Krantenoorlog in Engeland fflet wtfiaal mn den dag TWEEDE PREMIE-REIS DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN MET GROOTE FELHEID Graaf Zeppelin's vuurproef OMHOOG ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Met ROBINSON aan kun je uren lang gaan Alleabonné'ssySÜ?f3000.-^^i^S^SX&T£ihiS?J&f7üarB/» - DINSDAG 8 AUGUSTUS Vier ondernemingen geven jaar lijks meer dan 2.000.000 pond sterling aan premies enz. Groote verliezen in het vooruitzicht Een vrouw van 114 jaar De Zeppelinramp bij Echterdingen op 5 Augustus 1908 De Chineesche kroon- juweelen Een verzekering tegen ontvoering Dynamiet reeds sedert 1656? Reuzenmeteoren Rusland m d^itmamissUchtón De gevonden „Natuuriyk hi- uitvinden Spoorwegtunnel door den Mont-Blanc NEEMT DEEL AAN ONZE NAAR TRIER EN LUXEMBURG van 28 tot en met 31 Augustus Kosten (alles inbegrepen) llle klas f 37.SO Inlichtingen te bekomen He klas f SO. aan't bureau van dit blad AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE TWINTIC NAAR HET DUITSCH VAN RUDOLF HERZOC De Engelsche krantenoorlog woedt met groote felheid. De bladen vechten om de eer van hun lezers het duurst te betalen. Zoo kondigde de „Daily Express" 24 Juni aan dat zij een schitterende encyclopaedie voor bereidde waarvan de redactie was toevertrouwd aan vijf-en-zeventig redacteuren die werden bijgestaan door een groot aantal medewerkers, alle gespecialiseerd in de stof welke zij zouden behandelen. De „talrijke banden" dezer ency clopaedie het juiste getal werd niet bekend gemaakt moeten twee-en-een-kwart mil joen woorden bevatten en zullen tegen een ongehoord lagen prijs ter beschikking van de lezers worden gesteld. De „Daily Herald" beschouwde dit als een uitdaging en drukte vier dagen later de vol gende mededeeling af: „Eenige maanden geleden verwekte de „Daily Herald" in heel het land groot opzien door een volledige uitgave der werken van Dickens aan te bieden. „Heden, ter gelegenheid van het feit dat wij 1.750.000 exemplaren van ons blad verkoch ten, kondigt de „Daily Herald" een nieuwe enorme reclame aan, de grootste sinds de uit vinding der boekdrukkunst." Er bleek nergens minder sprake van te we zen dan van een encyclopaedie, bevattende „5.000.000 woorden, meer dan 7000 bladzijden, ruim 500-000 trefwoorden, en 3.000 platen, kaar ten, schema's." De uitgave wordt verzorgd door „een redactie-raad van meer dan honderd re dacteuren, bijgestaan door een groot aantal geleerden en deskundigen." Men heeft berekend dat alleen de week welke op 1 Juli eindigde, den drie kranten „Daily Mail", „Daily Express" en „Daily He rald" ruim vijftig-duizend pond sterling kostte aan domme en vrijwel nuttelooze reclame. Dinsdagmiddag hebben de directeuren der groote Londensche bladen vergaderd en vier uren lang gezocht naar de mogelijkheid van een wapenstilstand in den premie-oorlog. Deze bijeenkomst waartoe de directeur der „Daily Herald", de heer Elias, het initiatief genomen had, schijnt geen enkel resultaat te hebben op geleverd, dank zij vooral het verzet van Lord Beaverbrook, den eigenaar der „Daily Express". Onder den dubbelen titel van „een progrom op de aandeelhouders in het krantenbedrijf; men koopt de lezers door de aandeelhouders te ruïneeren". betreurt de „Financial Times" openlijk dezen stand van zaken en toont aan hoe de aandeelhouders der dagbladen „voor kanonnenvleesch dienen in dezen Chineesche- generaals-oorlog." De vier grootste dagbladen, de „Daily Mail", de „Daily Express", de „Daily Herald" en de „News Chronicle", die vechten om het kam pioenschap in het aantal dagelijks verkochte nummers, hebben meer dan dertuig-duizend aandeelhouders. Deze