Geweldige vuurzee te Leiden
m
m
Naar Trier en Luxemburg
St. Petruskerk geheel verwoest
Invoerbeperking
De moeilijkheden
in Zaandam
DE BRANDWEER VRIJWEL
MACHTELOOS
NAAR DE OPLOSSING
WOENSDAG 26 JULI
Een brand, bijna even groot als
die van het Leidsche
Stadhuis
Ramp voor de Sleutel
stad
Het reddingswerk
De catastrofe voltrekt zich
De oorzaak
De geschiedenis der kerk
Een crisis-ordonnantie in Indië
WAAR HET VUUR ALLES VERNIELDE
W$W'
JP-
Het geheel verwoeste interieur van de St. Petruskerk
te Leiden
DE BRAND
TE LEIDEN
Het interieur der geheel
vernielde St. Petruskerk
te Leiden.
IN HET SCHOONE
MOEZELDAL
Hollanders vooraan
„Het is vandaag „Lutine"-weer en
dus worden de werkzaamheden
met spoed uitgevoerd
Laatste voorbereiding
Door trein gegrepen
Uitzicht op onbewaakten overweg
door mist belemmerd
Over den afsluitdijk
Opengesteld voor alle verkeer
AMSTERDAM—BAZEL
Derde klasse slaaprijtuigen
Indische Industrie
Wordt het tafellaken tusschen de
Regeering en de gemeente
niet doorgesneden?
Geen „theeavondje
De Paus vraagt het
Een waardige herdenking tijdens
het H. Jaar
NAAR PALESTINA
Nationale bedevaart vertrokken
INSTORTING DREIGT
Bouwvallige kerk
Een felle brand heeft gister
avond de St. Petruskerk te Leiden
geheel in de asch gelegd. Omtrent
de oorzaak tast men tot nu toe in
het duister. De brandweer stond
vrijwel machteloos voor de gewel
dige vuurzee, die in korten tijd de
St. Petrus-parochie van haar Gods
huis heeft beroofd.
Te omstreeks kwart over tien zagen voorbij
gangers dat er rook opsteeg rondom den toren
van de kerk, waarom sinds de laatste weken een
steigerwerk was aangebracht voor het doen van
restauratie.
Onmiddellijk werden politie en brandweer
gealarmeerd, doch deze konden weinig tegen
het vuur, dat zeer hoog oplaaide, uitrichten.
Van de geestelijkheid der parochie was nie
mand thuis. De pastoor, de zeereerw. heer Th.
M. Beukers, was in retraite te Warmond tege
lijk met den deken van Leiden, den hoogeerw.
heer A. H. J. M. Homulle.
De kerk van den deken werd opgebeld, doch
ook daar was van de geestelijkheid niemand
thuis; slechts een assistent, een Congregatie-
pater, bevond zich daar. Deze snelde onmiddel
lijk per auto naar de brandende kerk, welke
honderd jaar geleden werd gebouwd, alwaar bij
zijn aankomst door den koster het Allerheiligste
reeds in veiligheid was gebracht in de pastorie.
De pater heeft daarna nog enkele antieke
kandelaars van de altaren gered, doch toen hij
voor de tweede maal de kerk binnenkwam,
woedde daar het vuur reeds zoodanig, dat de
politie hem verderen toegang moest ontraden.
In het voorportaal stond een lijkbaar, die door
de inmiddels toegesnelde hulpvaardigen even
eens de pastorie werd binnengebracht.
Het vuur laaide inmiddels hoog boven den
toren uit en het geheel was, met het dak, spoe
dig één vuurzee.
Te vijf voor half twaalf stortte het kruis met
donderend geweld op de Langebrug. Aan den
overkant van de kerk ligt het Kamerlingh On
nes laboratorium, waarvoor men aanvankelijk
groote vrees koesterde, dat het eveneens zou
worden aangetast, doch te twaalf uur bleek,
dat het zoover gelukkig niet zou komen.
Allengs brandde de toren en het steigerwerk
met het koor geheel uit, zoodat langzamerhand
de kale muren reeds zichtbaar werden.
In den tusschentijd hadden tal van parochia
nen-omwonenden uit de pastorie en de sacristie
alles in veiligheid gebracht wat zij konden
redden.
