Rijken, die toch arm zijn
f375 keerden wij heden uit f
f 75.565.-
Jid v&i&aal van den dag
[ONZE 249e UITKEERING
DE APOTHEEK
DE WITTE ZWAAN
ER WAS EENS
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn
Uw beste vrienden
WOENSDAG 30 AUGUSTUS
BEKENDE VREKKEN
Bezitters van millioenen, die arm
leven en rijk sterven
Treurige tooneelen
Irrigatie in Spanje
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallen-verzekering aan den heer C. G
M. KRIJTS, Plaggenweg 6, Bussum, wegens een
aan zijn zoon, den Heer F.A. C.J. KRIJTS over
komen verkeersongeval, den dood tengevolge
hebbende. Dit is
I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I
aan onze verzekerde abonne s is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS 1
Berucht bandiet gedood
Indianentrek naar
Argentinië
Een Van Dijck voor
zes gulden
Reusachtige paddestoel
De hoogste autoweg van
Europa
Sovjet-expeditie naar
het Wrangeleiland
De nieuwe hoofdstad
van Mandsjoekwo
Onbekende berg
Wilde beren in Finlan<u
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
NAAR HET DUITSCH
VAN RUDOLF HERZOC
Onze lezers zullen zich nog wel herinneren,
hoe kort geleden te New-York overleed
de millionnaire Ella Wendel, die haar
leven heeft doorgebracht in een eenvoudig,
ouderwetsch huis en bij haar dood een bedrag
naliet van honderd millioen dollar. Haar zon
derling voorbeeld werd eenigen tijd daarna ge
volgd door een rijke weduwe, Ida Wood ge
naamd, die stierf op de twee kamertjes, die zij
bewoonde en waar zij jarenlang geen mensch
had toegelaten. Haar boodschappen werden
vóór haar deur neergelegd en 'n enkele maal in
de week werd een oude vrouw naar de stad
gestuurd om de noodzakelijke dingen te koopen,
die niet dagelijks aan huis worden bezorgd.
Overigens deed deze weduwe, die zich zoo arm
hield, haar eigen huishoudentje en bleef jaren
lang op haar kamertjes, de buren in den waan
latend, dat zij even arm als zonderling was.
Het was precies omgekeerd: zij was even rijk
als gierig en beide in ontstellende mate. Bij
haar dood vond men een millioen.... bank
biljetten, plus een vracht effecten, plus een
voorraad juweelen.
Bij al hun gierigheid hadden deze beide
vrouwen echter nog een eigenschap, die men
verkwisting zou kunnen noemen, als dit met
gierigheid te vereenigen was. Zij hadden n.l.
een bepaalde zucht tot verspillen, voortkomend
uit een andere eigenschap, die rakelings aan
den waanzin grenst. Ella Wendel b.v. had bij
haar eenvoudig huisje een grooten tuin, die
midden in New York liggend, een kapitaal
aan belasting kostte. Deze belasting droeg zij
graag omdat.... haar honden in den tuin een
prettige ruimte vonden voor hun dartel spel.
Had zü deze grond verkocht of verhuurd, dan
had zij een inkomen van honderdduizend dol
lar per jaar méér gehad. Maar neen, potten
leek haar veiliger dan beleggen en zoo verging
het ook mevrouw Wood, die niets van haar
enorm kapitaal belegd had.
Dat men met een inkomen van vijf millioen
dollar per jaar gedwongen zou zijn zuinig, laat
staan, gierig te leven, zal niemand willen ge-
looven. Toch was Hetty Green, eveneens een
New-Yorksche, zoo zuinig, dat zij een armoe
dig leven leidde in weerwil van een inkomen
als hierboven genoemd.
Ziedaar een drietal vrouwen, die naam ver
wierven door haar gierigheid, maar ook de man
nen figureeren in deze sympathieke categorie,
zij het dan ook in vroeger jaren. Zoo is de ge
schiedenis bekend van Daniel Dancer en zijn
zuster, die uit pure zuinigheid bij iedere ziekte
den dokter uit huis lieten omdat zij de uitgave
te hoog vonden; die geen eten kochten, maar
hier en daar afval van doode dieren gingen
opsporen, om daar soep van te koken; die zich
nooit waschten om zeep uit te sparen; die hun
ondergoed droegen tot het uitgerafeld was en
het dan vervingen door een zooveelste handsch
plunje; die niet stookten om kolen uit te spa
ren en die zoo waar de enkele maal, dat een
meelijdende buurvrouw hun soep bracht, deze
soep in hun bed namen om bevriezen te voor
komen. Laten we niet verbaasd zijn, wanneer
we in de annalen der levens van gierigaards
vermeld vinden, dat deze heer Dancer een jam
merlijken dood stierf wegens.... ondervoeding.
