'x
Boven het „Lutine"-goud
Ontwerp-Marchant aanvaard
't Geluk komt niet met sprongen
Crisis-commissie
NA KRACHTIG PLEIDOOI
BERGINGSVLOOT IN ZEE
ZATERDAG 22 JULI
Eenige amendementen
overgenomen
Booze geruchten
Voor werkverruiming
LEEKEPREEKEN
OP ZOEK NAAR VERZONKEN GOUD
De berging van den inhoud van het wrak der „Lu tine" bij Terschelling. De bergingstoren op het
wrak in zee neergelaten
De stijgende nood van de schat
kist gebiedt nu eenmaal
bezuiniging
DE NIEUWE RIJWIELMERKEN
OP EEN KRIB GEVAREN
Jacht op de Waal gezonken
Audiëntie
TWEEDE KAMER
Mr. Hl. P. Marchant
De geest der Grondwet
Na weken en maanden wachten is
het groote oogenblik aan
gebroken
Concessies
Amendement-T ilanus
Adres van de vier katholieke
standsorganisaties aan den
Minister-president
Sneevliet geïnstalleerd
Interpellatie Knottenbelt
Lutine-bergers in zicht
Wij wijden aan den briefschrijver, wiens
betoog wij in onze vorige beschouwing
afdrukten, zooveel aandacht, omdat wij
uit ervaring weten, dat hij de meening van
zeer velen verkondigde.
Na een periode van langzaam stijgende wel
vaart en van bestaanszekerheid, ook voor mil-
lioenen kapitaalloozen, kwam in 1914 de groote
oorlog en wierp het geheele economische leven
ten onderste boven. Achteraf is eerst recht ge
bleken hoe taai het zoogenaamde kapitalisti
sche productiesysteem was en over welke on
noemelijke reserves het beschikte, het systeem,
Waaronder aan het einde van de vorige en in
het begin van deze eeuw zoo groote welvaart
werd bereikt. Nu immers zien wij eerst, dat het
stelsel in zijn uitwassen tot groote fouten voer
de; wij zien ook, dat de oorlog er de zwakke
plekken van bloot legde en dat de wereld op
de oude basis zeker niet kan voortleven. Dit
besef is echter slechts heel langzaam gekomen.
Wij zijn nu vijftien jaar na het sluiten van
den vrede. In dien tusschentijd heeft de wereld
groote en kleinere crises meegemaakt, waarvan
de economie-profeten voorspelden: heb slechts
geduld; zóó is het altijd gegaan, met ups en
downs komen wij er weer boven op! Er waren
anderen, die van een totale inzinking van ons
Wereldhuishouden spraken; die trachtten te be
wijzen, dat de maatschappij door den vierjari
gen oorlog verarmd was en dat nieuwe wel
vaart alleen op den langen duur en in een
andere constructie te bereiken zou zijn. Maar
deze laatsten werden niet geloofd. Eerst moest
de crisis van 1930 komen en drie jaar lang al
dieper en dieper doorwerken eer de waarheid
werd ingezien en aanvaard. Thans wordt een
uitspraak van minister Colijn, dat deze crisis
geen voorbijgaand verschijnsel maar een con
structieve verandering van de maatschappij is,
als een wijs woord aanhoord en verder ver
spreid. Tien, twaalf jaar geleden is door an
deren hetzelfde gezegd: zij werden niet ge
hoord; niemand denkt er zelfs meer aan. Wie
geluk voorspelt wordt geloofd, ook al is het
nog zoo dwaas en wie een waarheid als een
koe vertelt op een oogenblik, dat alle feiten
hem gelijk geven, is een wijs man.
Waarom wij dit ophalen? Duizenden zoeken
in dezen tijd om oplossing voor economische
problemen en voor vragen omtrent maatschap
pelijke verhoudingen. Er gaat zooveel scheef,
er is zooveel wankel; er heerscht zulk een
dikke duisternis; er is zoo weinig perspectief,
dat dit vragen en zoeken verklaarbaar is.
