TUSSCHEN EED EN MEINEED
Nederlandsch wegencongres
Rijk en Gemeenten
De opleiding tot
onderwijzer
EEN EXCURSIE VANUIT
ALKMAAR
ZATERDAG 8 JULI
Het kanaal door Zuid-
Beveland
Ernstige autobotsing
Propaganda voor den
betonweg
Naar een conflict
Mulo-diploma geëischt
voor toelating
LEEKEPREEKEN
Verbreeding en verhooging van de
spoorwegbrug
OVER DEN AFSLUITDIJK
De weg officieel opengesteld
NATIONALE LATHYRUS
TENTOONSTELLING
Vrijdag te Aalsmeer geopend
SALZBURGER KINDEREN IN DUITSCHLAND
#r
Twee dames zwaar gewond
PRINS NICOLAAS VAN
ROEMENIË
Een bezoek aan ons land
MINISTER COLIJN TERUG
Bezoek aan enkele wegen van het
Provinciaal wegenplan van
Noord-Holland
De Westdijk
Vol lof
Circulaire van den Minister inzake
het opmaken der rekeningen
Ernstige ontstemming onder de
arbeiders bij de Sphinx
NOODLOTTIGE TWIST
Revolverheld in actie
DE „STELLA MARIS" NAAR
DUITSCHLAND
Alleen aan Kweekscholen met
driejarige opleiding zal rijks
subsidie worden gegeven
MINISTER DE WILDE
TE ENSCHEDE
DE VALSCHE RENTEZEGELS
Nog drip arrestanten
IN EEN AFGROND GESTORT
De bergbewoners waarschuwden
UITVOER UIT BOLLEN VAN
HYACINTHEN ENZ.
AUDIËNTIE
Een belangstellend lezer van deze rubriek
zendt ons een krantenuitknipsel, waarin
eenige regels zijn onderstreept en vraagt
daarover ons oordeel. Het krantenknipsel be
vat een rechtbankverslag. We worden verplaatst
in een rechtszaal, waarin drie Zaandamschen
van het zwakke geslacht verschijnen. Deze ge
bruikelijke aanduiding van ieder lid, dat tot het
vrouwelijk deel der menschheid behoort, is hier
minder op haar plaats. Een der dames n.l. en
wel de beklaagde, blijkt van het geslacht der
Kenau Hasselaers te zijn. De verslaggever noemt
haar van „het militaire soort". En ze was zelf
zoo overtuigd van haar lichamelijken welstand,
dat ze in een burenruzie tegenover een collega
op haar stevige beenen had gepocht en de on
derdanen van de andere partij als „in staat van
ontbinding" had verklaard. Vandaar de ver
schijning voor de rechtbank. De beleedigde deed
beklag bij den rechter en had als getuige een
vriendin meegebracht. Het verslag vertelt dan
verder:
Vriendin Marie moest natuurlijk een eed af
leggen. Ze weigerde. „Waarom?" vroeg de poli
tierechter, „uit godsdienstige overtuiging?"
„Ik doe niks," antwoordde ze, „wij leggen
geen eed af."
„Wie zijn wij?" was de volgende vraag.
„Dat ben ik!" luidde het correcte, zelfbewuste
antwoord.
Groote vreugde heerschte er aan de groene
tafel: wij hadden er niet minder plezier in. De
vreugde steeg ten top, toen de juffrouw tenslotte
toch haar twee vingers opstak en plechtig
daarbij de gebruikelijke woorden uitsprak.
Onze briefschrijver nu vraagt onze meening
over het feit, „dat in een rechtszaal een hilari
teit ontstaat, en door den verslaggever wordt
beschreven zooals het verslag aangeeft
terwijl het gaat over zoo'n heilige zaak."
Wanneer wij ons alleen tot het gevraagde
zouden bepalen, kon ons antwoord kort zijn:
de hilariteit in de rechtszaal werd blijkbaar op
gewekt door het lachwekkende der situatie:
twee twistende vrouwen zich heftig opwindend
om niets; de ten parmantig en vervaarlijk door
een kolossalen lichaamsbouw en een grooten
mond; de ander mager en nijdig en in haar
onmacht den rechter te hulp roepend. Zoo iets
wekt den lachlust op. Iets anders dan een
komische scène moet men in het geheele ge
val niet zien; en «de lachers zullen dan ook
maar alleen om de koddigheid van het geval
plezier hebben gehad.
Vraagt men nu, of er naar aanleiding van
dit rechtbank-schetsje niet iets valt op te mer
ken over de lichtzinnigheid, Waarmee met een
zoo heilig iets als den eed wordt omgesprongen,
dan willen wij dit gaarne toegeven. En dan
willen wij allereerst iets zeggen over den eed
in de rechtszaal.
