Van den Romeinschen zomer
De roeiwedstrijden te Henley. Vorstelijk bezoek op Schiphol.
I JÉPk KING-PEPERMUNT I
EEN WEELDE VAN ZON
EN KOEL TE
?S£22S22Sff52^Jt£ZEXSSA kersenplukken is goed maar kersen eien
VRIJDAG 7 JULI 1933
De heftige concurrentie van het
Rijk van het Roomijs tegen
het Paleis van de Koude
Seizoen der eindelooze
luwe avonden
Noordwijk a. Zee op de film
JEUGD EN GOED TOONEEL
Demonstratie Jan Bemaerts
BOEKBESPREKING
67ste jaargang No. 40.
PRINSES INGR1D VAN ZWEDEN (x) heeft Donderdagmiddag op haar doorreis van
Zweden naar Londen een kort bezoek gebracht aan het vliegveld Schiphol bij Amsterdam
DE AANKOMST van de Britsche kruiser „Yorck" in de Amsterdamsche haven. Met een
sloep worden de kabels naar wal gebracht, om bevestigd te worden.
aniniiiiiiiiniiinininintnnniimniiHiiiinmiinnnininniiiiiiiiimtiiiiiiiiniiiiiniinniiiiiniiiiiniiiinniig
aiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiuiuiiuuiiuiiiiuiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiB
•x
- -
(Van onzen Romeinschen correspondent)
De zomer is een maand te laat. Niet al
leen in IJsland of Librador, zooals Balbo
tot zijn en ons aller ongenoegen heeft
moeten ondervinden, maar ook in Rome zelf,
waar de zomer iets van belang is.
Heel Juni is het koel gebleven. De zon had
natuurlijk haar zomersche kracht, maar de
schaduw bleef frisch en de avonden brachten
verkoudheid aan den hals of de ingewanden
van hen, die ze, zooals het seizoen toch eigen
lijk vereischte, lichtgekleed op het terras van
zijn woning of op een stoeltje buiten een oste-
ria doorbracht.
Lichtgekleed, want tegen het Juniweer pleegt
de Romein, hoe voorzichtig ook, geen achter
docht meer te koesteren. „Aprile, manco un
file" zegt de volksmond; dat beteekent: in
April zelfs geen draadjewollen ondergoed
minder. En „Maggio, adagio adagio"; ook in
Mei nog zachtjes, zachtjes aanmet het
uittrekken van uw flanellen borstrok. De
vreemdelingen, die bij de eerste zonnewarmte
van April of Mei in tropische costuums door
de straten circuleeren, worden door de wijze
Quiriten hoofdschuddend nagekeken. ,;Sono
tedeschi", het zijn Duitschers. En de „Duit-
schers" moeten de gegrondheid van dit hoofd
schudden menigmaal tot hun schade onder
vinden. Tusschen de zee en de. heuvels, gelegen,
heeft Rome een bijzonder levendige luchtcir-
culatie, waardoor de avonden ook midden in
den zomer sterk afkoelen. Oude Romeinen,
door de ervaring wijs, dragen dan ook in de
hondsdagen nog menig „draadje" om het veege
lijf.
Juni mocht dus dit jaar nog geen zomer
heeten. De badcostuums en de strooien hoeden
in de winkelétalages misten alle aantrekkings
kracht. De reclames van strand- en berghotels
vonden geen weerklank in hijgende harten en
puffende boezems. De studenten en directeurs
van buitenlandsche colleges en instituten, die
precies op 29 Juni de vlucht plegen te nemen
na zich, juist zooals trekvogels dat doen,
eerst in een bonte menigte vereenigd te heb
ben om bij de Vespers van Petrus en Paulus
in Sint Pi eter het „Felix Roma" te hooren
zingen schenen dit jaar minder aan een
werkelijke behoefte dan aan een blind instinct
te gehoorzamen.
