'x Boven het „Lutine"-goud Ontwerp-Marchant aanvaard 't Geluk komt niet met sprongen Crisis-commissie NA KRACHTIG PLEIDOOI BERGINGSVLOOT IN ZEE ZATERDAG 22 JULI Eenige amendementen overgenomen Booze geruchten Voor werkverruiming LEEKEPREEKEN OP ZOEK NAAR VERZONKEN GOUD De berging van den inhoud van het wrak der „Lu tine" bij Terschelling. De bergingstoren op het wrak in zee neergelaten De stijgende nood van de schat kist gebiedt nu eenmaal bezuiniging DE NIEUWE RIJWIELMERKEN OP EEN KRIB GEVAREN Jacht op de Waal gezonken Audiëntie TWEEDE KAMER Mr. Hl. P. Marchant De geest der Grondwet Na weken en maanden wachten is het groote oogenblik aan gebroken Concessies Amendement-T ilanus Adres van de vier katholieke standsorganisaties aan den Minister-president Sneevliet geïnstalleerd Interpellatie Knottenbelt Lutine-bergers in zicht Wij wijden aan den briefschrijver, wiens betoog wij in onze vorige beschouwing afdrukten, zooveel aandacht, omdat wij uit ervaring weten, dat hij de meening van zeer velen verkondigde. Na een periode van langzaam stijgende wel vaart en van bestaanszekerheid, ook voor mil- lioenen kapitaalloozen, kwam in 1914 de groote oorlog en wierp het geheele economische leven ten onderste boven. Achteraf is eerst recht ge bleken hoe taai het zoogenaamde kapitalisti sche productiesysteem was en over welke on noemelijke reserves het beschikte, het systeem, Waaronder aan het einde van de vorige en in het begin van deze eeuw zoo groote welvaart werd bereikt. Nu immers zien wij eerst, dat het stelsel in zijn uitwassen tot groote fouten voer de; wij zien ook, dat de oorlog er de zwakke plekken van bloot legde en dat de wereld op de oude basis zeker niet kan voortleven. Dit besef is echter slechts heel langzaam gekomen. Wij zijn nu vijftien jaar na het sluiten van den vrede. In dien tusschentijd heeft de wereld groote en kleinere crises meegemaakt, waarvan de economie-profeten voorspelden: heb slechts geduld; zóó is het altijd gegaan, met ups en downs komen wij er weer boven op! Er waren anderen, die van een totale inzinking van ons Wereldhuishouden spraken; die trachtten te be wijzen, dat de maatschappij door den vierjari gen oorlog verarmd was en dat nieuwe wel vaart alleen op den langen duur en in een andere constructie te bereiken zou zijn. Maar deze laatsten werden niet geloofd. Eerst moest de crisis van 1930 komen en drie jaar lang al dieper en dieper doorwerken eer de waarheid werd ingezien en aanvaard. Thans wordt een uitspraak van minister Colijn, dat deze crisis geen voorbijgaand verschijnsel maar een con structieve verandering van de maatschappij is, als een wijs woord aanhoord en verder ver spreid. Tien, twaalf jaar geleden is door an deren hetzelfde gezegd: zij werden niet ge hoord; niemand denkt er zelfs meer aan. Wie geluk voorspelt wordt geloofd, ook al is het nog zoo dwaas en wie een waarheid als een koe vertelt op een oogenblik, dat alle feiten hem gelijk geven, is een wijs man. Waarom wij dit ophalen? Duizenden zoeken in dezen tijd om oplossing voor economische problemen en voor vragen omtrent maatschap pelijke verhoudingen. Er gaat zooveel scheef, er is zooveel wankel; er heerscht zulk een dikke duisternis; er is zoo weinig perspectief, dat dit vragen en zoeken verklaarbaar is. Eveneens is begrijpelijk, dat men naar experi menten in het buitenland wijst, waar regeerin gen zijn weggejaagd en anderen zijn gekozen; waar een „sterke man" naar de macht heeft gegrepen; waar in het staatshuishouden aller lei nieuwe methoden worden beproefd. Dan komen velen er toe om aldus te redeneeren: het gaat ons slecht; alle financieele en eco nomische profeten blijken bedriegers of onwe