De brandweer heeft onvermoeid het blus-
schingswerk voortgezet. Zij werd daarbij bijge
staan door de brandweren van Oegstgeest, Voor
schoten en Den Haag. Met een flink aantal
stralen wist men de vuurzee tot het kerkgebouw
te beperken. Toen de toren was ingestort en
geleidelijk alle houtwerk boven in de kerk met
het dak verbrand was, zoodat het vuur grooten-
deels nog tusschen de steenen muren woedde,
kon men zeggen, dat het gevaar voor uitbrei
ding geweken was.
Te half één stortte met donderend geraas
een gedeelte van den voorgevel in. Een ontzet
tende rookwolk steeg daaruit op, maar onge
vallen hadden niet plaats. Doordat er in het
geheel geen wind was, kon men de belendende
perceelen voor het vuur sparen. Ook de pasto
rie zal wel behouden blijven. Een ontzaglijke
menschenmenigte uit Leiden en verre omgeving
was tot diep in den nacht op het terrein van
den brand aanwezig.
Het tramverkeer in de richting Den Haag via
Leidschendam was, evenals het overige rijver-
keer, op de Breestraat, geheel gestremd.
Omtrent den brand, die gisteravond en Van
nacht de St. Petruskerk te Leiden in vlammen
deed opgaan, schrijft men ons nog het vol
gende:
Met één slag is de Leidsche St. Petrus
parochie van haar Godshuis beroofd. Met één
slag is pastoor Th. M. Beukers beroofd van
zijn kostbaarste bezit: zijn kerk, waarvoor hij,
in navolging van zijn voorgangers, onvermoeid
heeft gearbeid, nu reeds verscheidene jaren,
waarvoor moeite noch zorgen hem teveel wa
ren. Pastoor Beukers, innig-devoot priester,
staat ervoor bekend, dat hij alles deed om zijn
kerk zooveel hij kon te verfraaien, niet om de
luxe zelf, maar om al het schoons dienstbaar
te maken aan de uitoefening van den gods
dienst, opdat de geloovigen, opgewekt door het
uiterlijk schoon in den katholieken eeredienst,
zich innerlijk daaraan gelijkvormig zouden
maken.
Pastoor Beukers was te Warmond in re
traite, toen de St. Petruskerk, zijn kerk, in
vlammen opging, door het vuur werd verteerd.
Hoezeer dit schokkende nieuws hem aange
grepen moet hebben, stond hem duidelijk op
het gelaat te lezen, toen hij, per auto uit War
mond gehaald, op het terrein van de ramp aan
kwam.
Toen de brand, die op of nabij den toren
ontdekt werd, werd geconstateerd, werd onmid
dellijk groot alarm gemaakt.
De brandspuit van het politiebureau, dat in
de onmiddellijke nabijheid is gelegen, was da
delijk ter plaatse, doch deze aansluiting op de
waterleiding kon niets baten, aangezien het wa
ter hiermede niet halver hoogte den toren kon
komen.
De brandweer, die met twee auto-motor
spuiten arriveerde, kon evenmin den vuurhaard
bereiken, aangezien naast de kerk geen hooge
gebouwen ziin eelesen en de Magirasladder,
voor een kerkbrand zooal niets zeggend, dan
toch in ieder geval onvoldoende geacht moest
worden.
Men moest dus lijdelijk aanzien, dat de toren
weldra als in een vuurzee was herschapen. Fel
laaiden de vlammen in de ijle lucht en geluk
kig was het, dat het windstil was. De hitte van
behoorlijken afstand op den weg was bijna on
dragelijk. Men kon nog niet eens tegen deze
vlammenzee inzien.
De koster der kerk, die naast de sacristie in
een met de kerk verbonden woning woont, bel
de onmiddellijk de dekenale kerk op, aangezien
er van de geestelijkheid der St. Petruskerk juist
niemand thuis was. In de pastorie der Mon
Père-kerk was alleen de pater-assistent, de
weleerw. pater Erman O. Cap. aanwezig. De
hoogeerw. heer deken Homulle bevond zich
eveneens te Warmond in retraite.
De pater begaf zich onmiddellijk per auto
naar de St. Petruskerk, waar hij uit de kerk
trachtte te redden wat er te redden viel, o. m.
enkele antiek koperen kandelaars. De koster
had reeds aanstonds het Allerheiligste in de
pastorie in veiligheid gebracht.
