BEAURAING EN BANNEUX
Naar Brussel, Dinant, Beauraing
■üniiu
ONZE WEEK-END REIS
aio
x v v
lÉiyi
ZATERDAG 26 AUGUSTUS
ONZE CONCLUSIE
De „gruwel" der pel
grimsoorden
BEAURAING
EN BANNEUX
imt
I
mmm® wmm wi-MM
BENOEMINGEN
DE LEIDING VAN DE A. K. U.
EENSGEZIND
In de beste orde en uitstekende
stemming is hedenmorgen
het V.K.P.-gezelschap
vertrokken
PASTOOR J. ZWART
Van de laatste H.H. Sacramenten
voorzien
De zon deed uitgeleide
ZATERDAGMORGEN ZEVEN UUR! V. K. P.-APPèL VÓÓR HET C. S.!
t i.
«siimiti
Onder weg
Geen gevaar voor sluiting der fa
brieken te Ede of Arnhem
„MUSIK MUSS SEIN"
Maar een karbouw maakt er een
eind aan
WATERWERKEN IN HET
DUITSCH GRENSGEBIED
Weer rijden zich de luxe wagensditmaal in afwachting der deelnemers voor de tweedaagsche reis
naar BrusselDinant en Beauraing
Audiëntie
Stroomgebied van de Nier*
Katholiekendag te Weenen
Zeeuwscb-Vlaamsche Klompen-
beurs
Het ontstaan eener volksdevotie uit
eerbiedwaardige overleveringen be
rust zelden op feiten van een
onvermengd bovennatuurlijk karakter. Tal-
looze gewoon-menschelijke, ja klein-men-
schelijke elementen vermengen zich spon
taan met den zuiveren stroom der genade,
zoodra die ergens waarneembaar ontspringt.
Men kan zich hieraan ergeren. Wat baat
het? In onze gevallen natuur liggen de
bronnen der ergernis in de nabijheid van
de bronnen der vertroosting.
De Heilige Kerk is voorzichtig, maar zij
verbiedt ons niet geloof te slaan aan het
getuigenis van geloofwaardige personen, en
Zij kan dit ook nimmer verbieden. Een
uitspraak, dat het karakter der feiten te
Beauraing en te Banneux waarlijk boven
natuurlijk is, hebben wij, menschelijker-
wijs gesproken, van Haar niet te verwach
ten. Hoogstens erkent Zij later het eerbied
waardige der overlevering, die deze feiten
verhaalt.
Wij mogen die feiten gelooven met een
gewdon menschelijk geloof, zooals wij ge
looven mogen, dat een of andere beklaagde
voor de rechtbank niet schuldig staat aan
de hem ten laste gelegde misdaad. Wij
mogen tegen de feiten onze gewoon men-
schelijke bedenkingen hebben.
Sprekend als ernstig mensch, mogen wij
naar best vermogen trachten, de natuur
lijke elementen in de feiten te onderschei
den van andere elementen, waarvoor naar
ons inzicht een gewone, natuurlijke ver
klaring tekort schiet.
Zijn er zulke elementen in de feiten van
Beauraing en van Banneux?
Menig man van wetenschap ontkent het,
menig man van wetenschap bevestigt het.
Wij kunnen niet anders geven dan onze,
uiterst feilbare, meening, die slechts de
waarde heeft van een persoonlijk inzicht.
Wij kunnen niemand dwingen, dit inzicht
te deelen. Wij zouden ons, eerlijk gezegd,
zelfs wel wachten, dit inzicht te publicee-
ren, wanneer er niet bij ons op aangedron
gen was door menschen, die aan onze mee
ning klaarblijkelijk een hoogere waarde
hechten dan wij zeiven.