tende^ te zijn geweest; er moet iets gebeuren, alvorens wij geheel verzinken: laat ons daden zien! Tegen deze stemming, die in verschil lende landen tot een bloedige of onbloedige revolutie heeft geleid, zouden wij willen waar schuwen. Wat wij noodig hebben zijn niet pro feten of zoogenaamd sterke mannen, maar wel heldere koppen en krachtige regeerders in de leiding; en bij het publiek: objectieve waar neming en kennis der historie. „In t verleden ligt het heden, in het nu wat komen zal." Er zouden niet zooveel vergissingen zijn be gaan en niet zooveel teleurstellingen zijn op- geloopen, wanneer de wensch maar niet de va der der gedachte was geweest en gebrek aan historiekennis maar niet de verschijnselen van de laatste jaren als iets ongehoords had aan gezien. Een nuchtere beschouwing van de din gen om ons heen, gepaard aan een diepe ken nis van den groei der maatschappelijke ver houdingen in het verleden, voorkomt ijdele ver wachtingen, behoed tegen overijlde daden en doet in het onvermijdelijke berusten. De .twee groote moeilijkheden, waarvoor elk Volk in een tijdsgewricht als het onze staat, zijn deze, dat er twee groote stroomingen zijn, welke tegen elkander inwerken en dat beide zoo snel mogelijk ot resultaten willen komen. In één opzicht heerscht overeenstemming, n.m. hierin, dat het wereldhuishouden onherroepe lijk is vastgeloopen; dat het „kapitalistische" productiesysteem in den ouden vorm niet is te handhaven; dat er nieuwe wegen voor nieuwe welvaart moeten worden ingeslagen. Ook hier omtrent bestaat in een vrij grooten kring een stemmigheid, dat die gewenschte maatregelen snel en radicaal moeten worden uitgevoerd. De eene strooming wil de maatschappij in een communistisch of collectivistisch huishouden omzetten, uitgaande van den waan, dat de gemeenschap uit zichzelf gezag, vrijheid, wel vaart en alles, wat wij onder menschelijk ge luk verstaan, voortbrengt. De andere stroo ming, de fascistische, concentreert alle macht in één persoon en ziet het heil van het individu in het groot maken van den staat. Uit den optrekkenden nevel boven de verlaten slagvel den hebben wij deze ideeën vorm zien aanne men. Heel duidelijk is de toestand nog niet; alleen in Rusland heeft de nieuwe staat een vrij vast beeld gekregen, zij het dan geen aan trekkelijk. Maar zooals in alle belangrijke over gangstijdperken in de geschiedenis hebben nieu we ideeën en nieuwe bewindsvormen tijd noodig voor groei en ontwikkeling en stolten tenslotte vaak geheel anders dan oorspronkelijk ver wacht werd. Het dichtst in onze herinnering van alle omwentelingen ligt nog de Fransche revolutie. Hoe merkwaardig was haar uitwerking in Eu ropa met de opflikkeringen van 1830 en 1848 nadat zij reeds in 1789 in Frankrijk uitgebro ken was en hoe weinig was er in het. begin der negentiende eeuw, dus ruim tien jaar na de uitbarsting, nog van het bloedige werk der Ja- cobijnen te zien? De invloed van deze revolutie is in onze dagen nog merkbaar. Als daartegen thans nieuwe, geheel tegengestelde ideeën op komen, weten wij niet in welke richting deze zullen groeien. Eéa ding schijnt echter vast te staan n.m. dit, dat het internationalisme voorloopig heeft afgedaan. Iedere staat sluit zich in zichzelf op en zoekt kracht in eigen ontwikkeling, draagt roem op eigen werkelijke of vermeende grootheid zoekt naar voorziening in behoeften door eigen bodemproducten of ei gen industrie, propageert vóór alles het eigene met uitsluiting van het vreemde. Of dit wer kelijk een voordeel zal blijken, moet worden afgewacht. Het internationalisme ha dzekerook zijn gevaren; maar het groeien naar één we reldhuishouden met behoud van het 1 ands