IN EN OM HAARLEM Kon inginnedag-viering De Merwedebrug ORIGINEELE PLANNEN Het nieuwste stadsrumoer R.K. OPENBARE LEESZALEN EN BILIOTHEKEN DINSDAG 25 JULI Algemeene vergadering te Haarlem DE BRAND TE ERL IN TIROL R. K. Onderwijzeressen bij het Voorbereidend Onderwijs Examen hoofdakte t PIETER LANGENDIJK Een beschouwing LUCAS VAN LEIDEN In Teylers Museum (14941533) V endelzw aaien van Huissensche vendeliers. Ballonoplating en gondelvaart In de binnenstad Vend elzw aaien Luchtballon Gondelvaart Concert in het Bloemend, bosch Beide pontons weer naar elkaar toegebracht Vanavond voortzetting van het transport Ernstig ongeluk in de Vogezen Baron uit Haarlem gedood iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Zaterdagavond werd de stilte van den mooien zomeravond verbroken door het Italiaansche „sprekende en musi- ceerende" vliegtuig, dat boven onze stad en omgeving een demonstratie gaf. Wij kenden reeds de vliegmachines, die in de lucht „schrijven" en de heerlijkheid van een zomerblauwe lucht verscheuren door het ma ken van prozaïsche letters in het uitspansel; wij hebben in Haarlem ook reeds eenige malen vliegmachines gezien, die door hun geronk en schreeuwende lichtreclames, de geheimzinnig heid en intimiteit van den avond schonden; nu was er het nieuwste: de stem uit den hemel, de „sprekende en musiceerende" vliegmachine. We zijn, zooals ongetwijfeld alle Haarlem mers, onder de bekoring gekomen van het grootsche en indrukwekkende van deze nieuwe uiting van 's menschen macht over de natuur, want wij kennen wel sprekende en musiceeren de rijdende auto's, maar de technische moei lijkheden, die te overwinnen waren om deze vliegmachine sprekend en musiceerend te ma ken, waren veel en veel grooter. Er moest een speciaal soort motoren voor worden gebouwd, die het vliegtuig in staat stelden niet sneller dan 80 K.M. per uur te vliegen. Om de muziek en de menschelijke stem van een hoogte van 1000 a 1200 meter in een straal van twee kilo meter te doen hooren, zooals Zaterdagavond het geval was, moest het geluid aanzienlijk worden versterkt. De vier reusachtige luidspre kers, welker trechters uitmonden in den bodem van de cabine, hebben elk negen geluidweer gevers, zoodat in totaal het geluid wordt ver sterkt door. 36 weergevers, waardoor het geluid 1.600.000 maal wordt versterkt. Hiervoor is noo- dig een energie van 27000 Watt. die geleverd worden door 4 electro-dynamo's, die twee aan twee aan de achterzijde van de beide buiten motoren zijn bevestigd en met behulp van een propeller door den wind worden aangedreven. De vier Delaurier-schroeven draaien met een automatisch geregelde constante snelheid, zoo dat tijdens de vlucht een constante electrische stroom verzekerd is, onafhankelijk van de snel heid van het vliegtuig. In het achtergedeelte bevindt zich de zorgvuldig gecapitonneerde ca bine voor den speaker, die door een gewone mi crofoon spreekt. In de cabine bevindt zich te vens een gramofoon met pick-up, met behulp waarvan muziek wordt uitgezonden. In de ca bine tusschen de versterker-installatie en de sprekers-cabine bevindt zich het schakelbord, waarmee energie, geluidsterkte enz. geregeld kan worden en dat tijdens het spreken door een deskundige wordt bediend. Om er een denkbeeld van te geven met welke moeilijkheden rekening moest worden gehou den, dienen nog de volgende bijzonderheden. Als het toestel boven de plaats, waar gespro ken zal worden, komt, moet de piloot den mid den-motor afzetten, terwijl de beide buiten motoren zoo min mogelijk toeren maken. De uitlaat dezer beide motoren is naar boven ge richt, omdat het storende geluid zich bijna niet met het geluid, dat de megaphoons voortbren gen, mengt. De spreker kan bij een normale snelheid van 80 K.M. 48 seconden na elkaar spreken, gedurende welken tijd het geluid op een bepaalde plaats op den grond hoorbaar blijft, ook al beweegt het toestel zich in rechte Hjn voort. Spreekt hij aaneen, dan gaat de rest van zijn stem verloren. Een en ander geeft een idee van de moeilijk heden, die aan deze op het oog eenvoudige toepassing van een moderne vinding vastzitten. Voor het menschelijk vernuft, dat ons op al deze nieuwigheden onthaalt, hebben wij alle respect en wij hebben Zaterdagavond dan ook met bewondering naar het fantastische geluid uit den vliegmachine geluisterd. Hoewel er van wat de „luchtspreker" vertelde