TUSSCHEN EED EN MEINEED Nederlandsch wegencongres Rijk en Gemeenten De opleiding tot onderwijzer EEN EXCURSIE VANUIT ALKMAAR ZATERDAG 8 JULI Het kanaal door Zuid- Beveland Ernstige autobotsing Propaganda voor den betonweg Naar een conflict Mulo-diploma geëischt voor toelating LEEKEPREEKEN Verbreeding en verhooging van de spoorwegbrug OVER DEN AFSLUITDIJK De weg officieel opengesteld NATIONALE LATHYRUS TENTOONSTELLING Vrijdag te Aalsmeer geopend SALZBURGER KINDEREN IN DUITSCHLAND #r Twee dames zwaar gewond PRINS NICOLAAS VAN ROEMENIË Een bezoek aan ons land MINISTER COLIJN TERUG Bezoek aan enkele wegen van het Provinciaal wegenplan van Noord-Holland De Westdijk Vol lof Circulaire van den Minister inzake het opmaken der rekeningen Ernstige ontstemming onder de arbeiders bij de Sphinx NOODLOTTIGE TWIST Revolverheld in actie DE „STELLA MARIS" NAAR DUITSCHLAND Alleen aan Kweekscholen met driejarige opleiding zal rijks subsidie worden gegeven MINISTER DE WILDE TE ENSCHEDE DE VALSCHE RENTEZEGELS Nog drip arrestanten IN EEN AFGROND GESTORT De bergbewoners waarschuwden UITVOER UIT BOLLEN VAN HYACINTHEN ENZ. AUDIËNTIE Een belangstellend lezer van deze rubriek zendt ons een krantenuitknipsel, waarin eenige regels zijn onderstreept en vraagt daarover ons oordeel. Het krantenknipsel be vat een rechtbankverslag. We worden verplaatst in een rechtszaal, waarin drie Zaandamschen van het zwakke geslacht verschijnen. Deze ge bruikelijke aanduiding van ieder lid, dat tot het vrouwelijk deel der menschheid behoort, is hier minder op haar plaats. Een der dames n.l. en wel de beklaagde, blijkt van het geslacht der Kenau Hasselaers te zijn. De verslaggever noemt haar van „het militaire soort". En ze was zelf zoo overtuigd van haar lichamelijken welstand, dat ze in een burenruzie tegenover een collega op haar stevige beenen had gepocht en de on derdanen van de andere partij als „in staat van ontbinding" had verklaard. Vandaar de ver schijning voor de rechtbank. De beleedigde deed beklag bij den rechter en had als getuige een vriendin meegebracht. Het verslag vertelt dan verder: Vriendin Marie moest natuurlijk een eed af leggen. Ze weigerde. „Waarom?" vroeg de poli tierechter, „uit godsdienstige overtuiging?" „Ik doe niks," antwoordde ze, „wij leggen geen eed af." „Wie zijn wij?" was de volgende vraag. „Dat ben ik!" luidde het correcte, zelfbewuste antwoord. Groote vreugde heerschte er aan de groene tafel: wij hadden er niet minder plezier in. De vreugde steeg ten top, toen de juffrouw tenslotte toch haar twee vingers opstak en plechtig daarbij de gebruikelijke woorden uitsprak. Onze briefschrijver nu vraagt onze meening over het feit, „dat in een rechtszaal een hilari teit ontstaat, en door den verslaggever wordt beschreven zooals het verslag aangeeft terwijl het gaat over zoo'n heilige zaak." Wanneer wij ons alleen tot het gevraagde zouden bepalen, kon ons antwoord kort zijn: de hilariteit in de rechtszaal werd blijkbaar op gewekt door het lachwekkende der situatie: twee twistende vrouwen zich heftig opwindend om niets; de ten parmantig en vervaarlijk door een kolossalen lichaamsbouw en een grooten mond; de ander mager en nijdig en in haar onmacht den rechter te hulp roepend. Zoo iets wekt den lachlust op. Iets anders dan een komische scène moet men in het geheele ge val niet zien; en «de lachers zullen dan ook maar alleen om de koddigheid van het geval plezier hebben gehad. Vraagt men nu, of er naar aanleiding van dit rechtbank-schetsje niet iets valt op te mer ken over de lichtzinnigheid, Waarmee met een zoo heilig iets als den eed wordt omgesprongen, dan willen wij dit gaarne toegeven. En dan willen wij allereerst iets zeggen over den eed in de rechtszaal. Onder de groote massa, bij de onontwikkelde menigte, heerscht een afschrik van alles wat Tiaar politie en justitie zweemt. Ook zij, die in het geheel geen neiging hebben om strafbare feiten te