Zoekt gij betrouwbaar j
Personeel
Plaats dan een „Omroeper"
voor 75.000 gezinnen.
Nationaal-socialisme in Oostenrijk
VOOR DE WERELDJAMBOREE TE GODOLLO nabij Budapest). - Oosten-
rijksche Padvinders repeteeren hun muziek voor de jamboree
Stilte voor den storm?
v*t
iHnnmmiiiiiiiitiiiitimnmimimKnniiiiiiniTiiimiHiimniiiiiiiimminnintmiitmmmiimnminTiinF
VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1933
PASSEN EN METEN. De „Joban de Witt" is reeds van een nieuwen neus
voorzien. Het monteeren van het nieuwe scheepsdeel op de oude romp.
HET VADERLAND-
SCHE FRONT
,>Er moeten nog groote dingen ge
beuren, maar men vertrouwt
op Dollfuss"
BOEK EN BLAD
Katholieke Illustratie, 67ste
jaargang No. 44
Luchtpost naar Indië
FOTOREPORTAGE
DE TREIN MET BEDEVAARTGANGERS uit
Lourdes is Donderdag aan het D. P. Station
te Rotterdam teruggekeerd. Met kruiken
bronwater uit de grot van Lourdes begeven
de bedevaartgangers zich naar huis.
DE DUITSCHE ROEIER
GEORG VON OPEL (rechts)
met de Engelsche roeiers Ted
en Eric Phelps aan boord van
de „Empress of Britain",
waarmede zij zich naar Ame
rika begeven, om deel te nemen
de roeiwedstrijden in
Canada.
DE FASCISTISCHE JEUGDAFDEELING, die per extra-trein van Italië
naar Berhjn is gekomen, werd Woensdag ten stadhuize in de Duitsche
hoofdstad door het gemeentebestuur ontvangen. De troep voor het stadhuis.
HET STADJE ELBURG met de bekende
haven bestaat dezer dagen 700 jaar. Een
aardig kijkje.
(Bijzondere correspondentie)
Weenen is een reclamestad.
Afgezien van de talrijke reclames in
de hoofdstraten, wordt ook in de bin
nenstad iedere beschikbare muur gebruikt voor
plakkaten. Tot in de kleinste gasjes verkondigen
groote borden de deugdelijkheid van scheermes
jes en badpakken, worden de fabelachtige eigen
schappen van Liane Haid en van 'n zeker soort
roomsoezen publiek gemaakt.
En niemand ergert er zich aan, omdat 't geen
mensch meer opvalt. Men is gewend geraakt
aan de veelkleurige gevelbeplakking en velen
beweren, dat ze in het stadsbeeld niet meer ge
mist kunnen worden.
Wil men nog werkelijk opvallen, dan is het
noodzakelijk, op andere en meer sensationeele
wijze reclame te maken. Zoo is een werklooze
op zijn handen van Graz naar Weenen vice-
versa geloopen: hij kreeg onmiddellijk werk. Een
ander is boven op een ladder geklommen en
van Weenen naar Linz gebalanceerd. Bij aan
komst kon hü kiezen tusschen twee betrek
kingen.
Maar er zijn slechts weinigen, die nog de gave
bezitten, inslaande plakkaat-reclame te maken.
En een van die weinigen is de Staat. Het is
geen uitzondering, dat de Staat voor zich zelf
reclame maakt en niemand verwondert er zich
over; integendeel, men leest met belangstelling
de bekende plakkaat-kranten. Maar deze laatste
maal spant de kroon, zoowel door het pakkende
beeld als door de kwantiteit.
Eergisterenmorgen werden de Weeners ver
rast door het uitstekend gelijkende kop-portret
van dr. Dollfuss, dat door de heele stad, op ieder
denkbaar reclamebord, overal in dezelfde kolos
sale afmeting van 2 vierkanten meter, was aan
gebracht. Daaronder twee rijen elkaar de hand
reikende vastbesloten mannen en vrouwen en
temidden van de rood-wit-roode Oostenrijksche
vlag, het volgende slagwoord: Unser Bundes-
kanzier dr. Dollfuss ruft: „Wer Osterreich
schützen will.... hinein in die Vaterlandische
Front!"