Welnu: het komt ons voor, dat in de fei
ten, die wij hier Toespraken, de gewone,
strikt natuurlijke elementen veruit in de
meerderheid zijn. Zoowel de genezing als
de visioenen van Come Tilmant, zoowel de
verschijningen aan de heeren Backx,
Stubbe, Blondeel en hun 200 reisgenooten
als verscheidene der genezingen, waarover
wij verslag uitbrachten, meenen wij, na
ernstige studie der desbetreffende rappor
ten en op gezag van lieden, wier bevoegd
heid wij erkennen, te mogen toeschrijven
aan louter natuurlijke oorzaken van ziel-
kundigen of ziektekundig en aard.
Het schijnt ons vervolgens toe, dat tegen
het getuigenis der kinderen Voisin en De-
geimbre te Beauraing eenige bedenkingen
van ernstigen aard zijn in te brengen voor
wat betreft belangrijke onderdeden.
Eindelijk echter meenen wij, na de studie
der geschiedenis van andere pelgrimsoor
den, dat er in de gebeurtenissen te Beau
raing en te Banneux ook elementen te
onderscheiden zijn, welke zoozeer overeen
stemmen met de eerbiedwaardige overleve
ring, dat de overeenkomst ons dadelijk
treft en inderdaad vertrouwen geeft.
Niet voor de aardigheid vertelden wij de
geschiedenis van het genadebeeld te Scher-
penheuvel, een pelgrimsoord, dat ons lief
is, zooals het lief was aan den humanist
Justus Lipsius. Laten wij er bovendien aan
herinneren, dat de beste leerling van Lip
sius, de veelzijdige Erycius Puteanus, den
lof heeft bezongen en de geschiedenis ge
schreven van onze Lieve Vrouw van Halle
(nabij Brussel). In het gezelschap van deze
vrome, doch critische geleerden der zes
tiende en zeventiende eeuw, voelen wij ons
heusch niet beschaamd, tenzij over ons
zeiven. Wanneer deze mannen de vrome
legenden en tradities der dorpen hebben
erkend als waardevolle factoren der volks
devotie, wanneer zij hebben ingezien, dat
aan deze legenden en tradities een lichten
de toenadering ten grond ligt van het
hemelsche met het aardsche, dan voelen
wij, bij alle voorbehoud, een zeer groote
neiging tot eerbied.
Den juisten aard der wijze, waarop de
kinderen te Beauraing en te Banneux be
genadigd zouden zijn, kunnen wij niet be
palen. Ergens, op een onbepaalbaar punt,
eindigde de geschiedenis en begint de
legende. Dit onbepaalbare punt kan liggen
binnen het verbeeldingsleven van de kinde
ren. Te wonderbaar en te samengesteld is
het weefsel des levens dan dat wij het be
grijpen zouden door het te ontrafelen. Die
dingen vooral, welke „den kinderen geopen
baard worden" en welke verborgen blijven
voor de geleerden der aarde, leenen zich
kwalijk tot een afdoend onderzoek. Een
onmiskenbare godsvrucht, aangewakkerd
door geruchten, steunt ten laatste op een
vaster grond. De ware oorsprong dezer
godsvrucht ligt bij de gansche leer der
waarheid, en niet bij de omstreden feiten.
Daarom missen wij, dunkt ons, het recht,
den toeloop naar Beauraing en naar Ban
neux te beschouwen als afkeurenswaardig,
zoolang niet duidelijk bewezen werd, dat
bedrog of zelfbedrog hier de eenige oor
zaken zijn van dien toeloop.
Zonder volstrekt afdoende argumenten
te beweren, dat duizenden en duizenden ten
onrechte hun toevlucht nemen tot Onze
Lieve Vrouw van Beauraing en tot de Hei
lige Maagd der armen te Banneux, lijkt ons
uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiim
Wij besluiten hiermee de artike- 1
1 lenreeks van een onzer redacteuren,
die, na onderzoek ter plaatse, zich een
oordeel heeft trachten te vormen
over de opzienbarende gebeurtenis-
sen te Beauraing en Banneux.
Reeds verschenen: „Ons standpunt
en onze methode", „Het wetenschap-
I pelijk onderzoek", „Visioenen van
1 volwassenen" en „Het onderzoek der 1
I Kerk" resp. in ons avondblad van 22,
23, 24 en 25 dezer.