plegen, schuwen politiebureau en rechtszaal. In hun onderbewustzijn sluimert vaag de meening, dat iemand, ook al is hij nog Zoo onschuldig, door verkeerd begrijpen of door gebrek aan wetskennis gemakkelijk een prooi van den cipier kan worden. Onder de gevrees de aanrakingen met Vrouwe Justitia behoort de eed. Er leeft onder het volk een idee, dat het heel gemakkelijk is iemand op grond van een verklaring voor de rechtbank van meineed te beschuldigen. Vandaar dat velen uit louter Vrees tegen een eed voor den rechter opzien. Er is in beginsel alles voor het afleggen van een eed bij rechtszaken te zeggen. Immers, ge tuigenverklaringen voor den rechter beslissen vaak over iemands al of niet veroordeeling tot gevangenisstraf, maanden, zelfs jaren lang. Wie de beteekenis van celstraf begrijpt zal toegeven, dat de waarachtigheid van* getuigenverklaringen met niet voldoende sancties kan worden om geven. Voor een geloovig mensch nu gaat er niets boven het aanroepen van Gods naam; men kan de waarachtigheid van zijn getuigenis niet beter staven dan door God zelf tot getuige te roepen. De Kerk heeft ten allen tijde aldus geleerd en zelfs verboden lichtvaardig een eed te doen. Alleen in gewichtige zaken mag men zweren. Hadden wij dus alleen met geloovige menschen te maken, dan zou de eed voor de rechtbank in zich zelf groote waarde hebben. Bij het was send aantal ongeloovigen echter is de formule; „zoo waarlijk helpe mij God almachtig" voor duizenden tot een loutere formaliteit geworden en behoudt ze alleen nog waarde, doordat de wereldlijke rechter op het doen van meineed zulke zware straffen heeft gesteld. Wie veel rechtszaken heeft meegemaakt, vraagt zich Wel eens af, of de waarde van den eed door het veelvuldig gebruik, dat er van wordt gemaakt, ook daardoor niet afslijt. Het is nu eenmaal gewoonte, dat alle getuigenver klaringen onder eede worden afgelegd. Het zou veel meer indruk maken, wanneer de rechter bij iedere rechtszaak afzonderlijk beoordeelde, welke verklaringen en welke getuigen belangrijk genoeg waren om onder eede te worden afge legd. De practijk leidt nu tot sleur en verzwak king van een in het waarheidslievend verkeer der menschen onderling zoo belangrijken factor els de eed. Ook buiten de rechtszaal en zelfs vooral daar buiten kan de eed en de plechtige belofte van zeer groote beteekenis zijn en gaan door het prht.girmip gebruik daarvan groote geestelijke waarden verloren. Hoe zeer wordt er bijvoorbeeld de laatste jaren niet geklaagd over afneming van het gezag van openbare bestuurscolleges en corruptie onder ambtenaren. Wat te zeggen van communistische afgevaardigden, die trouw zweren aan een grondwet, welke zij verfoeien? Wanneer al degenen, die, uit duizenden geko zen, op de stoelen van 's lands vergaderzalen en op die van stad en gewest plaats nemen, er eens voortdurend op bedacht Waren, dat zij plechtig beloofden het algemeen belang te be hartigen, wat zou de samenleving en het gezag dan minder te lijden hebben door het dienen van groepsbelangen en het najagen van per soonlijk voordeel! Van een crisis in het parle mentaire stelsel, waarover nu voortdurend wordt geklaagd en die al zooveel droevige ge volgen heeft gehad, zou nauwelijks sprake zijn, wanneer alle vertegenwoordigers in openbare bestuurscolleges mannen en vrouwen van ka rakter waren, waarheidslievend, oprecht, getrouw aan een afgelegde belofte. In ander opzicht, maar in dezelfde mate geldt dit voor personen, met voorname amb telijke functies bekleed, aan wie onder ambts eed groote financieele belangen zijn toever trouwd. Wanneer zulke menschen fraude ple gen, wanneer zij blijken jarenlang boeken te hebben vervalscht, dan staan zij veel meer schuldig dan een gewone dief. Zij schokken het vertrouwen van duizenden en ondermijnen de samenleving. Hun slecht voorbeeld brengt vele zwakke broeders aan 't wankelen. Tusschen eed en meineed ligt een breed veld. Terecht