HELP U ZELF! Steun aan den landbouw Wijziging Lager Onderwijswet L EENIGE RICHTLIJNEN DE LEERLINGENSCHAAL ZATERDAG 12 AUGUSTUS De Winkelsluitingswet Malversaties op Aruba mm Oogenblikkelijke hulp noodig Aanzienlijke besparing van kosten Motorrijder gedood LEEKEPREEKEN En de veranderde houding van Minister Verschuur REISGESPREKKEN IN HET BINNENLANDSCH VERKEER ln hooger beroep voor het Hoog Militair Gerechtshof UIT DEN VRIJHEIDSBOND Mr. Fock gaat heen ST. BARBARA-Z1EKENHUIS TE CULEMBORG ill!»» Het nieuwe R. K. Ziekenhuis te Culemborg, dat thans voltooid is Nota van het Landbouwcomité inzake het te volgen Regee- ringsbeleid Afzet der productie Minister Marchant stelt voor den overgangstermijn te verkorten PROEFTABELLEN VOOR DE STATISTIEK Kerkbouw te Vught Tegen auto gebotst UITVOER VAN KAAS Er wordt geen onderscheid gemaakt INVOERRECHT OP BENZINE Nadere bepalingen OPLICHTERS AANGEHOUDEN HET BOTERMERK Audiëntie Onder de velen, die ons de laatste weken hun bemerkingen op onze beschouwingen en hun adviezen toezonden zijn verschil lende raadgevers, die in dezen geest spreken: de ellende, die de samenleving doormaakt is alleen te wijten aan het grove egoïsme van groot tot klein, van hoog tot laag. Alleen wan neer de menschheid terugkeert tot de beginse len van het christendom, wanneer naastenliefde en rechtvaardigheid weer onze daden beheer- schen, eerst dan zal er weer werkelijk geluk en Welvaart mogelijk zijn. Al de andere aanbevolen middelen tot opheffing der crisis zullen ijdei blijken. Wij behoeven niet te zeggen, dat wij het in beginsel met deze adviseurs eens zijn. Herhaal delijk hebben wij vroeger geschreven, dat er voor onze westersche beschaving geen ander redmid del mogelijk is dan terugkeer tot de christelijke moraal. Alle groote encyclieken van de laatste halve eeuw, welke zich met sociaal-economische vraagstukken bezig houden, hebben ditzelfde motief. Maar, het is niet voldoende een plato nische verklaring voor een beginsel af te leg gen. De samenleving bestaat nu eenmaal uit honderden millioenen individuen, die allen hun eigen neigingen, hun eigen levensdrang hebben De een meer, de ander minder, allen oefenen een zekeren invloed op de samenleving uit, al is het maar, dat zü lichamelijke behoeften heb ben, welke om bevrediging vragen, waarbij het Productieproces wordt aangesproken. Heel veel van die menschelijke handelingen zijn onver schillig; zij zijn noch goed noch kwaad; zij kun- hen op deze en op gene wijze gesteld worden. Met geen enkele handleiding der moraal zult gij kunnen aangeven of iemand tien, acht of zes Uur moet arbeiden. Het is, uit een eeuwigheids oogpunt beschouwd, volmaakt onverschillig of iemand vijftig of honderd gulden per week ver dient. De christelijke beginselen beginnen pas mee te spreken, wanneer het gaat over verkrij gen, toepassen en gebruiken van eigendom en bezit; over regeling van arbeidsvoorwaarden; over het maken van contracten, in één woord by alles, waarby de mensch uit vrijen wil en met bepaalde bedoelingen daden stelt. Die daden moeten door een zuiver gevormd geweten ver antwoord kunnen worden. By die gewetensvor ming nu en bij de bepaling, wat al dan niet rechtvaardig is, al dan niet met de naastenliefde strookt, zal het christelijk beginsel en zij die daarvan de bewaakster is, de Kerk, een woord hieespreken. Intusschen: de honderden millioenen men- schen leven voort, stellen dagelijks hun daden, maken gezamenlijk het economisch leven. Men kan niet verwachten, dat op zekeren dag een groote verkeersagent boven al het gewoel uit Zal oprijzen en een halt zal toeroepen aan alle aardbewoners om naar de christelijke beginse len te gaan leven. De Kerk kan, al naar tyd en omstandigheden, algemeene normen aange ven voor het sociaal economisch leven; slechts zeer langzaam, en wel door den invloed van de volgelingen der goede beginselen op de maat schappij, zullen daarvan op den duur de ge- Volgen merkbaar zijn. Daarnaast zijn er tal van ontwikkelingsmogelijkheden, welke buiten de invloedssfeer der Kerk vallen, omdat zy haar principieel gesproken onverschillig zyn; b.v. nieuwe