Eveneens is begrijpelijk, dat men naar experi
menten in het buitenland wijst, waar regeerin
gen zijn weggejaagd en anderen zijn gekozen;
waar een „sterke man" naar de macht heeft
gegrepen; waar in het staatshuishouden aller
lei nieuwe methoden worden beproefd. Dan
komen velen er toe om aldus te redeneeren:
het gaat ons slecht; alle financieele en eco
nomische profeten blijken bedriegers of onwe
tende^ te zijn geweest; er moet iets gebeuren,
alvorens wij geheel verzinken: laat ons daden
zien! Tegen deze stemming, die in verschil
lende landen tot een bloedige of onbloedige
revolutie heeft geleid, zouden wij willen waar
schuwen. Wat wij noodig hebben zijn niet pro
feten of zoogenaamd sterke mannen, maar wel
heldere koppen en krachtige regeerders in de
leiding; en bij het publiek: objectieve waar
neming en kennis der historie. „In t verleden
ligt het heden, in het nu wat komen zal."
Er zouden niet zooveel vergissingen zijn be
gaan en niet zooveel teleurstellingen zijn op-
geloopen, wanneer de wensch maar niet de va
der der gedachte was geweest en gebrek aan
historiekennis maar niet de verschijnselen van
de laatste jaren als iets ongehoords had aan
gezien. Een nuchtere beschouwing van de din
gen om ons heen, gepaard aan een diepe ken
nis van den groei der maatschappelijke ver
houdingen in het verleden, voorkomt ijdele ver
wachtingen, behoed tegen overijlde daden en
doet in het onvermijdelijke berusten.
De .twee groote moeilijkheden, waarvoor elk
Volk in een tijdsgewricht als het onze staat,
zijn deze, dat er twee groote stroomingen zijn,
welke tegen elkander inwerken en dat beide
zoo snel mogelijk ot resultaten willen komen.
In één opzicht heerscht overeenstemming, n.m.
hierin, dat het wereldhuishouden onherroepe
lijk is vastgeloopen; dat het „kapitalistische"
productiesysteem in den ouden vorm niet is te
handhaven; dat er nieuwe wegen voor nieuwe
welvaart moeten worden ingeslagen. Ook hier
omtrent bestaat in een vrij grooten kring een
stemmigheid, dat die gewenschte maatregelen
snel en radicaal moeten worden uitgevoerd.
De eene strooming wil de maatschappij in een
communistisch of collectivistisch huishouden
omzetten, uitgaande van den waan, dat de
gemeenschap uit zichzelf gezag, vrijheid, wel
vaart en alles, wat wij onder menschelijk ge
luk verstaan, voortbrengt. De andere stroo
ming, de fascistische, concentreert alle macht
in één persoon en ziet het heil van het individu
in het groot maken van den staat. Uit den
optrekkenden nevel boven de verlaten slagvel
den hebben wij deze ideeën vorm zien aanne
men. Heel duidelijk is de toestand nog niet;
alleen in Rusland heeft de nieuwe staat een
vrij vast beeld gekregen, zij het dan geen aan
trekkelijk. Maar zooals in alle belangrijke over
gangstijdperken in de geschiedenis hebben nieu
we ideeën en nieuwe bewindsvormen tijd noodig
voor groei en ontwikkeling en stolten tenslotte
vaak geheel anders dan oorspronkelijk ver
wacht werd.
Het dichtst in onze herinnering van alle
omwentelingen ligt nog de Fransche revolutie.
Hoe merkwaardig was haar uitwerking in Eu
ropa met de opflikkeringen van 1830 en 1848
nadat zij reeds in 1789 in Frankrijk uitgebro
ken was en hoe weinig was er in het. begin der
negentiende eeuw, dus ruim tien jaar na de
uitbarsting, nog van het bloedige werk der Ja-
cobijnen te zien? De invloed van deze revolutie
is in onze dagen nog merkbaar. Als daartegen
thans nieuwe, geheel tegengestelde ideeën op
komen, weten wij niet in welke richting deze
zullen groeien. Eéa ding schijnt echter vast
te staan n.m. dit, dat het internationalisme
voorloopig heeft afgedaan. Iedere staat sluit
zich in zichzelf op en zoekt kracht in eigen
ontwikkeling, draagt roem op eigen werkelijke
of vermeende grootheid zoekt naar voorziening
in behoeften door eigen bodemproducten of ei
gen industrie, propageert vóór alles het eigene
met uitsluiting van het vreemde. Of dit wer
kelijk een voordeel zal blijken, moet worden
afgewacht. Het internationalisme ha dzekerook
zijn gevaren; maar het groeien naar één we
reldhuishouden met behoud van het 1 ands
eigen had ongemeene aantrekkelijkheden en
heeft aan de wereld een periode van ongeken-
den bloei bezorgd. Maar de wijzers van den
tijd zijn niet tegen te houden; wanneer de
strooming in nationale richting gaat, zal het
goed zijn te volgen, al is het slechts uit lijfs
behoud.