nu nog niet veel te verstaan was, zal dat wel spoedig verbeterd worden. De hemel beware ons dan echter voor een algemeene toepassing van dit wonder. In dezen jachtenden tijd was tot voor kort de avond een geschikt moment om den gespan nen geest even tot rust te laten komen. Wel loopt men kans, dat de avondlijke stilte door het gekerm van een radio werd verbroken, maar in den regel zijn de buren wel zoo wel- levend, dat zij dit soort burengerucht achter wege laten. Hoe zal men zich echter in de stille zomeravonden tegen de rustverstoring door de „Stem uit de Lucht" kunnen beschermen? Wij waren Zaterdagavond toevallig in Aer- denhout, toen het vliegtuig zich deed hooren en het verbreken van de avondstilte daar was weinig minder dan wreed. Wat staat ons wellicht te wachten? De tallooze jazz- en tango-deuntjes, die avond aan avond uit radio en gramofoon door de wijd-geopende ramen klingelen, schijnen blijkbaar uniforme verlangens van alle men schen, van welken stand of graad van cultuur of gemoedsstemming te moeten bevredigen. Maar het aantal menschen, dat daarvan ge dwongen werd te profiteeren, was betrekkelijk klein als wij het vergelijken met hen, die straks zullen moeten luisteren naar wat de „spreken de en musiceerende" vliegmachine zal voor zetten. Tot zelfs de genoegens der menschen worden op die manier gelijk gemaakt, het genoegen, dat is het gebruik, dat de mensch maakt van de oogenblikken van vrijheid. Niets dus zou een meer individueel karakter moeten dragen dan het zoeken naar genoegen. Indien echter onze smaken op die manier genivelleerd zouden worden, indien er een soort éénheidsmensch zou ontstaan, wel dan zou het menschdom toch een groot goed verloren hebben. Er is nog wel geen aanleiding om de onschul dige demonstraties van de musiceerende vlieg machines te verbieden. Integendeel, ze zijn nu nog leerzaam. Maar het kan toch geen kwaad om nu alvast te laten hooren, dat er voor de mechaniseering van ons leven grenzen zijn en dat zeer waarschijnlijk het grootste deel van 't menschdom niet gediend zal wezen van „stem men uit den hemel" en t.z.t. zullen verzoeken, deze te rekenen tot het onsmakelijkste buren gerucht, dat wij kennen. Op Zaterdag en Zor.dag 22 en 23 Juli J.l. hield de Bond van R. K. Openbare Leeszalen en Bibliotheken zijn jaarvergadering te Haar lem. Op Zaterdagavond vergaderden de besturen der V aangesloten Openbare Leeszalen in het gebouw der R K. O. L. B. aan de Nieuwe Gracht te Haarlem, alwaar allereerst een woord van welkom werd gesproken door mr. dr. A. F. Bijvoet, secretaris van het Haarlem sche bestuur, bij afwezigheid van den plaatse lijken voorzitter, den heer G. H Wenslink. Vervolgens werd bezichtigd een tentoonstel ling van boeken over Haarlemsche merkwaar digheden, die door de goede zorgen van het personeel in de bovenzaal bijeen was gelegd en die een eerste inzicht kon geven in den rijkdom van Hollands oudste kuituurcentrum. Onder leiding van den Bondsvoorzitter, den heer P. P. J. A. van der Putt, wethouder van onderwijs te Eindhoven werd de agenda der algemeene vergadering behandeld, waarbij uit voerig werd besproken de uitgave van een al- gemeenen omschrijvenden R K. Jeugdkatalo- gus, vooral bedoeld voor de rijpende jeugd, die een goede gids zal kunnen zijn voor ouders en opvoeders en voor de naar ontwikkeling hun kerende jeugd zelve. Mej. C. Post, directrice der RKOLB te Delft, die als voorzitster eener commissie dit werk heeft voltooid en persklaar gemaakt, ontving den dank der vergadering. Besproken werd ook de mogelijkheid van samenwerking tusschen neutrale en RKOLB. welke door de onverbiddelijke tijdsomstandig heden 'aan de orde zal komen, waarbij de ver gadering uitdrukkelijk wenschte te zien vast gesteld dat het eigen doel der Katholieke in stellingen, als reden van hun bestaan, onver anderd in het oog moet worden gehouden, ook al moet de inrichting van het werk meer en jneer worden versoberd. Een ander punt van bespreking was nog de samenwerking met andere kultureele kringen in een jaarlijksche gezamenlijke „week-end"- bijeenkomst volgens de gedachte van den heer Bernard Verhoeven, in ,,De Schakel" ontwik keld. De vergadering wilde een proef nemen met dergelijke breedere bijeenkomsten, maar vooral ook rekening houden met den wensch van het Leeszaal-personeel dat voortaan gaarne de gelegenheid zal zien, met.de