Benito Mussolini, de Duce
wtéaalden dag
I f 825. - keerden wij in de laatsfe week uit
Het uitgelezen middel
f 75.640.-
DE APOTHEEK
DE
WITTE ZWAAN
HEDEN WORDT HIJ VIJF
TIG JAAR
ZOMERKRABBELS
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Weg met de werkloosheid Leve de
Nederlandsche ROBïNSONschoen
-
ZATERDAG 29 JULI
Sjouwerman, metselaar, student,
loopjongen, journalist, socialis
tisch leider, soldaat, fas
cist, kamerlid, minister
Een werkzaam, bewogen
leven
Examen Handelskennis L. O.
Notarieel examen
Nieuwe goudvondst in
Mexico
ingevolge de voor onze abonne s geldende
GRATIS ONGEVALLEN-VERZEKERING aan:
Hiermede steeg ons aantal uit-
teeringen tot 247, waarmede
thans een totaal bedrag van
aan onze verzekerde abonné's
is uitgekeerd.
DIRECTIE VER. KATH. PERS
CHnvfc
SMiv
De j
dubbelganger
De millionair met de
tien paleizen
Temmen van een tijger
met de hand
WKifLi
een polis van
Levensverzekering, Pensioenverzekering of Lijfrente der
R|7 LEVENSVERZEKERING-MAATSCHAPPIJ
K NASSAUSINGEL 3 TE NIJMEGEN
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
NAAR HET DUITSCH
VAN RUDOLF HERZOC
Leer je verdedigen als een man, in plaats
van je tranen te laten vloeien als een
vrouw! De kleine Benito volgde dezen
raad van zijn vader op. Gewapend met een
puntigen steen viel hy den grooteren en ster
keren jongen aan die hem zijn speelgoed ge
stolen en hem geslagen had Hij hield niet op
voor hij bloed zag. En men zegt dat Mussolini
nog gaarne het verhaal doet van zijn eerste
overwinning; dat hij, de rijpe man. nog altijd
trotsch is op dit stuk kwajongens-bravour.
En het lijkt niet onmogelijk dat dit zoo is.
Hij is hard, hij is hard geweest vanaf zijn eerste
jeugdjaren, en waarschijnlijk kon hij alleen
doordat hij zoo hard was, zijn volkomen over
winning behalen op het leven dat voor hem
hard geweest is als bijna voor geen ander. „Ga
ik voorwaarts, volgt mij! Wijk ik, doodt mij!
Als ik val, wreekt mij!" Dit staat niet alleen
op een der postzegels welke ter gelegenheid
van het tweede lustrum der „Marcia su Roma"
werden uitgegeven, het was zijn parool vanaf j
het oogenblik dat hij in Maart 1919 zijn eersten i
„fascio di combattimento" vormde en op de
piazza di San Sepolcro met een handjevol fas
cisten het roode gepeupel dat de straten van
Milaan beheerschte, uit elkaar knuppelde. Hard
was hij altijd en soms bijna wreed, maar op
de eerste plaats voor zich-zelven. Voor anderen
kan hij plots heel zacht zijn met die weeke
sentimentaliteit eener onstuimige natuur. Wan
neer de jaren welke hij op de kostschool bij de
Salesianen doorbracht, al vrijwel verloren
waren, één ding heeft hij er grondig geleerd;
het leven van Caesar!
Hij werd geboren te Dorra, een vlek dat be
hoorde tot de thans tot stad verheven gemeente
Predappio, in de Romagna den 29sten Juli
1883. Hij viert dus vandaag zijn vijftigsten
verjaardag.
Zijn vader is de smid Alessandro Mussolini,
een fel socialist, die zijn zoon Benito noemt
naar den Mexicaanschen revolutionnair fcenito
Jucarez, die keizer Maximiliaan van Mexico
liet fusilleeren, Zyr, moeder, Rosa Mussonni, is
een brave vrouw, maar voor den onstuimigen
jongen al spoedig niet meer dan de gemiddelde
Italiaansche moeder; een teer geliefd idool
zonder werkelijken invloed. Op de dorpsschool
die zij leidt, terroriseert hij haar. De Salesianen
aan wier zorgen hij wordt toevertrouwt, jagen
hem twee malen van hun kostschool te Paenza
weg. Op de kweekschool van Forlimpópoli be
haal: hij tenslotte zijn schoolmeestersdiploma.
