HELP U ZELF!
Steun aan den landbouw
Wijziging Lager Onderwijswet
L
EENIGE RICHTLIJNEN
DE LEERLINGENSCHAAL
ZATERDAG 12 AUGUSTUS
De Winkelsluitingswet
Malversaties op Aruba
mm
Oogenblikkelijke hulp
noodig
Aanzienlijke besparing
van kosten
Motorrijder gedood
LEEKEPREEKEN
En de veranderde houding van
Minister Verschuur
REISGESPREKKEN IN HET
BINNENLANDSCH VERKEER
ln hooger beroep voor het Hoog
Militair Gerechtshof
UIT DEN VRIJHEIDSBOND
Mr. Fock gaat heen
ST. BARBARA-Z1EKENHUIS TE CULEMBORG
ill!»»
Het nieuwe R. K. Ziekenhuis te Culemborg, dat thans voltooid is
Nota van het Landbouwcomité
inzake het te volgen Regee-
ringsbeleid
Afzet der productie
Minister Marchant stelt voor den
overgangstermijn te verkorten
PROEFTABELLEN VOOR DE
STATISTIEK
Kerkbouw te Vught
Tegen auto gebotst
UITVOER VAN KAAS
Er wordt geen onderscheid
gemaakt
INVOERRECHT OP BENZINE
Nadere bepalingen
OPLICHTERS AANGEHOUDEN
HET BOTERMERK
Audiëntie
Onder de velen, die ons de laatste weken
hun bemerkingen op onze beschouwingen
en hun adviezen toezonden zijn verschil
lende raadgevers, die in dezen geest spreken:
de ellende, die de samenleving doormaakt is
alleen te wijten aan het grove egoïsme van
groot tot klein, van hoog tot laag. Alleen wan
neer de menschheid terugkeert tot de beginse
len van het christendom, wanneer naastenliefde
en rechtvaardigheid weer onze daden beheer-
schen, eerst dan zal er weer werkelijk geluk en
Welvaart mogelijk zijn. Al de andere aanbevolen
middelen tot opheffing der crisis zullen ijdei
blijken.
Wij behoeven niet te zeggen, dat wij het in
beginsel met deze adviseurs eens zijn. Herhaal
delijk hebben wij vroeger geschreven, dat er voor
onze westersche beschaving geen ander redmid
del mogelijk is dan terugkeer tot de christelijke
moraal. Alle groote encyclieken van de laatste
halve eeuw, welke zich met sociaal-economische
vraagstukken bezig houden, hebben ditzelfde
motief. Maar, het is niet voldoende een plato
nische verklaring voor een beginsel af te leg
gen. De samenleving bestaat nu eenmaal uit
honderden millioenen individuen, die allen hun
eigen neigingen, hun eigen levensdrang hebben
De een meer, de ander minder, allen oefenen
een zekeren invloed op de samenleving uit, al
is het maar, dat zü lichamelijke behoeften heb
ben, welke om bevrediging vragen, waarbij het
Productieproces wordt aangesproken. Heel veel
van die menschelijke handelingen zijn onver
schillig; zij zijn noch goed noch kwaad; zij kun-
hen op deze en op gene wijze gesteld worden.
Met geen enkele handleiding der moraal zult gij
kunnen aangeven of iemand tien, acht of zes
Uur moet arbeiden. Het is, uit een eeuwigheids
oogpunt beschouwd, volmaakt onverschillig of
iemand vijftig of honderd gulden per week ver
dient. De christelijke beginselen beginnen pas
mee te spreken, wanneer het gaat over verkrij
gen, toepassen en gebruiken van eigendom en
bezit; over regeling van arbeidsvoorwaarden;
over het maken van contracten, in één woord
by alles, waarby de mensch uit vrijen wil en
met bepaalde bedoelingen daden stelt. Die daden
moeten door een zuiver gevormd geweten ver
antwoord kunnen worden. By die gewetensvor
ming nu en bij de bepaling, wat al dan niet
rechtvaardig is, al dan niet met de naastenliefde
strookt, zal het christelijk beginsel en zij die
daarvan de bewaakster is, de Kerk, een woord
hieespreken.