Een merkwaardige anecdote doet de ronde,
waarin Daniel Dancer een rol speelt. Hij had
een gezelschap op een maaltijd uitgenoodigd,
bestaande uit een pot slappe soep. Toen de ge-
noodigden dit merkten, zochten zij eenige kaar
sen bij elkaar en braken die in de soep. De
gastheer at des te smakelijker naarmate de ge-
noodigden met afkeer bedankten. Daarna liet
hij de heeren arresteeren wegens diefstal van
kaarsen. Maar deze vlieger ging niet op, omdat
de rechter vaststelde, dat Dancer zelf zijn kaar
sen had opgegeten.
Zoo nu en dan hooren we wel eens verhalen
van iemand uit onze omgeving, die zoo gierig
is, dat men hem ervan verdenkt uit gierigheid
niet te trouwen. Zij zijn er geweest, die dit
deden: Met name de Engelschman John Elwis,
die gemakkelijk een gezin had kunnen stich
ten, gezien het feit, dat hij bij zijn dood tien
millioen gulden naliet. Deze gierigaard echter
vierde zijn hartstocht uitsluitend bot op kleine
bedragen en zag er niet tegen op kapitalen aan
de speeltafel te verdoen. Op zijn wandeling had
hij steeds harde eieren bij zich. Nooit at hij in
een restaurant en naar de speelbank ging hij
steeds te voet, zooals hij ook te voet naar huis
ging, zelfs na een winst van duizenden. Op zijn
eten en drinken bezuinigde hij bij het leven af,
maar van den anderen kant leende hij geld aan
de grootste oplichters, wetend, dat hij het ge
leende nooit terug zou krijgen. Een adellijken
titel heeft hij niet willen hebben,, omdat die
hem zou dwingen tot uitgaven, die hij zich als
gewoon burger kon besparen.
Zijn type komt overeen met dat van een an
deren Engelschman Cooke, die al zijn eten
en hij at ongeloofelijk veel door anderen liet
betalen. Als hij zelf zijn eten moest bekostigen,
at hij slechts kool en dit wekte zoodanig den
afkeer van de bevolking uit zijn dorp, dat zij
zijn nagedachtenis eerden door op den dag van
zijn begrafenis koolstronken in zijn graf te
werpen. Al deze gierigaards waren gierig van
afkomst of op zijn minst gierig van het begin
van hun leven af.
Een zekere d'Aguilar echter, een Engelsche
Oostenrijker, uit de vorige eeuw, heeft jaren
lang in verkwisting geleefd, totdat hij tenge
volge van een oorlog een groot verlies leed.
Vanaf dat oogenblik sloeg zijn levenswijze om
en werd hij 'n voorbeeldige gierigaard, die zelfs
zijn dieren honger liet lijden.
Enkele jaren geleden stierf de rijke markies
de Clauricarde, die zijn groot vermogen naliet
aan Viscount ascelles, den gemaal van prinses
Mary van Engeland. Deze markies was even
eens een bekend gierigaard, die zijn eigen wasch
deed eh zijn sokken buiten zijn raam te drogen
hing, hetgeen de aanleiding werd, dat hij eenige
malen van zijn kamers werd gezet. Uit vrees,
dat zijn erfgenamen zijn vermogen zouden ver
kwisten, liet hij ze één voor één bij zich komen
en bood hun ieder een bedrag van duizend pond
ter leen aan. Allen accepteerden, met uitzonde
ring van één, die het geld niet noodig had, óf
het zich aan zijn zelfrespect verplicht voelde te
bedanken, óf den ouden vrek doorzag. Deze
eene was Lascelles, die daardoor de gelukkige
erfgenaam werd.
Het lijstje gierigaards is nog aan te vullen met
tientallen. We kunnen het echter hierbij laten.
Zij zijn voldoende in aantal en zeker in kwali
teit om als levende voorbeelden te kunnen die
nen voor allen, die rijk met aardsche goederen
gezegend zijn en als troostend voorbeeld voor
hen die niet veel om te zetten hebben, maar
die van het weinige met eenig beleid veel kun
nen profiteeren.
