Als de Siberische taifoen woedt
TWEEDE PREMIE-REIS
v&t&aal van den dag
M
Hekjes in uw vacaniie!
/leem dan steeds
GOUD
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen
Een feest voor je teenen
DE APOTHEEK
DE WITTE ZWAAN
VRIJDAG 4 AUGUSTUS
NATUURKRACHTEN
In een paar dagen tijds zet de
taifoen dalen en oerwouden
onder water
Snel en verraderlijk
de volmaakte
snelle rolfilm
Oude begraafplaats der
Vikings ontdekt
„Eere-uur voor het
Bruine leger"
Nieuw type raceboot
NEEMT DEEL AAN ONZE
NAAR TRIER EN LUXEMBURG
van 28 tot en met 31 Augustus
Kosten (alles inbegrépen)
llle klas f 37.SO
lie klas f SO.
Inlichtingen te bekomen
aan 't bureau van dit blad
Reinhardt wil zijn slot
verkoopen
Uitvoer van appelen in
Australië
Het Palazzo Madama te
Turijn
Aiowie. Loop haar £)e gestolen
achterna en let 45
Nieuwe industrie in
Bulgarije
Oude Romeinsche tem
pel in Zwitserland
Nieuw radio-station in
Finland
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
NAAR HET DUITSCH
VAN RUDOLF HERZOC
De volgende geschiedenis speelde zich af
in de Taiga van Oost-Siberië, dat is de
uitgestrekte vlakte, de dorre woestijn, die
hier en daar door wouden wordt onderbroken en
die verre ligt van de beschaafde wereld.
Een gezelschap Chineesche pelsjagers, een
Duitscher, Japansche geleiders, een Japansch
ingenieur trokken naar de onherbergzame oor
den van de Taiga om topografische studies te
maken van deze streek.
De weg liep tusschen een dicht oerwoud en
kale rotsen. Van een weg kon men overigens
nauwelijks spreken, daar de eenige toegang tot
de Taiga een smal en moeilijk begaanbaar pad
was.
Toen de avond viel, zakten zware nevels naar
de aarde en beletten ieder uitzicht tot op enkele
meters. De tent werd noodgedwongen opgesla
gen en de nacht brak aan. De nevel drong door
alles heen, maakte de kleeren der reizigers
kletsnat en beletten den slaap. Alleen een stevig
vuur door de inboorlingen aangelegd, kon
warmte brengen en de kleeren drogen. Deze in
boorlingen zagen meer dan de anderen de ab
solute nutteloosheid van den slaap in en bleven
pijpen rookend om het vuur zitten. In de verte
bruiste het water van een wilde rivier. De lei
ders wisten te vertellen, dat in de nabijheid
berenholen te vinden waren en toen een der
reizigers te kermen gaf, dat hij naar een hol
wilde zoeken, schoot een leider zijn geweer in
den dichten nevel af. Het schot klonk kort en
droog. „Gij hoort het, sprak de gids, er is geen
echo te bekennen, zoo dicht is de nevel, die
reeds als een regen begint te vallen. In deze
duisternis op zoek gaan naar een berenhol,
beteekent de dood."
Intusschen begon de regen zoo dicht te val
len, dat men moest opbreken en naar een hoo-
geren weg zoeken, om te voorkomen, dat de
enorme watermassa's in het dal den weg zou
den afsnijden, zoodat men nooit het doel zou
kunnen bereiken. Een moeizame tocht begon.
De rivier zwol zienderoogen en bruiste met
groot geweld. Den volgenden nacht werden de
reizigers uit hun slaap gewekt. Het water was
zoo hoog gestegen, dat doodsgevaar dreigde en
bovendien was de storm opgestoken. Er was
geen denken aan, dat de rivier kon overgestoken
worden en men ging terug om een berghut op
te zoeken en te wachten op beter weer. Een
storm in deze verschrikkelijke oorden is levens
gevaarlijk en onder geen voorwaarde zou men
hem mogen trotseeren.