Intusschen: de honderden millioenen men-
schen leven voort, stellen dagelijks hun daden,
maken gezamenlijk het economisch leven. Men
kan niet verwachten, dat op zekeren dag een
groote verkeersagent boven al het gewoel uit
Zal oprijzen en een halt zal toeroepen aan alle
aardbewoners om naar de christelijke beginse
len te gaan leven. De Kerk kan, al naar tyd
en omstandigheden, algemeene normen aange
ven voor het sociaal economisch leven; slechts
zeer langzaam, en wel door den invloed van de
volgelingen der goede beginselen op de maat
schappij, zullen daarvan op den duur de ge-
Volgen merkbaar zijn. Daarnaast zijn er tal van
ontwikkelingsmogelijkheden, welke buiten de
invloedssfeer der Kerk vallen, omdat zy haar
principieel gesproken onverschillig zyn;
b.v. nieuwe uitvindingen en hare toepassingen;
en buitendien zyn er millioenen menschen, die
zich aan de leiding der kerk onttrekken. Der
halve kunnen wij met enkele verklaringen om
trent de wenscheiykheid en noodzakelijkheid
van het volgen der christeiyke moraal alleen
niet volstaan. Wij moeten, ieder voor zich, ieder
in eigen kring, ieder op de plaats, waar hij ver
antwoordelijkheid heeft naar beste krachten aan
den opbouw der maatschappy meewerken.
Wy geven aanstonds toe, dat het grootste per
centage der menschen direct op die gewenschte
Verbetering der samenleving geen invloed kan
uitoefenen. Indirect echter meer dan over het
algemeen wordt aangenomen. Zeker, de leiders
hebben in laatste instantie voor een goed deel
het lot van een volk in handen. Maarieder
Volk heeft de regeering, welke het verdient. En
dan neme men dat „regeering" niet enkel in
den zin van landsregeering, maar als leiding
op ieder terrein. Wanneer wy in tal van landen
de laatste jaren zooveel scheef hebben zien gaan,
Wanneer de financiën in de war raakten, de
handel ontwrichtte, gevaariyke wrijvingen met
andere regeeringen ontstonden, was dit hieraan
te wyten, dat uit de massa zelf geen tegenwicht
kwam. Overdreven sociale eischen voeren tot
officieele geldverspilling; een te hooge levens-
Standaard verstoort een handelsbalans; opge
schroefde vaderlandsliefde voert een regeering
tot prikkelende daden tegenover het buitenland.
Een volk heeft als geheel zijn eigen lot in han
den; drijven de onevenwichtige elementen
boven, dan slaat het schip van staat uit den
koers. Het maatschappeiyke leven is als een
zee; oppervlakkig kan men niet zien wat onder
den waterspiegel woelt en beweegt, welke stroo
men en tegenstroomen elkaar ontmoeten, hoe
draaikolken zich vormen, hoe de werking van
den bodem is....
Wy hebben in voorgaande beschouwingen
verschillende voorgestelde middelen tot bezwe
ring der crisis besproken en het een meer het
ander minder deugdeiyk bevonden, wy hebben
naast de besprokene nog tal van andere voor
stellen ontvangen. Een inzender meent zelfs in
staat te zyn volgens wiskundige formules, netjes
in de studeerkamer uitgedacht, heel de mensch
heid naar nieuw geluk en welvaart te kunnen
voeren. In al de voorgestelde oplossingen missen
wij het voornaamste element, er wordt n.l. geen
rekening gehouden met de natuur van den
mensch. Hoeveel wy ook voelen voor leiding van
boven af, voor goede, sociale voorzorg en na
zorg, voor alles wat in het maatschappelijk ver
keer strookt met een rechtvaardige verdeeling
en naastenliefde, dat alles kan slechts op een
gezonden bodem gedyen. Welnu, van den be
ginne af is de maatschappy na Adams zon
denval zóó ingericht, dat slechts door arbeid
rykdom wordt verkregen. Zeker, er zijn andere
middelen om zich te verryken, n.l. diefstal en
andere oneerlüke practyken, speculatie en der-
geiyke. Maar dit brengt geen werkelijk geluk
Biyvende, gezonde welvaart kan slechts door
arbeid verkregen worden. Slechts de samenle
ving, die deze wet aanvaardt, komt tot nieuwen
voorspoed. Omdat deze wet thans niet op ge
zonde wijze wordt toegepast of niet kan wor
den toegepast, is er zooveel ellende.
Beschouw een volk als een individu. Iemand,
die op grooten voet heeft geleefd, voelt zich
dood ongelukkig wanneer hij zich plotseling zijn
voornaamste bronnen van inkomsten ziet afge
sneden. Hij moet zyn personeel ontslaan, waar
door zyn groote huis onbewoonbaar wordt. Alles
wat hem vroeger lief en dierbaar was, wordt
hem een last: hij mist de middelen om zyn
meubelen, zyn tuin en al zijn mooie dingen te
onderhouden en te vernieuwen. Hij maakt een
crisis door. Wanneer hy den moed heeft om
zich van alles te ontdoen, in andere omgeving,
op kleiner schaal opnieuw te beginnen is er
kans op nieuw geluk voor hem. En dat geluk
komt eerst, wanneer hy door eigen arbeid Weer
iets opbouwt. Al moet hij zeer bescheiden leven,
al is zyn nieuwe staat niet te vergelijken met
zijn ouden, toch zal de zon voor hem schijnen,
wanneer hy voelt door eigen energie weer voor
uit te komen. Spoedig zal hij zelfs de betrek
kelijke waarde van bezit leeren inzien: geluk
ligt in de waardeering van wat men zelf ver
werft, ligt in het scheppen meer dan in het
bezitten, niet in het gemakkelijk verbruiken van
wat men zonder moeite heeft verkregen.