Hij solliciteert naar de betrekking van gemeen
te-secretaris, maar wordt geweigerd. Zijn vader
moet toen den burgemeester hebben toegevoegd;
„In een kleine gemeente op Cicihë weigerde
men eens den post van gemeente-secretaris aan
een jongen man die ook te onstuimig en te
revolutionnair was. En hij werd onze groote
Francesco Crispi. U zult nog eens spijt hebben
van uw beslissing."
Benito wordt onderwijzer in Gualtieri, maar
vertrekt al spoedig naar Zwitserland. In Lau
sanne is hij een paar dagen lang opperman,
wordt dan onder een brug slapende gevonden
en vier-en-twintig uren opgesloten wegens
landlooperij. Twintig jaren later zal hi) als
Minister-President te Lausanne terug keeren
en de vroede vaderen moeten in der haast een
bevel tot uitwijzing intrekken dat nog altijd
tegen den revolutionnair Benito Mussolini
bestaat.
Maar er gebeurt veel in die twintig jaren.
Hij wordt elf malen gearresteerd, is sjouwer
man, metselaar, student, loopjongen, journa
list, hoofd-redacteur, socialistisch leider, sol
daat, korporaal, leider van het fascisme, Ka
merlid, Minister.
Carlo de Paulis, kruidenier en varkensslager
te Lausanne, bij wien Muasolini loopjongen
was, vertelde over zijn knecht het volgende aan
een journalist:
„We gaan terug tot 1905, toen ik nog in de
Rue de la Merceri gevestigd was. Mussolini
was juist uit het canton Genève uitgewezen,
nadat hetzelfde met hem in verschillende an
dere cantons gebeurd was. Zoo kwam hij hier,
zonder geld, in de stad. Op dat tijdstip woonde
ik trouw de samenkomsten der socialistische
party by. Een mijner kameraden beval den
jongen Benito by my aan en omdat ik een
boodschappenjongen noodig had, nam ik hem
in dienst. Ik betaalde hem 50 francs per maand
met kost, inwoning en bewassching. En dat was
alles wat Mussolini begeerde, hy was tevreden
met de zekerheid van zijn dagelyksch brood,
terwijl hy zyn studies aan de universiteit volg
de. Mussolini was destyds een jongeman van
22 jaar, zeer krachtig en met vurige, eenigszins
zwaarmoedige oogen, die, ik moet het wel zeg
gen, myn vrouw soms vrees aanjoegen. Zy was
er bang voor om met hem alleen te zijn. In
werkelykheid was hy een zeer kalme, stille
jongeman. Ik wist zeker, dat hij politieke denk
beelden had, die meer geavanceerd waren dan
de myne, want ik werd geacht een vry lauwe
socialist te zijn, terwyl Mussolini's theorieën
die der anarchisten nabij kwam. Wij waren
neel vry samen, zelfs zeiden wy „jij en jouw"
tegen elkaar, doch spraken nooit over de poli
tiek. Een modelbediende was hy niet bepaald,
hy was gewillig, maar geen harde werker. Hij
voelde, dat alleen de studie hem interesseerde.
Als ik hem met een leverantie uitzond, ging hy
de deur uit met het pak op zijn schouder en een
boek in zyn hand.
„De professoren der universiteit waren reeds
opmerkzaam op hem geworden, vooral prof.
Milhaud. Hy schreef zeer belangrijke artikelen
voor een Italiaansch blad dat in Zwitserland
gedrukt werd.
Daar mijn zaken op dat tijdstip niet erg
schitterend gingen, moest ik mij binnen het
jaar Mussolini's diensten ontzeggen. Hy werd
toen door een ander Italiaansch handelaar,
Tedesitie genaamd, in dienst genomen."
Zwitserland wordt den feilen socialist moe
en zet hem over de grens. Hij komt juist op
tyd in Italië aan om zyn dienstplicht te ver-
vullen. Met wantrouwen wordt hij ontvangen,
naar men moet tenslotte erkennen dat hy een .i
goed soldaat is.