eigen had ongemeene aantrekkelijkheden en heeft aan de wereld een periode van ongeken- den bloei bezorgd. Maar de wijzers van den tijd zijn niet tegen te houden; wanneer de strooming in nationale richting gaat, zal het goed zijn te volgen, al is het slechts uit lijfs behoud. Het inrichten van het staatshuishouden zoo veel mogelijk op nationalen leest eischt echter, vooral voor ons land, groote versobering. De Nederlandsche levensstandaard behoorde de laatste kwarteeuw tot de hoogste van de we reld. Alleen met welvarende koloniën en rui mer afzet op de wereldmarkt was dit hooge peil te handhaven. Teruggetrokken tusschen onze enge grenzen en gedwongen tot steun aan overzeesche gewesten moet heel het levenspeil omlaag, wil algeheele verarming van de massa worden tegengehouden. Zoolang deze bittere waarheden niet worden ingezien is de grondslag voor een geleidelijken, zij het langzamen opbouw niet aanwezig. Zóó bezien moet iedereen begrijpen, dat de oplossing niet met het importeeren van buiten- Iandsche regeermethoden, noch met het invoe ren van enkele radicale, het dageiyksche leven ontwrichtende maatregelen, is te verkrijgen. Heel de geschiedenis heeft altijd getoond, dat de regeeringsv o r m voor de welvaart vrijwel onverschillig is. In iederen staat, die in de historie tot grooten bloei kwam, was het steeds de volkskracht, die omhoog stuwde. In sober heid en arbeidzaamheid werd meestal de grond slag gelegd; daarop werd met succes verder gebouwd. Iedere vordering prikkelde tot nieuwe inspanning en tot scherpzinnigheid; de beste geesten, de groote talenten, de leidende krach ten kwamen boven en zóó werd, steen voor steen, de cultuurstaat opgebouwd. Met politiek alleen wordt geen welvaart gemaakt. Men kan wel zingen met een Marseillaise, of een inter nationale of een Horst Wessel-lied: le jour de gloire est arrivé, of „zal morgen heerschen op aard;" of wel „Der Tag für Freiheit und Brot bricht an": rijkdom wordt niet met zingen en met vaandels en marcheeren uit de straatstee- nen gestampt, maar met arbeid, energie, ver nuft, organisatievermogen, eensgezinde volks kracht, soberheid, levenswil en levensdurf. Dit alles zijn waarheden, die met meer vrucht ter algemeene overweging zullen worden voor gehouden, dan de dagelijks toenemende en voor al de jeugd zoo aansprekende propaganda voor buitenlandsche staatsvergoding of communis tische levensgewoonten. Er zijn landen en vol keren, waarop uitersten nu eenmaal geen vat hebben. Nederland, Engeland, de Skandinavi- sche landen hebben de Europeesche stormen altijd getrotseerd. Ook thans zal het goed zijn ons volk voor fascistischen en communistischen import te vrijwaren als niet strookend met den volksaard. Wie propaganda wil maken doe het volgens de lijnen, die wij boven aangaven en die altijd de basis voor blijvende en waarachtige welvaart hebben gevormd: verhooging van de volkskracht door soberheid en arbeidzaamheid, prikkeling van de energie en het vernuft, saam- hoorigheid zonder de persoonlijkheid te doo- den. De weg is langzamer maar veiliger dan Den Haag, 21 Juli Minister Marchant heeft zich met het flair, hetwelk zich gedurende een 33-jarige parle mentaire loopbaan gepaard heeft aan zijn aan geboren bekwaamheid en debatvaardigheid, heengeslagen door de ongetwijfeld moeilijke taak, die de verdediging van zijn bezuiniging op het onderwijs hem op de schouders legde. Hij heeft daarbij dit mag de hoofdstrekking van zijn rede heeten vooral betoogd, dat de nood der tijden nu eenmaal bezuiniging gebie dend noodzakelijk maakt en dat de allereerste eisch, om dit werk zoo goed mogelijk en met zoo weinig mogelijk schade voor het onderwijs te doen