besturen samen de wederzijdsche en algemeene belangen der Leeszalen breedvoeriger te kunnen bespreken dan volgens deze agenda mogelijk was. Op Zondagmorgen droeg Mgr. A. F. M. Sweers, President van het Groot-Seminarie te Haaren en adviseur van den Bond, de H. Mis op voor de vergadering in de kapel der eerw. zusters aan de Koningstraat en daarna werd te elf uur een gezamenlijk bezoek gebracht aan het Frans Hals-museum, alwaar het gezelschap op uitnemende wijze werd rondgeleid door den directeur, den heer G. D. Gratama, die dan ook den bijzonderen dank voor zijn welwillende me dewerking van al de aanwezigen, waaronder thans ook verscheidene dames van het Lees zaal-personeel, in ontvangst had te nemen. Na een gezamenlijke lunch in restaurant Brinkmann werd een bezoek gebracht aaan het Bisschoppelijk Museum, nadat de directeur, KanunniK Boogmans, tevens adviseur der Haar lemsche RKOLB, een algemeene en voor het Leeszaaipersoneel zeer leerzame inleiding had gehouden over de geschiedenis der Bisschop pelijke Musea in Nederland en over de practi- sche in aanmerking komende literatuur over de kerkelijke kunst die in een goede openbare leeszaal op haar plaats behoort te staan. De bijeenkomst werd beëindigd met een ge zamenlijk bezoek aan de kathedraal van Sint Bavo, die eveneens werd bezichtigd onder des kundige leiding en het gezelschap ging ten slotte uiteen met een diepen indruk van de beteekenis van Hollands oudste kuituurcen trum, hetgeen ook in de nadrukkelijke dank woorden van den Bondsvoorzitter tot het Haar lemsche bestuur gericht in waardeering voor de goede zorgen, aan de voorbereiding dezer bijeenkomst besteed, tot uiting werd gebracht. In het volgend jaar zal de Bondsvergade ring waarschijnlijk te Utrecht worden gehou den, om het nieuwe gebouw der RKOLB al daar gezamenlijk te kunnen bezichtigen. Dezer dagen vergaderden te Amsterdam de besturen van de R. K. Vereenigingen van On derwijzeressen bij het V. O. uit Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, Haarlem en Alk maar. In tegenwoordigheid van de geestelijke ad viseurs der vereenigingen uit Amsterdam, Rot terdam en 's Gravenhage werd de Diocesane Bond gesticht. Het hoofdbestuur werd als volgt samenge teld: mej. S. de Wit, presidente der afdeeling Amsterdam, presidente; mej. H. S. Rogier, presidente der afd. Rotterdam, secretaresse; mej. B. Hogeveen, presidente der afd. Haar lem, penningmeesteresse. Overige leden van het hoofdbestuur eerw. Zuster Odulfa, presi dente van de afd. Alkmaar, en mej. C. Tap, presidente van de afd. 's Gravenhage. Het secretariaat van het hoofdbestuur is gevestigd Bergweg 188, Rotterdam Noord. HAARLEM, 24 Juli. Geëxamineerd 3 vrouwe lijke en 4 mannelijke candidaten. Geslaagd de dames M. C. Scheffener te Wormerveer, F. Woudt te Haarlem en de heer J. E. Liere te Haarlem. Wat er van het passiespel-theater te Erl na den zwaren "brand overbleef 25 Juli 1683, dus 250 jaar geleden, werd de bekende Pieter Langendijk te Haarlem gebo ren. Ter herdenking wijdt het „Handelsblad" de volgende beschouwing aan hem: Heeft hij, als dichter, nog beteekenis voor dezen tijd? Men kan deze vraag niet ontken nend beantwoorden, want, al zijn de hekeldich ten, herders- en feest-zangen, waaraan hij naarstig gearbeid heeft, in het vergeetboek ge raakt, zijn kluchten worden ook heden ten dage nog vertoond. En niet alleen door het dilettan- ten-tooneel. De rol van Sanche Pance uit „Don Quichot op de bruiloft van Kamacho" is voor Bouw meester een glans-rol geweest. De „Don Qui chot" is hier acht jaar geleden en met succes door het Vereenigd Tooneel op Frankendaal gespeedl, met Lobo in de titelrol en met een vermakelijke Sanche Pance van Joh. Kaart. In hetzelfde voorjaar voerde het Rotterdamsch Hofstad-tooneel „De Spiegel der Vaderland- sche Kooplieden" op, onder Hermann Schwab's verdienstelijke regie. De kleine reeks Langen- dijk-voorstellingen was in September van het jaar '24 ingeleid door „Krelis Louwen", in een opvoering van Het Schouwtooneel. Jan Musch had de titelrol en die rol had voor hem geschreven kunnen zijn. Men ziet, groot is de belangstelling voor Lan- gendijk's tooneelwerk weliswaar niet, maar men kan toch ook niet zeggen, dat de dichter alle beteekenis voor dezen tijd verloren heeft. Zijn grollen, kwinkslagen en snedige zetten vinden nog weerklank bij een Hollandseh publiek. Een