vier maatschappijen be steden jaarlijks meer dan twee millioen pond sterling aan premies, geschenken, verzekerin gen, wedstrijden enz., ten bate van degenen die een abonnement nemen van acht of van twaalf weken. Waar in 1932 de winsten der genoemde kranten in totaal 1.350.000 pond sterling bedroegen, is het niet moeilijk te be rekenen welke enorme verliezen er dit jaar geleden zullen worden. Behalve met deae geldelijke verliezen, zal men ook rekening moeten houden met het ver- In het dorp Kolarovo, in Bulgaarsch Mace donië, heeft een vrouw den leeftijd van 114 jaar bereikt. Zij is de oudste inwoner van de streek en herinnert zich nog goed haar trouwdag 95 jaar geleden. Zij is vegetariër, doch zij zegt de voorkeur te geven aan wijn boven water. minderde prestige. Velen zullen er van over tuigd raken dat het heel makkelijk is direc teur van een krant te wezen, wanneer het om niets anders gaat dan om iets voor niets weg te geven. Elke Engelsche krant heeft op de crediet-zijde harer winst- en verliesrekening een post „good will" welke op enkele millioe- nen pond sterling geschat wordt. Wanneer men zoo voort gaat, zou de waarde van dezen post wel eens „poedig min of meer denkbeeldig kunnen worden. En intusschen verkondigen Lord Beaverbrook in de „Daily Express", Lord Rothermere in de „Daily Mail", Sir Walter Layton in de „News Chronicle" en Mr. Elias in de „Daily Herald", alle dagen dat de Engelsche regeering en ook de regeeringen in andere landen, alsmede al degenen die eenig kapitaal bezitten, zuinig 1 zuinig!! zuinig!!! moeten wezen. In het begin van deze maand was het 25 jaar geleden, dat het door graaf Zeppelin gebouwde luchtschip bij Echterdingen totaal werd ver nield. Ferdinand, graaf von Zeppelin, werd den 8sten Juli 1838 te Constanz geboren en werd voor mi litair opgeleid. In 1890 nam hij als luitenant- generaal zijn ontslag en ging zich toeleggen op den bouw van een bestuurbaar luchtschip, waar mee hij in 1900 zijn proeven begon te Fried- richshafen aan het Meer van Constanz, welke in 1905 met succes werden bekroond, toen hij een nieuw toestel had gebouwd. Spoedig daarop echter in 1906 werd het door een storm ver nield. De bijna Zeventigjarige, die van zijn voor vaderen de taaiheid en standvastigheid bij het maken van plannen had geërfd, liet zich daar door niet ter neer slaan. Hij bouwde een derde luchtschip, waarmee hij een snelheid bereikte van 15 M. per seconde. In 1907 kwam een nieuwe Zeppelin gereed met ingrijpende, hoewel eenigs- zins onpractische veranderingen, zooals het plaatsen van het stuurapparaat naar voren. In 1908 verscheen wederom een nieuw model, waarmee hij den 4den Augustus 1908 een proef tocht maakte, die goed begon. Wegens een motordefect echter moest hij een noodlanding maken op den Rijn bij Oppenheim, ofschoon hij van plan was geweest het traject Friederichs- hafen-Mainz-Friederichshafen zonder landing af te leggen. Een tweede storing (verlies van gas) dwong graaf Zeppelin na een gelukkig ver- loopen nachtelijken tocht, niet ver van het Wür- temberger stadje Echterdingen te dalen en op hulpkrachten: militairen uit Stuttgart, Daimler- monteurs uit Cannstadt en drie spoorwagons met gas te wachten. Geheel onverwachts kwam plotseling een hevig onweer opzetten, dat ge paard ging met een halven orkaan. Het lucht schip, hoewel stevig verankerd, werd losgesla gen en tegen een groep boomen geslingerd: een motor explodeerde, het gas vatte vlam en bin nen vijftien seconden was het trotsche lucht schip volkomen vernield. Op de aarde, niet in de lucht, was dit wonderwerk van den grijzen uitvinder gevallen. De landing was vlot ver- loopen