De hut werd gevonden. Een vuur werd aange
legd en de verkleumde zwervers begonnen zich
iets meer mensch te voelen. De storm raasde
over de hut en het leek nu en dan of de boomen
in de nabijheid zouden ontwortelen en op het
dak zouden storten. Ook dezen nacht sliepen
de gidsen niet, doch luisterden aandachtig naar
het verloop van het noodweer. Des morgens
trokken zij hun mantel aan en gingen naar
buiten. Uren lang bleven zij weg en toen zij
terugkwamen, wierpen zij zich doodmoe en uit
geput op een veldbed zonder nadere mededee-
lingen te doen. Al die uren hadden zij door
gebracht in den storm, die met het uur heviger
werd. Plotseling riep een der gidsen, die weder
wakker was geworden, dat de vloed zoo hoog
gestegen was, dat hij de hut dreigde weg te
spoelen. Het gezelschap moest hooger op om
dekking te kunnen vinden, die zij aantroffen in
een rotshol, waar zij verder het verloop der ge
beurtenissen hadden af te wachten. Nu bleek
pas, wat de gidsen gedaan hadden in de uren,
dat zij de hut hadden verlaten. Zij hadden hout
verzameld en in de spelonk gebracht, wetend,
dat deze hun eerste toevluchtsoord zou moeten
worden
Een der gidsen was niet aanwezig en in de
verte zagen de anderen hem bewegingloos op
een rots staan, terwijl hij over de vlakte keek,
en zich vastgeklemd had aan een boomstam. Het
was iets helderder geworden, maar niemand wist
precies in dezen chaos of het morgen of avond
was. Plotseling liet de Japansche ingenieur een
schreeuw: de gids, die op de rots stond, had zijn
mantel weggeworpen en sprong van de rots af
in het voor ons onzichtbare meer. Minuten ver
liepen en allen dachten dat de man niet meer
terug zou keeren. Maar daar greep ineens een
hand naar den boomstam en langzaam tro£
de duiker zich omhoog. Een tweede gestalte
kwam hem na en samen trokken zij een natten
bundel omhoog, blijkbaar een levenloos lichaam,
in blauw katoen gekleed: een van de Chinee-
zen, die deel uitmaakte van het gezelschap en
die den vorigen nacht plotseling verdwenen
was.
Opnieuw brak de orkaan los. De twee man
nen moesten over den grond kruipen, om niet
door den storm te worden meegesleurd en krui
pende trokken zij hun last met zich voort. Met
veel moeite werd een vuur aangelegd en de
drenkeling werd er bij gelegd. Nu bleek dat hij
niet dood was, doch bewusteloos. Onmiddellijk
was de moedige gids opnieuw weggegaan, naar
de rots, waar hij eerst had gestaan om een twee.
de slachtoffers te zoeken, dat nog ontbrak, en in
de plotseling ingevallen duisternis zocht hij ver
der. Hij bleef even weg en niemand had de
macht zijn terugkomst af te wachten. Allen
vielen vdn vermoeienis in slaap.
Toen zij weer ontwaakten, zagen zij den gids
naast zijn „prooi" bij het vuur zitten, zwijgend
en rookend. Het tweede slachtoffer had een
nacht en een dag rondgeklauterd, zonder den
juisten weg te kunnen vinden naar de rots
spelonk.
Eindelijk hield de regen op en men kon thans
naar buiten om het schouwspel te zien, dat
twee dagen tevoren nog niet te zien was. Het
heele oerwoud stond onder water. Van de rots
af zag men een eindeloos meer en het leek wel
of een tweede zondvloed was losgebarsten, zoo
overweldigend waren de watermassa's over de
wereld gekomen. Dit was het gevolg van den
taifoen, den verschrikkelijken storm van Si
berië, alles vernielend, alles verdrinkend. Maar
het was nog niet voorbij. Met vernieuwde woede
brak het gehuil los, heviger dan tevoren. Boom
stammen braken aan den grond af of werden
in tweeën gescheurd. Na een enkel oogenblik
van absolute en pijnlijke stilte, was de orkaan
wederom opgestoken en een oorverdoovend ge
huil steeg op uit het woud. Het kraakte aan alle
kanten. Dan klonken plotseling kort achter
elkaar een paar felle, droge slagen, waarvan
men niet zeggen kon of het de donder was dan
wel een geheimzinnige vernieling in de bos-
schen. En ineens was het weer stil, doodstil.
De taifoen was voorbij. Deze doodsche stilte
was echter slechts schijn, want nu de regen
opgehouden had en de wind zweeg, hoorden de
reizigers pas hoe zwaar en bruisend de plotse,
ling ontstane watervallen lawaaiden, die don-
derend van de bergen neervielen.