MADRID, 28 Aug. (V. D.) Sedert Februari j.l.
heeft de Spaansche minister van Openbare
Werken belangrijke besluiten genomen inzake
de irrigatie van 6 Spaansche provincies, die
tezamen de Levante vormen. In Februari had
hij den afgevaardigden dezer provincies toe
gezegd, maatregelen voor de bevloeiïng van dit
gebied te zullen nemen. Thans is een speciale
dienst voor het bevloeiïngswezen geopend, die
voor de gecentraliseerde uitvoering der plan
nen zal zorgen.
jjiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
In een woud aan den voet van de Tatra-ber-
gen is een reusachtige paddestoel gevonden, met
Ieen sewicllt van ruim twee Pond.
=lll!lllllllllll!llll
iiiimimiiiiiiii'j
Je hoort weer spreken over school,
Van hoeken, studie, klas,
Terwijl van den vacantie-tijd
Gesproken wordt als was
De plaatsen ook op het kantoor
Zijn alle weer beset
En de gezichten spreken slechts
Van afgeloopen pret.
Want als de monden open gaan,
Dan hoor je toch gewoon
Van debet, credit en factuur,
Van klant en telefoon.
De zeeis altijd nog de zee,
Die 't schoone strand bespoelt,
Maar in haar golfjes thans niet meer
Den vrijen badgast voelt.
En de hotelsstaan stil en stom, e
Gesloten, in een rij.
Het heerlijk, heerlijk badseizoen
Is thans, helaas, voorbij!
Men leeft nog even in den roes
Van zomervreugd en tijd,
Maar door den arbeid raakt de mensch
Ook dezen roes wel kwijt!
Het is voorbij! en juist zooals
Men in de sprookjes leest,
Er was eens een vacantietijdj
Dus dat is nu gewéést!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
5iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii§
Duizenden Indianen, die tot nu toe in Zuid-
Bolivia verblijf hielden, zijn den Pilcamayo
overgestoken en hebben Argentijnsch grond
gebied betreden. Oppervlakkig bezien is het wel
vreemd, dat zij juist nü dezen tocht hebben
ondernomen, want in Zuid-Amerika is het op
het oogenblik winter en op de hoogvlakten
heerscht een koude, die men niet gering moet
schatten. Vooral in den omtrek van de Chaco
is het weer bijzonder slecht.
De Indianen zijn met familie en lijfgoederen
geëmigreerd, omdat zü in Bolivia tot heeren
diensten werden gedwongen; zij moesten enkele
regimenten vervangen, die eenige maanden ge
leden opstandig zijn geworden. Oom aan dit lot
te ontkomen, zijn de Indianen naar het nabu
rige Argentinië gevlucht. Bij de grens werden
zij onmiddellijk door Argentijnsche troepen
vastgehouden. Sinds Bolivia en Paraguay met
elkaar in oorlog zijn, is Argentinië buitenge
woon op zijn hoede. De Indianen hebben in-
tusschen verklaard dat zij met vreedzame be
doelingen kwamen en dat zij alleen verzoeken
zich in de onbevolkte streken te mogen vesti
gen. Voorloopig heeft men de Indianen onder
scherpe bewaking in de nabijheid van de grens
een verblijfplaats aangewezen. Eenige vluchte
lingen hebben de Argentijnsche regeering mee
gedeeld dat zij zich in den Pilcamayo zouden
storten, wanneer men hen verplichtte naar Bo
livia terug te keeren. Zij wilden onder geen
voorwaarden in de Chaco tegen bevriende stam
men vechten, die aan de zijde van Paraguay
krijgsdienst moesten verrichten. Bovendien
voelen zij zich een onderdrukt volk en zijn ze
niet genegen hun overheerschers op de een of
andere wijze de behulpzame hand te bieden.
Een olieschilderij, dat door deskundigen aan
Van Dijck wordt toegeschreven, en dat jaren
geleden door een dame in Birmingham voor 10
shilling bij een uitdrager werd gekocht, heeft
thans in de kunstgalerij een plaats gevonden.
Langen tijd hing het ergens achteraf in het
huis van de bezitster, daar het te vuil scheen
om een plaats in de kamer te mogen hebben.
