensten bij den
aankoop van land.
Op zekeren dag was Freddy met
de beide kinderen op het strand aan
het wandelen, toen de zeeman plotse
ling een pijp van klei zag liggen.
„O, die pijp is van Willy Woens
dag, die heeft hij vergeten 1" zei de
zeeman. „Die pijp ziet er ook eenzaam
uit zonder Willy", merkte Topsy op.
„Ja, dat is zoo, maar ik kan hem
toch moeilijk van uiterlijk veranderen",
zeide Freddy Vrijdag.
Toen nam de zeeman zijn stok en
legde de pijp op den grond neer,
waarna hij met zijn stok om de pijp
heen teekende.
En hij maakte het gezicht van
Willy Woensdag en toen hij klaar
was, zei hij„Nou, nu is die pijp ten
minste niet zoo eenzaam meer, Willy
houdt haar nu gezelschap".
„Nou, ik wist niet, dat je een zand-
mnstenaar was, mijnheer de zee
man", zei Topsy.
(Morgenavond vervolg.)
(Ingezonden Mededeeling)
Dicht bij het kermisterrein op een vlak
stuk weiland had Daisy Weltersley haar
vliegmachine opgesteld. Alle kermisgan-
gers moesten langs het landhek, waar zij een
bord had neergezet: „Bezie de schoonheid van
uw dorp en omgeving vanuit de lucht. Per
persoon f 5.Zelf stond ze tegen het land
hek geleund in haar vliegtenue en leeren kap
op het hoofd te wachten op liefhebbers voor
een vlucht. Doch er stonden wel veel menschen
toe te zien, maar er kwam er zich geen enkele
bij haar melden om mee de lucht in te gaan.
Nieuwsgierig ook stond James McHall tusschen
de omstanders, en hij vroeg zich af, waar het
meisje vandaan kwam en of zij wel ooit een
krant las. Dan immers had ze kunnen weten,
dat nauwelijks een maand terug bij een vlieg-
demonstratie door een particulier vlieger de
machine naar beneden was gestort en gevallen
was midden op een speelplaats en daar meer
dan twintig kinderen meer of minder ernstig
had gewond. Gelukkig waren, wonder boven
wonder, geen dooden te betreuren geweest, en
was de vliegenier er volkomen ongedeerd af
gekomen. Maar den dorpelingen zat de schrik
in de leden en het was dus geen wonder,
dat men Van de gelegenheid niet wilde pro-
fiteeren. En dan nog wel met een vrouwelijke
bestuurder! Er werden onder de omstaanders
fluisterende gesprekken gevoerd en Daisy
meende, dat zij het onder elkaar niet eens wa
ren wie de eerste „waaghals" zou wezen, en
lachend wees zij eens naar haar bord, be
schreef met haar hand een grooten cirkel
door de lucht als om de route van de ma
chine aan te geven en wees dan terug op het
bord naar den prijs. Dat scheen het sein
voor actie, want twee jonge kerels kwamen
naar voren, doch als Daisy glimlachend hen
als klanten opwachtte, begonnen zij haar op
vrij duidelijke wijze te dreigen en aan te
sporen maar onmiddellijk te vertrekken. James
McHall nam een vlug besluit, drong zich naar
voren en trok partij voor het meisje.
„Als je niet zelf wilt vliegen, loop dan door
en hinder niet iemand, die jelui niets in den
weg legt", riep hij uit.
„Waarom ga je zelf niet vliegen, als je er
zoo gunstig over denkt?" riep er een.
„Juist, probeer het zelf eens, als je nog
durft," stemde een ander direct bij.
James zag naar zijn uitdagers, naar de
menschen, die daar op den landweg stonden
en het meisje, dat, onbekend met al het ge
beurde, trachtte propaganda voor de vlieg
sport te maken.
„Uitstekend," zei hij, „wilt u mij meenemen?"
„Heel graag," antwoordde zij, „maar ik wil u
niet tegen uw zin meenemen."
„Geen sprake van", zei James, „bovendien
kunt u er zeker van zijn, dat honderden volgen,
als ik maar eerst ben boven geweest!"
„Welnu, accoord dan," lachte ze en begon haar
voorbereidingen te maken.
„Waarom is u alleen?" vroeg James, „u heeft
toch zeker een mecanicien?"
„Hij heeft me vanmorgen in den steek gela
ten," zei Daisy en verzweeg, dat hij ook alle geld
van haar had medegenomen.