Dagenlang moest men nu wachten, voor het
mogelijk zou zijn naar het meer af te dalen,
terwijl het rantsoen hoogstens nog een dag toe
reikend was. Daarom werd besloten over de
rotsen verder te klauteren, totdat een pad ge
vonden zou zijn, dat naar het doel leidde. Een
voudig was dit niet, want het duurde uren eer
men een paar kilometer gevorderd was. Maar
toen de nood het hoogst was, was de redding
nabij en het ruwe, nauwelijks begaanbare pad
leek den vermoeiden reizigers de eenige uit
komst uit hun verschrikkelijke ellende. Het pad
werd gevonden en daarmee de hoop en het ver
trouwen op de redding.
Ziedaar een avontuur in het gebied van den
taifoen, den verraderlijken orkaan, die mensch
en dier overvalt met een snelheid, die moord
dadig is en die geen medelijden kent met de
hulpeloosheid, waarmede de nietige mensch
tegenover de natuurkrachten staat. De taifoen
is de schrik van Siberië.
Te Makyla aan de Z W.-kust van Finland,
heeft een arbeider, die greppels aan het graven
was, een oude zilveren drinkbeker, een speer
punt, een primitief type weegtoestel en gewich
ten gevonden.
Verdere uitgravingen brachten een geraamte
te voorschijn, bronzen en zilveren armbanden,
zilveren gespen en een oude sikkel, welke voor
werpen vermoedelijk alle met het lijk begraven
waren. Men gelooft een begraafplaats van de
Vikings, dateerend van 1000 v. Chr., te hebben
ontdekt.
-Mlllltllllllllllllllllilllll
llllllllllllllllllllllllllIIU
De „Miss Britain 3", die in het geheim te
Hythe is gebouwd, is geconstrueerd volgens
geheel nieuwe principes. De volgende week zal
de boot naar Amerika worden verscheept. De
volgende maand zal waarschijnlijk tusschen
Hubert Scott Paine met deze boot en Garwoods
met de „Miss America 10" een wedstrijd te
Detroit plaats vinden om de „Britsh Internatio
nal Trophy."
Bü proeftochten heeft de boot een uursnel
heid van 100 mijl gehaald. Het vaartuig, dat
22.000 pond sterling heeft gekost, is uitgerust
met slechts één Napier-machine van 1375 P.K.
Het radio-station Langenberg zal voortaan
eiken Maandag den dag herdenken, waarop de
nationaal-socialisten het bewind hebben overge
nomen. Om 12 uur des Maandags zal een „eere
uur voor het bruine leger" worden uitgezonden,
dat bestaat uit een of andere nationaal-socia-
listische plechtigheid, die afwisselend in het
stadhuis van een der steden in West-Duitsch-
land zal worden gehouden.
Afgeloopen Maandag heeft de uitzending van
de eerste plechtigheid, welke gehouden werd in
het stadhuis te Keulen en waaraan S.A.-troepen
deelnamen, plaats gehad.
De „Daily Express" verneemt uit Salzburg,
dat de bekende theater-directeur Max Reinhardt
bezienswaardigheden der stad behoort, ten ver
zijn slot „Leopoldskron", dat tot de grootste
koop heeft aangeboden. Ook de door hem ver
zamelde kunstvoorwerpen wil hij van de hand
doen. De prijs van het geheel zou 600.000 gul
den bedragen.
Wij zitten dikjes in het goud,
Het goud is favoriet. f
U wordt daarvan ook overtuigd,
Als u den weekstaat ziet!
De gouden standaard trekt bij ons
Bepaald magnetisch aan,
Zoodat wij weldra een record
Op goudgebied gaan slaan!
Maar niet alleen houdt in de Bank
De goudstroom zijn entree,
Wij hebben ook Lutine-govA,
Al ligt dit nog in zee!
En toch, merkwaardigook al speelt
Het goud zoo'n groote rol,
Al heeft de N ederlandsche Bank
Haar kluizen boordevol,
Het is daarom nog niet van u,
Van hem, van haar of mij!
't Ligt zóó bewaakt, dat ieder zegt:
Maar ik kan er niet bij!
Wij hebben goud! Maar juist dat „wij"
Klinkt veel te hol en dik.
En ieder denkt: stond in de plaats
Van „wij" maar liever „ik"!
