Sport en spel <Kd vet&aal van den day ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSONschoenen Een feest voor je teenen DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN DINSDAG 29 AUGUSTUS ZWEMMEN Nationale zwemwedstrijden en polotournooi bij H. P. C. te Heemstede TENNIS Duinwijck-tournooi CRICKET X. K. LyceumP. C. C. C.V. H. I—HAARLEM II Gewonnen door C. V. H. met 74 runs op de 1ste innings C. V. H. kampioen der 2e klasse A HONDENSPORT Dresseerclub „Zuiderhout" achterbleef I Een Rembrandt ont dekt? Het tinverbruik NAAR HET DUITSCH VAN RUDOLF HERZOC Begunstigd door schitterend zomerweer hield H.P.C. Zondagmiddag haar jaarlijksch zwem feest in de Zweminrichting aan den Glipper- weg. Een goede maatregel was het op tijd begin nen en om even 2 uur wordt aangevangen met een polowedstrijd H.Z. en P.C.—Ziar. H.Z. en P.C. is zeer gehandicapt door de af wezigheid van Reekers en Schrieder, waarvoor v. Leeuwen en Snoeck invallen. Wel onderneemt H.Z. en P.C. den eersten aanval, doch na 'n vrijen worp van Zian krijgt Haas den bal in vrije positie en scoort: 01. Even later maakt Hegie zich los, plaatst naar v. Hal, die via de lat scoort: 0—2. Keeper Rijpstra bij H.Z. en P.C. blijkt zeer onbetrouwbaar, want ook een ver schot van Hegie gaat langs hem: 0—3, terwijl de TTa.p* eveneens van verre den bal in het net depo neert: 04. Even voor rust weet Ingeluijff tegen te sco ren, terwijl Ingeluijff na rust ook nog een strafworp benut. Met 42 voor Zian komt het einde. Voor no. II, afvalwedstrijd meisjes-adspiran- ten van H.P.C. tot 12 jaar verschijnen 10 deel neemsters. Hier blijken al snelle zwemstertjes onder en aan spanning ontbrak het niet, ook niet bij de meisjes van 13 16 jaar, waaronder goede aspi ranten voor de Polo. Ook onder de aspiranten (jongens) zit 11 goed materiaal voor den toekomst; 32 2/5 sec. over de 50 M. vrije slag is zeker niet slecht. No. 4 zou beslissen over het kampioenschap Kring Haarlem 100 M. vrije slag dames-senio ren. Mej. Kann van H.P.c. legden op den titel weer beslag in den tijd van 1.22 3/5. Dit was een felle strijd tusschen haar en haar clubgenoote, die tot op 75 M. nog naast haar lag. De eindspurt besliste ten slotte. De 100 M. schoolslag dames was voor mej. T. Verbeek van H.D.Z. Voer de 100 M. vrije slag heeren was wel Animo: 13 deelnemers. De H.P.C. en Kemper wist zich no. 2 te plaatsen en Philippo no. 4, wat niet slecht is. Verveer van Zian was hier verre favoriet. Jammer dat in de 100 M. vrije slag heeren senioren J. v. Hemsbergen zijn wisselbeker niet verdedigde. Nu ging het tusschen Scheffer van D.J.K. en Mooi van H.P.C. Scheffer wilde probeeren zijn eigen record te verbeteren, en kreeg een goede kans, daar Mooi gedurig naast, hem bleef. En als Mooi in de laatste baan niet even in de touwen verward"* was geraakt, had hij stellig een kansje gemaakt voor den eere-titel. Van de 5 x 50 M. vrije slag estafette jongens (adspirant'-n) ging de strijd tusschen H.V.G.B, die met 3 ploegen uitkwam, en Haarlem. H.V. G.B. 1, won tenslotte met 2 sec. verschil. Ter afwisseling werd een polowedstrijd ge speeld tusschen H.P.C. en H.Z.—P.C. H.P.C. verschijnt als volgt: Schutters A. J. Braam H. Leyenaar F. W. Molenaar J. Uitendaal j. Kooijman S. L. Mooi Scheidsrechter is J. de Vries. Nu is de H.Z. en P.C.-keeper blijkbaar beter in vorm. Ook de aanval is gevaarlijker, maar strandt op de hechte H.P.C.-verdeediging. Mooi zwemt eens van verre op, doch schiet dan tegen den paal. Aan de overzij weten de H.P.C.-ers gevaar te voorkomen. Als Mooi weer snel op komt zwemmen, moet Sirks Uitendaal vrijlaten. En als deze dan naar Mooi komt zwemmen, plaatst deze handig naar Uitendaal, en de stand is 10. Wel komen er voor beide doelen gevaarlijke momenten, maar score blijft voor rust verder uit. Rust 1—0. Na rust direct een aanval der Hagenaars, maar Ingeluijff schiet over. Aan de overzij schiet Mooi een zekere kans naast. Als Kooijman en Sirks voor te vroeg wegzwem men het water uit moeten, is de aanval van H.P.C. wel iets verzwakt. Maar tenslotte komt Uitendaal voor Rijpstra. Het eerste schot stopt hij wel, maar de bal komt weer bij Uitendaal en daar is het pleit