enkel woord van herdenking van dezen letterkundige is dus zeker gerechtvaardigd De luimigheid van Langendijk is min of meer terre a terre, maar zij laat zich in meer dan in één blijspel ter dege gelden. Langendijk heeft op vaak treffende wijze de zeden van zijn tijd weergegeven en aan den bouw zijner blij- en kluchtspelen heeft hij vermoedelijk onder invloed van Molière meer artistieke zorg be steed dan velen zijner tijdgenooten. Bovendien heeft hij zich over het algemeen van grove boertigheid onthouden. Hij streefde ernaar om het komisch drama, gelijk prof. Kalff het uit drukt „tot een school der deugd te maken er uit te weren wat voor de gegoede standen aan- stootelijk heette of was". En in dit streven is hij ten volle geslaagd. „Niet zoozeer door de ze delijke strekking zijner blijspelen," schrijft prof. J. te Winkel „maar door zijn afkeer van wulpsche en dartele tooneelen en zijn stre ven naar kieschheid en betamelijkheid van uit drukking, vooral waar sexueele verhoudingen ter sprake komen, heeft Langendijk ten volle weten te beantwoorden aan de eischen der tooneelhervormers van het eind der zeventien de eeuw en spiegelt hij den beschavingstoestand van de tweede helft der achttiende, althans in de burgerkringen, vrij nauwkeurig af." De conservator van Teylers' museum heeft Ce sympathieke gedachte gehad 'n Lucas van Lei den-tentoonstelling te houden ter gelegenheid van diens eeuwfeest. Het is n.l. 400 jaar geleden dat deze meester stierf. Tot nog toe is't't,eeni ge wat er van 'n Lucas van Leiden-herdenking gemerkt is. Van buitenlandsche grootheden op ieder gebied worden bij de geringste aanleiding schitterende huldedagen op touw gezet in con cert- en vergaderzalen, doch de Hollandsche meesters moeten het immer ontgelden, 'n Ten toonstelling als deze kan velen 't besef bij brengen welke groote persoonlijkheid Holland geteld heeft vóór de geijkte gouden eeuw. Voor den grooten Rembrandt zelfs is Lucas in vele op zichten 'n leermeester geweest. De bekende ets „Christus aan het volk getoond" van Rembrandt heeft sterke herinneringen aan Lucas, vooral in de volksgroep in de eerste staten van deze ets. De gravure van Lucas over dat onderwerp is hier aanwezig; 'n schitterend staaltje van zijn meesterschap over de graveerkunst. Het werk is gemaakt in 1510, toen de meester pas 16 jaar oud was. Er zijn hier trouwens meerdere exem plaren van veertien- en vijftienjarigen leeftijd, die niet alleen hoog-technisch meesterschap maar ook 'n edel evenwicht en beheerschlng toonen. Lucas leefde ten tijde van de hoog- renaissance in Italië; hij heeft deze groote da gen van nabij gevolgd en z'n voordeel eruit ge trokken zonder 'n slappe Italianisant te worden. Hij vertoont veel overeenkomst met Dürer in Duitschland en heeft diens fijne lynenpsycho- logie. Op deze tentoonstelling liggen verder prachtige gravures over 't eerste menschenpaar, episoden uit Christus' leven, apostel-figuren, de vier Evangelisten en 'n mooi portret in O. I. inkt. Alles bij elkaar een mooie tentoonstelling, die niet vermoeit door 'n overdadig aantal num mers en die de aandacht laat vallen op het werk van den grootsten schilder en graveur dien Holland in de 16e eeuw had. 'n Klein bovenzaaltje biedt een collectie mo derne krijtteekeningen en aquarellen, waaron der 'n prachtige kop in krijt van Breitner en wat werk van Jongkind te vermelden zijn. De vacantiemaand Augustus moge velen er toe brengen 'n enkel uurtje te offeren op het altaar van Lucas van Leiden's kunst, dat wel gevallig zal zijn aan de eigen Hollandsche schil derkunst. H. P. De langste dag is weer reeds lang geweest, de dagen worden weer korter. zy krui pen voort of vliegen voort al naar gelang men vacantie heeft of nog op zijn va- cantie zit te wachtenLangzaam aan nadert weer onze nationale feestdag bij uitnemendheid: Koninginnedag. Bruingebrand en opgefrischt naar geest en lichaam beschouwen de meeste menschen den 3 lsten Augustus als de afsluiting van een heerlijken vacantietijd, van reizen en rust en den overgang van den zomer naar den herfst. Nog één dag van jool en pret en de ge wone dagelyksche sleur en arbeid sleept allen weer verder. Koninginnedag is de meest geliefde dag van vermaak voor oud en jong en degenen, die volks- of muziekfeesten op dezen dag organi- seeren, hebben altijd een dankbaar werk ver richt. Het actieve bestuur van