De reclame sloeg in. Verschillende kranten
gaven „recensies" en beslist iedere Weener heeft
er tijdens zijn wandeling langs den „Ring" over
gesproken, want tientallen malen, overal en
steeds weer opnieuw blikt men in de ernstige
oogen van dr. Dollfuss en leest zijn oproep:
„Wer Oesterreich schützen willhinein in die
Vaterlandische Front!" En welk een groote
waarheid ligt in deze woorden besloten: Ieder,
die Oostenrijk beschutten wil
Er wordt niet naar hulp gevraagd of opbouw,
maar naar bescherming. En dit geeft den oogen-
blikkelijken toestand verbluffend eerlijk weer:
Men vreest den tegenstander. Men vreest de
onbekende macht van den Oostenrijkschen na-
tionaal-socialist. Want hoewel op het oogenblik
weinig of niets van het „bruine gevaar" wordt
bemerkt, is ieder overtuigd van een zorgvuldig
geheim gehouden actie, die haar effect op het
juiste oogenblik aangebracht, niet zal missen.
De hoofdbureaux van die Vaterlandische
Front zijn gevestigd in de Backerstrasse, in het
centrum van de oude stad. Dag en nacht wordt
er gearbeid. Bijna voortdurend werken de druk
persen om aan de groote vraag naar propagan-
dalectuur te kunnen voldoen.
En nog geen 2 minuten verder, in de Sonnen-
felsgasse, is een „Heim" voor studenten, waar
in het klein een even belangrijke bedrijvigheid
heerscht, maar alle studenten zijn Nationaal-
Socialist.
Vervolgen we echter eerst zoo lang mogelijk
de officieel bekende feiten.
Zooals bekend, vond er in Oostenrijk geen al-
gemeene verkiezing plaats, waardoor de Nat.
Soc. hun ware stemmental konden toonen. Wel
echter gemeenteraadsverkiezingen. En dit ge
beurde o.a. in Weenen. De Nat. Soc. behaalden
15 van de 100 zetels. Hier deden zij reeksen
voorstellen, die grootendeels inderdaad zeer zin
nig waren, ten behoeve van de arbeidsloozen en
de lagere volksklassen. Dat ze desondanks door
de Soc. Dem. en enkele malen ook door de
Christ. Soc. werden afgestemd is vaak begrijpe
lijk. Het beduidde immers ingrijpende veran
deringen in de tot nog toe gevolgde gemeente
politiek. Dit praat echter voor de Soc. Dem. de
zaak niet goed. De toestand in Weenen was,
ondanks sluitende gemeentebegrooting, schrik
barend slecht en dus waren ingrijpende bezui
nigingen gerechtvaardigd.
Aan den anderen kant moet vermeld worden,
dat den Nat. Soc. wordt verweten, en wellicht
niet ten onrechte, dat zij, door hun kleine min
derheid makkelijk in staat waren vele voorstel
len in te dienen, in de overtuiging dat deze
toch niet werden aangenomen.
Hoe 't ook zij, dit verklaart ongetwijfeld een
deel van het reusachtige succes van de Nazi's.
Men was de halfslachtige politiek van de Soc.
Dem. tegen de katholieken moe en beschouwde,
gesteund door de ervaringen in Duitschland,
de nieuwe richting als de eenige en laatste
redding.
De toeloop was overweldigend.
En dit onmatig groeien van het ledental is
wellicht de eerste oorzaak voor het daarop vol
gende verlies aan controle. Eenerzijds was een
groot gedeelte van de nieuwe leden bezield met
een plotseling laaiend enthousiasme, dat snel
de grenzen van het fanatisme bereikte, maar
anderzijds konden velen zich bij de Nat. Soc.-
gelederen aansluiten, die niet van goeden wil
waren, maar met vijandige bedoelingen het
kamp betraden.
Om dit te begrijpen, moeten we teruggrijpen
naar de geschiedenis in Duitschland. Dr. Otto
Strasser (de broeder van den bekenden afgetre
den Nazi-leider) had in Duitschland een groep
om zich heen verzameld, die zich de KR.N.S.
noemde (Kampfsgemeinschaft Revolutionarer
Nat. Soc). Deze partij beoogde (het zou ons
te ver voeren de redenen hiervoor op te geven)
de Hitler-beweging te gronde te richten. De
meest bekende bijnaam is „die schwarze Front".