Het schilderij, dat als „portret van een edel
man" bekend is, werd door de toenmalige be
zitster aan de kunstgalerij in bruikleen afge
staan. „Bij een bezoek aan een kleinen uitdra
gerswinkel," vertelde zij aan een journalist,
„hadden de oogen van het portret mijn op
merkzaamheid opgewekt. Zij waren het eenige
dat men op het verweerde beeld duidelijk her
kennen kon. Zij waren zóó vol uitdrukking, dat
ik tot aankoop van het schilderij besloot en na
lang loven en bieden voor zes gulden verwierf.
De handelaar had geen idee van zijn schat.
Toen ik jaren geleden eenige schilderijen liet
inlijsten, bood de lijstenmaker aan het oude
schilderij te reinigen. Na het zuiveringsproces
maakte het schilderij tenslotte zulk een indruk
op hem, dat hij het fotografeerde en een af
druk ervan aan den directeur der galerij zond,
die onmiddellijk de waarde van het schilderij
erkende.
De hoogste prijs voor een Van Dijck werd in
1928 met 30.000 pd. st., rond 360.000 gulden be
taald.
De laatste der Montenegrijnsche bandieten,
de beruchte desperado Shphiro Milatsjitsj, is
bij een gevecht met de politie gedood.
Met den dood van dezen bandiet is Monte
negro geheel gezuiverd van vogelvrij verklaarde
bandieten.
In 1929 werd Milatstjitsj, na verscheidene
roofovervallen en een moord te hebben ge
pleegd, buiten de wet geplaatst. De politie heeft
hem vijfmaal kunnen arresteeren, doch telkens
wist de bandiet te ontsnappen.
In October 1929 heeft hij slechts door twee
kameraden vergezeld de stad Podgoritza ge
plunderd, terwijr hij bij een andere gelegenheid
twee auto's, waarin rijke kooplieden zaten, aan
gehouden en de inzittenden van hun bezittin
gen heeft beroofd, om vervolgens de politie van
deze misdaad in kennis te stellen.
Toen de politie hem dezer dagen na een ver
woed gevecht arresteerde, slaagde Milatsjitsj er
ondanks het feit dat zijn arm versplinterd was,
in te ontvluchten en over de Albaneesche grens
te ontkomen.
In Albanië zat de politie hem evenwel zoo
zeer op de hielen, dat hij naar Joegoslavië uit
week, waar hij bij een gevecht met de politie
gedood werd.
De in de Fransche Pyreneeën aangelegde
weg op den Pic du Midi van Bicorre zal de auto
mobilisten tot den top brengen, die met zijn
2877 M. hoogte voor hen tot dusverre niet toe
gankelijk was. De weg werd in twee gedeelten
aangelegd. Het eerste leidde tot een hoogte van
2221 M. en werd reeds in 1930 voor het auto-
mobielverkeer geopend. Het tweede deel stijgt
tot het plateau der Laquets tot een hoogte van
2656 M. Er blijven dan nog 200 M. over om
den top van du Pic, waarop een groot obser
vatorium staat, te bereiken. Daar men van de
vibratie der motoren een storing van de zeer
gevoelige apparten van 't observatorium vrees
de, werd de weg niet over het plateau van het
observatorium geleid. De geheele weg tot de
hoogte van den top is 5.8 K.M. lang. Op den
top bereikt hij een hoogte van 2870 M., waar
mee hij den hoogsten verkeersweg van Europa
is. Het hoogterecord stond tot nu toe op naam
van den Stilfsenjochweg met 2759 M. De offi-
cieele inwijding van den nieuwen automobiel-
weg in de Pyreneeën had plaats op 27 Augustus.
Rickey Coventry stond bij al z'n vrienden
en kennissen bekend als een liefhebber van
koopjes, want ofschoon hij zeer rijk was,
liet hü geen gelegenheid voorbij gaan, zoo eco
nomisch mogelijk met z'n geld om te springen.
Het verwonderde dan ook iedereen, dat hij
Margareth Danvers trouwde. Ze was wel is
waar heel mooi, maar ze had geen geld en....
een groote liefde Voor juweelen en alle moge
lijke luxe. Men waarschuwde Rickey, maar
glimlachend beantwoordde hij deze raadgevin
gen en zei:
„Kom, kom, jullie weten niet hoe zuinig ze is."
