Jid vetfmd van den Tweede Premie^Reis 11 Een zeldzaam natuurverschijnsel Ik moet ook mee DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN BOL- OF KOGELBLIKSEM DE PLAAG ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn prima Nederlandsch fabrikaat weerzien i naar Trier en xe rg WOENSDAG 16 AUGUSTUS Endotherme stoffen Gemeenschapsbedrijf Het Nieuwe Azië" De Arische teint! Alcoholsmokkelaars Honden als helpers Weinig gelijkenis met den gewo nen bliksem Ontploffingen met een zwaren knal, die soms groote schade aanrichten - want op pleizier-tochtjes komen wij "Akkertjes" altijd van pas, omdat wij zoo goed helpen bij onwel worden op 't water, door zeeziekte of de zon. Ook tegen wagenziekte helpen Ak- ker-Cachets perfect en dan bij hoofd pijn, kiespijn, zenuwpijn, "kater" enz. Vergeet vooral niet ze mee te nemen! Per 12 stuks 50 cl. Alom verkrijgbaar 1 Door gelukkige omstandigheden zijn we in staat, den inschrijvingsfermijn voor onze tweede premie- reis naar Trier en Luxemburg (van 28 tot en met 31 Augustus a.s.) nog met eenige dagen te verlengen. Zij, die hieraan alsnog wenschen deel te nemen, dienen te zorgen dat de reissommen (He klas f47.50, llle klas f 35.-) uiterlijk Zaterdag 19 Augustus in ons bezit zijn. Men vrage invulformulieren aan het bureau van dit blad aan AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL NAAR HET DUITSCH VAN RUDOLF HERZOC Onder de verschillende vormen van de elec- trische ontladingen, die het onweer ver gezellen, neemt de bol- of kogelbliksem een bijzondere plaats in. De meest voorkomende vormen van de electrische ontladingen zijn de Wijdvertakte stralen, die de gedaante hebben van rivieren op landkaarten, en nu eens tus- schen de aarde en de onweerswolk overspringen, dan weer van wolk tot wolk hun weg zoeken. Sedert men erin slaagde deze bliksemstralen op de fotografische plaat vast te leggen heeft men daarvan tal van belangwekkende bijzonderhe den leeren kennen, waarvan heel wat te vertel len zou zijn. Deze bijzonderheden moeten hier echter blijven rusten, omdat wij thans onze aan dacht moeten bepalen tot dien bijzonderen vorm van lichtverschijnsel bij onweders, dien men den naam van bolbliksem heeft gegeven. Het is eigenlijk niet eens zeker, dat de naam bolbliksem aan het verschijnsel, dat hier be doeld wordt, mag worden gegeven. De naam bliksem toch zou het verschijnsel op een lijn stellen met de gewone vormen der electrische ontladingen, die zeer waarschijnlijk niets anders zijn dan krachtige afstroomingen van electrici- teit van de eene plaats naar de andere. Dit geldt echter niet voor den bolbliksem, althans niet in dezelfde mate. Raadpleegt men n.l. de vele aan- teekeningen over waargenomen bolbliksems, dan komt men tot de slotsom, dat het verschijnsel eigenlilk heel weinig lijkt op den gewonen blik sem. Men heeft er waarschijnlijk dien naam aan gegeven omdat het verschijnsel zich vertoont bij onweersbuien en men heeft waarschijnlijk ge dacht, dat het niets anders is dan een electri sche ontlading in een bijzondere gedaante. Ik zou hier, om het verschijnsel te beschrijven, enkele beschrijvingen van waargenomen bol bliksems woordelijk kunnen overnemen. Men vindt er verscheidene in het verslag, dat het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Insti tuut elk jaar over de in Nederland waargenomen onweders uitgeeft. Maar door enkel die beschrij vingen over te nemen zou ik tot een eenzijdige beschrijving komen en dat zou om verschillende redenen niet wenschelijk zijn. In het algemeen en in den uitgebreidsten zin verloopt het verschijnsel als volgt. Iemand, die toevallig of opzettelijk een onweersbui waar neemt of er middenin