Hij werkt bij zijn vader die een hotel is gaan
dryven. is twee jaren lang schoolmeester be
landt wegens opruiing in de gevangenis, trekt
naar Oostenrijk waar hy socialistisch secretaris
wordt bij de Kamer van Arbeid te Triënt. Hij
wordt hoofdredacteur van „II Popoio", schryft
veel op politiek en litterair terrein; de Oosten-
ryksche regeering heft zijn blad op, zet hem
achter slot en grendel, wijst hem uit wanneer
zijn straftijd voorby is.
De Romagnoli zyn taai. In de hoofdstad van
zijn geboortestreek, in Forli, den burcht van het
Italiaansch socialisme, wordt hy secretaris. Hij
vecht voor het idealisme in de beweging tegen
de partijbonzen van Rome en van Milaan. „Ver
zet tegen den Staat" bezorgt hem vijf maanden
gevangenisstraf. Dan is hij hoofdredacteur van
het leidend socialistisch orgaan, de „Avanti"
van Milaan
Augustus 1914. Oorlog.
Het wankele bouwsel der socialistische inter
nationale kraakt in heel Europa. Zijn ideaal
dryft hem er toe te ijveren voor de neutraliteit
van Italië. Zyn gevoel van Italiaan-te-zijn
dwingt hem naar de grens te gaan en het
Italiaansche Trento op den erfvyand, Oosten
rijk, te veroveren. Onder zyn vrienden zijn er
weinigen die hem begrijpen, maar zy leerden
ook niet. zooals hy, in het buitenland hun ge
boortegrond lief hebben. De socialist Benito
Mussolini valt weg. De Italiaan blijft over. Hy
sticht zyn „Popoio d'Italia" Hy vindt mede
strijders. Hy schrijft, hij duelleert, nog eens
ontsluit hem de gevangenis haar poorten.
Den 24sten Mei 1915 verklaart Italië den
oorlog aan Oostenrijk. Mussolini trekt naar het
front, brengt het niet verder dan korporaal.
Na den wapenstilstand woedt de bolsjewis
tische terreur. In Februari 1919 houden de
communisten een wapenschouw in Milaan De
nationaal gezinde krachten roepen om een
leider. Mussolini sticht in Maart 1919 zijn
eersten „fascio di combattimento". In Mei 1921
haalt zijn partij 33 zetels in het nieuwe par
lement. Den 28sten October 1922 neemt hy
door zijn marsch op Rome de macht in
handen.
Benito Mussolini, in tien jaren tijds is deze
naam een stelsel geworden en een stuk nieuwe
geschiedenis. Hij heeft vele bewonderaars hij
heeft ook vele vijanden. Onverschillig staat er
niemand tegenover hem.
Want Benito Mussolini is boven alles een
karakter.
^Jiuiiuiii
minium
De Mode.
DEN HAAG. Geslaagd de heeren W. van
Popta te IJmuiden; K. de Vries te Alkmaar
en L. Schaap te Vianen.
DEN HAAG. Ges'aagd voor deel I: R.
Lievaart te Rotterdam en voor deel II: J.
Versteeg te Amersfoort.
M
K.
Toen men in het schoone voorjaar
Over modeplaten hoog,
Blies het hartje van de dames,
Als een loftrompet omhoog!
Kijk, dat waren nog eens schatjes,
Heel modern en zeer uniek.
Zóó gekleed den boulevard op,
Kittig, fleurigsjeuig, chic
Dus men werkte met patronen
Met de draadjes en de naald
Of er werd een costumière
Met ervaring bijgehaald. 1
Niets bestond meer dan de mode 1
En haar schattige japon.
Zelfs wanneer 't een dagje druilde, I
Zag zoo'n dame enkel zon!
Nu, in 't hartje van den zomer,
Nü beleven zij 't succes.
Elke tuiting, die op lof lijkt,
Meent zij, is aan haar adres! I
Overal wordt show gegeven,
leder ziet het resultaat
Van de Fransche of de Duitsche
I Of de Weensche modeplaat!
En een keurige omlijsting
1 Doet het inderdaad niet slecht.
Alles toch, wat is beschilderd,
Komt dan beter tot zijn recht!
MARTIN BERDEN
Nadruk verboden)
üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mil in ii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiii mi hui hui ui iiiiii^
De Mexicaansche krant „Excelsior" deelt mee
dat in den staat Sinaloa een groote goudader
is ontdekt. Men moet bij dergelijke berichten
altijd de noodige reserve in acht nemen, want
als er één korreltje goud is aangetroffen, droomt
de bevolking der betreffende streek gewoonlijk
reeds van toekomstigen rijkdom, en het gelukt
slechts zelden de snel om zich heen grijpende
goudkoorts' door nuchtere feiten te temperen.
