Jid vetfmd van den
Tweede Premie^Reis
11
Een zeldzaam natuurverschijnsel
Ik moet
ook mee
DE APOTHEEK
DE WITTE ZWAAN
BOL- OF KOGELBLIKSEM
DE PLAAG
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn prima
Nederlandsch fabrikaat
weerzien i
naar Trier en
xe
rg
WOENSDAG 16 AUGUSTUS
Endotherme stoffen
Gemeenschapsbedrijf
Het Nieuwe Azië"
De Arische teint!
Alcoholsmokkelaars
Honden als helpers
Weinig gelijkenis met den gewo
nen bliksem Ontploffingen
met een zwaren knal, die
soms groote schade
aanrichten
-
want op pleizier-tochtjes komen wij
"Akkertjes" altijd van pas, omdat wij
zoo goed helpen bij onwel worden
op 't water, door zeeziekte of de zon.
Ook tegen wagenziekte helpen Ak-
ker-Cachets perfect en dan bij hoofd
pijn, kiespijn, zenuwpijn, "kater" enz.
Vergeet vooral niet ze mee te nemen!
Per 12 stuks 50 cl. Alom verkrijgbaar 1
Door gelukkige omstandigheden zijn we in staat,
den inschrijvingsfermijn voor onze tweede premie-
reis naar Trier en Luxemburg (van 28 tot en met
31 Augustus a.s.) nog met eenige dagen te verlengen.
Zij, die hieraan alsnog wenschen deel te nemen,
dienen te zorgen dat de reissommen (He klas f47.50,
llle klas f 35.-) uiterlijk Zaterdag 19 Augustus in ons
bezit zijn.
Men vrage invulformulieren aan het bureau van
dit blad aan
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
NAAR HET DUITSCH
VAN RUDOLF HERZOC
Onder de verschillende vormen van de elec-
trische ontladingen, die het onweer ver
gezellen, neemt de bol- of kogelbliksem
een bijzondere plaats in. De meest voorkomende
vormen van de electrische ontladingen zijn de
Wijdvertakte stralen, die de gedaante hebben
van rivieren op landkaarten, en nu eens tus-
schen de aarde en de onweerswolk overspringen,
dan weer van wolk tot wolk hun weg zoeken.
Sedert men erin slaagde deze bliksemstralen op
de fotografische plaat vast te leggen heeft men
daarvan tal van belangwekkende bijzonderhe
den leeren kennen, waarvan heel wat te vertel
len zou zijn. Deze bijzonderheden moeten hier
echter blijven rusten, omdat wij thans onze aan
dacht moeten bepalen tot dien bijzonderen
vorm van lichtverschijnsel bij onweders, dien
men den naam van bolbliksem heeft gegeven.
Het is eigenlijk niet eens zeker, dat de naam
bolbliksem aan het verschijnsel, dat hier be
doeld wordt, mag worden gegeven. De naam
bliksem toch zou het verschijnsel op een lijn
stellen met de gewone vormen der electrische
ontladingen, die zeer waarschijnlijk niets anders
zijn dan krachtige afstroomingen van electrici-
teit van de eene plaats naar de andere. Dit geldt
echter niet voor den bolbliksem, althans niet in
dezelfde mate. Raadpleegt men n.l. de vele aan-
teekeningen over waargenomen bolbliksems, dan
komt men tot de slotsom, dat het verschijnsel
eigenlilk heel weinig lijkt op den gewonen blik
sem. Men heeft er waarschijnlijk dien naam aan
gegeven omdat het verschijnsel zich vertoont bij
onweersbuien en men heeft waarschijnlijk ge
dacht, dat het niets anders is dan een electri
sche ontlading in een bijzondere gedaante.
Ik zou hier, om het verschijnsel te beschrijven,
enkele beschrijvingen van waargenomen bol
bliksems woordelijk kunnen overnemen. Men
vindt er verscheidene in het verslag, dat het
Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Insti
tuut elk jaar over de in Nederland waargenomen
onweders uitgeeft. Maar door enkel die beschrij
vingen over te nemen zou ik tot een eenzijdige
beschrijving komen en dat zou om verschillende
redenen niet wenschelijk zijn.