MARTIN BERDEN I
(Nadruk verboden)
rt 11: i ii 1111111111M111 i 11111111111M11 r i11 111 m 111111 i i r 111111 r 111111 n 111 111111 i=
an! Weet jij niet, waar ik mijn rose ja
ponnetje gehangen heb?"
„Waarachtig niet, vrouw. Hoe zou ik.."
„Je weet wel, met die fijne kant van
„Ik weet, wat je bedoelt'n paar dagen ge
leden had je 't nog aanMaar hoe zou ik
weten
„Jij weet nooit wat.Jij zit maar rustig je
krantje te lezen en dikke rookwolken uit te puf
fen en ik.... ik zoek me gek...."
Moet je niet doen!" meent de man te moe
ten zeggen. Maar hij doet t niet. 't Is beter t
vuur niet aan te blazen.
Buitengewoon zenuwachtig toch holt mevrouw
heen en weer. Kasten worden opengerukt en
weer dichtgeslagen. Jammerklachten klinken
onophoudelijk door de kamer. Maar ze zijn te
algemeen, dan dat de rustig lezende man er op
reageeren zal. Plots worden ze echter weer per
soonlijk.
Maar doe dan toch eens wat! Ben jij een
man? Je kunt je allicht toch herinneren waar
ik dat japonnetje gelaten heb."
.Heusch niet vrouw. Ik wil wel mee gaan hol
len, ook met deuren klepperen, maar wat helpt
dat?"
Da's olie op 't vuur.
Nu heeft mevrouw tenminste iemand, op wien
ze haar zenuwachtige woede kan koelen.
Maar tot 's mans redding komt juist de oudste
dochter binnen.
„Ha!" lacht ie gelukkig. „Daar is Eveline!
Misschien weet die wel.
De export van appelen uit Australië heeft dit
jaar een record-hoogte bereikt.
In totaal zijn niet minder dan 5.657.710 kis
ten appelen verscheept hetgeen ruim een mil-
lioen kisten meer is dan het vorige jaar.
Ook de export van peren is verdubbeld.
Uit Turijn wordt gemeld, dat de uitgebreide
werkzaamheden betreffende de restauratie van
het Palazzo Madama, thans zijn voltooid.
Het fraaie 15de eeuwsche gebouw zal als
Museum voor Oude Kunst worden Ingericht
en binnenkort worden geopend.
Ivy had wat wol gevonden en maak
te hiervan een bouffante voor Freddy
Vrijdag, doch de zeeman zeide dat
hij dat ding niet om zijn hals wou
hebben, hij wou van zich zelf geen
gepoften appel maken.
Toen besloot Ivy haar aan de twee
lingen ta geven.
„Het spijt me," zeide ze tot de
tweelingen, ,,'dat ik maar één das heb,
maar jullie moeten haar maar om
de beurt dragen.'*
Maar Loutje en Lautje droegen de
das niet om beurten. Ivy was niet
verwonderd, toen ze de tweelingen
zag, die tegelijk de bouffante om
hadden.
„Kijk eens, Topsy," zeide ze, „staat
die das hun niet leuk?"
„Ja, maar waarom dragen ze die
nu te gelijk?"
,We doen altijd zoo," zeiden de
tweelingen. „We doen alles te samen."
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeeling)
Hij behoeft alweer niet te voleindigen, want
met een heftige beweging heeft mevrouw zich
omgekeerd en bijna snauwt ze haar dochter
tegen:
„Eveline! Weet jij niet waar m'n rose japon
netje hangt?"
„Uw rose japonnetje?" herhaalt de dochter
met een lichtenden glimlach. „Maar moeder!
Dat hangt toch boven in de kast.... In de lin
kerhoek.... Gaat u maar mee!"
Zeker van d'r zaak trekt ze haar moeder, die
natuurlijk heftig ontkent, mee naar boven. In
één ruk heeft ze een kast open, grijpt
grijptmaar geen rose japon krijgt ze te
pakken. De linkerhoek is ledig!
„Nou!" juicht mevrouw, ondanks haar erger
nis. „Wat heb ik gezegd? Waar is ze nu?"
„Vanmorgen hing ze hier nog!" zegt Eveline
beslist. „Ik heb ze nog in mijn handen gehad
om die snoezige kant te bekijken
„Vanmorgen nog!" zucht mevrouw wan
hopig.... „Als dat waar is, Eveline, dan.... is
m'n japon gestolen
En daar Eveline door nog meer bijzonder
heden op te diepen overtuigend bewijst, dat
eenige uren geleden de rose japon nog in de
kast aanwezig was, wordt 't gestolen-zijn van
dat kostbare kleinood een vaststaand feit.