Wordt de meineed als een groote mis daad beschouwd: wetens en willens een valsche verklaring afleggen met God tot getuige is groot kwaad. Maar men is er niet mee af te zeggen dat, wanneer men op het oogenblik van een eedsaflegging maar meent, wat men zegt. men verder vrij uit gaat. Een eed, die een be lofte inhoudt, bindt voor de toekomst. Het wordt maar al te licht vergeten dat, wie een maal door een eed gebonden is en zijn belofte breekt, evengoed schuldig staat als een mein- eedige. Wanneer een kind gedoopt wordt, legt een volwassene in zijn naam gewichtige be loften af. Later echter kan het zeggen, dat het zich van niets bewust is. Daarom is het in de Kerk gebruik om de kinderen na de lagere schooljaren de doopbeloften plechtig te laten vernieuwen. Het zou geen kwaad kunnen, wan neer er voor den mensch gelegenheid was dik wijls aan zijn eed van trouW aan geloof en Kerk herinnerd te worden. De meesten leggen in hun leven nog een an dere zeer gewichtige belofte af, een eed van trouw, welke helaas ook dikwijls gebroken wordt, De beroemde Engelsche bekeerling Chesterton heeft in zijn wérk „Het bijgeloof der echtschei ding" prachtige bladzijden geschreven over de trouwbelofte. Het ware gewenscht, dat in dezen tijd, nu het huwelijk zoo wankel staat, een ieder, die over een echtverbintenis denkt, dit boekje las en herlas. Hij zou daaruit de waarde en de kracht eener belofte leeren! Dit is het, waarin onze tijd tegenover de middeleeuwen ten achter staat. Wij voelen niet meer de kracht van een afgelegde belofte; wij voelen niet meer hoe een eenmaal gegeven Woord bindt. Dit komt, omdat het diepe geloof geen algemeene bezit meer is onzer samenleving Ook de middeleeuwer zondigde; ook toen was er zedenverwildering en misdaad. Maar zijn woord was hem heilig en hij voelde hoe een plechtige belofte een verbintenis was, die in den hemel gesloten werd. Vandaar de zware boete en de strenge boetvaardigheid bij het zondigen tegen een eed. Onze tijd is in dit op zicht te lichtzinnig. God is uit het openbare leven uitgeschakeld, vandaar dat ook in het private leven minder met Zijn invloed rekening wordt gehouden. Wanneer de jonge menschen bij het zweren van een eed van trouw voor het geheele leven op de trappen van het altaar, zich ten volle bewust waren van de consequen ties van hun daad, van de verplichtingen van hun belofte, dan zouden vele lichtzinnige hu welijken niet gesloten worden en anderszins eenmaal aangegane echtverbintenissen trouwer worden beleefd. De moderne mensch gaat naar het stadhuis en laat zich daar zoogenaamd „voor het leven" ih den echt verbinden. Maar de tegenwoordige huwelijksmoraal zegt hem, dat, wanneer partijen blijken niet overeen te komen, ieder weer zijn weg dient te gaan. Samenleving van niet gelijkgezinden immers heet onzede lijk! Is het wonder, dat bij zulk een zoutelooze „belofte voor het leven" het getal der echtschei dingen schrikbarend stijgt? De eed van trouw met het onwrikbare voornemen om tot den dood toe te volharden, is juist een onuitputtelijke bron van kracht om moeilijkheden^ te overwin nen, te oefenen in geduld, elkanders gebreken te verdragen, te streven naar aanpassing en alles te vermijden wat verwijdering kan bren gen. Als de ridder, die zijn eed zwoer op het kruis en den ridderslag ontving en die alles deed en vermeed om ridderlijk te zijn, zoo moet de mensch zich gevoelen, die aan den ingang van het huwelijksleven staat. Dan zal de eed van trouw van groote moreele beteekenis blij ken te zijn. Ziedaar de waarde van den eed. Wanneer men ons vraagt, of bij den eed niet steeds eer bied past, dan zeggen wij volmondig: ja, altijd. Een eed is een ernstige zaak en dient na rijp beraad, met volle kennis en vrijen wil alleen voor een gewichtige aangelegenheid te worden afgelegd. En wanneer de waarde van een eed als groote moreele kracht in ons moderne leven voor een aanmerkelijk deel is verloren gegaan, komt dit, omdat het geloof in God, den onbedriegelijke, den almachtige en den hater van alle leugen, in Wiens naam wij onze ge tuigenis of belofte afleggen, zoo zeer is verzwakt of geheel is verloren gegaan. HOMO SAPIENS Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp verklaring van het algemeen nut der onteigening van perceelen, erfdienstbaarheden en andere zakelijke rechten, noodig voor ver breeding van het kanaal door Zuid-Beveland en verhooging van de spoorwegbrug over dat kanaal bü Vlake met bijkomende werken. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: Op het IXe hoofdstuk der Rijksbegrootingen voor 1931 en 1932 en op de ontwerp-begrooting voor 1933 werden bedragen uitgetrokken van 500.000, 1.000.000 en 500.000 voor verhooging en wijziging van de spoorwegbrug over het kanaal door Zuid-Beveland te Vlake, terwijl op die begrootingen bedragen werden uitge trokken van ƒ500.000, ƒ800.000 en ƒ500.000 voor verbinding van dat kanaal in verband met die verhooging en wijziging van die spoor wegbrug. De scheepvaart op het kanaal door Zuid- Beveland is in den loop der jaren zeer belang rijk toegenomen. Het zal duidelijk zijn, dat, zelfs indien in volgende jaren het verkeer niet mocht opleven of zelfs een teruggang tot een lager peil mocht optreden, ook dan nog het scheepvaartverkeer op dit kanaal zóó belang rijk zou blijven, dat aan verbetering niet zal kunnen worden ontkomen. De minister van Waterstaat heeft de vol gende wegen voor het openbaar verkeer open gesteld: de weg De Kooy—van Ewijcksluis; van den weg Haarlem Velsen —Alkmaar —van Ewijcksluis Wieringen Zurig Harlingen Leeuwarden het wegvak gelegen tusschen de brug over het Balgzandkanaal en den Lonje- weg. De minister van Waterstaat heeft voorts het voor het algemeen rijverkeer bestemde gedeelte van den weg De Kooy—van Ewijcksluis voor zooveel betreft het wegvak gelegen tusschen de Kooyslu's en van Ewijcksluis, gesloten ver klaard voo- het berijden in beide richtingen met rijwielen en andere voertuigen; het voor het algemeen rijverkeer bestemde gedeelte "an den weg Haarlem Velsen Alkmaar van Ewijcksluis Wieringen Zurig—Harlingen Leeuwarden, voor zooveel betreft het wegvak, gelegen tusschen de brug over het Balgzand kanaal er, den Lonjeweg, gesloten verklaard voor het berijden in beide richtingen met rij wielen. Vrijdagmiddag werd in tegenwoordigheid van vele belangstellenden in gebouw „De Oude Veiling" te Aalsmeer de zesde Nationale La thyrus Tentoonstellnig geopend. Nadat de voorzitter der 'Nederlandsche La thyrus Vereeniging, de heer H. Carlée uit 500 kinderen uit Salzburg, die een vacantiereis maakten naar Oost-Pruisen, bij hun doorreis op het Anhalter station te Berlijn Heemstede den talrijke aanwezigen een woord van welkom had toegeroepen en de voorzitter der afdeeüng Aalsmeer van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde namens deze vereeniging een begroetingswoord gesproken had, opende ae burgemeester van Aalsmeer, de heer K. Kaste lein de tentoonstelling met een korte rede, waarin hij er zijn blijdschap over uitsprak, dat deze belangrijke gebeurtenis, die zoo groote verscheidenheid van inzendingen vertoont, en zoo bijzonder geslaagd mag heeten, ditmaal in Aalsmeer gehouden wordt. Er zijn vele inzen dingen niet alleen lathyrus maar ook orchi deeën en andere exotische planten, terwijl ook schitterende inzendingen op het gebied van bloemsierkunst te bewonderen vallen. De ten toonstelling waarvoor alle leden van het Ko ninklijk Huis medailles beschikbaar hebben gesteld, is heden geopend van 10 uur 's mor gens tot 10 uur 's avonds en 's Zondags van 12 tot 10 uur. Op den Viersprong bij Bameveld, waar de Rijksweg en de Nükerkerweg elkaar kruisen zijn Vrijdagmiddag een auto van baron van Tuyll van Serooskerken uit Nijkerk en een auto van den heer Elkens uit Amsterdam met elkaar in botsing gekomen. Mevr. E. brak een sleutelbeen en bekwam nog