IN EN OM HAARLEM HET HOOGHEEMRAADSCHAP De eerste Mirakelopvoering ROTTERDAMSCHE PREMIERE NOORD-HOLLANDS NOOR DERKWARTIER DONDERDAG 7 SEPTEMBER Weer aan het werk! Groote bijval Pastoor J. Zwart f Het L.T.B.-rapport GAS- EN ELECTRICITEITS BEDRIJF Samenvoeging administraties CENTRAAL COMITÉ VOOR WERKLOOZEN Het ontspannings- en ontwikke lingswerk Een fijnzinnige vertooningdie ook in haar pompeuze massaliteit de innige sfeer van het diep-vrome niet miste Auto- en motorinzegening Mevr. Tilly PerinBouwmeester Zaterdag pontificale uitvaart Het ontstaan Het innen der watersnoodkosten Het wegenonderhoud Een karakter-wijziging De omslag Het niet mede betalen van het Zuiderkwartier IJMUIDEN-OOST STAAT VAN BESOMMINGEN MARKTBERICHT RIJKSVISCHAFSLAG uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii De vacanties of het nu 8 dagen dan wel 8 weken waren de vacanties zijn voor de meeste menschen voor dit jaar weer voorbij wij zijn weer thuis. Thuis in onze eigen woning, ons eigen bed, ons eigen tuintje, bij onze eigen verwanten, maar thuis vooral ook in ons oude werk, in den dagelijk- schen tredmolen. En al is het heerlijk, er eens een paar dagen geheel uit te zijn een paar vacantiedagen komt eigenlijk eenieder toe de meeste menschen voelen zich zeker zoo pret tig als zij weer in hun gewone doen zijn. t Er is dit jaar, dank zij het prachtige zomer weer, veel gereisd. In Zandvoort, Noordwijk, Scheveningen en andere badplaatsen, tot zelfs in die aan de Zuiderzee en het Uddelermeer toe zijn hoteliers en winkeliers best te spreken over de gedane zaken. Beter graadmeter om te we ten of er dit jaar tijdens de vacantie veel geld uitgegeven is, valt moeilijk te vinden. Dat schijnt er echter ook op te wijzen, dat nogal gevolg is gegeven aan de in het voorjaar dik wijls gegeven vermaning om deze vacantie zoo eenigszins mogelijk in eigen land door te bren gen. Zeker, er zijn tal van Nederlanders over de grens getrokken, maar evenals de Duit- schers, Engelschen en Amerikanen schijnen ook de Nederlanders meer dan andere jaren in eigen land te zijn gebleven. Reizen is ongetwij feld leerzaam en reizen in het buitenland schept de mogelijkheid om vergelijkingen te maken. Wie een vreemd volk bezoekt, leert het beter begrijpen, dan degene, die er ver vandaan blijft. Wie uit het buitenland zijn eigen land be oordeelt, leert dit niet zelden beter waardeeren en zijn kleine onvolmaaktheden zelfs liefheb ben.. Dat alles is zeker waar, maar even waar is het, dat de buitenlandsche reis niet zelden ondernomen wordt, omdat zij in de mode is, omdat zij als een voorname bezigheid geldt, omdat zij op bekenden indruk maakt, om te bluffen. Als in die omstandigheden met een vrij algemeenen regel gebroken wordt cn een soberder levenswijze wordt aangelegd, dan is dat slechts toe te juichen. Wij zijn nu weer thuis en het gewone leven herbegint. Ook het openbare leven. De organi saties, die in den zomer slabakten, worden in September tot nieuw leven gewekt. Het maat schappelijk verkeer, dat door de afwezigheid van leidende personen wat ontwricht raakte, herstelt zich weer. De meeste der organisaties, die in de laatste jaren op zoo'n voortreffelijke wijze in Haarlem hebben gewerkt op cultureel en wetenschap pelijk gebied, hebben hun winterprogramma's reeds gepubliceerd, maar ook die op charitatief en sociaal gebied hervatten haar taak weer. En er valt zoo veel te doen! Het Haarlemsche Cri siscomité doet een noodkreet hooren en waar schuwt de burgerij, dat er wederom een harde winter voor de deur staat. Vooral ook de so ciale organisaties beleven een tijd, die voor haar een crisis in de crisis beteekent. Het zal voor een groot deel van haar werk in dezen winter afhangen of zij zich in haar huidigen vorm kunnen handhaven of niet. Een krach tige