uitvindingen en hare toepassingen; en buitendien zyn er millioenen menschen, die zich aan de leiding der kerk onttrekken. Der halve kunnen wij met enkele verklaringen om trent de wenscheiykheid en noodzakelijkheid van het volgen der christeiyke moraal alleen niet volstaan. Wij moeten, ieder voor zich, ieder in eigen kring, ieder op de plaats, waar hij ver antwoordelijkheid heeft naar beste krachten aan den opbouw der maatschappy meewerken. Wy geven aanstonds toe, dat het grootste per centage der menschen direct op die gewenschte Verbetering der samenleving geen invloed kan uitoefenen. Indirect echter meer dan over het algemeen wordt aangenomen. Zeker, de leiders hebben in laatste instantie voor een goed deel het lot van een volk in handen. Maarieder Volk heeft de regeering, welke het verdient. En dan neme men dat „regeering" niet enkel in den zin van landsregeering, maar als leiding op ieder terrein. Wanneer wy in tal van landen de laatste jaren zooveel scheef hebben zien gaan, Wanneer de financiën in de war raakten, de handel ontwrichtte, gevaariyke wrijvingen met andere regeeringen ontstonden, was dit hieraan te wyten, dat uit de massa zelf geen tegenwicht kwam. Overdreven sociale eischen voeren tot officieele geldverspilling; een te hooge levens- Standaard verstoort een handelsbalans; opge schroefde vaderlandsliefde voert een regeering tot prikkelende daden tegenover het buitenland. Een volk heeft als geheel zijn eigen lot in han den; drijven de onevenwichtige elementen boven, dan slaat het schip van staat uit den koers. Het maatschappeiyke leven is als een zee; oppervlakkig kan men niet zien wat onder den waterspiegel woelt en beweegt, welke stroo men en tegenstroomen elkaar ontmoeten, hoe draaikolken zich vormen, hoe de werking van den bodem is.... Wy hebben in voorgaande beschouwingen verschillende voorgestelde middelen tot bezwe ring der crisis besproken en het een meer het ander minder deugdeiyk bevonden, wy hebben naast de besprokene nog tal van andere voor stellen ontvangen. Een inzender meent zelfs in staat te zyn volgens wiskundige formules, netjes in de studeerkamer uitgedacht, heel de mensch heid naar nieuw geluk en welvaart te kunnen voeren. In al de voorgestelde oplossingen missen wij het voornaamste element, er wordt n.l. geen rekening gehouden met de natuur van den mensch. Hoeveel wy ook voelen voor leiding van boven af, voor goede, sociale voorzorg en na zorg, voor alles wat in het maatschappelijk ver keer strookt met een rechtvaardige verdeeling en naastenliefde, dat alles kan slechts op een gezonden bodem gedyen. Welnu, van den be ginne af is de maatschappy na Adams zon denval zóó ingericht, dat slechts door arbeid rykdom wordt verkregen. Zeker, er zijn andere middelen om zich te verryken, n.l. diefstal en andere oneerlüke practyken, speculatie en der- geiyke. Maar dit brengt geen werkelijk geluk Biyvende, gezonde welvaart kan slechts door arbeid verkregen worden. Slechts de samenle ving, die deze wet aanvaardt, komt tot nieuwen voorspoed. Omdat deze wet thans niet op ge zonde wijze wordt toegepast of niet kan wor den toegepast, is er zooveel ellende. Beschouw een volk als een individu. Iemand, die op grooten voet heeft geleefd, voelt zich dood ongelukkig wanneer hij zich plotseling zijn voornaamste bronnen van inkomsten ziet afge sneden. Hij moet zyn personeel ontslaan, waar door zyn groote huis onbewoonbaar wordt. Alles wat hem vroeger lief en dierbaar was, wordt hem een last: hij mist de middelen om zyn meubelen, zyn tuin en al zijn mooie dingen te onderhouden en te vernieuwen. Hij maakt een crisis door. Wanneer hy den moed heeft om zich van alles te ontdoen, in andere omgeving, op kleiner schaal opnieuw te beginnen is er kans op nieuw geluk voor hem. En dat geluk komt eerst, wanneer hy door eigen arbeid Weer iets opbouwt. Al moet hij zeer bescheiden leven, al is zyn nieuwe staat niet te vergelijken met zijn ouden, toch zal de zon voor hem schijnen, wanneer hy voelt door eigen energie weer voor uit te komen. Spoedig zal hij zelfs de betrek kelijke waarde van bezit leeren inzien: geluk ligt in