Het artikel van heden bevat naast
I eien conclusie, enkele anecdotische I
I bijzonderheden over de gruwelen van
een bedevaartplaats.
Tiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiinninniuiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
een grievende onrechtvaardigheid. Doch de
vermaning tot voorbehoud in het aanvaar
den van wondergeruchten, zoo nadrukke
lijk door de Pausen gegeven, door de god
geleerdheid verantwoord, door den groot
meester der mystiek, Sint Joannes a Cruce,
bevestigd, willen wij niet in den wind slaan.
Wij laten de beslissing aan dezelfde gods
vrucht, die beslist heeft te Scherpenheuvel,
te Halle, te Kevelaar en in de tallooze pel
grimsoorden van de Moeder Gods, waar
velen samenstroomen om te ondervinden,
dat onze Levende Verlosser overal, waar
twee of meerderen in Zijnen Naam zich in
gebed vereenigen, steeds in hun midden is.
Toch waarschuwt de wijze Thomas van
Kempen tegen het naloopen van wonder
geruchten en het afreizen van pelgrims
oorden. Men wordt er dikwijls niet alleen
gesticht, doch heviger geërgerd. En Desi-
derius Erasmus, wiens menschelijke wijs
heid en ervaring zoo menige les biedt, niet
slechts geldig voor de rumoerigste jaren
der zestiende eeuw, wijst op het groote ge
vaar, dat de bedevaartplaatsen oorden
kunnen worden der ontstichting, en een
bespotting kunnen leveren der ware leer.
Vele factoren kunnen hiertoe medewerken,
en te Beauraing vooral zijn zulke factoren
waarneembaar. Ook daarbuiten, in de pu
bliciteit der groote dagblad-pers, waar men,
belust op de sensatie van het ongewone,
al te lichtvaardig den eerbied voor het ware
verliest. In den handel vervolgens. In de
grondspeculatie der hotelhouders, die van
Beauraing goede zaken verwachten en in
De „gruwel" der pelgrimsoorden
den kinderlijken wansmaak der kleinhan
delaars, die artikels veilen van geenerlei
waarde, slechts bekwaam om den lachlust
te wekken. Er bestaat „koek van Dinant"
(„couque de Dinant", zeggen de Walen)
waarop Maria is afgebeeld tusschen de
takken van een meidoorn. Er worden
grotjes en plaatjes verkocht, die beleedi-
gend zijn voor ieder en smaak, er worden
penhouders aan de markt gebracht, met
Maria-beeldjes erop, ja: erin, zoodat gij de
Heilige Maagd ziet, wanneer gij naar het
licht kijkt door een opening in de schacht.
Autobus-ondernemingen adverteeren een
reis naar Beauraing tegen betaling van
„Acht francs, de verschijningen inbegre
pen". Een holle geldzucht maakt zich
meester van de pelgrimsoorden, waar de
zin voor schoonheid doorgaans een ver-
eerenswaardig martelaar wordt. Zóóver
gaat de wansmaak, dat men zich niet ont
zien heeft, aanzichtkaarten te vervaardigen,
waarop Maria staat afgebeeld in zwart op
wit, met vier witte vlekjes naast den neus.
Het onderschrift noodigt u uit, eerst deze
vlekjes gedurende veertig seconden strak
te bekijken en dan naar den hemel te sta
ren. Danziet gij de verschijning ook!
Van Beauraing is een film gemaakt door
een katholieke onderneming. Op zichzelf is
tegen zulk een documentatie niets in te
brengen, doch de vertooningen, die thans
plaats vinden te Parijs in een bioscoop van
den faubourg Montmartre, worden in een
hoofdartikel van „La Croix" (23 Augustus
1933) „even ongepast als in het huidige
stadium misplaatst" genoemd („aussi in-
discrets qu'inopportuns").