is, ziet plotseling een roodachtig gekleurden, vurigen bol, die zich langzaam door de lucht voortbeweegt en daarbij dikwijls een grillig verloopenden weg volgt. Soms beweegt hjj zich langs den grond, een andermaal op eenige hoogte door de lucht, in Weer een ander geval langs een huis. Soms komt de bol door een openstaand venster of geopende deur binnen, dwaalt door de kamer en slipt weer door een ander venster naar buiten. Soms ook springt hij met een zwaren knal uiteen en laat geen spoor achter. Het kan gebeuren, dat bij deze ontploffing voorwerpen verbrijzeld of menschen. en dieren gedood of gewetst worden. In vele gevallen volgt deze ontploffing pas wan neer de bol ergens tegenaan stoot. Het is dus altijd zaak hem uit den weg te blijven en in geen geval iets te doen, b.v. ernaar te slaan of de deur „voor zijn neus" dicht te werpen of iets dergelijks, want dit zou slechts een ontploffing tengevolge hebben, waarvan de uitwerkingen niet te overzien zijn. De bolbliksem gedraagt zich dus al buitenge woon vreemd en geheimzinnig. Men heeft ook Wel eens waargenomen, dat hij een sissend of zacht knetterend geluid gaf. Zijn zonderlinge gedragingen, zijn plotselinge verschijning aan geheel onvoorbereide menschen, zijn soms ver schrikkelijke gevolgen, zijn dus wel in staat schrik en ontsteltenis bij zijn verschijnen teweeg te brengen. Hoezeer ook zijn verschijnen in de meeste gevallen onschuldig verloopt, is er ge noeg reden dit te vreezen en de grootste voor- Wichtigheid in acht te nemen. Nu moet men zich door het bovenstaande niet onnoodig laten verontrusten. De bolbliksem is een zeldzaam verschijnsel, en men zal wel heel Zelden iemand ontmoeten, die er een gezien heeft. Wel komen elk jaar bij het Meteorolo gisch Instituut berichten binnen over waargeno men vuurbollen, maar bij onderzoek blijkt dan, dat men in de meeste gevallen een meteoor of 2-g. verschietende ster heeft gezien, dus een ge heel ander verschijnsel. Ook worden de echte polbliksems wel eens hoog in de lucht gezien, m welk geval wij er natuurlijk niets van te vree- zen hebben. Eigenlijke min of meer gevaarlijke bolbliksems zijn dus alleen die, welke in onze onmiddellijke nabijheid, hetzij buiten, hetzij binnenshuis verschijnen, maar dit gebeurt toch slechts hoogst zelden. Op den langen duur zijn er natuurlijk heel wat aanteekeningen over ver zameld en van tijd tot tijd wordt er in een krant of tijdschrift wel eens melding van gemaakt. Op die manier is men tenminste er achter gekomen °D welke wijze de bolbliksems zich alzoo kun- hen vertoonen. Dit is in elk geval veel waard voor een ver klaring van het geheimzinnige verschijnsel. Het is echter voor de wetenschap tot nog toe een hoogst moeilijke zaak geweest den bolbliksem te verklaren. Men heeft aanvankelijk gedacht aan een soort electrisch geladen dampbol analoog aan de bekende zeepbel. In elk geval moest men blijven vastheden aan iets stoffelijks, dat zich door de lucht voortbeweegt en, zooals gebleken Is, met den wind of met tochtstroom binnens huis meegaat. Het uiteen spatten bij aanraking met vaste voorwerpen doet ook denken aan een stoffelijk bestaan, terwijl de vernielingen, die de bolbliksem bij zijn uiteen spatten teweeg brengt, eveneens de gedachte aan iets stoffelijks leven dig houdt. Wel is ook de gewone bliksem-ontla- ding tot vernielingen in staat maar deze zijn gemakkelijk te verklaren door het ontstaan van hooge temperaturen bij het inslaan van den bliksem. Nu is men in den laatsten tijd te weten geko men, dat er een eigenaardig soort stoffen kun nen bestaan, z.g. endotherme stoffen, die niet, zooals de gewone stoffen, bij ontleding warmte absorbeeren