Aan niemand vertelde hij, dat hij thuis ee:i
echte Jan-hen was, zich overal mee bemoeide
en zich zelfs interesseerde voor den prijs van
de boter. Ook de dienstboden hadden te lijden
van z'n bemoeizucht, ze vonden geen genade
in z'n oogen en hij maakte er Margareth attent
op, dat de meeste vooraanstaande vrouwen in
het land haar huishouding bestuurden.
Margareth deed alsof ze hem in alles gelijk
gaf, want ze had ingezien, dat de verhouding
tusschen hen beiden dan het beste was.
Op zekeren dag zag ze in de etalage van een
juwelier een prachtigen briljanten hanger en
het was haar niet mogelijk, haar gedachten van
dat schitterend juweel af te brengen.
De prijs was echter zeer hoog 50 pond
en buiten haar bereik, want haar geheele be
zit bedroeg slechts 10 pond. Ze durfde hierover
echter niet met haar man te spreken, daar hij
juist den vorigen dag had gezegd, dat ze voor
haar heele leven juweelen genoeg had.
Misschien was er echter toch nog een moge
lijkheid om haar man te overreden en met
deze gedachte bezield, stapte ze bij den juwe
lier binnen.
„Zou ik dien hanger op afbetaling van u
kunnen krijgen?" vroeg ze.
„Wel is waar is het onze gewoonte niet, me
vrouw, maar in speciale gevallen zou
den we.... u begrijpt...." antwoordde de koop
man, aarzelend.
„Ja, ja, maar u kunt me gerust vertrouwen,
want u zult mijn man wel kennen; hij is reeds
verschillende malen hier geweest; het is mijn
heer Ricky Coventry."
„O, juist mevrouw. Het zal me een groot ge
noegen zijn, u van dienst te wezen," zei de
juwelier vriendelijk, terwijl hij zich in stilte
afvroeg, hoe een rijk man als mijnheer Coven
try z'n vrouw op afbetaling kon laten koopen.
„Ja, en nu moet u mijn man bij z'n komst
zeggen, dat die hanger 25 pond kost, dan zal
hij u stellig 20 pond bieden en ik geef u de
resteerende 30 pond in den loop van den tijd."
„Heel goed mevrouw, maar.... U zegt toch
25 pond?"
„Ja, ja, u zegt, dat het 25 pond kost, maar
u geeft het hem voor 20 pond. Want hij is dol
op koopjes. Begrijpt u?
O, juist mevrouw," zei de juwelier weer, die
zich lichtelijk amuseerde mt deze eigenaardige
condities.
Dien middag aan de lunch vertelde Marga-
Polly, de kat, was in ongenade. Ze
had een gebraden eend gestolen, door
Ivy gereed gemaakt voor het diner en
had het lekkere brokje heelemaal op
gegeten.
Freddy Vrijdag had haar in een
kooi opgesloten, gemaakt van een
oude kist en een paar houten latten.
Nou zul je zoolang hier blijven, tot
je geleerd hebt je fatsoenlijk te ge
dragen," zeide Freddy. „Wij zullen je
een bak met water brengen en dat is
alles wat je vandaag krijgt."
Doch Freddy en de kinderen had
den nauwelijks eenige meters geloo-
pen, of ze hoorden achter zich eenige
beweging en toen ze achterom keken,
zagen ze Polly loopen, dragende de
kooi.
„Hemeltje, nog 'ns toe, ik heb de
latten niet dicht genoeg bü elkaar
gemaakt," gromde de zeeman, toen hij
achter de kat liep.
(Morgenavond vervolg.)
(Ingezonden Mededeelingen.)
reth aan haar man, dat ze in High-street een
prachtigen juweelen hanger had zien liggen,
die slechts 25 pond kostte. Bovendien herinner
de zij er hem aan, dat ze eerstdaags jarig was.
„Ja, maar dat is 5 pond meer dan ik in den
regel voor je verjaardag uittrek," glimlachte
hij. „Enfin, we zullen zien. Maak voor van
avond toilet, dan gaan we in de Luton-club
dineeren."
Ricky verdween en liet Margareth hoopvol
achter. Tegen den
avond had zij
zich buitengewoon
mooi gemaakt en j
vol spanningf
wachtte zij op de
komst van d'r f
man. Zij twijfelde
niet of hij had aan haar verzoek voldaan.
Wel is waar wist zij niet waar zij die restee
rende 30 pond vandaan moest halen, doch
daar maakte zij zich voorloopig geen zorg om.