andere verwondingen terwijl een mede-inzitten de dame uit Apeldoorn hoogst ernstig verwond werd. Beide dames zijn naar het ziekenhuis te Amersfoort vervoerd. Baron van Tuyll, die alleen in den wagen zat en de heer Elkens werden beide door glasscherven licht verwond. Naar „De Telegraaf" verneemt, is er ernstig sprake van dat prins Nicolaas van Roemenië van 12 tot 14 Juli a.s. ons land zal bezoeken. Intusschen schijnt een definitieve beslissing nog niet genomen te zijn. Het moet in het voornemen van den prins liggen om te 's Gra- venhage verblijf te houden en o m. Schiphol te bezoeken. Naar wij vernemen wordt de Minister-Presi dent dr. H. Colijn Maandagavond uit Londen te 's Gravenhage terugverwacht. Een 200 deelnemers aan het Nederlandsche Wegencongres kwamen gistermorgen voor het Stationsemplacement te Alkmaar bijeen voor het houden van een excursie naar de Schermeer, Hensbroek, Obdam, Aartswoud, den Wieringer- meerpolder, Den Oever en Zurich, om verschil lende wegbehardingen in oogenschouw te nemen. Onder de aanwezigen merkten wij op den voorzitter van het Wegencongres, ir. J. J. Stiel tjes, den secretaris H. W. O. de Bruin, ir. W. v. d. Vegte, dir. Gemeentewerken 's-Graven- hage, ir. J. M. H. Kersemaekers, hoofdingenieur Prov. Waterstaat Noord-Brabant, ir. J. G. v. d. Broek, vertegenwoordiger van den Minister van Waterstaat, Majoor C. W. van Dooden, ver tegenwoordiger van den Minister van Defensie, ir. P. J. Ott De Vries, vertegenwoordiger van de Ned. Indische Wegenvereeniging, ir. W. Kamp, vertegenwoordiger van de directie der Zuiderzeewerken, mr. dr. A. D. G. M. van Rijc- kevorsel, Commissaris der Koningin in Noord- Brabant en voorzitter van de Commissie van Overleg voor de Wegen, dr. N. Lunsingh Tonc- kens, secr. dier Commissie, ir. J. Lely, direc teur hoofduitvoerder van de M. U. Z„ ir. P. J. Poppens, ingenieur van het Hoogheemraad schap Noord Holl. Noorderkwartier, verschil lende bestuursleden van dat Hoogheemraad schap, de heer C. Kramer Glynis, dijkgraaf van de Schermeer, A. D. van Eek, namens de direc tie van den Wieringermeerpolder, Edo Bergs- ma, voorzitter van den A. N. W. B„ verschil lende consuls van den A. N. W. B„ ir. D. J. van Leewen, hoofdingenieur Prov. Waterstaat van Zeeland, mr. A. v. d. Deure, lid van Ged. Staten van Gelderland. Jhr. mr. H. C. M. van Nispen tot Pannerden, lid Ged. Staten van Gelderland en de heer C. G. P. van Goor, se cretaris ir. Wegencommissie A. N. W. B. en K. N. A. C. De tocht werd gemaakt in een tiental tou ringcars van de H. A. B. O. te Alkmaar; onder leiding van den heer D. G. Margadant, direc teur van Gemeentewerken te Alkmaar, werd in deze stad in de Langestraat en de Laat een verharding met asfaltblocs bezichtigd; mede gedeeld werd, dat deze wegbeharding in Alk maar ten zeerste voldoet; gedurende 7 jaren vorderde d?ze beharding in de druk-bezochte Langestraat geen cent aan onderhoud. Onder leiding van ir. C. Krijn werden enkele wegen van het Prov. Wegenplan van Noord- Holland in oogenschouw genomen, en wel de Westdijk (een gedeelte van den nieuwen weg AlkmaarPurmerend), welke weg verbeterd en verbreed wordt met grof dicht asfaltbeton, De grond voor de verbreeding is evenals die voor den weg langs de Noordervaart in de Scher meer, waar een verbreeding tot stand is ge bracht door deze vaart te versmallen, verkre gen uit een gezogen vaargeul in het Alkmaar der Meer De weg langs de Noordervaart, die een lengte heeft van 30 K.M. en een gedeelte vormt van den nieuwen weg AlkmaarHoorn, mag een ideaalweg worden genoemd. De beharding werd daar tot st-md gebracht met dicht asfalt-beton. Via Schevmerhorn, Hensbroek, Obdam, Span broek Aariswoud werd naar Aartswoud gere den, waar gelegenheid werd gegeven, om het begin van den weg AartswoudLambertschaag in oogenschouw te nemen. Op dezen weg wordt het systeem toegepast van porphyrpristar, af geteerd met bristar. Van Aariswoud werd den Wieringermeerpol