Benito Mussolini, de Duce wtéaalden dag I f 825. - keerden wij in de laatsfe week uit Het uitgelezen middel f 75.640.- DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN HEDEN WORDT HIJ VIJF TIG JAAR ZOMERKRABBELS ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Weg met de werkloosheid Leve de Nederlandsche ROBïNSONschoen - ZATERDAG 29 JULI Sjouwerman, metselaar, student, loopjongen, journalist, socialis tisch leider, soldaat, fas cist, kamerlid, minister Een werkzaam, bewogen leven Examen Handelskennis L. O. Notarieel examen Nieuwe goudvondst in Mexico ingevolge de voor onze abonne s geldende GRATIS ONGEVALLEN-VERZEKERING aan: Hiermede steeg ons aantal uit- teeringen tot 247, waarmede thans een totaal bedrag van aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd. DIRECTIE VER. KATH. PERS CHnvfc SMiv De j dubbelganger De millionair met de tien paleizen Temmen van een tijger met de hand WKifLi een polis van Levensverzekering, Pensioenverzekering of Lijfrente der R|7 LEVENSVERZEKERING-MAATSCHAPPIJ K NASSAUSINGEL 3 TE NIJMEGEN AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL NAAR HET DUITSCH VAN RUDOLF HERZOC Leer je verdedigen als een man, in plaats van je tranen te laten vloeien als een vrouw! De kleine Benito volgde dezen raad van zijn vader op. Gewapend met een puntigen steen viel hy den grooteren en ster keren jongen aan die hem zijn speelgoed ge stolen en hem geslagen had Hij hield niet op voor hij bloed zag. En men zegt dat Mussolini nog gaarne het verhaal doet van zijn eerste overwinning; dat hij, de rijpe man. nog altijd trotsch is op dit stuk kwajongens-bravour. En het lijkt niet onmogelijk dat dit zoo is. Hij is hard, hij is hard geweest vanaf zijn eerste jeugdjaren, en waarschijnlijk kon hij alleen doordat hij zoo hard was, zijn volkomen over winning behalen op het leven dat voor hem hard geweest is als bijna voor geen ander. „Ga ik voorwaarts, volgt mij! Wijk ik, doodt mij! Als ik val, wreekt mij!" Dit staat niet alleen op een der postzegels welke ter gelegenheid van het tweede lustrum der „Marcia su Roma" werden uitgegeven, het was zijn parool vanaf j het oogenblik dat hij in Maart 1919 zijn eersten i „fascio di combattimento" vormde en op de piazza di San Sepolcro met een handjevol fas cisten het roode gepeupel dat de straten van Milaan beheerschte, uit elkaar knuppelde. Hard was hij altijd en soms bijna wreed, maar op de eerste plaats voor zich-zelven. Voor anderen kan hij plots heel zacht zijn met die weeke sentimentaliteit eener onstuimige natuur. Wan neer de jaren welke hij op de kostschool bij de Salesianen doorbracht, al vrijwel verloren waren, één ding heeft hij er grondig geleerd; het leven van Caesar! Hij werd geboren te Dorra, een vlek dat be hoorde tot de thans tot stad verheven gemeente Predappio, in de Romagna den 29sten Juli 1883. Hij viert dus vandaag zijn vijftigsten verjaardag. Zijn vader is de smid Alessandro Mussolini, een fel socialist, die zijn zoon Benito noemt naar den Mexicaanschen revolutionnair fcenito Jucarez, die keizer Maximiliaan van Mexico liet fusilleeren, Zyr, moeder, Rosa Mussonni, is een brave vrouw, maar voor den onstuimigen jongen al spoedig niet meer dan de gemiddelde Italiaansche moeder; een teer geliefd idool zonder werkelijken invloed. Op de dorpsschool die zij leidt, terroriseert hij haar. De Salesianen aan wier zorgen hij wordt toevertrouwt, jagen hem twee malen van hun kostschool te Paenza weg. Op de kweekschool van Forlimpópoli be haal: hij tenslotte zijn schoolmeestersdiploma. Hij solliciteert