Toen hij binnen kwam, staarde ze hem met
groote, zorgende oogen aan.
„Lieveling," begon hij direct, „ik heb een
buitengewoon gelukkigen dag vandaag; vijf
pond verdiend."
„O man, ben je toch bij den juwelier ge
weest?"
„Ja, verduiveld goedkoop! 25 pond! En het
mooiste is, dat die oude kerel het me voor 20
afstond. Nu moet je weten, dat ik even bij de
Luton-club ben aangereden, om voor vanavond
een tafel te reserveren. Daar zat ook die oude
Pawley, die veel verstand van juweelen heeft.
Nu wilde ik eens zien of het inderdaad zoo'n
koopje was. Hij zei me direct dat hij er graag
25 pond voor wilde betalen. Ik heb me geen
oogenblik bedacht en zoo heb ik in den tijd van
een kwartier 5 pond verdiend. Vind je dat niet
heerlijk?"
Rickey heeft nooit begrepen waarom z'n
vrouw het niet heerlijk vond en dien avond en
nog vele volgende dagen allesbehalve haar in
genomenheid liet blijken over z'n winst vr
5 pond.
De Sovjet-regeering heeft een expeditie sa
mengesteld, welke zich naar het Wrangél-eiland
zal begeven, om een onderzoek in te stellen
naar het lot van de Russische pioniers, die
daar reeds twee jaar geïsoleerd leven.
De expeditie zal onder leiding staan van pro
fessor Schmidt, hoofd van de afdeeling voor
de Noordelijke zee-routes en zal naar Wrangel
vertrekken op den ysbreker „Chelushkin".
Den vorigen zomer was reeds 'n expeditie naar
het Wrangel-eiland gezonden met den ijsbre-
ker „Soviet", doch als gevolg van het slechte
weer kon het eiland niet bereikt worden.
De expeditie bestaat uit elf geleerden, drie
jagers en een aantal visschers, terwijl boven
dien een vliegtuig zal worden meegevoerd om
onderzoekingen te doen.
De ysbreker „Krassin" wordt gereed gehou
den om hulp te verleenen, als de „Chelushkin
in de ijsschollen vast zal geraken.
Het kleine spoorwegknooppunt Hsinking m
Centraal-Mandsjoerije is bestemd de nieuwe
hoofdstad te worden van Mandsjoekwo en vol
gens hier ontvangen berichten zal 2 millioen
Engelsche ponden besteed worden om van dit
dorp een metropolis te maken.
De regeering van Mandsjoekwo steunt yverig
de plannen om Hsinking te ontwikkelen, door
het stichten van openbare gebouwen, het aan
leggen van wegen, waterleiding, parken en
sportvelden.
Ook de Z. Mandsjoerijsche spoorweg en an
dere groote instellingen verleenen ruimen fi-
nancieelen steun.
Kolonel Lindbergh en zijn vrouw hebben ge
rapporteerd dat zy op Groenland een berg
hebben waargenomen, die hooger is dan de
toppen die tot dusver bekend zijn-
Deze berg staat op geen enkele kaart aange
geven en is gelegen ten N.W. van Scoresby Sont
Onder de bevolking in Noord-Oost Finland
heerscht groote onrust in verband met het
steeds toenemend aantal wilde beren, dat uit
Rusland over de grens komt.
Deze wilde dieren richtten groote schade aan
en vallen soms ook de op het land werkende
boeren aan.
De bevolking maakt thans gezamenlpk jacht
op deze dieren en in het district Kuusamo
werden verscheidene beren neergelegd.
A IJ si si's» °P dlt blacl zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofifïfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7if/ï by een ongeval met f OCf) by verlies van een hand f IOC by verlies van een f Cf) bij een breukvan f Af) bij verlies van "n
fill*: UUOJlTlg o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen tïï/t/l/»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelyken afloop/een voet of een oog# duim of wijsvinger been of arm# anc
anderen vinger
29
XIII
Toen Dores den volgenden morgen van zyn
tocht naar het station terugkeerde, gaf hy Pfalz-
dorf, die de post doorkeek, een veelbeteekenen-
den wenk, die zooveel beteekende als: „Hij is
vertrokken. Een vriend van Dores, die by het
spoor was, had het hem verteld. Vervuld van
sombere gedachten boog de jonge man zich over
Zijn werk.