Na aanvankelijk betrekkelijk veel succes gehad
te hebben in Berlijn en omstreken vooral, werd
ze door Hitier verboden. De leiders, waaronder
ook Otto Strasser zelf, weken uit naar Oosten
rijk en zetten hier onder gunstige omstandig
heden hun afbrekenden arbeid voort.
Daar nu de leiders van de Oostenrijksche
Nazi's door den overmatigen groei van hun
partij, niet meer in staat waren een nauwkeurig
overzicht te behouden, viel het Otto Strasser
gemakkelijk verschillende van zijn volgelingen
Oostenrijksch Nazi-lid te doen worden. Volgens
mededeeling van Nat. Soc. en zelfs ook volgens
buitenstaanders is het niet uitgesloten, jazelfs
waarschijnlijk, dat meerdere van de nu vol
gende bomaanslagen op rekening moeten ge
schreven worden van de Schwarze Front, met
het doel daardoor de parti, in discretie te
brengen.
Zooals vanzelf spreekt, heeft men eerst ge
dacht aan een zeer goedkoop excuus van de
Nat. Soc. om hun schanddalen goed te praten.
Naar de ontwikkeling van de latere gebeurte
nissen meen ik echter te mogen aannemen, dat
de invloed van de Schwarze Front in Oosten
rijk inderdaad niet onderschat mag worden.
Aan den anderen kant blijft het waar, dat
voornamelijk jonge Nat. Socialisten zonder be
velen van hun leiding af te wachten, op eigen
gelegenheid en gedreven door hun fanatisme
overgingen tot wandaden op antisemitisch en
ander gebied.
Er kan geen sprake van zijn deze daden goed
te praten en dat is ook niet mijn bedoeling,
maar de strikte objectiviteit verplicht mij hier
tot de volgende uiteenzetting: Massa's werk-
loozen, jongens van 20 tot 25 jaar, zijn gaan
denken en verwachten in een tijd, dat de ge
meenschap hun niets had te bieden, jazelfs ver
plicht was hare handen geheel van hen terug
te trekken, omdat de Staat niet over de mid
delen beschikte hen langer dan ten hoogste zes
maanden te ondersteunen. Dan is het afge-
loopen.
Het aantal zelfmoorden is grooter dan ooit.
Het leger bedelaars in Weenen is de laatste
maanden schrikbarend toegenomen. Steeds
vindt men menschen voor de automatieks om
de overgebleven restjes van de bezoekers te ver
zamelen. De doffe wanhoop van zoovele duizen
den is te begrijpen en velen hadden dan ook
hun laatste hoop op verbetering volkomen prijs
gegeven. Is het hun zoo zwaar aan te rekenen,
da' ze het program van de radicaalste politieke
partij nog sterk wenschen te overdrijven? Is
het zoo onbegrijpelijk, dat men in zijn kort
zichtigheid grijpt naar inderdaad gruwelijke ex
cessen om de „Umsturz" te bespoedigen? En
hetzelfde geldt voor het antisemitisme. Weder
om blijft het onchristelijke en het onsociale van
hun handelingen bestaan, maar het is waar,
dat een van de weinigen in Weenen, die nog
geld heeft, een van de weinigen, die zich nog
kan veroorloven uit te gaan, de Jood is. Nog
maals het blijft schandelijk en de zwaarste
straffen waard, maar is het niet begrijpelijk,
dat men zich, nog opgezweept door ophitsende
krantenartikelen, keert tegen de „rijke vreem
deling," waar zoovelen van de eigen bevolking
in groote armoede moet leven?
Het lag in miin bedoeling veel over het anti
semitisme te schrijven, omdat het inderdaad
een van de brandpunten van de hedendaagsche
kwesties vormt. Bij nader inzien lijkt het me
beter verder hierover te zwijgen, omdat de
Oostenrijker (en de Duitscher) hierin zoo mij
len ver van den Hollander verwijderd staan.
Nog slechts het volgende: De haat tegen den
Jood is het best te vergelijken met de gevoelens
van den Amerikaan ten opzichte van den ne
ger. De Jood kan nooit een Duitscher zijn, de
Jood kan en mag geen Duitsche kunst schep
pen, omdat hij niet een deel van de Duitsche
psyche is.