Onder de groote massa, bij de onontwikkelde
menigte, heerscht een afschrik van alles wat
Tiaar politie en justitie zweemt. Ook zij, die in
het geheel geen neiging hebben om strafbare
feiten te plegen, schuwen politiebureau en
rechtszaal. In hun onderbewustzijn sluimert
vaag de meening, dat iemand, ook al is hij nog
Zoo onschuldig, door verkeerd begrijpen of door
gebrek aan wetskennis gemakkelijk een prooi
van den cipier kan worden. Onder de gevrees
de aanrakingen met Vrouwe Justitia behoort
de eed. Er leeft onder het volk een idee, dat
het heel gemakkelijk is iemand op grond van
een verklaring voor de rechtbank van meineed
te beschuldigen. Vandaar dat velen uit louter
Vrees tegen een eed voor den rechter opzien.
Er is in beginsel alles voor het afleggen van
een eed bij rechtszaken te zeggen. Immers, ge
tuigenverklaringen voor den rechter beslissen
vaak over iemands al of niet veroordeeling tot
gevangenisstraf, maanden, zelfs jaren lang. Wie
de beteekenis van celstraf begrijpt zal toegeven,
dat de waarachtigheid van* getuigenverklaringen
met niet voldoende sancties kan worden om
geven. Voor een geloovig mensch nu gaat er
niets boven het aanroepen van Gods naam; men
kan de waarachtigheid van zijn getuigenis niet
beter staven dan door God zelf tot getuige te
roepen. De Kerk heeft ten allen tijde aldus
geleerd en zelfs verboden lichtvaardig een eed
te doen. Alleen in gewichtige zaken mag men
zweren.
Hadden wij dus alleen met geloovige menschen
te maken, dan zou de eed voor de rechtbank in
zich zelf groote waarde hebben. Bij het was
send aantal ongeloovigen echter is de formule;
„zoo waarlijk helpe mij God almachtig" voor
duizenden tot een loutere formaliteit geworden
en behoudt ze alleen nog waarde, doordat de
wereldlijke rechter op het doen van meineed
zulke zware straffen heeft gesteld.
Wie veel rechtszaken heeft meegemaakt,
vraagt zich Wel eens af, of de waarde van den
eed door het veelvuldig gebruik, dat er van
wordt gemaakt, ook daardoor niet afslijt. Het
is nu eenmaal gewoonte, dat alle getuigenver
klaringen onder eede worden afgelegd. Het zou
veel meer indruk maken, wanneer de rechter
bij iedere rechtszaak afzonderlijk beoordeelde,
welke verklaringen en welke getuigen belangrijk
genoeg waren om onder eede te worden afge
legd. De practijk leidt nu tot sleur en verzwak
king van een in het waarheidslievend verkeer
der menschen onderling zoo belangrijken factor
els de eed.
Ook buiten de rechtszaal en zelfs vooral daar
buiten kan de eed en de plechtige belofte van
zeer groote beteekenis zijn en gaan door het
prht.girmip gebruik daarvan groote geestelijke
waarden verloren. Hoe zeer wordt er bijvoorbeeld
de laatste jaren niet geklaagd over afneming
van het gezag van openbare bestuurscolleges
en corruptie onder ambtenaren. Wat te zeggen
van communistische afgevaardigden, die trouw
zweren aan een grondwet, welke zij verfoeien?
Wanneer al degenen, die, uit duizenden geko
zen, op de stoelen van 's lands vergaderzalen
en op die van stad en gewest plaats nemen, er
eens voortdurend op bedacht Waren, dat zij
plechtig beloofden het algemeen belang te be
hartigen, wat zou de samenleving en het gezag
dan minder te lijden hebben door het dienen
van groepsbelangen en het najagen van per
soonlijk voordeel! Van een crisis in het parle
mentaire stelsel, waarover nu voortdurend
wordt geklaagd en die al zooveel droevige ge
volgen heeft gehad, zou nauwelijks sprake zijn,
wanneer alle vertegenwoordigers in openbare
bestuurscolleges mannen en vrouwen van ka
rakter waren, waarheidslievend, oprecht, getrouw
aan een afgelegde belofte.
In ander opzicht, maar in dezelfde mate
geldt dit voor personen, met voorname amb
telijke functies bekleed, aan wie onder ambts
eed groote financieele belangen zijn toever
trouwd. Wanneer zulke menschen fraude ple
gen, wanneer zij blijken jarenlang boeken te
hebben vervalscht, dan staan zij veel meer
schuldig dan een gewone dief. Zij schokken
het vertrouwen van duizenden en ondermijnen
de samenleving. Hun slecht voorbeeld brengt
vele zwakke broeders aan 't wankelen.