de waardeering van wat men zelf ver werft, ligt in het scheppen meer dan in het bezitten, niet in het gemakkelijk verbruiken van wat men zonder moeite heeft verkregen. Zoo individu, zoo volk. Zijn wij niet daarom zoo ongelukkig, omdat wy nog maar altijd in den „overgangstoestand" blijven; omdat wij in den waan leven, dat het verloren paradijs van vóór den oorlog op een goeden morgen opeens weer geopend wordt? Wy missen den moed om ons als volk op een sterk verlaagd niveau te plaatsen; ons aan te passen aan veranderde tijdsomstandigheden. Wy willen behouden Va: al lang verloren is en als dat een waan blijkt wordt de „regeering" aansprakelyk gesteld. „De regeering" moet alles doen: er moet steun zijn voor dit en steun voor dat om de artikelen „op prijs" te houden. „De regeering" moet voor werk zorgen; „de regeering" moet de werkloo- zen in het leven houden; de regeering en nog eens de regeering! Wy beleven het nu, dat de vier groote Nederlandsche Katholieke stands- organisaties, vertegenwoordigend haast een der de deel van ons volk, een urgentie-program maken en „de regeering" voorschrijven, hoe zij de welvaart weer in Nederland moet binnenlei den. Maar wij zouden den leiders van die orga nisaties toch wel eens willen vragen: wat doet gij zelf ter bevordering van die welvaart? Zeker, de regeering kan het een en ander doen; zij verzuimt Wellicht in dezen tyd ook dingen, die men haar verwijten kan. Maar wie sterk wil staan, moet zelf zijn kracht toonen. En men bedenke wel, behalve dan op het gebied van het internationaal ruilverkeer is „de regeering" geen scheppend organisme. Wanneer zy geld geeft aan den een, moet zy het van den ander af nemen. Zij kan leiden en gunstige voorwaarden scheppen. Maar rykdom scheppen moeten de burgers zelf. Alle welvaart is, door heel de ge schiedenis heen, slechts ontstaan door de ener gie, de werkkracht, den durf, den ondernemings geest van de beste krachten in het volk; daar schuilen de ontdekkingsreizigers, de uitvinders, de geleerden, de practici. Een regeering kan wetten maken, maar het zijn doode letters, wan neer zij niet voortkomen uit, en geschraagd worden door den geest van het volk zelf. Die geest van ons volk moet losgeslagen worden. Gaat er van de regeering niet die krachtige lei ding uit, welke wy in deze moeilijke dagen zoo hard noodig hebben, uit het volk zelf, uit de lei ders van het maatschappelijk leven komt helaas ook niet anders dan critiek. Moesten er in deze moeilijke dagen niet iederen dag opvoedende klanken van de leiders onzer organisaties wor den gehoord? Laten zy zorgen voor het juiste inzicht by ons volk! Er is een algemeene roep om een eind te maken aan vrouwelyken arbeid in de fabrieken en op kantoren. Wat hebben de organisaties daaraan gedaan? Er is een drang om den ver koop van Nederlandsch fabrikaat te bevorderen. Wie heeft iets gemerkt van een propaganda onder den middenstand om in dezen tijd zich niet tevreden te stellen met den gemakkelijken verkoop van een merkartikel tegen hooge provi sie; maar om zich in te spannen om het publiek te winnen voor nieuwe Nederlandsche produc ten, ook al is de belooning daarvoor niet zoo groot? Men vraagt aan de regeering een publiek rechterlijke bedrijfsorganisatie. Wat doen de organisaties zelf om in overleg tusschen Werk gever en werknemer een bedrijf zóó ryp te ma ken voor eigen beheer, dat de publiekrechter lijke erkenning vanzelf volgen moet? Waar zijn de bewyzen, dat langs organisatorischen weg den arbeider wordt geleerd, dat één gulden met eigen eerlijken arbeid verdiend, tien maal meer waard is dan twee gulden uit een steunkas ontvan gen? Deze litanie zouden wy nog kolommen lang kunnen vervolgen. Voldoende om aan te too nen, dat er nog werk genoeg aan den winkel is, alvorens met louter critiek kan worden vol staan. Er staat een nieuwe toekomst te wachten: altyd is na regen zonneschijn gekomen. Welke machtige gebieden liggen nauwelijks ontgon nen: de luchtvaart en heel het verkeer schept nog onafzienbare mogelijkheden; de radio en de overbrenging van klank door licht; de electri citeit met haar onuitputtelijken