en zelfs de vele tegenstanders van het Zeppelinsysteem waren voor een groot deel be keerd. Een golf van ontroering ging door de wereld, vooral door zijn vaderland. Reeds den volgenden dag werd een oproep gedaan voor de vorming van een fonds, waarvoor de Motorluftschiff-Stu- diengësellschaft 2.5 millioen bons van 10 pfennigs uitgaf, teneinde ieder in de gelegenheid te stel len er aan deel te nemen. De opbrengst 6.096.555 mark gebruikte Zeppelin voor de vorming van een Zeppelin-Stiftung, welke den 22sten Maart 1909 tot stand kwam met Friederichshafen als zetel en met wier medewerking een maatschappij voor den bouw en het exploiteeren van lucht schepen onder den naam „Luftschiffbau Zeppe lin in Friederichshafen" werd opgericht. Zeppelin overleed 8 Maart 1917 in het sana torium te Charlottenburg. iiHiiiiimiiiniJimiiii iiiiiiimiiiiifiiriimiu De regeering van Nanking heeft besloten in Europa of Amerika de juweelen van de Chi neesche kroon te verkoopen, welke qp rond 3 milliard gulden geschat worden. Deze schat, welke bestemd schijnt te zijn in musea en privé- verzamelingen ondergebracht te worden, omvat buiten waardevolle edelsteenen, ivoren beelden, figuren uit goud, zilver en kristal, alsmede mi niaturen van onschatbare historische en kunst waarde. Nanking heeft tot den verkoop van deze verzameling, die vroeger in het bezit van de Mandsjcedynastie was, besloten daar de regee ring dringend geld noodig heeft en daar zij ver der niet weet hoe zij den schat tegen de Ja panners beveiligen zal. Zij moest dezen reeds in allerijl van Tientsin naar Nanking brengen, toen de Japansche strijdkrachten tegen deze stad optrokken. Naar verluidt heeft het Japan sche hoofdkwartier in Mandsjoerije besloten met alle middelen dazen söhat in zijn bezit te brengen, daar voor den inval te Mandsjoerije uitdrukkelijk beloofd is, dat de kosten der ex peditie door inbeslagneming en verkoop van den schat der Mandsjoes gedekt zouden worden. Sinds Piccard de stratosferen Heel succesvol heeft doorkliefd, I Schijnt het onontgonnen luchtruim i Als vacantieoord geliefd! Een prestatie, die geslaagd heet, Prikkelt altijd nog de eer En dan zijn er doorgaans menschen, Die verlangen naar nog meer! 't Is de wetenschap niet enkel, Die hier nagestegen wordt, Ook de sport wil trapjes hooger i En zij loert op een record! Hooger, hooger, steeds maar hooger, Daar het luchtruim hoogte biedt, Zóó dat men nog slechts de aarde Door een verrekijker ziet! 't Mag dan schoon zijn in de wolken, Zestien mijlen hier vandaan, Niettemin trekt zulk een hoogte Mij voorloopig nog niet aan! Ik wacht liever nog een beetje! 't Lijkt me trouwens ook niet slecht Om te wachten tot Sint Petrus, 1 Ongedwongen, welkom zegt! 1 MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) vïiiliiliiliiiiilliliiiillillllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif; Men speelde verstoppertje en Willie Woensdag was naar het strand gegaan om zich te verstoppen. Freddy Vrijdag, Ivy en de kinderen gingen hem zoeken. Maar toen Fred dy de boot in de hoogte zag staan, zeide hij, dat men niet verder naar Willie behoefde te zoeken. „Want", zoo verklaarde hij, „Wiliie is achter die boot." Toen Willie de stem van den zeeman hoorde, riep hij: „Kiekeboe", en kwam te voorschijn. „Hoe kon je weten, dat ik hier was?" vroeg hij. „Een stukje van mijn jas kwam zeker te voorschijn." „Wat ben je toch een domkop," zeide Ivy, „omdat de boot recht-op stond, wisten we dadelijk, dat daar iemand was. Een boot gaat toch niet uit zichzelf recht-op staan!" (Morgenavond vervolg.) (Ingezonden Mededeeling). In verband met het toenemend aantal ont voeringen