In Mexico beweert men momenteel, dat de
nieuwe vindplaatsen de rijkste ter wereld zijn,
een bericht, dat al vaker over andere gebieden
verspreid is, en bijna steeds ontgoocheling
bracht. Vele honderden families hebben zich
reeds per trein naar El Chilar begeven, waar
de nieuwe mijnen zich uitstrekken. Volgens de
laatste informaties heeft men er niet slechts
stofgoud gedolven, maar ook stukken van een
gram en nog zwaarder door eenvoudige was-
sching van het zand, gewonnen.
Ook in de nabijheid van El Chilar, nl. te El
Tambor, heeft men belangrijke hoeveelheden
van het gele metaal aangetroffen.
Als Ivy een gans of een wilde eend
plukte, had zij de gewoonte de zachte
veeren in een kist te bewaren, omdat
zij ze wilde sparen om later, als ze
veeren genoeg had, er kussens van te
maken.
Maar op zekeren dag liet Benjamin,
de baviaan, een cocosnoot in de kist
vallen, en hy ging in de kist om de
noot weer te krijgen.
„O, kijk eens, wat hij doet," riep
Ivy, „hij gooit al mijn veeren uit de
kist."
D. H. te Hillegom
50.—
J. de B., Kwakel,
Uithoorn
50.—
A. V., Mydrecht
50
A. de G„ Hillegom
50.—
D. T., Heemstede
J»
50
P. v. d. R., Hoofddorp
50.—
P. de W„ Bennebroek
50
C. P., Haarlem
50.—
P. v. L„ Heemstede
T>
50
G. B„ Santpoort
f»
50
H. B., Haarlem
y,
25.—
W. P..
250.—
M. B. K.,
50.—
f
825.—
Benjamin vond eindelijk de noot
weer, maar niet éér, vóór hij iedereen
met veeren had overdekt.
„Kijk eens," riep Freddy Vrijdag,
„ik voel me als een struisvogel."
„Maar hoe ontdoen we ons van de
veeren," riep Topsy.
„In ieder geval kunnen we de veeren
gebruiken en ook Benjamin, dien we
aan het stoppen van kussens zullen
zetten," zeide Ivy.
(Maandagavond vervolg.)
Gottlieb Bumm was een min of meer won
derlijk man. De menschen zeiden dat hij
vóór twintig jaar al precies was zooals hij
nu is, en dat hij er destijds, toen hij de dak
kamer in de Naaldensteeg no. 17 betrok, geen
jaar jonger had uitgezien. Het scheen zelfs "als
of hij nog hetzelfde kale pak, dezelfde zwarte
fladderdas en dezelfde golvende manen onder
den eenmaal groenen slappen hoed droeg.
Bumm's gelaatsuitdrukking getuigde van bijna
oneindige goedheid en daarom lieten waar
schijnlijk de nu juist niet tamme kinderen van
de Naaldensteeg de komische figuur me£ rust.
Meer dan dat: zij deden wel eens een bood
schap voor hem en maakten voor hem nu en
dan het eenige blikken bord schoon, da: hij
bezat.
Gottlieb Bumm was musicus en componist
en zijn werk had altijd een gunstige critiek. Zijn
composities waren iets nieuws, iets aparts,
schreef de pers, en zeer gedurfd; maar na den
eersten keer werden ze nooit meer ten gehoore
gebracht. Trots zijn ouderwetsche kleedy' schreef
Bumm vurige opstellen over negermuziek en
ook over de reformatie van de traditioneele
opera.
Hoe en waarvan Bumm eigenlijk leefde, of hij
van zijn schrijverswerk halverwege kon bestaan,
wist niemand, of liever niemand bekommerde
er zich om Men was aan den „origineele" ge
woon. En Bumm liet zich met niemand in.
lederen middag zat hij in zijn vaste café.
waar hij de couranten las en waar hij met groo
te voorkomendheid behandeld werd door den
ouden ober, die hem reeds vijftien jaar bedien
de en sinds tien jaar geen cent geld voor de
geserveerde koffie had ontvangen. En zoo nam
alles, uit kracht van gewoonte, zijn geregelden
loop tot dien noodlottigen namiddag, toen de
ober, Frans, den heer Bumm als begroeting een
bladzijde van een Amerikaansch „Magazine"
toonde met zyn, Gottlieb Bumm's, portret.