naar de betrekking van gemeen te-secretaris, maar wordt geweigerd. Zijn vader moet toen den burgemeester hebben toegevoegd; „In een kleine gemeente op Cicihë weigerde men eens den post van gemeente-secretaris aan een jongen man die ook te onstuimig en te revolutionnair was. En hij werd onze groote Francesco Crispi. U zult nog eens spijt hebben van uw beslissing." Benito wordt onderwijzer in Gualtieri, maar vertrekt al spoedig naar Zwitserland. In Lau sanne is hij een paar dagen lang opperman, wordt dan onder een brug slapende gevonden en vier-en-twintig uren opgesloten wegens landlooperij. Twintig jaren later zal hi) als Minister-President te Lausanne terug keeren en de vroede vaderen moeten in der haast een bevel tot uitwijzing intrekken dat nog altijd tegen den revolutionnair Benito Mussolini bestaat. Maar er gebeurt veel in die twintig jaren. Hij wordt elf malen gearresteerd, is sjouwer man, metselaar, student, loopjongen, journa list, hoofd-redacteur, socialistisch leider, sol daat, korporaal, leider van het fascisme, Ka merlid, Minister. Carlo de Paulis, kruidenier en varkensslager te Lausanne, bij wien Muasolini loopjongen was, vertelde over zijn knecht het volgende aan een journalist: „We gaan terug tot 1905, toen ik nog in de Rue de la Merceri gevestigd was. Mussolini was juist uit het canton Genève uitgewezen, nadat hetzelfde met hem in verschillende an dere cantons gebeurd was. Zoo kwam hij hier, zonder geld, in de stad. Op dat tijdstip woonde ik trouw de samenkomsten der socialistische party by. Een mijner kameraden beval den jongen Benito by my aan en omdat ik een boodschappenjongen noodig had, nam ik hem in dienst. Ik betaalde hem 50 francs per maand met kost, inwoning en bewassching. En dat was alles wat Mussolini begeerde, hy was tevreden met de zekerheid van zijn dagelyksch brood, terwijl hy zyn studies aan de universiteit volg de. Mussolini was destyds een jongeman van 22 jaar, zeer krachtig en met vurige, eenigszins zwaarmoedige oogen, die, ik moet het wel zeg gen, myn vrouw soms vrees aanjoegen. Zy was er bang voor om met hem alleen te zijn. In werkelykheid was hy een zeer kalme, stille jongeman. Ik wist zeker, dat hij politieke denk beelden had, die meer geavanceerd waren dan de myne, want ik werd geacht een vry lauwe socialist te zijn, terwyl Mussolini's theorieën die der anarchisten nabij kwam. Wij waren neel vry samen, zelfs zeiden wy „jij en jouw" tegen elkaar, doch spraken nooit over de poli tiek. Een modelbediende was hy niet bepaald, hy was gewillig, maar geen harde werker. Hij voelde, dat alleen de studie hem interesseerde. Als ik hem met een leverantie uitzond, ging hy de deur uit met het pak op zijn schouder en een boek in zyn hand. „De professoren der universiteit waren reeds opmerkzaam op hem geworden, vooral prof. Milhaud. Hy schreef zeer belangrijke artikelen voor een Italiaansch blad dat in Zwitserland gedrukt werd. Daar mijn zaken op dat tijdstip niet erg schitterend gingen, moest ik mij binnen het jaar Mussolini's diensten ontzeggen. Hy werd toen door een ander Italiaansch handelaar, Tedesitie genaamd, in dienst genomen." Zwitserland wordt den feilen socialist moe en zet hem over de grens. Hij komt juist op tyd in Italië aan om zyn dienstplicht te ver- vullen. Met wantrouwen wordt hij ontvangen, naar men moet tenslotte erkennen dat hy een .i goed soldaat is. Hij werkt bij zijn vader die een hotel is gaan dryven. is twee jaren lang schoolmeester be landt wegens opruiing in de gevangenis, trekt naar Oostenrijk waar hy socialistisch