samenwerking onder krachtige leiding is daarvoor noodig. Die samenwerking laat nog altijd veel te wenschen over. Niet alleen tusschen vereeni- gingen van verschillende politieke richting, maar ook onderling tusschen de organisaties van katholieken huize. Te dikwijls meent iedere organisatie, dat zij alléén voor zichzelf te zor gen heeft en ziet niet in, dat zij op gemakke lijke wijze andere vereenigingen helpen kan, dat met die samenwerking vrijwel alles kan worden bereikt. Onlangs werd de hulp ingeroe pen van de besturen van organisaties voor den verkoop van loten of zegels. Veel werk werd niet gevraagd. Het stond er zoo mede, dat als iedere organisatie zich met den verkoop van een paar dozijn loten (tot een waarde van en kele guldens) belastte, de verkoop geslaagd kon Men schrijft ons: Tegen net advies van de Directeuren in, is door Burgemeester en Wethouders besloten tot samenvoeging van de administraties van het Gemeente Gas- en Electriciteitsbedrijf en deze samenvoeging te laten ingaan per 1 Septem ber 1933. Ook het advies van de Commissie van Over leg, welke in deze aangelegenheid eveneens had moeten worden gehoord, is niet gevraagd. Waar ;ot splitsing van de oorspronkelijk sa mengevoegde bedrijven in 1912 bij raadsbesluit werd besloten, is wijziging in dezen toestand eveneens slechts bij raadsbesluit mogelijk. Dit is eveneens niet geschied. Zoowel van den Raad als van de in de Com missie van Overleg vertegenwoordigde organi saties is dus protest tegen dezen gang van za ken te verwachten, temeer waar deze samen voeging eiken grond van practische overweging mist en den goeden gang van zaken aan de bedrijven ernstig in gevaar brengt. Naar aanleiding van deze mededeeling kun nen wij bevestigen, dat inderdaad tot samen voeging van de administratie van het Ge meente Gas- en Electriciteitsbedrijf besloten is. Of deze samenvoeging i September is inge gaan weten wij niet. Vermoedelijk is het juister te spreken van „zoo spoedig mogelijk". Wij hebben naar de juistheid geïnformeerd van de veronderstelling, dat deze aangelegenheid m de Commissie van Overleg had moeten wor den behandeld. Men was het in bevoegde krin gen met deze opvatting niet eens. B. en W. en in laatste instantie de Raad beslissen im mers hoe een Dienst er uit zal zien. Ook de op heffing van den Dienst voor de Lichamelijke Opvoeding is niet in de Commissie van Over leg behandeld. Dat is trouwens ook logisch. Pas wanneer er belangen van het personeel in het geding komen, is er aanleiding om de Commis sie van Overleg er in te mengen. Belangen van het personeel worden door de samenvoeging van de administraties voorloopig niet geschaad. Wel zullen er krachten over compleet raken waarschijnlijk, doch er is veel tijdelijk personeel in dienst der gemeente. Dit zou in aanmerking komen om te worden ontslagen en vervangen door overcompleet vast personeel. heeten en een groot goed zou worden bereikt. Merkwaardig, maar ook onbegrijpelijk was het, dat door verschillende besturen, soms door be sturen, die zelf het allermeest een beroep doen op anderen, een dergelijke kleine dienst gewei gerd werd, blijkbaar onder het kleinzielige, peu terige motto: „Ieder voor zich en God voor ons allen". Een dergelijke mentaliteit treft men, de hemel betere het, ook zelfs aan in de kringen van de hoofdbesturen der landelijke organisa ties. Hoe wil men dan toch, gevangen in zulk een benepen gedachtensfeer, iets groots tot stand brengen? Er zal heel wat meer opofferings gezindheid noodig zijn om de catastrofale ge varen van dezen roerigen tijd te keeren. De vacanties zijn voorbij en een nieuwe werktijd is aangebroken. Moge hij in alle op zichten heilzaam zijn en laten wij vaststellen, dat de komende wintermaanden belangrijk zul len zijn en van invloed op <Je naaste ontwik