Rijken, die toch arm zijn f375 keerden wij heden uit f f 75.565.- Jid v&i&aal van den dag [ONZE 249e UITKEERING DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN ER WAS EENS ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn Uw beste vrienden WOENSDAG 30 AUGUSTUS BEKENDE VREKKEN Bezitters van millioenen, die arm leven en rijk sterven Treurige tooneelen Irrigatie in Spanje ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis-ongevallen-verzekering aan den heer C. G M. KRIJTS, Plaggenweg 6, Bussum, wegens een aan zijn zoon, den Heer F.A. C.J. KRIJTS over komen verkeersongeval, den dood tengevolge hebbende. Dit is I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I aan onze verzekerde abonne s is uitgekeerd. DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS 1 Berucht bandiet gedood Indianentrek naar Argentinië Een Van Dijck voor zes gulden Reusachtige paddestoel De hoogste autoweg van Europa Sovjet-expeditie naar het Wrangeleiland De nieuwe hoofdstad van Mandsjoekwo Onbekende berg Wilde beren in Finlan<u AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL NAAR HET DUITSCH VAN RUDOLF HERZOC Onze lezers zullen zich nog wel herinneren, hoe kort geleden te New-York overleed de millionnaire Ella Wendel, die haar leven heeft doorgebracht in een eenvoudig, ouderwetsch huis en bij haar dood een bedrag naliet van honderd millioen dollar. Haar zon derling voorbeeld werd eenigen tijd daarna ge volgd door een rijke weduwe, Ida Wood ge naamd, die stierf op de twee kamertjes, die zij bewoonde en waar zij jarenlang geen mensch had toegelaten. Haar boodschappen werden vóór haar deur neergelegd en 'n enkele maal in de week werd een oude vrouw naar de stad gestuurd om de noodzakelijke dingen te koopen, die niet dagelijks aan huis worden bezorgd. Overigens deed deze weduwe, die zich zoo arm hield, haar eigen huishoudentje en bleef jaren lang op haar kamertjes, de buren in den waan latend, dat zij even arm als zonderling was. Het was precies omgekeerd: zij was even rijk als gierig en beide in ontstellende mate. Bij haar dood vond men een millioen.... bank biljetten, plus een vracht effecten, plus een voorraad juweelen. Bij al hun gierigheid hadden deze beide vrouwen echter nog een eigenschap, die men verkwisting zou kunnen noemen, als dit met gierigheid te vereenigen was. Zij hadden n.l. een bepaalde zucht tot verspillen, voortkomend uit een andere eigenschap, die rakelings aan den waanzin grenst. Ella Wendel b.v. had bij haar eenvoudig huisje een grooten tuin, die midden in New York liggend, een kapitaal aan belasting kostte. Deze belasting droeg zij graag omdat.... haar honden in den tuin een prettige ruimte vonden voor hun dartel spel. Had zü deze grond verkocht of verhuurd, dan had zij een inkomen van honderdduizend dol lar per jaar méér gehad. Maar neen, potten leek haar veiliger dan beleggen en zoo verging het ook mevrouw Wood, die niets van haar enorm kapitaal belegd had. Dat men met een inkomen van vijf millioen dollar per jaar gedwongen zou zijn zuinig, laat staan, gierig te leven, zal niemand willen ge- looven. Toch was Hetty Green, eveneens een New-Yorksche, zoo zuinig, dat zij een armoe dig leven leidde in weerwil van een inkomen als hierboven genoemd. Ziedaar een drietal vrouwen, die naam ver wierven door haar gierigheid, maar ook de man nen figureeren in deze sympathieke categorie, zij het dan ook in vroeger jaren. Zoo is de ge schiedenis bekend van Daniel Dancer en zijn zuster, die uit pure zuinigheid bij iedere ziekte den dokter uit huis lieten omdat zij de uitgave te hoog vonden; die geen eten kochten, maar hier en daar afval van doode dieren gingen opsporen, om daar soep van te koken; die zich nooit waschten om zeep