In het algemeen en in den uitgebreidsten zin
verloopt het verschijnsel als volgt. Iemand, die
toevallig of opzettelijk een onweersbui waar
neemt of er middenin is, ziet plotseling een
roodachtig gekleurden, vurigen bol, die zich
langzaam door de lucht voortbeweegt en daarbij
dikwijls een grillig verloopenden weg volgt.
Soms beweegt hjj zich langs den grond, een
andermaal op eenige hoogte door de lucht, in
Weer een ander geval langs een huis. Soms komt
de bol door een openstaand venster of geopende
deur binnen, dwaalt door de kamer en slipt
weer door een ander venster naar buiten. Soms
ook springt hij met een zwaren knal uiteen en
laat geen spoor achter. Het kan gebeuren, dat
bij deze ontploffing voorwerpen verbrijzeld of
menschen. en dieren gedood of gewetst worden.
In vele gevallen volgt deze ontploffing pas wan
neer de bol ergens tegenaan stoot. Het is dus
altijd zaak hem uit den weg te blijven en in
geen geval iets te doen, b.v. ernaar te slaan of
de deur „voor zijn neus" dicht te werpen of iets
dergelijks, want dit zou slechts een ontploffing
tengevolge hebben, waarvan de uitwerkingen
niet te overzien zijn.
De bolbliksem gedraagt zich dus al buitenge
woon vreemd en geheimzinnig. Men heeft ook
Wel eens waargenomen, dat hij een sissend of
zacht knetterend geluid gaf. Zijn zonderlinge
gedragingen, zijn plotselinge verschijning aan
geheel onvoorbereide menschen, zijn soms ver
schrikkelijke gevolgen, zijn dus wel in staat
schrik en ontsteltenis bij zijn verschijnen teweeg
te brengen. Hoezeer ook zijn verschijnen in de
meeste gevallen onschuldig verloopt, is er ge
noeg reden dit te vreezen en de grootste voor-
Wichtigheid in acht te nemen.
Nu moet men zich door het bovenstaande niet
onnoodig laten verontrusten. De bolbliksem is
een zeldzaam verschijnsel, en men zal wel heel
Zelden iemand ontmoeten, die er een gezien
heeft. Wel komen elk jaar bij het Meteorolo
gisch Instituut berichten binnen over waargeno
men vuurbollen, maar bij onderzoek blijkt dan,
dat men in de meeste gevallen een meteoor of
2-g. verschietende ster heeft gezien, dus een ge
heel ander verschijnsel. Ook worden de echte
polbliksems wel eens hoog in de lucht gezien,
m welk geval wij er natuurlijk niets van te vree-
zen hebben. Eigenlijke min of meer gevaarlijke
bolbliksems zijn dus alleen die, welke in onze
onmiddellijke nabijheid, hetzij buiten, hetzij
binnenshuis verschijnen, maar dit gebeurt toch
slechts hoogst zelden. Op den langen duur zijn
er natuurlijk heel wat aanteekeningen over ver
zameld en van tijd tot tijd wordt er in een krant
of tijdschrift wel eens melding van gemaakt. Op
die manier is men tenminste er achter gekomen
°D welke wijze de bolbliksems zich alzoo kun-
hen vertoonen.
Dit is in elk geval veel waard voor een ver
klaring van het geheimzinnige verschijnsel. Het
is echter voor de wetenschap tot nog toe een
hoogst moeilijke zaak geweest den bolbliksem te
verklaren. Men heeft aanvankelijk gedacht aan
een soort electrisch geladen dampbol analoog
aan de bekende zeepbel. In elk geval moest men
blijven vastheden aan iets stoffelijks, dat zich
door de lucht voortbeweegt en, zooals gebleken
Is, met den wind of met tochtstroom binnens
huis meegaat. Het uiteen spatten bij aanraking
met vaste voorwerpen doet ook denken aan een
stoffelijk bestaan, terwijl de vernielingen, die de
bolbliksem bij zijn uiteen spatten teweeg brengt,
eveneens de gedachte aan iets stoffelijks leven
dig houdt. Wel is ook de gewone bliksem-ontla-
ding tot vernielingen in staat maar deze zijn
gemakkelijk te verklaren door het ontstaan van
hooge temperaturen bij het inslaan van den
bliksem.
Nu is men in den laatsten tijd te weten geko
men, dat er een eigenaardig soort stoffen kun
nen bestaan, z.g. endotherme stoffen, die niet,
zooals de gewone stoffen, bij ontleding warmte
absorbeeren en dus afkoelen, maar juist het te
gendeel doen, bij ontleden in temperatuur stij
gen, heet worden dus.