keling van onze samenleving. Men meldt ons: Op 14 October 1932 werd op initiatief van den heer E. A. v. d. Haar het Centraal Comité voor Werkloozen gevormd. In het comité hebben zit ting bestuurders van de H.B.B., R.K.V.B., Chr. B.B. en de B.B.H., d.w.z. van eiken bestuurders- bond twee bestuurders, terwijl als voorzitter fungeerde de heer E. A. v. d. Haar. Het dageljjksch bestuur wordt gevormd door de heeren E. A. v. d. Haar, voorzitter, H. H. Luijken, secretaris en N. De Bie, penningmees ter. Reeds twee dagen na het aanvangen van zijn werkzaamheden, was het comité in de gelegen heid om den werkloozen iets aan te bieden daar toe in de gelegenheid gesteld door den heer W. Bakker, directeur van het Rembrandt- Theater. De heer Bakker stelde zijn theater ter beschikking van het comité en bracht het comité daarmede op en goeden weg. In totaal stelde de heer Bakker 6 maal het Rembrandt- Theater en één maal de Cinema Palace ter be schikking van het comité; steeds hebben de artisten, die in de verschillende programma's optraden, hun belangelooze medewerking ver leend, evenals het personeel. Het orkest van Dajos Bela trad zelfs voor de werkloozen in het Rembrandt-Theater op. Tweemaal had het comité de beschikking over het Luxor Theater, daartoe in de gelegenheid gesteld door den heer A. Hartman, directeur van dit Theater. Verder zijn door het comité georganiseerd 6 instrumentale concerten, dank zij de hulp van een ingezetene van Haarlem, die daarvoor een bedrag beschikbaar stelde, dat aan de H.O.V. ten goede moest komen en waarvoor de H.O.V. zijn medewerking moest verleenen. Aan deze concerten hebben de volgende personen hun medewerking verleend: Jos. de Klerck, bariton, Helene Cals, coloratuur-zangeres, Corrie Bijster, sopraan, Jos. de Clerok, viool, Cor de Wilde, cello, Helena Ludolph, sopraan en Paul Perlot, bariton. Tevens werden er 4 vocale concerten georga niseerd door de vereenigingen „Polihymnia", de „Spaame Sangers" en het Mannenkoor „Cecilia". Ook aan deze concerten hebben eer ste klas solisten hun medewerking verleend, nX Annie Hermes, alt, Jo Immink, alt, Helena Lu dolph, sopraan, Corry Bijster, sopraan, Emmy van Eden, piano, Jacq. Zwaan, piano, Frits Mondriaan, piano, benevens het Mannenkwar- tet „Harmonie", het Dubbel-Mannenkwartet „Aurora" en het Mannenkwartet „Euphonia". Ook mevr. C. Scheurman. In totaal zijn 4 tooneelvoorstellingen voor de werkloozen gegeven. De eerste voorstelling werd gegeven door het Frits Bouwmeester Gezelschap en werd het comité aangeboden door de ver- eeniging „Geloof en Wetenschap". De tooneel- vereeniging „Vooruitgang" gaf een en de too- neelvereeniging „Vriendschap zij ons doel" twee tooneelvoorstellingen. Dan zijn er nog twee cabaret-voorstellingen De Rotterdamsche première van Carl Voll- möllers „Het Mirakel" in den Grooten Schouw burg met Engelbert Humperdinck's muziek is onder regie van Johan de Meester tot een suc cesvolle daad van beteekenis geworden voor het Groot Nederlandsch Tooneel. De groote winst van deze première leek mij deze: dat De Meester's massa-regie er in ge slaagd was, niet alleen een weidsche, pra lende, uiterlijk-schoone vertooning te scheppen die gansch den avond boeide, maar óók en vooral: deze massaliteit te verinnigen. Zoodat de grootste waarde zijner regie niet was de oogenbekorende en oorenstreelende pom peuze grootheid, doch de zuivere en soms ont roerende innerlijkheid. Hij had de aloude en zoo teere Beatrijs- legende o schoon wonder van Maria's ont ferming over een verdwaalde kloosterlinge die tot Haar heur toevlucht nam afgestemd op de naar binnen gekeerde geaardheid van den Nederlander en den vromen zin deed hij geen oogenblik, zelfs niet in het kleinste detail, gevaar loopen door een glimlach. De oorspron kelijke legende van