Geweldige vuurzee te Leiden m m Naar Trier en Luxemburg St. Petruskerk geheel verwoest Invoerbeperking De moeilijkheden in Zaandam DE BRANDWEER VRIJWEL MACHTELOOS NAAR DE OPLOSSING WOENSDAG 26 JULI Een brand, bijna even groot als die van het Leidsche Stadhuis Ramp voor de Sleutel stad Het reddingswerk De catastrofe voltrekt zich De oorzaak De geschiedenis der kerk Een crisis-ordonnantie in Indië WAAR HET VUUR ALLES VERNIELDE W$W' JP- Het geheel verwoeste interieur van de St. Petruskerk te Leiden DE BRAND TE LEIDEN Het interieur der geheel vernielde St. Petruskerk te Leiden. IN HET SCHOONE MOEZELDAL Hollanders vooraan „Het is vandaag „Lutine"-weer en dus worden de werkzaamheden met spoed uitgevoerd Laatste voorbereiding Door trein gegrepen Uitzicht op onbewaakten overweg door mist belemmerd Over den afsluitdijk Opengesteld voor alle verkeer AMSTERDAM—BAZEL Derde klasse slaaprijtuigen Indische Industrie Wordt het tafellaken tusschen de Regeering en de gemeente niet doorgesneden? Geen „theeavondje De Paus vraagt het Een waardige herdenking tijdens het H. Jaar NAAR PALESTINA Nationale bedevaart vertrokken INSTORTING DREIGT Bouwvallige kerk Een felle brand heeft gister avond de St. Petruskerk te Leiden geheel in de asch gelegd. Omtrent de oorzaak tast men tot nu toe in het duister. De brandweer stond vrijwel machteloos voor de gewel dige vuurzee, die in korten tijd de St. Petrus-parochie van haar Gods huis heeft beroofd. Te omstreeks kwart over tien zagen voorbij gangers dat er rook opsteeg rondom den toren van de kerk, waarom sinds de laatste weken een steigerwerk was aangebracht voor het doen van restauratie. Onmiddellijk werden politie en brandweer gealarmeerd, doch deze konden weinig tegen het vuur, dat zeer hoog oplaaide, uitrichten. Van de geestelijkheid der parochie was nie mand thuis. De pastoor, de zeereerw. heer Th. M. Beukers, was in retraite te Warmond tege lijk met den deken van Leiden, den hoogeerw. heer A. H. J. M. Homulle. De kerk van den deken werd opgebeld, doch ook daar was van de geestelijkheid niemand thuis; slechts een assistent, een Congregatie- pater, bevond zich daar. Deze snelde onmiddel lijk per auto naar de brandende kerk, welke honderd jaar geleden werd gebouwd, alwaar bij zijn aankomst door den koster het Allerheiligste reeds in veiligheid was gebracht in de pastorie. De pater heeft daarna nog enkele antieke kandelaars van de altaren gered, doch toen hij voor de tweede maal de kerk binnenkwam, woedde daar het vuur reeds zoodanig, dat de politie hem verderen toegang moest ontraden. In het voorportaal stond een lijkbaar, die door de inmiddels toegesnelde hulpvaardigen even eens de pastorie werd binnengebracht. Het vuur laaide inmiddels hoog boven den toren uit en het geheel was, met het dak, spoe dig één vuurzee. Te vijf voor half twaalf stortte het kruis met donderend geweld op de Langebrug. Aan den overkant van de kerk ligt het Kamerlingh On nes laboratorium, waarvoor men aanvankelijk groote vrees koesterde, dat het eveneens zou worden aangetast, doch te twaalf uur bleek, dat het zoover gelukkig niet zou komen. Allengs brandde de toren en het steigerwerk met het koor geheel uit, zoodat langzamerhand de kale muren reeds zichtbaar werden. In den tusschentijd hadden tal van parochia nen-omwonenden uit de pastorie en de sacristie alles in veiligheid gebracht wat zij konden redden. De brandweer heeft onvermoeid het blus- schingswerk voortgezet. Zij werd daarbij bijge staan door de brandweren van Oegstgeest, Voor schoten en Den Haag. Met een flink aantal stralen wist men de vuurzee tot het kerkgebouw te