gaan de filmsterren in Hollywood er hoe langer hoe meer toe over zich hiertegen te verzekeren. Een van de voornaamste voorwaarden waar onder deze verzekeringen kunnen worden afge sloten is, dat de verzekerde dit absoluut geheim houdt. Enkele polissen bevatten zelfs een be paling, dat de verzekering vervalt, zoodra de verzekerde hiervan aan anderen mededeeling doet. Vooraf moet een verklaring geteekend worden, waarin verklaard wordt dat de toekom stige verzekerde geen reden heeft om aan te nemen dat hij of zij ontvoerd zal worden. Het maximum bedrag waarvoor filmsterren verzekerd kunnen worden is 40.000 dollar, waar voor een jaarlijksche premie van 400 dollar moet worden betaald. Ofschoon de bandieten tot dusver de leden der filmkolonie met rust gelaten hebben, vreezen de sterren tceh dat zij vandaag of morgen ook aan de beurt zullen komen en daarom trachten zij zich tegen de financieele gevolgen van zulk een ontvoering te dekken. Sommige filmsterren hebben ook particuliere detectives geëngageerd om zichzelf en hun fa milie te doen bewaken. Verscheidene filmsterren hebben reeds be langrijke verzekeringen loopen. Zoo heeft Gloria Swanson zich voor 100.000 dollar tegen bescha diging of diefstal verzekerd van de kleeren harer gasten. Edmund Lowe heeft zijn gelaat en Louise Fazenda haar krullen verzekerd, ter wijl Ben Zirrpin, de scheeloogige komiek, een verzekering heeft afgesloten voor het geval zijn oogen weer normaal worden. Door historische studiën in oude documenten is kort geleden aangetoond, dat reeds in 1656 een soort buskruit bekend was en dat het on geveer in uitwerking met ons tegenwoordig dy namiet overeenkwam. De uitvinder van dit kruit was een destijds als technisch en wetenschap pelijk man bekende prins, n.l. Rupert van der Ffalz. Het gelukte hem zelfs een geweer met ge luiddempers te. construeeren .Merkwaardiger wijze is echter zijn meest beteekenende uitvin ding, die van de bedoelde soort buskruit, vol komen in vergetelheid geraakt. Waarschijnlijk komt dit door het feit dat de prins dikwijls als alchimist werd bes"houwd en zijn werken daarom meest alle verbrand wer den. Eenzelfde lot onderging de uitvinding van den natuurkundige Cornelius Drebbel, die reeds in 1608 het knalkwik kende, dat eerst in 1800 door den Engelschen Howard weer ontdekt werd. Kortgeleden is in het Noorden van Rusland een groote meteoor neergekomen, die een ge weldigen trechter in den bodem heeft geslagen. De catastrophe had plaats nabij het dorp Kos- lael aan de Meaeni. Een deel van het hemellichaam werd gevon den; dit woog reeds 2lA ton. De Academie van Wetenschappen te Leningrad zal ook deze me teoor doen onderzoeken. Zooals men weet houdt zij zich reeds vijf-en-twintig jaar bezig met de meteoor, die in de Siberische Taiga is neer gestort. Langzaam stond de bezoeker van het mo derne café op. Z'n vermoeide oogen staarden lusteloos voor zich heen. Slen terend liep hij naar de kassa, naast den uit gang. Hij legde de rekening voor het meisje neer, dat achter het loket zat en zei: „Het spijt me erg, dat ik geen geld heb om te betalen. De maaltijd was uitstekend en de bediening liet niets te wenschen over, maar meer dan een paar waardeerende woorden er voor heb ik niet." Hij bleef vermoeid tegen de kassa leunen in afwachting van de dingen, die komen zouden. Sprakeloos keek het meisje hem eenige oogenblikken aan. Intusschen was een der an dere bezoekers het loket genaderd, om z'n rekening te voldoen. Belangstellend sloeg hü den man, daar voor hem, gade. „Maar," stamelde het meisje, „wat moet ik nu doen?" „Ja, het is slecht van mij," kwam de man haar kalm-wanhopig "te