„Beauraing is zwendel" concludeert me
nig bezoeker, die er eerder zijn godsvrucht
verliest dan verhoogt. En men maakt het
ons moeilijk, hem tegen te spreken! Er
wordt gezwendeld in Beauraing. Er wordt
overvloedig en ontaard gesjacherd in stijl-
looze akeligheden. Te Banneux is men be
scheidener, omdat daar enkel arme men
schen komen. Doch het water uit de
„wonderbron" wordt te Antwerpen in
speelgoed- en bric-a-brac-winkels verkocht
in apothekersfleschjes tegen den prijs van
25 francs! Het étiket der fleschjes ver
toont een teekening der Moeder Gods, ver
schijnend aan een knielend kindje. Deze
voorstelling in wit-op-blauw is zelfs niet
smakeloos meer, zij is stompzinnig.
Wij kunnen ons met veel genoegen inden
ken, dat een wereldsch feest bij een kerke
lijke plechtigheid aansluit en wij nemen er
geen aanstoot aan, dat een vrome processie
gevolgd wordt door een vroolijken kermis.
Maar de smakelooze zwendel in leelijke
dingen, die speculeert op de ongezonde
nieuwsgierigheid der bezoekers, maakt een
bedevaartplaats bespottelijk. Wie naar
Beauraing of Banneux gaat, gedreven door
devotie, of gedreven door nieuwsgierigheid,
hebbe ten minste den noodigen eerbied om
dezen zwendel niet in de hand te werken!
Een woord tot slot: Verschijningen en
visioenen behooren tot de buitengewone
genaden, die onverlangd en onverdiend ge
geven worden naar Gods willekeur aan
menschen, die de hemel hiertoe uitkiest.
Zij zijn op zich zeiven geen bewijzen van
volmaaktheid in de deugd. Zij kunnen een
bijzondere beteekenis hebben, hetzij voor
den eenling, die deze gunsten ontvangt,
hetzij voor de gemeenschap der geloovigen,
wanneer aan den begenadigde een bijzon
dere opdracht wordt gegeven.
Zij kunnen echter niet de som der ge
loofswaarheden verhoogen. Hun boodschap
is meestal van louter practischen aard en
is gericht op de verbetering des levens. Een
enkele maal geven zij een stralende be
vestiging der waarheid. Doch deze waar
heid leeraren zij niet.
Men mag de buitengewone genadegaven
niet miskennen, maar men moet streven
naar de gewone, die men verkrijgt, wan
neer men zijn leven in overeenstemming
brengt met Gods heiligen wil. Bedevaart
plaatsen en bijzondere gebedsverhoorlngen
kunnen de godsvrucht verhoogen en de be
keering van zondaar of ongeloovige be
werken. Ze zijn eerbiedwaardig, doch hun
eerbiedwaardigheid is niet gelijk aan de
eerbiedwaardigheid van de geloofsleer en
van de algemeene overlevering der Heilige
Kerk. Geen enkele oprechte devotie is als
zoodanig afkeurenswaardig, maar van hoo-
ger waarde dan de vele devoties is de rein
heid des harten en de vurigheid des ge
loof s. Wanneer de pelgrim dit zou voorbij
zien of veronachtzamen, lijdt hij schade
aan de ziel. Daarom waarschuwt de geluk
zalige Thomas van Kempen tegen een pel
grims-devotie, welke zich zou verliezen, in
de bevrediging des gevoels. Het eerbied
waardige der bedevaartplaatsen ontkent hij
echter niet. Het wordt bevestigd door den
vromen Franschen schrijver M. Olier, in
wiens gedenkschriften wij lezen: „Mon
Dieu! qu'ils sont utiles aux pécheurs, les
lieux dédiés a la piété de la très-sainte
Vierge" (Mém. autogr. t. I. p. 124).
„Mijn God, wat zijn de oorden, toegewijd
aan de devotie tot Maria, nuttig voor de
zondaars."
W. A—s.
De „boom der verschijnin.
gen", een Meidoornstruik
nabij de grot te Beauraing.
De boom is afgerasterd, om
tegen te gaan, dat hij uit de
votie zal wordenver
nield door pelgrims, die een
stukje hout wenschen mee
te nemen.