rykdom, dit alles en nog veel meer houdt een wereld van nieuwe dingen, van voldoening en nieuwe be hoeften, van werkgelegenheid en levensvreug de in. Maar de geest van het volk moet losge slagen Worden; het moet leeren, dat het oude paradys dicht is en dat een nieuwe wereld lang zaam en moeizaam moet worden opgebouwd Wie een volk wil leiden in den waren zin zette dit oude lied van den arbeid in een nieuwe melodie en zorge dat het worde geleerd en na gestreefd! HOMO SAPIENS dam C.S., Amersfoort, Apeldoorn, Deventer, Hengelo of Oldenzaal en tijdens het oponthoud van den trein aan een volgend station. Bij de aanvraag moet, ongeacht de plaats van bestemming, een bedrag van 0-50 in de automatische incasseer-inrichting worden ge stort. Indien het gesprek langer dan drie mi nuten duurt, moet op de plaats, waar het gesprek gevoerd wordt, worden bijbetaald vol gens het normale afstands-tarief. Naar aanleiding van het onlangs gepubliceer de bericht, dat Minister Verschuur inzake de Winkelsluitingswet zyn houding nog niet be paald heeft, schrijft de heer B H. Wellmann. secretaris van het Comité van Actie tegen de Winkelsluitingswet Misschien trekt de Minister uit het feit, dat de stroom van protesten tegen deze wet ver minderd is de conclusie, dat het publiek zich aanpast aan de wet of de winkelier tevreden is? Noch het een, noch het ander is waar! Het publiek moet zich aanpassen, maar dat gaat ten koste van het bestaan van vele win keliers! En de winkeliers! Zeker, die hebben zich in hun lot geschikt, omdat zy geloofd hebben in het woord van een minister, die op de vragen van het Tweede-Ka merlid, den heer van Hellenberg Hubar, ant woordde: „dat de overweging van de resultaten van het gehouden onderzoek naar de werking der win kelsluitingswet er toe geleid heeft, dat een wy- zlging van de winkelsluitingswet 1930 is voor bereid, welke in hoofdzaak een verruiming van verkoopmogelijkheid in sommige kringen (con sumptie-zaken) op Zondag beoogt en dat het betreffend wetsontwerp, naar hy vertrouwt, bin nenkort bij de Staten-Generaal zal kunnen wor den ingediend." Deze mededeeling werd bovendien nog be vestigd door den Minister aan het Bestuur van de Ver. van Suikerwerk- en Chocoladefabri kanten in een audiëntie op 9 Pebr j.l. En op 5 Augustus 1933 verklaart dezelfde mi nister, dat hy zijn nouding inzake de winkel sluitingswet nog niet bepaald heeft! Het Comité van Actie tegen de Winkelslui tingswet, dat de actie in verband met de mede- deelingen van den Minister aan het Tweede-Ka merlid van Hellenberg Hubar in nadere afwach ting heeft stopgezet, zal thans éér, dezer dagen opnieuw bijeenkomen om de gewyzigde houding van den Minister nader te bespreken. Met ingang van 21 Augustus zal voor de treinreizigers op het baanvak Amsterdam— Oldenzaal op proef de gelegenheid worden opengesteld tot het voeren van z.g. reisge- sprekken in het binnenlandsch verkeer. Deze gesprekken kunnen worden aangevraagd ineen der telefooncellen op het perron te Amster- Op 25 Augustus a.s. zal in hooger beroep voor het Hoog Militair Gerechtshof te 'sGraven- hage terecht staan de eerste luitenant der ma riniers J., destyds beheerder van de cantine op het eiland Aruba (kolonie Curasao)die we gens malversatiën met cantinegelden door den Krijgsraad te Willemsoord is veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf met ontslag uit den dienst, zonder ontzetting van de bevoegd heid om by de militaire macht te dienen. Zooals reeds eerder werd gemeld is de Minis ter van Staat mr. D. Fock voornemens het voorzitterschap van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond" neer te leggen. Als zijn op volger wordt genoemd mr W. C. Wendelaar, burgemeester van Alkmaar, die thans vice- voorzitter der party is. rtraKX-X'XvX; Het Kon. Ned. Landbouw-Comité heeft onder dagteekening van 11 Augustus 1933 een nota aan den Minister van Economische Zaken ge zonden, waarin eenige richtlijnen zijn uitge stippeld voor het te volgen regeeringsbeleid om den zoo zwaar geteisterden Nederlandschen Landbouw door de moeilijke tijden heen te helpen. Aan deze nota ontleenen wij