slagen, samenwerking is enver trouwen in den bewindsman, die met de beste en eerlijkste bedoelingen bezield is. Er is bij hem, zoo riep de heer Marchant met nadruk uit, geen sprake van eenig verzwegen oog merk. En degenen, die hem zulk een oogmerk buiten de Kamer alvast hebben toegedicht, hebben daardoor een weinig Christelijke daad gesteld. De Regeering heeft met de uiterste zorg en de grootste eerlijkheid getracht, allerlei ge voeligheden te ontzien en zij is geenszins voor nemens, in dezen barren tijd een „frischen fröhlichen Schulkrieg" te gaan ontketenen. De tegenstanders hebben bij hunne propa- die van radicalisme in welken vorm ook; want de natuur maakt nu eenmaal geen sprongen en natuurlijk geluk komt niet met schokken, maar moet worden opgebouwd. En hun die vragen, hoe men in dezen tijd van verarming en werkloosheid over soberheid en arbeidzaamheid kan spreken, geven wij een volgenden keer antwoord. HOMO SAPIENS Op de kantoren der posterijen te Amster dam, Alkmaar, Arnhem, Assen, Dordrecht, 's-Gravenhage, Groningen, Haarlem, 's-Herto- genbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Utrecht en Zwolle zul len met ingang van 24 Juli as. tot een be perkt aantal houders voor rijwielbelasting- merken, vergezeld van gebruiksaanwijzingen, verkrijgbaar worden gesteld tegen den prijs van 15 cent per stuk. Het betreft hier een proefneming met een nieuw soort houder, waarvan wordt verwacht, dat diefstal van rijwielmerken er door zal kun- worden voorkomen. Omtrent de wijze waarop deze houders, in dien de proef slaagt, voor het vervolg en dan in grooter getale verkrijgbaar zullen worden gesteld, is nog niets beslist. De vraag of de distributie in het vervolg mede zal kunnen geschieden door tusschen- komst van den particulieren rijwielhandel zal in overweging worden genomen, zoodra de re sultaten der proefneming voldoende zullen vaststaan.. Op de Waal, even boven Nijmegen, is het jacht van den heer James uit Amsterdam op een krib gevaren en onmiddellijk gezonken. De vijf opvarenden, die blijkbaar niet voldoende konden zwemmen, raakten te water en riepen luidkeels om hulp. Dit werd gehoord door een schipper, die met zijn boot in de onmiddellijke nabijheid lag. De man roeide direct met een bootje naar de drenkelingen en slaagde erin alle vijf te redden. Het jacht is gelicht en naar Amsterdam ge sleept. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week alléén Zaterdag audiëntie verlee- nen. ganda teveel voorbijgezien, dat de gelijkstel ling van bijzonder met openbaar onderwijs nog niet gelijkheid beteekent, omdat het openbaar onderwijs nu eenmaal de „vluchtheuvel" is voor de minderheden. Daardoor hebben zij, het be- zuinigingsontwerp beoordeelende, en met cij fers bestokende, conclusies getrokken, die ge heel afwijken van wat de Regeering bij de uitvoering dezer wet voor oogen staat. Zij heb ben daardoor een fictieve schade voor het bij zonder onderwijs gezien, welke weliswaar zou kunnen worden afgewend door het thans voor gestelde af te wijzen, maar welke zich dan zou omzetten in een reëele schade, veroorzaakt door den steeds stijgenden nood der Schatkist en tenslotte onvermijdelijk leidend tot veel krasser en veel drastischer inhakken op het onderwijs. Dat het ontwerp strijden zou met de Grond wet, heeft de Minister opnieuw ontkend. Men schermt, aldus de heer Marchant, maar al te veel met „den geest der Grondwet" en men vergeet dan, dat we ons juist bij de Grond- (Van onzen eigen verslaggever) Nadat om kwart over tien in den ochtend van Vrijdag de Lutine-vloot, bestaande uit de sleep boot „Holland", twee pontons, dragende den 20 Meter hoogen kegelvormigen toren en één pon ton met de