In Oostenrijk is het anti-semitisme in prin
ciep algemeen aanwezig, maar het Nat. Soc.
verkondigt het openlijk en hier vinden we dan
ook de eerste excessen.
En gelukkig, tegen deze excessen verzette
men zich nog. En tegelijk naar aanleiding van
de bomaanslagen groeit hieruit de eerste tegen
stand en de wrijving met Duitschland is er.
Dan volgen al spoedig de gebeurlijkheden
met den Bayerschen minister van justitie, dr
Frank, de uitwijzing van den Oostenrijkschen
nazileider Habicht, de 1000-Mark-Sperre en
verschillende andere maatregelen, waardoor het
conflict met Duitschland nog werd verscherpt.
In Oostenrijk ging men zelfs zoo ver, dat
Nat.-Soc. beambten in staatsdienst openlijk op
hun bureaux propaganda voerden tegen den
Staat. De eerste maatregel van dr. Dollfuss
was dan ook een eed te verlangen van iederen
beambte, waarin hij moest verklaren geen
staatsvijandige organisatie aan te hangen. Kort
hierna volgde de volledige opheffing van de
partij.
En hier houdt het officieele feitenmateriaal
omtrent de Oostenrijksche nazi's op.
Het ligt voor de hand, dat de partij in het
geheim nog voortbestaat en merkwaardig is te
vermelden, dat de contributie-gelden (naar ik
zelf voor een deel kon controleeren) nog nooit
zoo punctueel zijn betaald als nu. Het is waar,
dat voornamelijk de jonge man, die de Natio-
naal-Socialistische als zijn partij heeft gekozen,
daardoor zoo enthousiast werd, dat hij niet
gemakkelijk zijn lidmaatschap zal prijsgeven.
Toch is naar alle waarschijnlijkheid een niet
onbelangrijke vermindering van het aantal le
den te constateeren geweest, daar velen en
terecht verbitterd waren over het feit, dat
in Oostenrijk gebruik werd gemaakt van gru
welijke gewelddaden om den „wil van een volk"
te trachten door te voeren. Bovendien schijnt
kort voor de opheffing de leiding, die toen
nog niet zoo afhankelijk van Hitler was, als
velen gedacht hebben, niet exact gewerkt te
hebben.
Nu echter de rust, ook in de partij is weer
gekeerd en men als feit kan aannemen dat er
niets meer gebeurt zonder uitdrukkelijk bevel
uit München, is de tucht aanmerkelijk toege
nomen en de controle over de verschillende le
den uitstekend. Het is in 't geheel geen zeld
zaamheid, dat er door de leden auto-spionnage
wordt verricht, om de gangen van partijgenoo-
ten na te gaan.
Men heeft zwem- en roeiclubs opgericht, die
niets anders ten doel hebben dan op onopvallen
de wijze meerdere personen bijeen te brengen,
waardoor het gemakkelijker is den nu weer ge-
regelden stroom berichten en bevelen uit Mün
chen te verwerken, o.a. te Klosterneuburg bij
Weenen. Vrij geregeld vinden nog grootere ver
gaderingen plaats, waarvoor bij goed weer het
Wiener Wald wordt gekozen.
Sinds de toetreding van de Stiermarksche
Heimwehr tot het Nat. Soc. beschikt men over
een betrekkelijk groote hoeveelheid wapenen,
die eerst in Weenen en daarna, wegens het ge
vaar der vele huiszoekingen, naar boeren (ook
leden der partij) in de onmiddellijke omgeving
van Weenen werden gebracht.
Uit den aard der zaak kan ik slechts oordee-
len over een betrekkelijk kleinen kring, maar
van hieruit worden herhaaldelijk boodschap
pers over grens gestuurd. Regelmatig worden
door leden van den berichtendienst uitgebreide
verhandelingen omtrent de huidige situatie
naar het centrum in München gezonden. Ik
ben in de gelegenheid geweest een dergelijke
zending door te lezen. En positief kan ik hier
zeggen, dat iedere objectiviteit volkomen af
wezig was. Handelingen uit mijn onmiddellijke
omgeving werden overdreven en foutief weer
gegeven.