het centrum-comité van de vereeniging „Koninginnedag" heeft na tuurlijk weer een grootsch programma en een origineel bovendien! voor 31 Augustus ontworpen en het een en ander daarvan in een eenigszins intieme persconferentie medegedeeld. De dag wordt des morgens om 7 uur, zooals alle jaren, begonnen met een algemeene re veille. Men zal dit wellicht weinig origineel vinden, maar men kan nu eenmaal het feest niet met b.v. een vuurwerk aanvangen. Het centrum-comité heeft gemeend de traditie van de reveille hoog te moeten houden en de re veille is dan ook als het ware de bazuinstoot, die allen tot het feest roept. De reveille zal weer door twee muziekcorpsen „Omgeroepen" worden, die weer van twee plaat sen in de stad zullen vertrekken. Ook de eveneens traditioneele aubade zal dit jaar waarschijnlijk weer zijn gewone (vlot) ver loop hebben, evenals de festiviteiten in het Hertenkamp. Het hoogtepunt van het feest figuurlijk althans, want het letterlijke komt pas later begint dan zoo om en nabij half 2 des mid dags op het Stationsplein. Het centrum-comité heeft n.l. het vendelcorps uit Huissen (bij Nij megen in Gelderland) uitgenoodigd zijn kunst stukken ook eens in Haarlem te komen ver- toonen iets, wat nog niet „dagewesen" is en ook nooit in andere steden of dorpen gebeurt of gebeurd is welke uitnoodiging bereidwillig is aangenomen. Zoo zal dan een bontgekleed vendelcorps met den trein (van welk station mogen wij niet verklappen!) aan het Haar lemsche station arriveeren en met muziek voor op een marsch door de stad maken, welke op de Groote Markt beëindigd zal worden. Het gezelschap in zijn mooie grijs-witte uniformen zal hoogstwaarschijnlijk bestaan uit 18 personen, n.l. een vaandeldrager, een koning, twee ad judanten, een generaal en 13 vendeliers. De hooge gasten dragen een hoed, zooals de Boeren in Zuid-Afrika, en dat ze veel be kijks zullen hebben, durven wü nu al vast te voorspellen! Op de Groote Markt is bij hun aankomst reeds alles in gereedheid gebracht. De afzetting op het plein zal ditmaal geheel anders zijn dan dit jaar bij de Willem-de-Zwijgerfeesten. Het gereserveerde gedeelte voor autoriteiten en leden van „Koninginnedag" is bepaald vlak voor het modemagazijn van de fa. Kreymborg en het café-restaurant Gebr. Brinkmann, terwijl de afzetting van het overige gedeelte van het plein zal geschieden volgens de lijn: Rembrandt- theaterstandbeeld Laurens Costerdriehoekige vluchtheuvel voor het stadhuishoek Barteljo- risstraatGroote Markt. De tram blijft den ge- heelen middag rijden, de rails bevinden zich achter genoemde lijn. Naast 't standbeeld van Laurens Coster wordt een muziektent opgesteld en daarnaast, dus midden op het middentrottoir van het plein verrichten de vendelzwaaiers hun interessante bewegingen, begeleid door (wals)muziek van de Harmonie „Crescendo". Het hoogtepunt van het feest in letterlijken zin wordt bereikt in de pauze van het vendel- zwaaien. Dan zal midden op de Groote Markt een 3.75 M. lang luchtschip of een luchtballon van 3 25 M. in doorsnee worden opgelaten en waarschijnlijk tot een respectabele hoogte op stijgen, al zal de stratosfeer natuurlijk wel niet bereikt worden! De ballon is gevuld met een patentvulling, het omhulsel bestaat uit een onbrandbaar pa- pierpraeparaat, gevaar is er dus niet alleen men weet niet vooruit waar de ballon zal dalen! De opstijging geschiedt door het verwarmen van de patentvulling door een vlam, die onder de luchtballon wordt aangestoken. De ballon heeft een half uur „draagkracht" en als de at tractie slaagt, zal ze na afloop van het vendel- zwaaien herhaald worden. En als het nu regent of gaat regenen? zal wellicht een pessimist opmerken, De organisa tors hebben op hun vingers uitgeteld wanneer het op Koninginnedag regende en dat was bijna nooit behoudens soms een regenbuitje voor de stof! Men kan den ballon natuurlijk niet in een zaal oplaten, maar niettemin zal het programma ook bij regen zooveel mogelijk afgewerkt worden. Om 'n uur of zes is er rust dinertyd! Op de Groote Markt zullen op dat uur alléén mu ziek en de feestgeluiden van de toehoorders te hooren zijn en bij de kramen en vermakelijk heden, welke dit keer weer op de gewone plaat sen in de stad opgesteld zullen worden, gaat den geheelen dag het leven gewoon door. Evenals twee jaar geleden organiseert het centrum-comité weer den avond van