onderdeelen van de schacht, alsmede een vlet, onder groote belangstelling uit de ha ven van West-Terschelling was vertrokken, voer men met een kalme vaart van ongeveer twee mijl naar de plaats, waar het wrak van de Lu- tine onder zee en zand rust. Omstreeks kwart over één kwam de Lutine- vloot op de plaats van bestemming, waar zij, westelijk van het wrak, voor anker ging. De plek, waar de Lutine ligt is aangegeven door een boei, terwijl verder door water en zand in den bestaanden roestklomp op den bodem van het wrak, waaronder het goud rust, een lange ijzeren buis is gedreven, die boven den zee spiegel uitsteekt. Zooals men weet is reeds in Mei door middel van pulsen de juiste ligging van het wrak nauw keurig afgezocht en in kaart gebracht. Met be hulp van boei en bakens was men dus volko men georiënteerd. Bij aankomst van de Lutine-vloot wachtte echter de eerste teleurstelling. De zandzuiger „Neptunus", die reeds sedert Woensdag boven de Lutine zand ruimde om den zeebodem te effenen, had in den voormiddag zijn zuigbuis gebroken. De Engelsche zeekapitein Thylor Cray, die door „Lloyds" is aangewezen om het bergings werk te leiden, liet de „Neptunus" naar Ter schelling terugstoomen om vervangen te wor den door den zandzuiger „Texel" welke op Ter schelling in reserve lag. Om drie uur kwam de „Texel" bij de „Lu tine". Het weer was thans uitstekend. Een licht Z.-Oostelijk briesje rimpelde nauwelijks de zee, wet, die immers geschreven is, om zoo scherp mogelijk de grondlijnen van ons staatsbestel te trekken, niet te los van de letter moeten maken. Ten hoogste mag ter interpellatie van die letter de wordingshistorie der verschillende artikelen worden aangehaald. Maar „de geest" is een veel te rekbaar begrip. Wat de distributie der kinderen over de be staande schoolruimte betreft de noodzake lijke aanvulling van den maatregel, die den scholenbouw stopzet heeft de Minister ver klaard, dat daarvoor geen wetgeving noodig is. Dat geschiedt nu reeds. En verder is hij, zijn betoog af en toe met geestige zetten vullend, die soms even beneden het peil van de re- geeringstafel waren, ingegaan op allerlei on derdeelen, waaromtrent in den korten tijd, ons ter beschikking, bezwaarlijk kan worden uit geweid. Met grooten nadruk den heer Suring verze kerend, dat de wet zóó zal worden toegepast, dat geen enkel kind van ouders, die bijzonder onderwijs prefereeren, naar een openbare school zal moeten, heeft hij bovendien nog ver schillende concessies gedaan, door diverse amendementen over te nemen. Zoo is door overneming van een amendement-Zijlstra en een subamendement-Suring het artikel 3 be treffende de minima voor stichting eener bij zondere school gewijzigd. Op het eerste lid, dat de nieuwe minima anderhalf maal zoo hoog stelt als de oude, volgt thans: „Onder het aantal leerlingen, waarop de verklaring, be doeld in het eerste lid van dit artikel betrek king heeft, worden niet medegerekend leerlin gen, die de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school zouden verlaten, doch voor wie in die school, in de voor hen bestemde klasse, plaatsruimte beschikbaar zoude blijven, tenzij aanzienlijke toeneming of belangrijke verplaatsing van de bevolking in eenig deel der gemeente of andere gewichtige omstandighe den tot de stichting aanleiding geven." En het derde luidt thans: In afwijking van het bepaalde in het vorige lid worden wel medegerekend leerlingen, die de door hen be zochte gelijksoortige bijzondere school zouden verlaten, indien de woning dier kinderen meer dan vijf kilometer van de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school is verwijderd en zij de door hen te verlaten school reeds gedu rende zes maanden bezocht hebben." Van principieele beteekenis was evenzeer de overneming van een amendement-Tilanus op art. 4, waardoor voorkomen wordt, dat bij de beoordeeling van de instandhoudingskosten van art. 101 der L. O.