In het bisdom Den Bosch
Zijne Hoogw. Excellentie de Bisschop van
i-Hertogenbosch heeft benoemd tot pastoor
2 Miilingen den Weleerw. Heer A. F. W. Ver-
iel, tot Kapelaan te Tilburg (H. Margarita
laria) dca Weleerw. Heer L. H. J. Custers,
ot Kapelaan te Oss (H. Hart), den Eevw.
leer M. C. van de Ven, priester van het se-
ninarie, tot Conrector van het Moederhuis
er Eerw. Fraters te Tilburg den Weleerw. Heer
1. L. J. M. van Hout, tot Kapelaan te Til-
rurg (Heuvel) den Weleerw. Heer H. J. M. van
temenade, tot rector van Huize Assisië te
Jdenhout den Weleerw. Heer F. J. B. Hansen,
ot rector te Wijbosch den Weleerw. Heer G.
3. A. J. Terhorst, tot Kapelaan te Eindhoven
Gestel H. Lambertus) den Weleerw. Heer
L. E. J. van Herpt, tot Kapelaan te Nijmegen
H. Antonius Groesbeeksche Weg) den Wel
eerw. Heer J. P. C. Verhoeven en tot Kape
laan te 's-Hertogenbosch (H. Antonius) den
Eerw. Heer J. F. Maas, priester van het se
minarie.
Hedenmorgen om elf uur is pastoor J. Zwart
van de St. Bonifacius-parochie te Zaandam en
eere-kanunnik van het Haarlemsch kathedraal
Kapittel, die in de St. Jans-stichting te Zaan
dam wordt verpleegd, door deken A. Hollenberg
van Purmerend van de laatste H.H. Sacramen
ten voorzien.
Retraite Universiteits- en Hooge-
schoolstudenten
Van Donderdag 14 tot Zondag 17 Sept. wordt
in het retraltenhuis „Loyola" te Vught een re
traite gegeven voor Universiteits- en Hooge-
schoolstudenten.
Vanmorgen vroeg zijn zeven reusachtige
luxe autocars met ons reisgezelschap van
de Vereenigde Katholieke Pers naar België
vertrokken.
Zes cars met ruim 200 Amsterdammers
reden af van het Centraal Station, hierbU
voegde zich nog een zevende reisauto uit
Haarlem, terwijl tenslotte in Utrecht en
Breda het gezelschap werd gecompleteerd.
De stilzwijgende overeenkomst, welke de
Vereenigde Katholieke Pers met het weer
heeft gesloten voor het welslagen van haar
excursies, was ook vanmorgen van kracht. En
dit werd dubbel op prijs gesteld. Twee dagen
immers blijft thans het reislustig gezelschap
onder de vleugels der V. K. P. en deze vleugels
reiken wederom tot over de grenzen.
Toen dan ook de deelnemers in den prillen
morgen met tram en auto's voor het Centraal
Station samenkwamen, was men opgeruimd en
welgemoed. De atmosfeer was zoo mild, dat
nauwelijks een zuchtje de rood-wit-blauwe en
geel-witte vlaggen der V. K. P.-auto's bewoog.
Goedaardige stapelwolken met blauwe naden
hingen verstrooid aan den hemel, alleen naar
het westen boven de ijle spitsen van de
Posthoornkerk dreigde een lood-grauwe regen
lucht, die echter voorloopig nog niet veront
rustte.
Om half zeven had zich voor het westelijk
viaduct een half dozijn kleurige reisauto's op
gesteld en om dezelfde klok verschenen ook
de eerste reizigers, die prompt werden ontvan
gen door de leiders van den tocht, herkenbaar
aan banden en strikken. Geleidelijk vulden zich
de wagens. Puik voorbereid verliep alles rustig
en ordelijk. Niemand behoefde zijn plaats te
zoeken, niemand moest wachten en met bijzon
dere wenschen en verlangens werd voorzoover
dit al niet was geschied, nog zooveel mogelijk
rekening gehouden.