secretaris wordt bij de Kamer van Arbeid te Triënt. Hij wordt hoofdredacteur van „II Popoio", schryft veel op politiek en litterair terrein; de Oosten- ryksche regeering heft zijn blad op, zet hem achter slot en grendel, wijst hem uit wanneer zijn straftijd voorby is. De Romagnoli zyn taai. In de hoofdstad van zijn geboortestreek, in Forli, den burcht van het Italiaansch socialisme, wordt hy secretaris. Hij vecht voor het idealisme in de beweging tegen de partijbonzen van Rome en van Milaan. „Ver zet tegen den Staat" bezorgt hem vijf maanden gevangenisstraf. Dan is hij hoofdredacteur van het leidend socialistisch orgaan, de „Avanti" van Milaan Augustus 1914. Oorlog. Het wankele bouwsel der socialistische inter nationale kraakt in heel Europa. Zijn ideaal dryft hem er toe te ijveren voor de neutraliteit van Italië. Zyn gevoel van Italiaan-te-zijn dwingt hem naar de grens te gaan en het Italiaansche Trento op den erfvyand, Oosten rijk, te veroveren. Onder zyn vrienden zijn er weinigen die hem begrijpen, maar zy leerden ook niet. zooals hy, in het buitenland hun ge boortegrond lief hebben. De socialist Benito Mussolini valt weg. De Italiaan blijft over. Hy sticht zyn „Popoio d'Italia" Hy vindt mede strijders. Hy schrijft, hij duelleert, nog eens ontsluit hem de gevangenis haar poorten. Den 24sten Mei 1915 verklaart Italië den oorlog aan Oostenrijk. Mussolini trekt naar het front, brengt het niet verder dan korporaal. Na den wapenstilstand woedt de bolsjewis tische terreur. In Februari 1919 houden de communisten een wapenschouw in Milaan De nationaal gezinde krachten roepen om een leider. Mussolini sticht in Maart 1919 zijn eersten „fascio di combattimento". In Mei 1921 haalt zijn partij 33 zetels in het nieuwe par lement. Den 28sten October 1922 neemt hy door zijn marsch op Rome de macht in handen. Benito Mussolini, in tien jaren tijds is deze naam een stelsel geworden en een stuk nieuwe geschiedenis. Hij heeft vele bewonderaars hij heeft ook vele vijanden. Onverschillig staat er niemand tegenover hem. Want Benito Mussolini is boven alles een karakter. ^Jiuiiuiii minium De Mode. DEN HAAG. Geslaagd de heeren W. van Popta te IJmuiden; K. de Vries te Alkmaar en L. Schaap te Vianen. DEN HAAG. Ges'aagd voor deel I: R. Lievaart te Rotterdam en voor deel II: J. Versteeg te Amersfoort. M K. Toen men in het schoone voorjaar Over modeplaten hoog, Blies het hartje van de dames, Als een loftrompet omhoog! Kijk, dat waren nog eens schatjes, Heel modern en zeer uniek. Zóó gekleed den boulevard op, Kittig, fleurigsjeuig, chic Dus men werkte met patronen Met de draadjes en de naald Of er werd een costumière Met ervaring bijgehaald. 1 Niets bestond meer dan de mode 1 En haar schattige japon. Zelfs wanneer 't een dagje druilde, I Zag zoo'n dame enkel zon! Nu, in 't hartje van den zomer, Nü beleven zij 't succes. Elke tuiting, die op lof lijkt, Meent zij, is aan haar adres! I Overal wordt show gegeven, leder ziet het resultaat Van de Fransche of de Duitsche I Of de Weensche modeplaat! En een keurige omlijsting 1 Doet het inderdaad niet slecht. Alles toch, wat is beschilderd, Komt dan beter tot zijn recht! MARTIN BERDEN Nadruk verboden) üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mil in ii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiii mi hui hui ui iiiiii^ De Mexicaansche krant „Excelsior" deelt mee dat in den staat Sinaloa een groote goudader is ontdekt. Men moet bij dergelijke berichten altijd de noodige reserve in acht nemen, want als er één korreltje goud is aangetroffen, droomt