Zoo individu, zoo volk. Zijn wij niet daarom
zoo ongelukkig, omdat wy nog maar altijd in
den „overgangstoestand" blijven; omdat wij in
den waan leven, dat het verloren paradijs van
vóór den oorlog op een goeden morgen opeens
weer geopend wordt? Wy missen den moed om
ons als volk op een sterk verlaagd niveau te
plaatsen; ons aan te passen aan veranderde
tijdsomstandigheden. Wy willen behouden Va:
al lang verloren is en als dat een waan blijkt
wordt de „regeering" aansprakelyk gesteld. „De
regeering" moet alles doen: er moet steun zijn
voor dit en steun voor dat om de artikelen „op
prijs" te houden. „De regeering" moet voor
werk zorgen; „de regeering" moet de werkloo-
zen in het leven houden; de regeering en nog
eens de regeering! Wy beleven het nu, dat de
vier groote Nederlandsche Katholieke stands-
organisaties, vertegenwoordigend haast een der
de deel van ons volk, een urgentie-program
maken en „de regeering" voorschrijven, hoe zij
de welvaart weer in Nederland moet binnenlei
den. Maar wij zouden den leiders van die orga
nisaties toch wel eens willen vragen: wat doet
gij zelf ter bevordering van die welvaart? Zeker,
de regeering kan het een en ander doen; zij
verzuimt Wellicht in dezen tyd ook dingen, die
men haar verwijten kan. Maar wie sterk wil
staan, moet zelf zijn kracht toonen. En men
bedenke wel, behalve dan op het gebied van het
internationaal ruilverkeer is „de regeering" geen
scheppend organisme. Wanneer zy geld geeft
aan den een, moet zy het van den ander af
nemen. Zij kan leiden en gunstige voorwaarden
scheppen. Maar rykdom scheppen moeten de
burgers zelf. Alle welvaart is, door heel de ge
schiedenis heen, slechts ontstaan door de ener
gie, de werkkracht, den durf, den ondernemings
geest van de beste krachten in het volk; daar
schuilen de ontdekkingsreizigers, de uitvinders,
de geleerden, de practici. Een regeering kan
wetten maken, maar het zijn doode letters, wan
neer zij niet voortkomen uit, en geschraagd
worden door den geest van het volk zelf. Die
geest van ons volk moet losgeslagen worden.
Gaat er van de regeering niet die krachtige lei
ding uit, welke wy in deze moeilijke dagen zoo
hard noodig hebben, uit het volk zelf, uit de lei
ders van het maatschappelijk leven komt helaas
ook niet anders dan critiek. Moesten er in deze
moeilijke dagen niet iederen dag opvoedende
klanken van de leiders onzer organisaties wor
den gehoord? Laten zy zorgen voor het juiste
inzicht by ons volk!
Er is een algemeene roep om een eind te
maken aan vrouwelyken arbeid in de fabrieken
en op kantoren. Wat hebben de organisaties
daaraan gedaan? Er is een drang om den ver
koop van Nederlandsch fabrikaat te bevorderen.
Wie heeft iets gemerkt van een propaganda
onder den middenstand om in dezen tijd zich
niet tevreden te stellen met den gemakkelijken
verkoop van een merkartikel tegen hooge provi
sie; maar om zich in te spannen om het publiek
te winnen voor nieuwe Nederlandsche produc
ten, ook al is de belooning daarvoor niet zoo
groot? Men vraagt aan de regeering een publiek
rechterlijke bedrijfsorganisatie. Wat doen de
organisaties zelf om in overleg tusschen Werk
gever en werknemer een bedrijf zóó ryp te ma
ken voor eigen beheer, dat de publiekrechter
lijke erkenning vanzelf volgen moet? Waar zijn
de bewyzen, dat langs organisatorischen weg den
arbeider wordt geleerd, dat één gulden met eigen
eerlijken arbeid verdiend, tien maal meer waard
is dan twee gulden uit een steunkas ontvan
gen?
Deze litanie zouden wy nog kolommen lang
kunnen vervolgen. Voldoende om aan te too
nen, dat er nog werk genoeg aan den winkel
is, alvorens met louter critiek kan worden vol
staan.