beperken. Toen de toren was ingestort en geleidelijk alle houtwerk boven in de kerk met het dak verbrand was, zoodat het vuur grooten- deels nog tusschen de steenen muren woedde, kon men zeggen, dat het gevaar voor uitbrei ding geweken was. Te half één stortte met donderend geraas een gedeelte van den voorgevel in. Een ontzet tende rookwolk steeg daaruit op, maar onge vallen hadden niet plaats. Doordat er in het geheel geen wind was, kon men de belendende perceelen voor het vuur sparen. Ook de pasto rie zal wel behouden blijven. Een ontzaglijke menschenmenigte uit Leiden en verre omgeving was tot diep in den nacht op het terrein van den brand aanwezig. Het tramverkeer in de richting Den Haag via Leidschendam was, evenals het overige rijver- keer, op de Breestraat, geheel gestremd. Omtrent den brand, die gisteravond en Van nacht de St. Petruskerk te Leiden in vlammen deed opgaan, schrijft men ons nog het vol gende: Met één slag is de Leidsche St. Petrus parochie van haar Godshuis beroofd. Met één slag is pastoor Th. M. Beukers beroofd van zijn kostbaarste bezit: zijn kerk, waarvoor hij, in navolging van zijn voorgangers, onvermoeid heeft gearbeid, nu reeds verscheidene jaren, waarvoor moeite noch zorgen hem teveel wa ren. Pastoor Beukers, innig-devoot priester, staat ervoor bekend, dat hij alles deed om zijn kerk zooveel hij kon te verfraaien, niet om de luxe zelf, maar om al het schoons dienstbaar te maken aan de uitoefening van den gods dienst, opdat de geloovigen, opgewekt door het uiterlijk schoon in den katholieken eeredienst, zich innerlijk daaraan gelijkvormig zouden maken. Pastoor Beukers was te Warmond in re traite, toen de St. Petruskerk, zijn kerk, in vlammen opging, door het vuur werd verteerd. Hoezeer dit schokkende nieuws hem aange grepen moet hebben, stond hem duidelijk op het gelaat te lezen, toen hij, per auto uit War mond gehaald, op het terrein van de ramp aan kwam. Toen de brand, die op of nabij den toren ontdekt werd, werd geconstateerd, werd onmid dellijk groot alarm gemaakt. De brandspuit van het politiebureau, dat in de onmiddellijke nabijheid is gelegen, was da delijk ter plaatse, doch deze aansluiting op de waterleiding kon niets baten, aangezien het wa ter hiermede niet halver hoogte den toren kon komen. De brandweer, die met twee auto-motor spuiten arriveerde, kon evenmin den vuurhaard bereiken, aangezien naast de kerk geen hooge gebouwen ziin eelesen en de Magirasladder, voor een kerkbrand zooal niets zeggend, dan toch in ieder geval onvoldoende geacht moest worden. Men moest dus lijdelijk aanzien, dat de toren weldra als in een vuurzee was herschapen. Fel laaiden de vlammen in de ijle lucht en geluk kig was het, dat het windstil was. De hitte van behoorlijken afstand op den weg was bijna on dragelijk. Men kon nog niet eens tegen deze vlammenzee inzien. De koster der kerk, die naast de sacristie in een met de kerk verbonden woning woont, bel de onmiddellijk de dekenale kerk op, aangezien er van de geestelijkheid der St. Petruskerk juist niemand thuis was. In de pastorie der Mon Père-kerk was alleen de pater-assistent, de weleerw. pater Erman O. Cap. aanwezig. De hoogeerw. heer deken Homulle bevond zich eveneens te Warmond in retraite. De pater begaf zich onmiddellijk per auto naar de St. Petruskerk, waar hij uit de kerk trachtte te redden wat er te redden viel, o. m. enkele antiek koperen kandelaars. De koster had reeds aanstonds het Allerheiligste in de pastorie in veiligheid gebracht. Vóór in de kerk stond een lijkbaar met het stoffelijk overschot van een parochiaan, dat te 8 uur in de kerk was