Konin ginnedag 'n gondelvaart. De opstelling geschiedt in de haven van de fa. Keur aan het Spaame, tegenover de plaats waar vroeger de molen „De Adriaen" stond. Des avonds worden de booten door sleepbooten naar den Kloppersingel bij het Spaarne gesleept, waar om half negen ver trokken wordt. Men vaart vervolgens door den Kloppersingel, schotersingel en Nieuwe Gracht waar naar de haven van de fa. Keur, waar „de stoet ontbonden" zal worden, zooals de geijkte term daarvoor luidt. Daar de Schoterbrug slechts een passage van maximum-hoogte van 1.45 M. en maximum-breedte van 4 M. toe laat, zijn ook de deelnemende „gondels" aan deze maximum-maten gebonden. Drie muziekcorpsen reizen in gondels mede en zullen voor de stemming zorgen, evenals de verlichting, welke door middel van reuk- en rooklooze magnesiafakkels in twee kleuren zal geschieden, welke voor90 pet. ongevaarlijk zijn. Het 10 pet. gevaar verhoogt natuurlijk voor velen de attractie van het geheel! Voor de mooiste (groeps) gondels zijn weer prijzen in verschillenden vorm beschikbaar ge steld, die denzelfden avond nog in het café restaurant „Gebr. Brinkmann" met muziek aan de prijswinnaars uitgereikt zullen wor den. De jury bestaat uit de kunstschilders Herman Moerkerk, Cor Dik en Mathé v. d. Weiden. De deelneming en medewerking voor deze gondelvaart is reeds van alle zijden zeer groot, maar kan nog grooter zijn. Wil men deelnemen of inlichtingen hebben, dan wende men zich (schriftelijk) tot den heer Andr. Kurvers, Smedestraat 13. Het centrum-comité verwacht, dat voor de gondelvaart ook de belangstelling van kijkers „aan den wal" even groot zal zijn als twee jaar geleden, eveneens nog grooter En last not least daar op Koninginnedag tevens het 35-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin herdacht zal worden, steke ieder op dien dag de nationale vlag uit! Het bovenstaande zijn nog slechts voorloopige mededeelingen en dan nog alleen van het centrum-comité, dat zijn werkzaamheden be perkt binnen de singels der stad. Men leze dus goed de nadere aanwijzingen en programma's na van „Koninginnedag", die successievelijk in ons blad zullen verschijnenl Langendijks' leven is niet bepaald voorspoedig geweest. Hij heeft van zijn prille jeugd tot zijn ouden dag met geldzorgen te kampen gehad en de sarcastische toon van zijn verzen over „Geld" is daaruit wel te verklaren: 'k Placht wel eer zoo zot te weezen, Schoon ik vrij veel heb geleezen, Dat de waereld hing aan een Van atomen groot en kleen, Deeltjes rond of scherp van hoeken Die gestaag malkander zoeken, Maar 'k zie nu 't is mis gesteld, want zij hangt aan een van geld. 't Geld maakt vreede, 't geld doet vechten, 't Bouwt Kasteelen, 't doet ze slechten. 't Geld zet ezels in den raad, 't Voert den bek van d'Advokaat. 't Brengt de Docters by de kranken, ,'t Komponeert Aptekers dranken, 't Roert des Ziekentroosters mond, 't Helpt de dooden in den grond. Voor het geld van domme leeken Hoort men vrome menschen preeken; En voor lui van 't zelve soort, Dansen de apen op de koort, 't Geld doet schouten schelmen vangen, 't Geld doet kleine diefjes hangen, En het maakt de grooten vry, Hoe besmet met schelmery. Is een Juffer krom of blind, 't Geld maakt dat ze een vrijer vind, Geele muffe totebellen Hebben zy maar geld te tellen, Worden 't jawoord afgevraagd, Voor een vrolyke, arme maagd. Langendijk's vader was metselaarsbaas te Haarlem en te Oudkarspel geboren, een der vier dorpen die tezamen „de Langendijk" vor men. Toen hij zes jaar was verloor Pieter zijn vader, en zijn moeder stuurde het kind naar Amsterdam, waar hij in de leer kwam bij Wil lem Sewel. De weduwe Langendijk was zeer spilziek, verkwistte in enkele jaren al haar have en goed en moest daarom in 1695 in Den Haag een linnenwinkeltje beginnen. De kleine Pieter, toen twaalf jaar oud, trachtte reeds iets bij te verdienen met het teekenen van damast-patronen, en later ook met etsen. En kele jaren later kon hij zich reeds als patroon- teekenaar eerst te Amsterdam en later in 1722 te Haarlem vestigen. Zijn moeder bleef tot haar dood bij hem wonen, en vergalde zijn leven door haar slecht humeur. Te Haarlem wordt Pieter Langendijk lid van de Kamer „Trou Moet Blycken". Weldra wordt hij Factor der Rederijkers en hij blijft dat heel zijn leven. Als zijn moeder in 1727 gestorven is kan hij eindelijk aan trouwen