Het inrichten van het staatshuishouden zoo
veel mogelijk op nationalen leest eischt echter,
vooral voor ons land, groote versobering. De
Nederlandsche levensstandaard behoorde de
laatste kwarteeuw tot de hoogste van de we
reld. Alleen met welvarende koloniën en rui
mer afzet op de wereldmarkt was dit hooge
peil te handhaven. Teruggetrokken tusschen
onze enge grenzen en gedwongen tot steun aan
overzeesche gewesten moet heel het levenspeil
omlaag, wil algeheele verarming van de massa
worden tegengehouden.
Zoolang deze bittere waarheden niet worden
ingezien is de grondslag voor een geleidelijken,
zij het langzamen opbouw niet aanwezig.
Zóó bezien moet iedereen begrijpen, dat de
oplossing niet met het importeeren van buiten-
Iandsche regeermethoden, noch met het invoe
ren van enkele radicale, het dageiyksche leven
ontwrichtende maatregelen, is te verkrijgen.
Heel de geschiedenis heeft altijd getoond, dat
de regeeringsv o r m voor de welvaart vrijwel
onverschillig is. In iederen staat, die in de
historie tot grooten bloei kwam, was het steeds
de volkskracht, die omhoog stuwde. In sober
heid en arbeidzaamheid werd meestal de grond
slag gelegd; daarop werd met succes verder
gebouwd. Iedere vordering prikkelde tot nieuwe
inspanning en tot scherpzinnigheid; de beste
geesten, de groote talenten, de leidende krach
ten kwamen boven en zóó werd, steen voor
steen, de cultuurstaat opgebouwd. Met politiek
alleen wordt geen welvaart gemaakt. Men kan
wel zingen met een Marseillaise, of een inter
nationale of een Horst Wessel-lied: le jour de
gloire est arrivé, of „zal morgen heerschen op
aard;" of wel „Der Tag für Freiheit und Brot
bricht an": rijkdom wordt niet met zingen en
met vaandels en marcheeren uit de straatstee-
nen gestampt, maar met arbeid, energie, ver
nuft, organisatievermogen, eensgezinde volks
kracht, soberheid, levenswil en levensdurf.
Dit alles zijn waarheden, die met meer vrucht
ter algemeene overweging zullen worden voor
gehouden, dan de dagelijks toenemende en voor
al de jeugd zoo aansprekende propaganda voor
buitenlandsche staatsvergoding of communis
tische levensgewoonten. Er zijn landen en vol
keren, waarop uitersten nu eenmaal geen vat
hebben. Nederland, Engeland, de Skandinavi-
sche landen hebben de Europeesche stormen
altijd getrotseerd. Ook thans zal het goed zijn
ons volk voor fascistischen en communistischen
import te vrijwaren als niet strookend met den
volksaard. Wie propaganda wil maken doe het
volgens de lijnen, die wij boven aangaven en die
altijd de basis voor blijvende en waarachtige
welvaart hebben gevormd: verhooging van de
volkskracht door soberheid en arbeidzaamheid,
prikkeling van de energie en het vernuft, saam-
hoorigheid zonder de persoonlijkheid te doo-
den. De weg is langzamer maar veiliger dan
Den Haag, 21 Juli
Minister Marchant heeft zich met het flair,
hetwelk zich gedurende een 33-jarige parle
mentaire loopbaan gepaard heeft aan zijn aan
geboren bekwaamheid en debatvaardigheid,
heengeslagen door de ongetwijfeld moeilijke
taak, die de verdediging van zijn bezuiniging
op het onderwijs hem op de schouders legde.