Maar het onderschrift klopte niet. Dat luidde;
De Amerikaansche multi-millionnair en com
ponist B. uit Chicago.
Gottlieb Bumm staarde eenige minuten, ge
heel van streek, naar het portret. Het was zijn
eigen gezicht; daar was geen twijfel aan. Zelfs
de wrat op den linkerneusvleugel ontbrak niet.
Bumm verschoot van kleur. Zijn dun snorretje
ging op en neer, met zijn beverige handen gooi
de hij den halfvollen kop koffie om. „Geef mij
dat komieke ding, Frans, en spreek er met geen
mensch over," zei de musicus, terwijl hij zyn
sjofele jas aantrok.
Bumm was de draaideur nog niet 'uit of ge
heel het personeel en alle stamgasten waren
over zijn persoon georiënteerd. Eigenlijk ver
wonderde zich niemand om het nieuwtje, want
iedereen wist dat er iets met den ouden zon
derling niet in orde was. En nu moest hij maar
eens op de proppen komen met de money
Frans rekende al uit hoeveel het totaal uit
maakte van al de kopjes koffie, die hij hem in
tien jaar tijds geborgd had.
Gottlieb Bumm wankelde naar huis. Voor de
eerste maal in zijn leven drong iets van buiten
tot hem door, dat hij met zijn fantasie niet in
overeenstemming kon brengen. Tot diep in den
nacht zat hij op den rand van zijn bed en keek
in den halfblinden spiegel, die bovendien nog
gebarsten was. Afwisselend keek Bumm naar
zijn gezicht in den spiegel en het portret van
den multi-millionnair.
„Het is niet anders, ik ben het zelf. Ik ben
„hij", zei Bumm, hevig aangedaan, tot zichzelf
Snel verdween Gottlieb Bumm's incognito
zonder dat hij er ook maar het minste voor ge
daan had. In alle dagbladen werd zijn portret
afgedrukt, interviewers schreven artikelen over
hem, het huis no. 17 aan de Naaldensteeg werd
belegerd door menschen, die wat te verzoeken
hadden en van psychologen, die wat weten wil
den. Wereldbekende impresario's boden Bumm
reuze-contracten aan voor concerten. Nu be
greep men hoe Bumm, toen hij nog niet ont
dekt was, in stilte zooveel goed had kunnen
doen, hoe hij, ofschoon hij in het stadje om zoo
te zeggen nimmer een cent verdiend had, toch
zoo onbezorgd en goed had kunnen leven! De
verbeelding der menschen werkte snel en fan
tastisch
Toen de beroemde zonderling op een dag
thuis kwam van een concert, werd hij voor zijn
woning opgewacht door twee vreemde heeren.
Ware hij niet Gottlieb Bumm geweest, dan zou
hij in die mannen terstond twee rechercheurs
herkend hebben. Meneer Bumm vroeg hun heel
vriendelijk wat hem de eer van hun bezoek
verschafte.
„U geeft u voor den millionnair B. uit Chi
cago uit, meneer Bumm, en geeft onder dezen
valschen naam concerten. Door dien zwendel
ver-werft u zich groote sommen gelds. Wilt u
ons nu eens vertellen hoe u tot dien geraffi-
Naar het Duitsch l
neerden zwendel gekomen bent?" vroeg een
der beambten
„Ik begrijp niet goed wat u van my wenscht
heeren, maar als ik u met het een en ander
van dienst kan zijn, dan natuurlijk heel gaarne.
Welke détails interesseeren u meer in 't bij
zonder?" antwoordde Bumm spoedig. „Dezer da
gen wordt mijn rusthuis voor arme componis
ten geopend."
„Met dergelijke smoesjes komt u met ons niet
verder, meneer," zei een der politiemannen on
geduldig. En toen
Bumm peinzend
glimlachte, ver
volgde hy.
„Volg óns zon
der opzien te
verwekken, me- l
neer Bumm!"
Gottlieb verzekerde hun dat hij geen tyd had
omdat hij iemand verwachtte dien hij beloofd
had op een afgesproken uur thuis te zullen zyn
Niemand had achter dezen ouden vreedzamen
man zooveel energie gezocht, als hy thans aan
den dag legde. Toen hy namelyk met woorden
niets kon bereiken, werd hy woedend en brak
de parapluie van een der rechercheurs stuk.