Zij sloeg de propeller aan en de machine
begon trillend te ronken.
„Is u gereed?" vroeg ze.
James knikte, zette een vliegkap op en klom
in de open cockpit achter de bestuurdersplaats.
Hij vroeg zich tegelijkertijd af, hoe hij er toe
kwam met haar op te stijgen. De heele tocht
scheen hem een dwaasheid toe, zoo niet erger!
Er was geen mecanicien, het vliegtuig was van
een bijna verouderd type, de geluiden van den
motor klonken hem als geratel van een aftand-
schen motor in de ooren. Alleen het meisje be
hield haar zelfbeheersching en hij bemerkte, dat
zij startte met de koelbloedigheid van een oud
gediende. In een enkel oogenblik overzag hij, dat
wat er ook op haar machine viel af te dingen,
zij zelf een eerste klas piloot was. Hij zag naar
beneden, daar lag het schoolplein, waar het
ongeluk was gebeurd, duidelijk zichtbaar, en
hü verplaatste zich in de gevoelens van den
vliegenier, die zijn machine naar beneden voelt
storten, recht op dat plein met kinderen af,
terwijl hij absoluut niets, niets vermag te doen
om dat vreeselijke te voorkomen. Hij sloot even
de oogen en rilde; op dat moment zag Daisy
even om naar haar reismakker en meende, dat
hij bang was. Zij liet haar machine zoo scherp
mogelijk stijgen en maakte toen een looping,
welke zij liet volgen door een vrille. Hij klapte
in de handen en riep: „Prachtig," doch Daisy
begreep hem niet en meende dat hij spotte. Zij
maakte opnieuw een looping, zette haar machine
stil, liet zich als een dwarrelend blad naar be
neden vallen, en besloot het kunststukje met
een looping. Plotseling knapte er iets hoorbaar
boven het geronk van den motor. Automatisch
stopte Daisy haar machine, en deze dook on
middellijk recht naar beneden. Daisy trok aan
den handle, de machine weigerde echter zich
op te richten. Hoewel zij zeer hoog gestegen wa
ren, viel de machine pijlsnel omlaag, en daar
recht beneden hen was de kermis in vollen
gang! Een nieuw vreeselijk ongeluk ging ge
beuren!
James riep: „Start de machine, dat helpt
haar weer op te komen!" Hij klopte Daisy op
den schouder, zij gaf £,-en antwoord, zij was
van ontzetting bezwijmd. James gedachten gin
gen bliksemsnel, hij moest de machine starten.
Hij werkte zich uit zijn zitplaats en rekte zich
over Daisy naar de handles. De machine wei
gerde. James begreep onmiddellijk; zij lagen te
zwaar, de machine was met haar gewicht naar
voren geschoven, volkomen uit haar balans. Om
den val op te heffen en te trachten een glij
vlucht te bewerken, moest hij zijn gewicht ver
plaatsen. Hij moest snel zijn, anders zou niets
hen meer kunnen redden, noch de menschen
daar beneden. Hij schudde Daisy heftig dooreen
en terwijl hij haar een flinken klap in het ge
zicht gaf, werkte hij zich over zijn zitplaats
naar buiten, achter op de romp der machine en
verplaatste daardoor het evenwicht. Hij greep
naar de contröle-draden van den stuurstoel en
met een zucht van verlichting zag hij den val
gebroken en de machine een glijdende beweging
maken. Daisy kwam door de hevige rammeling
en den klap in haar gezicht tot bewustzijn, zij
zag rond en met een gil besefte zij den toe
stand, zij zag James in zijn gevaarlijke positie
en schreeuwde: „Eèn oogenblik, alles wel!"
Zij liet glijdend haar machine keeren en in
een cirkelvlucht
minimin ■iiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii»
bracht zij het
vliegtuig boven de f flp^)nrpyi
startplaats. James i Kjrt-uu' Ln
kroop terug in 7 7
zijn cockpit en i UeV LUCUt f
enkele minuten
later maakte Dai-
sy in zweefvlucht een schitterende landing.
Samen zagen zij de machine aan. De ben-
zine-afsluiter was geheel smerig en verbogen, de
verbindingsdraad was gebroken.
„Die mecanicien was een kraan!" merkte Ja
mes droogjes op, „geen wonder dat de machine
weigerde in de lucht."