en dus afkoelen, maar juist het te gendeel doen, bij ontleden in temperatuur stij gen, heet worden dus. Dit heeft een Fransch natuurkundige op de gedachte gebracht of men bij den bolbliksem te doen zou hebben met zulk een stof. Deze stof zou dan onder den invloed van den electrischen toestand van den dampkring tijdens een onweer gevormd worden, misschien uit stikstofhoudende verontreinigingen van de atmosfeer, die er wel altijd zijn. Het is namelijk ook bekend, dat tij dens onweer de neervallende regen salpeterig- zure verbindingen bevat, die vermoedelijk door de electrische ontladingen gevormd worden. Houdt men nu vast aan het ontstaan van en dotherme stoffen tijdens het onweer, dan kun nen eenige eigenschappen van den bolbliksem beter worden verklaard. Men zal dus in de eer ste plaats moeten denken aan een kleine hoe veelheid van deze stof in gasvorm. Deze neemt natuurlijk den bolvorm aan. Zij kan gemakke lijk meegevoerd worden door tochtstroomen en op die manier b.v. een openstaand venster bin nenkomen, in de kamer ronddwalen en weer door den tocht naar buiten gevoerd worden. Zoo'n endotherme stof zit buitengewoon los in elkaar. De minste aanraking is voldoende om haar te ontleden, een schok, een aanraking of iets dergelijks. De ontleding gaat gepaard met een enorme warmte-ontwikkeling en deze kan weer aanleiding zijn tot krachtige luchtver plaatsingen en vernielingen van vaste voorwer pen. Natuurlijk is dit nog slechts een theorie, die nader zal moeten worden bevestigd. Maar men komt er toch mede tot een aannemelijke verkla ring van het hoogst zonderling gedrag der bol bliksems, die er veel van hun geheimzinnigheid door verliezen. Misschien zal de wetenschap eenmaal in staat zijn het geheim van den bolbliksem volledig op te helderen. Zij is nog niet zoo ver en tot zoo- üimiiimimiiiimi iiiiiiiiiiiiiiiiimiiu i Muggen zoemen door de kamer, i Muggen gonzen om je hoofd Zonder dat het muggenziften Zelfs een klein succes belooft! Een der plagen van Egypte Zet zich voort in dezen tijd, Want er is geen Mussolini, Die ons van de mug bevrijdt! Daar de eitjes goed gelegd zijn i En het weertje werkt nu mee, Houden deze steek-serpentjes f Weer in massa hun entree. En al jaag je en al doe je En al ben je nog zoo vlug.... Vlugger dan de vlugste vluggerd 1 Is de vliegensvlugge mug! Zelfs al lukt je moord en doodslag En je slaat toevallig raak, Voor het offer van die ééne Neemt een leger muggen wraak! En dat ziet u, als u opstaat, I Aan die bulten vol venijn Tevens jeukende bewijzen, Dat het kleine gróót kan zijn! MARTIN BERDEN 1 'Nadruk verboden) 5iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimir; lang blijft de bolbliksem een der meest geheim zinnige verschijnselen, die de natuur ons nu en dan te zien geeft. (Nadruk verboden.) In de provincie Honn is in de deelen, die door communistische troepen bezet zijn, het ge meenschappelijk boerenbedrijf ingesteld, ten einde de schaarschte aan levensmiddelen in de bezette gebieden zooveel mogelijk te verlichten. De dorpen zijn in drie categorieën verdeeld. Het eerste is het publieke dorp van 200 ge zinnen, elk met een even groot stuk land om te bebouwen en met een gemeenschappelijke koe voor vijf gezinnen. De oogsten komen aan de gemeenschap. Het tweede is het particuliere dorp, waarin de oogsten komen aan de individueele verbou wers, doch waar niet het voordeel bestaat van een gemeenschappelijke koe. Het derde soort staat bekend als de vrije dor pen, elk bestaande uit niet meer dan 24 ge zinnen, waar de boeren pacht betalen aan de grondbezitters en aandeel hebben in de op brengst Freddy Vrijdag was bezig met het visschen in zee met een