Maar daag^ daarna heeft de zomer haar in
trede gedaan. De blauwe hemel zonder wolken
heeft dien flikkerenden gloed, die alleen van
het zuiden is en het gevoel geeft, dat de zonne
vlammen zelf langs de aarde lekken. Elk plein
wordt nu een kleine Sahara, elke vierkante
meter schaduw een oase. Het is de moeite
waard een grooten omweg te maken, als men
«kaardoor in de schaduw in plaats van in de
zon loopen kan. De verkeersagent, die de men-
schen tot linkshouden dwingt, hoezeer op het
linker trottoir de heete lucht ook boven de
gloeiende steenen danst, is meer dan ooit de
vertegenwoordiger van een harteloos en on-
menschelijk gezag.
Meent niet, dat ik Rome in den zomer onbe
woonbaar wil verklaren. Integendeel. Voor den
idealen reiziger men komt ten slotte toch
naar het zuiden om ook iets van het zuiden
te bespeuren is dit het ideale seizoen. Het
is het seizoen van de eindeloos luwe avonden,
als op de middeleeuwsche pleinen van Traste-
vere of langs de bruine stadsmuren de kleine
luiden van de Eeuwige Stad zoo rustig hun
wandelingetje maken en hun wijntje drinken
als onder de platanen van een dorpsplein. Het
is het seizoen van de siesta, als op het mid
daguur de kleinste beweging al zweet verwekt
en de burger achter de luiken van zijn
kamer, de arbeider in de schaduw van de
muren-in-aanbouw en de bedelaar naast zijn
soepkannetje op de straatsteenen ligt te sla
pen, terwijl de vlammende zon langzaam door
het zenith gaat. Het is het seizoen van de
wijkfeesten en kermissen in de volksbuurten,
die alle eindigen met groot vuurwerk of, zoo
als de dichter zegt, met „het breken en knal
len van de zwarte zomernachten". Het is het
seizoen van het roomijs.
IJs koken of ijs bakken ik weet niet meer
welke van de twee uitdrukkingen de juiste is
moge in noordelijker breedten een onaan
zienlijke broodwinning zijn, hier in Italië is
het een hooge kunst. Zooals elke kunst is zij
reeds oud en heeft zij haar vaste, door de
traditie geheiligde vormen, waaraan weinig
meer te verbeteren valt. Een „cassata sici-
liana", een „„spumone di arancio" vertegen
woordigen door lange ervaring en verfijnden
smaak vastgestelde normen, waaraan weinig
te tornen valt.
De klassieke cassata is, van buiten gezien,
een ijsbom van de grootte en den vorm van
een kleinen tulband, roomgeel van kleur. Zij
verraadt haar rijkdom eerst, wanneer men
haar doorsnijdt. De roomgele mantel blijkt ge
voerd met een binnenlaag van andere kleur
en smaak; tezamen omsluiten zij een zachtere
kern van veelzijdige en gelukkige samenstel
ling; slagroom, versche en gecandeerde vruch
ten, zabaione zijn slechts enkele van de ele
menten, die ertoe hebben bijgedragen. Een
goede cassata is een kunstwerk.
Staan de grondvormen onveranderlijk vast,
in de détails kan de kunstenaar zijn talenten
persoonlijk botvieren en er zijn er, die op dit
thema geniale variaties weten te creëeren.
Zulk een genie is Giovanni Fassl, die heerscht
in het „Palazzo del Freddo", „Paleis der Kou
de", aan de Via Principe Eugenio. niet ver
van S. Maria Maggiore.
Het Paleis der Koude roemt zich de groot
ste ijsmakerij van Italië te zijn. Het is een
soort van groote lunchroom, waar men echter
uitsluitend lunchen kan van roomijs met bij-
behoorende biscuits. Het koele hart van de
inrichting vormen groote machines, wit als het
poolijs, die ik weet niet hoeveel frigoriën
het tegengestelde van caloriën per seconde
voortbrengen en per etmaal niet minder dan
1000 kilo van het meest exquisite ijs afleveren.