Tusschen eed en meineed ligt een breed veld.
Terecht Wordt de meineed als een groote mis
daad beschouwd: wetens en willens een valsche
verklaring afleggen met God tot getuige is
groot kwaad. Maar men is er niet mee af te
zeggen dat, wanneer men op het oogenblik van
een eedsaflegging maar meent, wat men zegt.
men verder vrij uit gaat. Een eed, die een be
lofte inhoudt, bindt voor de toekomst. Het
wordt maar al te licht vergeten dat, wie een
maal door een eed gebonden is en zijn belofte
breekt, evengoed schuldig staat als een mein-
eedige. Wanneer een kind gedoopt wordt, legt
een volwassene in zijn naam gewichtige be
loften af. Later echter kan het zeggen, dat het
zich van niets bewust is. Daarom is het in de
Kerk gebruik om de kinderen na de lagere
schooljaren de doopbeloften plechtig te laten
vernieuwen. Het zou geen kwaad kunnen, wan
neer er voor den mensch gelegenheid was dik
wijls aan zijn eed van trouW aan geloof en Kerk
herinnerd te worden.
De meesten leggen in hun leven nog een an
dere zeer gewichtige belofte af, een eed van
trouw, welke helaas ook dikwijls gebroken wordt,
De beroemde Engelsche bekeerling Chesterton
heeft in zijn wérk „Het bijgeloof der echtschei
ding" prachtige bladzijden geschreven over de
trouwbelofte. Het ware gewenscht, dat in dezen
tijd, nu het huwelijk zoo wankel staat, een ieder,
die over een echtverbintenis denkt, dit boekje
las en herlas. Hij zou daaruit de waarde en de
kracht eener belofte leeren!
Dit is het, waarin onze tijd tegenover de
middeleeuwen ten achter staat. Wij voelen niet
meer de kracht van een afgelegde belofte; wij
voelen niet meer hoe een eenmaal gegeven
Woord bindt. Dit komt, omdat het diepe geloof
geen algemeene bezit meer is onzer samenleving
Ook de middeleeuwer zondigde; ook toen was
er zedenverwildering en misdaad. Maar zijn
woord was hem heilig en hij voelde hoe een
plechtige belofte een verbintenis was, die in
den hemel gesloten werd. Vandaar de zware
boete en de strenge boetvaardigheid bij het
zondigen tegen een eed. Onze tijd is in dit op
zicht te lichtzinnig. God is uit het openbare
leven uitgeschakeld, vandaar dat ook in het
private leven minder met Zijn invloed rekening
wordt gehouden. Wanneer de jonge menschen
bij het zweren van een eed van trouw voor het
geheele leven op de trappen van het altaar,
zich ten volle bewust waren van de consequen
ties van hun daad, van de verplichtingen van
hun belofte, dan zouden vele lichtzinnige hu
welijken niet gesloten worden en anderszins
eenmaal aangegane echtverbintenissen trouwer
worden beleefd. De moderne mensch gaat naar
het stadhuis en laat zich daar zoogenaamd „voor
het leven" ih den echt verbinden. Maar de
tegenwoordige huwelijksmoraal zegt hem, dat,
wanneer partijen blijken niet overeen te komen,
ieder weer zijn weg dient te gaan. Samenleving
van niet gelijkgezinden immers heet onzede
lijk! Is het wonder, dat bij zulk een zoutelooze
„belofte voor het leven" het getal der echtschei
dingen schrikbarend stijgt? De eed van trouw
met het onwrikbare voornemen om tot den dood
toe te volharden, is juist een onuitputtelijke
bron van kracht om moeilijkheden^ te overwin
nen, te oefenen in geduld, elkanders gebreken
te verdragen, te streven naar aanpassing en
alles te vermijden wat verwijdering kan bren
gen. Als de ridder, die zijn eed zwoer op het
kruis en den ridderslag ontving en die alles
deed en vermeed om ridderlijk te zijn, zoo moet
de mensch zich gevoelen, die aan den ingang
van het huwelijksleven staat. Dan zal de eed
van trouw van groote moreele beteekenis blij
ken te zijn.
Ziedaar de waarde van den eed. Wanneer
men ons vraagt, of bij den eed niet steeds eer
bied past, dan zeggen wij volmondig: ja, altijd.