het volgende: Sedert zijn laatste aan de regeering aange boden Urgentieprogramma hebben de omstan digheden zich zoodanig gewijzigd, dat het Ko ninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité daarin aanleiding heeft gevonden, zich nog eens te beraden op hetgeen dient te worden gedaan om onzen Landbouw zoo goed mogelijk door deze moeilijke tijden heen te helpen. Op grond hiervan is gepoogd eenige richtlijnen uit te stippelen voor het daarbij te volgen regeeringsbeleid, zooals onze organisatie dit noodig oordeelt. De ver doorgevoerde ontwikkeling van den Nederlandschen Landbouw in de richting van exportbedrijf is oorzaak, dat zeer sterk de be zwaren worden ondervonden van de economi sche afsluitingspolitiek van andere landen. Deze politiek is niet zoozeer te beschouwen als een crisisverschijnsel, doch is geleidelijk gegroeid in verband met de politiek economische verschuivingen, die het gevolg zijn van den wereldoorlog. Het is dan ook niet te verwach ten, dat hierin binnen afzienbaren tijd wijziging zal komen, zoodat onze export weer ongehinderd zal kunen functionneeren. Zelfs van de mone taire en economische wereldconferentie, welke te Londen is gehouden, kon niet worden ver wacht, dat zij ten deze belangrijke verande ringen ten goede zou kunnen teweegbrengen, aangezien het niet was aan te nemen, dat de verschillende landen die zich tot dusverre voor Ingediend is een wetsontwerp tot wy'ziging der wet van 30 December 1932 tot wijziging der Lager Onderwijswet 1920 en van de Lager On derwijswet 1920. In de Memorie van Toelichting zegt de mi nister van Onderwijs, dat artikel XIV eerste lid der wet van 30 December 1932 aan de scholen voor gewoon en uitgebreid lager onderwijs, die over het jaar 1932 in aanmerking komen voor Ryksvergoeding een overgangstermijn van twee jaren geeft om zich aan te passen aan de nieuwe leerlingenschaal van art. 28 der Lager Onder wijswet 1920, welke krachtens art. XIII van eerstgenoemde wet tot en met 31 December 1937 geldt. Aanvankelijk was de minister van oor deel, dat hij uit deferentie voor de Staten-Gene- raal geen stappen behoorde te doen om in deze kort voor de Kabinetswijziging tot stand ge komen regeling verandering te brengen. De voortgaande achteruitgang van den geldelijken toestand van het Rijk en de gemeenten noopt hem echter dit standpunt prijs te geven. Het verkorten van den overgangstermijn is een een voudig middel om een aanmerkelijke kostenbe sparing te krijgen. Teneinde den gemeente- en schoolbesturen gelegenheid te geven nog tijdig de noodige maatregelen te kunnen treffen in zake het ontslag van onderwijzers en tevens om de organisatie van de school tijdens het school jaar niet in de war te sturen, wordt voorge steld de gewyzigde leerlingenschaal in te voeren zoodra het op 31 December 1933 loopend school jaar of de op dien datum loopende schoolcursus is geëindigd. De besparing, welke de invoering van de gewijzigde leerlingenschaal met zich brengt, zal aldus reeds in 1934, zij het ook ge deeltelijk, worden bereikt. Een becijfering aan de hand van de laatst be kende gegevens heeft uitgewezen, dat door in korting van meerbedoelden termijn over het volle jaar 1934 2396 onderwijzers aan het ge woon lager onderwijs en 129 onderwijzers aan het uitgebreid lage onderwijs minder voor reke ning van het Rijk zullen kunnen worden ge- bracht, wat, naar den maatstaf van een ge middeld salaris van onderscheidenlijk ƒ2000 en ƒ3000 een besparing oplevert van ƒ5.179.000. Door het invoeren van de nieuwe leerlingen schaal in den loop van 1934, n.l. bij het begin van het in dat jaar aanvangend schooljaar, zal dit bedrag ongeveer de helft lager zijn. Hierop komt dan tevens in mindering een bedrag van aan de betrokken onderwijzers toe te kennen wachtgelden, hetwelk tengevolge van verschil lende onzekere factoren, welke hierbij een rol spelen, niet met juistheid kan worden bepaald. Het komt den Minister wenschelyk voor van deze gelegenheid gebruik te maken om de La ger Onderwijswet 1920 in drieërlei opzicht te wijzigen of aan te vullen. De eerste aanvulling betreft de wachtgeld regeling