hulp, „slecht, ge meen. Maar als je ook sterft van den hon ger De bezoeker achter hem zag, hoe nerveus de arme drommel met de knoopen van z'n jas stond te friemelen. Men kon het hem aanzien, dat hij betere dagen gekend had. „Ik moet den directeur roepen," hernam het meisje. Op dit oogenblik mengde de onbekende zich in 't gesprek. „Neem me niet kwalijk, dat ik me er mee bemoei, maar zoo iets kan iedereen overko men." Hij wendde zich nu speciaal tot den niet- betaler en vroeg: „Permitteert u mij dit kleine bedrag voor u te betalen?" De jongeman keek z'n onverwachten wel doener nieuwsgierig aan. Toen sprak hij: „Ik kan u niet zeggen, hoe dankbaar ik voor uw aanbod ben." Tegelijkertijd keerde hij zich om en liep langzaam naar de deur. Hier wachtte hij, tot dat de andere heer de nota's betaald had en zich bij hem voegde. Ze wandelden nu samen de straat in en hepen geruimen tijd zonder iets te zeggen. De stilte werd verbroken door den wanbeta ler van zooeven, die begon: „Het was prachtig van u om mijn rekening te betalen. Ik wist waarlijk niet, wat er zou gebeurd zijn. Misschien was ik wel in hech tenis genomen. U kunt zich echter niet voor stellen, wat het zeggen wil: in 24 uur niets gegeten De andere keek hem van ter zijde aan en vroeg zich af, welke tragedie er in het leven van z'n metgezel verborgen lag. „Hij heeft een intelligent, verstandig uiterlijk," dacht hij. „Ga door," drong hij kalm aan, „u spreekt met een vriend, dien u kunt vertrouwen. Laat ik u eerst mijn naam noemen: Marius Baily" „De mijne is John Taylor." Het leek alsof Taylor opleefde, nu hij iemand ontmoet had. waarmee hij eens kon praten. „Ik ben met allerlei gedachten vervuld om iets nieuws uit te vinden; tot nu toe heeft me dit slechts te leurstelling bereid." Hij staarde een oogenblik, als in gedachten verzonken, voor zich uit. Eensklaps haalde hij z'n handen uit z'n zakken en liet den verbaas den Baily twee gesmeerde broodjes en een stuk cake zien. „Voor wien," vroeg hij heftig, „denkt u, dat een man zoo iets meeneemt uit een restau rant, als het niet was voor z'n jong vrouwtje, dat eveneens niets gegeten heeft en bovendien het bed moet houden? Ik zou alles voor haar willen doen, maar ik kin niet. Ik heb een uit vinding gedaan, waardoor het mogelijk is het benzinegebruik voor auto's tot op terug te brengen. Ik zou er schatten mee kunnen ver dienen en juist nu Ze waren ongemerkt het drukste punt der stad genaderd, dat glansde in een zee van licht van allerlei lichtreclames. „Zou het niet beter zijn dit alles te bespreken onder het drinken van een kop koffie?" vroeg Marius Baily. Taylor leefde op bij dit voorstel en ant woordde: „Niets liever dan dat. Ik moet echter op m'n tijd passen, want ik wil m'n vrouw niet zoo lang alleen laten." „Ik denk, dat we nu wel wat meer van el kaar te weten zullen komen," lachte Baily, toen ze rustig tegenover elkander in een café za ten. „Wat is dat voor een uitvinding, waar u het zoo juist over had?" John Taylor aarzelde een oogenblik. Toen sprak hij: ,,'t Is in één woord iets geweldigs! Maar ik kan er, helaas, niet mee doorgaan." „Niet mee doorgaan, zegt u?" Neen. Ik bezit niets meer. M'n laatsten cent heb ik er voor uitgegeven, maar nu zit ik vast. Als ik meer geld had gehad, was het al klaar geweest. Met duizend pond zou het in orde wezen. Een kennis van me wil 500 geven als ik iemand kan vinden, die de rest in wil brengen. Ik zou dan later één vijfde krijgen en de twee, die het geld storten, ieder twee vijfden. Kunt u zich een onbillijker voorstel denken?" „Daar moet u nooit op ingaan!" riep Baily met vuur. „Breek de relatie met dien kennis af! Laat u