Een eed is een ernstige zaak en dient na rijp
beraad, met volle kennis en vrijen wil alleen
voor een gewichtige aangelegenheid te worden
afgelegd. En wanneer de waarde van een eed
als groote moreele kracht in ons moderne
leven voor een aanmerkelijk deel is verloren
gegaan, komt dit, omdat het geloof in God, den
onbedriegelijke, den almachtige en den hater
van alle leugen, in Wiens naam wij onze ge
tuigenis of belofte afleggen, zoo zeer is verzwakt
of geheel is verloren gegaan.
HOMO SAPIENS
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp verklaring van het algemeen nut der
onteigening van perceelen, erfdienstbaarheden
en andere zakelijke rechten, noodig voor ver
breeding van het kanaal door Zuid-Beveland
en verhooging van de spoorwegbrug over dat
kanaal bü Vlake met bijkomende werken.
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
Op het IXe hoofdstuk der Rijksbegrootingen
voor 1931 en 1932 en op de ontwerp-begrooting
voor 1933 werden bedragen uitgetrokken van
500.000, 1.000.000 en 500.000 voor verhooging
en wijziging van de spoorwegbrug over het
kanaal door Zuid-Beveland te Vlake, terwijl
op die begrootingen bedragen werden uitge
trokken van ƒ500.000, ƒ800.000 en ƒ500.000
voor verbinding van dat kanaal in verband met
die verhooging en wijziging van die spoor
wegbrug.
De scheepvaart op het kanaal door Zuid-
Beveland is in den loop der jaren zeer belang
rijk toegenomen. Het zal duidelijk zijn, dat,
zelfs indien in volgende jaren het verkeer niet
mocht opleven of zelfs een teruggang tot een
lager peil mocht optreden, ook dan nog het
scheepvaartverkeer op dit kanaal zóó belang
rijk zou blijven, dat aan verbetering niet zal
kunnen worden ontkomen.
De minister van Waterstaat heeft de vol
gende wegen voor het openbaar verkeer open
gesteld: de weg De Kooy—van Ewijcksluis; van
den weg Haarlem Velsen —Alkmaar —van
Ewijcksluis Wieringen Zurig Harlingen
Leeuwarden het wegvak gelegen tusschen de
brug over het Balgzandkanaal en den Lonje-
weg.
De minister van Waterstaat heeft voorts het
voor het algemeen rijverkeer bestemde gedeelte
van den weg De Kooy—van Ewijcksluis voor
zooveel betreft het wegvak gelegen tusschen
de Kooyslu's en van Ewijcksluis, gesloten ver
klaard voo- het berijden in beide richtingen
met rijwielen en andere voertuigen; het voor
het algemeen rijverkeer bestemde gedeelte "an
den weg Haarlem Velsen Alkmaar van
Ewijcksluis Wieringen Zurig—Harlingen
Leeuwarden, voor zooveel betreft het wegvak,
gelegen tusschen de brug over het Balgzand
kanaal er, den Lonjeweg, gesloten verklaard
voor het berijden in beide richtingen met rij
wielen.
Vrijdagmiddag werd in tegenwoordigheid
van vele belangstellenden in gebouw „De Oude
Veiling" te Aalsmeer de zesde Nationale La
thyrus Tentoonstellnig geopend.
Nadat de voorzitter der 'Nederlandsche La
thyrus Vereeniging, de heer H. Carlée uit
500 kinderen uit Salzburg, die een vacantiereis maakten naar Oost-Pruisen, bij
hun doorreis op het Anhalter station te Berlijn
Heemstede den talrijke aanwezigen een woord
van welkom had toegeroepen en de voorzitter
der afdeeüng Aalsmeer van de Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde namens deze vereeniging een
begroetingswoord gesproken had, opende ae
burgemeester van Aalsmeer, de heer K. Kaste
lein de tentoonstelling met een korte rede,
waarin hij er zijn blijdschap over uitsprak, dat
deze belangrijke gebeurtenis, die zoo groote
verscheidenheid van inzendingen vertoont, en
zoo bijzonder geslaagd mag heeten, ditmaal in
Aalsmeer gehouden wordt. Er zijn vele inzen
dingen niet alleen lathyrus maar ook orchi
deeën en andere exotische planten, terwijl ook
schitterende inzendingen op het gebied van
bloemsierkunst te bewonderen vallen. De ten
toonstelling waarvoor alle leden van het Ko
ninklijk Huis medailles beschikbaar hebben
gesteld, is heden geopend van 10 uur 's mor
gens tot 10 uur 's avonds en 's Zondags van
12 tot 10 uur.
Op den Viersprong bij Bameveld, waar de
Rijksweg en de Nükerkerweg elkaar kruisen zijn
Vrijdagmiddag een auto van baron van Tuyll
van Serooskerken uit Nijkerk en een auto van
den heer Elkens uit Amsterdam met elkaar in
botsing gekomen.