-wet ook het aanschaffen van meubelen in aanmerking wordt gebracht. Tenslotte is door den minister wij laten minder belangrijke wijzigingen nu terzijde waar de stroom bij de kentering van het tij vrijwel tot stilstand was gekomen. Er stond op dat oogenblik namelijk anderhal- ven meter water boven het wrak. Inmiddels was ook de oude veerboot van Vlie land, welke zeer weinig diepgang heeft ter plaatse verschenen. Deze nam hier de dubbele pontons met den toren van de „Holland" over, terwijl genoemde sleepboot met de derde pon ton, waarop de schachtdeelen staan opgesteld, op eenigen afstand bleef wachten. Het was de bedoeling, dat de motorboot de dubbele ponton met den toren boven het wrak sleepte, waarna met de vlet in vier richtingen ankers zouden worden uitgeworpen, zoodat al les onwrikbaar op zijn plaats bleef. Omstreeks vier uur wakkerde de wind, die geleidelijk naar het N.-Oosten was gekropen aan en begon de golven onrustbarend te kuiven en te brullen. Was het aanvankelijk de opzet omstreeks twee uur den toren te laten zakken, weer en tij maakten uitstel tot omstreeks half negen nood zakelijk, totdat opnieuw verbetering zou zijn ingetreden. Tot op het oogenblik van het afzenden van dit bericht waren de omstandigheden echter nog niet gunstig gebleken en ofschoon de ken tering van het tij alweer lang gepasseerd is, wacht men nog steeds op het geschikte oogen blik om de werkzaamheden voort te zetten. De algemeene weersgesteldheid die zich in den vooravond nog even ongunstig liet aanzien er dreigde een onweer en de atmosfeer was zeer broeiend werd tegen den nacht weer vrij behoorlijk. De bergingsvloot bleef met den toren boven het wrak. Men is optimistisch gestemd, al heeft de eerste aanval geleerd, dat het weer veel tijd zal vorderen. Nader seint men ons uit Terschelling: Omstreeks vijf uur Vrijdagmiddag was men erin geslaagd den kegel op zijn plaats te bren gen boven het gat, een uiterst nauwkeurig werk, dat op een decimeter nauwkeurig moest geschieden. Thans was het wachten op de ken tering van het getij, welke omstreeks acht uur zou intreden. Om zeven uur draaide de wind weer naar het Oosten en een regenbuitje hielp mee om de roerige zee wat te kalmeeren. In een halve boog lagen thans de bergingsvaar tuigen om den kegel de „Holland" met het der de ponton, de „Texel", de „Volharding" en de motorboot ..Vlielandia", terwijl motorvletten de laatste voorbereidingen troffen, en het perso neel van de verschillende booten over en weer brachten. Bepaald was, dat de „Texel" en De Alg. R.K. Werkgeversvereniging, het R.K. Werkliedenverbond, de Ned. R.K. Boeren- en Tuindersbond, en de Ned. R.K. Midden standsbond hebben het volgende adres gezon den aan dr. H. Colijn, voorzitter van den Raad van Ministers: Bij het optreden van het nieuwe Kabinet onder Uwe leiding, stellen wij er prijs op U ervan in kennis te stellen, dat de vier R.K. centrale standsorganisaties in ons land, tewe- ten: de Algemeene R.K. Werkgeversvereeni ging, het R.K. Werkliedenverbond, de Nederl. R.K. Boeren- en Tuindersbond en de Nederl. R.K. Middenstandsbond, eenigen tijd geleden uit haar midden een Crisis-Commissie hebben benoemd, welke zich onder meer tot doel stelt aan de Regeering wenschen kenbaar te maken ten opzichte van de werkverruiming. Adressanten achten het werkloosheidscijfer en den daaruit voortvloeienden druk op de be volking en de schatkist dusdanig angstwekkend, dat geen middel mag