binnengebracht. Ook dit werd ijlings naar de pastorie gedragen. Meer kon niet uit de kerk gered worden, wijl het vuur een zoodanigen omvang had aange nomen en er bovendien zulk een trek naar de pastorie stond, dat men het veilig achtte de deuren, die toegang gaven tot de kerk, geslo ten te houden. Daarop toog men aan het werk om alle pa ramenten der kerk, die voornamelijk in de naastgelegen sacristie waren opgeborgen, in vei ligheid te brengen. Dit geschiedde in den kortst mogelijken tijd, wijl van alle kanten door paro chianen en omwonenden de meest mogelijke hulp werd verleend. Daarna kwam ook de pas torie aan de beurt, want het liet zich aanvan kelijk aanzien, dat deze behouden zou blijven. Intusschen werd door den weleerw. heer kap. Bangert het Allerheiligste naar het huis van een parochiaan in de nabijheid overgebracht. Inmiddels breidde het vuur zich meer en meer uit. Toen de koepeltoren in volle vlam stond, daalde een ontzettende vonkenregen op het dak der kerk en de omgeving neer en het vuur woekerde voort. De brandweren uit Oegstgeest, Voorschoten en Den Haag werden gealarmeerd en toen deze verschenen werd volop van alle kanten water gegeven. Te half twaalf, een uur dus na het uitbreken van den brand, stortte het kruis van den toren, om op de Langebrug neer te komen. Te twaalf uur stortte de toren in en weer een half uur later kwam met ontzettend ge kraak van meegesleurde balken, die een steiger voor den voorgevel en om den toren vormden, een gedeelte van den gevel naar beneden. Een wolk van rook en vonken steeg op, dan werd alles weer stil beneden en weer richtten de blikken van vele duizenden toeschouwers zich op het ongetwijfeld machtig spel van vlammen. Allengs kroop het vuur over naar het dak van de kerk, dat vrij spoedig voor een groot ge deelte in brand geraakte en geleidelijk in stortte. Ook het linksche koepeltorentje bij den uitbouw van den beuk geraakte in brand en brandde weg. Toen de toren verdwenen was en al het stei gerwerk er omheen, namen de helle gloed en de ontzettende hitte merkbaar af. Het vuur woedde nu voornamelijk op het koor, rond de altaren en op den beganen grond, waar de banken gretig voedsel leverden. Overigens stonden vrijwel de kale zijmuren en de voorgevel nog overeind, zoodat men rond één uur kon zeggen, dat het gevaar voor uit breiding geweken was. Dit gevaar had behalve de pastorie, de kosters woning en de rondom liggende particuliere huizen, ook bestaan voor het tegenover den hoofdingang gelegen Kamerlingh Onnes Labo ratorium, waar de bekende groote electro- Een ontzettende ramp, zooals Leiden sinds zyn stadhuisbrand, nu ruim vier jaren geleden niet gehad heeft, heeft de Sleutelstad Dinsdag avond getroffen door het afbranden van de St. Petruskerk aan de Langebrug. Katholiek Leiden heeft hiermede tevens een van zijn mooiste kerken verloren. magneet is opgesteld en zich het cryogeen labo ratorium van prof. Keesom bevindt. Prof. Keesom was begrijpelijkerwijs op het terrein van den brand aanwezig. Gelukkig werd dit gebouw door een dichte boomenrij van de brandende kerk gescheiden, terwijl deze bovendien flink nat werd gehouden. Met de nablusschmg ging evenwel de ge heels morgen gemoeid. Omtrent de oorzaak valt op het oogenblik nog niets definitiefs te zeggen. Sinds etteljjki weken was men bezig met on derhoudswerken op den toren, die o.m. van een koperen dak zou worden voorzien. Op dezen steiger zou tusschen den toren en de kerk het vuur zou zijn waargenomen. Naar men ons mededeelde, had de loodgieter 's morgens vroeg even op den steiger gewerkt. Dat de brand van binnen uit zou zijn