Hij heeft daarbij dit mag de hoofdstrekking
van zijn rede heeten vooral betoogd, dat de
nood der tijden nu eenmaal bezuiniging gebie
dend noodzakelijk maakt en dat de allereerste
eisch, om dit werk zoo goed mogelijk en met
zoo weinig mogelijk schade voor het onderwijs
te doen slagen, samenwerking is enver
trouwen in den bewindsman, die met de beste
en eerlijkste bedoelingen bezield is. Er is bij
hem, zoo riep de heer Marchant met nadruk
uit, geen sprake van eenig verzwegen oog
merk. En degenen, die hem zulk een oogmerk
buiten de Kamer alvast hebben toegedicht,
hebben daardoor een weinig Christelijke daad
gesteld. De Regeering heeft met de uiterste zorg
en de grootste eerlijkheid getracht, allerlei ge
voeligheden te ontzien en zij is geenszins voor
nemens, in dezen barren tijd een „frischen
fröhlichen Schulkrieg" te gaan ontketenen.
De tegenstanders hebben bij hunne propa-
die van radicalisme in welken vorm ook; want
de natuur maakt nu eenmaal geen sprongen en
natuurlijk geluk komt niet met schokken, maar
moet worden opgebouwd.
En hun die vragen, hoe men in dezen tijd
van verarming en werkloosheid over soberheid
en arbeidzaamheid kan spreken, geven wij een
volgenden keer antwoord.
HOMO SAPIENS
Op de kantoren der posterijen te Amster
dam, Alkmaar, Arnhem, Assen, Dordrecht,
's-Gravenhage, Groningen, Haarlem, 's-Herto-
genbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht,
Middelburg, Rotterdam, Utrecht en Zwolle zul
len met ingang van 24 Juli as. tot een be
perkt aantal houders voor rijwielbelasting-
merken, vergezeld van gebruiksaanwijzingen,
verkrijgbaar worden gesteld tegen den prijs
van 15 cent per stuk.
Het betreft hier een proefneming met een
nieuw soort houder, waarvan wordt verwacht,
dat diefstal van rijwielmerken er door zal kun-
worden voorkomen.
Omtrent de wijze waarop deze houders, in
dien de proef slaagt, voor het vervolg en dan
in grooter getale verkrijgbaar zullen worden
gesteld, is nog niets beslist.
De vraag of de distributie in het vervolg
mede zal kunnen geschieden door tusschen-
komst van den particulieren rijwielhandel zal
in overweging worden genomen, zoodra de re
sultaten der proefneming voldoende zullen
vaststaan..
Op de Waal, even boven Nijmegen, is het
jacht van den heer James uit Amsterdam op
een krib gevaren en onmiddellijk gezonken. De
vijf opvarenden, die blijkbaar niet voldoende
konden zwemmen, raakten te water en riepen
luidkeels om hulp. Dit werd gehoord door een
schipper, die met zijn boot in de onmiddellijke
nabijheid lag. De man roeide direct met een
bootje naar de drenkelingen en slaagde erin alle
vijf te redden.
Het jacht is gelicht en naar Amsterdam ge
sleept.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week alléén Zaterdag audiëntie verlee-
nen.
ganda teveel voorbijgezien, dat de gelijkstel
ling van bijzonder met openbaar onderwijs nog
niet gelijkheid beteekent, omdat het openbaar
onderwijs nu eenmaal de „vluchtheuvel" is voor
de minderheden. Daardoor hebben zij, het be-
zuinigingsontwerp beoordeelende, en met cij
fers bestokende, conclusies getrokken, die ge
heel afwijken van wat de Regeering bij de
uitvoering dezer wet voor oogen staat. Zij heb
ben daardoor een fictieve schade voor het bij
zonder onderwijs gezien, welke weliswaar zou
kunnen worden afgewend door het thans voor
gestelde af te wijzen, maar welke zich dan zou
omzetten in een reëele schade, veroorzaakt
door den steeds stijgenden nood der Schatkist
en tenslotte onvermijdelijk leidend tot veel
krasser en veel drastischer inhakken op het
onderwijs.