Mevr. E. brak een sleutelbeen en bekwam nog
andere verwondingen terwijl een mede-inzitten
de dame uit Apeldoorn hoogst ernstig verwond
werd. Beide dames zijn naar het ziekenhuis te
Amersfoort vervoerd. Baron van Tuyll, die
alleen in den wagen zat en de heer Elkens
werden beide door glasscherven licht verwond.
Naar „De Telegraaf" verneemt, is er ernstig
sprake van dat prins Nicolaas van Roemenië
van 12 tot 14 Juli a.s. ons land zal bezoeken.
Intusschen schijnt een definitieve beslissing
nog niet genomen te zijn. Het moet in het
voornemen van den prins liggen om te 's Gra-
venhage verblijf te houden en o m. Schiphol te
bezoeken.
Naar wij vernemen wordt de Minister-Presi
dent dr. H. Colijn Maandagavond uit Londen
te 's Gravenhage terugverwacht.
Een 200 deelnemers aan het Nederlandsche
Wegencongres kwamen gistermorgen voor het
Stationsemplacement te Alkmaar bijeen voor
het houden van een excursie naar de Schermeer,
Hensbroek, Obdam, Aartswoud, den Wieringer-
meerpolder, Den Oever en Zurich, om verschil
lende wegbehardingen in oogenschouw te nemen.
Onder de aanwezigen merkten wij op den
voorzitter van het Wegencongres, ir. J. J. Stiel
tjes, den secretaris H. W. O. de Bruin, ir. W.
v. d. Vegte, dir. Gemeentewerken 's-Graven-
hage, ir. J. M. H. Kersemaekers, hoofdingenieur
Prov. Waterstaat Noord-Brabant, ir. J. G. v. d.
Broek, vertegenwoordiger van den Minister
van Waterstaat, Majoor C. W. van Dooden, ver
tegenwoordiger van den Minister van Defensie,
ir. P. J. Ott De Vries, vertegenwoordiger van
de Ned. Indische Wegenvereeniging, ir. W.
Kamp, vertegenwoordiger van de directie der
Zuiderzeewerken, mr. dr. A. D. G. M. van Rijc-
kevorsel, Commissaris der Koningin in Noord-
Brabant en voorzitter van de Commissie van
Overleg voor de Wegen, dr. N. Lunsingh Tonc-
kens, secr. dier Commissie, ir. J. Lely, direc
teur hoofduitvoerder van de M. U. Z„ ir. P. J.
Poppens, ingenieur van het Hoogheemraad
schap Noord Holl. Noorderkwartier, verschil
lende bestuursleden van dat Hoogheemraad
schap, de heer C. Kramer Glynis, dijkgraaf van
de Schermeer, A. D. van Eek, namens de direc
tie van den Wieringermeerpolder, Edo Bergs-
ma, voorzitter van den A. N. W. B„ verschil
lende consuls van den A. N. W. B„ ir. D. J.
van Leewen, hoofdingenieur Prov. Waterstaat
van Zeeland, mr. A. v. d. Deure, lid van Ged.
Staten van Gelderland. Jhr. mr. H. C. M. van
Nispen tot Pannerden, lid Ged. Staten van
Gelderland en de heer C. G. P. van Goor, se
cretaris ir. Wegencommissie A. N. W. B. en K.
N. A. C.
De tocht werd gemaakt in een tiental tou
ringcars van de H. A. B. O. te Alkmaar; onder
leiding van den heer D. G. Margadant, direc
teur van Gemeentewerken te Alkmaar, werd in
deze stad in de Langestraat en de Laat een
verharding met asfaltblocs bezichtigd; mede
gedeeld werd, dat deze wegbeharding in Alk
maar ten zeerste voldoet; gedurende 7 jaren
vorderde d?ze beharding in de druk-bezochte
Langestraat geen cent aan onderhoud.
Onder leiding van ir. C. Krijn werden enkele
wegen van het Prov. Wegenplan van Noord-
Holland in oogenschouw genomen, en wel de
Westdijk (een gedeelte van den nieuwen weg
AlkmaarPurmerend), welke weg verbeterd en
verbreed wordt met grof dicht asfaltbeton, De
grond voor de verbreeding is evenals die voor
den weg langs de Noordervaart in de Scher
meer, waar een verbreeding tot stand is ge
bracht door deze vaart te versmallen, verkre
gen uit een gezogen vaargeul in het Alkmaar
der Meer
De weg langs de Noordervaart, die een lengte
heeft van 30 K.M. en een gedeelte vormt van
den nieuwen weg AlkmaarHoorn, mag een
ideaalweg worden genoemd. De beharding werd
daar tot st-md gebracht met dicht asfalt-beton.