En zoo kwam het dat Gottlieb Bumm met ge
weld in een auto gestopt en naar het politie
bureau gebracht werd.
En van daar landde hij ter observatie van
zijn geestvermogens in een gesticht voor zenuw
lijders.
Daar is hij nu nog, kalm en vreedzaam en
geen mensch twijfelt er meer aan, dat Gottlieb
Bumm de multi-millionnair van Chicago is.
De Chineesche koopman Yan Sang kent geen
grooter genoegen dan het bouwen van paleizen.
Dit pleizier kan hy zich zonder reserve permit-
teeren, want hy bezit een vermogen, dat gelyk
staat met 240 millioen Hollandsche guldens.
Yan Sang gaat door voor den ryksten Chinees.
Te Hongkong, zijn lievelingsstad, is thans het
10e verblyf verrezen. De bouwlustige Croesus
woont in elk van zyn huizen steeds gedurende
korten tijd. Ieder bouwwerk is zeer comfortabel
ingericht, hetgeen uit Sangs zucht tot luxe valt
te verklaren. Zyn personeel, dat honderden le
den telt, heeft een benydenswaardig bestaan,
alleen reeds daarom wijl het den grilligen be
zitter der paleizen nooit lang achtereen be
hoeft te bedienen.
Yan Sang bezit voorts meer dan een dozyn
auto's en verschillende jachten; voor de lucht
vaart heeft hij een ontzettenden angst, anders
zóu hy zich, volgens zijn eigen inlichtingen,
reeds lang een aantal vliegmachines hebben ge
kocht.
De millionnair stelt prijs op de geruchten, die
over hem verspreid worden. Het schijnt hem 'n
behoefte te zyn telkens door een net van nieu
we vermoedens te worden omgeven; daarom de
menteert hij nooit iets, daar hij weet dat zijn
zwijgzaamheid hem nog geheimzinniger doet
'fin.
Een jeugdig Bengaal heeft het klaargespt
een tijger onschadelijk te maken, doordat hy
met de hand in zijn keel stiet en de tong mei
ijzeren greep vasthield. De tyger was de schrik
van het district van Bankura. Op een dag had
den de dorpsbewoners zich tot een jacht ver-
eenigd, om den tijger te omsingelen. Het dier
vluchtte in het dichte takkennet van een boom
en keek van boven grimmig op zijn vervolgers
neer. Een jonge Bengaal Banshi Nukaerji ge
naamd, trad alleen op den boom toe en slin
gerde een lans naar den tijger. Razend van
woede sprong deze onmiddellijk naar beneden
en greep den koenen Bengaal beet, die echter
bliksemsnel de tong van het dier pakte en deze
vasthield tot de dorpsbewoners aan kwamen
hollen en den tyger met stokken en knuppels
doodsloegen.
(Ingezonden Mededeeling)
voor de verzorging van Uw gezin, Uw personeel. Uw eigen ouden dag is
JL Ss Bijkantoor Juliana van Stol^erglaan 42, den Haag^
Correspondente voor UTRECHT: Mejuffr. NELLY RUYS, Boothstraat 19
A 11** **1* 0P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofiflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7C/1 bij een ongeval met f OCfl
Alle aOOllTlQ S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 0\J\J\J*~ verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f OU»" doodelijken afloop# £*%J\f*m een voet of een oog
bij verlies van een hand f 1 OC oij verlies van een f C/l bij een breuk van f yf/l bij verlies van 'n
Z O»duim of wijsvinger f been of arm 1 tri/»"
anderen vinger
Mynheer Biirenfeld, zei ze, zonder hem aan
te zien. Als u weer zoo iets hebt, raad ik u aan,
u tot mij te wenden. Het zal heusch niet tekort
doen aan uw waardigheid.
U is werkeiyk neel vriendeiyk, juffrouw
Friedrich, antwoordde hy. en er was iets als
lichte spot in zyn stem.
Vooral als u er op gesteld is, dat uw
wensch snél vervuld wordt, ging ze voort, zon
der op zijn opmerking te latten.