verder niet met hem in!" „Maar hoe kom ik dan aan geld? Nu ik een maal iemand heb, die 500 wil geven, kan ik gemakkelijker een ander vinden voor de rest." Hij dacht even na en vroeg toen: i doel ik dat. Ik i zal voor het be- noodigde kapitaal zorgen. We zullen de winst dan samen deelen. Slaat u toe?" „Ga gauw mee naar huis!" juichte John Taylor, ,,'t Is al laat, maar m'n vrouw moet beslissen. Ik doe niets zonder haar. Het spreekt vanzelf, dat ik u ten volle vertrouw, maar dat is nu eenmaal m'n gewoonte, ziet u." Ze vertrokken nu naar Taylor's woning. Taylor liep vooruit de trap op. Het vertrek was kaal gemeubileerd. Bij de tafel zat z'n vrouw in een ziekenstoel. Ze zag er bleek uit. Nadat ze aan elkaar waren voorgesteld, be gon Taylor direct over Marius Baily's plan nen te spreken. Maud de vrouw van den onfortuinlijken uitvinder luisterde aandachtig en nam hun weldoener ongemerkt van ter zijde op. Toen haar man had uitgesproken, heerschte er even stilte. „Doe het maar John, mijnheer Baily heeft het goed met ons voor," verzekerde Maud. Met een handdruk tusschen beide mannen werd de zaak voorloopig beklonken. „Ik ben toch zoo blij, dat ik u ontmoet heb," juichte Taylor. „En ik, dat ik u helpen kan. Bovendien, ik ben er toch ook mee gebaat." Een kwartier later verliet de helper in den nood het jonge echtpaar. „Doe maar geen moeite," weerde hij het aanbod van Taylor af om hem uit te laten. „Ik kan den weg wel vinden." Voor z'n vertrek had Baily een blik door de kamer geworpen en gezegd: „Als u nu even een kwitantie wilt uitschrijven, dan zal ik direct den eersten termijn voldoen; jullie kunnen zich dan een en ander aanschaffen." Tegelijk legae hij een bankje van honderd pond neer. Nauwelijks was de deur achter Baily in t slot gevallen, of de jongeman wendde zich tot z'n vrouw: „Men zegt, dat er iedere minuut een dwaas geboren wordt en waarlijk het is zoo. En ik moet het juist van de dwazen hebben. Dade lijk, toen ik hem in 't restaurant zag zitten, dacht ik: die onnoozele hals zal wel voor mij in de bres springen; de rest volgt dan vanzelf." „Ik heb hem gezegd," ging hij lachend voort, „dat ik John Taylor heette. We moeten nu wéér zorgen, dat we morgen vroeg weg komen. Ik ben toch wel iemand met verstand, om uit te vinden, hoe ik het best kan oplichten." „En ik," klonk het sarcastisch achter hem, „ben ook iemand met verstand om uit te vin den, hoe ik dat soort uitvinders vinden kan." Ontzet staarden de „uitvinder" en z'n vrouw in het strenge gelaat van hun vriend Marius Baily, die, vergezeld van twee agenten, in de deuropening stond. Te Aosta en Turijn hebben zich burgers aan eengesloten, die tot Mussolini het verzoek richt ten de treinverbinding tusschen Italië en Frank rijk door middel van een tunnel te verbeteren. Deze zou de voorkeur verdienen boven den Sim- plon en den Mont-Cenis. want zij zou de kortste communicatie tusschen Frankrijk en Italië be- teekenen. Mussolini is met het project wel in genomen, en wanneer de uitvoering er van al leen van Italië afhing, zou hij er onverwijld een aanvang mee maken. De boring van den tunnel zou in geen enkel opzicht door bijzondere geo grafische of andere omstandigheden worden be moeilijkt. Mussolini heeft aan de petitieschrijvers der beide steden beloofd het plan in herinne ring te zullen houden, en heeft verklaard, dat de verwezenlijking ongetwijfeld een gunstigen invloed op het toeristenverkeer zou uitoefenen. van 'n vinger 12 Zoo trad meneer Friedrich, in plechtgewaad en met vroolijk gezicht, de apotheek binnen, om onmiddellijk zijn wenkbrauwen somber te fron sen, toen hij Hannes in voormeld gesprek met den