Meneer wordt onmiddellijk van den diefstal
op de hoogte gebracht. Als de nuchtere man ech
ter de nuchtere vraag stelt: „Wie heeft die ja
pon dan gestolen, vrouw?" is ie zelf oorzaak van
een nieuwen, veel heftiger uitval, van vrouw en
dochter tegelijk.
Tegen zooveel geweld niet bestand, maakt ie
een sprong in 't duister en zegt:
,God weet, heeft die nieuwe meid 't niet ge
daan!"
Een plotselinge stilte valt in de kamer. De
nieuwe meid!....
Dat ze niet voldoet, hebben ze allang met el
kander besproken.
Maar dat ze steelt heeft nog niemand durven
beweren.
De „peins"-stilte wordt verstoord door 't bin
nentreden van den zoon des huizes.
Meneer, verlicht dat ie niet langer alleen
staat, leg z'n krant neer en begroet den aange
komene allerhartelijkst.
„Je' komt juist op tijd. Aiowie! We zijn in
een moeilijk parket
„Zoo, zoo!" doet 't dandy-heertje, „maar ik
wou eerst wel heel graag wat eten!"
„Dadelijk, jongen!" zegt mevrouw. „Ik kan
nu niets klaarmaken. M'n rose japon is gesto
lenWat denk jij? Zou de nieuwe meid 't
gedaan hebben?"
,,'k Weet 't heusch niet, moeder! t Beste is,
dat u 't haar zelf vraagt!"
Zoo opgewonden is de familie, dat ze dezen
raad werkelijk goedkeuren.
„Eveline! Roep de meid!" neemt de heer des
huizes nu plots de leiding. „Jullie zijn te zenuw
achtig; ik zal de dievegge ondervragen. Jullie
zwijgen, hoor!"
Twee minuten later komt de meid binnen
en is niet weinig onthutst als zij zooveel gloeien
de blikken op zich gericht voelt.
Meneer houdt niet van omwegen; hij valt
maar met de deur in huis.
Heel kalm klinkt zijn vraag:
„Heb jij die mooie rose japon van mevrouw
gestolen?"
De vraag is onvoorzichtig en wreed. Dat voelt
de meid; ze kleurt en haar stem beeft als ze
zegt:
„Ik? Maar meneer! Ik heb die rose japon niet
gezien!"
„Jij alleen kimt 't gedaan hebben!" klinkt t
nog wreeder.
Da's te erg. Een geweldigen huilbui barst los.
Veel heeft ze in de weken die ze hier is, reeds
moeten verduren van deze familie voor wie de
persoonlijkheid van een meid geen waarde
schijnt te hebben. Maar beschuldigd te worden
van diefstal, dat is haar toch te erg. Zonder een
woord nog te zeggen, holt ze de kamer uit, naar
boven. Triomphantelijk kijkt meneer de ande
ren aan. Heeft ie 't niet goed gedaan? Is 't be"
wijs niet geleverd?
„Ze heeft de japon gestolen, da's vast!" zegt
mevrouw en daarmee vertolkt ze de gedachten
van de overigen.
Gewichtige discussies volgen nu!
Er moet gehandeld worden! Maar hoe?
Iedereen meent de beste oplossing aan de
hand te doen. Maar men wordt t niet eens.
Dan kraakt plots de trapVlugge voetstap
pen gaan voorbijtot slot slaat met een ge
weldigen slag de buitendeur dicht.
Weer is 't meneer die de leiding neemt.
„Ze vlucht!" roept ie uit. „Nu is geen twijfel
meer mogelijk! Natuurlijk holt ze ergens heen
om de japon te
verbergen. Vlug,
op waar ze heen
gaat. En jij Eve- I JdpOfl l
line, waarschuw l
de politie. Hier ■„„■■■••■•■■■„r
moet snel gehandeld worden."
Ofschoon Aiowie nog niet gegeten en Eveline
een vreeselijken hekel er aan heeft een politie
agent aan te spreken, voldoen beiden toch aan
vaders wensch.
't Duurt niet lang, of de dochter keert terug,
vergezeld door een man der wet.