Persooniyk ben ik er heelemaal niet op
gesteld, antwoordde hy. Ik ken den leerling in
't geheel niet. Maar nogmaals mijn dank.
Nu keek ze hem vlak in het gezicht.
Bent u misschien weer boos, dat ik my
met dingen bemoei, die me niet aangaan, of
denkt u, dat ik by den nieuwen leerling in een
goed blaadje wil komen, om hem stilletjes als
boodschappenjongen te kunnen gebruiken?
kunt my anders heel goed iets dergelyks toe
vertrouwen, mynheer Barenfeld, ik zal het
heusch niet aan de groote klok hangen.
Daarop liep ze hem voorbij, stak de binnen
plaats over naar het bijgebouw, waar het per
soneel woonde, om zelf het kamertje van den
leerling eens te inspecteeren. Een uur later zag
Barenfeld Jette en Dores een tafel en een stoel
uit den oertijd over de binnenplaats sjouwen.
Dit op zich zelf weinig beteekende voorval ging
hem nu weer door iet hoofd.
Hij had zich tot nu toe zoo weinig in vrou
wennaturen verdiept, dat ook deze hem een
raadsel was, al was het dan een schoon raadsel.
Barenfeld nam zijn hoed in de hand. Hij
kreeg het warm. Daarop keek hij op zyn hor
loge; ja, het was hoog tyd, om naar het station
te gaan, en in snel tempo ging hij naar de stad
terug. Toen hy op het perron kwam, klonk hem
een krachtig „Goedenavond, mijnheer Baren
feld" in de ooren.
Drommels, Hannes. Hoe kom jy hier? Ik
dacht, dat je naar je zuster was?
Dat was ik ook mijnheer Barenfeld. Maar
ik ben maar wat vroeg weggegaan, om de ba
gage van den nieuwen leerling te dragen.
En Hannes liep, zijn pet in zyn handen sa-
menrollend, achter den bedrijfsleider aan.
De reizigers stapten uit den trein en stroom
den naar den uitgang. Het scherpe oog van
Barenfeld monsterde de menschen één voor
één; toen ging hy plotseling op een jongen man
af, die nog bezig was zijn bagage uit de coupé
te halen.
Mijnheer Pfalzdorf?, sprak Barenfeld hem
aan.
De jonge man nam dadelijk zyn hoed af en
Barenfeld keek in een intelligent, knap gezicht.
Mijn naam is Pfalzdorf, bevestigde hij.
Ik ben bly, dat ik u direct gevonden heb.
Barenfeld, bedrijfsleider by de firma Engelbert
Friedrich, stelde de ander zich voor. Van harte
welkom, mijnheer Pfalzdorf. Is dat uw bagage?
Ja, veel is het niet.
Met weinig bagage is het gemakkelyk rei
zen verklaarde Barenfeld ifriendeiyk, en hy
voegde er aan toe, terwyl hy op een vioolkist
wees, die de jongeman bij zich had: Doet u
aan muziek?
Mijn vader was dirigent. Die heeft my al
heel jong vioolspelen geleerd.
Vooruit, Hannes, beval Barenfeld den
loopknecht, die de bagage reeds met een touw
had samengebonden en over zyn schouders had
gegooid. Den kortsten weg naar huis.
Hy wilde toch maar liever niet langs den Rijn
gaan, zooals hy eerst van plan was geweest. Was
hij misschien bang, dat de visioenen, die hem
op den heenweg hadden gekweld, zouden terug
komen, of zag hij aan de open gelaatstrekken
van Heinrich Pfalzdorf, dat deze jonge ziel
geen indrukken van buiten behoefde om te we
ten, wat mooi en goed was?
Hannes liep voorop, en af en toe keek hij om
naar den jongen volontair, die met een keurige
winterjas aan, slank en ferm naast den bedryfs-
leider liep. Barenfeld had direct sympathie op
gevat voor den aardigen, bescheiden jongen,
en hij besloot hem onder zyn byzondere be
scherming te nemen.
Uw ouders zijn allebei overleden?, vroeg
hy vriendelijk.
Ja, mynheer Barenfeld. Ze stierven bei
den twee jaar geleden binnen veertien dagen.
Mijn ouders zyn ook vroeg gestorven, zei
Barenfeld, en fronste het voorhoofd. U staat
dus heelemaal alleen? Nu, als u iemand noo
dig hebt, komt u dan maar gerust by my. Daar
hebt u uw toekomstig verblijf al, ging hij voort.