En zoo zag men niets dan tevreden gezichten
achter de vensters, menschen die het zich eens
recht gemakkelijk maakten in afwachting van
de komende dingen, die niet anders dan goed
zouden zijn.
Vervelen behoefde men zich niet. Reeds
nu bood de ochtendbedrijvigheid rondom
afwisseling genoeg: het verladen der bloemen-
zendlngen aan den waterkant, een oogen-
weelde van prachtige kleuren, de ononderbroken
stroom van het verkeer en ten slotte de ven
ters. die aan de V. K. P. een handgeld wilden
verdienen.
„Mooie rijpe bananen" in verleidelijk groote
trossen werden den deelnemers door de venters
aangeboden, en al was men ruimschoots voor
zien, de kooplui kwamen behoorlijk los.
Om zeven uur was men in vijf der zes wagens
compleet. Overal telde men de neuzen, maar
geen „dierbaar hoofd" ontbrak. En zoo klapten
de portieren, motoren begonnen te ronken en
onrustige claxon-signalen animeerden den hoofd
leider tot het sein van vertrek. Juist op dit
\.V:^
oogenblik begon de Iuidklok van de St. Nico-
laaskerk te beleren, wat een plechtig-vreugdige
stemming wekte.
Nog luidde de klok, toen de hoofdleider om
vijf minuten over zeven het sein gaf tot ver
trek. Vijf van de zes reisauto's zetten zich in
beweging en met fier uitwaaiende vlaggen
schoven zij over de brug van het Havenfront
langs de Martelaarsgracht de stad in, nieuwsgie
rlg nagestaard door het publiek. Eén wagen was
achtergebleven. Hier ontbraken nog drie schaap
jes, de traditioneele laatkomers, Lang kon
echter niet worden gewacht. Om zeven uur tien
ronkte de motor en even later gleed ook de
laatste wagen met drie vacatures weg in de
richting Utrecht.
Juist op dit oogenblik brak de zon door het
wolkendek, blonken glanzend de gevels langs de
kade en schoten gouden vonken van de torens
der stad. De reis was begonnen met de beste
verwachtingen.
Onze redacteur, die den tocht meemaakt,
meldt ons:
Vroeg dag Zaterdag! Om zeven uur precies
zouden de luxe-autocars van de Centraal
stations Amsterdam en Haarlem vertrekken. De
Utrechtenaren hadden toen nog een uurtje den
tijd in de hoofdstad van het Sticht. Maar wie
van elders uit het land deelnamen aan de
premiereis der Vereenigde Katholieke Pers
moesten vroeg op om zich op de genoemde
plaatsen of te Breda, bij ons gezelschap aan te
sluiten. Voor deelnemers uit Leiden, Den Haag,
Arnhem, enz. waren dan ook afzonderlijke rege
lingen getroffen. En zoo stonden hedenmorgen
zes reuzen autocars bij het Westelijk viaduct oin
de kern van het gezelschap op te nemen. Uit
Haarlem kwam een afzonderlijke wagen zich
later onderweg bij hen voegen. Onder de leiders
was een geestelijke door wiens verschijning de
deelnemenden er aan werden herinnerd dat
deze lokkende pleiziertocht ook een geestelijken
Inslag had door het bezoek aan Beauraing, het
Belgische dorp der vurige Maria-vereering. Ook
kapelaan L. J. M. Beune der parochie van de
H. H. Nicolaas en Barbara (De Liefde) te Am
sterdam, voegde zich bij ons ten einde te Dinant
er voor te zorgen dat voor ons gezelschap op
een, voor ons meest geschikt tijdstip, een H. Mis
in de Notre Dame Zondagmorgen zou worden
gelezen.
AmsterdamUtrechtBredade
tocht was voorspoedig, de stemming goed, het
weer heerlijk voor dezen autotocht.
Reizen per autocar heeft z'n heel eigene be
koring. We zien ons eigen landje weer „anders
dan anders". We kennen het „van uit" den
trein. Maar per auto leert men de schoonheid
van eigen land op andere wijze waardeeren.