Dit heeft een Fransch natuurkundige op de
gedachte gebracht of men bij den bolbliksem te
doen zou hebben met zulk een stof. Deze stof
zou dan onder den invloed van den electrischen
toestand van den dampkring tijdens een onweer
gevormd worden, misschien uit stikstofhoudende
verontreinigingen van de atmosfeer, die er wel
altijd zijn. Het is namelijk ook bekend, dat tij
dens onweer de neervallende regen salpeterig-
zure verbindingen bevat, die vermoedelijk door
de electrische ontladingen gevormd worden.
Houdt men nu vast aan het ontstaan van en
dotherme stoffen tijdens het onweer, dan kun
nen eenige eigenschappen van den bolbliksem
beter worden verklaard. Men zal dus in de eer
ste plaats moeten denken aan een kleine hoe
veelheid van deze stof in gasvorm. Deze neemt
natuurlijk den bolvorm aan. Zij kan gemakke
lijk meegevoerd worden door tochtstroomen en
op die manier b.v. een openstaand venster bin
nenkomen, in de kamer ronddwalen en weer
door den tocht naar buiten gevoerd worden.
Zoo'n endotherme stof zit buitengewoon los in
elkaar. De minste aanraking is voldoende om
haar te ontleden, een schok, een aanraking of
iets dergelijks. De ontleding gaat gepaard met
een enorme warmte-ontwikkeling en deze kan
weer aanleiding zijn tot krachtige luchtver
plaatsingen en vernielingen van vaste voorwer
pen.
Natuurlijk is dit nog slechts een theorie, die
nader zal moeten worden bevestigd. Maar men
komt er toch mede tot een aannemelijke verkla
ring van het hoogst zonderling gedrag der bol
bliksems, die er veel van hun geheimzinnigheid
door verliezen.
Misschien zal de wetenschap eenmaal in staat
zijn het geheim van den bolbliksem volledig op
te helderen. Zij is nog niet zoo ver en tot zoo-
üimiiimimiiiimi
iiiiiiiiiiiiiiiiimiiu
i Muggen zoemen door de kamer,
i Muggen gonzen om je hoofd
Zonder dat het muggenziften
Zelfs een klein succes belooft!
Een der plagen van Egypte
Zet zich voort in dezen tijd,
Want er is geen Mussolini,
Die ons van de mug bevrijdt!
Daar de eitjes goed gelegd zijn
i En het weertje werkt nu mee,
Houden deze steek-serpentjes f
Weer in massa hun entree.
En al jaag je en al doe je
En al ben je nog zoo vlug....
Vlugger dan de vlugste vluggerd
1 Is de vliegensvlugge mug!
Zelfs al lukt je moord en doodslag
En je slaat toevallig raak,
Voor het offer van die ééne
Neemt een leger muggen wraak!
En dat ziet u, als u opstaat,
I Aan die bulten vol venijn
Tevens jeukende bewijzen,
Dat het kleine gróót kan zijn!
MARTIN BERDEN 1
'Nadruk verboden)
5iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimir;
lang blijft de bolbliksem een der meest geheim
zinnige verschijnselen, die de natuur ons nu en
dan te zien geeft.
(Nadruk verboden.)
In de provincie Honn is in de deelen, die
door communistische troepen bezet zijn, het ge
meenschappelijk boerenbedrijf ingesteld, ten
einde de schaarschte aan levensmiddelen in de
bezette gebieden zooveel mogelijk te verlichten.
De dorpen zijn in drie categorieën verdeeld.
Het eerste is het publieke dorp van 200 ge
zinnen, elk met een even groot stuk land om
te bebouwen en met een gemeenschappelijke
koe voor vijf gezinnen. De oogsten komen aan
de gemeenschap.
Het tweede is het particuliere dorp, waarin
de oogsten komen aan de individueele verbou
wers, doch waar niet het voordeel bestaat van
een gemeenschappelijke koe.
Het derde soort staat bekend als de vrije dor
pen, elk bestaande uit niet meer dan 24 ge
zinnen, waar de boeren pacht betalen aan de
grondbezitters en aandeel hebben in de op
brengst
Freddy Vrijdag was bezig met het
visschen in zee met een net, maar toen
hij keek wat hij gevangen had, zag
hij, tot zijn schrik en verbazing, dat
eenige visschen waren verdwenen.