net, maar toen hij keek wat hij gevangen had, zag hij, tot zijn schrik en verbazing, dat eenige visschen waren verdwenen. „Waar zijn nou de zes visschen," riep hij, „ik weet zekér, dat ik zes visschen heb gevangen. Die leelijke kat zal de andere twee wel opgegeten hebben." „Je zult wel wèer verkeerd geteld hebben," zeide Ivy, „het staat je niks netjes, de kat de schuld te geven." Terwijl Ivy met den zeeman in ge sprek was, zagen zoowel Topsy als Robbie, dat er iets uit de vouwen van Freddy's broek stak. „Daar heb je een visch," riep Rob bie, iets uit de vouw halende. „Ja en daar heb je den andere," riep Topsy, den anderen visch er uit ha lenden. „Dat zijn samen zes," zeide Ivy, en „Je wou nog wel die arme Polly be schuldigen." (Morgenavond vervolg.) (Ingezonden Mededeeling). Een nieuw Magazine, dat in het Engelsch en het Japansch wordt gepubliceerd, is het nieuw ste propagandamiddel van een kleine, maar actieve groep van in Japan wonende Indische nationalisten. Sedert eenige jaren reeds doen deze hun best de sympathie en den steun te winnen der Japanners in hun „strijd voor de Indische vrij heid", door het Britsche bestuur in Indië in zwarte kleuren af te schilderen. Door lezingen, artikelen in Japansche bladen en tijdschriften en door pamfletten tracht men dit te bereiken. Het nieuws, in het Engelsch en het Japansch uitgegeven orgaan „Het Nieuwe Azië" noemt zichzelf het orgaan van de vereeniging voor een nieuw Azië, dat opkomt voor Azië's vollfedige onafhankelijkheid. In het jongste nummer wordt opgemerkt, dat het grootste kwaad dat gene is, dat zich met wettige vormen dekt, waarbij wordt gewezen op den grooten uitvoer van goud uit Indië naar Engeland de laatste maanden, hetgeen een berooving beteekent van het Indische volk. Verder wordt betoogd, dat Engeland de zaken verkeerd voorstelt, door de wereld te vertellen dat Groot-Britannië en Indië het eens zijn geworden over een grondwet, die binnenkort in werking zal treden en de klacht wordt geuit dat ondanks uiterlijken schijn, Indië nooit ver tegenwoordigd is geweest te Genève of op eeni ge internationale of rijksconferentie. Azië, zoo wordt verder verklaard, moet van de lijfeigenschap bevrijd worden en dat kan pas gebeuren, wanneer Engeland uit Indië is verjaagd, want door de gewelddadige militaire bezetting van Indië beheerscht Brittannië ook Egypte, Arabië, Perzië, Afghanistan, Nepal en andere deelen van Azië, waarbij Japan moet helpen de Britten te verdrijven. Vervolgens wordt uiteengezet dat het Enge- lands traditioneele politiek is geweest de macht van het land te kortwieken, welke positie zoo danig is geworden, dat het een bedreiging wordt voor Engelands wereld-suprematie. Evenals Engeland Frankrijk bestreden heeft, Rusland en Duitschland, is het thans besloten Japan schaakmat te zetten. De Mandsjoerijsche kwestie en Japans uit treden uit den Volkenbond heeft Engeland daartoe een geschikt wapen gegeven. Handelsbelemmeringen tegen Japan worden opgericht in Afrika, Egypte, Indië en Malakka en in China, Amerika, Indië, en in de Britsche koloniën wordt een vloed van anti-Japansche propaganda toegelaten. Het herstel van normale betrekkingen tus- schen Londen en Moskou wordt voorgesteld als een middel om de vriendschap van Rusland te herwinnen, teneinde de Sovjets tegen Japan op te zetten. Het artikel eindigt met een oproep tot de. Japanners om vriendschappelijke betrekkingen aan te kweeken met Amerika, China en Rus land, teneinde de „verfoeilijke tactiek van Groot-Brittannië" te vernietigen. „Doetz", het officieel orgaan der Oostenrijk- sche nationaal-socialisten, geeft de volgende schoonheidsregels voor de Arische vrouwen: Blonde vrouwen met blanke huid, die niets gemeen hebben met Juda, hebben dikwijls te Hjden van zonnebrand. De gewone schoonheidscreames zijn wel ge schikt voor de rosse, ruwe huid der semieten, maar zijn absoluut ongeschikt voor de zachte Germaansche teint. Er bestaat een Japansch preparaat, een ideale bewonderenswaardige huidcrême, speciaal gemaakt voor de Arische huid. De gele volken uit het Oosten erkennen de superioriteit van 't Nordische ras, him fijne crème zal ons helpen om de typische Arische teint te behouden. Leve Hitler I Jean Robert is terug! Gisteren heb ik het al gehoord en van daag zag ik hem. Hij was niets veranderd, misschien alleen een beetje knapper geworden en correcter, maar verder precies als toen hij ging. Dat is nu al een jaar geleden. Het is een lange tijd, een jaar zonder Jean Robert. Een heele zomer en een lange trooste- looze winter. Maar nu is dat alles voorbij, want hij is er weer en de zon schijnt en nu pas zal het echt zomer zijn. Een stralende zomer! Nu hij eindelijk werkelijk terug is, besef ik pas hoe erg alleen ik geweest ben. Ik zou het niet langer hebben kunnen uithouden, dat weet ik zeker. Maar nu is alles goed. Hij zal me gauw komen opzoeken en we zullen weer toch ten gaan maken in zijn kleinen two-seater, die ook een beetje van mij is, omdat ik het vrien dinnetje van Jean Robert ben. We zullen ergens heen rijden waar zee is en duinen, en dan zullen we gaan dwalen en elkaar zooveel te vertellen hebben, dat we geen van beiden weten hoe we moeten beginnen en dus stil naast elkaar gaan. We zullen genieten omdat we jong zijn en vroolijk. Ik zal een jurk laten maken van witte voile met groote diep-blauwe bloemen; ik zal er een blauwen hoed bij dragen en blauwe sok jes, want Jean Robert houdt van die kleur. Ik ben opgewonden bij de gedachte, dat hij elk oogenblik kan komen en dat dan al dat heerlijke zal beginnen. Ik heb niet veel brieven van hem. Jean Robert heeft een hekel aan schrijven. Ik schreef hem heel veel. Het hielp me, als ik me een zaam voelde, zelfs al wist ik dat ik deze brie ven toch nooit zou verscheuren. Misschien, heel misschien zal ik ze nu laten lezen. Wanneer hij komt en we bij elkaar zit ten zooals vroeger, dan zal ik ze hem geven, allemaal, en hij zal dan alles weten, wat ik nooit zou kunnen zeggen. Ik vind me zelf zoo vreemd, als ik in den spiegel kijk. Net of ik veranderd ben. Misschien is dat ook zoo. Ik moet telkens in den spiegel kijken en tegen me zelf lachen. Ik weet dat ik heelemaal niet mooi ben, maar ik voel me zoo gelukkig en dan kun je toch ook niet leelijk zijn, dat bestaat niet. Ik heb een sterk voorgevoel, dat Jean Robert vanavond zal komen. Hij zal eerst alle verve lende dingen in orde maken en dan zal hij bij mij komen uitrusten, net als vroeger. Hij zal alle noodzakelijke beleefdheidsbezoeken op een hol letje afdoen en dan pas zal hij al zijn tijd aan mij kunnen geven. Zoo heeft hij ook gedaan, toen hij wegging. Den laatsten avond was hij bij mij. Ik herinner me nog alles. Het was heel moeilijk, maar ik heb me flink gehouden. Jean Robert is een echte man en vindt scènes af schuwelijk, maar later, toen ik alleen was, heb ik uitgehuild. Zie je, ik wilde geen foto van hem hebben, zoolang hy weg was. Dat vond ik niet noodig. Maar nu hij terug is, voorgoed terug, o, ik kan het me nog bijna niet voorstellen, nu vind ik het grappig er een te vragen. Ik zal hem op het tafeltje voor mijn bed zet ten in een oud zilveren lijstje, wat ik van thuis zal laten opsturen en eiken morgen, als ik wak ker word, zal ik dadelijk weten dat Jean Ro bert er weer is en dus al dit heerlijke geen droom is geweest. Ik weet nog niet