van de onderwijzers. De Minister acht het van belang onder zekere voorwaarden de oudere onderwijzers, die van 60 jaar en ouder, te vrijwaren voor de nadeelige gevolgen van het niet aanvaarden eener nieuwe betrekking. Die voorwaarde moet naar de meening van den Minister hierin bestaan, dat de bepalingen be treffende het vervallen of verminderen van het wachtgeld slechts buiten werking worden ge steld voor hen, wier wachtgeld 65 pCt. van de laatstelijk genoten jaarwedde bedraagt, omdat er dan voor het Rijk vrijwel geen financieel na deel aan verbonden zal zijn. In de tweede plaats acht de Minister een aan vulling van artikel 79 der wet gewenscht. De Minister is van oordeel, dat deze bezuinigings maatregel van de Regeering, waarmede de be sturen van bijzondere lagere scholen uit den aard der zaak niet hebben kunnen rekening houden, redelijkerwijze voor de besturen niet mag leiden tot geheel of gedeeltelijk verlies van de waarborgsom. Voorts heeft artikel IV ten doel de herplaat sing van de wachtgelders bij het bezonder on derwijs eenigermaté te bespoedigen. De wet be handelt de openbare scholen als een eenheid, maar ten aanzien van de bijzondere scholen worden alle instellingen of vereenigingen, die een of meer scholen besturen, geïndividualiseerd, zonder eenig verband van gelijke richting in aanmerking te nemen. Het komt den Minister voor, dat dit verband van gelijke richting zonder bezwaar kan worden gezocht in de aansluiting van de school bij een zelfde commissie van beroep, als bedoeld in art. 92 der Lager Onderwijswet 1920. Een zoodanig voorstel werkt in het belang van het Rijk als van de wachtgelders zelf en stelt de schoolbesturen in het algemeen niet voor verplichtingen, welke zy in redelijkheid niet zouden kunnen aanvaarden. de instandhouding van hun Landbouw groote offers o.m. in den vorm van bescherming hebben getroost, dezen tak van bedrijf plotseling aan zijn lot zouden overlaten. Men dient zich evenwel in dit opzicht voor overdrijving te hoeden. Nog steeds is er voor onzen Landbouw export- mogelykheid, al is deze niet onbeperkt. Onze afnemers wenschen slechts onze landbouwpro ducten binnen te laten in zoodanige hoeveelheid als in overeenstemming is met de veronderstelde behoefte. Al naarmate de eigen landbouw in staat zal blijken in de binnenlandsche behoefte te voorzien, zal men den invoer van onze arti kelen gaan verminderen. Zoodoende wordt wat den afzet der pro ductie betreft, onze landbouw meer en meer teruggedrongen tot de binnenlandsche markt en het is daarom van het grootste belang, dat daar een loonende prys wordt gemaakt. Daar voor is noodig, dat de dierlijke productie, waar het hier voornamelijk om gaat, wordt geregeld in overeenstemming met het opnemingsvermo gen van de binnenlandsche markt en de ons ge bleven afzet-mogelijkheid in het buitenland. Een en ander zal tot gevolg hebben, dat de gelegenheid voor productieven arbeid in het landbouwbedrijf vermindert, waarin echter kan worden voorzien door uitbreiding te geven aan de voortbrenging van producten, welke thans op groote schaal worden ingevoerd, n.l. voeder- stoffen. Voor een dergelijk proces van aanpassing aan gewyzigde omstandigheden moeten even wel de voorwaarden gunstig worden gemaakt. Dit neemt intusschen niet weg, dat ook op andere wijze naar herstel van de rentabiliteit, dus naar het wegnemen van de wanverhouding tusschen de uitgaven en de inkomsten der landbouwbedrijven dient te worden gestreefd. Daarvoor is in de eerste plaats verlaging der bedrijfsuitgaven noodzakelyk. De overheid dient door ingrijpende maat regelen tot versobering, de openbare uitgaven met de zoozeer gedaalde ontvangsten in over eenstemming te brengen waardoor ook de thans zwaar op de bedrijven drukkende lasten kun nen worden verminderd. Daarnaast moet het mogelyke worden ge daan om de prijzen van de producten en dien sten, welke de landbouwer in zijn bedrijf noo dig heeft, te verlagen. Naar meerdere verla ging der marge tusschen groothandelsprijzen en kleinhandelsprijzen dient met kracht te worden gestreefd, opdat aan de wanverhouding tus schen de