de bevolking der betreffende streek gewoonlijk reeds van toekomstigen rijkdom, en het gelukt slechts zelden de snel om zich heen grijpende goudkoorts' door nuchtere feiten te temperen. In Mexico beweert men momenteel, dat de nieuwe vindplaatsen de rijkste ter wereld zijn, een bericht, dat al vaker over andere gebieden verspreid is, en bijna steeds ontgoocheling bracht. Vele honderden families hebben zich reeds per trein naar El Chilar begeven, waar de nieuwe mijnen zich uitstrekken. Volgens de laatste informaties heeft men er niet slechts stofgoud gedolven, maar ook stukken van een gram en nog zwaarder door eenvoudige was- sching van het zand, gewonnen. Ook in de nabijheid van El Chilar, nl. te El Tambor, heeft men belangrijke hoeveelheden van het gele metaal aangetroffen. Als Ivy een gans of een wilde eend plukte, had zij de gewoonte de zachte veeren in een kist te bewaren, omdat zij ze wilde sparen om later, als ze veeren genoeg had, er kussens van te maken. Maar op zekeren dag liet Benjamin, de baviaan, een cocosnoot in de kist vallen, en hy ging in de kist om de noot weer te krijgen. „O, kijk eens, wat hij doet," riep Ivy, „hij gooit al mijn veeren uit de kist." D. H. te Hillegom 50.— J. de B., Kwakel, Uithoorn 50.— A. V., Mydrecht 50 A. de G„ Hillegom 50.— D. T., Heemstede J» 50 P. v. d. R., Hoofddorp 50.— P. de W„ Bennebroek 50 C. P., Haarlem 50.— P. v. L„ Heemstede T> 50 G. B„ Santpoort f» 50 H. B., Haarlem y, 25.— W. P.. 250.— M. B. K., 50.— f 825.— Benjamin vond eindelijk de noot weer, maar niet éér, vóór hij iedereen met veeren had overdekt. „Kijk eens," riep Freddy Vrijdag, „ik voel me als een struisvogel." „Maar hoe ontdoen we ons van de veeren," riep Topsy. „In ieder geval kunnen we de veeren gebruiken en ook Benjamin, dien we aan het stoppen van kussens zullen zetten," zeide Ivy. (Maandagavond vervolg.) Gottlieb Bumm was een min of meer won derlijk man. De menschen zeiden dat hij vóór twintig jaar al precies was zooals hij nu is, en dat hij er destijds, toen hij de dak kamer in de Naaldensteeg no. 17 betrok, geen jaar jonger had uitgezien. Het scheen zelfs "als of hij nog hetzelfde kale pak, dezelfde zwarte fladderdas en dezelfde golvende manen onder den eenmaal groenen slappen hoed droeg. Bumm's gelaatsuitdrukking getuigde van bijna oneindige goedheid en daarom lieten waar schijnlijk de nu juist niet tamme kinderen van de Naaldensteeg de komische figuur me£ rust. Meer dan dat: zij deden wel eens een bood schap voor hem en maakten voor hem nu en dan het eenige blikken bord schoon, da: hij bezat. Gottlieb Bumm was musicus en componist en zijn werk had altijd een gunstige critiek. Zijn composities waren iets nieuws, iets aparts, schreef de pers, en zeer gedurfd; maar na den eersten keer werden ze nooit meer ten gehoore gebracht. Trots zijn ouderwetsche kleedy' schreef Bumm vurige opstellen over negermuziek en ook over de reformatie van de traditioneele opera. Hoe en waarvan Bumm eigenlijk leefde, of hij van zijn schrijverswerk halverwege kon bestaan, wist niemand, of liever niemand bekommerde er zich om Men was aan den „origineele" ge woon. En Bumm liet zich met niemand in. lederen middag zat hij in zijn vaste café. waar hij de couranten las en waar hij met groo te voorkomendheid behandeld werd door den ouden ober, die hem reeds vijftien jaar bedien de en sinds tien jaar geen cent geld voor de geserveerde koffie had ontvangen. En zoo nam alles, uit kracht van gewoonte, zijn geregelden loop tot dien noodlottigen namiddag, toen de ober, Frans, den heer