der langs de daar voorloopig aangebrachte klinkerwegen ingereden. Op dezen bijzonder mooien zomerdag viel het op dat men in de zen polder van oneindigheid met verschillende landbouwwerkzaamheden bezig is. Men zag er hooien en maaien en de drieduizend stuks jong-vee van Noord-Hollandsche boeren, die reeds in daarvoor geschikte weiden loopen te grazen, gaven al eenige kleur aan het overi gens sobere landschap, dat een sterke tegen stelling vormt met het sappig-groene land van boomrijk Noord-Holland. In de terp in den polder werd aan een open buffet kofhe en een broodje gebruikt en het viel op hoe ook hier reeds voor de bediening de Duitsche Gretchens op het land van Holland, dat nog nauwelijks droog is. zijn doorgedron gen. In het ontspanningsgebouw aan Den Oever werd het noenmaal gebruikt, aangeboden door de Vereeniging het Ned. Wegencongres, waar na over den afsluitdijk naar Zurich werd ge reden. Alle deskundige deelnemers waren vol lof over den betonweg; wel mag geconstateerd worden, dat dit betonnen wegdek ideaal kan worden ge noemd. Nauwkeurige metingen hebben vastge steld, dat er van inzinking geen sprake is; men rijdt op dit wegdek met snelheden van 80 tot 100 K.M. zonder dat men dit nauwelijks be merkt. Van zeer deskundige zijde vernamen wij, dat de ervaring heeft geleerd, dat de betonweg, wanneer deze door arbeiders met pneumatische stampers wordt bewerkt, nog te verkiezen is boven den betonweg, die met machines tot stand komen. Bovendien is door berekening vastge steld, dat de kosten van beide werkmethodes ongeveer gelijk zijn. Om half vier vertrok men van Den Oever via den weg over WieringenEwijcksluisDe Kooy, langs het Noordhollandsch kanaal (via den Re- kerdijk, waarvan de oppervlakte met shellspra is behandeld) naar Alkmaar. Op het eiland Wieringen, dat een lengte heeft van 15 K.M., is men thans ook bezig een nieuwe betonweg, waarvan het gedeelte Hypolitushoef tot aan den afsluitdijk over het Amsteldiep thans gereed is gekomen; ook is gereed de betonweg van Ewijcksluis naar De Kooy langs het Balgzand kanaal; van Hypolitusweg naar Den Oever moet nog gebruik gemaakt worden van den ouden weg, die verbeterd en verbreed is en voor een gedeelte bestaat uit een klinkerweg en een gedeelte uit asfal-steenslag; het ligt in de be doeling den betonweg van Hypolitushoef naar Den Oever door te trekken, doch reeds thans kan geconstateerd worden, dat men vanaf Alk maar tot Zurich over een eerste-klas weg voor snelverkeer kan beschikken. Tijdens deze excursie kwam wel vast te staan, dat men in Noord-Holland krachtig bezig is volgens verschillende systemen de beschikking te verkrijgen over een uitnemend wegennet, dat aan de eischen van het tegenwoordig verkeer voldoet. Naar wij vernemen heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken een schrijven gericht tot de Gemeentebesturen, waarin Z. Exc. o m. het volgence ter kennis brengt van die be sturen. Teneinde zich een juist oordeel te kun nen vormen omtrent de wijze, waarop de fi nanciën der gemeenten den druk, door de bij zondere tijdsomstandigheden op haar uitge oefend, doorstaan, heeft de Regeering behoefte aan meerdere gegevens dan haar thans ten dienste staan. Bij dit schrijven voegt de Mi nister een tweetal modellen A en B, welke moe ten worden ingevuld. Model A heeft de strek king het slot van de gemeente-rekening te ontdoen van alle elementen, welke verhinde ren, dat daarin kan worden gezien het ver schil tusschen het totaal der werkelijke ge wone inkomsten en het totaal der werkelijke gewone uitgaven. Voor de uitgaven is in den betrokken staat het bijzondere karakter door slaggevend voor de opneming. Storingen en bijdragen, die een normaal karakter dragen, als bijdragen aan den kapitaaldienst wegens normale re; erveering tengevolge van afschrij ving op kapitaalsobjecten, welke niet of niet geheel uit 'eeningsgelden worden bestreden, dan wel tengevolge van een