beslist, en met 20 )s H.Z. en P.C ten tweeden male geslagen. Voor den 25 M. vrije slag abonnee's der in richting beneden 15 jaar verschijnen, maar even 34 meisjes aan den start, wel een bewijs dat er onder de jeugd veel animo voor zwemmen is. Voor de jongens bepaalde 't aantal zich maar tot 11. En teekenend is het ook dat het snelste meisje het baantje maakte in 181/5 sec.; de snelste jongen 18 3 5 sec. Voor den wisselbeker 5 X 50 M. vrije slag heeren verschenen 7 ploegen aan den start. De houder U.Z.C. was absent, wat voor de spanning wel jammer was. In de tv/eede serie met H.P.C. was de span ning onder het publiek wel het grootst. Als van Zadel en Kemper beter baan gehouden had den, dan had de uitslag wel eens in het voor deel van H.P.C. kunnen uitvallen. In de 3 x 50 M. estafette dames tevens om 't kampioenschap van den Kring Haarlem komen 3 ploegen uit van H.P.C. en Zignea benevens 1 ploeg van H.Z. en P.C. en een van Water lelie. Vooral in de 2e serie met H.P.C .1 daveren de aanmoedigingskreten over het water. ïn 2.06 4/5 legt H.P.C. beslag op den kampioens titel. Een aardige afwisseling was een demonstratie schoonspringen, met o. a. de kampioen van Ne derland J. Stotijn van H.Z. en P.C. en Metten van het IJ. Maar ook mej. N. v. d. Voort van „Haarlem" en mej. v. Elk van de „Waterlelie" (Zaandam) oogstte veel bijval. De dames A. Neve en F. de Boer bleken in den heer Hemsing 'n goeden leermeester gehad te hebben. Gezien den korten tijd dat deze dames onder de leiding van den heer Hemsing ge oefend hebben, gaven zij al mooi werk te zien en zullen stellig nog wel eens van zich doen spreken. Een niet onbelangrijk nummer was de 10 x 50 M. vrije slag estafete heeren, waaraan H.V. G.B., Zian, D.W.R., D.J.K., Haarlem, H.P.C. en H.Z. en P.C. deelnamen. Meer spannend voor het publiek was de 2e serie, waarin H.P.C. uitkwam. Pas in de 4e wisseling loopt H.Z. en P.C. iets uit, doordat Bigot het niet tegen v. Aarem kan redden, terwijl later Uitendaal door slecht kee- ren nog iets verspeelt. Wel loopen later Kemper en Mooi iets in, maar de afstand was te groot geworden. Tenslotte nog een polowedstrijd tusschen H. P.C. en Zian. Hegi van Zian en Mooi van H.P.C. moeten al spoedig wegens te vroeg wegzwemmen het water uit. H.P.C. neemt de leiding door Kooij man uit een strafworp: 10. Er wordt vrij forsch gespeeld, doch scheids rechter de Vries weet erger te voorkomen. Door een fout van Uitendaal komt v. Hal ge vaarlijk dicht bij Kohier, die nu het doel van H.P.C. verdedigt. Doch Leijenaar voorkomt erger. Rust 10. Als even na rust Mooi zich heeft vrijgemaakt en naar Braam plaatst, geeft deze over naar Uitendaal, die onhoudbaar scoort, 20. Weer maakt Mooi zich vrij, plaatst naar Kooijman, die op een listig ewijze Scheevelen- bosch het nakijken geeft, 30. Zian profiteert dan van een gemoedelijk op vatten van HPC, C. de Haac komt vlak voor Kohier, deze zwemt ver naast zijn doel, doch veroorzaakt een corner, die door H. Willems genomen naar v. d. Voet plaatst, die maar voor het inschieten heeft. Hiermede komt het einde en wint ook HPC dezen wedstrijd. De uitslagen zijn als volgt 1. H.Z. en P.C.Zian 24; 2a afvalwedstrijd voor meisjes adspiranten HPC tot en met 12 jaar: 1. mej. M. Lambertse; 2. mej. Carpentier. Ilb. dito voor meisjes van 1316 jaar: 1. Jo- pie Vermeer; 2. J. Kubats. III. 50 M. vrije slag voor jongens-adspiranten HPC: 1. A. H. Sipkema 32 2/5 sec.; 2. W. J. Derx 34 1/5 sec.; 3. G. Leih 36 3/5 sec. IV. 100 M. vrije slag dames senioren (na tionaal) tevens kampioenschap Kring Haarlem, 6 deelneemsters: 1. mej. C. Kann, HPC, 1.22 3/5; 2. H. de Carpentier HPC 1.25. V. 100 M. schoolslag dames senioren, nation. I. T. Verbeek, HDZ, 1.31 1/5; 2. L. Kolderie DWR, 1.32; 3. mej. Roem Waterlelie, Zaandam, 1.35 3/5. Vla. 100 M. vrije slag heeren junioren natio naal: 1. E. Verveer, Zian 1.07 2/5; 2. Chr. Kem per, HPC, 1.10 4/5; 3. H. Bannink, Haarlem 1.11. 