groothandels- en de kleinhandels- pryzen een einde kome. Wordt niet spoedig het zoozeer verstoorde evenwicht in onze staatshuishouding hersteld, dan zou tenslotte inflatie van ons ruilmiddel onafwendbaar worden. Ook al zou evenwel dit proces van aanpas sing op vlotte wyze verloopen, dan kan toch hierop niet worden gewacht. Voor een steeds toenemend aantal bedrijven is er periculum in mora; oogenblikkelijke hulp is noodig om ineenstorting te voorkomen. Om deze reden zal dan ook het reeds her- haaldelyk toegepaste middel van prijsverhoo- ging der producten niet kunnen worden ont beerd. Het spreekt intusschen vanzelf dat ook onder deze ongunstige omstandigheden de Landbouw moet blijven streven naar rationalisatie van het bedrijf en het is wenschelyk de crisismaatre gelen dienstbaar te maken aan een versterking van dit streven. Het Centraal Bureau voor de Statistiek schrijft ons het volgende: Met betrekking tot de door het Bureau uit gezonden proefabellen voor de Statistiek der Gemeenten, zyn in verschillende bladen eeni ge critische opmerkingen van het gemeente bestuur van Stryen opgenomen, in verband waarmee het volgende moge worden meege deeld. Volgens art. 215, laatste lid der Gemeentewet kan door de Kroon worden bepaald welke sta tistische gegevens door B. en W. jaarlijks aan het Centraal Bureau voor de Statistiek zullen worden toegezonden. Door de Kroon wordt te vens de vorm voor deze gegevens vastgesteld. Nu bevindt de uitvoering, welke aan deze be palingen zal worden gegeven, zich nog in een stadium van proefneming en alzoo van voorbe reiding. Het mag dus prematuur worden ge noemd om thans reeds over deze zaak te schryven op de wijze zooals dit is geschied. Ter geruststelling van hen, bij wie de vrees zou kunnen zijn opgewekt, dat tot het opstellen van vragenlijsten, die noodeloos uitvoerig zijn, zou zyn overgegaan en niet voldoende rekening is gehouden met den aan de verstrekking van de gegevens verbonden arbeid, worde hieraan nog toegevoegd, dat de formulieren, met welker samenstelling de Centrale Commissie voor de Statistiek zich bezighoudt worden ontworpen in overleg met vakkundigen, in hoofdzaak hoof den van diensttakken en bedrijven, in gemeen ten van verschillend type. By de toezending van de proeftabellen is aan de gemeentebestu ren gevraagd om eventueele op- en aanmerkin gen ter kennis van het Centraal Bureau voor de Statistiek te brengen, opdat daarmede bij de definitieve vaststelling zooveel mogeiyk re kening zal kunnen worden gehouden. Te Vught zullen onder architectuur van den heer Kropholler te Wassenaar een R.K. kerk met parochiehuis, woningen enz. worden ge bouwd. Deze werken zyn voor de som van f 158.700 opgedragen aan de firma H. Rooiiak kers te Beek en Donk. Vrijdagmiddag omstreeks half een reed een motorrywiel met vrij snelle vaart de Rem- brandtlaan te Velp uit met het doel om naar links den Zutphenschen straatweg op te zwen ken. In plaats van de bocht ruim te nemen kneep hy deze af. Juist op dat oogenblik naderde een Ford-auto uit de richting Dieren. De be stuurder van den auto gooide 't stuur naar links maar kon niet meer voorkomen dat de motor rijder in volle vaart tegen den auto opvloog, Het motorrywiel is totaal vernield. De auto be liep ook ernstige schade. De motorrijder werd met een zware schedel breuk naar het gemeente-ziekenhuis overge bracht en overleed een half uur na aankomst aldaar. Op desbetreffende vragen van het Kamerlid Bierema heeft Minister Verschuur geantwoord, dat hij de meening, volgens welke de kaaspro ducenten, die zelfs niet van oudsher exporteer den, ten gevolge van de genomen maatregelen tot regeling van den uitvoer naar Frankrijk ten achter staan bij producenten, die wel regelmatig zelf exporteerden, en dat aan eerstgenoemde producenten extra voordeelen ontgaan, welke aan den export naar Frankryk zouden zijn ver bonden, niet kan deelen Immers wordt op grond van de Crisisuitvoerwet 1931 door middel van een systeem van heffingen bereikt, dat de mo gelyke extra voordeelen, welke genoemde export kan opleveren, ten behoeve van de gezamenlijke producenten worden bijeengebracht. Dit