afschrijving berekend naar den rutsduur van het betrokken object, die het bedrag van de aflossing op de daarvoor gesloten geldleening overtreft, vallen hierbui ten. De verhaalbaar gestelde inkomsten dienen alleen te worden opgenomen tot het bedrag, dat met zekerheid kan worden verwacht. Zoo mogen voor de rijksbijdrage in de uitgaven, welke verband houden met de crisiswerkloos heid. alleen vermelding vinden de bedragen, welke op grond van het toegekende of voor loopig toegekende percentage na het sluiten van den dienst nog kunnen worden verwacht, lp het algemeen, aldus de Minister, wordt prijs gesteld op elke toelichting, welke tot een beter inzicht in de cijfers kan leiden. Uitvoerige toe lichting vordert de post „Uitgaven", verband houdende met de buitengewone tijdsomstan digheden, welke naar hun aard op den gewo nen dienst thuis behooren, doch verantwoord zijn op den kapitaaldienst, een crisisdienst of eenige andere rekening, voorzoover deze uit gaven niet door gewone middelen zijn gedekt. In beknopten vorm behooren de ontvangsten en uitgaven, op een dergelijke speciale reke ning gebracht, te worden gespecificeerd. De kosten van werkverschaffing, op den kapitaal dienst verantwoord, kunnen hierbij buiten be schouwing blijven, doch alleen voor dat doel dier koster., waartegenover een gelijkwaardige vermeerde: ing van het gemeentelijk bezit kan geacht worden te staan. In het model B. dat een beeld tracht te geven van de beschikbare reserves, gelieve U eveneens de invulling ver gezeld te doen gaan van de voor een juist in zicht noodige toelichtingen. De Minister stelt toezending van een en an der voor 15 Juli tegemoet, en roept de mede werking in om binnen de gestelde termijnen de stukken in te zenden. De besprekingen ten stadhuize te Maastricht betreffende het dreigend conflict aan de „Sphinx". Donderdag gehouden, hebben tot geen overeenstemming geleid De directie hand haafde de voorgestelde tot 38 pet. klimmende loonsverlagingen. De R. K. en Moderne arbei dersbonden bleken tot aanvaarding niet be reid. Prof. J. Jitta deed een bemiddelings voorstel, waaromtrent partijen wenschten te overleggen bij hunne bestuursinstanties. Het conflict omvat ongeveer 1700 arbeiders, die bij het vernemen van het resultaat der besprekin gen in staking wilden gaan. De leiders hebben dit voorlopig weten te verhinderen. De ont stemming onder de arbeiders is echter zeer groot. Gisternacht is op de Varkensmarkt te Amers foort een twist ontstaan tusschen eenige per sonen. Een hunner trok een revolver waar mede hij zijn tegenstander schotwonden toe bracht in de rechterborst in de schouderbla den en in den linkerbovenarm. Het slachtoffer, wiens toestand niet ernstig is, is aan het poli tiebureau verbonden. Twee personen zijn ge arresteerd. Het Duitsche jacht „Stella Maris", dat te Ameland gestrand is, waarbij de kapitein en zijn vrouw om het leven kwamen en dat tot heden op de Hollumer reede lag geankerd, is heden naar Terschelling vertrokken. Nadat men een sloepje van het jacht heeft afgehaald, ging het jacht verder via de Zuiderzee, Kampen, IJsel, Rijn naar Duitschland. Zooals men weet, is het lijk van de vrouw, die bü het ongeluk is omgekomen, aangespoeld, doch van den man heeft men tot' heden niets gevonden. AMSTERDAM, 7 Juli. De minister van Onderwijs heeft den volgenden omzendbrief gezonden aan de besturen der gesubsidieerde kweekscholen voor onderwijzers en onderwij zeressen: De finar.cieele toestand des lands maakt zeer ingrijpende bezuinigingen op elk gebied onver mijdelijk. Daarom zullen ook in zake de onder wijzersopleiding veranderingen moeten worden aangebracht, die tot belangrijke besparing zul len leiden. Zoo ligt het in mün voornemen te bevorde ren, dat alleen aan kweekscholen met 3-jari- gen cursus rijkssubsidie zal worden verleend, behoudens op grond van buitengewone om standigheden in enkele door den minister goed te keuren