uit te sparen; die hun ondergoed droegen tot het uitgerafeld was en het dan vervingen door een zooveelste handsch plunje; die niet stookten om kolen uit te spa ren en die zoo waar de enkele maal, dat een meelijdende buurvrouw hun soep bracht, deze soep in hun bed namen om bevriezen te voor komen. Laten we niet verbaasd zijn, wanneer we in de annalen der levens van gierigaards vermeld vinden, dat deze heer Dancer een jam merlijken dood stierf wegens.... ondervoeding. Een merkwaardige anecdote doet de ronde, waarin Daniel Dancer een rol speelt. Hij had een gezelschap op een maaltijd uitgenoodigd, bestaande uit een pot slappe soep. Toen de ge- noodigden dit merkten, zochten zij eenige kaar sen bij elkaar en braken die in de soep. De gastheer at des te smakelijker naarmate de ge- noodigden met afkeer bedankten. Daarna liet hij de heeren arresteeren wegens diefstal van kaarsen. Maar deze vlieger ging niet op, omdat de rechter vaststelde, dat Dancer zelf zijn kaar sen had opgegeten. Zoo nu en dan hooren we wel eens verhalen van iemand uit onze omgeving, die zoo gierig is, dat men hem ervan verdenkt uit gierigheid niet te trouwen. Zij zijn er geweest, die dit deden: Met name de Engelschman John Elwis, die gemakkelijk een gezin had kunnen stich ten, gezien het feit, dat hij bij zijn dood tien millioen gulden naliet. Deze gierigaard echter vierde zijn hartstocht uitsluitend bot op kleine bedragen en zag er niet tegen op kapitalen aan de speeltafel te verdoen. Op zijn wandeling had hij steeds harde eieren bij zich. Nooit at hij in een restaurant en naar de speelbank ging hij steeds te voet, zooals hij ook te voet naar huis ging, zelfs na een winst van duizenden. Op zijn eten en drinken bezuinigde hij bij het leven af, maar van den anderen kant leende hij geld aan de grootste oplichters, wetend, dat hij het ge leende nooit terug zou krijgen. Een adellijken titel heeft hij niet willen hebben,, omdat die hem zou dwingen tot uitgaven, die hij zich als gewoon burger kon besparen. Zijn type komt overeen met dat van een an deren Engelschman Cooke, die al zijn eten en hij at ongeloofelijk veel door anderen liet betalen. Als hij zelf zijn eten moest bekostigen, at hij slechts kool en dit wekte zoodanig den afkeer van de bevolking uit zijn dorp, dat zij zijn nagedachtenis eerden door op den dag van zijn begrafenis koolstronken in zijn graf te werpen. Al deze gierigaards waren gierig van afkomst of op zijn minst gierig van het begin van hun leven af. Een zekere d'Aguilar echter, een Engelsche Oostenrijker, uit de vorige eeuw, heeft jaren lang in verkwisting geleefd, totdat hij tenge volge van een oorlog een groot verlies leed. Vanaf dat oogenblik sloeg zijn levenswijze om en werd hij 'n voorbeeldige gierigaard, die zelfs zijn dieren honger liet lijden. Enkele jaren geleden stierf de rijke markies de Clauricarde, die zijn groot vermogen naliet aan Viscount ascelles, den gemaal van prinses Mary van Engeland. Deze markies was even eens een bekend gierigaard, die zijn eigen wasch deed eh zijn sokken buiten zijn raam te drogen hing, hetgeen de aanleiding werd, dat hij eenige malen van zijn kamers werd gezet. Uit vrees, dat zijn erfgenamen zijn vermogen zouden ver kwisten, liet hij ze één voor één bij zich komen en bood hun ieder een bedrag van duizend pond ter leen aan. Allen accepteerden, met uitzonde ring van één, die het geld niet noodig had, óf het zich aan zijn zelfrespect verplicht voelde te bedanken, óf den ouden vrek doorzag. Deze eene was Lascelles, die daardoor de gelukkige erfgenaam werd. Het lijstje gierigaards is nog aan te vullen met tientallen. We kunnen het echter hierbij laten. Zij zijn voldoende in aantal en zeker in kwali teit om als levende