Er staat een nieuwe toekomst te wachten:
altyd is na regen zonneschijn gekomen. Welke
machtige gebieden liggen nauwelijks ontgon
nen: de luchtvaart en heel het verkeer schept
nog onafzienbare mogelijkheden; de radio en de
overbrenging van klank door licht; de electri
citeit met haar onuitputtelijken rykdom, dit
alles en nog veel meer houdt een wereld van
nieuwe dingen, van voldoening en nieuwe be
hoeften, van werkgelegenheid en levensvreug
de in. Maar de geest van het volk moet losge
slagen Worden; het moet leeren, dat het oude
paradys dicht is en dat een nieuwe wereld lang
zaam en moeizaam moet worden opgebouwd
Wie een volk wil leiden in den waren zin zette
dit oude lied van den arbeid in een nieuwe
melodie en zorge dat het worde geleerd en na
gestreefd!
HOMO SAPIENS
dam C.S., Amersfoort, Apeldoorn, Deventer,
Hengelo of Oldenzaal en tijdens het oponthoud
van den trein aan een volgend station.
Bij de aanvraag moet, ongeacht de plaats
van bestemming, een bedrag van 0-50 in de
automatische incasseer-inrichting worden ge
stort. Indien het gesprek langer dan drie mi
nuten duurt, moet op de plaats, waar het
gesprek gevoerd wordt, worden bijbetaald vol
gens het normale afstands-tarief.
Naar aanleiding van het onlangs gepubliceer
de bericht, dat Minister Verschuur inzake de
Winkelsluitingswet zyn houding nog niet be
paald heeft, schrijft de heer B H. Wellmann.
secretaris van het Comité van Actie tegen de
Winkelsluitingswet
Misschien trekt de Minister uit het feit, dat
de stroom van protesten tegen deze wet ver
minderd is de conclusie, dat het publiek zich
aanpast aan de wet of de winkelier tevreden is?
Noch het een, noch het ander is waar!
Het publiek moet zich aanpassen, maar dat
gaat ten koste van het bestaan van vele win
keliers!
En de winkeliers!
Zeker, die hebben zich in hun lot geschikt,
omdat zy geloofd hebben in het woord van een
minister, die op de vragen van het Tweede-Ka
merlid, den heer van Hellenberg Hubar, ant
woordde:
„dat de overweging van de resultaten van het
gehouden onderzoek naar de werking der win
kelsluitingswet er toe geleid heeft, dat een wy-
zlging van de winkelsluitingswet 1930 is voor
bereid, welke in hoofdzaak een verruiming van
verkoopmogelijkheid in sommige kringen (con
sumptie-zaken) op Zondag beoogt en dat het
betreffend wetsontwerp, naar hy vertrouwt, bin
nenkort bij de Staten-Generaal zal kunnen wor
den ingediend."
Deze mededeeling werd bovendien nog be
vestigd door den Minister aan het Bestuur van
de Ver. van Suikerwerk- en Chocoladefabri
kanten in een audiëntie op 9 Pebr j.l.
En op 5 Augustus 1933 verklaart dezelfde mi
nister, dat hy zijn nouding inzake de winkel
sluitingswet nog niet bepaald heeft!
Het Comité van Actie tegen de Winkelslui
tingswet, dat de actie in verband met de mede-
deelingen van den Minister aan het Tweede-Ka
merlid van Hellenberg Hubar in nadere afwach
ting heeft stopgezet, zal thans éér, dezer dagen
opnieuw bijeenkomen om de gewyzigde houding
van den Minister nader te bespreken.
Met ingang van 21 Augustus zal voor de
treinreizigers op het baanvak Amsterdam—
Oldenzaal op proef de gelegenheid worden
opengesteld tot het voeren van z.g. reisge-
sprekken in het binnenlandsch verkeer. Deze
gesprekken kunnen worden aangevraagd ineen
der telefooncellen op het perron te Amster-
Op 25 Augustus a.s. zal in hooger beroep voor
het Hoog Militair Gerechtshof te 'sGraven-
hage terecht staan de eerste luitenant der ma
riniers J., destyds beheerder van de cantine op
het eiland Aruba (kolonie Curasao)die we
gens malversatiën met cantinegelden door den
Krijgsraad te Willemsoord is veroordeeld tot
drie maanden gevangenisstraf met ontslag uit
den dienst, zonder ontzetting van de bevoegd
heid om by de militaire macht te dienen.
Zooals reeds eerder werd gemeld is de Minis
ter van Staat mr. D. Fock voornemens het
voorzitterschap van de Liberale Staatspartij
„De Vrijheidsbond" neer te leggen. Als zijn op
volger wordt genoemd mr W. C. Wendelaar,
burgemeester van Alkmaar, die thans vice-
voorzitter der party is.
rtraKX-X'XvX;
Het Kon. Ned. Landbouw-Comité heeft onder
dagteekening van 11 Augustus 1933 een nota
aan den Minister van Economische Zaken ge
zonden, waarin eenige richtlijnen zijn uitge
stippeld voor het te volgen regeeringsbeleid om
den zoo zwaar geteisterden Nederlandschen
Landbouw door de moeilijke tijden heen te
helpen.