zuster Beatrijs is zoo sim pel en daardoor juist zoo tot ons hart sprekend. Van en voor alle eeuwen. Ochvoor het groote publiek blijft Bea trijs de weggeloopen non, en het is juist de fout van vele tooneelbewerkingen, dat ze dit bij het publiek hebben geaccentueerd in plaats gegeven en drie speciale kindervoorstellingen en telkens werd de groote zaal van het gemeente lijk concertgebouw tot de laatste plaats bezet. De Jansschouwburg werd eenige malen door den heer Kaart belangeloos beschikbaar gesteld. In totaal zijn er 11 lezingen gehouden, die alle heel goed bezocht waren en één excursie naar het Teylers Museum. Bovendien ontving het comité regelmatig van de vereeniging „Kunst aan het Volk" een aan tal toegangsbewijzen voor haar uitvoeringen, benevens van „De Stem des Volks", R.K. Ora torium Vereeniging en ook voor de orgel-concer ten en de H.O.V.-concerten op Zondagmiddag. Dan heeft het comité nog de medewerking gehad van de verschillende vakcentrales. Zoo gaf de H.B.B. en het „Instituut voor Arbeiders Ontwikkeling" filmvoorstellingen. De R.K.V.B. gaf 2 filmvoorstellingen en de Christelijke B.B. een specialen avond voor zijn werklooze leden. Een zeer goede ontspanning is zeker geweest: het voetballen. Er is een competitie gespeeld, waaraan door niet minder dan 22 werkloozen- elftallen werd deelgenomen. De wedstrijden werden gespeeld onder auspiciën van den Haar- lemschen Voetbalbond en de belangen werden door het Centraal Comité behartigd. Om deze competitie goed te laten function- neeren was er een groot aantal terreinen noo dig. Wel had het comité de beschikking over een paar gemeentelijke sportterreinen, maar daarop konden al deze wedstrijden niet gespeeld worden. Toen werd een beroep gedaan op de bestaande voetbalvereenigingen en met succes. De vereenigingen Haarlem, H.F.C., R.C.H., E.D.O., E.H.S., Schoten en de R.K.V.C. stonden alle één maal per week op een middag een terrein af. Ook het gemeentebestuur verleende zijn volle medewerking. De medewerking, welke het Centraal Comité van het gemeentebestuur heeft gehad, verdient zeer zeker een woord van lof, want niet minder dan 15 maal werd de groote zaal van het ge meentelijke Concertgebouw ter beschikking van het comité gesteld, benevens 2 maal de boven zaal van it gebouw en 2 maal de Stadsschouw burg, terwijl de werkloozen tevens nog over een ontspanningsgebouw konden beschikken. Ook op andere wijze heeft het gemeentebestuur volle medewerking verleend. Een woord van dank is hier zeer zeker op zijn plaats aan allen, die hun medewerking hebben verleend en er toe hebben bijgedragen dat ieder op zijn eigen wijze de noodige ont wikkeling en ontspanning aan de werkloozen en hun huisgenooten kon geven. Om een voorbeeld te geven van het omvang rijk werk, dat het Centraal Comité heeft ver richt, zij medegedeeld, dat de ontwikkelings- en ontspanningsmiddagen en -avonden door niet minder dan 28600 werkloozen en huisge nooten zfjn bezocht. Rekent men daarbij het aantal, dat bij de voetbalwedstrijden ontspan ning vonden, gemiddeld op 300 per wedstrijd, dan heeft het Centraal Comité in totaal aan 45000 menschen ontspanning gebracht. Men deelt ons mede: De openbare auto- en motorzegening op het voorplein van de St. Bavo-kerk te Heemstede, Heerenweg 88, welke georganiseerd wordt door de afd. Haarlem der Ned. R.K. Vereeniging van Handelsreizigers en Agenten „St. Christoffel" zal plaats vinden Zondag 10 September a.s„ des namiddags half drie. Het doel dezer zegening is, om ons tegen de talrijke gevaren van het toenemende snelver keer door een bijzonderen zegen te beschermen en ons te stellen onder de veilige schutse van St. Christoffel, den Patroon van alle reizenden. Een mooie St. Christoffel-plaquette wordt bij deze gelegenheid aan eiken deelnemer aange