Niet alles wordt ter plaatse geconsumeerd.
Want één van de specialiteiten van de inrich
ting is het „tele-gelato" of vèrijs, dat in inte
ressante doozen verpakt en met bevroren kool
zuur (87 graden onder nul) omgeven, meer dan
24 uur bewaard kan worden en dus groote rei
zen maken kan. Iedereen kan aldus de „super-
cassata siciliana" of de eigenste schepping van
den eigenaar en chef-ijsmaker van het etablis
sement, de „cassata giuseppina", thuis genie
ten.
Ik heb zooeven van schepping of genie ge
sproken en dat klonk u wellicht ietwat over
dreven in de ooren. Maar dat komt ten eerste,
omdat gij nooit de Josephine-ijsbom of de Su-
percassata geproefd hebt; en ten tweede, om
dat gij nooit het opschrift van de marmeren
gedenkplaat hebt gelezen, die aan de schep
ping van de eerstgenoemde herinnert.
De inscriptie van de marmeren wandplaat
luidt in klassieke taal ongeveer aldus:
„Opdat door de eeuwen heen weerklinke
in dit door haar gestichte etablissement
de naam zijner aangebedene moeder,
heeft de zoon Johan Fassi
het edelste door hem geschapen roomijs
„Josephine".
geurig, liefelijk, mild en rijk als haar gedach
tenis,
haar toegewijd".
Doch ook in het Paleis der Koude heerscht,
zoomin als in andere paleizen, schaduwloos
geluk. Aan de andere zijde van de stad, in de
Via Piave, verrijst als een vijandige burcht il
Regno del Gelato, het „Rijk van het Roomijs".
Een felle strijd woedt tusschen beide, nog
verbitterder door de verwarring, die een ge
volg is van het feit, dat ook het Rijk van het
Roomijs met hoeveel recht zal de rechter
moeten uitmaken den naam Giovanni Fassi
voert.
De tweekamp uit zich op de advertentie
bladzijden der kranten in naast elkander
staande aankondigingen, waarachter een fa
miliedrama schijnt schuil te gaan.
Praalt het RÜk van het Roomijs met den
naam Giovanni Fassi, het Paleis van de Koude
verklaart nadrukkelijk, dat het géén filialen
eeft; roemt de ééne zijn établissement als een
nationaal unicum, de ander vertelt, dat Giu
seppina bij haar sterven haar recepten alleen
aan haar dochter heeft geopenbaard. Versjes
in Romeinsch dialect bezingen het Rijk yan
het Roomijs.
Het Paleis der Koude zou weliswaar op zijn
mededinger met ijskoude minachting kunnen
neerzien. Want niet alleen is dit Rijk van veel
bescheidener omvang, doch het geeft boven
dien ook plaats aan kopjes koffie, vermouth
en limonades en bakwerk, altemaal dingen,
waarvoor een jjsmaker de schouders ophaalt.
Maar toch glijdt er een schaduw over het
peinzende gezicht van Giovanni Fassi, wan
neer hij aan de Via Piave herinnerd wordt.
Gevoelsbanden uit het verleden binden hem
aan de ijsburcht, die hem nu bestrijdt. Fassi
is een man met een hart, een Itallaansch hart:
zonder dat zou hij niet alleen niet de boven
vermelde marmeren gedenklplaat gedicteerd
hebben, maar ook een cassata als de naar
Giuseppina genoemde maakt men niet zonder
passione. En zonder nu op de ongetwijfeld al
te ingewikkelde familie-geschiedenis van de
ijsdynastie Fassi dieper te willen ingaan, ver
meld ik slechts, dat de marmeren gedenkplaat,
wier inscriptie het ontstaan van de Cassata
Giuseppina vereeuwigt, hangtin de Via
Piave.
Dit is de tragedie van Giovanni Fassi.
De Reclame-commissie van Noordwijk aan
Zee heeft de heeren H. E. Tem me en H. J.