voorbeelden te kunnen die nen voor allen, die rijk met aardsche goederen gezegend zijn en als troostend voorbeeld voor hen die niet veel om te zetten hebben, maar die van het weinige met eenig beleid veel kun nen profiteeren. MADRID, 28 Aug. (V. D.) Sedert Februari j.l. heeft de Spaansche minister van Openbare Werken belangrijke besluiten genomen inzake de irrigatie van 6 Spaansche provincies, die tezamen de Levante vormen. In Februari had hij den afgevaardigden dezer provincies toe gezegd, maatregelen voor de bevloeiïng van dit gebied te zullen nemen. Thans is een speciale dienst voor het bevloeiïngswezen geopend, die voor de gecentraliseerde uitvoering der plan nen zal zorgen. jjiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii In een woud aan den voet van de Tatra-ber- gen is een reusachtige paddestoel gevonden, met Ieen sewicllt van ruim twee Pond. =lll!lllllllllll!llll iiiimimiiiiiiii'j Je hoort weer spreken over school, Van hoeken, studie, klas, Terwijl van den vacantie-tijd Gesproken wordt als was De plaatsen ook op het kantoor Zijn alle weer beset En de gezichten spreken slechts Van afgeloopen pret. Want als de monden open gaan, Dan hoor je toch gewoon Van debet, credit en factuur, Van klant en telefoon. De zeeis altijd nog de zee, Die 't schoone strand bespoelt, Maar in haar golfjes thans niet meer Den vrijen badgast voelt. En de hotelsstaan stil en stom, e Gesloten, in een rij. Het heerlijk, heerlijk badseizoen Is thans, helaas, voorbij! Men leeft nog even in den roes Van zomervreugd en tijd, Maar door den arbeid raakt de mensch Ook dezen roes wel kwijt! Het is voorbij! en juist zooals Men in de sprookjes leest, Er was eens een vacantietijdj Dus dat is nu gewéést! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) 5iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii§ Duizenden Indianen, die tot nu toe in Zuid- Bolivia verblijf hielden, zijn den Pilcamayo overgestoken en hebben Argentijnsch grond gebied betreden. Oppervlakkig bezien is het wel vreemd, dat zij juist nü dezen tocht hebben ondernomen, want in Zuid-Amerika is het op het oogenblik winter en op de hoogvlakten heerscht een koude, die men niet gering moet schatten. Vooral in den omtrek van de Chaco is het weer bijzonder slecht. De Indianen zijn met familie en lijfgoederen geëmigreerd, omdat zü in Bolivia tot heeren diensten werden gedwongen; zij moesten enkele regimenten vervangen, die eenige maanden ge leden opstandig zijn geworden. Oom aan dit lot te ontkomen, zijn de Indianen naar het nabu rige Argentinië gevlucht. Bij de grens werden zij onmiddellijk door Argentijnsche troepen vastgehouden. Sinds Bolivia en Paraguay met elkaar in oorlog zijn, is Argentinië buitenge woon op zijn hoede. De Indianen hebben in- tusschen verklaard dat zij met vreedzame be doelingen kwamen en dat zij alleen verzoeken zich in de onbevolkte streken te mogen vesti gen. Voorloopig heeft men de Indianen onder scherpe bewaking in de nabijheid van de grens een verblijfplaats aangewezen. Eenige vluchte lingen hebben de Argentijnsche regeering mee gedeeld dat zij zich in den Pilcamayo zouden storten, wanneer men hen verplichtte naar Bo livia terug te keeren. Zij wilden onder geen voorwaarden in de Chaco tegen bevriende stam men vechten, die aan de zijde van Paraguay krijgsdienst moesten verrichten. Bovendien voelen zij zich een onderdrukt volk en zijn ze niet genegen hun overheerschers op de een of andere wijze de behulpzame hand te bieden. Een olieschilderij, dat door deskundigen aan Van Dijck wordt toegeschreven, en dat jaren geleden door een dame in Birmingham voor 10 shilling bij een uitdrager werd gekocht, heeft thans in de kunstgalerij een plaats gevonden. Langen tijd hing het