waar ik hem zal ontvangen. Het is een feestelijk idee om in het salonnetje op hem te wachten, maar mijn zitkamer is eigenlijk gezelliger en ik geloof dat Jean Robert het laatste prettiger zal vinden. Ik zal mijn zwart zijden jurk aantrekken met den kraag en manchetten van echte kant en mijn nieuwe schoenen van hagedisleer. En als ik dan heelemaal klaar ben, zal ik aldoor ingespannen luisteren.... of ik zijn voetstappen, die ik uit duizenden zou herken nen, hoor naderen.... Jean Robert is gekomen. Hij heeft iemand meegebracht, die graag kennis met me wou maken. Wij hebben ge- zeten in mijn kamer, die zoo TJpf gezellig is bij avond en thee gedronken. Ze zijn niet lang f gebleven. Ik be- greep alles eerst niet goed, maar nu weet fb het. Het meisje, dat met Jean Robert meekwam, is heel mooi. Ze was heel vriendelijk tegen mij en ik was ook vriendelijk tegen haar. Waarom zou ik niet? Ik ben den voortuin met ze door- geloopen tot aan het hek. Daar hebben we af scheid genomen en ik wachtte, tot ze wegre den. Ze keken beiden nog om en wuifden en ik wuifde terug Toen ben ik weer in huis gegaan. Ik ga nu naar bed. Het is niet noodig, dat ik naar huis schrijf om het oud zilveren lijstje.... MARTTE VERDENHJS. Het smokkelen van sterken drank aan de Finsche kunst neemt steeds meer toe. De afge- loopen veertien dagen hebben de Finsche kust wachten 1624 gallons gesmokkelde alcohol in beslag genomen. De jongste uitvinding der smokkelaars is een metalen buis, in den vorm van een torpedo, die met alcohol gevuld kan worden. Met een touw verbonden aan een mo torboot, wordt de „torpedo" onder water naar de gewenschte plek gesleept. Nadert een kunstwacht, dan laat men de „tor pedo zinken en duidt met een kleine boei aan waar hij ligt. Bij een gunstiger gelegenheid wordt de alcohol dan later weer naar boven gehaald. In den laatsten tijd wordt bij het smokkelen aan de Fransch-Duitsche grens door de smok kelaars meer en meer gebruik gemaakt van voor dit werk afgerichte honden. De Fransche smokkelaars begeven zich te voet of per fiets over de Belgische grens en houden de voor Frankrijk bestemde smokkelwaar gereed. Na eenig entijd laat een helper op Fransch gebied den hond los, die zijn baas opzoekt en met de smokkelwaar over de grens komt. Sedert de douanebeambten deze methode der smokkelaars ontdekt hebben, maken zij veelvuldig gebruik van vallen, die worden geplaatst op de paden, die de honden plegen te volgen. 'iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiiiiiiiiiinmiiiiimiiiiii'— Beide verhoogd met 2.50 voor administratie geld. """"""""'mmmiiiummmiimmiiuni? A 11* °p dit blad Zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Qflfifj bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7fff) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een f 125.- duim o i'w ijs vinger f ^f^arm f 40." anderen" vinger Alle CL DO Till S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T O UlfV,~ verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen I I Olf.- doodelijken afloop 16 OU.' een voet of een oog# xuv auim m y ueen ox arm# vinger 1 18 Nu, lachte Lisa een beetje gedwongen, hiijn vader kunnen we er buiten laten. Die komt hiet in aanmerking. Verder schijnt alleen mijn heer Rose zich voor mij te interesseeren. Moet ik dien misschien tot mijn vertrouwde maken? Plotseling van toon veranderend ging ze hef tig voort: Denk toch niet dat ik anders ben dan andere meisjes. Ik verlang naar zonne- Bchijn en genegenheid en ik word gek als ik er aan denk om in dit stofnest mijn jeugd te moe ten verkniezen. Maar gaat u heen, gaat u heen; daarom kwelt u mij zoo? Lisa! riep Barenfeld en met een stap