4. D. Philippo, HPC, 1.12. VI b: 100 M. vrije slag heeren senioren na tionaal: 1. J. C. Scheffers, DJK, 1.03; 2. S. L. Mooi, HFC, 1.05. VII. 5 x 50 M. vrije slag estafette jongens adspiranten nationaal: 1. HVGB I 2.52; 2. Haarlem 2.54; 3. HPC 2.57 1/5. VIII. Polowedstrijd HPCHZ en PC 20. IXa. 25 M. vrije slag abonne's der inrichting beneden 15 jaar (niet-leden van HPC) 1. Ans Oberink 18 1/5 sec.; 2. Allie Koster 19 sec.; 3. Annet Molhoek 20 sec.; 4. Polly Schalken 20 3/5 sec.; 5. Jeantje van Zoelen 20 3/5 sec.; 6. Molly v Erk 22 sec.; 7. Klazina Vrugt 29 sec. IX b. dito jongens: 1. G. Jutte 18 3/5 sec.; 2. J. Boetje 19 sec. X. 5 x 50 M. vrije slag estafette heeren (na tionaal wisselbeker (houder UZC)1. HZ en PC 2.27; 2. HPC 2.29 2/5; 3. Haarlem 2.29 3/5. XI. 3 x 50 M. wisselslag estafette dames (nationaal) tevens kampioenschap kring Haar lem: 1 HPC 2.05 4/5; 2. Waterlelie 2.08 4/5; 3. HZ en PC 2.12. XIII. 10 x 50 M. vrije slag estafette heeren (nationaal): 1. HZ en PC 5.03; 2. PHC, 5.07 2/5; 3. Haarlem 5.14. XIV. Polowedstrijd PHCZian 31. Na afloop reikte de voorz. van HPC, de heer A. J. Verspoor, de prijzen uit. Evenals vorige jaren wordt ook dit jaar het, mogelijk wat grooie aantal, tennistournooien in Haarlem besloten met het open B-tournooi op Duinwijck. Hoewel minder dan in 1932, is het aantal inschrijvingen bevredigend al is de reis van Groenendaal naar het Rijnland merkbaar. Onder gunstige weersomstandigheden kon wedstrijdleider dr. Th. de Crauw met zijn pro gramma beginnen waarvan reeds op den eersten dag een flink aantal partijen werd gespeeld. De uitslagen van de tot en met Maandagavond ge speelde partijen zijn: Heerenenkelspel: le ronde: G. van der Ploeg sl. G. F. van Löben Seis 9—7, 46, 62; J. H. Knoop sl. A. van Löben Seis 61, 62; T. El- horst sl. dr. Th. de Crauw 61, 108; J. Oudes sl. P. J. Frekenhorst 61, 62; H. Olree sl- J- Verwey 6—3, 6—4; P Schut sl. H. Sikkes 6—3, 6—3; G. A. Jonker sl. Vis 6—2, 6—3; J. de Rui ter sl. A. Huyser 6—0,^62; N. J. de Winter sl. J. A. Smit 6—3, 6—2; W. Kermer sl. C. K. van Beaumont 7—5, 6—1; W. vgn Bellen sl. J. C. Nieuwenhuys 63, 63; M. J. H. Felix sl. W. Kemper 6—1, 6—4; A. Land w.o. 2e ronde: W. Kermer sl. N. J. de Winter 57, 6—0, 6—2; G. van der Ploeg sl. „Van Stederen" 64, 8—6; T. Elhorst sl. J. Oudes 6—1, 6—3; P. Schut sl. H. Olree 4—6, 6—2, 6—2; J. de Ruiter sl. G. A. Jonker 8—6, 6—4; M. J. H. Felix sl. W. van Bellen 57, 60, 60; R. W. J. Schreu- der si. A. Land 46, 60, 62. 3e rondeR. W. J. Schreuder sl. M. J. H. Felix 6—3, 64. Damesenkelspel: le ronde: mej. D. de Bock sl. mevr. van Bellen 61, 62. Heeren dubbelspel: le ronde: G. F. van Löben Seis en W. Kermer sl. A. van Löben Seis en G. Pliester 62, 46, 61; J. de Ruiter en C- Melse sl. W. Olivier en H. van Hezel 6—0, 60; J. C. Nieuwenhuysen en P. Schut sl. M. J. H. Felix en R. W. J. Schreuder 0—6, 8—6, 97; N. J. de Winter en J. Ziegler sl. P. Meslier en Schultz 62, 62, Damesdubbelspel: le ronde: jonkvr. J. van Riemsdijk en mej. T. Leeuwenberg sl. mej. D. Hooft en mej. C. Leenders 75, 63. Gemengd dubbelspel: le ronde: mej. Reijenga en N. Boon sl. mej. L. Klipp en C. Denijs 62, 57, 63; mej. T. Leeuwenberg en G. F. van Löben Seis sl. mej. M. Wamsteeker en C. van Dooren 63, 61; mevr. en M. Felix sl. mevr. van Bellen en W. van Bellen 61, 61; mej- D. de Bock en G. Jonker sl. mej. D. van de Haar en dr. Th. de Crauw 64, 16, 64; mej. Leenderts en H. Sikkes sl. mej. N. N. en Vis 60, 62; mej. Bosman en P. Schut sl. mevr. N. de Ruiter en J. de Ruiter 63, 36, 97. F. C. C. gaat na het winnen van dien toss batten. De wickets vallen in een zeer snel tem po en nog vóór de lunch is de P. C. C.-innings beëindigd. Totaal 31. Voor het R. K. Lyceum bowlden: J. Bolle 36, F. Sevelce 68 en F Gustenhoven 111. Het R. K. Lyceum scoort vervolgens 92. J. Gubbi had hiervan wel het leeuwenaandeel met een zeer harde 49 (1x6 en 7x4). Verder J. Bolle 11 en Mr. Extra 10. Voor P. C. C. bowlden Th. Kruit 525, J. Roozen 218, P. v. d. Vlugt 239. Daar de tijd ontbrak voor een 2e innings won het R. K. Lyceum dus met 61 runs op de 1ste innings. Roodt verliest den toss en moet gaan batten. Koch en Zeeuwe openen op den aanval Blok en J. de Boer. In het begin is het openingspaar de bowlerij aardig meester. Zooals gewoonlijk verdedigt Koch stug en zijn partner zorgt voor de runs. Op 29 is het Zeeuwe's beurt om te vertrekken voor een zeer goede 24. Roodt