„Maar hoe kan ik u bedanken," zei Daisy,
„zonder uw hulp waren we beiden verloren ge
weest!"
„Ik dacht niet zoozeer aan ons zelf, als aan
die menschen beneden ons," zeide James en
vertelde haar het ongeluk met de schoolkinde
ren van enkele weken terug.
„Vreeselijk!" zei Daisy. „En toch ging u met
mij mee omhoog? En heeft u dat ongeluk met
eigen oogen gezien? Wie was de piloot?"
„Die was ik zelf!" bekende James eenvou
dig.
Tweehonderd Turksche recruten rapporteer
den, dat zij, op een tocht van Trebizonde naar
het binnenland, door 40 struikroovers waren
overvallen.
De recruten, die ongewapend waren, werden
onder bedreiging met revolvers gedwongen, uit
de vrachtauto's te stijgen. De roovers beloof
den hun geen letsel te doen, indien elk een
Turksch pond betaalde.
De 200 pond kwam bijeen en was, naar de
roovers verklaarden, bestemd om hun belasting
te betalen.
De 160-jarige Zaro Agha, de „oudste man
ter wereld" is, naar uit Istamboel gemeld wordt,
ernstig ziek. Men vreest dat hij niet meer zal
herstellen, daar hij aan het einde van zijn
krachten gekomen is en de doktoren kunnen
geen geneesmiddelen meer voorschrijven.
Kudret Hanem, de elfde vrouw van Zaro
Agha, is twee maanden geleden gestorven en
sedert dien heeft de grijsaard geheel alleen
rondgescharreld. Ofschoon hü indertijd veel
geld heeft verdiend met zijn reizen naar Ame
rika en Engeland, is Zaro thans geheel zonder
middelen van bestaan en leefde hü in groote
ellende, daar ook het pensioen van 60 gulden,
dat de gemeente Istamboel hem tot dusver elke
maand had uitbetaald, was ingetrokken.
Geen van de 30 familieleden, die Zaro Agha
in Istamboel heeft, heeft zich den laatsten tüd
om hem bekommerd.
Waarschünlük zal nu een collecte worden
gehouden, teneinde den beroemden veteraan
gedurende de laatste dagen van zün leven, een
behoorlüke verzorging te geven.
De eerste officier van het vrachtschip „An
nie Johnson", waarmede Greta Garbo onlangs
naar Hollywood is teruggekeerd, verklaarde
aan een Reutercorrespondent, dat de film
actrice tüdens haar verblijf van 5 weken aan
boord zich in het geheel niet teruggetrokken
getoond heeft.
Zü praatte vrij met de andere passagiers en
deed mede aan de verschillende spelen op het
dek.
Wel stond zij er op om haar maaltüden al
leen te gebruiken. De eenige menschen waar
van Greta Garbo een uitgesproken afkeer
sehünt te hebben, aldus de officier, zijn ver
slaggevers en persfotografen en zij toonde
groote behendigheid om hen in alle havens,
die wü aandeden, te ontduiken.
Het jaarlijksche congres van de familie der
„Katowicards", de luisteraars naar het radio
station Kattowitz, zal ditmaal op 28 Juli ge
houden worden te Grandcon nabü Grenoble,
na het vorige jaar gehouden te zijn te Con
stance. Men verwacht 200 gedelegeerden, die 61
clubs van Katowicards uit alle landen van
Europa vertegenwoordigen. In 1934 wordt het
congres gehouden te Kattowitz en reeds thans
hebben 120 gedelegeerden hun komst aange-
digd.
bij een breuk van
been of arm
bü verlies van 'n
anderen vinger
27.
„Maar ze weet het niet en zal het ook niet
weten." En toen, wat dichter aan het net
tredend, fluisterde zü: „Vat je niet, dat dit
juist is, wat ik wil?"
„Wat wil je dan?"
„Dat hü liefde voor haar opvat."
„En jij dan?"
„O, maak je over mü maar niet ongerust!
Vóór hü kwam, was ik al vast besloten, het
daarheen te leiden en ik geloof, dat hü al be
wondering voor haar voelt. Ik zag hem althans
gisterenavond een paar maal naar haar küken
met een blik....!!"
„Nu, als tante Alice dit vanochtend ook ge
waar wordt, dan zün de poppen aan het dan
sen, dat verzeker ik je!"
„Vashti is juist een geschikte vrouw voor
hem; zü is een ijsberg en hü ook."