ergens achteraf in het huis van de bezitster, daar het te vuil scheen om een plaats in de kamer te mogen hebben. Het schilderij, dat als „portret van een edel man" bekend is, werd door de toenmalige be zitster aan de kunstgalerij in bruikleen afge staan. „Bij een bezoek aan een kleinen uitdra gerswinkel," vertelde zij aan een journalist, „hadden de oogen van het portret mijn op merkzaamheid opgewekt. Zij waren het eenige dat men op het verweerde beeld duidelijk her kennen kon. Zij waren zóó vol uitdrukking, dat ik tot aankoop van het schilderij besloot en na lang loven en bieden voor zes gulden verwierf. De handelaar had geen idee van zijn schat. Toen ik jaren geleden eenige schilderijen liet inlijsten, bood de lijstenmaker aan het oude schilderij te reinigen. Na het zuiveringsproces maakte het schilderij tenslotte zulk een indruk op hem, dat hij het fotografeerde en een af druk ervan aan den directeur der galerij zond, die onmiddellijk de waarde van het schilderij erkende. De hoogste prijs voor een Van Dijck werd in 1928 met 30.000 pd. st., rond 360.000 gulden be taald. De laatste der Montenegrijnsche bandieten, de beruchte desperado Shphiro Milatsjitsj, is bij een gevecht met de politie gedood. Met den dood van dezen bandiet is Monte negro geheel gezuiverd van vogelvrij verklaarde bandieten. In 1929 werd Milatstjitsj, na verscheidene roofovervallen en een moord te hebben ge pleegd, buiten de wet geplaatst. De politie heeft hem vijfmaal kunnen arresteeren, doch telkens wist de bandiet te ontsnappen. In October 1929 heeft hij slechts door twee kameraden vergezeld de stad Podgoritza ge plunderd, terwijr hij bij een andere gelegenheid twee auto's, waarin rijke kooplieden zaten, aan gehouden en de inzittenden van hun bezittin gen heeft beroofd, om vervolgens de politie van deze misdaad in kennis te stellen. Toen de politie hem dezer dagen na een ver woed gevecht arresteerde, slaagde Milatsjitsj er ondanks het feit dat zijn arm versplinterd was, in te ontvluchten en over de Albaneesche grens te ontkomen. In Albanië zat de politie hem evenwel zoo zeer op de hielen, dat hij naar Joegoslavië uit week, waar hij bij een gevecht met de politie gedood werd. De in de Fransche Pyreneeën aangelegde weg op den Pic du Midi van Bicorre zal de auto mobilisten tot den top brengen, die met zijn 2877 M. hoogte voor hen tot dusverre niet toe gankelijk was. De weg werd in twee gedeelten aangelegd. Het eerste leidde tot een hoogte van 2221 M. en werd reeds in 1930 voor het auto- mobielverkeer geopend. Het tweede deel stijgt tot het plateau der Laquets tot een hoogte van 2656 M. Er blijven dan nog 200 M. over om den top van du Pic, waarop een groot obser vatorium staat, te bereiken. Daar men van de vibratie der motoren een storing van de zeer gevoelige apparten van 't observatorium vrees de, werd de weg niet over het plateau van het observatorium geleid. De geheele weg tot de hoogte van den top is 5.8 K.M. lang. Op den top bereikt hij een hoogte van 2870 M., waar mee hij den hoogsten verkeersweg van Europa is. Het hoogterecord stond tot nu toe op naam van den Stilfsenjochweg met 2759 M. De offi- cieele inwijding van den nieuwen automobiel- weg in de Pyreneeën had plaats op 27 Augustus. Rickey Coventry stond bij al z'n vrienden en kennissen bekend als een liefhebber van koopjes, want ofschoon hij zeer rijk was, liet hü geen gelegenheid voorbij gaan, zoo eco nomisch mogelijk met z'n geld om te springen. Het verwonderde dan ook iedereen, dat hij Margareth Danvers trouwde. Ze was wel is waar heel mooi, maar ze had geen geld en.... een groote liefde Voor juweelen en alle moge lijke luxe. Men waarschuwde Rickey, maar glimlachend beantwoordde hij deze raadgevin gen en