Dat het ontwerp strijden zou met de Grond
wet, heeft de Minister opnieuw ontkend. Men
schermt, aldus de heer Marchant, maar al te
veel met „den geest der Grondwet" en men
vergeet dan, dat we ons juist bij de Grond-
(Van onzen eigen verslaggever)
Nadat om kwart over tien in den ochtend van
Vrijdag de Lutine-vloot, bestaande uit de sleep
boot „Holland", twee pontons, dragende den 20
Meter hoogen kegelvormigen toren en één pon
ton met de onderdeelen van de schacht, alsmede
een vlet, onder groote belangstelling uit de ha
ven van West-Terschelling was vertrokken, voer
men met een kalme vaart van ongeveer twee
mijl naar de plaats, waar het wrak van de Lu-
tine onder zee en zand rust.
Omstreeks kwart over één kwam de Lutine-
vloot op de plaats van bestemming, waar zij,
westelijk van het wrak, voor anker ging. De
plek, waar de Lutine ligt is aangegeven door
een boei, terwijl verder door water en zand in
den bestaanden roestklomp op den bodem van
het wrak, waaronder het goud rust, een lange
ijzeren buis is gedreven, die boven den zee
spiegel uitsteekt.
Zooals men weet is reeds in Mei door middel
van pulsen de juiste ligging van het wrak nauw
keurig afgezocht en in kaart gebracht. Met be
hulp van boei en bakens was men dus volko
men georiënteerd.
Bij aankomst van de Lutine-vloot wachtte
echter de eerste teleurstelling. De zandzuiger
„Neptunus", die reeds sedert Woensdag boven
de Lutine zand ruimde om den zeebodem te
effenen, had in den voormiddag zijn zuigbuis
gebroken.
De Engelsche zeekapitein Thylor Cray, die
door „Lloyds" is aangewezen om het bergings
werk te leiden, liet de „Neptunus" naar Ter
schelling terugstoomen om vervangen te wor
den door den zandzuiger „Texel" welke op Ter
schelling in reserve lag.
Om drie uur kwam de „Texel" bij de „Lu
tine". Het weer was thans uitstekend. Een licht
Z.-Oostelijk briesje rimpelde nauwelijks de zee,
wet, die immers geschreven is, om zoo scherp
mogelijk de grondlijnen van ons staatsbestel
te trekken, niet te los van de letter moeten
maken. Ten hoogste mag ter interpellatie van
die letter de wordingshistorie der verschillende
artikelen worden aangehaald. Maar „de geest"
is een veel te rekbaar begrip.
Wat de distributie der kinderen over de be
staande schoolruimte betreft de noodzake
lijke aanvulling van den maatregel, die den
scholenbouw stopzet heeft de Minister ver
klaard, dat daarvoor geen wetgeving noodig is.
Dat geschiedt nu reeds. En verder is hij, zijn
betoog af en toe met geestige zetten vullend,
die soms even beneden het peil van de re-
geeringstafel waren, ingegaan op allerlei on
derdeelen, waaromtrent in den korten tijd, ons
ter beschikking, bezwaarlijk kan worden uit
geweid.
Met grooten nadruk den heer Suring verze
kerend, dat de wet zóó zal worden toegepast,
dat geen enkel kind van ouders, die bijzonder
onderwijs prefereeren, naar een openbare
school zal moeten, heeft hij bovendien nog ver
schillende concessies gedaan, door diverse
amendementen over te nemen. Zoo is door
overneming van een amendement-Zijlstra en
een subamendement-Suring het artikel 3 be
treffende de minima voor stichting eener bij
zondere school gewijzigd. Op het eerste lid, dat
de nieuwe minima anderhalf maal zoo hoog
stelt als de oude, volgt thans: „Onder het
aantal leerlingen, waarop de verklaring, be
doeld in het eerste lid van dit artikel betrek
king heeft, worden niet medegerekend leerlin
gen, die de door hen bezochte gelijksoortige
bijzondere school zouden verlaten, doch voor
wie in die school, in de voor hen bestemde
klasse, plaatsruimte beschikbaar zoude blijven,
tenzij aanzienlijke toeneming of belangrijke
verplaatsing van de bevolking in eenig deel der
gemeente of andere gewichtige omstandighe
den tot de stichting aanleiding geven."
En het derde luidt thans: In afwijking
van het bepaalde in het vorige lid worden wel
medegerekend leerlingen, die de door hen be
zochte gelijksoortige bijzondere school zouden
verlaten, indien de woning dier kinderen meer
dan vijf kilometer van de door hen bezochte
gelijksoortige bijzondere school is verwijderd en
zij de door hen te verlaten school reeds gedu
rende zes maanden bezocht hebben."