ontstaan, is wel zeer onaannemelijk, wijl er des avonds geen Lof was geweest. Alleen was te ruim acht uur kapelaan Kramer het stoffelijk overschot van den overledene, waarvan we hierboven spraken, de kerk ingeleid. Toen viel er van brandlucht niets te bespeuren. Op den eerste Zondag van dit jaar deelde pastoor Beukers den parochianen mede, dat het dien dag honderd jaar was geleden, dat de grond voor de kerk was aangekocht. Kort daar na werd met den bouw begonnen en in 1836 werd de kerk geopend. In 1832 bestond de pastorie reeds, voordien in gericht als hotel. Architect was de heer Molken- boer. Omstreeks 15 jaar geleden werd de kerk door de uitbreiding met de zijbeuken vergroot, ter wijl het vorig jaar de nieuwe beschildering der kerk gereed kwam. BATAVIA, 26 Juli (ANETA) Nadat de ge machtigde door de Regeering voor de afdeeling Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer Wel- lenstein, in de vergadering van gisteren een ontwerpordonnantie had aangekondigd welke in de komende tijden van overwegenden invloed zal zijn op de handelspolitiek, op de ontwikke ling van den import en eigen industrie, als mede eenigermate op den export, is thans bij den Volksraad ingediend een ontwerp-crisis- ordonnantie. Hierdoor kan door middel van een verorde ning der Regeering worden bepaald, dat over matige goedereninvoer uit het buitenland in het tolgebied van Ned.-Indië zal zijn verboden voorzoover de totaalwaarde dan wel de totaal- hoeveelheid daarvan hooger is dan een bedrag dat daarvoor in elk geval afzonderlijk zal wor den bepaald. Deze ordonnantie beoogt de vrije contingen- teering in Ned.-Indië toepasselijk te verklaren. Trier, 24 Juli Ongeveer 265 lezers en lezeressen hebben vandaag de reis naar Trier, georganiseerd door de directie van dit blad, in opgewekte stem ming aanvaard. In Utrecht stond vanmorgen de D-trein, speciaal voor ons gereserveerd, ge reed om het uitgebreide gezelschap in snel tempo, zonder eenig oponthoud, naar het schoo- ne Moezeldal te brengen, naar de oude stad der Romeinen, waar de H. Rok ter gelegenheid van het H. Jaar, na langen tijd weer tentoon gesteld wordt en duizenden, ja misschien wel millioenen, ter bedevaart zal trekken. Ook wij hebben de pelgrimage aanvaard, al heeft deze dan ook nog een nevendoel: onze bewondering te betalen aan het prachtige na tuurschoon van het Moezeldal en aan Luxem burg en de interessante resten van oudheden, in welks bezit Trier zich mag verheugen. Zoo'n pelgrimage brengt voor de deelnemers geen moeite en zorgen mee. Gezeten in de kussens van de D-wagens (voor de 3e klas reizigers bleken tot hun verrassing en vol doening 2e klas rijtuigen te zijn gereserveerd) rijden we in 100 K.M.-tempo langs de mijnen en industrieën in Oberhausen en Düsseldorf. Wanneer Keulen wordt gepasseerd, zien we op een afstand de gotieke Ujnen van den beroem den Dom zich hoog boven de stad verheffen en even later ontmoeten we den Rijn, met zijn prachtige oevers. Steeds wisselende tafereelen schuiven als even zoovele schilderijen voorbij. Hier een brok ruïne boven op een heuvel, daar een kerkje temidden van wat huizen dicht langs het water en steeds groene hellingen, waarlangs de trein in onverminderde vaart voort raast. We snellen Bonn voorbij en passeeren Co- blenz, waar we den Rijn vaarwel zeggen om den loop van den Moezel te volgen. Eindeloos lijken de wijnbergen tegen de steile hellingen. Iedere vierkante meter is benut. Geen vooruit stekende punt of er staan een aantal wijn stokken op. Vluchtig zien we een eenzamen wijngaardenier, die met een reservoir op den rug de planten bespuit. Dan naderen