zei: „Kom, kom, jullie weten niet hoe zuinig ze is." Aan niemand vertelde hij, dat hij thuis ee:i echte Jan-hen was, zich overal mee bemoeide en zich zelfs interesseerde voor den prijs van de boter. Ook de dienstboden hadden te lijden van z'n bemoeizucht, ze vonden geen genade in z'n oogen en hij maakte er Margareth attent op, dat de meeste vooraanstaande vrouwen in het land haar huishouding bestuurden. Margareth deed alsof ze hem in alles gelijk gaf, want ze had ingezien, dat de verhouding tusschen hen beiden dan het beste was. Op zekeren dag zag ze in de etalage van een juwelier een prachtigen briljanten hanger en het was haar niet mogelijk, haar gedachten van dat schitterend juweel af te brengen. De prijs was echter zeer hoog 50 pond en buiten haar bereik, want haar geheele be zit bedroeg slechts 10 pond. Ze durfde hierover echter niet met haar man te spreken, daar hij juist den vorigen dag had gezegd, dat ze voor haar heele leven juweelen genoeg had. Misschien was er echter toch nog een moge lijkheid om haar man te overreden en met deze gedachte bezield, stapte ze bij den juwe lier binnen. „Zou ik dien hanger op afbetaling van u kunnen krijgen?" vroeg ze. „Wel is waar is het onze gewoonte niet, me vrouw, maar in speciale gevallen zou den we.... u begrijpt...." antwoordde de koop man, aarzelend. „Ja, ja, maar u kunt me gerust vertrouwen, want u zult mijn man wel kennen; hij is reeds verschillende malen hier geweest; het is mijn heer Ricky Coventry." „O, juist mevrouw. Het zal me een groot ge noegen zijn, u van dienst te wezen," zei de juwelier vriendelijk, terwijl hij zich in stilte afvroeg, hoe een rijk man als mijnheer Coven try z'n vrouw op afbetaling kon laten koopen. „Ja, en nu moet u mijn man bij z'n komst zeggen, dat die hanger 25 pond kost, dan zal hij u stellig 20 pond bieden en ik geef u de resteerende 30 pond in den loop van den tijd." „Heel goed mevrouw, maar.... U zegt toch 25 pond?" „Ja, ja, u zegt, dat het 25 pond kost, maar u geeft het hem voor 20 pond. Want hij is dol op koopjes. Begrijpt u? O, juist mevrouw," zei de juwelier weer, die zich lichtelijk amuseerde mt deze eigenaardige condities. Dien middag aan de lunch vertelde Marga- Polly, de kat, was in ongenade. Ze had een gebraden eend gestolen, door Ivy gereed gemaakt voor het diner en had het lekkere brokje heelemaal op gegeten. Freddy Vrijdag had haar in een kooi opgesloten, gemaakt van een oude kist en een paar houten latten. Nou zul je zoolang hier blijven, tot je geleerd hebt je fatsoenlijk te ge dragen," zeide Freddy. „Wij zullen je een bak met water brengen en dat is alles wat je vandaag krijgt." Doch Freddy en de kinderen had den nauwelijks eenige meters geloo- pen, of ze hoorden achter zich eenige beweging en toen ze achterom keken, zagen ze Polly loopen, dragende de kooi. „Hemeltje, nog 'ns toe, ik heb de latten niet dicht genoeg bü elkaar gemaakt," gromde de zeeman, toen hij achter de kat liep. (Morgenavond vervolg.) (Ingezonden Mededeelingen.) reth aan haar man, dat ze in High-street een prachtigen juweelen hanger had zien liggen, die slechts 25 pond kostte. Bovendien herinner de zij er hem aan, dat ze eerstdaags jarig was. „Ja, maar dat is 5 pond meer dan ik in den regel voor je verjaardag uittrek," glimlachte hij. „Enfin, we zullen zien. Maak voor van avond toilet, dan gaan we in de Luton-club dineeren." Ricky verdween en liet Margareth hoopvol achter. Tegen den avond had zij zich buitengewoon mooi gemaakt en j vol spanningf wachtte zij op de komst van d'r f man. Zij twijfelde niet of hij had aan haar verzoek voldaan. Wel is waar wist zij niet waar zij die restee rende 30 pond vandaan moest halen, doch daar maakte zij zich voorloopig geen zorg om. Toen hij binnen kwam, staarde ze hem met groote, zorgende oogen aan. „Lieveling," begon hij direct, „ik heb een buitengewoon gelukkigen dag vandaag; vijf pond verdiend." „O man, ben je toch bij den juwelier ge weest?" „Ja, verduiveld goedkoop! 