„Waar zijn nou de zes visschen,"
riep hij, „ik weet zekér, dat ik zes
visschen heb gevangen. Die leelijke
kat zal de andere twee wel opgegeten
hebben."
„Je zult wel wèer verkeerd geteld
hebben," zeide Ivy, „het staat je niks
netjes, de kat de schuld te geven."
Terwijl Ivy met den zeeman in ge
sprek was, zagen zoowel Topsy als
Robbie, dat er iets uit de vouwen van
Freddy's broek stak.
„Daar heb je een visch," riep Rob
bie, iets uit de vouw halende.
„Ja en daar heb je den andere," riep
Topsy, den anderen visch er uit ha
lenden.
„Dat zijn samen zes," zeide Ivy, en
„Je wou nog wel die arme Polly be
schuldigen."
(Morgenavond vervolg.)
(Ingezonden Mededeeling).
Een nieuw Magazine, dat in het Engelsch en
het Japansch wordt gepubliceerd, is het nieuw
ste propagandamiddel van een kleine, maar
actieve groep van in Japan wonende Indische
nationalisten.
Sedert eenige jaren reeds doen deze hun
best de sympathie en den steun te winnen der
Japanners in hun „strijd voor de Indische vrij
heid", door het Britsche bestuur in Indië in
zwarte kleuren af te schilderen. Door lezingen,
artikelen in Japansche bladen en tijdschriften
en door pamfletten tracht men dit te bereiken.
Het nieuws, in het Engelsch en het Japansch
uitgegeven orgaan „Het Nieuwe Azië" noemt
zichzelf het orgaan van de vereeniging voor een
nieuw Azië, dat opkomt voor Azië's vollfedige
onafhankelijkheid. In het jongste nummer
wordt opgemerkt, dat het grootste kwaad dat
gene is, dat zich met wettige vormen dekt,
waarbij wordt gewezen op den grooten uitvoer
van goud uit Indië naar Engeland de laatste
maanden, hetgeen een berooving beteekent van
het Indische volk.
Verder wordt betoogd, dat Engeland de zaken
verkeerd voorstelt, door de wereld te vertellen
dat Groot-Britannië en Indië het eens zijn
geworden over een grondwet, die binnenkort
in werking zal treden en de klacht wordt geuit
dat ondanks uiterlijken schijn, Indië nooit ver
tegenwoordigd is geweest te Genève of op eeni
ge internationale of rijksconferentie.
Azië, zoo wordt verder verklaard, moet van
de lijfeigenschap bevrijd worden en dat kan
pas gebeuren, wanneer Engeland uit Indië is
verjaagd, want door de gewelddadige militaire
bezetting van Indië beheerscht Brittannië ook
Egypte, Arabië, Perzië, Afghanistan, Nepal en
andere deelen van Azië, waarbij Japan moet
helpen de Britten te verdrijven.
Vervolgens wordt uiteengezet dat het Enge-
lands traditioneele politiek is geweest de macht
van het land te kortwieken, welke positie zoo
danig is geworden, dat het een bedreiging
wordt voor Engelands wereld-suprematie.
Evenals Engeland Frankrijk bestreden heeft,
Rusland en Duitschland, is het thans besloten
Japan schaakmat te zetten.
De Mandsjoerijsche kwestie en Japans uit
treden uit den Volkenbond heeft Engeland
daartoe een geschikt wapen gegeven.
Handelsbelemmeringen tegen Japan worden
opgericht in Afrika, Egypte, Indië en Malakka
en in China, Amerika, Indië, en in de Britsche
koloniën wordt een vloed van anti-Japansche
propaganda toegelaten.
Het herstel van normale betrekkingen tus-
schen Londen en Moskou wordt voorgesteld als
een middel om de vriendschap van Rusland te
herwinnen, teneinde de Sovjets tegen Japan
op te zetten.
Het artikel eindigt met een oproep tot de.
Japanners om vriendschappelijke betrekkingen
aan te kweeken met Amerika, China en Rus
land, teneinde de „verfoeilijke tactiek van
Groot-Brittannië" te vernietigen.
„Doetz", het officieel orgaan der Oostenrijk-
sche nationaal-socialisten, geeft de volgende
schoonheidsregels voor de Arische vrouwen:
Blonde vrouwen met blanke huid, die niets
gemeen hebben met Juda, hebben dikwijls te
Hjden van zonnebrand.