Aan deze nota ontleenen wij het volgende:
Sedert zijn laatste aan de regeering aange
boden Urgentieprogramma hebben de omstan
digheden zich zoodanig gewijzigd, dat het Ko
ninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité daarin
aanleiding heeft gevonden, zich nog eens te
beraden op hetgeen dient te worden gedaan om
onzen Landbouw zoo goed mogelijk door deze
moeilijke tijden heen te helpen. Op grond hiervan
is gepoogd eenige richtlijnen uit te stippelen voor
het daarbij te volgen regeeringsbeleid, zooals onze
organisatie dit noodig oordeelt.
De ver doorgevoerde ontwikkeling van den
Nederlandschen Landbouw in de richting van
exportbedrijf is oorzaak, dat zeer sterk de be
zwaren worden ondervonden van de economi
sche afsluitingspolitiek van andere landen.
Deze politiek is niet zoozeer te beschouwen
als een crisisverschijnsel, doch is geleidelijk
gegroeid in verband met de politiek economische
verschuivingen, die het gevolg zijn van den
wereldoorlog. Het is dan ook niet te verwach
ten, dat hierin binnen afzienbaren tijd wijziging
zal komen, zoodat onze export weer ongehinderd
zal kunen functionneeren. Zelfs van de mone
taire en economische wereldconferentie, welke
te Londen is gehouden, kon niet worden ver
wacht, dat zij ten deze belangrijke verande
ringen ten goede zou kunnen teweegbrengen,
aangezien het niet was aan te nemen, dat de
verschillende landen die zich tot dusverre voor
Ingediend is een wetsontwerp tot wy'ziging der
wet van 30 December 1932 tot wijziging der
Lager Onderwijswet 1920 en van de Lager On
derwijswet 1920.
In de Memorie van Toelichting zegt de mi
nister van Onderwijs, dat artikel XIV eerste lid
der wet van 30 December 1932 aan de scholen
voor gewoon en uitgebreid lager onderwijs, die
over het jaar 1932 in aanmerking komen voor
Ryksvergoeding een overgangstermijn van twee
jaren geeft om zich aan te passen aan de nieuwe
leerlingenschaal van art. 28 der Lager Onder
wijswet 1920, welke krachtens art. XIII van
eerstgenoemde wet tot en met 31 December 1937
geldt. Aanvankelijk was de minister van oor
deel, dat hij uit deferentie voor de Staten-Gene-
raal geen stappen behoorde te doen om in deze
kort voor de Kabinetswijziging tot stand ge
komen regeling verandering te brengen. De
voortgaande achteruitgang van den geldelijken
toestand van het Rijk en de gemeenten noopt
hem echter dit standpunt prijs te geven. Het
verkorten van den overgangstermijn is een een
voudig middel om een aanmerkelijke kostenbe
sparing te krijgen. Teneinde den gemeente- en
schoolbesturen gelegenheid te geven nog tijdig
de noodige maatregelen te kunnen treffen in
zake het ontslag van onderwijzers en tevens om
de organisatie van de school tijdens het school
jaar niet in de war te sturen, wordt voorge
steld de gewyzigde leerlingenschaal in te voeren
zoodra het op 31 December 1933 loopend school
jaar of de op dien datum loopende schoolcursus
is geëindigd. De besparing, welke de invoering
van de gewijzigde leerlingenschaal met zich
brengt, zal aldus reeds in 1934, zij het ook ge
deeltelijk, worden bereikt.
Een becijfering aan de hand van de laatst be
kende gegevens heeft uitgewezen, dat door in
korting van meerbedoelden termijn over het
volle jaar 1934 2396 onderwijzers aan het ge
woon lager onderwijs en 129 onderwijzers aan
het uitgebreid lage onderwijs minder voor reke
ning van het Rijk zullen kunnen worden ge-
bracht, wat, naar den maatstaf van een ge
middeld salaris van onderscheidenlijk ƒ2000 en
ƒ3000 een besparing oplevert van ƒ5.179.000.
Door het invoeren van de nieuwe leerlingen
schaal in den loop van 1934, n.l. bij het begin
van het in dat jaar aanvangend schooljaar, zal
dit bedrag ongeveer de helft lager zijn. Hierop
komt dan tevens in mindering een bedrag van
aan de betrokken onderwijzers toe te kennen
wachtgelden, hetwelk tengevolge van verschil
lende onzekere factoren, welke hierbij een rol
spelen, niet met juistheid kan worden bepaald.