was hy naast haar. Zij leunde met haar eene hand °P de tafel en zag hem met haar vreemde, groote Erijze oogen aan. Alle kleur was uit haar ge dicht verdwenen. Lisa! herhaalde Barenfeld. Hij kwam nog dichter op haar toe, sloeg zijn arm om haar heen en boog zijn gezicht naar haar over. Lisa, stamelde hij, ik houd van je, ont zettend veel.... Je voelt je ongelukkig, ik weet het. Laat mij je verdriet op mijn schouders ne men, laat my voor je geluk zorgen.... Lisa, ik houd zooveel van je.... Ze lag met gesloten oogen in zijn armen. Toen sloeg ze haar oogen op en duwde hem van zich af. Doodsbleek keken ze elkaar aan. MijnheerBarenfeld.... Hij stond voor haar, rechtop, en hij zag met een smarteiyken glimlach voor zich uit als iemand die iets liefs verloren heeft. Ik zou graag alleen zyn, mynheer Baren feldvoor altijd. Hij had het reeds begrepen en maakte zwy- gend een buiging. Toen viel de deur dicht en scheidde twee menschenkinderen.... van het geluk dat ze beiden zochten. Vin. Maanden waren sindsdien verstreken. Buiten bloeide en geurde de zomer en die bracht een prettige afwisseling in de levens en gewoonten der menschen. In „De Witte Zwaan" was ech ter alles geiyk gebleven. De apotheker maakte nog steeds de zijnen het leven zwaar; zijn vrouw leed nog altüd aan hoofdpijn, een voor wendsel, waarender zy zich tenminste in haar kleur'ooze eenzaamheid kon terugtrekken cn Lisa was nog ongenaakbaarder dan te voren. Alleen Max en Moritz brachten nu en dan wat leven in deze monotone brouwery. Bij het begin van de Paaschvacantie waren ook zy, net als de andere jongens, stralend van pleizier thuis gekomen. Alleen de rapporten hadden zy niet by zich. Nu? vroeg de vader verwonderd. Wat beteekent dat? Zyn jullie overgegaan of niet? Natuurlyk, vader, riep de kleine Max be- leedigd. Moritz en ik waren nog wel de bes ten van de klas. De directeur, verklaarde Moritz, moest plotseling op reis, nog voor de vacantie; daarom kon hy de rapporten niet meer onderteekenen. Die krygen we nu na de vacantie. Maar als u het niet gelooft, voegde Max er achteloos aan toe, vraagt u het dan maar by Besenberg. Die zit ook in onze klas. Max en Moritz behoefden dus, daar ze over gegaan waren, in de vacantie niet meer te wer ken en eischten bovendien den volgenden dag hun gewonen overgangsthaler op, dien ze spoe dig versnoept hadden. In de vacantie was de directeur blijkbaar te ruggekeerd, want tegen het einde daarvan kwa men Maxje en Moritzje met tranen in de oogen bij hun vader, om de rapporten te laten onder teekenen en uit deze officieele documenten bleek, dat de tweeling waardig was gekeurd nog een jaartje in dezelfde klasse te zitten! De eerste vraag van den vader 'gold den thaler. Een hoofdbeweging, stom, maar welsprekend, gaf voldoende inlichting. Waarop mijnheer Frie- drich zonder vorm van proces op zyn beide spruiten de lynch-justitie toepaste. Toen ze eindelijk aan de handen van hun va der ontglipt waren en deze ze nog een eind- weegs door de gang achterna holde, botste hy tegen den provisor aan, die hem iets over de zaak kwam vragen. Brieschend gaf de chef hem het gewenschte antwoord, om daarop, met zyn zweep de beide vluchtelingen achterna wy- zend, op te merken: Dat zeg ik u, mynheer Rose, dat worden nog een paar zakenmenschen. Prima! Bedriegen nu al hun eigen vader! Overigens leed de apo theker sinds eenigen tyd aan spokenvrees. Want tweemaal was het al weer gebeurd, dat de witte zwaan zijn plaats boven de deur verlaten had en het huis was binnengevlogen. Zelfs was hy zyn meester over een langer traject gevolgd. Want toen de apotheker op een keer van huis was om een bruiloft mee te vieren en 's morgens