provisor vond. Wat doe je daar achter de toonbank, snauwde hij buiten zich zelf door de brutali teit van den loopjongen om zich zoo dicht in de nabijheid van de geldla op te houden! Ik heb u toch al duizendmaad gezegd, meneer Rose, dat u dat niet moet toestaan! Je blijft aan den voorkant van de toonbank, Hannes, als je wat te vragen hebt. Verstaan? En verdwijn nu maar. Zorg dat het niet weer gebeurt. Hannes, als een beeld van de vermoorde on schuld, schoof mopperend naar den uitgang. Wat heb Je nog te beweren, hè? vroeg de apotheker nijdig. Ik zeg immers niks, zei de loopjongen kla gelijk. Ik kwam alleen maar vertellen van die kat. Hannes was zoo gelukkig een van die af schuwelijke beesten te betrappen, terwijl hij in de valeriaan aan het rondrollen was, legde Rose uit. Zoo, zei de apotheker en zijn gezicht hel derde weer heelemaal op. Hij wendde zich haas tig tot den wachtenden koster. Eén oogenblikje, meneer Stramm; eventjes dat roofdier zijn kunsten afleeren. Hannes, waar is de kat? De jongen haalde met een glans van geluk op zijn gezicht een in elkaar geknoopten zak te voorschijn en begon voorzichtig de kat er uit te halen. We hebben niet zooveel tijd meer, merkte de koster schuchter op. Hij moest weldra op zijn post zijn. Als het lang duurt.... Wel, dan zullen we het voor dezen keer maar kort maken en het dier een lesje geven, dat de lust om terug te komen het wel vergaan zal, antwoordde de apotheker, terwijl hij het heftig miauwende beest van Hannes overnam. Hij drukte het stevig tegen zich aan en streelde het zachtjes. Meneer Pfalzdorf, geeft u me even de flesch met „Ammonia Liquida". Heinrich wist niet zoo gauw waar dit wel riekende vocht stond en meneer Rose moest zelf te hulp komen, om den chef de verlangde flesch met geest van salmiak aan te reiken. U moet beter opletten waar de flesschen staan, meneer Pfalzdorf, mopperde de apothe ker. Heinrich kreeg een kleur bij deze berisping, vooral door den blik van spottend medelijden dien hij op het aladseschoren gezicht van den koster waarnam. Meneer Friedrich kneep intus schen het kattebeest onder zijn linkerarm, hief met de vrije hand de geopende flech met am monia omhoog en zei tegen zijn vriend, die met gespannen welbehagen toekeek: Let u nu goed op, meneer Stramm. Als de kat daaraan geroken heeft, komt ze van haar leven niet méér in een apotheek, 'tls alsof ze door den bliksem getroffen wordt! Dan smijten wij haar de deur uit en kunnen ons rustig aan het orgel wijden. Let op! Met een ruk had hij het dier, dat vergeefs worstelde en trok om los te komen, de flesch onder den neus gedrukt, om in hetzelfde on deelbare moment zijn ongelukkig slachtoffer met een kreet van woede van zich af te slin geren. Was dêtt de bliksem? schreeuwde koster Stramm, eveneens zichtbaar onder den indruk. Hijgend van opwinding en toom keek apo theker Friedrich naar zijn beste gekleede jas, en naar hetgeen de kat in haar doodsangst daarop had gedeponeerd en achtergelaten. Het ongeluksdier, begon de apotheker, na dat hij zijn zelfbeheersching eenigermate had teruggevonden, heeft op het experiment niet gereageerd zooals een welopgevoede kat fcij- hoort te doen. Ik moet het bezoek aan het orgel daarom uitstellen. Hannes, sla dat sme rige beest dood! Maar Heinrich was de aardsche gerechtigheid reeds te vlug af geweest en had voor het doodbe- nauwde dier de deur opengemaakt. Met ten- berge-gerezen haren was het er van door ge rend. De chef wierp den eigenmachtigen leer ling een bestraffenden blik toe, friemelde aan zijn jas en ging met opgericht hoofd en indruk wekkende waardigheid zonder een woord te spreken de deur uit om zich