Het komt den Minister wenschelyk voor van
deze gelegenheid gebruik te maken om de La
ger Onderwijswet 1920 in drieërlei opzicht te
wijzigen of aan te vullen.
De eerste aanvulling betreft de wachtgeld
regeling van de onderwijzers. De Minister acht
het van belang onder zekere voorwaarden de
oudere onderwijzers, die van 60 jaar en ouder,
te vrijwaren voor de nadeelige gevolgen van
het niet aanvaarden eener nieuwe betrekking.
Die voorwaarde moet naar de meening van den
Minister hierin bestaan, dat de bepalingen be
treffende het vervallen of verminderen van het
wachtgeld slechts buiten werking worden ge
steld voor hen, wier wachtgeld 65 pCt. van de
laatstelijk genoten jaarwedde bedraagt, omdat
er dan voor het Rijk vrijwel geen financieel na
deel aan verbonden zal zijn.
In de tweede plaats acht de Minister een aan
vulling van artikel 79 der wet gewenscht. De
Minister is van oordeel, dat deze bezuinigings
maatregel van de Regeering, waarmede de be
sturen van bijzondere lagere scholen uit den
aard der zaak niet hebben kunnen rekening
houden, redelijkerwijze voor de besturen niet
mag leiden tot geheel of gedeeltelijk verlies van
de waarborgsom.
Voorts heeft artikel IV ten doel de herplaat
sing van de wachtgelders bij het bezonder on
derwijs eenigermaté te bespoedigen. De wet be
handelt de openbare scholen als een eenheid,
maar ten aanzien van de bijzondere scholen
worden alle instellingen of vereenigingen, die
een of meer scholen besturen, geïndividualiseerd,
zonder eenig verband van gelijke richting in
aanmerking te nemen.
Het komt den Minister voor, dat dit verband
van gelijke richting zonder bezwaar kan worden
gezocht in de aansluiting van de school bij een
zelfde commissie van beroep, als bedoeld in art.
92 der Lager Onderwijswet 1920.
Een zoodanig voorstel werkt in het belang
van het Rijk als van de wachtgelders zelf en
stelt de schoolbesturen in het algemeen niet
voor verplichtingen, welke zy in redelijkheid
niet zouden kunnen aanvaarden.
de instandhouding van hun Landbouw groote
offers o.m. in den vorm van bescherming hebben
getroost, dezen tak van bedrijf plotseling aan zijn
lot zouden overlaten.
Men dient zich evenwel in dit opzicht voor
overdrijving te hoeden.
Nog steeds is er voor onzen Landbouw export-
mogelykheid, al is deze niet onbeperkt. Onze
afnemers wenschen slechts onze landbouwpro
ducten binnen te laten in zoodanige hoeveelheid
als in overeenstemming is met de veronderstelde
behoefte. Al naarmate de eigen landbouw in
staat zal blijken in de binnenlandsche behoefte
te voorzien, zal men den invoer van onze arti
kelen gaan verminderen.
Zoodoende wordt wat den afzet der pro
ductie betreft, onze landbouw meer en meer
teruggedrongen tot de binnenlandsche markt
en het is daarom van het grootste belang, dat
daar een loonende prys wordt gemaakt. Daar
voor is noodig, dat de dierlijke productie, waar
het hier voornamelijk om gaat, wordt geregeld
in overeenstemming met het opnemingsvermo
gen van de binnenlandsche markt en de ons ge
bleven afzet-mogelijkheid in het buitenland.
Een en ander zal tot gevolg hebben, dat de
gelegenheid voor productieven arbeid in het
landbouwbedrijf vermindert, waarin echter kan
worden voorzien door uitbreiding te geven aan
de voortbrenging van producten, welke thans
op groote schaal worden ingevoerd, n.l. voeder-
stoffen.
Voor een dergelijk proces van aanpassing
aan gewyzigde omstandigheden moeten even
wel de voorwaarden gunstig worden gemaakt.
Dit neemt intusschen niet weg, dat ook op
andere wijze naar herstel van de rentabiliteit,
dus naar het wegnemen van de wanverhouding
tusschen de uitgaven en de inkomsten der
landbouwbedrijven dient te worden gestreefd.
Daarvoor is in de eerste plaats verlaging der
bedrijfsuitgaven noodzakelyk.
De overheid dient door ingrijpende maat
regelen tot versobering, de openbare uitgaven
met de zoozeer gedaalde ontvangsten in over
eenstemming te brengen waardoor ook de thans
zwaar op de bedrijven drukkende lasten kun
nen worden verminderd.
Daarnaast moet het mogelyke worden ge
daan om de prijzen van de producten en dien
sten, welke de landbouwer in zijn bedrijf noo
dig heeft, te verlagen. Naar meerdere verla
ging der marge tusschen groothandelsprijzen en
kleinhandelsprijzen dient met kracht te worden
gestreefd, opdat aan de wanverhouding tus
schen de groothandels- en de kleinhandels-
pryzen een einde kome.