En.... men ziet eens met eigen oogen waarover
men zooveel leest ln de couranten: de nieuwe
autowegen, den hinder der ponten, de obsta
kels die voor het moderne autoverkeer nog weg
genomen moeten worden.
Bredaoefeen heele rit! Even de
beenen strekken. Even den kop koffie en de
ververschingen waardeeren die worden aange
boden. Veel tijd hebben we niet. Het loopt bij
elven.
En om half twee Belgischen tijd dienen we
al ln Brussel te zijn bi) 't Gare du Nord ten
einde aldaar te kunnen lunchen.
Ons dagprogramma is een legkaart, want
tegen vijf uur worden we te Han verwacht voor
een bezoek aan de beroemde grotten. Het zal
wel 'n minuutje later dan het aangegeven tijd
stip van klokke acht zijn voor we in Dinant,
onze pleisterplaats, kom om aldaar te logee-
ren, De gemeentesecretaris, optredende voor het
vreemdelingenverkeer, is behulpzaam geweest
met de logiesregeling, welke voor een groot ge
zelschap als 't onze niet zoo'n lichte taak was.
Morgen: Beauraing.
Onze tocht is geen beevaart, is een plelzlerreis
door eigen land en België. Maar over Beauraing
is ln het laatste half Jaar te veel gesproken en
geschreven, het kleine onooglijke dorpske m
't bisdom van Namen is te schielijk in enkele
maanden tot een centrum van Mariavereering
geworden, dan dat het Katholiek gemoed niet
zou bewogen worden door de gedachte: morgen
zijn we te Beauraing.
i We zijn allen gehoorzame kinderen der
Moederkerk die steeds tot wijze voorzichtigheid
aanmaant. Er wordt nog door de medische en
theologische wetenschap te veel gestreden over
de echtheid der verschijningen en de waarde
van vermeende wonderen, dan dat ons leeken-
gezelschap een beslissend woord zou durven
uiten. In eigen kring is verschil van inzicht.
Doch hoe ook en wat ook: wie zooals wij alreeds
onmiddellijk ln December het gebeuren te
Beauraing heeft gadegeslagen zal getroffen zijn
en ontroerd door de aanhankelijke en werke
lijke devote Maria-vereering van het gewone
volk.
Er moge nieuwsgierigheid, er moge reislust
met vroomhetdszln wedijveren bij de tochten
tier duizenden naar Geauraing: een openbaring
van den modernen dag is toch die „toevlucht"
tot Maria.
En moge de grond rondom de Lourdesgrot
in den kloostertuin al dan niet gezegend zijn
door Maria's verschijning zelve, die grond ir
zeer zeker gewijd door de vereerinK van het
volk: en we knielen neer op dien grond voor
en Ave Marijke en in ons hart zingt het
'laar ter eere
Naar aanleiding van de mededeelingen over
het Duitsche Kunstzijde Syndicaat deelt de
Directie van de A. K. U. mede, dat de conclu
sies, die met meer of minder fantasie getrok
ken zijn uit den brief van den Reichswirt-
schaftsminister over het recht der aangegslo-
ten leden om hun contract onmiddellijk op te
zeggen en welke conclusies betrekking hebben
op de leiding van de A. K. U. en het leggen van
meer of minder gewicht ter productie in
Duitschland of Nederland zeer onjuist zijn.
Ter geruststelling kan gezegd worden, dat de
leiding van de A.K.U. volkomen eensgezind is
en dat er in de genomen en eventueel te nemen
Duitsche maatregelen geen vaar ligt voor slui
ting van fabrieken te Ede of Arnhem.
De muzikanten van 't 14de bataljon te Buiten
zorg, die door muzikale wandelingen den moed
er zoo'n beetje in houden in de residentie, heb
ben, naar het „Bat. Nbl." vertelt, op 12 dezer
een sensatie beleefd, die hun nog lang heugen
zal:
Juist toen zfj, vol vuur den „Toreaaor-Marsch"
uit Carmen speelden en met fieren tred bij het
Escomptogebouw omzwenkten, arriveerde 'daar
een jonge karbouw, die door dolle sprongen dui-
df».'jk zijn opinie toonde over deze uittarting van
het gemeenschapsgevoel der runderen.