in een vreemd bed de oogen opendeed, stond de mysterieuse kist, door den vrachtryder voor zichtig binnengebracht, naast zyn legerstede. In de kist lag de witte zwaan. De dader echter lag op het kerkhof.... Dat beteekende onheil! De provisor Rose was nog altyd in het ge lukkige bezit van gepommadeerde haar en baard. Evenwel had zich een zekere nervositeit van hem meester gemaakt, die hem van tyd tot tijd scheen aan te grijpen en hem van zyn plaats deed opspringen en angstig luisteren. De on rust was wellicht een gevolg van het feit dat een tante van den heer Rose, wier universeele erf genaam hij was, naar verluidde, op het punt was om het aardsche tranendal voor immer te verlaten, zonder haar geld mede te nemen. Ge geven het gevoelig karakter van den provisor, was het waarschyniyk dat hy met klimmende belangstelling aan haar dacht en haar een spoe dige verlossing van de aardsche banden toe- wenschte. Konrad Barenfeld had zich met hart en ziel op zyn werk geworpen. Hij werkte van 's mor gens tot 's avonds, alsof hy er millioenen mee kon verdienen. Buiten zyn werk ging hy alleen om met den jongen Pfalzdorf, aan wien hy zeer gehecht was en met graaf Schoner, wien sinds eenige weken tydelijk de leiding van de feuille ton-rubriek van de krant was opgedragen. Ba renfeld werkte, omdat er gewerkt moest worden en om afleiding te hebben. Het doel scheen hem volkomen onverschillig Hy merkte nauwelijks op dat het om hem heen volop zomer was. Intusschen had Heinrich Pfalzdorf zijn tyd goed besteed, om van alle geheimen van den handel op de hoogte te komen. Maar ook zün wereldwysheid was heel wat grooter geworden. Die putte hy uit de verhalen van Barenfeld, die hem de heerlykheden van Azië voor de oogen tooverde en uit de geestige, rake opmerkingen van Schoner, die vaak met hem wandelde, of met hem meeging naar een café; maar ook en niet in de laatste plaats door zyn eigen erva ringen. Want sedert de dag dat Dores hem voor gesteld had aan zyn vrienden in de stamkroeg had hij zich vaker by hen aangesloten en uit veel onzin en eenzijdigheid toch nog wel wat opgestoken. "In de eerse plaats had hy geleerd om zulke menschen te begrypen en met hen om te gaan. Het was Zondag en Heinrich had 's morgens de post behandeld. Tegen elf uur was hy door Jette geroepen, om deel te nemen aan de hui selijke godsdienstoefening, omdat hy niet naar de kerk had kunnen gaan. Toen hy het bruin- behangen woonvertrek binnentrad, zat de apo theker al voor het klavier de preek in zijn handen. Rechts van hem leunde mevrouw Marianne achterover in haar stoel, links stonden dicht by elkaar, de beide jongens. Lisa had zich aan de plechtigheid onttrokken en Pfalzdorf nam de leege plaats in. De apotheker las een hoofd stuk uit zijn huisbijbel voor, zag den kring rond en zeiLaat ons zingen. Daarop draaide hij zich om, zocht, meerma len misgrijpend, den juisten toon en speelde toen krachtig met zijn wysvinger: No findet die Seele die Heimat, die Ruh. Hyzelf en alle aanwezigen zongen mee. Ook de jongens. Alleen kwam het Heinrich voor dat het gezang van den tweeling meer een gebrom was, ofschoon beiden vol yver in het groote psalmboek keken en meermalen een bladzijde omsloegen. Heinrich keek scherper toe. En zie: Max en Moritz maakten zich schuldig aan fraude. Een Indianengeschiedenis, in welker lectuur zy door de godsdienstoefening waren gestoord, lag ste vig vastgeklemd in het psalmboek en terwijl hunne lippen bewogen, volgden hunne oogen met spanning den bloedigen stryd tusschen Bob, den trapper, en wolftand, den herculischen Apache van het Rotsgebergte. Het lied was uit. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9