Deze wordt, met veel omhaal van groote woor
den op de hoogte gesteld van 't gewichtige feit.
Nog is men druk bezig alle oprijzende twijfels
bij dezen gerechtsdienaar weg te werken, als
Aiowie, hijgend en werkelijk aangedaan, komt
binnenstormen.
Beleedigd hebben ze 'm! De agent kan er
meteen nota van nemen! De heele buurt, waar
die meid woont, is uitgeloopen! Uitgejouwd en
nageschreeuwd hebben ze 'm! Voor een bende
woeste wijven heeft ie de vlucht moeten nemen.
Mevrouw staat te trillen op haar beenen! Me
neer balt de vuisten.... De agent glimlacht en
blijft kalm. Hij zal naar 't huis van de meid
gaan.
Maar dan gaat juist de huisdeur weer open
en komt de jongste dochter des huizes binnen
gestapt.
Ze geeft een klein schrikgilletje, als ze de op
gewonden gezichten der familieleden en een
echten agent in de gang ziet staan.
„Wat gebeurt hier?" jammert ze.
„O kind," snikt mevrouw, ,,'t is verschrikke
lijk.... M'n rose japon is door de meid ge
stolen; je broer Aiowie mishandeld door
Maar mevrouw's jammerklachten worden af
gebroken door 'n soort zenuwgegil van de jong
ste dochter.
„Uw rose japon, moeder!" galmt zeOoo!
Maarmoeder! Die heb ik juist naar de naai
ster gebracht, om er voor mij net zoo één te
laten maken!"
Te Sofia wordt melding gemaakt van plannen
tot het vestigen van een rubberfabriek aan den
oever van de rivier Rhopotamo.
Deze rivier, die inzee uitmondt tusschen
Burgas en de Turksche grens, stroomt door
dichte wouden en moerassen, ingesloten door
lage heuvels, welke bedekt zijn met een half
tropischen plantengroei.
Het dal van de rivier zou een altijd zacht kli
maat hebben, zelfs in den winter. Deze om
standigheden zouden de aandacht hebben ge
trokken van een buitenlandsche onderneming,
die de mogelijkheid overweegt oit gebied te ex-
ploiteeren.
In de nabijheid van Bazel, daar, waar zien
eertijds het Romeinsche „Augusta Raurico-
rum" moet hebben bevonden, zijn overblijf
selen van een tempel aan het licht gekomen.
Men heeft een deel van een gebouw, ter
lengte van 30 M. gevonden, hetwelk voorzien
is van beeldhouwwerk en inscripties, welke de
gewijde bestemming van het bouwwerk aan
duiden.
Deze vondst is mede daarom zoozeer van
belang, omdat men tot nu toe, behalve den
tempel op den Grooten St. Bernard, in Zwit
serland nog nimmer soortgelijke fragmenten
had aangetroffen.
Daar de uitzendingen van het tegenwoov-
woordige Finsche draadlooze station op het
oogenblik steeds gestoord worden door de op
grootere energie werkende Russische stations,
heeft de regeering besloten in Oost-Finland 'n
nieuw en krachtiger zendstation te bouwen.
Met den bouw zal de volgende maand begon
nen worden, zoodat het den volgenden zomer
in gebruik kan worden genomen.
f ?/3/3/ï hij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f bij een
I *J\r v l/«— verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1 I doodelijken
A 11/, /lA/tnn/ï'n °P dit hlad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
fxllK aoonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen
ongeval met f 9C/1
afloop I £t
b(J verlies van een hand f IOC ofl ™>rlies ["J een r/\ blj een breuk van f IQ
een voet of een oog lCO»m duim of wijsvinger 1 t/l/.-been of arm/ Tl/»
bij verlies van 'n
Anderen vinger
i-
Dat dacht ik al, zei Barenfeld, terwijl
Rose tegen mevrouw de honingzoete opmerking
maakte:
Alleraardigste kereltjes waar wat inzit.
Zekerongemanierd, antwoordde Lisa
boos. Ze trok de jongens aan de ooren, en
sleepte ze zoo naar Pfalzdorf. Vraagt ex
cuus.
Ach, juffrouw Friedrich, laat u ze maar,
zei Heinrich. Ze hebben het niet zoo kwaad
bedoeld.
Dat doet er niet toe. Ik zal wel zorgen,
dat ze een behoorlijke straf krijgen.
Heinrich boog en de heeren vertrokken.