Het werd een dolle dag. De apotheker, die by
uitzondering vroeg was opgestaan, had het ver
standig gevonden om Heinrich en Dores niet
in zijn beschuldiging te betrekken om ook niet
hun arbeidskracht, die hy thans dubbel noodig
had, kwijt te raken. Want om het contract met
Rose zoo gauw mogelyk in orde te kunnen ma
ken, wilde hy vandaag direct balans en inven
taris opmaken en daarom ging hy van 's mor
gens vroeg af met Dores en Hannes alle hoeken
en gaten na om den magazijnvoorraad op te
nemen. Hij gunde zich nauwelijks tyd voor het
middageten.
Hoe Lisa de huweiyksplanuen zou opnemen,
daar brak hij zich het hoofd niet over. Hy was
gewoon in den kring züner familie te gelden
als autoriteit die geen tegenspraak duldde en
zyn wil onder alle omstandigheden doorzette.
Terwijl meneer Friedrich in het zweet zyns
aanschyns bezig was, op den zolder en in den
kelder, paradeerde Rose ajs een grand seigneur
in de apotheek en in het kantoor rond. Hij ging
zelfs zooveer dat hy het werk van Heinrich con
troleerde en correcties aanbracht in de corres
pondentie.
Van morgen af zult u onder myn speciaal
toezicht werken, omdat ik de zaak overneem
en voorgoed een eind zal maken aan dien ouden
sleurboel hier, bralde de provisor. Zoo gauw ik
in dezen goddeloozen rommel orde heb gebracht,
zal ik voor de apotheek en de grossierszaak een
assistent, een boekhouder en twee leerlingen
nemen en zelf het oppertoezicht uitoefenen. Wee
dengene, die zich aan een verzuim schuldig
maakt. Hy zal merken met wien hij te doen
heeft!
Daarop trok hij zich in de apotheek terug om
recepten klaar te maken.
Als ik maar eerst de baas ben, zei hij ver
trouwelijk tegen zichzelf, en over mijn schat van
een Lisa ook, dan zal niemand mij meer aan
dat vervloekte pillendraaièn krijgen. Daar neem
ik dan mijn mannetjes voor!
Hij telde de pillen die hy klaar had, deed ze
in een doosje, bestrooide ze met lycopodiumpoe-
der, om het aan .elkaar kleven te voorkomen en
maakte toen met een hoornen staafje zeer om
slachtig zijn nagels schoon. In een handspie
gel bekeek hy met welgevallen zijn gezicht en
schilderde zich in zyn gedachten af welk een
uitnemenden indruk hy zou maken naast de ge
liefde vrouw!
Het begon te schemeren.
Buiten raasde de storm en kletterde de re
gen, de gele bladeren van de boomen werden
afgerukt en in de plassen meegesleurd. De wind
deed de scharnieren van de deur en de ramen
piepen. Alles is vergankeiyk, kreunde de wind.
Droomen zijn bedrog! Maar de provisor hoorde
het niet of wilde het niet hooren. Hij was im
mers een rijk man en voor geld is alles op de
wereld te kooptenminste by meneer Frie
drich
De storm nam toe; het werd steeds donker
der. Juist zou meneer Rose het gas aansteken,
toen een verschrikkelyke slag het huis deed
schudden, zoodat de provisor van zijn stoel rol
de. Het was een bliksemslag, een knal die ver
in 't rond te hooren was en die de muren op
hun fundamenten deed schudden. Rose was als
verdoofd totdat en jammerlijk angstgeschreeuw,
dat van de binnengaats kwam, hem tot de wer
kelijkheid terug riep.
Zijn haren rezen te berge en terwijl hij de
apotheek in den steek liet, vloog hy naar bui
ten.
Daar kwam Heinrich hem doodsbleek tege
moet rennen.
De brandweer, riep hij den provisor toe.
In 's hemelsnaam, vlug, vlug!
Wat is er gebeurd? stamelde Rose, die over
zyn heele lichaam beefde.
Een benzine-ontploffing. Mynheer Frie
drich is in den kelder. We moeten hem redden!
De brandweer moet komen; vlug! vlug!
Wéér klonk er een verschrikkelyke knal,
die de vensters in stukken sloeg en het hout
werk vaneen reet. Tegeiykertyd laaide een vuur
zuil op. Als door furiën achtervolgd, holde Rose
zonder jas of hoed weg, om zich in veiligheid
te brengen en onderweg de brandweer te waar
schuwen.