Vóór in de kerk stond een lijkbaar met het
stoffelijk overschot van een parochiaan, dat te
8 uur in de kerk was binnengebracht. Ook dit
werd ijlings naar de pastorie gedragen.
Meer kon niet uit de kerk gered worden, wijl
het vuur een zoodanigen omvang had aange
nomen en er bovendien zulk een trek naar de
pastorie stond, dat men het veilig achtte de
deuren, die toegang gaven tot de kerk, geslo
ten te houden.
Daarop toog men aan het werk om alle pa
ramenten der kerk, die voornamelijk in de
naastgelegen sacristie waren opgeborgen, in vei
ligheid te brengen. Dit geschiedde in den kortst
mogelijken tijd, wijl van alle kanten door paro
chianen en omwonenden de meest mogelijke
hulp werd verleend. Daarna kwam ook de pas
torie aan de beurt, want het liet zich aanvan
kelijk aanzien, dat deze behouden zou blijven.
Intusschen werd door den weleerw. heer kap.
Bangert het Allerheiligste naar het huis van
een parochiaan in de nabijheid overgebracht.
Inmiddels breidde het vuur zich meer en
meer uit. Toen de koepeltoren in volle vlam
stond, daalde een ontzettende vonkenregen op
het dak der kerk en de omgeving neer en het
vuur woekerde voort.
De brandweren uit Oegstgeest, Voorschoten
en Den Haag werden gealarmeerd en toen deze
verschenen werd volop van alle kanten water
gegeven. Te half twaalf, een uur dus na het
uitbreken van den brand, stortte het kruis van
den toren, om op de Langebrug neer te komen.
Te twaalf uur stortte de toren in en weer
een half uur later kwam met ontzettend ge
kraak van meegesleurde balken, die een steiger
voor den voorgevel en om den toren vormden,
een gedeelte van den gevel naar beneden. Een
wolk van rook en vonken steeg op, dan werd
alles weer stil beneden en weer richtten de
blikken van vele duizenden toeschouwers zich
op het ongetwijfeld machtig spel van vlammen.
Allengs kroop het vuur over naar het dak van
de kerk, dat vrij spoedig voor een groot ge
deelte in brand geraakte en geleidelijk in
stortte. Ook het linksche koepeltorentje bij den
uitbouw van den beuk geraakte in brand en
brandde weg.
Toen de toren verdwenen was en al het stei
gerwerk er omheen, namen de helle gloed en de
ontzettende hitte merkbaar af. Het vuur woedde
nu voornamelijk op het koor, rond de altaren
en op den beganen grond, waar de banken gretig
voedsel leverden.
Overigens stonden vrijwel de kale zijmuren en
de voorgevel nog overeind, zoodat men rond
één uur kon zeggen, dat het gevaar voor uit
breiding geweken was.
Dit gevaar had behalve de pastorie, de kosters
woning en de rondom liggende particuliere
huizen, ook bestaan voor het tegenover den
hoofdingang gelegen Kamerlingh Onnes Labo
ratorium, waar de bekende groote electro-
Een ontzettende ramp, zooals
Leiden sinds zyn stadhuisbrand, nu
ruim vier jaren geleden niet gehad
heeft, heeft de Sleutelstad Dinsdag
avond getroffen door het afbranden
van de St. Petruskerk aan de
Langebrug.
Katholiek Leiden heeft hiermede
tevens een van zijn mooiste kerken
verloren.
magneet is opgesteld en zich het cryogeen labo
ratorium van prof. Keesom bevindt. Prof.
Keesom was begrijpelijkerwijs op het terrein van
den brand aanwezig.
Gelukkig werd dit gebouw door een dichte
boomenrij van de brandende kerk gescheiden,
terwijl deze bovendien flink nat werd gehouden.
Met de nablusschmg ging evenwel de ge
heels morgen gemoeid.
Omtrent de oorzaak valt op het oogenblik nog
niets definitiefs te zeggen.
Sinds etteljjki weken was men bezig met on
derhoudswerken op den toren, die o.m. van een
koperen dak zou worden voorzien.