komt daarna in en slaat na eenige singles direct een formidabele zes op den inmiddels aangezetten R. de Vries. Inmiddels is ook Koch verdwenen en krijgt de captain steun van G. van Lange- laar. Dit tweetal brengt de 47 op het bord, als Roodt door A. van den Berg op het bowlen van de Vries voor een vlugge 18 gevangen wordt. Dan is het even een komen en gaan. Vogelsang is er direct geweest. Ook Middelink en van Langelaar blijven met elk 9 runs ver onder hun kunnen. D. de Vos en J. van Orden stuiten dan de collapse. Beiden beginnen vrij voorzich tig en weten op het goede Haarlem-bowlen meestal met singles het totaal langzamerhand op te voeren. Als van Orden voor 11 gebowld is gaat D. Nos sneller scoren totdat C. Dekker hem voor een uitstekend gespeelde 25 bowlt. Goos- sens is intusschen door een misverstand run out gegaan. Kwantes slaat nog 1 vier en dan sluit de C.V.H. innings op 112. Bowlingcijfers: A. Blok 2—14, J. de Boer 0—28, R. de Vries 3—33, C. Dekker 214, O. Abendanon 114, A. v. d. Bergh 14. Van de Haarlem-innings valt niet veel te vertellen. Op den goeden C.V.H.-aanval is het op 38 afgeloopen. Roodt met 3 prachtige vangen had hier een groot aandeel in. Alleen Blok en Mulder met resp. 11 en 10 bereikten de dub bele cijfers. G. Zeeuwe 517, J. Middelink 4 13, A. Roodt 1—5. Als de palen uit den grond getrokken worden is dus C.V.H. na 'n prachtig seizoen met grooten voorsprong kampioen geworden. Een mooi suc ces voor Roodt en zijn mannen. Het goede bowlen en dito fielden heeft een groot aandeel hierin gehad. Met een aanval Zeeuwe-Middelink en een goeden change-bowler als Roodt zien wij C.V.H. met een gerust hart de overgangsklasse ingaan. Het batten zal zeer zeker verbeterd dienen te worden. Doch met eenige goeden wil is dit zeker te bereiken met het aanwezige goede materiaal. Zondag hield de dresseerclub „Zuiderhout" een onderlingen wedstrijd voor hare leden op het terrein het „Terras" te Santpoort, welwillend afgestaan door de Ver. „Kent U Zelf." Keurmeesters waren de heeren Loherse en v. Andel. Begunstigd door prachtig zomerweer is deze wedstrijd, gezien het werk der honden, niet anders dan een volledig succes geworden voor de vereeniging, welke volgende maand haar 12 -jarig bestaan viert. Énkele fouten daargelaten kan het werk heel goed genoemd worden. De einduitslag was als volgt: Gediplomeerde honden: No. 1 de heer Giorgïs met Astor 264 punten; No 2 de heer Vreden- burg met Moortje 250 punten; No. 3 de heer Cijs met Wolf 246 punten; No. 4 de heer Caue- rens met Arno 223 punten. Tweede afdeeling ongediplomeerde honden: de heer Zomerdijk met Belg. Herder 198 punten; de heer Visser met Belg. Herder 179 punten. Bij de jonge honden was de uitslag: No. 1 de heer Schouten; 2 Wijnands; 3 Boersma; 4 Bos man; 5 de Haas; 6 v. Putten; 7 Buurman; 8 Langelaar en 9 Zeeuwen. De prijsuitreiking zal plaats vinden op 6 Sep tember in café „Spoorzicht" alhier. JPo<t4V Toen Robbie de bamboestokken in den grond had geslagen, stak hij den pudding op beide punten van de stek ken en toen stak hü den palmtak als een staart in het baksel van Willie Woensdag en den hamer als een kop. Topsy zag een van de gekste beesten, die ze ooit had gezien. De twee lepelaars waren erg ge schrokken, toen ze het vreemde dier zagen. „Nou, ik heb nog nooit zoo'n vogel gezien," zeide Madge. „Nee, ik geloof dat je ook liever niet een tweede ziet," merkte Mu riel op. (Morgenavond vervolg.) Willie Woensdag had een grooten krentenpudding gemaakt, maar zoo, dat niemand er iets van wilde eten. Robbie zeide, dat hü met dien pud ding een grap wilde Uithalen met Madge en Muriel, de twee lepelaars. Hij ging naar het strand met den pudding en andere voorwerpen. „Wat wil je daarmee uitvoeren," vroeg Topsy, „en waarom neem je bamboestokken en een palmtak mee?" (Ingezonden Mededeelingen.) Het tooneel is een woeste, onherbergzame streek van N.W. Canada. Daar stond een bouw vallige hut, die geheel was ingesneeuwd. Daar binnen drongen zich twee mannen om de gloeiende kachel. Ze zaten daar eenigen tijd zonder een woord te spreken. Eindelijk nam de oudste van de twee z'n pijp en begon kalm te rooken, terwijl de ander rusteloos