Van principieele beteekenis was evenzeer de
overneming van een amendement-Tilanus
op art. 4, waardoor voorkomen wordt, dat bij
de beoordeeling van de instandhoudingskosten
van art. 101 der L. O.-wet ook het aanschaffen
van meubelen in aanmerking wordt gebracht.
Tenslotte is door den minister wij laten
minder belangrijke wijzigingen nu terzijde
waar de stroom bij de kentering van het tij
vrijwel tot stilstand was gekomen.
Er stond op dat oogenblik namelijk anderhal-
ven meter water boven het wrak.
Inmiddels was ook de oude veerboot van Vlie
land, welke zeer weinig diepgang heeft ter
plaatse verschenen. Deze nam hier de dubbele
pontons met den toren van de „Holland" over,
terwijl genoemde sleepboot met de derde pon
ton, waarop de schachtdeelen staan opgesteld,
op eenigen afstand bleef wachten.
Het was de bedoeling, dat de motorboot de
dubbele ponton met den toren boven het wrak
sleepte, waarna met de vlet in vier richtingen
ankers zouden worden uitgeworpen, zoodat al
les onwrikbaar op zijn plaats bleef.
Omstreeks vier uur wakkerde de wind, die
geleidelijk naar het N.-Oosten was gekropen
aan en begon de golven onrustbarend te kuiven
en te brullen.
Was het aanvankelijk de opzet omstreeks twee
uur den toren te laten zakken, weer en tij
maakten uitstel tot omstreeks half negen nood
zakelijk, totdat opnieuw verbetering zou zijn
ingetreden.
Tot op het oogenblik van het afzenden van
dit bericht waren de omstandigheden echter
nog niet gunstig gebleken en ofschoon de ken
tering van het tij alweer lang gepasseerd is,
wacht men nog steeds op het geschikte oogen
blik om de werkzaamheden voort te zetten.
De algemeene weersgesteldheid die zich in den
vooravond nog even ongunstig liet aanzien
er dreigde een onweer en de atmosfeer was zeer
broeiend werd tegen den nacht weer vrij
behoorlijk.
De bergingsvloot bleef met den toren boven
het wrak. Men is optimistisch gestemd, al heeft
de eerste aanval geleerd, dat het weer veel tijd
zal vorderen.
Nader seint men ons uit Terschelling:
Omstreeks vijf uur Vrijdagmiddag was men
erin geslaagd den kegel op zijn plaats te bren
gen boven het gat, een uiterst nauwkeurig
werk, dat op een decimeter nauwkeurig moest
geschieden. Thans was het wachten op de ken
tering van het getij, welke omstreeks acht uur
zou intreden. Om zeven uur draaide de wind
weer naar het Oosten en een regenbuitje hielp
mee om de roerige zee wat te kalmeeren. In
een halve boog lagen thans de bergingsvaar
tuigen om den kegel de „Holland" met het der
de ponton, de „Texel", de „Volharding" en de
motorboot ..Vlielandia", terwijl motorvletten de
laatste voorbereidingen troffen, en het perso
neel van de verschillende booten over en weer
brachten. Bepaald was, dat de „Texel" en
De Alg. R.K. Werkgeversvereniging, het
R.K. Werkliedenverbond, de Ned. R.K. Boeren-
en Tuindersbond, en de Ned. R.K. Midden
standsbond hebben het volgende adres gezon
den aan dr. H. Colijn, voorzitter van den Raad
van Ministers:
Bij het optreden van het nieuwe Kabinet
onder Uwe leiding, stellen wij er prijs op U
ervan in kennis te stellen, dat de vier R.K.
centrale standsorganisaties in ons land, tewe-
ten: de Algemeene R.K. Werkgeversvereeni
ging, het R.K. Werkliedenverbond, de Nederl.
R.K. Boeren- en Tuindersbond en de Nederl.
R.K. Middenstandsbond, eenigen tijd geleden
uit haar midden een Crisis-Commissie hebben
benoemd, welke zich onder meer tot doel stelt
aan de Regeering wenschen kenbaar te maken
ten opzichte van de werkverruiming.