uitzonderingsgevallen. Ik meen een beroep op uw medewerking te mogen doen, opdat, zoo eenigszins mogelük, reeds te beginnen met schooljaar 1933/34 de kweekschool zal worden omgezet in een kweek school met 3-jarigen cursus. Tot de voorgenomen wijzigingen behoort o. m. mede, dat ook in die gevallen, waarin de parallelklassen de voortzetting zün van een splitsing als in artikel 33, onder a, van het K. B. van 11 September 1923, Staatsblad nr. 440 bedoeld, vooraf zün goedkeuring behoort te zün verkregen. Wanneer het plan bestaat, in de onder uw bestuur staande kweekschool met het begin van het schooljaar 1933/34 een of meer parallel klassen te vormen, waarvoor krachtens de vigeerende bepalingen automatisch aanspraak op rükssubsidie zou bestaan, dan verdient het toch aanbeveling, vóór 15 Augustus 1933 een verzoek in te dienen om de parallelklassen voor rijkssubsidie te doen mederekenen met opgave van het aantal leerlingen van het leerjaar, dat men zou willen splitsen." Naar de „Telegraaf" verneemt, ligt het in de bedoeling voor de rijkskweekscholen dezelfde maatregelen te treffen. Voor de toelating tot de kweekscholen zal voortaan bezit van het mulo- of een daarmede gelijkwaardig te stellen diploma gevraagd worden. Gelijk men weet geeft dit diploma thans recht op toelating tot de tweede klasse kweekscholen. Vermoede'ük zal dus de omzetting van de thans vier-jarige in drie-jarige kweekscholen neerkomen op het uitschakelen van de eerste kweekschoolklas. De eischen voor het onderwijzersexamen onder gaan hiermede geen wijziging. Uit het ministerieel schrijven blijkt nog, dat de subsidie voor de bestaande parallelklassen, welke subsidie eenige jaren geleden onder be paalde voorwaarden (o. a. minstens tweederde van het aantal leerlingen van de te splitsen klas moest uit jongens bestaan) verleend werd, gevaar loopt. Reeds in Mei 1932 was bepaald, dat voor Je vorming van nieuwe parallelklas sen geen subsidie zou worden verleend Gisteren heeft de Minister van Binnenl. Zaken, mr. de Wilde, een bezoek gebracht aan de gemeenten Enschede en Lonneker in verband met de annexatie-kwestie. Zyne Excellentie, die met den trein van 11.18 uit Den Haag arriveerde, voerde allereerst op het Gemeentehuis besprekingen met de leden van het College van B. en W. Hierna werd een langdurige rondrit onder nomen, waarbü de Minister zich op de hoogte stelde van de stituatie ter plaatse. In den loop van den middag heeft Minister de Wilde eveneens een bezoek gebracht aan het Gemeentebestuur van Lonneker. In verband met het valsche rentezegelscom- plot te Rotterdam zijn aldaar hedenmorgen drie mannen aangehouden, die valsche zegels in hun bezit hadden en trachtten deze te ver- koopen. In totaal zijn er dus twaalf arrestan ten. Van de 50.000 zegels die gedrukt zün, heeft de politie er thans 38.000 in beslag weten te nemen. Het Wolffbureau bericht uit München, dat Vrüdagochtend een Nederlander op den weg Lisengrad-Saentis op den Meglis Alp in een afgrond is gestort en op slag gedood. Niettegenstaande hü door de bergbewoners voor den dichten mist was gewaarschuwd, ging hü toch met een ander op weg, met het boven gemelde gevolg. Zün metgezel waarschuwde de reddings-ko- lonne, doch deze slaagde er slechts in zün UJIc te bergen. De identiteit van het slachtoffer kon nog niet worden vastgesteld. Blükens een in de Staatscourant van Vrüdag opgenomen K. B. is de uitvoer van bollen van hyacinthen, tulpen en narcissen met ingang van 8 dezer tot 31 Juli a.s. (gedurende den tüd van voorbereiding van het bloembollensanee- ringsplan 1933) verboden. De minister van Eco nomische Zaken kan in büzondere gevallen ont heffing van dit uitvoerverbod verleenen, na ad vies te hebben ingewonnen van het bestuur der Nederlandsche Bloembolllenexporteurscentrale, te Haarlem. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Maandag geen audiëntie ver leenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5