met een stukje papier speelde. „Hoe lang denk je dat de proviand nog zal duren?" vroeg de rooker. „Twintig, hoogstens vijf en twintig dagen," antwoordde de ander. „Maar dan moeten we ook hyper-zuinig zijn. Twee beschuiten per dag, meer niet." De ander las voor de tiende maal de potlood krabbels op het stukje papier, dat hij in z'n hand hield. „Vreemdeling, doe alsof je thuis bent. Veel is er niet, maar maak gebruik van wat er is. Binnen eenige maanden kom ik weer hier met nieuwen voorraad. Dick." „Hij schijnt niet lang geleden hier voorbij te zijn gekomen, denk je ook niet?" „Hoogstens drie weken geleden. Maar zouden we de dichtst nabü zijnde nederzetting niet kunnen bereiken?" „In dezen tijd van 't jaar? Neen, dat is on mogelijk." „En die Dick, zal die niet eerder terug zijn dan in vijf weken?" „Neen, zeker niet." „Nu, dan ziet het er leelijk uit." De ander haalde z'n schouders op en zweeg. „Alles goed en wel," hernam z'n kameraad, „maar als Dick komt, zal hü twee menschen vinden, die den hongerdood gestorven zijn. Heb je dat wel goed begrepen?" Hij schoof z'n stoel achteruit en liep met groote stappen het vertrek op en neer. Op de tafel lag een pak speelkaarten. Hij nam ze op en begon ze gedachteloos te schudden. „Het is toch eigenlijk niet noodig dat we allebei sterven," sprak hij langzaam. De ander keek op. „Niet?" „Neen, er is voldoende voedsel voor één, is 't niet?" „Dat is er." „Nu, dan zullen we de kaarten laten beslis sen. Die de hoogste kaart trekt, blijft hier met het voedsel. De ander vertrekt. Afgesproken?" „Goed." „Kom dan hiér," zei de ander ongeduldig. Eén keer trekken en een aas telt het laagst. Ga je daarmee accoord?" Z'n makker knikte toestemmend, stond op van z'n stoel en liep naar de tafel. „Schoppen twee!" zei hij, nadat hij een kaart getrokken had. Met een onhandige beweging schudde de an der de kaart. Terwijl hij ze op tafel legde, viel de bovenste er af op den grond. „Ja, jij gaat!" riep hü opgewonden. „Ik heb harten heer! Het. spijt me, kerel, dat jij het bent." Hij scheen het werkelijk vervelend te vinden, toen de ander aanstalten maakte om te ver trekken. „Nou, geluk hoor! Ik hoop voor jou, dat Dick op tijd komt." Langzaam liep hij naar de deur, maar wachtte even, toen hij de stem van den ander hoorde: „Heb je nog wat tabak bij je? Jij hebt het toch niet meer noodig en ik „Neen, ik heb 't niet meer noodig; binnen een paar uur ben ik bevroren." En hij haalde een pakje tabak uit z'n zak en wat sigaretten papier, dat hij op tafel wierp. „Nu, vaarwel." „Vaarwel." Een golf van sneeuwvlokken woei naar bin nen, toen de deur werd geopend en de man de duisternis' en den dood tegemoet snelde. De man die achterbleef rolde onhandig een sigaret, want de middelvinger van z'n rechterhand ont brak. Hij bukte en raapte de kaart op, die bij het schudden gevallen was. Het wasschop penaas. Hij glimlachte bitter, stak z'n sigaret aan en wachtte op den terugkeer van Dick, die z'n leven moest redden. Het was jaren later. De atmosfeer was zwaar geladen. Het was, alsof al de hitte van den langen, tropischen dag in het kleine, wrakke hutje samengeperst was. Gevleugelde, kleine in secten vlogen rond, roodharige spinnen liepen langs den wand op en neer en in het grasdak verried het onophaaldelijk geratel de aanwezig heid van één of meer slangen. Het gegons van duizenden muskieten vervulde de lucht, maar boven alles uit klonk de diepe, eentonige dreun van een trommel. Het was een bewijs, dat de bloeddorstige ne gers een groot oorlogsfeest voorbereidden. De twee blanke mannen in de hut keken elkander aan. „Wat denk jfj er van, Ruby? „Nou, die negers bespelen hun oorlogstrom niet voor de grap. Ze zijn op stap voor ons bloed; het jouwe en het mijne enze krijgen het ook. Ik reis al jaren in deze streken en ik ken ze. Ze zullen een van ons tweeën aanstonds halen om hun feest op te luisteren." „Maar we kunnen ze toch van ons lijf houden. Ze hebben geen geweren." „Neen, maar ze hebben speren en ze weten perfect, hoe ze die dingen moeten gebruiken." „Hoe lang denk je, dat het nog duren zal, voor ze onze hut in brand steken?" „O, niet lang. Dat zal waarschijnlijk het hoogtepunt