Op dezen steiger zou tusschen den toren en
de kerk het vuur zou zijn waargenomen.
Naar men ons mededeelde, had de loodgieter
's morgens vroeg even op den steiger gewerkt.
Dat de brand van binnen uit zou zijn ontstaan,
is wel zeer onaannemelijk, wijl er des avonds
geen Lof was geweest. Alleen was te ruim acht
uur kapelaan Kramer het stoffelijk overschot
van den overledene, waarvan we hierboven
spraken, de kerk ingeleid. Toen viel er van
brandlucht niets te bespeuren.
Op den eerste Zondag van dit jaar deelde
pastoor Beukers den parochianen mede, dat het
dien dag honderd jaar was geleden, dat de
grond voor de kerk was aangekocht. Kort daar
na werd met den bouw begonnen en in 1836
werd de kerk geopend.
In 1832 bestond de pastorie reeds, voordien in
gericht als hotel. Architect was de heer Molken-
boer.
Omstreeks 15 jaar geleden werd de kerk door
de uitbreiding met de zijbeuken vergroot, ter
wijl het vorig jaar de nieuwe beschildering der
kerk gereed kwam.
BATAVIA, 26 Juli (ANETA) Nadat de ge
machtigde door de Regeering voor de afdeeling
Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer Wel-
lenstein, in de vergadering van gisteren een
ontwerpordonnantie had aangekondigd welke
in de komende tijden van overwegenden invloed
zal zijn op de handelspolitiek, op de ontwikke
ling van den import en eigen industrie, als
mede eenigermate op den export, is thans bij
den Volksraad ingediend een ontwerp-crisis-
ordonnantie.
Hierdoor kan door middel van een verorde
ning der Regeering worden bepaald, dat over
matige goedereninvoer uit het buitenland in
het tolgebied van Ned.-Indië zal zijn verboden
voorzoover de totaalwaarde dan wel de totaal-
hoeveelheid daarvan hooger is dan een bedrag
dat daarvoor in elk geval afzonderlijk zal wor
den bepaald.
Deze ordonnantie beoogt de vrije contingen-
teering in Ned.-Indië toepasselijk te verklaren.
Trier, 24 Juli
Ongeveer 265 lezers en lezeressen hebben
vandaag de reis naar Trier, georganiseerd door
de directie van dit blad, in opgewekte stem
ming aanvaard. In Utrecht stond vanmorgen
de D-trein, speciaal voor ons gereserveerd, ge
reed om het uitgebreide gezelschap in snel
tempo, zonder eenig oponthoud, naar het schoo-
ne Moezeldal te brengen, naar de oude stad
der Romeinen, waar de H. Rok ter gelegenheid
van het H. Jaar, na langen tijd weer tentoon
gesteld wordt en duizenden, ja misschien wel
millioenen, ter bedevaart zal trekken.
Ook wij hebben de pelgrimage aanvaard, al
heeft deze dan ook nog een nevendoel: onze
bewondering te betalen aan het prachtige na
tuurschoon van het Moezeldal en aan Luxem
burg en de interessante resten van oudheden,
in welks bezit Trier zich mag verheugen.
Zoo'n pelgrimage brengt voor de deelnemers
geen moeite en zorgen mee. Gezeten in de
kussens van de D-wagens (voor de 3e klas
reizigers bleken tot hun verrassing en vol
doening 2e klas rijtuigen te zijn gereserveerd)
rijden we in 100 K.M.-tempo langs de mijnen
en industrieën in Oberhausen en Düsseldorf.
Wanneer Keulen wordt gepasseerd, zien we op
een afstand de gotieke Ujnen van den beroem
den Dom zich hoog boven de stad verheffen
en even later ontmoeten we den Rijn, met zijn
prachtige oevers. Steeds wisselende tafereelen
schuiven als even zoovele schilderijen voorbij.
Hier een brok ruïne boven op een heuvel, daar
een kerkje temidden van wat huizen dicht
langs het water en steeds groene hellingen,
waarlangs de trein in onverminderde vaart
voort raast.
We snellen Bonn voorbij en passeeren Co-
blenz, waar we den Rijn vaarwel zeggen om
den loop van den Moezel te volgen. Eindeloos
lijken de wijnbergen tegen de steile hellingen.