Wordt niet spoedig het zoozeer verstoorde
evenwicht in onze staatshuishouding hersteld,
dan zou tenslotte inflatie van ons ruilmiddel
onafwendbaar worden.
Ook al zou evenwel dit proces van aanpas
sing op vlotte wyze verloopen, dan kan toch
hierop niet worden gewacht.
Voor een steeds toenemend aantal bedrijven
is er periculum in mora; oogenblikkelijke hulp
is noodig om ineenstorting te voorkomen.
Om deze reden zal dan ook het reeds her-
haaldelyk toegepaste middel van prijsverhoo-
ging der producten niet kunnen worden ont
beerd.
Het spreekt intusschen vanzelf dat ook onder
deze ongunstige omstandigheden de Landbouw
moet blijven streven naar rationalisatie van het
bedrijf en het is wenschelyk de crisismaatre
gelen dienstbaar te maken aan een versterking
van dit streven.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
schrijft ons het volgende:
Met betrekking tot de door het Bureau uit
gezonden proefabellen voor de Statistiek der
Gemeenten, zyn in verschillende bladen eeni
ge critische opmerkingen van het gemeente
bestuur van Stryen opgenomen, in verband
waarmee het volgende moge worden meege
deeld.
Volgens art. 215, laatste lid der Gemeentewet
kan door de Kroon worden bepaald welke sta
tistische gegevens door B. en W. jaarlijks aan
het Centraal Bureau voor de Statistiek zullen
worden toegezonden. Door de Kroon wordt te
vens de vorm voor deze gegevens vastgesteld.
Nu bevindt de uitvoering, welke aan deze be
palingen zal worden gegeven, zich nog in een
stadium van proefneming en alzoo van voorbe
reiding. Het mag dus prematuur worden ge
noemd om thans reeds over deze zaak te
schryven op de wijze zooals dit is geschied. Ter
geruststelling van hen, bij wie de vrees zou
kunnen zijn opgewekt, dat tot het opstellen
van vragenlijsten, die noodeloos uitvoerig zijn,
zou zyn overgegaan en niet voldoende rekening
is gehouden met den aan de verstrekking van
de gegevens verbonden arbeid, worde hieraan
nog toegevoegd, dat de formulieren, met welker
samenstelling de Centrale Commissie voor de
Statistiek zich bezighoudt worden ontworpen
in overleg met vakkundigen, in hoofdzaak hoof
den van diensttakken en bedrijven, in gemeen
ten van verschillend type. By de toezending
van de proeftabellen is aan de gemeentebestu
ren gevraagd om eventueele op- en aanmerkin
gen ter kennis van het Centraal Bureau voor
de Statistiek te brengen, opdat daarmede bij
de definitieve vaststelling zooveel mogeiyk re
kening zal kunnen worden gehouden.
Te Vught zullen onder architectuur van den
heer Kropholler te Wassenaar een R.K. kerk
met parochiehuis, woningen enz. worden ge
bouwd. Deze werken zyn voor de som van
f 158.700 opgedragen aan de firma H. Rooiiak
kers te Beek en Donk.
Vrijdagmiddag omstreeks half een reed een
motorrywiel met vrij snelle vaart de Rem-
brandtlaan te Velp uit met het doel om naar
links den Zutphenschen straatweg op te zwen
ken.
In plaats van de bocht ruim te nemen kneep
hy deze af. Juist op dat oogenblik naderde
een Ford-auto uit de richting Dieren. De be
stuurder van den auto gooide 't stuur naar links
maar kon niet meer voorkomen dat de motor
rijder in volle vaart tegen den auto opvloog,
Het motorrywiel is totaal vernield. De auto be
liep ook ernstige schade.
De motorrijder werd met een zware schedel
breuk naar het gemeente-ziekenhuis overge
bracht en overleed een half uur na aankomst
aldaar.
Op desbetreffende vragen van het Kamerlid
Bierema heeft Minister Verschuur geantwoord,
dat hij de meening, volgens welke de kaaspro
ducenten, die zelfs niet van oudsher exporteer
den, ten gevolge van de genomen maatregelen
tot regeling van den uitvoer naar Frankrijk ten
achter staan bij producenten, die wel regelmatig
zelf exporteerden, en dat aan eerstgenoemde
producenten extra voordeelen ontgaan, welke
aan den export naar Frankryk zouden zijn ver
bonden, niet kan deelen Immers wordt op grond
van de Crisisuitvoerwet 1931 door middel van
een systeem van heffingen bereikt, dat de mo
gelyke extra voordeelen, welke genoemde export
kan opleveren, ten behoeve van de gezamenlijke
producenten worden bijeengebracht. Dit stelsel
van extra heffingen is zoodanig, dat de Minis
ter als zijn oordeel uitspreekt, dat den expor
teurs van kaas voor Frankrijk in het algemeen
op dien uitvoer niet meer dan een normale winst
wordt gelaten.