van 't feest zijn, om ons als ratten te zien verbranden. Nog enkele uren en de zon komt op en dan is het met ons gedaan." „Kunnen we niet vluchten?" „Hoe ver denk je wel te komen? Geloof me, we worden nauwkeurig bewaakt." „Maar ik heb hier toch niemand gezien, toen ik naar buiten keek." Och, dat zegt niets. Al zijn die negers aan 't feesten, je kunt er zeker van zijn, dat ze voor ons onzichtbare bewakers aangesteld hebben." Buiten hoorde men een paard trappelen. „Wat verhindert ons, met het paard er van door te gaan?" vroeg Leefson. „Ze hebben het niet meegenomen. We springen beiden op z'n rug en gaan er van door. Dat is een kans." „Maar een verbazend kleine. Jij weegt 80 kilo en ik nog meer. Voor we vertrekken, is het dier in tweeën gebro- ken." De ander dacht XJSi rtic even na en her- nam: „Hoor eens Reely, jij neemt mijn paard en 1 tracht te ontko- men." „Neen, het is jouw paard; jij neemt het dus. Schiet op, ik wil niet." „Maar...." „Neen, ik wil niet, en daarmee uit." Er viel een stilte en het was Leefson die het eerst sprak. „Luister eens hier, Reely," sprak hij, op over- redenten toon; „ik ben er de man niet naar om hier rustig te zitten wachten, totdat die zwarte duivels ons gaan braden. Een onzer kan veilig wegkomen. Aan den anderen kant zou ik me liever laten hangen dan kalm weg te rijden en jou hier alleen te laten. Heb je speelkaarten bij je?" Reeby legde een spel kaarten op tafel en vroeg: willen we gaan spelen?" „Neen", antwoorde Leefson, „maar ik heb een idee. We zullen trekken wie van ons blijft. Het aas telt het hoogst. Wie hoog trekt gaat, wie laag trekt blijft. Neem jij het eerst." „In orde", gromde Reely; „maar dan kan ik al vast snel weggaan, want ik ben altijd onge lukkig met kaarten." „Vooruit kerel, je vermorst je tijd!" „Ruiten tien," zei Reely, en liet z'n kaart zien. Leefson trok een kaart, keek er op en smeet haar op den grond. „Schoppen acht. Nou, vaarwel, Reely en veel geluk!" „Vaarwel Leefson; het spijt me dat ik je zoo alleen moet achterlaten." „Och, ga door. Verknoei je tijd maar niet en maak, dat je wegkomt." De deur van de hut werd onhoorbaar ge sperd en weer gesloten en het geluid van zich snel verwijderde paardenhoeven was nauwelijks hoorbaar door het eentonig gerommel der trom mels. Reely, man, die achterbleef, rolde onhandig een sigaret, want de middelvinger van de rech terhand ontbrak. Hij nam de kaart op, .die hij opzettelijk op den grond -had gegooid, het was.... schoppen aas, dezelfde kaart, waaraan hij eens per ongeluk z'n leven had te danken, doch waarmee hij nu gered had kunnen worden. Met een kalmen glimlach op z'n gelaat, stak hij een sigaret op aan de flikkerende kaars en wachtte, schijnbaar onverschillig, zn vreeselijken dood af. Onlangs kocht een zekere Henri Carpe te Drancy bij Parijs op de markt te St. Ouen een paneeltje, een winterlandschap dat hem aan trok, voor twintig francs. Naar thans verluidt zouden kenners van mee ning zijn, dat het bedoelde paneeltje van Rem brandt* "afkomstig zou zijn. Inderdaad toont het eenige overeenkomst met Rembrandts winter landschap met schaatsenrijders uit het museum te Kassei. Het hout is door eenige deskundigen onder zocht. Het is een vrij onbekende exotische hout soort en men gelooft, dat het hout afkomstig is van dezelfde plank, van welker hout Rem brandt gebruik maakte voor zijn paneelen „De Blinde Tobias" en „Jozefs Droom" in het Kai ser Friedrich-Museum te Berlijn. Rembrandt heeft inderdaad verscheidene studies als die in het Museum te Kassei gemaakt, die sedert de inventarisatie van 1656 verdwenen zijn. In een rapport, uitgegeven door het United States Bureau of Mines, wordt erop gewezen, dat het tinverbruik in Amerika zal toenemen in verband met verschillende nieuwe uitvin dingen op industrieel gebied. Ondanks de depressie is het aantal vlieg machines en koelinstallaties in gebruik voort durend toegenomen en de productie en het onderhoud daarvan vormen een steeds stij genden afzet voor tin. Nu sedert begin 1933 het brouwen van bier weer is toegestaan, zal ook hierdoor waarschijnlijk het tinverbruik toe nemen, daar voor de brouwerij-installaties veel tin benoodigd