Iedere vierkante meter is benut. Geen vooruit
stekende punt of er staan een aantal wijn
stokken op. Vluchtig zien we een eenzamen
wijngaardenier, die met een reservoir op den
rug de planten bespuit.
Dan naderen we Trier. Tusschen de berghel
lingen door gluren enkele dorpen met een kerk
je in 't midden en die snel verdwijnen, wan
neer een tunnel ons onverwacht in t duister
zet.
Na zeven uur sporen hebben we Trier be
reikt, en daar wacht ons een bijzondere ont
vangst. De Reichsbahn-directeur heeft op het
perron een viertal luidsprekers opgesteld, door
middel waarvan de Hollanders met stentor
geluid welkom worden geheeten.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat velen dezen
welkomstgroet niet hebben gehoord door het
geraas van den trein, doch de goede bedoeling
wordt er niet minder om gewaardeerd.
Op het perron staan Herr Dom Kapitular
Fuchs, de actieve voorzitter van het bcde-
vaarts-comité, zoomede vertegenwoordigers van
de Reichsbahn-Direction en van het Verkehrs-
Nadat de wind dagen achtereen hardnekkig
uit westelijke richtingen had geblazen, kroop
hij hedennacht eindelijk weer naar het zuid
oosten en matigde zich daarbij zoozeer, dat de
zee rondom Terschelling bij het krieken van
den dag spiegelglad was. Dit was voor de ber-
gingsvloot van de „Lutine", die in afwachting
van het gunstige ooge- blik in de Terschellinger
haven voortdurend onder stoom lag, het sein om
uit te varen.
Om half drie kozen de zandzuigers „Texel"
en „Volharding" alsmede de sleepboot „Holland"
zee.
Laatstgenoemde boot voer met zich mee de
dubbele ponton, waarop de groote bok, die thans
den grooten cylinder draagt, welke heden boven
den kegel die zich reeds op het wrak bevindt,
wordt neergelaten en bevestigd.
Dan kan duiker van Drimmelen door den cy
linder in den kegel neerdalen en de laatste aan
wijzingen geven voor het leegpompen, dat dan
full speed ter hand wordt genomen.
Het weer laat zich bijzonder gunstig aan
zien, zoodat me verwacht in den loop van den
dag een belangrijke schrede tot de oplossing
van het „Lutine-probleem nader te komen.
en Presse-amt, gereed om de Hollanders te
begroeten.
We blijken de eerste buitenlandsche pelgrims
te zijn. Vandaar dat de voorzitter van het be-
devaarts-comité ons met meer dan gewone har
telijkheid begroet. We hebben, zegt hij, reeds
32.000 pelgrims binnen de muren van Trier
gehad, maar dit is de eerste dag, dat we bui
tenlandsche pelgrims in dit geval Hollan
ders mogen ontvangen. Onze trein is de
eerste van de 900 extra-treinen, welke in deze
dagen de pelgrims naar Trier zullen brengen.
Dan wijst de Dom Kapitular er op, dat allen
zich hier één voelen in het doel, waarvoor zij
komen en hij hoopt, dat dit een weinig mag
bijdragen tot de toenadering en de verzoening
der volken.
Gij draagt, zoo besloot hij, een klein symbool
van uw geloof en ge zijt vereenigd door den
band der liefde. Wij voelen ons met u één
daarin.
De algemeene leider, de heer Leo Speet, dankt
hierna met enkele woorden voor de vriende
lijke ontvangst en hoopt dat allen, die in deze
dagen naar Trier komen, daar niet alleen een
genoeglijk ververblijf, maar ook geestelijken
troost zullen vinden.
Buiten het station staat intusschen een groo
te menschenmenigte ons op te wachten. Blijk
baar is onze komst van de zijde der bevolking
met groote interesse tegemoet gezien, want een
dichte haag van belangstellenden omsluit het
plein. Jongelui, met den hakenkruisband om
den arm dragen parmantig bordjes, waarop de
namen der voor ons bestemde hotels prijken en
op die manier zijn allen spoedig op den goeden
weg naar een gastvrij onderdak.
Van bijna alle huizen wapperen vlaggen, van
zelfsprekend vele met hakenkruisen, zoodat de
prachtig aangelegde straten er heel feestelijk
uitzien.