De gewone schoonheidscreames zijn wel ge
schikt voor de rosse, ruwe huid der semieten,
maar zijn absoluut ongeschikt voor de zachte
Germaansche teint. Er bestaat een Japansch
preparaat, een ideale bewonderenswaardige
huidcrême, speciaal gemaakt voor de Arische
huid. De gele volken uit het Oosten erkennen
de superioriteit van 't Nordische ras, him fijne
crème zal ons helpen om de typische Arische
teint te behouden. Leve Hitler I
Jean Robert is terug!
Gisteren heb ik het al gehoord en van
daag zag ik hem. Hij was niets veranderd,
misschien alleen een beetje knapper geworden
en correcter, maar verder precies als toen hij
ging.
Dat is nu al een jaar geleden.
Het is een lange tijd, een jaar zonder Jean
Robert. Een heele zomer en een lange trooste-
looze winter.
Maar nu is dat alles voorbij, want hij is er
weer en de zon schijnt en nu pas zal het echt
zomer zijn. Een stralende zomer!
Nu hij eindelijk werkelijk terug is, besef ik
pas hoe erg alleen ik geweest ben. Ik zou het
niet langer hebben kunnen uithouden, dat weet
ik zeker. Maar nu is alles goed. Hij zal me
gauw komen opzoeken en we zullen weer toch
ten gaan maken in zijn kleinen two-seater, die
ook een beetje van mij is, omdat ik het vrien
dinnetje van Jean Robert ben.
We zullen ergens heen rijden waar zee is en
duinen, en dan zullen we gaan dwalen en elkaar
zooveel te vertellen hebben, dat we geen van
beiden weten hoe we moeten beginnen en dus
stil naast elkaar gaan.
We zullen genieten omdat we jong zijn en
vroolijk. Ik zal een jurk laten maken van witte
voile met groote diep-blauwe bloemen; ik zal
er een blauwen hoed bij dragen en blauwe sok
jes, want Jean Robert houdt van die kleur.
Ik ben opgewonden bij de gedachte, dat hij
elk oogenblik kan komen en dat dan al dat
heerlijke zal beginnen.
Ik heb niet veel brieven van hem. Jean
Robert heeft een hekel aan schrijven. Ik schreef
hem heel veel. Het hielp me, als ik me een
zaam voelde, zelfs al wist ik dat ik deze brie
ven toch nooit zou verscheuren.
Misschien, heel misschien zal ik ze nu laten
lezen. Wanneer hij komt en we bij elkaar zit
ten zooals vroeger, dan zal ik ze hem geven,
allemaal, en hij zal dan alles weten, wat ik
nooit zou kunnen zeggen.
Ik vind me zelf zoo vreemd, als ik in den
spiegel kijk. Net of ik veranderd ben. Misschien
is dat ook zoo. Ik moet telkens in den spiegel
kijken en tegen me zelf lachen.
Ik weet dat ik heelemaal niet mooi ben, maar
ik voel me zoo gelukkig en dan kun je toch
ook niet leelijk zijn, dat bestaat niet.
Ik heb een sterk voorgevoel, dat Jean Robert
vanavond zal komen. Hij zal eerst alle verve
lende dingen in orde maken en dan zal hij bij
mij komen uitrusten, net als vroeger. Hij zal alle
noodzakelijke beleefdheidsbezoeken op een hol
letje afdoen en dan pas zal hij al zijn tijd aan
mij kunnen geven. Zoo heeft hij ook gedaan,
toen hij wegging. Den laatsten avond was hij
bij mij. Ik herinner me nog alles. Het was heel
moeilijk, maar ik heb me flink gehouden. Jean
Robert is een echte man en vindt scènes af
schuwelijk, maar later, toen ik alleen was, heb
ik uitgehuild.
Zie je, ik wilde geen foto van hem hebben,
zoolang hy weg was. Dat vond ik niet noodig.
Maar nu hij terug is, voorgoed terug, o, ik kan
het me nog bijna niet voorstellen, nu vind ik
het grappig er een te vragen.
Ik zal hem op het tafeltje voor mijn bed zet
ten in een oud zilveren lijstje, wat ik van thuis
zal laten opsturen en eiken morgen, als ik wak
ker word, zal ik dadelijk weten dat Jean Ro
bert er weer is en dus al dit heerlijke geen
droom is geweest.