is, terwijl voorts de kleinhandel in bier een niet onbelangrijke tinconsument is. Vervolgens zal het tinverbruik den gunstigen invloed ondergaan van het meer en meer toe- Passen bfj de automobielfabricage van tin voor bemanteling der cylinders, waardoor de slijtage dezer cylinders ten zeerste wordt beperkt. De tinproducenten zien de toekomst dan ook optimistischer tegemoet, daar de achteruitgang van het verbruik sedert 1929 voor een deel niet anders dan uitstel beteekent en deze achter stand ongetwijfeld zal worden ingehaald. A list op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7 Cf) een ongeval met 7 Cf) bU verlies van een hand f 17C m verlies van een f f)Q, - E!'].cnen breuk van f AQ m Jfrriies Cl O O tl TIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T OfJlrv»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen i Oifm doodelijken afloop# een voet of een oog/ duim of wijsvinger been of arm anderen vinger AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ■■'1= 28 Maar hoe heb je 't klaargespeeld, den apo theker den zwaan op reis na te sturen? Heel eenvoudig, 's Namiddags trof ik je vriend Pfalzdorf, die in de stad aan het kuieren was. Niets te doen? vroeg ik hem toen. De baas zeker niet thuis? Hij is op reis. Waarheen? Naar Dinges, een paar stations verder, naar de bruiloft van meneer Die-en-die. 's Nachts ging de kist als ijlgoed naar den eigenaar van „De Witte Zwaan." Maar het heeft mij verbaasd, dat hij het niet bij de po litie heeft aangegeven. Hij heeft eens een proces verloren, vertelde Barenfeld. Sindsdien schuwt hij alles wat maar iets met het gerecht te maken heeft. Konrad, zei Schoner, en hij dronk zijn vriend toe, als ik geweten had, wat voor we reldrevolutie ik met die geschiedenis zou veroor zaken, dan had ik het natuurlijk niet gedaan. Maar wie kon ook weten, dat die man nog groo- ter idioot was, dan waarvoor ik hem heb aan gezien? En ik had hem werkelijk niet te hoog getaxeerd! Enfin, niets op deze wereld geschiedt zonder reden, wie weet, of het niet voor je ge luk was? In ieder geval, hier zit een berouwheb bende zondaar, die om absolutie smeekt. Barenfeld klonk met hem. Zij is ]e ge schonken, knikte hij. Het Noodlot heeft het zoo gewild. Drink uit, drong de graaf aan. Je hebt wel een hartversterking noodig, om een tweede biecht aan te hooren. Hernner jij je die jonge dame, wier onmogelfjken roman jij me zoo hebt aanbevolen? Juffrouw von Wald, ja, ja. Het zou mij spijten als ik je met die aanbeveling een slech ten dienst had bewezen. Ja, zei Schoner, die roman was ontzettend slecht, maar drink eerst neg eens uit de schrijfster ontzettend lief. Barenfeld hield het glas nog in zijn hand. Ben je ook vatbaar voor dergelijke senti mentaliteiten, Joseph? Sentimentaliteit? Eigenlijk ben ik daar voor een te heldere kop. Maar onder het vest van een Schoner klopt een liefhebbend hart. O ja, lachte Barenfeld. Spot er niet mee, Konrad. Ik spreek in ernst. Werkelijk? Dus je bent verliefd? Méér, verloofd. Alle menschen! riep Barenfeld en hij sprong op. De graaf bleef kalmpjes in zijn fau teuil zitten en rookte door. Nog maar pas, hoor, ging hij verder. Morgen krijg je een kaartje. Maar ik moet zeggen dat je verbazing niet be paald vleiend voor mij is. Daar moet je niets kwaads achter zoeken, zei Barenfeld en hij drukte zijn vriend de hand. Dat was de verrassing. Mijn oprechte geluk- wensch, Joseph, dat is een verstandige daad van je geweest. Ook aan het vrijgezellenleven moet eens een eind komen. Ook ik verwacht veel van deze wending In mijn leven, antwoordde de graaf. Ik voel me zoo gelukkig als een kind! Ik heb het gevoel alsof mijn leven voor den tweeden keer gered is. En natuurlijk ben jij weer de redder. Jij schijnt wel voorbestemd voor zoo iets! Ik?vroeg Barenfeld verbaasd. Waaraan heb ik die eer te danken? Jij hebt haar naar mij toegestuurd. Zon der jouw aanbevelng had ze niet durven komen. Dat heb ik uit haar eigen mond. Spreek me niet tegen. Ze heeft het mijzelf verteld. Als de fami lie Schoner nog een regeerend huis was, had je allang de reddingsmedaille gekregen! Schoner „dook" opnieuw in zijn geïmprovi- seerden wijnkelder. Nu ons gesprek