worden verzuimd om het voorhanden werk op de meest doelmatige wijze uit te voeren. Zij betreuren het daarom, dat de vorige Regeering teruggekomen is op Haar aan vankelijk voornemen om het bruggencomplex RotterdamDordrechtMoerdijk en Hendrik- Ido-Ambacht te doen financieren en uitvoeren door een particuliere maatschappij. Wy vreezen, dat het gewijzigd standpunt van het vorige Kabinet aanleiding geven zal tot vertraging in de uitvoering van deze voor de noodlijdende metaalnijverheid evenals voor de bouwondernemingen zoo uiterst belangrijke plannen. Wij vragen u met allen aandrang om tot den eersten opzet terug te keeren. Het mobiel maken van het particuliere kapi taal dient in dezen tijd meer dan anders door de Regeering te worden geprikkeld. Het voorbeeld, dat hier gegeven zou kunnen worden, zal wellicht niet nalaten ook elders na volging te vinden. Het is op deze gronden, dat adressanten u verzoeken uw invloed te willen aanwenden om dit object van werkverruiming met de grootste voortvarendheid ter hand te doen nemen. „Volharding" zouden blijven wachten, om als de kegel op den bodem der zee rustte en de pompen op de schacht in werking werden ge steld, buiten tegen den kegelwand zand te zuigen ter bevordering van de stabiliteit. O m acht uur bereikte de spanning haar hoogtepunt. Nog zweefde het stalen mon ster boven het water, waarin het enkele oogen- blikken later zou neerkomen. Twee lieren he- schen den kegel iets omhoog, de staaldraden en de houten stutten, die de onderzijde in be dwang hielden, werden verwijderd. Twaalf staaldraden, die langzaam op commando wer den gevierd, lieten thans het rood-geschilder- de gevaarte onder den zeespiegel zakken. De strakgespannen kabels trilden onder den zwa- ren last, doch alles verliep zonder incidenten. Om 9.40 uur rustte de kegel op den bodem der zee, doch helde iets zijwaarts tengevolge van het feit, dat de kuil, die de zandzuiger „Neptunus" des morgens had gezogen, door de averfj van dit schip niet voltooid was ge worden. Bij het licht van schijnwerpers begon thans de zandzuiger „Volharding" aan de buitenzijde van den kegel het zand gelijk te zuigen, zoodat het gevaarte langzaam zijn rechten stand her kreeg. Van het weer zal het afhangen, of de werk zaamheden vandaag worden voortgezet. Voor de zooveelste maal is op 't goud-eiland Terschelling alarm geblazen. De bergingsvloot van de „Lutine" ligt onder stoom. De generale staf in Hotel Wap wordt nerveus: zal ^ïet er nu van komen? Het weer is gunstig geacht Donderdagavond, Vrijdagmorgen nog, maar de wind blijft wispelturig en misschien wordt het toch niets. Nu schijnt het groote oogenblik dan einde lijk te zijn aangebroken. Er kwam groote stel ligheid in de mededeelingen, die van de druk bezette Terschellinger telefoons den lande in- nog overgenomen een amendement Tilanus-de Geer op art. 2, dat de strekking had, strijd tus schen dit artikel en de Grondwet, die inderdaad bestond, weg te nemen. Thans is gezorgd, dat aan den eisch van art. 195, lid 4, der Grondwet, die overal en steeds de mogelijkheid, om open baar onderwijs te volgen, vordert, ten volle is voldaan. De Kamer heeft zich door de warreling van amendementen en Regeeringswijzigingen vlot heengewerkt. En alleen was er af en toe weer stagnatie door gewichtigheden van de commu nistische fractie, waar de nieuweling Schalker telkens, als hij even kans zag, iets verklaren moest of een overbodige stemming afdwong! De heden geïnstalleerde re- volutionnair-socialist Sneevliet, zoo uit de ge vangenis, heeft bovendien een vrij pathetisch voor gedragen klacht geuit, dat de huishoudelijke com_ missie der Kamer gewei gerd heeft, hem in de ge vangenis