Via Schevmerhorn, Hensbroek, Obdam, Span
broek Aariswoud werd naar Aartswoud gere
den, waar gelegenheid werd gegeven, om het
begin van den weg AartswoudLambertschaag
in oogenschouw te nemen. Op dezen weg wordt
het systeem toegepast van porphyrpristar, af
geteerd met bristar.
Van Aariswoud werd den Wieringermeerpol
der langs de daar voorloopig aangebrachte
klinkerwegen ingereden. Op dezen bijzonder
mooien zomerdag viel het op dat men in de
zen polder van oneindigheid met verschillende
landbouwwerkzaamheden bezig is. Men zag er
hooien en maaien en de drieduizend stuks
jong-vee van Noord-Hollandsche boeren, die
reeds in daarvoor geschikte weiden loopen te
grazen, gaven al eenige kleur aan het overi
gens sobere landschap, dat een sterke tegen
stelling vormt met het sappig-groene land
van boomrijk Noord-Holland.
In de terp in den polder werd aan een open
buffet kofhe en een broodje gebruikt en het
viel op hoe ook hier reeds voor de bediening de
Duitsche Gretchens op het land van Holland,
dat nog nauwelijks droog is. zijn doorgedron
gen.
In het ontspanningsgebouw aan Den Oever
werd het noenmaal gebruikt, aangeboden door
de Vereeniging het Ned. Wegencongres, waar
na over den afsluitdijk naar Zurich werd ge
reden.
Alle deskundige deelnemers waren vol lof over
den betonweg; wel mag geconstateerd worden,
dat dit betonnen wegdek ideaal kan worden ge
noemd. Nauwkeurige metingen hebben vastge
steld, dat er van inzinking geen sprake is; men
rijdt op dit wegdek met snelheden van 80 tot
100 K.M. zonder dat men dit nauwelijks be
merkt. Van zeer deskundige zijde vernamen wij,
dat de ervaring heeft geleerd, dat de betonweg,
wanneer deze door arbeiders met pneumatische
stampers wordt bewerkt, nog te verkiezen is
boven den betonweg, die met machines tot stand
komen. Bovendien is door berekening vastge
steld, dat de kosten van beide werkmethodes
ongeveer gelijk zijn.
Om half vier vertrok men van Den Oever via
den weg over WieringenEwijcksluisDe Kooy,
langs het Noordhollandsch kanaal (via den Re-
kerdijk, waarvan de oppervlakte met shellspra
is behandeld) naar Alkmaar. Op het eiland
Wieringen, dat een lengte heeft van 15 K.M.,
is men thans ook bezig een nieuwe betonweg,
waarvan het gedeelte Hypolitushoef tot aan
den afsluitdijk over het Amsteldiep thans gereed
is gekomen; ook is gereed de betonweg van
Ewijcksluis naar De Kooy langs het Balgzand
kanaal; van Hypolitusweg naar Den Oever
moet nog gebruik gemaakt worden van den
ouden weg, die verbeterd en verbreed is en voor
een gedeelte bestaat uit een klinkerweg en een
gedeelte uit asfal-steenslag; het ligt in de be
doeling den betonweg van Hypolitushoef naar
Den Oever door te trekken, doch reeds thans
kan geconstateerd worden, dat men vanaf Alk
maar tot Zurich over een eerste-klas weg voor
snelverkeer kan beschikken.
Tijdens deze excursie kwam wel vast te staan,
dat men in Noord-Holland krachtig bezig is
volgens verschillende systemen de beschikking
te verkrijgen over een uitnemend wegennet, dat
aan de eischen van het tegenwoordig verkeer
voldoet.
Naar wij vernemen heeft de Minister van
Binnenlandsche Zaken een schrijven gericht
tot de Gemeentebesturen, waarin Z. Exc. o m.