we Trier. Tusschen de berghel lingen door gluren enkele dorpen met een kerk je in 't midden en die snel verdwijnen, wan neer een tunnel ons onverwacht in t duister zet. Na zeven uur sporen hebben we Trier be reikt, en daar wacht ons een bijzondere ont vangst. De Reichsbahn-directeur heeft op het perron een viertal luidsprekers opgesteld, door middel waarvan de Hollanders met stentor geluid welkom worden geheeten. Het is niet onwaarschijnlijk, dat velen dezen welkomstgroet niet hebben gehoord door het geraas van den trein, doch de goede bedoeling wordt er niet minder om gewaardeerd. Op het perron staan Herr Dom Kapitular Fuchs, de actieve voorzitter van het bcde- vaarts-comité, zoomede vertegenwoordigers van de Reichsbahn-Direction en van het Verkehrs- Nadat de wind dagen achtereen hardnekkig uit westelijke richtingen had geblazen, kroop hij hedennacht eindelijk weer naar het zuid oosten en matigde zich daarbij zoozeer, dat de zee rondom Terschelling bij het krieken van den dag spiegelglad was. Dit was voor de ber- gingsvloot van de „Lutine", die in afwachting van het gunstige ooge- blik in de Terschellinger haven voortdurend onder stoom lag, het sein om uit te varen. Om half drie kozen de zandzuigers „Texel" en „Volharding" alsmede de sleepboot „Holland" zee. Laatstgenoemde boot voer met zich mee de dubbele ponton, waarop de groote bok, die thans den grooten cylinder draagt, welke heden boven den kegel die zich reeds op het wrak bevindt, wordt neergelaten en bevestigd. Dan kan duiker van Drimmelen door den cy linder in den kegel neerdalen en de laatste aan wijzingen geven voor het leegpompen, dat dan full speed ter hand wordt genomen. Het weer laat zich bijzonder gunstig aan zien, zoodat me verwacht in den loop van den dag een belangrijke schrede tot de oplossing van het „Lutine-probleem nader te komen. en Presse-amt, gereed om de Hollanders te begroeten. We blijken de eerste buitenlandsche pelgrims te zijn. Vandaar dat de voorzitter van het be- devaarts-comité ons met meer dan gewone har telijkheid begroet. We hebben, zegt hij, reeds 32.000 pelgrims binnen de muren van Trier gehad, maar dit is de eerste dag, dat we bui tenlandsche pelgrims in dit geval Hollan ders mogen ontvangen. Onze trein is de eerste van de 900 extra-treinen, welke in deze dagen de pelgrims naar Trier zullen brengen. Dan wijst de Dom Kapitular er op, dat allen zich hier één voelen in het doel, waarvoor zij komen en hij hoopt, dat dit een weinig mag bijdragen tot de toenadering en de verzoening der volken. Gij draagt, zoo besloot hij, een klein symbool van uw geloof en ge zijt vereenigd door den band der liefde. Wij voelen ons met u één daarin. De algemeene leider, de heer Leo Speet, dankt hierna met enkele woorden voor de vriende lijke ontvangst en hoopt dat allen, die in deze dagen naar Trier komen, daar niet alleen een genoeglijk ververblijf, maar ook geestelijken troost zullen vinden. Buiten het station staat intusschen een groo te menschenmenigte ons op te wachten. Blijk baar is onze komst van de zijde der bevolking met groote interesse tegemoet gezien, want een dichte haag van belangstellenden omsluit het plein. Jongelui, met den hakenkruisband om den arm dragen parmantig bordjes, waarop de namen der voor ons bestemde hotels prijken en op die manier zijn allen spoedig op den goeden weg naar een gastvrij onderdak. Van bijna alle huizen wapperen vlaggen, van zelfsprekend vele met hakenkruisen, zoodat de prachtig aangelegde straten er heel feestelijk uitzien. Trier is een mooie stad met werkelijk schit terende „Anlagen" en royale gebouwen en ho