25 pond! En het mooiste is, dat die oude kerel het me voor 20 afstond. Nu moet je weten, dat ik even bij de Luton-club ben aangereden, om voor vanavond een tafel te reserveren. Daar zat ook die oude Pawley, die veel verstand van juweelen heeft. Nu wilde ik eens zien of het inderdaad zoo'n koopje was. Hij zei me direct dat hij er graag 25 pond voor wilde betalen. Ik heb me geen oogenblik bedacht en zoo heb ik in den tijd van een kwartier 5 pond verdiend. Vind je dat niet heerlijk?" Rickey heeft nooit begrepen waarom z'n vrouw het niet heerlijk vond en dien avond en nog vele volgende dagen allesbehalve haar in genomenheid liet blijken over z'n winst vr 5 pond. De Sovjet-regeering heeft een expeditie sa mengesteld, welke zich naar het Wrangél-eiland zal begeven, om een onderzoek in te stellen naar het lot van de Russische pioniers, die daar reeds twee jaar geïsoleerd leven. De expeditie zal onder leiding staan van pro fessor Schmidt, hoofd van de afdeeling voor de Noordelijke zee-routes en zal naar Wrangel vertrekken op den ysbreker „Chelushkin". Den vorigen zomer was reeds 'n expeditie naar het Wrangel-eiland gezonden met den ijsbre- ker „Soviet", doch als gevolg van het slechte weer kon het eiland niet bereikt worden. De expeditie bestaat uit elf geleerden, drie jagers en een aantal visschers, terwijl boven dien een vliegtuig zal worden meegevoerd om onderzoekingen te doen. De ysbreker „Krassin" wordt gereed gehou den om hulp te verleenen, als de „Chelushkin in de ijsschollen vast zal geraken. Het kleine spoorwegknooppunt Hsinking m Centraal-Mandsjoerije is bestemd de nieuwe hoofdstad te worden van Mandsjoekwo en vol gens hier ontvangen berichten zal 2 millioen Engelsche ponden besteed worden om van dit dorp een metropolis te maken. De regeering van Mandsjoekwo steunt yverig de plannen om Hsinking te ontwikkelen, door het stichten van openbare gebouwen, het aan leggen van wegen, waterleiding, parken en sportvelden. Ook de Z. Mandsjoerijsche spoorweg en an dere groote instellingen verleenen ruimen fi- nancieelen steun. Kolonel Lindbergh en zijn vrouw hebben ge rapporteerd dat zy op Groenland een berg hebben waargenomen, die hooger is dan de toppen die tot dusver bekend zijn- Deze berg staat op geen enkele kaart aange geven en is gelegen ten N.W. van Scoresby Sont Onder de bevolking in Noord-Oost Finland heerscht groote onrust in verband met het steeds toenemend aantal wilde beren, dat uit Rusland over de grens komt. Deze wilde dieren richtten groote schade aan en vallen soms ook de op het land werkende boeren aan. De bevolking maakt thans gezamenlpk jacht op deze dieren en in het district Kuusamo werden verscheidene beren neergelegd. A IJ si si's» °P dlt blacl zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofifïfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7if/ï by een ongeval met f OCf) by verlies van een hand f IOC by verlies van een f Cf) bij een breukvan f Af) bij verlies van "n fill*: UUOJlTlg o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen tïï/t/l/»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelyken afloop/een voet of een oog# duim of wijsvinger been of arm# anc anderen vinger 29 XIII Toen Dores den volgenden morgen van zyn tocht naar het station terugkeerde, gaf hy Pfalz- dorf, die de post doorkeek, een veelbeteekenen- den wenk, die zooveel beteekende als: „Hij is vertrokken. Een vriend van Dores, die by het spoor was, had het hem verteld. Vervuld van sombere