Adressanten achten het werkloosheidscijfer
en den daaruit voortvloeienden druk op de be
volking en de schatkist dusdanig angstwekkend,
dat geen middel mag worden verzuimd om het
voorhanden werk op de meest doelmatige wijze
uit te voeren. Zij betreuren het daarom, dat de
vorige Regeering teruggekomen is op Haar aan
vankelijk voornemen om het bruggencomplex
RotterdamDordrechtMoerdijk en Hendrik-
Ido-Ambacht te doen financieren en uitvoeren
door een particuliere maatschappij.
Wy vreezen, dat het gewijzigd standpunt van
het vorige Kabinet aanleiding geven zal tot
vertraging in de uitvoering van deze voor de
noodlijdende metaalnijverheid evenals voor de
bouwondernemingen zoo uiterst belangrijke
plannen.
Wij vragen u met allen aandrang om tot den
eersten opzet terug te keeren.
Het mobiel maken van het particuliere kapi
taal dient in dezen tijd meer dan anders door
de Regeering te worden geprikkeld.
Het voorbeeld, dat hier gegeven zou kunnen
worden, zal wellicht niet nalaten ook elders na
volging te vinden.
Het is op deze gronden, dat adressanten u
verzoeken uw invloed te willen aanwenden om
dit object van werkverruiming met de grootste
voortvarendheid ter hand te doen nemen.
„Volharding" zouden blijven wachten, om als
de kegel op den bodem der zee rustte en de
pompen op de schacht in werking werden ge
steld, buiten tegen den kegelwand zand te
zuigen ter bevordering van de stabiliteit. O m
acht uur bereikte de spanning haar
hoogtepunt. Nog zweefde het stalen mon
ster boven het water, waarin het enkele oogen-
blikken later zou neerkomen. Twee lieren he-
schen den kegel iets omhoog, de staaldraden
en de houten stutten, die de onderzijde in be
dwang hielden, werden verwijderd. Twaalf
staaldraden, die langzaam op commando wer
den gevierd, lieten thans het rood-geschilder-
de gevaarte onder den zeespiegel zakken. De
strakgespannen kabels trilden onder den zwa-
ren last, doch alles verliep zonder incidenten.
Om 9.40 uur rustte de kegel op den bodem
der zee, doch helde iets zijwaarts tengevolge
van het feit, dat de kuil, die de zandzuiger
„Neptunus" des morgens had gezogen, door de
averfj van dit schip niet voltooid was ge
worden.
Bij het licht van schijnwerpers begon thans
de zandzuiger „Volharding" aan de buitenzijde
van den kegel het zand gelijk te zuigen, zoodat
het gevaarte langzaam zijn rechten stand her
kreeg.
Van het weer zal het afhangen, of de werk
zaamheden vandaag worden voortgezet.
Voor de zooveelste maal is op 't goud-eiland
Terschelling alarm geblazen. De bergingsvloot
van de „Lutine" ligt onder stoom. De generale
staf in Hotel Wap wordt nerveus: zal ^ïet er
nu van komen? Het weer is gunstig geacht
Donderdagavond, Vrijdagmorgen nog, maar de
wind blijft wispelturig en misschien wordt het
toch niets.
Nu schijnt het groote oogenblik dan einde
lijk te zijn aangebroken. Er kwam groote stel
ligheid in de mededeelingen, die van de druk
bezette Terschellinger telefoons den lande in-
nog overgenomen een amendement Tilanus-de
Geer op art. 2, dat de strekking had, strijd tus
schen dit artikel en de Grondwet, die inderdaad
bestond, weg te nemen. Thans is gezorgd, dat
aan den eisch van art. 195, lid 4, der Grondwet,
die overal en steeds de mogelijkheid, om open
baar onderwijs te volgen, vordert, ten volle is
voldaan.
De Kamer heeft zich door de warreling van
amendementen en Regeeringswijzigingen vlot
heengewerkt. En alleen was er af en toe weer
stagnatie door gewichtigheden van de commu
nistische fractie, waar de nieuweling Schalker
telkens, als hij even kans zag, iets verklaren
moest of een overbodige stemming afdwong! De
heden geïnstalleerde re-
volutionnair-socialist
Sneevliet, zoo uit de ge
vangenis, heeft bovendien
een vrij pathetisch voor
gedragen klacht geuit,
dat de huishoudelijke com_
missie der Kamer gewei
gerd heeft, hem in de ge
vangenis de Kamerstuk
ken toe te sturen, waar
door hij zich niet had
kunnen voorbereiden.