het volgence ter kennis brengt van die be
sturen. Teneinde zich een juist oordeel te kun
nen vormen omtrent de wijze, waarop de fi
nanciën der gemeenten den druk, door de bij
zondere tijdsomstandigheden op haar uitge
oefend, doorstaan, heeft de Regeering behoefte
aan meerdere gegevens dan haar thans ten
dienste staan. Bij dit schrijven voegt de Mi
nister een tweetal modellen A en B, welke moe
ten worden ingevuld. Model A heeft de strek
king het slot van de gemeente-rekening te
ontdoen van alle elementen, welke verhinde
ren, dat daarin kan worden gezien het ver
schil tusschen het totaal der werkelijke ge
wone inkomsten en het totaal der werkelijke
gewone uitgaven. Voor de uitgaven is in den
betrokken staat het bijzondere karakter door
slaggevend voor de opneming. Storingen en
bijdragen, die een normaal karakter dragen,
als bijdragen aan den kapitaaldienst wegens
normale re; erveering tengevolge van afschrij
ving op kapitaalsobjecten, welke niet of niet
geheel uit 'eeningsgelden worden bestreden, dan
wel tengevolge van een afschrijving berekend
naar den rutsduur van het betrokken object,
die het bedrag van de aflossing op de daarvoor
gesloten geldleening overtreft, vallen hierbui
ten. De verhaalbaar gestelde inkomsten dienen
alleen te worden opgenomen tot het bedrag,
dat met zekerheid kan worden verwacht. Zoo
mogen voor de rijksbijdrage in de uitgaven,
welke verband houden met de crisiswerkloos
heid. alleen vermelding vinden de bedragen,
welke op grond van het toegekende of voor
loopig toegekende percentage na het sluiten
van den dienst nog kunnen worden verwacht,
lp het algemeen, aldus de Minister, wordt prijs
gesteld op elke toelichting, welke tot een beter
inzicht in de cijfers kan leiden. Uitvoerige toe
lichting vordert de post „Uitgaven", verband
houdende met de buitengewone tijdsomstan
digheden, welke naar hun aard op den gewo
nen dienst thuis behooren, doch verantwoord
zijn op den kapitaaldienst, een crisisdienst of
eenige andere rekening, voorzoover deze uit
gaven niet door gewone middelen zijn gedekt.
In beknopten vorm behooren de ontvangsten
en uitgaven, op een dergelijke speciale reke
ning gebracht, te worden gespecificeerd. De
kosten van werkverschaffing, op den kapitaal
dienst verantwoord, kunnen hierbij buiten be
schouwing blijven, doch alleen voor dat doel
dier koster., waartegenover een gelijkwaardige
vermeerde: ing van het gemeentelijk bezit kan
geacht worden te staan. In het model B. dat
een beeld tracht te geven van de beschikbare
reserves, gelieve U eveneens de invulling ver
gezeld te doen gaan van de voor een juist in
zicht noodige toelichtingen.
De Minister stelt toezending van een en an
der voor 15 Juli tegemoet, en roept de mede
werking in om binnen de gestelde termijnen
de stukken in te zenden.
De besprekingen ten stadhuize te Maastricht
betreffende het dreigend conflict aan de
„Sphinx". Donderdag gehouden, hebben tot
geen overeenstemming geleid De directie hand
haafde de voorgestelde tot 38 pet. klimmende
loonsverlagingen. De R. K. en Moderne arbei
dersbonden bleken tot aanvaarding niet be
reid. Prof. J. Jitta deed een bemiddelings
voorstel, waaromtrent partijen wenschten te
overleggen bij hunne bestuursinstanties. Het
conflict omvat ongeveer 1700 arbeiders, die bij
het vernemen van het resultaat der besprekin
gen in staking wilden gaan. De leiders hebben
dit voorlopig weten te verhinderen. De ont
stemming onder de arbeiders is echter zeer
groot.
Gisternacht is op de Varkensmarkt te Amers
foort een twist ontstaan tusschen eenige per
sonen. Een hunner trok een revolver waar
mede hij zijn tegenstander schotwonden toe
bracht in de rechterborst in de schouderbla
den en in den linkerbovenarm. Het slachtoffer,
wiens toestand niet ernstig is, is aan het poli
tiebureau verbonden. Twee personen zijn ge
arresteerd.
Het Duitsche jacht „Stella Maris", dat te
Ameland gestrand is, waarbij de kapitein en
zijn vrouw om het leven kwamen en dat tot
heden op de Hollumer reede lag geankerd, is
heden naar Terschelling vertrokken. Nadat men
een sloepje van het jacht heeft afgehaald, ging
het jacht verder via de Zuiderzee, Kampen,
IJsel, Rijn naar Duitschland.
Zooals men weet, is het lijk van de vrouw, die
bü het ongeluk is omgekomen, aangespoeld,
doch van den man heeft men tot' heden niets
gevonden.
AMSTERDAM, 7 Juli. De minister van
Onderwijs heeft den volgenden omzendbrief
gezonden aan de besturen der gesubsidieerde
kweekscholen voor onderwijzers en onderwij
zeressen:
De finar.cieele toestand des lands maakt zeer
ingrijpende bezuinigingen op elk gebied onver
mijdelijk. Daarom zullen ook in zake de onder
wijzersopleiding veranderingen moeten worden
aangebracht, die tot belangrijke besparing zul
len leiden.