Ik weet nog niet waar ik hem zal ontvangen.
Het is een feestelijk idee om in het salonnetje
op hem te wachten, maar mijn zitkamer is
eigenlijk gezelliger en ik geloof dat Jean Robert
het laatste prettiger zal vinden.
Ik zal mijn zwart zijden jurk aantrekken met
den kraag en manchetten van echte kant en
mijn nieuwe schoenen van hagedisleer.
En als ik dan heelemaal klaar ben, zal ik
aldoor ingespannen luisteren.... of ik zijn
voetstappen, die ik uit duizenden zou herken
nen, hoor naderen....
Jean Robert is gekomen. Hij heeft iemand
meegebracht, die graag kennis met me wou
maken.
Wij hebben ge-
zeten in mijn
kamer, die zoo TJpf
gezellig is bij
avond en thee
gedronken.
Ze zijn niet lang f
gebleven. Ik be-
greep alles eerst niet goed, maar nu weet fb
het.
Het meisje, dat met Jean Robert meekwam,
is heel mooi. Ze was heel vriendelijk tegen mij
en ik was ook vriendelijk tegen haar. Waarom
zou ik niet? Ik ben den voortuin met ze door-
geloopen tot aan het hek. Daar hebben we af
scheid genomen en ik wachtte, tot ze wegre
den. Ze keken beiden nog om en wuifden en
ik wuifde terug
Toen ben ik weer in huis gegaan.
Ik ga nu naar bed.
Het is niet noodig, dat ik naar huis schrijf
om het oud zilveren lijstje....
MARTTE VERDENHJS.
Het smokkelen van sterken drank aan de
Finsche kunst neemt steeds meer toe. De afge-
loopen veertien dagen hebben de Finsche kust
wachten 1624 gallons gesmokkelde alcohol in
beslag genomen. De jongste uitvinding der
smokkelaars is een metalen buis, in den vorm
van een torpedo, die met alcohol gevuld kan
worden. Met een touw verbonden aan een mo
torboot, wordt de „torpedo" onder water naar
de gewenschte plek gesleept.
Nadert een kunstwacht, dan laat men de „tor
pedo zinken en duidt met een kleine boei aan
waar hij ligt. Bij een gunstiger gelegenheid
wordt de alcohol dan later weer naar boven
gehaald.
In den laatsten tijd wordt bij het smokkelen
aan de Fransch-Duitsche grens door de smok
kelaars meer en meer gebruik gemaakt van
voor dit werk afgerichte honden. De Fransche
smokkelaars begeven zich te voet of per fiets
over de Belgische grens en houden de voor
Frankrijk bestemde smokkelwaar gereed. Na
eenig entijd laat een helper op Fransch gebied
den hond los, die zijn baas opzoekt en met de
smokkelwaar over de grens komt. Sedert de
douanebeambten deze methode der smokkelaars
ontdekt hebben, maken zij veelvuldig gebruik
van vallen, die worden geplaatst op de paden,
die de honden plegen te volgen.
'iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiiiiiiiiiinmiiiiimiiiiii'—
Beide verhoogd met 2.50 voor administratie geld.
""""""""'mmmiiiummmiimmiiuni?
A 11* °p dit blad Zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Qflfifj bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7fff) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een f 125.- duim o i'w ijs vinger f ^f^arm f 40." anderen" vinger
Alle CL DO Till S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T O UlfV,~ verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen I I Olf.- doodelijken afloop 16 OU.' een voet of een oog# xuv auim m y ueen ox arm# vinger
1
18
Nu, lachte Lisa een beetje gedwongen,
hiijn vader kunnen we er buiten laten. Die komt
hiet in aanmerking. Verder schijnt alleen mijn
heer Rose zich voor mij te interesseeren. Moet
ik dien misschien tot mijn vertrouwde maken?
Plotseling van toon veranderend ging ze hef
tig voort: Denk toch niet dat ik anders ben
dan andere meisjes. Ik verlang naar zonne-
Bchijn en genegenheid en ik word gek als ik er
aan denk om in dit stofnest mijn jeugd te moe
ten verkniezen. Maar gaat u heen, gaat u heen;
daarom kwelt u mij zoo?