denken en hij neemt Joanetta Maria Sennepart tot vrouw, voor wie hij al vijftien jaar liefde had gevoeld. In dien tijd van afwachting heeft hij klaar blijkelijk geen gelegenheid gehad het karakter zijner aanstaande gade te doorgronden. Hij moest spoedig ondervinden, dat hij van den regen in den drop was gekomen. Zijn vrouw heeft zijn leven nog meer vergald dan zijn moeder had gedaan. Zijn gedicht „Op Xan tippe" verraadt ons iets ervan: *k Hoef om Xantippe na den Schouwburg nooit te gaan. Al preekt daar Sokrates; want ik kan zelfs wel preeken: Maar wil myn wyf haar zien, daar zou ik toe verstaan, Het kon haar nut zyn om haar kop te leeren breeken. 'k Verguist noch geld noch tyd voor hartzeer en verdriet; 'k Zie die Comedie in myn huis genoeg voor niet. Langendijk's Xantippe stierf in 1739. Maar het geluk lacht hem daarom nog niet toe. Hij gaat financieel achteruit en tracht door het schrijven van bruiloftszangen en andere gele genheidsgedichten iets bij te verdienen. In 1747 moet hij zijn boeken en plaatwerken ver- koopen. Tenslotte springt de overheid bij en het gemeentebestuur van Haarlem biedt hem een plaats aan in het Proveniershuis, mits hij zich belast met het schrijven van Stads historie. Inderdaad begint de grijze poëet, nauwgezet en werkzaam als hij is, met een groot werk over Haarlem. Maar het is niet voltooid. In 1756 is Pieter Langendijk gestorven. Het heeft weinig zin hier een opsomming te geven van Langendijk's werken. De voornaam ste hebben wij reeds genoemd: „Don Quichot op de bruiloft van Kamacho", „Krelis Louwen of Alexander de Groote op het poëeten maal". „Het wederzijds huwelijksbedrog", „De wis kunstenaars of 't gevlugte juffertje", „Spiegel der Vaderlandsche Kooplieden", „Xantippe of het booze wijf des filozoofs Socrates beteu geld' enz. Als Factor van de Haarlemsche Ka mer schreef hij ieder jaar een „jaardicht", een soort rijmkroniek in Alexandrijnen, door den tijdgenoot geprezen maar thans vergeten. Het zelfde geldt voor een verzameling van jaar dichten in 1747 begonnen en in 1762 als geheel gedrukt onder den titel „Willem de Eerste, Prins van Oranje, grondlegger der Nederland- sche vrijheid". Een werk, dat onvoltooid geble ven is. Woensdagavond 26 Juli te 8.15 uur zal door de R. K. Harmonie „Euphonia" in het Bloemen- daalsche Bosch een concert gegeven worden on- deer leiding van den heer J. W. Lefeber. Het programma luidt: Nord et Sud (Noord en Zuid) marsch C. Feike Prairial (Weidemaand) ouverture F. Andrieu Rendez vous (afgesproken samenkomst) gavottè W. Aletter Valse Bohème (Boheemsche wals) Fr. Popy La fille du tambour-major (de dochter van den tamboer-majoor) fantasie Offenbach Le Baron Tzigane (de zigeuner baron) fantasie Joh. Strauss Le regiment qui passe (voorbijtrekkend regi ment) karakterstuk R. Eilenberg Rosen aus dem Süden (Zuidelijke Rozen) wals Joh. Strauss Odéon (Muziekzaal te Parijs) marsch Ant. Tierolff Den geheelen Maandag heeft de Nederland* sche Dokmaatschappij de noodige voorberei dingen getroffen om te trachten het trans port van de Merwedebrug, die sinds het pas- seeren van de sluis in het Merwedekanaal daar was blijven liggen, voort te zetten. Op de beide pontons, waarop het geweldige ge- 'vaarte rust, waren in den loop van den dag vier hydraulische vijzels aangebracht. Deza vijzels moeten dienen om de pontons naar elkaar toe te drukken, omdat was komen vast te staan, dat de lieren niet in staat waren de pontons naar elkaar toe te trekken. In de avonduren kwam men met de voorbe reidende werkzaamheden gereed en tegen half negen werd het scheepvaartverkeer door de sluizen en op het kanaal nabij de pontons op nieuw stopgezet. On den oever aan de stads- zijde bevonden zich tal van belangstellenden, die in het gelukkige bezit waren van toegangs-' kaarten tot hét afgezette terrein. Onder hen bevonden zich de stadsingenieur Kohier en andere in de werkzaamheden belang stellende ingenieurs. Op de brug over het Merwede- kannaal achter de afzetting had zich opnieuw een groote menigte nieuwsgierigen verzameld. Van de werkzaamheden viel echter weinig te zien, kleine motorbootjes voeren heen van en naar de pontons, werklieden klommen de brug op en af en nu en dan klonken geweldige slagen tegen het machtige constructiewerk. Van den wal was niet na te gaan of er be weging in de pontons kwam, doch tegen tien uur kon uit den stand