Bumm als begroeting een bladzijde van een Amerikaansch „Magazine" toonde met zyn, Gottlieb Bumm's, portret. Maar het onderschrift klopte niet. Dat luidde; De Amerikaansche multi-millionnair en com ponist B. uit Chicago. Gottlieb Bumm staarde eenige minuten, ge heel van streek, naar het portret. Het was zijn eigen gezicht; daar was geen twijfel aan. Zelfs de wrat op den linkerneusvleugel ontbrak niet. Bumm verschoot van kleur. Zijn dun snorretje ging op en neer, met zijn beverige handen gooi de hij den halfvollen kop koffie om. „Geef mij dat komieke ding, Frans, en spreek er met geen mensch over," zei de musicus, terwijl hij zyn sjofele jas aantrok. Bumm was de draaideur nog niet 'uit of ge heel het personeel en alle stamgasten waren over zijn persoon georiënteerd. Eigenlijk ver wonderde zich niemand om het nieuwtje, want iedereen wist dat er iets met den ouden zon derling niet in orde was. En nu moest hij maar eens op de proppen komen met de money Frans rekende al uit hoeveel het totaal uit maakte van al de kopjes koffie, die hij hem in tien jaar tijds geborgd had. Gottlieb Bumm wankelde naar huis. Voor de eerste maal in zijn leven drong iets van buiten tot hem door, dat hij met zijn fantasie niet in overeenstemming kon brengen. Tot diep in den nacht zat hij op den rand van zijn bed en keek in den halfblinden spiegel, die bovendien nog gebarsten was. Afwisselend keek Bumm naar zijn gezicht in den spiegel en het portret van den multi-millionnair. „Het is niet anders, ik ben het zelf. Ik ben „hij", zei Bumm, hevig aangedaan, tot zichzelf Snel verdween Gottlieb Bumm's incognito zonder dat hij er ook maar het minste voor ge daan had. In alle dagbladen werd zijn portret afgedrukt, interviewers schreven artikelen over hem, het huis no. 17 aan de Naaldensteeg werd belegerd door menschen, die wat te verzoeken hadden en van psychologen, die wat weten wil den. Wereldbekende impresario's boden Bumm reuze-contracten aan voor concerten. Nu be greep men hoe Bumm, toen hij nog niet ont dekt was, in stilte zooveel goed had kunnen doen, hoe hij, ofschoon hij in het stadje om zoo te zeggen nimmer een cent verdiend had, toch zoo onbezorgd en goed had kunnen leven! De verbeelding der menschen werkte snel en fan tastisch Toen de beroemde zonderling op een dag thuis kwam van een concert, werd hij voor zijn woning opgewacht door twee vreemde heeren. Ware hij niet Gottlieb Bumm geweest, dan zou hij in die mannen terstond twee rechercheurs herkend hebben. Meneer Bumm vroeg hun heel vriendelijk wat hem de eer van hun bezoek verschafte. „U geeft u voor den millionnair B. uit Chi cago uit, meneer Bumm, en geeft onder dezen valschen naam concerten. Door dien zwendel ver-werft u zich groote sommen gelds. Wilt u ons nu eens vertellen hoe u tot dien geraffi- Naar het Duitsch l neerden zwendel gekomen bent?" vroeg een der beambten „Ik begrijp niet goed wat u van my wenscht heeren, maar als ik u met het een en ander van dienst kan zijn, dan natuurlijk heel gaarne. Welke détails interesseeren u meer in 't bij zonder?" antwoordde Bumm spoedig. „Dezer da gen wordt mijn rusthuis voor arme componis ten geopend." „Met dergelijke smoesjes komt u met ons niet verder, meneer," zei een der politiemannen on geduldig. En toen Bumm peinzend glimlachte, ver volgde hy. „Volg óns zon der opzien te verwekken, me- l neer Bumm!" Gottlieb verzekerde hun dat hij geen tyd had omdat hij iemand verwachtte dien hij beloofd had op een afgesproken uur thuis te zullen zyn Niemand had achter dezen ouden vreedzamen man zooveel energie