„Ik heb al dien tüd niet geweten, of je nu
„Ja" of „neen" zoudt zeggen, Pats."
„Dat hoefde ook niet. Ik houd nu eenmaal
van rust en vrede om mij heen en ik wilde
moeder geen verdriet doen. Zij had gezegd, dat
ik het overdenken moest en dit hèb ik dan ook
gedaan. In het geheel heb ik er wel een kost
baar half uur aan gewüdZeg, Charley,
geen woord tot iemand hoor, van hetgeen ik nu
zeg: het zou heerhjk zijn, als er iets van kwam
tusschen die twee!"
„Je kunt wel gebjk hebben. Als Vashti trouw
de, zouden wij haar geen van allen zoo erg mis
sen. Maar Brabazon dan?Want hij kan
haar nu wel eindeloos bewonderen, maar „daar
kan de schoorsteen niet rooken," zeggen ze
niet zoo iets?"
,0, dat zou wel in orde komen. Ik geef Vashti
wat van het geld van oom Batchford, als zij
trouwt. Paps en ik hebben daar samen al over
gesproken, maar alweer: mondje dicht hoor!
En nu moeten we er een speldje bü steken. Ga
weer gewoon naar je plaats achter het net en
zorg, dat je dezen raakt!"
Maar, nog geheel vervuld van hetgeen hü
zoo pas gehoord had, miste Charley den bal en
die vloog het doel voorbij in een boschje lau
rierstruiken.
Lachend dartelden de spelers 'm achterna,
terwül twee paar oogen hen volgden.
Miss Dugarre keek naar Brabazon met zoo'n
welsprekende uitdrukking, dat hü meer con
stateerde dan vroeg:
„Dus je weet, hoe de zaken staan?"
„Ja, ik weet 't."
„Heeft Je nichtje je verteld van mün aanzoek
aan haar?"
„Neen, Lady Carew heeft het mü verteld."
„En wat heb jij toen gezegd?"
„Niets. Ik wachtte op dit onderhoud," klonk
het niet zonder eenig verwijt in den toon van
haar stem. En, terwül hü meer ontroerd was,
dan hü zich dit wel had willen bekennen, sprak
hü zacht:
„Vashti, ik wet het wel degelijk dat je de
blaam op mij werpt, maar nu vraag ik je, in
hoe verre ik die verdien? Wü misleidden el
kaar van geen van beide kanten, toen wij el
kaar vier jaar geleden ontmoetten. Je kende
mün positie, wist, dat ik je waarlijk niet kon
vragen, de müne te worden. Wat enkel ver
keerd van mü was, en waar ik later oprecht be
rouw van heb gehad, is, dat ik de kennisma
king zoo ver heb voortgezet, dat je voor mij
voelen ging. Ik had een eind moeten maken
aan onze vriendschap. Maar wü moésten schei
den en misschien heb ik het dieper gevoeld, dan
je dit wel denkt."
„Toen je mij verliet, zonder eenige waar
schuwingzonder een enkel woord van
vaarwel, heb je toén de scheiding zoo diep
gevoeld?" riep zü trillende van verontwaardi
ging.
„Stil! Stil! Je vergeet die twee daar! Je zoudt
toch ook niet graag een scène hebben? Zooals
ik zei in den brief, dien ik je op den terugweg
schreef, dat ik je zoo in alle stilte verliet, was,
om ons beiden verdriet te besparen. Jij was in
Adelaide, toen ik Sydney verliet met mün chef,
die mij niet veel meer dan een uur te voren
mün ontslag gegeven had.
Ze wist dat hü de waarheid sprak. Indertüd
had zü zelve erkend, dat ze scheiden moesten.
Toch ging ze voort:
,Ik dacht dat je mü hef had zooals ik jou."
En toen barstte zü in onstuimig snikken uit.
Hü stond op en behalve medelüden viel er
ook eenig ongeduld op zün gelaat te lezen,
want, ofschoon hü indertüd voor haar gevoeld
had ai wat het hem mogelijk was, voor eenige
vrouw te voelen, had hü toch niet de diepte
van haar liefde voor hem kunnen peilen. De
scheiding had hem ook wel zeer veel gekost,
maar toen was het hem toch ook weer een
soort verlichting geweest, dat hü zich vrij ge
voelde. Zün eerzuchtig streven naar rang en
positie had hem zóódanig hoofd en gemoed
vervuld, dat hü haar langzamerhand was gaan
vergeten.... En daar had zü nu ineens weer
vóór hem gestaan, schooner dan ooit, en,
wat hem nog grooter verrassing was blük-
baar nog evenzeer voor hem voelend!