Trier is een mooie stad met werkelijk schit
terende „Anlagen" en royale gebouwen en ho
tels. De „Katholische Burgerverein" bezit' er
een keurige inrichting met prachtige tuinen,
welke voor de Hollandsche bezoekers was ge
reserveerd, waar zij de avonden genoeglijk kun
nen doorbrengen en den eersten reeds door
gebracht hebben, in afwachting van hetgeen
komen gaat.
Op den onbewaakten overweg bij Wester
broek is hedenmorgen de melkwagen van de ge
broeders Steen uit Borgweg door den trein, die
om 5 u. 3 uit Groningen vertrekt, gegrepen.
Een der broeders was op slag dood; de andere
is zwaar gewond naar Groningen overgebracht.
Het paard werd eveneens gedood. De wagen is
geheel vernield. Het uitzicht was door den dich
ten mist belemmerd.
De Directeur-Generaal der Zuiderzeewerken
maakt bekend, dat de Minister van Waterstaat
nader heeft beslist, dat te rekenen van 22 Juli
j.l. af alle verkeer bij gedoogen en tegen beta
ling ten bate van het NationaalCrisis-Comité
op den weg op den afsluitdijk van de Zuiderzee
wordt toegelaten.
Met ingang van Alugustus a.s. zal het slaap-
rijtuig AmsterdamBazel via Maastricht, loo-
pende in de treinen 347/344, ook derde klasse
slaapplaatsen bevatten. De prijs van deze slaap
plaatsen bedraagt 6.55.
Als bijzonderheid kan worden gemeld, dat
dit de eerste slaapwagen met eerste, tweede en
derde klasse slaapplaatsen is, de in interna
tionaal verkeer loopt. Tot nu toe hebben deze
slaapwagens uitsluitend in binnènverkeer ge-
loopen, n.l. in de nachtsneltreinen van Amster
dam naar Groningen en van Amsterdam naar
Maastricht.
Het Indische dagblad „De Locomotief" heeft
in een speciale uitgave het Indische industri
alisatie-probleem aan de orde gesteld als kern
vraag, waaromheen zich tal van kwesties van
groote importantie groepeeren. Hoewel het bui
tengewoon groot, onhandig formaat niet direct
tot lezen noopt, is de inhoud van het nummer
van dien aard, den lezer een zeer goede indruk
wordt gegeven van datgene, wat op industrie
gebied in Indië reeds is bereikt en welke moge
lijkheden er nog zijn.
Het is de laatste dagen aan de Zaandamsche
politieke hemel veel helderder geworden dan
het langen tijd is geweest en het ziet er uic of
nu de oplossing niet ver meer af is.
B. en W. zelf hebben het vorbeeld gegeven
door terug te komen op het onzalige besluit
van den Raad om het tafellaken tusschen de
regeering en de gemeente door te snijden.
Zooals reeds eerder is medegedeeld, moet een
ton gouds op de begrooting voor 1933 worden
gevonden.
B. en W. wilden die zien te verkrijgen door
de invoering van een straatbelasting, die 65000
zou opbrengen, door verder verschillende ont
vangsten hooger en 'n paar uitgaafposten lager
te ramen, waardoor 25.000 ware te vinden,
terwijl de dan nog ontbrekende 10.000 ver
kregen konden worden door het batig saldo
over 1931 ad 31.000 te plaatsen op „onvoor
zien" en het bedrag van 10.000, dat reeds op
de begrooting op dezen post prijkt, te benutten
ten gunste van de begrooting.
Met deze beide laatste voorstellen kon de
minderheid in het college zich geenszins ver
eenigen, omdat deze geen cent in het gemeen
telijke laatje brengen.
Immers B. en W. hebben wel gezocht naar
mogelijke voordeelen doch de nadeelen, die
wei eens veel grooter konden zijn, geheel ver
waarloosd; terwijl het tweede voorstel in zeker
opzicht een ontduiking is van het verbod van
Regeering en Gedeputeerde Staten, om ge
bruik te maken van bedoeld overschot.
Tegenover deze beide voorstellen hebben de
burgerlijke leden, zooals medegedeeld is, een
pensioenaftrek van 3 y, pet. voor de weduwen
en weezen der ambtenaren en werklieden voor
gesteld.