Heinrich Pfalzdorf stond een oogenblik stil.
Grys en massief verhief zich het gebouw, waar
hy twee jaar zou moeten wonen, voor zyn
oogen. Het leek den jongen, alsof de groote
voordeur steeds grooter werd, totdat hij er van
duizelde, en de vette zwaan, die boven het
deurkozyn troonde, scheen met zijn vleugels te
klappen. De arme jongen kreeg een vreemd ge
voel van beklemming. Barenfeld had zijn arm
onder dien van Pfalzdorf geschoven, en trok
hem lachend met zich mee.
U begint een nieuw leven en treedt een
nieuwe wereld binnen. Hoofd maar omhoog,
mynheer Pfalzdorf.
Heinrich knikte en zag zyn metgezel dank
baar aan.
Van mijn kant zal het daaraan niet ont
breken.
Prachtig; doet u maar altyd, wat uw hart
u ingeeft.
Barenfeld gaf een korten, krachtigen ruk aan
de bel. Een oogenblik bleef het stil; toen hoor
den ze het geluid in het portaal. Dores kwam
met de lantaarn en deed de deur open. Zijn
eersten blik gold Hannes, die met de bagage op
zyn rug vóór de deur stond.
O, deugniet, gromde hij, daarom moest je
naar je zuster, dat je met het dragen van de
bagage een paar borrels kon verdienen?
Toen zag hy den nieuwen volontair, en het
scheen, alsof zyn gelaat verhelderde. Maar toen
hij de vioolkist zag, straalde zyn gezicht.
Goedenavond, mynheer Pfalzdorf. riep hy,
als kende hy den nieuw aangekomene al jaren,
en meteen gooide hy de deur met een uitnoo-
digend gebaar wijd open.
in
Toen beneden de bel ging, was de apotheker
moeizaam van tafel opgestaan en de trap af
gedaald. Meneer Rose liep als zyn schaduw
achter hem.
Die jonge man wordt ontvangen.... ont
vangen
Als een vorst, vulde de provisor aan, en het
was uit den toon, waarop hy het zei, niet op te
maken, of zyn opmerking pryzend of afkeurend
moest worden opgevat.
Als een vorst, herhaalde de apotheker.
Hy stond nu op den drempel van de gang
deur, ongenaakbaar en in 't volle besef van zyn
waardigheid wachtte hij op den nieuwen leer
ling, die, begeleid door Barenfeld, op hem toe
trad.
Hier breng ik u mijnheer Pfalzdorf, zei
Barenfeld. Ik hoop, dat hij een sieraad van de
zaak wordt.
Mijnheer Friedrich nam den jongen man van
hoofd tot voeten op.
Zoo, zoo, jy bent dus Pfalzdorf. Ik hoop.
dat de wensch van mynheer Barenfeld in ver
vulling zal gaan. Het is het beste, dat je nu
maar dadelijk naar bed gaat, dan kun je mor
gen frisch en opgewekt je werk beginnen. Dat
is het parool voor iederen dag. Morgen hoor je
wel by zonderheden. Goeden nacht. De Heer
zegene je ingang.
Alle duivels, schreeuwde hy, toen hy zich
omdraaide en plotseling met beide handen naar
zyn buik greep. Alsof het uit een kanon was
geschoten, was hem een menscheiyk projectiel
tegen zyn lyf gevlogen. Een greepen daar
had hy een van zyn jongste spruiten by zyn
nachthemd te pakken.
Wat voer jij hier uit? brulde de vertoorn
de vader.
MaxMaxstotterde de Jongen.
Wat is er met Max?
Max heeft me de trap afgegooid.
Wat....?
Dat lieg je, riep een stem boven aan den
overloop. Het is niet waar, vader. Moritz wilde
nog gauw den nieuwen leerling zien, en toen
heb ik hem een handje geholpen.
Wacht maar, ik zal je ook een handje
helpen, mompelde Engelbert Friedrich, nam
Max onder zyn arm als een bundeltje wasch-
goed en ging naar boven. Eenige minuten later
kon men zelfs buiten het krachtig-rhyhmische
geluid hooren, dat pleegt te ontstaan, als een
beleedigde vader een executie voltrekt aan zijn
schuldigen zoon.
(Wordt vervolgd).