gezocht, als hy thans aan den dag legde. Toen hy namelyk met woorden niets kon bereiken, werd hy woedend en brak de parapluie van een der rechercheurs stuk. En zoo kwam het dat Gottlieb Bumm met ge weld in een auto gestopt en naar het politie bureau gebracht werd. En van daar landde hij ter observatie van zijn geestvermogens in een gesticht voor zenuw lijders. Daar is hij nu nog, kalm en vreedzaam en geen mensch twijfelt er meer aan, dat Gottlieb Bumm de multi-millionnair van Chicago is. De Chineesche koopman Yan Sang kent geen grooter genoegen dan het bouwen van paleizen. Dit pleizier kan hy zich zonder reserve permit- teeren, want hy bezit een vermogen, dat gelyk staat met 240 millioen Hollandsche guldens. Yan Sang gaat door voor den ryksten Chinees. Te Hongkong, zijn lievelingsstad, is thans het 10e verblyf verrezen. De bouwlustige Croesus woont in elk van zyn huizen steeds gedurende korten tijd. Ieder bouwwerk is zeer comfortabel ingericht, hetgeen uit Sangs zucht tot luxe valt te verklaren. Zyn personeel, dat honderden le den telt, heeft een benydenswaardig bestaan, alleen reeds daarom wijl het den grilligen be zitter der paleizen nooit lang achtereen be hoeft te bedienen. Yan Sang bezit voorts meer dan een dozyn auto's en verschillende jachten; voor de lucht vaart heeft hij een ontzettenden angst, anders zóu hy zich, volgens zijn eigen inlichtingen, reeds lang een aantal vliegmachines hebben ge kocht. De millionnair stelt prijs op de geruchten, die over hem verspreid worden. Het schijnt hem 'n behoefte te zyn telkens door een net van nieu we vermoedens te worden omgeven; daarom de menteert hij nooit iets, daar hij weet dat zijn zwijgzaamheid hem nog geheimzinniger doet 'fin. Een jeugdig Bengaal heeft het klaargespt een tijger onschadelijk te maken, doordat hy met de hand in zijn keel stiet en de tong mei ijzeren greep vasthield. De tyger was de schrik van het district van Bankura. Op een dag had den de dorpsbewoners zich tot een jacht ver- eenigd, om den tijger te omsingelen. Het dier vluchtte in het dichte takkennet van een boom en keek van boven grimmig op zijn vervolgers neer. Een jonge Bengaal Banshi Nukaerji ge naamd, trad alleen op den boom toe en slin gerde een lans naar den tijger. Razend van woede sprong deze onmiddellijk naar beneden en greep den koenen Bengaal beet, die echter bliksemsnel de tong van het dier pakte en deze vasthield tot de dorpsbewoners aan kwamen hollen en den tyger met stokken en knuppels doodsloegen. (Ingezonden Mededeeling) voor de verzorging van Uw gezin, Uw personeel. Uw eigen ouden dag is JL Ss Bijkantoor Juliana van Stol^erglaan 42, den Haag^ Correspondente voor UTRECHT: Mejuffr. NELLY RUYS, Boothstraat 19 A 11** **1* 0P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofiflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7C/1 bij een ongeval met f OCfl Alle aOOllTlQ S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 0\J\J\J*~ verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f OU»" doodelijken afloop# £*%J\f*m een voet of een oog bij verlies van een hand f 1 OC oij verlies van een f C/l bij een breuk van f yf/l bij verlies van 'n Z O»duim of wijsvinger f been of arm 1 tri/»" anderen vinger Mynheer Biirenfeld, zei ze, zonder hem aan te zien. Als u weer zoo iets hebt, raad ik u aan, u tot mij te wenden. Het zal heusch niet tekort doen aan uw waardigheid. U is werkeiyk neel vriendeiyk, juffrouw Friedrich, antwoordde hy. en er was iets als lichte spot in zyn stem. Vooral als u er op gesteld is, dat uw wensch snél