Zoo ligt het in mün voornemen te bevorde
ren, dat alleen aan kweekscholen met 3-jari-
gen cursus rijkssubsidie zal worden verleend,
behoudens op grond van buitengewone om
standigheden in enkele door den minister goed
te keuren uitzonderingsgevallen.
Ik meen een beroep op uw medewerking te
mogen doen, opdat, zoo eenigszins mogelük,
reeds te beginnen met schooljaar 1933/34 de
kweekschool zal worden omgezet in een kweek
school met 3-jarigen cursus.
Tot de voorgenomen wijzigingen behoort
o. m. mede, dat ook in die gevallen, waarin de
parallelklassen de voortzetting zün van een
splitsing als in artikel 33, onder a, van het
K. B. van 11 September 1923, Staatsblad nr.
440 bedoeld, vooraf zün goedkeuring behoort te
zün verkregen.
Wanneer het plan bestaat, in de onder uw
bestuur staande kweekschool met het begin van
het schooljaar 1933/34 een of meer parallel
klassen te vormen, waarvoor krachtens de
vigeerende bepalingen automatisch aanspraak
op rükssubsidie zou bestaan, dan verdient het
toch aanbeveling, vóór 15 Augustus 1933 een
verzoek in te dienen om de parallelklassen voor
rijkssubsidie te doen mederekenen met opgave
van het aantal leerlingen van het leerjaar, dat
men zou willen splitsen."
Naar de „Telegraaf" verneemt, ligt het in
de bedoeling voor de rijkskweekscholen dezelfde
maatregelen te treffen. Voor de toelating tot
de kweekscholen zal voortaan bezit van het
mulo- of een daarmede gelijkwaardig te stellen
diploma gevraagd worden. Gelijk men weet
geeft dit diploma thans recht op toelating tot
de tweede klasse kweekscholen. Vermoede'ük
zal dus de omzetting van de thans vier-jarige
in drie-jarige kweekscholen neerkomen op het
uitschakelen van de eerste kweekschoolklas. De
eischen voor het onderwijzersexamen onder
gaan hiermede geen wijziging.
Uit het ministerieel schrijven blijkt nog, dat
de subsidie voor de bestaande parallelklassen,
welke subsidie eenige jaren geleden onder be
paalde voorwaarden (o. a. minstens tweederde
van het aantal leerlingen van de te splitsen
klas moest uit jongens bestaan) verleend werd,
gevaar loopt. Reeds in Mei 1932 was bepaald,
dat voor Je vorming van nieuwe parallelklas
sen geen subsidie zou worden verleend
Gisteren heeft de Minister van Binnenl.
Zaken, mr. de Wilde, een bezoek gebracht aan
de gemeenten Enschede en Lonneker in verband
met de annexatie-kwestie.
Zyne Excellentie, die met den trein van 11.18
uit Den Haag arriveerde, voerde allereerst op
het Gemeentehuis besprekingen met de leden
van het College van B. en W.
Hierna werd een langdurige rondrit onder
nomen, waarbü de Minister zich op de hoogte
stelde van de stituatie ter plaatse.
In den loop van den middag heeft Minister
de Wilde eveneens een bezoek gebracht aan het
Gemeentebestuur van Lonneker.
In verband met het valsche rentezegelscom-
plot te Rotterdam zijn aldaar hedenmorgen
drie mannen aangehouden, die valsche zegels
in hun bezit hadden en trachtten deze te ver-
koopen. In totaal zijn er dus twaalf arrestan
ten. Van de 50.000 zegels die gedrukt zün,
heeft de politie er thans 38.000 in beslag weten
te nemen.
Het Wolffbureau bericht uit München, dat
Vrüdagochtend een Nederlander op den weg
Lisengrad-Saentis op den Meglis Alp in een
afgrond is gestort en op slag gedood.
Niettegenstaande hü door de bergbewoners
voor den dichten mist was gewaarschuwd, ging
hü toch met een ander op weg, met het boven
gemelde gevolg.
Zün metgezel waarschuwde de reddings-ko-
lonne, doch deze slaagde er slechts in zün UJIc
te bergen.
De identiteit van het slachtoffer kon nog
niet worden vastgesteld.
Blükens een in de Staatscourant van Vrüdag
opgenomen K. B. is de uitvoer van bollen van
hyacinthen, tulpen en narcissen met ingang
van 8 dezer tot 31 Juli a.s. (gedurende den tüd
van voorbereiding van het bloembollensanee-
ringsplan 1933) verboden. De minister van Eco
nomische Zaken kan in büzondere gevallen ont
heffing van dit uitvoerverbod verleenen, na ad
vies te hebben ingewonnen van het bestuur der
Nederlandsche Bloembolllenexporteurscentrale,
te Haarlem.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Maandag geen audiëntie ver
leenen.