Lisa! riep Barenfeld en met een stap was
hy naast haar. Zij leunde met haar eene hand
°P de tafel en zag hem met haar vreemde, groote
Erijze oogen aan. Alle kleur was uit haar ge
dicht verdwenen.
Lisa! herhaalde Barenfeld. Hij kwam nog
dichter op haar toe, sloeg zijn arm om haar
heen en boog zijn gezicht naar haar over.
Lisa, stamelde hij, ik houd van je, ont
zettend veel.... Je voelt je ongelukkig, ik weet
het. Laat mij je verdriet op mijn schouders ne
men, laat my voor je geluk zorgen.... Lisa,
ik houd zooveel van je....
Ze lag met gesloten oogen in zijn armen.
Toen sloeg ze haar oogen op en duwde hem
van zich af. Doodsbleek keken ze elkaar aan.
MijnheerBarenfeld....
Hij stond voor haar, rechtop, en hij zag met
een smarteiyken glimlach voor zich uit als
iemand die iets liefs verloren heeft.
Ik zou graag alleen zyn, mynheer Baren
feldvoor altijd.
Hij had het reeds begrepen en maakte zwy-
gend een buiging. Toen viel de deur dicht en
scheidde twee menschenkinderen.... van het
geluk dat ze beiden zochten.
Vin.
Maanden waren sindsdien verstreken. Buiten
bloeide en geurde de zomer en die bracht een
prettige afwisseling in de levens en gewoonten
der menschen. In „De Witte Zwaan" was ech
ter alles geiyk gebleven. De apotheker maakte
nog steeds de zijnen het leven zwaar; zijn
vrouw leed nog altüd aan hoofdpijn, een voor
wendsel, waarender zy zich tenminste in haar
kleur'ooze eenzaamheid kon terugtrekken cn
Lisa was nog ongenaakbaarder dan te voren.
Alleen Max en Moritz brachten nu en dan wat
leven in deze monotone brouwery.
Bij het begin van de Paaschvacantie waren
ook zy, net als de andere jongens, stralend van
pleizier thuis gekomen. Alleen de rapporten
hadden zy niet by zich.
Nu? vroeg de vader verwonderd. Wat
beteekent dat? Zyn jullie overgegaan of niet?
Natuurlyk, vader, riep de kleine Max be-
leedigd. Moritz en ik waren nog wel de bes
ten van de klas.
De directeur, verklaarde Moritz, moest
plotseling op reis, nog voor de vacantie; daarom
kon hy de rapporten niet meer onderteekenen.
Die krygen we nu na de vacantie. Maar als u
het niet gelooft, voegde Max er achteloos aan
toe, vraagt u het dan maar by Besenberg. Die
zit ook in onze klas.
Max en Moritz behoefden dus, daar ze over
gegaan waren, in de vacantie niet meer te wer
ken en eischten bovendien den volgenden dag
hun gewonen overgangsthaler op, dien ze spoe
dig versnoept hadden.
In de vacantie was de directeur blijkbaar te
ruggekeerd, want tegen het einde daarvan kwa
men Maxje en Moritzje met tranen in de oogen
bij hun vader, om de rapporten te laten onder
teekenen en uit deze officieele documenten
bleek, dat de tweeling waardig was gekeurd nog
een jaartje in dezelfde klasse te zitten!
De eerste vraag van den vader 'gold den
thaler.
Een hoofdbeweging, stom, maar welsprekend,
gaf voldoende inlichting. Waarop mijnheer Frie-
drich zonder vorm van proces op zyn beide
spruiten de lynch-justitie toepaste.
Toen ze eindelijk aan de handen van hun va
der ontglipt waren en deze ze nog een eind-
weegs door de gang achterna holde, botste hy
tegen den provisor aan, die hem iets over de
zaak kwam vragen. Brieschend gaf de chef hem
het gewenschte antwoord, om daarop, met zyn
zweep de beide vluchtelingen achterna wy-
zend, op te merken:
Dat zeg ik u, mynheer Rose, dat worden
nog een paar zakenmenschen. Prima! Bedriegen
nu al hun eigen vader! Overigens leed de apo
theker sinds eenigen tyd aan spokenvrees. Want
tweemaal was het al weer gebeurd, dat de witte
zwaan zijn plaats boven de deur verlaten had
en het huis was binnengevlogen. Zelfs was hy
zyn meester over een langer traject gevolgd.