Zooals men weet, vormen de stieren ln Spanje
een „onderdrukte minderheid."
De kapelmeester bleek een man van groot be
leid en hy gaf veiligheidshalve bevel de muziek
te stoppen, maar het was te laat!
De buffel was al lang niet meer te houden
en rende woestnijdlg den troep tegemoet.
En aangezien het „La garde meurt, mais ne
se rend pas," niet voor muzikanten geldt, was
het eert „sauve qui peut."
Doch een opgewonden karbouw te ontwijken
is niet zoo gemakkelijk als men denkt, omdat
zoo'n onguur beest zelf niet weet, waar het
loopt, zoodat er warempel slachtoffers vielen.
De klarinettist kreeg een opdoffer, die lang
niet malsch was en de man, die altijd zoo ge
voelig de trombone bespeelde, werd op de meest
unfaire manier in zijn partes posteriores ge
raakt!!
Dit leidde tot duidelijke, ofschoon vruchte-
looze, exclamaties en verklaringen zijnerzijds.
Het beest werd met veel moeite achter het
Escomptogebouw tot bedaren gebracht, terwijl de
trompetter heel schuchtertjes „verzamelen" blies
en het corps met slaande trommen doch aan
merkelijk geringei fierheid de arena verliet.
Z.H. Exc. Mgr. A. F. Diepen zal in de vol
gende week Vrijdag geen audiëntie verlee-
In het Duitsch grensgebied zal het riviertje
de Niers, dat op Nederlandsch gebied bij Gen
nep in de Maas uitmondt, in werkverschaffing
worden verbeterd. Gemeld wordt, dat hiervoor
een bedrag van circa een millloen mark alleen
voor loonen is uitgetrokken. Ongeveer 40.000
morgen land zullen door deze werken in cul
tuurtoestand worden gebracht.
De betrokken Duitsche grensgemeenten ne
men daadwerkelijk aan de uitvoering van dit
groote waterverbeterlngscomplex deel.
De omvangrijke voorbereidingen voor den
grooten Katholiekendag ln Weenen van 712
September zijn ln vollen gang. Deze dag valt
dit Jaar samen met het 250-jarig herdenkings
feest der bevrijding van Weenen van de bele
gering der Turken in 1683, waardoor de fees
telijkheden nog uitgebreid worden.
Duizenden uit alle landen hebben zich reeds
aangemeld. Men verwacht een grooten toeloop
van vreemdelingen- zoodat behalve de ln Wee
nen bestaande hotels en pensions nog circa
60.000 particuliere kamers aan het uitvoerend
comité ter beschikking zjjn gesteld.
Bovendien zijn er in Weenen nog twee chris
telijke Hospize (Wlen IX, Rossauerlande 37 en
Wlen VIII, Langegasse 13), tot welker tot
standkoming indertijd vanuit Holland krachtiv
is meegewerkt.
Te Cllnge, het centrum der Zeeuwsch-Vlaam-
sche klompenindustrie, heeft Woensdag de
opening plaats gehad van de Zeeuwsche klom-
penbeurs, georganiseerd door den R.K. Klom-
penmakersbond „St. Gummarus". Ofschoon
deze beurs de eerste lustrumbeurs der Zeeuw
sche klompenmakers is, wordt zi) zonder feest
betoon gehouden wegens den noodtoestand
waaronder het klompenbedrijf gebukt gaat.
Intusschen blijkt bij een bezichtiging der vele
stands op deze beurs, dat de moed der klom
penmakers ook ln Zeeland niet ontvallen is. Er
zijn talrijke belangwekkende stands van aller
lei soorten klompen, machines voor de klom
penindustrie enz.
De Zeeuwsche klompenbeurs duurt van 23-24
Augustus. Zij staat vooral ook ln het teeken
der bevordering van het Nederlandsche fabri
kaat.