de Kamerstuk ken toe te sturen, waar door hij zich niet had kunnen voorbereiden. Vermoedelijk zal deze afgevaardigde (die even min als'de communisten door den president met zijne benoeming geluk- gewenscht werd, zooals bij installaties gebrui kelijk is) óók wel gehoopt hebben, dat hü reeds vóór zijn installatie ook het vrij abonnement op de spoorwegen en de schadevergoeding ge kregen zou hebben! De bezuiniging op het onderwijs is tenslotte aanvaard met 72 tegen 3 communistische stemmen. De interpellatie-Knottenbelt gaat niet door. De aanvraag is ingetrokken, nadat de voorzit ter gewezen had op het feit, dat zij in deze zit ting tóch niet meer in behandeling komen kon en dat in het najaar bij de begrooting uitvoe rig met den Minister van Justitie kan worden gesproken over de maatregelen, die kunnen worden getroffen tegen Volksvertegenwoordi gers, die met hun eed of belofte van trouw aan de Grondwet spelen. Op het debat over de Landbouwcrisiswet ko men wij naar aanleiding van de avondvergade ring terug. Het nam reeds 's middags te bont geschakeerd, om „overzichtelijk" te zijn een aanvang. H. Sneevliet. vlogen. En ook de weifelaars, ofschoon met een half oog naar de broeiige lucht en den noordwaarts gebarenden weerhaan, namen 'n besluit en gingen. Het historisch oogenblik scheen aangebroken. Een helblauwe lucht met ijle windveeren spant zich boven de Waddenzee, die rimpelgol- ven trekt in het wakkere briesje. De zon strooit zilveren schittering over het water, dat zich aan den horizon verliest in lichtgrijze sluiers. Met regelmatig machine-gestamp kiest de Terschel linger boot, de „Minister Kraus" zijn weg door de veilige geulen. Het is het laatste traject van de lange, afwisselende reis met trein en boot over Enkhuizen, Stavoren, Leeuwarden en Har- iingen naar het verre goudland. Onze boot wordt bevolkt door een bont ge zelschap. Er zijn toeristen, fotografen, journa listen; tusschendeks staat een jonge koe en loeit weemoedig in de richting der wijkende Friesche kust. Wordt zij het vetgemeste kalf, dat de feesttafel zal sieren als straks op Terschelling de buit binnen is? In nauwe kratten kakelen kippen en er reist ook een auto mee, gestuwd tusschen de meest fantastische lading, die zoo wat alles omvat wat de eilandelijke samen leving van Terschelling voor een etmaal noodig heeft. Aan den heiïgen kim maakt zich langzaam het silhouet van Vlieland los. Hoog en breed is de heuveling van het duinprofiel; een ijl toren spitsje als teekenend opstijgpunt. wy laten Vlie land links liggen en in den bocht van het Schuitegat doemt nu Terschelling op, blank ge accentueerd door het zand van den Dellewal, berwyi de Brandaris forsch torent boven de lijn der duinkoppen. Uit de Vliesloot een onzicht baar zystraatje tusschen de platen komt nu de Vlieboot de „Kraus" tegemoet, om in mid denzee passagiers en post voor Vlieland over te nemen. Rechts vooruit, tusschen den Oosthoek van Vlieland en den zandigen uitlooper van den Noordvaarder, even buiten de lijn der eilan den, onderscheidt men nu duidelijk vage sil houetten aan de kim: schepen en een vreemd soortig kubusvormig gevaarte, den toren van Beckers. De vloot der Lutine-bergers heeft dus zee gekozen en ligt boven het wrak. De aanval is begonnen! Aan boord kruisen elkaar de geruchten. De Lutine-bergers zouden malheur hebben gehad aan een der schachtbuizen. Het werk zou voor noodzakeiyke reparatie worden opgeschort. La ter, stellen anderen gerust, dat het alleen een schoorsteen is van de sleepboot „Neptunus". Zoo betreden wij het eiland Terschelling in groote spanning nog voor de komende gebeurtenissen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5