Pfalzdorf had dit aan niemand beter dan aan
den provisor met zyn hazenhart kunnen op
dragen!
De dames kwamen met van angst verwron
gen gezichten de trap afrennen. Heinrich snelde
ze tegemoet.
Gaat u naar voren in de apotheek. Niet
naar de binnenplaats!
Lisa liep door.
Laat me door, beval ze. Waar is vader?
Hy heeft een ongeluk gekregen, Juffrouw
Friedrich, een ontploffing in den benzinekelder.
Ik smeek u, ga terug. Daar komt de brandweer
al aan!
Ik moet toch weten, wat ik moet doen, en
ze wilde hem voorby gaan.
Pfalzdorf greep haar stevig by den arm.
Uw plicht is nu om uw moeder, die flauw
gevallen is, weer by te brengen en haar met
Jette voor in de apotheek te brengen. D&t moet
u doen. Moet dan altijd alles voor uw koppig
heid wyken?
Voor den wilskrachtigen blik van den jongen
man sloeg ze de oogen neer en gehoorzaamde.
Pfalzdorf vloog terug naar Dores, die onbe
vreesd een brandende, bewegende massa had
beetgepakt en met inspanning van alle krach
ten bezig was die in een ton water te stoppen.
Die massa was Hannes. De geweldige luchtdruk
had hem met zyn brandende kleeren uit den
kelder op de middenste treden van de stoep ge
slingerd, waar Dores direct op hem was toege
sprongen en hem meegesleurd had op het pla
veisel. Daar hy de vlammen niet kon blusschen
door den ongelukkigen Hannes op den grond
heen en weer te rollen, had de huisknecht het
eenige radicale reddingsmiddel te baat genomen
en hem in de volle regenton gedompeld. Of
schoon zyn handen met brandwonden waren
overdekt, hield hy hem stevig vast en legde den
bewusteloozen jongen op een stuk zaklinnen.
Dores! riep Heinrich, en baande zich een
weg naar den kelder. We moeten meneer Fried
rich redden!
De huisknecht hield hem tegen.
U moet hier biyven, meneer Pfalzdorf, zei
hy ernstig. Dat is in Gods hand.
Buiten kwam de brandweer aanratelen. Be
velen weerklonken en een afdeeling brandweer
lieden drong door de poort naar binnen en
bracht de slangen, waaruit reeds het water
spoot, in de kelderopening. Spoedig stond de
geheele kelder onder water en Heinrich ging
aan het hoofd van een paar moedige mannen
naar binnen.
Nauweiyks waren ze beneden of er klonk een
nieuwe, nu zwakkere explosie. Gelukkig konden
de redders aan het gevaar ontsnappen, doordat
ze door een luik aan den anderen kant konden
kruipen, opnieuw begonnen de spuiten te wer
ken en weer baande Heinrich zich een weg door
de puinhoopen, die met koortsachtige haast door-
woeld werden. Eindelyk ontdekte Pfalzdorf zijn
chef. Een ingestorte muur had hem bedolven.
Het opruimingswerk vorderde nu snel. Na eenige
minuten had men het lijk van den apotheker
onder de steenen weggehaald en kon men hem
naar boven brengen. De brandweer overtuigde
zich, dat er geen verWere ongelukken konden
gebeuren. Het lijk van den apotheker werd het
woonhuis binnengedragen en in de slaapkamer
neergelegd.
Er heerschte een groote verwarring. De pro
visor, die weer was komen opdagen, sloot de
apotheek, maar met heel andere gevoelens dan
een dag te voren. Lisa had met behulp van
Jette haar moeder naar boven gebracht; Han
nes was onder geneeskundige behandeling ge
steld, waarby Dores zyn onontbeerlijke hulp
verleend had; de loopjongen bleek ernstige
kwetsuren en brandwonden te hebben opgeloo-
pen, doch langzaam kwam hij weer tot bewust
zijn. Pfalzdorf was in gesprek met den commis
saris van politie, die een onderzoek kwam in
stellen. Op de binnenplaats klonken de zware
stappen van de brandwacht. Eerst laat in den
avond keerde de rust in huis weer, nadat men
de oorzaak door de mededeelingen van den
loopjongen had kunnen vaststellen.
(Wordt vervolg.)