Toen de jonge Pfalzdorf 's middags in de
geheimen van de vrachtbrieven werd ingewijd,
zei Barenfeld plotseling: Als Lisa er niet
was, dan was het in den familiekring van „De
Witte Zwaan" niet om uit te houden. Zij is
tenminste een verstandig mensch.
Van "t eerste oogenblik af heb ik vertrou
wen, in baar gehad, antwoordde Heinrich.
Barenfeld keek den jongenman met zijn eer
lijk, knap gezicht eenige oogenblikken naden
kend in de oogen. Toen ging hij met verdub
belden ijver weer voort met zijn bezigheden,
alsof hij zich wilde dwingen aan niets anders
te denken.
's Avonds was Heinrich ter beschikking van
den heer Rose, die hem met waardigheid in de
apotheek ontving. Hij leerde hem de indeeling
van de apotheek, van de chemicaliën, de plaats,
waar de fleschjes stonden, zoodat hij later den
inhoud zou kunnen aanvullen. Ook moest hij,
tot er ook een leerling voor de apotheek arri
veerde, zorgen voor de toebereiding van ver
schillende drankjes ten behoeve van de lijden
de menschheid.
Het eerste pharmaceutische gebied, waarop
Heinrich zijn wankele schreden mocht zetten,
was de bereiding van pepermuntjes. Een flesch-
je met wijden hals werd gevuld met suiker
tabletjes; daarop werd pepermuntolie gedrup
peld, totdat het fleschje driekwart vol was.
Heinrich moest nu zóólang schudden, totdat de
balletjes goed met de pepermuntolie waren
doortrokken, van welk oogenblik af zij recht
hadden op den naam van pepermuntjes.
De provisor ging weer aan zijn werk en mijn
heer Friedrich kwam af en toe uit een klein
kamertje, door een gordijn van de apotheek ge
scheiden te voorschijn, om bij het bedienen van
de klanten te assisteeren. Toen Heinrich een
blik achter het geheimzinnige gordijn wierp,
zag hij niets anders dan een rieten stoel: de
„oude zorg" van den apotheker.
Het avondeten werd wederom gezamenlijk
gebruikt. De dames waren niet aan tafel. Ze
waren, zooals de apotheker meedeelde, naar de
opera.
Je kunt er door het lawaai, dat de muzi
kanten maken, tegenwoordig geen woord meer
verstaan, maar het vrouwvolk moet er toch
met alle geweld naar toe. Dat hoort tot den
goeden toon. Als je maar goeie tonen te hooren
kreeg!
Het werk was nu geëindigd.
Drink je een kopje thee bü mij? vroeg de
bedrüfsleider aan z'n leerling, toen ze over de
binnenplaats gingen. Je zult je de eerste dagen
zeker nog wel wat eenzaam gevoelen.
Heinrich zei, dat hü graag zou komen. De be-
grüpende sympathie van Barenfeld had hem
diep getroffen en deed hem weldadig aan.
Toen Heinrich Barenfeld's kamer binnentrad,
bleef hü eenige oogenblikken verrast staan.
Wat hij zag wekte in de hoogste mate zün ver
bazing. Bevond hü zich nog op het grondge
bied van „De Witte Zwaan?" Tot dusverre had
hij in het huis geen spoortje van artistieken
zin kunnen ontdekken, nergens iets wat naar
een beetje warmere luxe zweemde, geen meu
belstuk boven het strikt onontbeerlüke. Met uit
zondering van de piano, scheen alles hem van
de eene generatie op de andere te zün overge
gaan; het heele meubilair verried, dat de
tand des tüds er gretig aan had geknaagd. En,
dit was een kamer zoo warm-gezellig en smaak-
vol-luxueus ingericht, dat de jonge man, die
nog niet veel in zün leven gezien had, in een
wonderland verzeild dacht .te zün, en onwille
keurig op den drempel bleef staan. Een kleine
haard waarin een lekker vuurtje brandde,
scheen met het dikke, mollige, warm-kleurlge
tapüt te wedüveren in behaaglijkheid. Bü het
raam, waarvoor pluche gordünen hingen, stond
een met groen laken bekleede schrijftafel
niet een gemakkelüken bureaustoel. Behalve
deze stonden er nog twee andere, comfortabele
fauteuils in de kamer. Midden in de kamer was
een ronde tafel met een zilveren samovar er
op. Er waren ook nog een paar prachtige stoe
len van palissanderhout. Er stonaen drie kas
ten in de kamer. Eene deed als z'n kleerenkast
dienst,- een tweede toonde door de glas-in-
lood ruitjes de met goud bedrukte ruggen van
een aardige boekencollectie, en de derde was
ingericht als wapenkast. Heinrich zag er een
dubbelloops geweer en een fraai bewerkten
degen.