Want toen de apotheker op een keer van huis
was om een bruiloft mee te vieren en 's morgens
in een vreemd bed de oogen opendeed, stond
de mysterieuse kist, door den vrachtryder voor
zichtig binnengebracht, naast zyn legerstede. In
de kist lag de witte zwaan. De dader echter lag
op het kerkhof.... Dat beteekende onheil!
De provisor Rose was nog altyd in het ge
lukkige bezit van gepommadeerde haar en
baard. Evenwel had zich een zekere nervositeit
van hem meester gemaakt, die hem van tyd tot
tijd scheen aan te grijpen en hem van zyn plaats
deed opspringen en angstig luisteren. De on
rust was wellicht een gevolg van het feit dat een
tante van den heer Rose, wier universeele erf
genaam hij was, naar verluidde, op het punt
was om het aardsche tranendal voor immer te
verlaten, zonder haar geld mede te nemen. Ge
geven het gevoelig karakter van den provisor,
was het waarschyniyk dat hy met klimmende
belangstelling aan haar dacht en haar een spoe
dige verlossing van de aardsche banden toe-
wenschte.
Konrad Barenfeld had zich met hart en ziel
op zyn werk geworpen. Hij werkte van 's mor
gens tot 's avonds, alsof hy er millioenen mee
kon verdienen. Buiten zyn werk ging hy alleen
om met den jongen Pfalzdorf, aan wien hy zeer
gehecht was en met graaf Schoner, wien sinds
eenige weken tydelijk de leiding van de feuille
ton-rubriek van de krant was opgedragen. Ba
renfeld werkte, omdat er gewerkt moest worden
en om afleiding te hebben. Het doel scheen hem
volkomen onverschillig Hy merkte nauwelijks op
dat het om hem heen volop zomer was.
Intusschen had Heinrich Pfalzdorf zijn tyd
goed besteed, om van alle geheimen van den
handel op de hoogte te komen. Maar ook zün
wereldwysheid was heel wat grooter geworden.
Die putte hy uit de verhalen van Barenfeld, die
hem de heerlykheden van Azië voor de oogen
tooverde en uit de geestige, rake opmerkingen
van Schoner, die vaak met hem wandelde, of
met hem meeging naar een café; maar ook en
niet in de laatste plaats door zyn eigen erva
ringen. Want sedert de dag dat Dores hem voor
gesteld had aan zyn vrienden in de stamkroeg
had hij zich vaker by hen aangesloten en uit
veel onzin en eenzijdigheid toch nog wel wat
opgestoken. "In de eerse plaats had hy geleerd
om zulke menschen te begrypen en met hen om
te gaan.
Het was Zondag en Heinrich had 's morgens
de post behandeld. Tegen elf uur was hy door
Jette geroepen, om deel te nemen aan de hui
selijke godsdienstoefening, omdat hy niet naar
de kerk had kunnen gaan. Toen hy het bruin-
behangen woonvertrek binnentrad, zat de apo
theker al voor het klavier de preek in zijn
handen.
Rechts van hem leunde mevrouw Marianne
achterover in haar stoel, links stonden dicht
by elkaar, de beide jongens. Lisa had zich aan
de plechtigheid onttrokken en Pfalzdorf nam
de leege plaats in. De apotheker las een hoofd
stuk uit zijn huisbijbel voor, zag den kring rond
en zeiLaat ons zingen.
Daarop draaide hij zich om, zocht, meerma
len misgrijpend, den juisten toon en speelde
toen krachtig met zijn wysvinger: No findet
die Seele die Heimat, die Ruh. Hyzelf en alle
aanwezigen zongen mee. Ook de jongens. Alleen
kwam het Heinrich voor dat het gezang van
den tweeling meer een gebrom was, ofschoon
beiden vol yver in het groote psalmboek keken
en meermalen een bladzijde omsloegen.
Heinrich keek scherper toe. En zie: Max en
Moritz maakten zich schuldig aan fraude. Een
Indianengeschiedenis, in welker lectuur zy door
de godsdienstoefening waren gestoord, lag ste
vig vastgeklemd in het psalmboek en terwijl
hunne lippen bewogen, volgden hunne oogen
met spanning den bloedigen stryd tusschen Bob,
den trapper, en wolftand, den herculischen
Apache van het Rotsgebergte.
Het lied was uit.
(Wordt vervolgd).