Terwille van de oplossing zou men aan
burgerlijke zijde dan wel bereid zijn met de
straatbelasting mee te gaan.
Ook bij de soc. dem is een streven tot toe
nadering waar te nemen, wijl aandie zijde
thans overwogen wordt een bemiddelingsvoor
stel aan te bieden door in plaats van 3y, pet.,
2 pet. premieheffing uit te oefenen.
Hierover zou vanmiddag weder in B en W.
worden beraadslaagd, terwijl Donderdag voor
hetzelfde doel een partijvergadering van de
S. D. A. P. wordt belegd.
Het denkbeeld om te trachten op een „thee
avondje" tot elkaar te komen, heeft men laten
varen.
Pater W. Kea S.J., directeur van het Natio
naal Bureau van het Apostolaat des Gebeds
schrijft ons het volgende:
Wij herdenken dit jaar het negentiende euw-
getij van Christus' Kruisoffer op Calvarië.
Geen waardiger herdenking dan het H. Misoffer,
dat de voortdurende onbloedige hernieuwing is
van het Kruisoffer.
Z. H. den Paus vraagt, dat de katholieken
daaraan willen denken. Daarom heeft Z. H.
aan het internationale Apostolaat des Gebeds
opgedragen om onder de katholieken van heel
de wereld propaganda te maken voor deze wijze
van herdenken, gedurende de tweede helft van
dit Heilig Jaar! De propaganda omvat drie
punten:
1. alle katholieken aansporen om ook door de
week het H. Misoffer bij te wonen;
2. de vermogende katholieken aansporen om
stipendia te schenken voor het opdragen van
H.H. Missen;
3. de minvermogende katholieken aan te spo
ren om althans kleine bijdragen te schenken,
uit wier som dan stipendia voor H.H. Missen
kunnen worden gegeven.
En dit alles tot intentie ran Z. H. den Paus!
Wij gaan nu met Augustus beginnen. Aan alle
leden van het Apostolaat des Gebeds wordt te
gelijk met het maandbriefje van Augustus een
propagandablaadje verstrekt ter opteekening
van hetgeen zij doen in de maanden Augustus,
September en October. Het ingevulde blaadje
wordt op het einde van October terugverwacht.
Dan ontvangen zij een nieuw blaadje voor No
vember, December en Januair. Het resultaat
van alles, wat gedaan is wordt met dat van
heel de wereld den H. Vader aangeboden.
De bedoeling echter is, dat zooveel mogelijk
katholieken meedoen, ook zij, die geen lid zijn
van het Apostolaat des Gebeds. Om hiertoe te
kernen, stelt het Bureau van het Aposolaat des
Gebeds, Loyola, Vugbt, kosteloos die blaadjes
verkrijgbaar voor alle parochies en voor alle
organisaties, die niet aangesloten zijn bij het
Apostolaat des Gebeds. De heeren geestelijken,
die propaganda willen maken in hun parochie,
er. allen die willen meedoen, worden verzocht
zich tot bovenstaand adres te wenden.
Mag ik een beroep doen» op aller medewer
king tot het welslagen van deze echt katho
lieke actie, waartoe Z. H. den Paus dringend
uitnoodigt.
Onder leiding der E. E. P. P. Assumptionisten
vertrekt met twee en dertig deelnemers de Nat.
Bedevaart naar het H. Land.
Ter dier gelegenheid schonk Z. H. E. Mgr.
J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht aan
leiders en pelgrims welwillend zijn bisscboppe-
lijken zegen.
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van
's Hertogenbosch deed zijn zegen met het vol
gend vereerend schrijven vergezellen:
„Mijn beste heilwenschen voor het welslagen
der heerlijke pelgrimsreize. Ook in Lomdes zal
ik haar in Gods bijzondere zegen aanbevelen".
De Ned. Herv. kerk te Zevenhoven (Z.H.) is
den laatsten tijd zoodanig verzakt, dat er ern
stig gevaar voor instorting bestaat.
In het voetstuk van den toren gapen scheuren
van een handbreedte en bij een ingesteld onder
zoek is gebleken, dat de palen der fundeeting
geheel verteerd zijn.
De toren is het eigendom der burgerlijke ge
meente en ongeveer driehonderd jaar oud.