Wenckebach, leiders van het laboratorium der
Cultuur- en Onderwijsfilms, Ceno-film aldaar,
opdracht gegeven een film van de badplaats te
vervaardigen.
Met de opname wordt deze week reeds be
gonnen.
De „Ceno-film" specialiseert zich hoofdzake-
lijk op populair wetenschappelijk en aardrijks
kundig gebied.
De bekende Vlaamsche bevorderaar van goed
tooneel rector Jan Bemaerts te Antwerpen,
hoofdredacteur van den „Tooneelgids", tevens
reqtor van de Fundatie Terninck te Antwerpen,
komt Zondag 9 Juli met 75 meisjes dezer stich
ting te Eindhoven waar 's middags te half vijf
in de zaal van den R. K. Volksbond een de
monstratie wordt gegeven. Het programma om
vat; declamatie, gebaren-liedjes, dans, gespro
ken koor en spreekbewegingen plus een zang
spelletje. Alles in modernen trant.
Hij wil toonen wat er met meisjes te berei
ken valt op de tooneelplanken. De demonstra
tie geschiedt in besloten kring voor R. K.
Jeugdleidsters, religieusen en patronaatsdirec
teuren.
„IN FESTO CHRISTI REGIS,"
Cantus Festivus ad duas voces
aequales, door H. Clemens s.m.m.
E-E.P.P. Montfortanen, Hoens-
broek Station (Limburg).
De hymne voor het feest van Christus Koning
schap „Te soeculorum Principem" werd door een
pater Montfortaan die reeds verschillende ver
dienstelijke composities in het licht gaf op mu
ziek gezet. Deze hymne is door-gecomponeerd.
Ze staat in den hoofdtoon G. gr. t., en heeft
maatveranderingen bij elk nieuw couplet. De
beide gelijke stemmen loopen welluidend, zonder
al te veel gebruik van tertsen, hier en daar zelfs
licht contrapuntisch. Er zit vaart in dezen zang
en een opgewekte, feestelijke stemming. De or
gelbegeleiding heeft dezelfde goede kwaliteiten.
Het werk heeft geen pretenties en is eenvoudig
en licht zing- en speelbaar.
Sch.
„HANDELSRECHT" door Mr. Dr.
M- Spaander. 11e druk. P.
Noordhoff N.V., Groningen.
De nieuwe druk van dit bekende leerboek is
tot op de laatste wetswijzigingen bijgewerkt. In
een aanhangsel geeft het de artikelen van het
nog niet ingevoerde internationale wisselrecht.
In het voorbericht van zijn boek zegt de heer
Spaander er naar gestreefd te hebben: „een
afgerond geheel te bewerken, waarvan de lo
gische opeenvolging der onderdeden duidelijk
in het oog springt." Of hii dit doel bereikt
heeft door de heele systematische indeeling der
rechtsstof overhoop te halen, wagen wij te be
twijfelen. Na een zeer betwistbare definitie van
„recht" en een paragraaf gewijd aan de rechts
bronnen, vinden wij in de eerste tachtig blad
zijden een pèle-méle van bijzondere contracten
en de vijf eerste titels van het eerste boek van
het Wetboek van Koophandel. Vervolgens
komt een hoofdstuk „Overeenkomsten," waar
in we met verwondering o.m. lezen, dat de wet
voor het woord „overeenkomst" heel dikwijls
het woord „handeling" gebruikt en dan komt,
na een behandeling en passant van een tweetal
zakelijke rechten, dealgemeene leer der
verbintenissen in zicht.
Of de leerling deze „logische opeenvolging"
zal waardeeren?
Voorts troffen we nog eenige onjuistheden
van geringer belang aan. Bij de behandeling
van het teniet gaan van verbintenissen volgt de
schrijver de wet in al haar onvolledigheid op
den voet; van het woord „solawissel" (een ger
manisme voor orderbriefje) wordt een verkeer
de verklaring gegeven; de York-Antwerp rules
1924 vinden we niet vermeld; en in de statuten
die bij de behandeling der N. V. als voorbeeld
gegeven worden, treffen we een oligarchische
clausule aan, zooals die onder de nieuwe wet
niet meer mag worden opgenomen.