stelsel van extra heffingen is zoodanig, dat de Minis ter als zijn oordeel uitspreekt, dat den expor teurs van kaas voor Frankrijk in het algemeen op dien uitvoer niet meer dan een normale winst wordt gelaten. Waar de Minister van meening is, dat hier van onbillijkheid bezwaarlijk sprake kan zijn, ligt het ook niet op zijn weg in deze aangele genheid maatregelen te nemen. Aan het ge vormde fonds zal eerstdaags een bestemming worden gegeven, waarbij dan een gedeelte zal worden ter beschikking gesteld tot het doen van een uitkeering aan de producenten. Het behoeft geen betoog, dat, gezien het boven staande, geen aanleiding bestaat onderscheid te maken tusschen de verschilende categorieën van exporteurs. Op 12 dezer treedt in werking de wet van 5 Augustus 1933, waarbij in de gewyzigde wet van 19 December 1931 tot tijdelijke heffing van een bijzonder invoerrecht op benzine is inge- voegd een art. 2 bis. In dit artikel wordt ver- boden: a. benzine te vermengen met petro leum en met door den minister van Financiën aan te wijzen andere stoffen, die geacht kun nen worden aan benzine te kunnen worden toe gevoegd om de heffing volgens deze wet ge deeltelijk te ontgaan, b met ingang van door den minister te bepalen data petroleum, en volgens letter a. aangewezen andere stoffen, welke niet een door den minister bepaald per centage van een of meer door hem voorgeschre ven herkenningsmiddelen bevatten, en benzine, waarin zich deze herkenningsmiddelen, of be- standdeelen, welke daarvan afkomstig kunnen zyn, bevinden, in het vrije verkeeer te bren gen, ten vervoer aan te bieden, te vervoeren of in voorraad te hebben. In verband hiermede heeft de minister van Financiën thans o.m. het volgende bepaald. 1 ter uitvoering van genoemd artikel 2 bis, letter a worden aangewezen en ten aanzien van de verdere bepalingen dezer beschikking met petroleum gelykgesteld: alle niet als ben zine belaste, doch aan hetzelfde invoerrecht als petroleum onderworpen aardolie en bruinkool distillaten en hiermede in samenstelling over eenkomende stoffen. 2 met ingang van 10 September as. wat het in vrije verkeer brengen betreft en met ingang van 1 October wat het ten vervoer aan bieden, het vervoeren en het in voorraad heb ben betreft, zal alle petroleum per K.G. ten minste 10 milligram biau B fur Zaponlack, be nevens 20 milligram furfurol moeten bevatten en zullen deze herkenningsmiddelen of be- standdeeien, welke daarvan afkomstig kunnen zyn, zich niet in benzine mogen bevinden. Bij eenige uitzonderingsbepalingen worden o. m. bepaald, dat het onder 2 bepaalde niet geldt ten aanzien van blijkbaar voor eigen gebruik bestemde hoeveelheden van niet meer dan 100 liter petroleum of benzine, mits de bezitter hiervan voldoende aannemelijk maakt, dat hij de petroleum niet voor verboden vermenging van benzine bezigt. Donderdag hebben twee Rotterdammers, resp. 19 en 22 jaar oud, gepoogd de Eerste Crediet en Assurantie Maatschappij te Delft voor 500.— op te lichten. Hun was ter oore gekomen dat een Rotterdammer, de heer De D., bij deze bank een crediet had gevraagd voor 500.—. Zij ver voegden zich aan de bank en vroegen dit cre diet op, voorgevende broers van den heer De D. te zijn. De bank vertrouwde de zaak niet en gaf het bedrag niet af. Na informatie bij De D. bleek, dat dez$ in het geheel geen opdracht had gegeven en zelfs geen broers had. De re cherche te Delft werd gewaarschuwd en deze slaagde ef, in samenwerking met de Rotterdam- sche recherche in, beide mannen te arresteeren. 2y werden naar Delft overgebracht. Tevens bleek, dat zij handlangers van een zekeren K. waren, die het zaakje op touw had gezet. Ook bleek thans, dat deze kort geleden ook een bank te Rotterdam voor 500.had opgelicht. De Crisiszuivelcentrale maakt bekend, dat voor de week van 13 tot en met 19 Augustus a.s. de prijs voor het botermerk 100 en die van de vervoervergunning voor buitenland- sche boter 1.10 per K.G. bedraagt. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Maandag, Dinsdag en Woens dag geen audiëntie verleenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5