„Die jonge oogen daar ginds zün scherp,"
bracht hü haar in herinnering. „Wil je mün
arm nemen en een eindje opwandelen? Wü be
hoeven niet bang te zün, dat wü iemand zul
len tegenkomen, als we maar in deze richting
loopen."
Zü knikte bevestigend en ze sloegen nu een
paadje in. tusschen eenige vruchtboomen.
Maar heel gauw had zü haar zelfbeheersching
herwonnen en was to enweer koud en gereser
veerd.
„Het geld," zeide ze, hem met doordringen
den blik steeds in het ocg houdend, „het geld,
dat was de oude moeilijkheid....! Wat is het
toch dwaas van de menschen om te spreken
van het „slük der aarde!" Er is niets waarde
vollers dan dat „slük." Ik ben nu een schoone,
eerzuchtige vrouw. Je had mü lief, op jouw
manier, en dus zou ik al lang je echtgenoote
zün geweest, als het niet was om dat geld!"
„Vashti, ik zweer je, dat ik zou wenschen, hoe
jij dat bezat! Ik heb nooit voor eenige vrouw
gevoeld als voor jou en dit zal mij ook niet
mogelük zijn. Je hebt gelük: het ik om het geld
of liever: uit gebrek aan geld. Zooals het
toén was, is het ook nü: ik zou je trouwen, als
ik kon."
„En kèn dit dan niet?"
„Onmogelük! Als zulk een huweüjk mün
loopbaan in den weg zou hebben gestaan, toen
ik je voor het eerst leerde kennen, dan zou het
mü nü dubbel tegenwerken. Was ik rijk, of
althans bezat ik wat geld dan zou ik je mor
gen aan den dag tot de müne maken. Maar als
ik je nü trouwde, zou dit al mün vooruitzich
ten in de war sturen. Onze ontmoeting beduidt
alleen een nieuwe scheiding. Het kün niet an
ders."
„Je hebt geen hart!" riep ze opgewonden.
„Misschien niet in den zin, zooals jü het be
doelt. Er zijn ongetwijfeld vele mannen, die
alles zouden opofferen, om de vrouw te win
nen, die zü lief hadden. Maar eerlijk zal ik je
bekennen, dat het met mü niet zoo is. Ons hu-
welük is nu evenmin mogelijk als het ooit ge
weest is. Dat neemt niet weg, dat jü de vrouw
zoudt zün, die ik trouw enwilde, als ik trouw-
wen kón."
Hü hoopte maar, dat zü die verstandige rede
neering zonder verder protest aanvaarden zou.
„Ik ben de vrouw die je getrouwd zoudt heb
ben," begon zij weer, „als ik in de positie had
verkeerd van degene, die je nü trouwen zult."
Hü wendde den blik af, maar bleef zichzelven
gelijk met zijn nu weer besliste uitlating:
„Wü hoeven niet verder uit te weiden over
hetgeen hoofdaanleiding was bü mün aanzoek
aan je nichtje. Wèt er ook van mün kant ont
breken moge, ik bied haar in ieder geval een
uitstekende positie en zal een trouwe, zorg
zame echtgenoot voor haar zün. Wat betreft
eenige romantische genegenheid die ver
wacht en verlang ik ook niet van haar!"
„Je bent verstandig," zei ze met vinnigen
nadruk. „Zeg mü de waarheid: voel je iets voor
Patrice?"
„Het is een lief, onschuldig schepseltje."
„Ik ben moe," zei ze ineens, „en we hebben
nu lang genoeg gepraat. Tante is toch al niet
zoozeer op mij gesteld, en, als zij ons samen
ziet, krijgt zij mogelük eenige achterdocht. Gis
teren heb je er nog van gesproken, of het wel
noodig zou zün, dat zij wisten, hoe wij elkaar
meer ontmoet hadden. Nu, het is niet noo
dig. Laat dit rusten, zoo is mün verlangen. En
wees nu zoo goed te gaan. Ik zou liever alleen
zün."
Haar toon van spreken klonk gebiedend. Met
een buiging en zonder een woord te zeggen,
verliet hü haar. Maar hü kon pas enkele schre
den verder zijn geweest, toen zij hem terugriep
en zei:
(Wordt vervolgd),