een andere wending' heeft genomen, moeten wij ook zorgen, dat er een an der wijntje op tafel komt. Wat denk je van dit merk. Niet slecht, hè? Ik heb een lieele flesch van dezen nectar. Dulce et decorum est, iro amore mori. Het is zoet en eervol voor de liefde te sterven. Dit lot is voor jou weggelegd, parel van den wijnoogst! Hi' ontkurkte de flesch. spoelde voorzichtig de glazen om onder de waterkraan en schonk in. Leve de liefde. De jouwe en de mijne. Barenfeld maakte een afwerend gebaar. Kom, kom, riep de graaf. Je bent minstens ZOO verliefd als ik, al liepen je pogingen voor- loopig dan ook op niets uit. Nog eens opnieuw trainen en dan weer met nieuwen moed in het zadel. En avant! Barenfeld dronk den wijn met kiene teugjes uit en het was hem, alsof zijn bloed wilskrcah- tiger door zijn aderen stroomde. Ik zou je een raad willen geven, ging Scho ner verder, maar op dit oogenblik ben ik er niet toe in staat. Ik voor mij heb het gemakkelijker. Ik schreef de geliefde van mijn hart een dozijn slechte verzen, bracht haar daardoor al in het nauw en ging denzelfden dag nog tot den stormaanval over. Als overwonnen overwinnaar verliet ik haar een verloren, pardon, een verloofd man. Bij jou ziet de zaak er heel an ders uit. Beste Joseph, antwoordde Barenfeld, ais je erop gesteld bent, vanavond in vriendschap een glas wijn te drinken, laten we dan over aan genamer dingen praten. Maar Schoner was koppig. Over aangenamer dingen! Jij bent een eigenaardige kerel. Alsof er aangenamer dingen zijn om over te spreken! Word maar niet boos, dat helpt je toch niets. Ik weet wat voor gevoelens je koestert voor Lisa Friedrich en ik kan niet anders dan je smaak oprecht bewonderen. Zoo'n meesterwerk der schepping laat men niet onverschillig links lig gen, ook wanneer de eerste aanval mislukt is. Mijn indruk is, dat de verkoeling, die er tus schen jullie is ontstaan, meer het gevolg is van een" misverstand, verergerd door trots en kop pigheid van beide kanten. Op een goeden dag zullen jullie de schellen wel van de oogen vallen. Let maar eens op! Maar te zorgen, dat dit spoe dig gebeurt dat is de kunst en dat zal de grootsche taak van je vrienden zijn. J Barenfeld's bloed klopte krachtig in zijn ade ren. Was het de zware wijn of de hoop, een sprankje hoop, die hem zoo opwond? Hij had tevergeefs getracht zijn vriend in de rede te val len en hij liet den woordenstroom nu maar zon der protest over zich heen gaan. Toen Schoner over Lisa begon, had hij het geweten: hij kon haar nog niet opgeven. Schoner redeneerde verder; Ik heb een voorloopig plan. De vijand of liever de mooie vijandin moeten we onder observatie houden. Dit deel van den veldtocht is de taak van onzen vriend Pfalzdorf. Valt hem een verdachte be weging op, dan heeft hij maar zijn adjudant Dores naar mij toe te sturen, dien ik dan weer een bevel mee kan geven voor de kern van de troepenmacht, namelijk mijn verloofde. Gertrud zal dan dadelijk haar vriendin gaan opzoeken en door middel van de slimheid, waardoor vrouwen zich nu eenmaal onderscheiden, heb ben uit te vinden, uit welken hoek de wind waait. Dan kunnen we de noodige stappen doen. Waar denk je heen te gaan? Morgen ga ik naar Hamburg, stuur je brie ven alsjeblieft poste restante en geef Pfalzdorf dit adres ook. Goed. Je zult gauw eens van ons hooren. Ik beschouw het als een persoonlijke eerezaak om je weer uit de precaire positie te helpen, waarin mijn fantastische wraak op den pille- draaier je gebracht heeft en ik moet je verzoe ken mij volledig „plein pouvoir" te geven. De wijn is op. Jammer! Maar kom! Ik breng je naar je hotel. Ik heb Gertrud geschreven, dat ik vanavond niet kom en daarom ben je voorloopig nog niet van mij af. Overigens durf ik je ook namens haar te bedanken, omdat je de grond vester van haar geluk bent je ziet, dat ik be scheiden ben jij immers bent het toch, die ons bij elkaar gebracht hebt en blij zijn, dat zij revanche kan nemen. Kom, we gaan! Willoos liet Barenfeld zich meevoeren naar zijn hotel en hij luisterde nog lang naar het opgewekt gekeuvel van zijn levenslustigen vriend. (Wordt vervolg.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3