Waar de Minister van meening is, dat hier
van onbillijkheid bezwaarlijk sprake kan zijn,
ligt het ook niet op zijn weg in deze aangele
genheid maatregelen te nemen. Aan het ge
vormde fonds zal eerstdaags een bestemming
worden gegeven, waarbij dan een gedeelte zal
worden ter beschikking gesteld tot het doen
van een uitkeering aan de producenten. Het
behoeft geen betoog, dat, gezien het boven
staande, geen aanleiding bestaat onderscheid
te maken tusschen de verschilende categorieën
van exporteurs.
Op 12 dezer treedt in werking de wet van
5 Augustus 1933, waarbij in de gewyzigde wet
van 19 December 1931 tot tijdelijke heffing van
een bijzonder invoerrecht op benzine is inge-
voegd een art. 2 bis. In dit artikel wordt ver-
boden: a. benzine te vermengen met petro
leum en met door den minister van Financiën
aan te wijzen andere stoffen, die geacht kun
nen worden aan benzine te kunnen worden toe
gevoegd om de heffing volgens deze wet ge
deeltelijk te ontgaan, b met ingang van door
den minister te bepalen data petroleum, en
volgens letter a. aangewezen andere stoffen,
welke niet een door den minister bepaald per
centage van een of meer door hem voorgeschre
ven herkenningsmiddelen bevatten, en benzine,
waarin zich deze herkenningsmiddelen, of be-
standdeelen, welke daarvan afkomstig kunnen
zyn, bevinden, in het vrije verkeeer te bren
gen, ten vervoer aan te bieden, te vervoeren
of in voorraad te hebben.
In verband hiermede heeft de minister van
Financiën thans o.m. het volgende bepaald.
1 ter uitvoering van genoemd artikel 2 bis,
letter a worden aangewezen en ten aanzien
van de verdere bepalingen dezer beschikking
met petroleum gelykgesteld: alle niet als ben
zine belaste, doch aan hetzelfde invoerrecht als
petroleum onderworpen aardolie en bruinkool
distillaten en hiermede in samenstelling over
eenkomende stoffen.
2 met ingang van 10 September as. wat
het in vrije verkeer brengen betreft en met
ingang van 1 October wat het ten vervoer aan
bieden, het vervoeren en het in voorraad heb
ben betreft, zal alle petroleum per K.G. ten
minste 10 milligram biau B fur Zaponlack, be
nevens 20 milligram furfurol moeten bevatten
en zullen deze herkenningsmiddelen of be-
standdeeien, welke daarvan afkomstig kunnen
zyn, zich niet in benzine mogen bevinden.
Bij eenige uitzonderingsbepalingen worden o.
m. bepaald, dat het onder 2 bepaalde niet geldt
ten aanzien van blijkbaar voor eigen gebruik
bestemde hoeveelheden van niet meer dan 100
liter petroleum of benzine, mits de bezitter
hiervan voldoende aannemelijk maakt, dat hij
de petroleum niet voor verboden vermenging
van benzine bezigt.
Donderdag hebben twee Rotterdammers, resp.
19 en 22 jaar oud, gepoogd de Eerste Crediet en
Assurantie Maatschappij te Delft voor 500.—
op te lichten. Hun was ter oore gekomen dat
een Rotterdammer, de heer De D., bij deze bank
een crediet had gevraagd voor 500.—. Zij ver
voegden zich aan de bank en vroegen dit cre
diet op, voorgevende broers van den heer De
D. te zijn. De bank vertrouwde de zaak niet en
gaf het bedrag niet af. Na informatie bij De D.
bleek, dat dez$ in het geheel geen opdracht
had gegeven en zelfs geen broers had. De re
cherche te Delft werd gewaarschuwd en deze
slaagde ef, in samenwerking met de Rotterdam-
sche recherche in, beide mannen te arresteeren.
2y werden naar Delft overgebracht.
Tevens bleek, dat zij handlangers van een
zekeren K. waren, die het zaakje op touw had
gezet. Ook bleek thans, dat deze kort geleden
ook een bank te Rotterdam voor 500.had
opgelicht.
De Crisiszuivelcentrale maakt bekend, dat
voor de week van 13 tot en met 19 Augustus
a.s. de prijs voor het botermerk 100 en die
van de vervoervergunning voor buitenland-
sche boter 1.10 per K.G. bedraagt.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Maandag, Dinsdag en Woens
dag geen audiëntie verleenen.