Gisteren zijn twee jongelieden uit Bezirk I
uitgekozen, om tegen volledige vergoeding van
reis- en verblijfkosten naar München gezonden
te worden, om daar een stoom-cursus te Vol
gen in het hanteeren van allerlei wapenen, het
bedienen van machinegeweren en het werpen
van bommen te leeren. Er bestaat kans dat bel
den daarna een leiders-cursus zullen doorloo-
pen, om daarna naar Weenen terug te keeren.
En wat is het doel van deze intense acti
viteit?
Hier kan ik slechts vermoedens uitspreken.
Het schijnt in de bedoeling te liggen komende
herfst, als, zooals de Nat.-Soc. verwachten, de
regeering-Dolffuss een periode van zwakte zal
beleven, door de belangrijke geldzorgen, waarin
de Staat dan opnieuw dreigt te geraken, van
deze moeilijke positie gebruik te maken, om
langs legalen of illegalen weg de macht in han
den te krijgen en de Anschluss aan Duitschland
een feit te doen worden.
Werkelijk bij wijze van uitzondering zal dan
niet de eerste stap in Weenen gezet worden
(omdat de soc.-democraten daar inderdaad nog
te veel aanhangers hebben, om een „putsch"
met succes te kunnen doorvoeren), maar in de
provincie, om vandaar uit een opmarsch naar
Weenen te ondernemen.
Dit is de reden, dat zoovele wapenen in de
onmiddellijke nabijheid van Weenen verborgen
werden, om ze, zoo noodig, direct bij de hand
te hebben. Om dezen geldnood inderdaad zoo
groot mogelijk te doen worden, stelt men in
Duitschland vele pogingen in het werk. Een
van de eerste op dit gebied is de 1000-Mark-
Sperre, waardoor het Duitsche toeristenbezoek
aan Oostenrijk inderdaad belangrijk geredu
ceerd wordt.
Verder publiceert men de vreemdsoortigste be
richten. Ik las toevallig in het „Berliner Tage-
blatt" dat Weenen op het oogenblik geteisterd
wordt door een heftige meikeverplaag. Honder
den dieren bedekten de straten. Iedereen die 10
meikevers dood inlevert, krijgt daarvoor een
schilling. Verschillende vreemdelingen verlieten
overhaast de stadIn heel Weenen is geen
enkelen meikever te zien en er komen steeds
meer vreemdelingen. Dit zijn vreemde metho
des. Overigens lijkt me een schilling voor tien
meikevers goed betaald, als er honderden op
straat liggen en betreur ik het haast, dat dit
buitenkansje de vele werkloozen moet ont
gaan
Het is niet te zeggen hoe de toestand zich zal
ontwikkelen.
Dr. Dollfuss wint nog dagelijks terrein en het
is niet zeker, dat de Nat.-Soc. partij zijn groei
in hetzelfde tempo kan bijhouden.
Maar dat er nog groote dingen moeten ge
beuren, weet eeniederen men vertrouwt
Dollfuss.
Van hem moeten eerst de daden komen
en zij zullen komen!
De rust, die Oostenrijk beleeft op het oogen
blik, zou wel eens de beroemde stilte voor den
storm kunnen zijn.
Inderdaad: Oostenrijk beleeft moeilijke da
gen....
„Sint H edwigi s", herto
gin van Silezië, vertaald door
H M. Smits. R.K. Jeugdbiblio
theek, Van Putten en Oort-
meyer, Alkmaar.
Als nummer achttien in de serie „Hemelbloe
men" verscheen in de R.K. Jeugdbibliotheek
het verhaal van het schoone en deugdzame leven
van Sint Hedwigis, de boetvaardige en wel
doende koningin van Silezië, die voor haar volk
een liefhebbende moeder was. Ook dit boekje
uit de bekende en door de jeugd graag-gewilde
serie onderscheidt zich door een prettigen ver
haaltrant.
Jongens van de farm, vrij
bewerkt naar Ernst Drouven
S.J. door H. B. v. d. Sande.
Jeugd-uitgave N.V. Drukkerij
De Spaarnestad, Haarlem.