Aan de wanden prijkten verschillende Jacht-
tropeeën, die niet alleen in Duitsche bosschen
schenen te zün veroverd, en een paar mooie
etsen. Achter in de kamer onttrok een Oos-
tersch kleed, dat als gordün dienst deed, het
bed van den bewoner.
Kom binnen, zei Barenfeld vriendelük tot
zijn protégé. Wellicht verwondert het je, dat het
er hier een beetje anders uitziet dan bü münheer
Rose of münheer Friedrich. Ik ben altijd van
meening geweest, dat het een verkeerde op-,
vatting is, om zün plezier buitenshuis bü ken
nissen of in café's te zoeken, zooals ongetrouw
de heeren gewoonlijk doen. Een werkelük te
huis vindt hü buiten de deur niet; al wordt hü
overal nog zoo aardig ontvangen, nü blüft een
buitenstaander, een vreemde een tehuis moet
hü zichzelf scheppen. De paar jaren, die een
mensch te leven heeft, gaan helaas vlug ge
noeg voorbü, zoodat men vroeg genoeg daarmee
kan beginnen. Alles wat je hier ziet, is mijn
eigendom. Tusschen al deze dingen voel ik mü
pas behaaglijk en mijn eigen baas en heb ik
het gevoel, dat ik een eigen huis heb en geen
rondzwervende nomade ben. En ik verzeker je,
dit gevoel, dat je ten slotte zoo gemakkelijk
kimt krügen, geeft je een innerlijke rust en be
vrediging, dat je moed en pleizier geeft voor je
dagelüksch werk.Doch laten we eerst voor
den inwendigen mensch zorgen. Het avondeten
was niet veel büzonders.
Hü stak den samovaar aan, haalde vervol
gens een paar blikjes met verfünde lekker
nijen voor den dag. die Heinrich slechts bü
name kende, en zette bovendien een fijn gesle
pen karaf met arak en glazen op tafel. Hein
rich keek een beetje verlegen om zich heen.
Hebt u die vogels zelf geschoten?
Die? Ja. die komen uit Japan. Ik ben een
paar jaar in Yokohama geweest, voordat ik
naar Bombay ging. Een handelsman moet over
al geweest zün, vooral in die landen, vanwaar
hü zün artikelen betrekt. Dat geeft hem
een ruimeren blik en een algemeene ontwikke
ling, welke onontbeerlük is voor iemand, die in
den handel werkelük iets van beteekenis be
reiken wil. Anders is en bhjft hü een kruide
nier.
In de oogen van Heinrich werd Barenfeld
hoe langer hoe meer een wezen van hoogere
orde. Met schitterende oogen luisterde hü naar
wat deze vertelde. Deze wonderman was vóór
in de dertig en scheen den heelen aardbol al te
hebben rondgereisd. Vertelt u alstublieft wat
van reizen, merkte hü op.
Barenfeld schonk thee in en gaf Heinrich de
arakflesch aan. Dat vond Heinrich ook weer
zoo écht. Bij zijn voogd thuis was zoo iets een
voudig niet denkbaar geweest. Zelfs had hü
daar eigenlük nooit thee gedronken. Want wat
daar onder dien naam doorging, was niets an
ders dan kokend water, dat vergeefsche moeite
gedaan had, om uit 'n suikerlepeltje thee van
bedenkelüke kwaliteit een beetje geel kleursel
te trekken.
Vertellen? vroeg Barenfeld, en hü bood
Pfalzdorf de conserven aan. Ik kan je wel een
heele boel vertellen van mijn reizen, maar
eigenlük moet je 't zelf beleven, »e je. Om je
de waarheid te zeggen, je staat me aan, jon
gen. Je hebt een behoorlijke ontwikkeling op
school opgedaan, en je hebt je eindexamen ge
daan. Je bent altijd nummer één op school ge
weest, niet waar?
Ja, stamelde Heinrich. Hoe weet u dat?
(Wordt vervolgd).