tels. De „Katholische Burgerverein" bezit' er een keurige inrichting met prachtige tuinen, welke voor de Hollandsche bezoekers was ge reserveerd, waar zij de avonden genoeglijk kun nen doorbrengen en den eersten reeds door gebracht hebben, in afwachting van hetgeen komen gaat. Op den onbewaakten overweg bij Wester broek is hedenmorgen de melkwagen van de ge broeders Steen uit Borgweg door den trein, die om 5 u. 3 uit Groningen vertrekt, gegrepen. Een der broeders was op slag dood; de andere is zwaar gewond naar Groningen overgebracht. Het paard werd eveneens gedood. De wagen is geheel vernield. Het uitzicht was door den dich ten mist belemmerd. De Directeur-Generaal der Zuiderzeewerken maakt bekend, dat de Minister van Waterstaat nader heeft beslist, dat te rekenen van 22 Juli j.l. af alle verkeer bij gedoogen en tegen beta ling ten bate van het NationaalCrisis-Comité op den weg op den afsluitdijk van de Zuiderzee wordt toegelaten. Met ingang van Alugustus a.s. zal het slaap- rijtuig AmsterdamBazel via Maastricht, loo- pende in de treinen 347/344, ook derde klasse slaapplaatsen bevatten. De prijs van deze slaap plaatsen bedraagt 6.55. Als bijzonderheid kan worden gemeld, dat dit de eerste slaapwagen met eerste, tweede en derde klasse slaapplaatsen is, de in interna tionaal verkeer loopt. Tot nu toe hebben deze slaapwagens uitsluitend in binnènverkeer ge- loopen, n.l. in de nachtsneltreinen van Amster dam naar Groningen en van Amsterdam naar Maastricht. Het Indische dagblad „De Locomotief" heeft in een speciale uitgave het Indische industri alisatie-probleem aan de orde gesteld als kern vraag, waaromheen zich tal van kwesties van groote importantie groepeeren. Hoewel het bui tengewoon groot, onhandig formaat niet direct tot lezen noopt, is de inhoud van het nummer van dien aard, den lezer een zeer goede indruk wordt gegeven van datgene, wat op industrie gebied in Indië reeds is bereikt en welke moge lijkheden er nog zijn. Het is de laatste dagen aan de Zaandamsche politieke hemel veel helderder geworden dan het langen tijd is geweest en het ziet er uic of nu de oplossing niet ver meer af is. B. en W. zelf hebben het vorbeeld gegeven door terug te komen op het onzalige besluit van den Raad om het tafellaken tusschen de regeering en de gemeente door te snijden. Zooals reeds eerder is medegedeeld, moet een ton gouds op de begrooting voor 1933 worden gevonden. B. en W. wilden die zien te verkrijgen door de invoering van een straatbelasting, die 65000 zou opbrengen, door verder verschillende ont vangsten hooger en 'n paar uitgaafposten lager te ramen, waardoor 25.000 ware te vinden, terwijl de dan nog ontbrekende 10.000 ver kregen konden worden door het batig saldo over 1931 ad 31.000 te plaatsen op „onvoor zien" en het bedrag van 10.000, dat reeds op de begrooting op dezen post prijkt, te benutten ten gunste van de begrooting. Met deze beide laatste voorstellen kon de minderheid in het college zich geenszins ver eenigen, omdat deze geen cent in het gemeen telijke laatje brengen. Immers B. en W. hebben wel gezocht naar mogelijke voordeelen doch de nadeelen, die wei eens veel grooter konden zijn, geheel ver waarloosd; terwijl het tweede voorstel in zeker opzicht een ontduiking is van het verbod van Regeering en Gedeputeerde Staten, om ge bruik te maken van bedoeld overschot. Tegenover deze beide voorstellen hebben de burgerlijke leden, zooals medegedeeld is, een pensioenaftrek van 3 y, pet. voor de weduwen en weezen der ambtenaren en werklieden voor gesteld. Terwille van de oplossing zou men aan burgerlijke zijde dan wel bereid zijn