gedachten boog de jonge man zich over Zijn werk. Het werd een dolle dag. De apotheker, die by uitzondering vroeg was opgestaan, had het ver standig gevonden om Heinrich en Dores niet in zijn beschuldiging te betrekken om ook niet hun arbeidskracht, die hy thans dubbel noodig had, kwijt te raken. Want om het contract met Rose zoo gauw mogelyk in orde te kunnen ma ken, wilde hy vandaag direct balans en inven taris opmaken en daarom ging hy van 's mor gens vroeg af met Dores en Hannes alle hoeken en gaten na om den magazijnvoorraad op te nemen. Hij gunde zich nauwelijks tyd voor het middageten. Hoe Lisa de huweiyksplanuen zou opnemen, daar brak hij zich het hoofd niet over. Hy was gewoon in den kring züner familie te gelden als autoriteit die geen tegenspraak duldde en zyn wil onder alle omstandigheden doorzette. Terwijl meneer Friedrich in het zweet zyns aanschyns bezig was, op den zolder en in den kelder, paradeerde Rose ajs een grand seigneur in de apotheek en in het kantoor rond. Hij ging zelfs zooveer dat hy het werk van Heinrich con troleerde en correcties aanbracht in de corres pondentie. Van morgen af zult u onder myn speciaal toezicht werken, omdat ik de zaak overneem en voorgoed een eind zal maken aan dien ouden sleurboel hier, bralde de provisor. Zoo gauw ik in dezen goddeloozen rommel orde heb gebracht, zal ik voor de apotheek en de grossierszaak een assistent, een boekhouder en twee leerlingen nemen en zelf het oppertoezicht uitoefenen. Wee dengene, die zich aan een verzuim schuldig maakt. Hy zal merken met wien hij te doen heeft! Daarop trok hij zich in de apotheek terug om recepten klaar te maken. Als ik maar eerst de baas ben, zei hij ver trouwelijk tegen zichzelf, en over mijn schat van een Lisa ook, dan zal niemand mij meer aan dat vervloekte pillendraaièn krijgen. Daar neem ik dan mijn mannetjes voor! Hij telde de pillen die hy klaar had, deed ze in een doosje, bestrooide ze met lycopodiumpoe- der, om het aan .elkaar kleven te voorkomen en maakte toen met een hoornen staafje zeer om slachtig zijn nagels schoon. In een handspie gel bekeek hy met welgevallen zijn gezicht en schilderde zich in zyn gedachten af welk een uitnemenden indruk hy zou maken naast de ge liefde vrouw! Het begon te schemeren. Buiten raasde de storm en kletterde de re gen, de gele bladeren van de boomen werden afgerukt en in de plassen meegesleurd. De wind deed de scharnieren van de deur en de ramen piepen. Alles is vergankeiyk, kreunde de wind. Droomen zijn bedrog! Maar de provisor hoorde het niet of wilde het niet hooren. Hij was im mers een rijk man en voor geld is alles op de wereld te kooptenminste by meneer Frie drich De storm nam toe; het werd steeds donker der. Juist zou meneer Rose het gas aansteken, toen een verschrikkelyke slag het huis deed schudden, zoodat de provisor van zijn stoel rol de. Het was een bliksemslag, een knal die ver in 't rond te hooren was en die de muren op hun fundamenten deed schudden. Rose was als verdoofd totdat en jammerlijk angstgeschreeuw, dat van de binnengaats kwam, hem tot de wer kelijkheid terug riep. Zijn haren rezen te berge en terwijl hij de apotheek in den steek liet, vloog hy naar bui ten. Daar kwam Heinrich hem doodsbleek tege moet rennen. De brandweer, riep hij den provisor toe. In 's hemelsnaam, vlug, vlug! Wat is er gebeurd? stamelde Rose, die over zyn heele lichaam beefde. Een benzine-ontploffing. Mynheer Frie drich is in den kelder. We moeten hem redden! De brandweer moet komen; vlug! vlug! Wéér klonk er een verschrikkelyke knal, die de vensters in stukken sloeg en het hout werk vaneen reet. Tegeiykertyd laaide een vuur zuil op. Als door furiën achtervolgd, holde Rose zonder jas of hoed weg, om zich in