Om al deze redenen kunnen we dit leerboek
allerminst bewonderen. L.
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
In deze aflevering biedt Johan Peerdeman het
begin van „De levende hand," schetst Truus van
Arnhem „Cyrenen" en wijst Eva Bretherton „De
weg naar het geluk."
Sch. vertelt ,,Van het groote jodelfeest," Wil
ly Rugge „De aarde gezien vanaf de grens der
Stratosfeer," terwijl last not least de uitslag
der groote prijsvraag bekend wordt gemaakt.
Het bijbehoorend nummer van „De Witte
Raaf" laat Henk Manders „Sterke Jan" belich
ten, terwijl Jos. P. H. Hamers het raadslid van
„Het onweer," vrij naar het Amerikaansch van
Mark Twain ontwart.
Paul Thóne: L,Appel et medita
tions sur les raisons de réparer
Paris 1933. (Desclée de Brouwer
et Cie.).
De Encycliek van den Paus „Miserentissimus
Redemptor" is voor abbé Thöne aanleiding ge
weest tot het schrijven van dit boek vol diepen
zin over den plicht van iederen christen om
mee te werken aan het verlossingswerk. Te veel
nog wordt gedacht, dat dit in hoofdzaak de
taak is van priesters en religieuzen. Niets is
minder waar.
Zoovelen, die zeer goed begrepen hebben, dat
zij, op de hun eigen wijze hebben mee te werken
aan de katholieke actie, verstaan nog zoo bitter
weinig van dien dringenden roep van Christus
tot iederen christen om priester te zijn; een
priesterschap niet in sacramenteelen zin, maar
in een geest van opoffering en voldoening,
slachtofferend eigen wil en eigen verlangen; een
priesterschap in den zin van het „cooperari"-
medewerken met Christus.
Ziedaar het doel in dit werk, waarvan ieder
hoofdstuk bovendien wordt besloten met een
schema voor een meditatie. Een zuiver gods
dienstig boek, maar in socialen zin.
„BOEKHOUDEN" door A. A. D.
Bouwhof, J. C. Lagerwerff en J.
H. A. Kredich. Uitgave P.
Noordhof, Groningen.
Van bovengenoemd leerboek is thans het vijfde
deel verschenen.
Beknopt en duidelijk behandelen de schrijvers
in acht hoofdstukken de voornaamste onder
werpen, welke voor de candidaten der praktijk
examens van belang zijn, terwijl meer dan twee
honderd opgaven als toetssteen kunnen dienen,
dat het geleerde is begrepen.
Is dit boek onder leiding van een bekwaam
docent ernstig doorgewerkt, dan behoeft de
condidaat voor zijn slagen bij het belangrijk
onderdeel boekhouden geen vrees te koesteren.
.FISCAALRECHT 1932" Uitg.
N.V. Het Repertorium, Amsterdam
Door een daartoe opgerichte N.V. wordt jaar
lijks thans zelfs tweemaal per jaar een
„Repertorium van de Nederlandsche rechtslitte-
ratuur en jurisprudentie" uitgegeven, waarin
een systematisch overzicht wordt gegeven van
de in het afgeloopen tijdperk verschenen tijd
schriftartikelen, wetgeving en jurisprudentie, op
eenig juridisch onderwerp betrekking hebbende.
„Fiscaalrecht" geeft in honderd bladzijden een
uittreksel voor het belastingrecht van dit reper
torium. Als zoodani zal het, met zijn dubbel
register, een waardevol nasla-werkje zijn voor
notarissen, belastingconsulenten en allen, die
zich met de interpretatie van onze onvolprezen
belastingwetgeving hebben bezig te houden.
„OP DE GRENZEN door M. Do
lores. Uitg. L. C. G. Malmberg,
's-Hertogenbosch.