vervuld wordt, ging ze voort, zon der op zijn opmerking te latten. Persooniyk ben ik er heelemaal niet op gesteld, antwoordde hy. Ik ken den leerling in 't geheel niet. Maar nogmaals mijn dank. Nu keek ze hem vlak in het gezicht. Bent u misschien weer boos, dat ik my met dingen bemoei, die me niet aangaan, of denkt u, dat ik by den nieuwen leerling in een goed blaadje wil komen, om hem stilletjes als boodschappenjongen te kunnen gebruiken? kunt my anders heel goed iets dergelyks toe vertrouwen, mynheer Barenfeld, ik zal het heusch niet aan de groote klok hangen. Daarop liep ze hem voorbij, stak de binnen plaats over naar het bijgebouw, waar het per soneel woonde, om zelf het kamertje van den leerling eens te inspecteeren. Een uur later zag Barenfeld Jette en Dores een tafel en een stoel uit den oertijd over de binnenplaats sjouwen. Dit op zich zelf weinig beteekende voorval ging hem nu weer door iet hoofd. Hij had zich tot nu toe zoo weinig in vrou wennaturen verdiept, dat ook deze hem een raadsel was, al was het dan een schoon raadsel. Barenfeld nam zijn hoed in de hand. Hij kreeg het warm. Daarop keek hij op zyn hor loge; ja, het was hoog tyd, om naar het station te gaan, en in snel tempo ging hij naar de stad terug. Toen hy op het perron kwam, klonk hem een krachtig „Goedenavond, mijnheer Baren feld" in de ooren. Drommels, Hannes. Hoe kom jy hier? Ik dacht, dat je naar je zuster was? Dat was ik ook mijnheer Barenfeld. Maar ik ben maar wat vroeg weggegaan, om de ba gage van den nieuwen leerling te dragen. En Hannes liep, zijn pet in zyn handen sa- menrollend, achter den bedrijfsleider aan. De reizigers stapten uit den trein en stroom den naar den uitgang. Het scherpe oog van Barenfeld monsterde de menschen één voor één; toen ging hy plotseling op een jongen man af, die nog bezig was zijn bagage uit de coupé te halen. Mijnheer Pfalzdorf?, sprak Barenfeld hem aan. De jonge man nam dadelijk zyn hoed af en Barenfeld keek in een intelligent, knap gezicht. Mijn naam is Pfalzdorf, bevestigde hij. Ik ben bly, dat ik u direct gevonden heb. Barenfeld, bedrijfsleider by de firma Engelbert Friedrich, stelde de ander zich voor. Van harte welkom, mijnheer Pfalzdorf. Is dat uw bagage? Ja, veel is het niet. Met weinig bagage is het gemakkelyk rei zen verklaarde Barenfeld ifriendeiyk, en hy voegde er aan toe, terwyl hy op een vioolkist wees, die de jongeman bij zich had: Doet u aan muziek? Mijn vader was dirigent. Die heeft my al heel jong vioolspelen geleerd. Vooruit, Hannes, beval Barenfeld den loopknecht, die de bagage reeds met een touw had samengebonden en over zyn schouders had gegooid. Den kortsten weg naar huis. Hy wilde toch maar liever niet langs den Rijn gaan, zooals hy eerst van plan was geweest. Was hij misschien bang, dat de visioenen, die hem op den heenweg hadden gekweld, zouden terug komen, of zag hij aan de open gelaatstrekken van Heinrich Pfalzdorf, dat deze jonge ziel geen indrukken van buiten behoefde om te we ten, wat mooi en goed was? Hannes liep voorop, en af en toe keek hij om naar den jongen volontair, die met een keurige winterjas aan, slank en ferm naast den bedryfs- leider liep. Barenfeld had direct sympathie op gevat voor den aardigen, bescheiden jongen, en hij besloot hem onder zyn byzondere be scherming te nemen. Uw ouders zijn allebei overleden?, vroeg hy vriendelijk. Ja, mynheer Barenfeld. Ze stierven bei den twee jaar geleden binnen veertien dagen. Mijn ouders zyn ook vroeg gestorven, zei Barenfeld, en fronste het voorhoofd. U staat dus heelemaal