veiligheid te brengen en onderweg de brandweer te waar schuwen. Pfalzdorf had dit aan niemand beter dan aan den provisor met zyn hazenhart kunnen op dragen! De dames kwamen met van angst verwron gen gezichten de trap afrennen. Heinrich snelde ze tegemoet. Gaat u naar voren in de apotheek. Niet naar de binnenplaats! Lisa liep door. Laat me door, beval ze. Waar is vader? Hy heeft een ongeluk gekregen, Juffrouw Friedrich, een ontploffing in den benzinekelder. Ik smeek u, ga terug. Daar komt de brandweer al aan! Ik moet toch weten, wat ik moet doen, en ze wilde hem voorby gaan. Pfalzdorf greep haar stevig by den arm. Uw plicht is nu om uw moeder, die flauw gevallen is, weer by te brengen en haar met Jette voor in de apotheek te brengen. D&t moet u doen. Moet dan altijd alles voor uw koppig heid wyken? Voor den wilskrachtigen blik van den jongen man sloeg ze de oogen neer en gehoorzaamde. Pfalzdorf vloog terug naar Dores, die onbe vreesd een brandende, bewegende massa had beetgepakt en met inspanning van alle krach ten bezig was die in een ton water te stoppen. Die massa was Hannes. De geweldige luchtdruk had hem met zyn brandende kleeren uit den kelder op de middenste treden van de stoep ge slingerd, waar Dores direct op hem was toege sprongen en hem meegesleurd had op het pla veisel. Daar hy de vlammen niet kon blusschen door den ongelukkigen Hannes op den grond heen en weer te rollen, had de huisknecht het eenige radicale reddingsmiddel te baat genomen en hem in de volle regenton gedompeld. Of schoon zyn handen met brandwonden waren overdekt, hield hy hem stevig vast en legde den bewusteloozen jongen op een stuk zaklinnen. Dores! riep Heinrich, en baande zich een weg naar den kelder. We moeten meneer Fried rich redden! De huisknecht hield hem tegen. U moet hier biyven, meneer Pfalzdorf, zei hy ernstig. Dat is in Gods hand. Buiten kwam de brandweer aanratelen. Be velen weerklonken en een afdeeling brandweer lieden drong door de poort naar binnen en bracht de slangen, waaruit reeds het water spoot, in de kelderopening. Spoedig stond de geheele kelder onder water en Heinrich ging aan het hoofd van een paar moedige mannen naar binnen. Nauweiyks waren ze beneden of er klonk een nieuwe, nu zwakkere explosie. Gelukkig konden de redders aan het gevaar ontsnappen, doordat ze door een luik aan den anderen kant konden kruipen, opnieuw begonnen de spuiten te wer ken en weer baande Heinrich zich een weg door de puinhoopen, die met koortsachtige haast door- woeld werden. Eindelyk ontdekte Pfalzdorf zijn chef. Een ingestorte muur had hem bedolven. Het opruimingswerk vorderde nu snel. Na eenige minuten had men het lijk van den apotheker onder de steenen weggehaald en kon men hem naar boven brengen. De brandweer overtuigde zich, dat er geen verWere ongelukken konden gebeuren. Het lijk van den apotheker werd het woonhuis binnengedragen en in de slaapkamer neergelegd. Er heerschte een groote verwarring. De pro visor, die weer was komen opdagen, sloot de apotheek, maar met heel andere gevoelens dan een dag te voren. Lisa had met behulp van Jette haar moeder naar boven gebracht; Han nes was onder geneeskundige behandeling ge steld, waarby Dores zyn onontbeerlijke hulp verleend had; de loopjongen bleek ernstige kwetsuren en brandwonden te hebben opgeloo- pen, doch langzaam kwam hij weer tot bewust zijn. Pfalzdorf was in gesprek met den commis saris van politie, die een onderzoek kwam in stellen. Op de binnenplaats klonken de zware stappen van de brandwacht. Eerst laat in den avond keerde de rust in huis weer, nadat men de oorzaak door de mededeelingen van den loopjongen had kunnen vaststellen. (Wordt vervolg.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 7