in zijn apparte menten terug te trekken en de jammerlijk- besmeurde „beste jas" voor een ander kleeding- stuk te verwisselen. De koster, Hannes, Hein rich en zelfs de provisor hadden met boven- menschelijke krachtsinspanning hun lachspie ren in bedwang gehouden, maar de deur was nog niet achter den apotheker dichtgevallen, of er knetterde een lachsalvo door de apotheek, waarbij de welgedane koster zijn embonpoint met twee handen vasthield en Hannes zich in duizend dwaze bochten wrong. Ik besterf het, ik besterf het, kreunde de waardige kerkdienaar, terwijl hij de deur uit ging en van de straat hoorden zij zijn schate rend gelach nog klinken. Met moeite wist de provisor zijn gezicht weer ln een ernstige plooi te krijgen en slaagde hu erin den loopjongen een terechtwijzing te ge ven en hem te bevelen de apotheek uit te gaan. Heinrich was kort na het incident ook met zijn werk klaar; hij wenschte den provisor goeden avond en ging naar zijn kamer, want hij naa zijn vrijen avond. Toen hij de binnenplaats overliep hoorde hij uit de huisknechtresidentie een vreemdsoortig getoeter komen Mtatamtataklonk het in verschillende toonaarden door den stillen avond. Heinrich bleef eventjes stilstaan, daarop kwam hij naderbij. Theodor Winter, vulgo Dores zat op de tafel en blies op zün clarinet. Hij had zijn gezicht naar den muur gekeerd, waaraan een blad mu ziek als een soort proclamatie bevestigd was. En steeds maar door blies hij de eeuwige me lodie: mtata..mtata.... mtata.... Toen Heinrich hem zachtjes op den schouder tikte, viel hij van schrik bijna van de tafel; zoozeer was hij met hart en ziel bij zijn muzikale stu- die. Goedenavond Dores. Klaar met het werk? Hè, dag meneer Pfalzdorf. Dat ls nou nog ereis aardig van u om bij me binnen te komen. En met een sprong was de huisknecht van de tafel, pakte den eenigen in het vertrek aanwe zigen stoel, veegde dien met 'n slip van zijn jas af en noodigde Heinrich uit om plaats te nemen. Maar Heinrich, die er naar verlangde om zoo veel mogelijk van zijn vrijen avond te genieten, bedankte. Neen, hoor, ik wilde je niet storen. Maar wat speelde je eigenlijk? vroeg Heinrich belang stellend. Hij liep naar den muur om in t sche merlicht het blad muziek te bekijken- Het is een wals, meneer Pfalzdorf, haastte Dores zich hem in te lichten. Een wals? Het klinkt anders erg eentonig. Dores werd een beetje verlegen. Ja, ziet u, zei hij na een pauze en krabde zich achter het oor. Zooals ik u al eens ver teld heb, blaas ik de zoogenaamde tweede kla rinet; die speelt de begeleiding en dat is dan meestalmtata, mtata Altijd? Of het een wals. een marsch of een koraal is? informeerde Heinrich lachend. Altijd! Alleen het tempo is verschillend. En dat is juist de moeilijkheid, voegde hij er ernstig bij. Het tempo kan alles in de war sturen; zoowel in de danszaal als in het orkest Heinrich knikte en lachte opnieuw en Dores lachte mee. nu, goeden avond, Dores. Studeer verder maar prettig. Blijft u nog een beetje, meneer Pfalzdorf; het is zoo prettig als u er bent. Vanavond niet. Ik wilde 'n uurtje uitgaan. U bent vrij, schreeuwde Dores enthou siast en pakte Heinrich bij den arm. Maar dat is kolossaal. Dan gaat u mee naar „De Jager!" De Jager? Wat is dat? Hebt u dat nie onthouden? vroeg Dores een beet je verontwaardigd. De Jager bij de Rijnbrug. Ons stamcafé! Stam-café? Van wie? De beide violisten en ik. Keung-nette hee- ren allebei. U hoeft u heusch niet te schamen om mee te gaan. Me schamen? Hoe kom je er bijWacht maar een oogenblikje; dan 8® me even een beetje opknappen en m'n handen wasschen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 7