der werkzaamheden worden opgemaakt, dat men goede hoop heeft thans te zullen slagen. Omstreeks dit tijdstip arriveerde ook de pompboot van de Neder- landsche Dok Mij,, die uitgerust is met schijn werpers. Bij het licht van deze schijnwerpers werden de werkzaamheden voortgezet. Met behulp van de hydraulische vijzels is men er in geslaagd de beide pontons weer naar elkaar toe te brengen. Te 11 my 10 kwamen de sleden, waarop de brug op de pon tons rust, in beweging. Aan den eenen kant werd de ponton met behulp van den vijzel 16 c.M. en aan den anderen kant 19 cM. naar het midden van de brug geduwd. Men was daarmede over het „doode punt" heen en het bleek, dat men de beide pontons verder alleen met de lieren naar elkaar toe kon trekken. Het werk verliep vrij vlug en men vorderde ongeveer 1 Meter per tien minuten. Om half twaalf waren de beide pontons ongeveer 3 M. bij elkaar gebracht, d. w. z. aan eiken kant ongeveer V/% M. Men hoopt te ongeveer half één de beide pontons, die 14 M. in het geheel naar elkaar toegebracht moeten worden, op ongeveer 7 A M. van elkaar te hebben ge bracht. Daarna zal het werk worden gestaakt, waarna het transport naar den Muiderstraat- weg hedenavond te 6 uur zal plaats hebben. In het duister van den nacht boden de pontons met daarboven de groote brug in het schijnsel van de schijnwerpers een fantasti- schen aanblik. Juist nu de werkzaamheden re sultaat opleverden, waren nagenoeg alle toe schouwers verdwenen. Omstreeks elf uur was ook het geduld van de laatsten uitgeput, om dat er niets te zien was. Zooals gemeld, kwam er even later beweging in de pontons. Te 1 uur 5 in den nacht waren de beide pontons op den juisten afstand by elkaar ge trokken. Het moeiiykste werk van het trans port van de Merwedebrug naar de plaats van bestemming schijnt hiermede achter den rug te zyn. De ingenieurs, die de leiding van het werk hadden, namen voor de laatste maal met een meetlint den afstand tusschen de beide pon tons op, waarna de ploegen arbeiders, die de lieren bedienden, zich van hun hooge positie boven op de bokken op de pontons, waar zy den geheelen avond hadden staan draaien, konden verwijderen. Het duurde nog geruimen tyd voordat de werkzaamheden geëindigd en de pontons weer veilig aan elkaar waren verbonden. Nadat de noodige veiligheidsmaatregelen voor den nacht waren genomen, werd het werk tot heden avond gestaakt. Zondagavond, zoo bericht Reuter ons uit Epinal (Fr.), is een auto, waarin gezeten wa ren baron d'Aulmis de Bouroulll, zyn vrouwen een chauffeur, allen uit Haarlem, nabij Bain- les-Bains geslipt en verongelukt. De heer d'Aulnis werd op slag gedood, terwijl de barones en de chauffeur zwaar gewond werden opge nomen. Het gezelschap was op rondreis in de Vogezen. De Parysche correspondent van de „Telegraaf" verneemt omtrent het ongeluk nader: De wagen, waarin de familie d'Aulnis de Bourouill gezeten was, reed Zondagnamiddag met matige snelheid op ongeveer 4 a 5 KM. van Bains les Bains, toen op den door een onweersbui natten straat weg het voertuig slipte. Het voorloopig onder zoek heeft aangetoond, dat de rem gebroken is, vermoedelyk toen de bestuurder poogde, den wagen alsnog tot staan te brengen. De auto sloeg daarop omgekeerd in een greppel langs den weg en de inzittenden kwamen er onder terecht. De baron, wiens borstkas werd ingedrukt, was op slag dood; de barones liep een hevige hoofd wonde op, terwyl de chauffeur een been brak. Door een anderen auto, die toevallig passeer de, werden het stoffelyk overschot van den ba ron, evenals de beide gewonden, naar het stede lijk ziekenhuis van Epinal, 30 KM. van de plaats des onheils gelegen, overgebracht. Daar bleek, dat de barones de schedel gelicht moest worden. Deze operatie werd in den loop van den nacht verricht. Volgens de laatst ont vangen berichten is haar toestand zeer ernstig, doch de medici achten dezen niet hopeloos. C. Baron d'Aulnis de Bourouill, die op zoo ongelukkige wyze om het leven is gekomen, was commissaris van de Haarlemsche Hulpbank en de Alg. Credietbank en secretaris van de N.V. Residentie Hypotheekbank. Naar wy vernemen, was de heer d'Aulnis sinds 23 April 1923 commissarisder Nutsspaar- bank en voorts was hy voorzitter van het be stuur der Haarlemsche Hulpbank en bestuurs lid van de sociëteit „Trou moet Blycken"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5