met de straatbelasting mee te gaan. Ook bij de soc. dem is een streven tot toe nadering waar te nemen, wijl aandie zijde thans overwogen wordt een bemiddelingsvoor stel aan te bieden door in plaats van 3y, pet., 2 pet. premieheffing uit te oefenen. Hierover zou vanmiddag weder in B en W. worden beraadslaagd, terwijl Donderdag voor hetzelfde doel een partijvergadering van de S. D. A. P. wordt belegd. Het denkbeeld om te trachten op een „thee avondje" tot elkaar te komen, heeft men laten varen. Pater W. Kea S.J., directeur van het Natio naal Bureau van het Apostolaat des Gebeds schrijft ons het volgende: Wij herdenken dit jaar het negentiende euw- getij van Christus' Kruisoffer op Calvarië. Geen waardiger herdenking dan het H. Misoffer, dat de voortdurende onbloedige hernieuwing is van het Kruisoffer. Z. H. den Paus vraagt, dat de katholieken daaraan willen denken. Daarom heeft Z. H. aan het internationale Apostolaat des Gebeds opgedragen om onder de katholieken van heel de wereld propaganda te maken voor deze wijze van herdenken, gedurende de tweede helft van dit Heilig Jaar! De propaganda omvat drie punten: 1. alle katholieken aansporen om ook door de week het H. Misoffer bij te wonen; 2. de vermogende katholieken aansporen om stipendia te schenken voor het opdragen van H.H. Missen; 3. de minvermogende katholieken aan te spo ren om althans kleine bijdragen te schenken, uit wier som dan stipendia voor H.H. Missen kunnen worden gegeven. En dit alles tot intentie ran Z. H. den Paus! Wij gaan nu met Augustus beginnen. Aan alle leden van het Apostolaat des Gebeds wordt te gelijk met het maandbriefje van Augustus een propagandablaadje verstrekt ter opteekening van hetgeen zij doen in de maanden Augustus, September en October. Het ingevulde blaadje wordt op het einde van October terugverwacht. Dan ontvangen zij een nieuw blaadje voor No vember, December en Januair. Het resultaat van alles, wat gedaan is wordt met dat van heel de wereld den H. Vader aangeboden. De bedoeling echter is, dat zooveel mogelijk katholieken meedoen, ook zij, die geen lid zijn van het Apostolaat des Gebeds. Om hiertoe te kernen, stelt het Bureau van het Aposolaat des Gebeds, Loyola, Vugbt, kosteloos die blaadjes verkrijgbaar voor alle parochies en voor alle organisaties, die niet aangesloten zijn bij het Apostolaat des Gebeds. De heeren geestelijken, die propaganda willen maken in hun parochie, er. allen die willen meedoen, worden verzocht zich tot bovenstaand adres te wenden. Mag ik een beroep doen» op aller medewer king tot het welslagen van deze echt katho lieke actie, waartoe Z. H. den Paus dringend uitnoodigt. Onder leiding der E. E. P. P. Assumptionisten vertrekt met twee en dertig deelnemers de Nat. Bedevaart naar het H. Land. Ter dier gelegenheid schonk Z. H. E. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht aan leiders en pelgrims welwillend zijn bisscboppe- lijken zegen. Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch deed zijn zegen met het vol gend vereerend schrijven vergezellen: „Mijn beste heilwenschen voor het welslagen der heerlijke pelgrimsreize. Ook in Lomdes zal ik haar in Gods bijzondere zegen aanbevelen". De Ned. Herv. kerk te Zevenhoven (Z.H.) is den laatsten tijd zoodanig verzakt, dat er ern stig gevaar voor instorting bestaat. In het voetstuk van den toren gapen scheuren van een handbreedte en bij een ingesteld onder zoek is gebleken, dat de palen der fundeeting geheel verteerd zijn. De toren is het eigendom der burgerlijke ge meente en ongeveer driehonderd jaar oud.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5