alleen? Nu, als u iemand noo dig hebt, komt u dan maar gerust by my. Daar hebt u uw toekomstig verblijf al, ging hij voort. Heinrich Pfalzdorf stond een oogenblik stil. Grys en massief verhief zich het gebouw, waar hy twee jaar zou moeten wonen, voor zyn oogen. Het leek den jongen, alsof de groote voordeur steeds grooter werd, totdat hij er van duizelde, en de vette zwaan, die boven het deurkozyn troonde, scheen met zijn vleugels te klappen. De arme jongen kreeg een vreemd ge voel van beklemming. Barenfeld had zijn arm onder dien van Pfalzdorf geschoven, en trok hem lachend met zich mee. U begint een nieuw leven en treedt een nieuwe wereld binnen. Hoofd maar omhoog, mynheer Pfalzdorf. Heinrich knikte en zag zyn metgezel dank baar aan. Van mijn kant zal het daaraan niet ont breken. Prachtig; doet u maar altyd, wat uw hart u ingeeft. Barenfeld gaf een korten, krachtigen ruk aan de bel. Een oogenblik bleef het stil; toen hoor den ze het geluid in het portaal. Dores kwam met de lantaarn en deed de deur open. Zijn eersten blik gold Hannes, die met de bagage op zyn rug vóór de deur stond. O, deugniet, gromde hij, daarom moest je naar je zuster, dat je met het dragen van de bagage een paar borrels kon verdienen? Toen zag hy den nieuwen volontair, en het scheen, alsof zyn gelaat verhelderde. Maar toen hij de vioolkist zag, straalde zyn gezicht. Goedenavond, mynheer Pfalzdorf. riep hy, als kende hy den nieuw aangekomene al jaren, en meteen gooide hy de deur met een uitnoo- digend gebaar wijd open. in Toen beneden de bel ging, was de apotheker moeizaam van tafel opgestaan en de trap af gedaald. Meneer Rose liep als zyn schaduw achter hem. Die jonge man wordt ontvangen.... ont vangen Als een vorst, vulde de provisor aan, en het was uit den toon, waarop hy het zei, niet op te maken, of zyn opmerking pryzend of afkeurend moest worden opgevat. Als een vorst, herhaalde de apotheker. Hy stond nu op den drempel van de gang deur, ongenaakbaar en in 't volle besef van zyn waardigheid wachtte hij op den nieuwen leer ling, die, begeleid door Barenfeld, op hem toe trad. Hier breng ik u mijnheer Pfalzdorf, zei Barenfeld. Ik hoop, dat hij een sieraad van de zaak wordt. Mijnheer Friedrich nam den jongen man van hoofd tot voeten op. Zoo, zoo, jy bent dus Pfalzdorf. Ik hoop. dat de wensch van mynheer Barenfeld in ver vulling zal gaan. Het is het beste, dat je nu maar dadelijk naar bed gaat, dan kun je mor gen frisch en opgewekt je werk beginnen. Dat is het parool voor iederen dag. Morgen hoor je wel by zonderheden. Goeden nacht. De Heer zegene je ingang. Alle duivels, schreeuwde hy, toen hy zich omdraaide en plotseling met beide handen naar zyn buik greep. Alsof het uit een kanon was geschoten, was hem een menscheiyk projectiel tegen zyn lyf gevlogen. Een greepen daar had hy een van zyn jongste spruiten by zyn nachthemd te pakken. Wat voer jij hier uit? brulde de vertoorn de vader. MaxMaxstotterde de Jongen. Wat is er met Max? Max heeft me de trap afgegooid. Wat....? Dat lieg je, riep een stem boven aan den overloop. Het is niet waar, vader. Moritz wilde nog gauw den nieuwen leerling zien, en toen heb ik hem een handje geholpen. Wacht maar, ik zal je ook een handje helpen, mompelde Engelbert Friedrich, nam Max onder zyn arm als een bundeltje wasch- goed en ging naar boven. Eenige minuten later kon men zelfs buiten het krachtig-rhyhmische geluid hooren, dat pleegt te ontstaan, als een beleedigde vader een executie voltrekt aan zijn schuldigen zoon. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 14