Ook in dit boek van den Duitschen Jezuït
pater Drouven gaat het weer „om een jongens
ziel". De psyche van den jongen, Roberto, die
de auteur zoo diep doorschouwt, is zeer inte
ressant. Als zoon van een ruwen Br&ziliaan-
schen veeboer, die niet voor niets de Indianen-
jager wordt genoemd, is de jongen in verwilde
ring opgegroeid, maar het goede, in zijn prilste
jeugd opgedaan, ging toch nooit geheel verlo
ren. In zijn vriendschap met Francisco Da
Cunha komt dat goede naar boven, maar het
gevolg is dat de knaap in een verschrikkelijk
wild-west-drama wordt betrokken en ter
nauwernood aan den dood ontsnapt. Met het
sterven van zijn vader wordt de laatste band
met een slecht verleden verbroken en als aan
genomen kind van het edele echtpaar Da Cunha
gaat Roberto een betere toekomst tegemoet. De
meest spannende momenten van het in goeden
stijl geschreven verhaal zijn door Jan Wieg
man met mooie illustraties verrijkt.
Moderne Bouwkunst in Ne
derland. TJitg. W. en L. J. Brusse
N.V., Rotterdam.
Van deze monografieën-serie zijn thans ver
schenen: No. 7, Het Landliuisje en de Boer
derij; No. 9, Winkels en Winkeipuien. Evenals
de voorgaande afl. van deze serie, zijn ook deze
werkjes buitengewoon goed verzorgd. Een groot
aantal uitnemende foto's geven een duidelijk
overzicht van de moderne bouwkunst in Neder
land van de laatste jarer der negentiende eeuw
tot aan dezen tijd. Ook zijn er weer eenige
plattegronden in deze afl. opgenomen. Men kan
nu al wel zien dat deze monografieën-serie een
belangrijk werk wordt, zoowel voor den des
kundige als voor den leek. Het geheele werk,
dat in 4o formaat verschijnt zal ong. 1000 afb.
en 500 plattegronden bevatten.
Zr. M. Smulders: Studie- en
Repeteerboekje voor Verpleeg
sters. N.V. Dekker v. d. Vegt
en J. W. v. Leeuwen, Utrecht
en Nijmegen.
Dit boekje, wat reeds volmaakt scheen, is
bij (ie zesde uitgave door de schrijfster opnieuw
en wel op vele punten bijgewerkt. Dr. J. A.
Klein Swormink schreef een nieuw woord ter
inleiding en aanbeveling voor het werkje van
een zijner beste leerlingen.
In deze aflevering vertelt W. E. R. Weiss:
„"Jit het land der drie steden", even verder be
schrijft Pastoor J. van Muyen het „Genade
oord der 19 Martelaren van Gorcum te Brielle,"
de IJselmeer-film rolt voort langs Veluwezoom,
Overijsel en Friesland, terwijl aan de actueele
onderwerpen „Aardappelen te veel" en „Brand
in de St. Petruskerk te Leiden" eveneens enkele
imposante foto's gewijd zijn.
Aan ontspanningslectuur bevat dit nummer
„De Uitvinder" door Johan Peerdeman en „Va-
cantie" door Jet de uin.
In „De Witte Raaf" zoekt en vindt Vincent
Ems „De weg naar macht" en Wil van Gerven
typeert „De rustelooze".
Bij S. C. van Doesburgh te Leiden verscheen
de „Gids der Rijks-Universiteit te Leiden voor
1933'34, uitgegeven door de Faculteit der
Leidsche Studenten, met medewerking van den
Academischen Senaat. Prijs 1.25.
Bij Meulenhoff Co. N.V., Rokin 44, Am
sterdam, is zooeven een nieuwe Reisgids van
de Belgische Ardennen verschenen in de serie
Guides Cosyn. Prijs 1.
Met het vliegtuig, dat Donderdagmorgen van
Schiphol naar Ned. Indië is vertrokken, werd
279 K.G. 240 gram bruto post vervoerd met
een netto gewicht van 246 K.G. 940 gram.
De zending bevatte 464 briefkaarten en post
wissels, 14.320 stuks t/m. 5 gram, 1271 stuks
t/m. 10 gram, 1807 stuks zwaarder dan 10 gram,
203 drukwerken, akten en monsters zwaarder
dan 5 gram, 3516 stuks bestemd voor tusschen-
liggende landen, tezamen 21.581 stuks, bene
vens 4 postpakketten met een bruto gewicht
van 4 K.G. 450 gram.