Vermoedelijk zal deze
afgevaardigde (die even
min als'de communisten
door den president met zijne benoeming geluk-
gewenscht werd, zooals bij installaties gebrui
kelijk is) óók wel gehoopt hebben, dat hü reeds
vóór zijn installatie ook het vrij abonnement op
de spoorwegen en de schadevergoeding ge
kregen zou hebben!
De bezuiniging op het onderwijs is tenslotte
aanvaard met 72 tegen 3 communistische
stemmen.
De interpellatie-Knottenbelt gaat niet door.
De aanvraag is ingetrokken, nadat de voorzit
ter gewezen had op het feit, dat zij in deze zit
ting tóch niet meer in behandeling komen kon
en dat in het najaar bij de begrooting uitvoe
rig met den Minister van Justitie kan worden
gesproken over de maatregelen, die kunnen
worden getroffen tegen Volksvertegenwoordi
gers, die met hun eed of belofte van trouw aan
de Grondwet spelen.
Op het debat over de Landbouwcrisiswet ko
men wij naar aanleiding van de avondvergade
ring terug. Het nam reeds 's middags te bont
geschakeerd, om „overzichtelijk" te zijn een
aanvang.
H. Sneevliet.
vlogen. En ook de weifelaars, ofschoon met
een half oog naar de broeiige lucht en den
noordwaarts gebarenden weerhaan, namen 'n
besluit en gingen.
Het historisch oogenblik scheen aangebroken.
Een helblauwe lucht met ijle windveeren
spant zich boven de Waddenzee, die rimpelgol-
ven trekt in het wakkere briesje. De zon strooit
zilveren schittering over het water, dat zich aan
den horizon verliest in lichtgrijze sluiers. Met
regelmatig machine-gestamp kiest de Terschel
linger boot, de „Minister Kraus" zijn weg door
de veilige geulen. Het is het laatste traject van
de lange, afwisselende reis met trein en boot
over Enkhuizen, Stavoren, Leeuwarden en Har-
iingen naar het verre goudland.
Onze boot wordt bevolkt door een bont ge
zelschap. Er zijn toeristen, fotografen, journa
listen; tusschendeks staat een jonge koe en loeit
weemoedig in de richting der wijkende Friesche
kust. Wordt zij het vetgemeste kalf, dat de
feesttafel zal sieren als straks op Terschelling
de buit binnen is? In nauwe kratten kakelen
kippen en er reist ook een auto mee, gestuwd
tusschen de meest fantastische lading, die zoo
wat alles omvat wat de eilandelijke samen
leving van Terschelling voor een etmaal noodig
heeft.
Aan den heiïgen kim maakt zich langzaam
het silhouet van Vlieland los. Hoog en breed is
de heuveling van het duinprofiel; een ijl toren
spitsje als teekenend opstijgpunt. wy laten Vlie
land links liggen en in den bocht van het
Schuitegat doemt nu Terschelling op, blank ge
accentueerd door het zand van den Dellewal,
berwyi de Brandaris forsch torent boven de lijn
der duinkoppen. Uit de Vliesloot een onzicht
baar zystraatje tusschen de platen komt nu
de Vlieboot de „Kraus" tegemoet, om in mid
denzee passagiers en post voor Vlieland over te
nemen.
Rechts vooruit, tusschen den Oosthoek van
Vlieland en den zandigen uitlooper van den
Noordvaarder, even buiten de lijn der eilan
den, onderscheidt men nu duidelijk vage sil
houetten aan de kim: schepen en een vreemd
soortig kubusvormig gevaarte, den toren van
Beckers. De vloot der Lutine-bergers heeft dus
zee gekozen en ligt boven het wrak. De aanval
is begonnen!
Aan boord kruisen elkaar de geruchten. De
Lutine-bergers zouden malheur hebben gehad
aan een der schachtbuizen. Het werk zou voor
noodzakeiyke reparatie worden opgeschort. La
ter, stellen anderen gerust, dat het alleen een
schoorsteen is van de sleepboot „Neptunus". Zoo
betreden wij het eiland Terschelling in groote
spanning nog voor de komende gebeurtenissen.