Een heel aardig boek voor jonge meisjes. De
hoofdpersoon: Annie Hildring, is de dochter
uit het gezin van een rijk bankier, vader en
moeder en ..twee kinderen" een echt mon
dain ge2in, waar egoïsme heerscht, onverschil
ligheid in alles, in zorg voor de kinderen, ook
voor godsdienst. Het meisje gaat er in mee.
Gelukkig voor haar leert ze het gezin kennen
van een geheel ander karakter. Ze komt erin
door een schoolvriendin. Daar: tien kinderen,
vader en moeder vervullen hun moeilijke
plichten in blijheid en levenslust. Op „die gren
zen" staat het meisje. Eerst aarzelend en
eigenlijk onbewust stapt ze over de grens heen
naar de levensbeschouwing met de edeler be
ginselen.
De schrijfster maakt in dit mooie boek ook
nog propaganda voor aansluiting van de jonge
meisjes uit de hoogere standen bij de jeugd-
vereenigingen.
W. W. W.
Bij het Verkoopbureau W. W. W., School
straat 9, Utrecht, is thans reeds de derde druk
verschenen van het bekende boek van J. P. de
Brabander: „Welkome Waardevolle Wenken".
De eerste druk verscheen Februari 1932.
Alle verdere aanbeveling mag overbodig
heeten.
„VRIJ GEBOREN" door Scott
Nearing, vertaling G. H. Priem.
Uitgave N.V. de Arbeidspers.
„Een boek waarvoor geen uitgevei1 te vinden
was," staat bij wijze van opdracht vooraan in
dezen socialen roman, en dit wordt zeer be
grijpelijk, wanneer we weten, dat de schrijver
zich plaatst op het standpunt van revolution-
nair geweld als eenig middel om aar de
onderdrukking der negers m Amerika een -ind
te maken En dit spijt ons. Want ga&nw 'ou
den wij dit boeiend en eerlijk werk aan onze
lezers aanbevelen, maai om zijn tendenz moe
ten wij het thans ontraden.
„PRACTISCHE WONINGINRICH
TING" door Paul Bromberg
N. V. Uitgeversmij. „Kosmos,"
Amsterdam.
Er is wel niets in dit uitsluitend op de prac-
tijk afgestemde boek vergeten. De schrijver
vraagt zich af: wat hebben wij in ons huis
noodig! En dan krijgen wij honderden nuttige
wenken omtrent het laten toetreden van zon,
licht en lucht; omtrent de indeettng van de
ruimte, omtrent de berging omtrent eetkamer,
zit-, rust- en werkkamer, slaapkamer, badge
legenheid, keuken, verlichting, verwarming enz.
Met tal van keurige Illustraties van veelal
geprijsde artikelen is het boekwerk verlucht.
HERDRUKKEN
Bij de Wereldbibliotheek verscheen de 7e druk
(14e duizendtal) van „Tusschen de wielen"
door Jack London, vertaald door W. L. Leclercq.
NIEUWE UITGAVEN
Bij J. B. Wolter's Uitgeversmaatschappij N.V.
te Groningen zijn verschenen de deeltjes 5, 3,
7 en 8 van „Aa, Bee, Cee en Dee, om te leeren
lezen," door A. Jager en A. Janse.
FOTOREPORTAGE
Verwijt Uzelf geen slapheid, indien U zich juist op de
beslissende momenten van Uw arbeid moe en maf gevoelt.
Voorkom die futlooze oogenblikken door het dagelijksche
gebruik van KINC-Pepermunt.
DE GROOTE HENLEY REGATTA in Engeland wordt op het oogen-
b'ik, begunstigd door schitterend weer gehouden. Moment uit den
wedstrijd der achten van Trinity Hall (Cambridge) tegen Westmin
ster School.
drukte op het Centraal Station* IS BE TER»
onder voortdurende scheikundige controle
van het Laboratorium Dr. V. Hamel Roos
Harmens, Amsterdam.