boden, welke plaquette de plaats moet inne men van de heidensche mascottes, welke al te veeï, ook in de wagens van onze geloofsgenoo- ten „bengelen". H-at aantal deelnemers kan nog worden uit gebreid, daar déze zegening een groote open bare demonstratie moet worden. Berichten van deelname kunnen worden ge zonden aan de heeren H. M. Lammers, Tessel- schadelaan 3, Heemstede tel. 26773, H. Meijer, H. de Keyserlaan 3, Heemstede, tel. 28740; P. Bergman, Middenweg 44, Haarlem-Noord; M. C. de Graaff, Heerensingel 135 rood, Haarlem; J. v. Dijkman, Brederodeweg 76, Santpoort; J. Schuckart, Corn. Matersweg 39, post Bever wijk. De kosten voor een verplichte St. Christoffel- plaquette bedragen 2 per auto of motor rijwiel. De kosten kunnen nog gestort worden op giro-nummer 221955 ten name van M. C. de Graaff, na ontvangst waarvan de deelnemers kaart terstond wordt toegezonden. Tevens kunnen de deelnemers zich nog Zondagmiddag aanmelden bij de heeren van het comité. van het volle licht op Maria's hulpe en den inkeer der zondaresse te laten vallen. Er zijn vele lezingen en latere toevoegingen.... Mae terlinck, Teirlinck, Rutten e.a. hebben het ver haal op het tooneel gebracht. Sommige tooneelbewerkingen hebben het euvel méér aandacht te vragen voor de we- reldsche geneugten en de zondige verlokkingen waarover de oorspronkelijke legende zoo voorzichtig heenglüdt dan voor den inkeer der gevallene en voor Maria's genade. Wat ik ook hier vreesde gebeurde gelukkig niet. De tafereelen van den val van Beatrijs werden geen verlokking van zonden maar geheel in de sfeer van eerste en laatste bedrijf de klaaglijke treurnis over de ver wording van de eens Godgewijde vrouwe: een demonstratie hoe ongelukkig de mensch wordt Met pastoor Zwart is heengegaan een vol ijverig priester die met liefde en toewijding zijn parochie ruim 35 jaar heeft bestuurd. Pastoor Zwart was algemeen bemind en ge acht, niet slechts bij zijn parochianen, maar ook onder de niet-katholieken in Zaandam, die hem eerden om zijn persoon, zijn vriendelijk en hulp vaardig karakter. De liefde van de parochianen was ook weder- keerig want de grijze herder betoonde 'n voort durende zorg voor zijn parochie en voor zijn parochianen. Bij al zijn daden was zijn eerste gedachte aan de parochianen en hun geestelijke belangen. 20 Mei j.l. mocht de Hoogeerw. pastoor onder vele blijken van belangstelling zijn 80sten ver jaardag vieren. Zijn 25-jarig pastoraat op 20 Mei 1923 en zijn gouden priesterfeest op 7 October 1927 zijn luis terrijk gevierd. De vele groote en heilrijke instellingen, die onder het bestuur van pastoor Zwart op zijn aanstichting en met zijn krachtige medewerking tot stand zijn gekomen, strekken tot bewijs van zijn vruchtdragend priesterlijk leven. Het eerste werk was de bouw van een nieuwe parochiekerk met pastorie, waarna met kortere of langere tusschenruimte de Katholieke scho len de R. K. Meisjesschool, de jongensschool, de U.L.O.-school zijn gevolgd, evenals het nieuwe R. K. Vereenigingsgebouw en het jeugd- gebouw en als de kroon op het werk het mooie groote R. K. Ziekenhuis aan de Bloemgracht, dat naar Pastoor Zwart werd vernoemd en daarom het St. Jan-Ziekenhuis heet. Pastoor Zwart werd 20 Mei 1853 te Onderdijk gemeente Wervershoof geboren. Na zijn studiën aan het Klein seminarie Ha- geveld en te Warmond te hebben voltooid, werd de overledene 7 October 1877 tot priester gewijd en kort daarop tot kapelaan van Haarlemmer- liede benoemd. Vandaar volgde in dezelfde func tie zijn overplaatsing naar A'dam in de kerk „de Pool" en vervolgens naar Haarlem (Rozen krans en Dominicuskerk). Na daarna nog eenige jaren als rector te Oegstgeest te hebben gearbeid, volgde zijn be noeming tot pastoor te Zaandam. Z. H. de Paus eerde den grijzen priester door hem het kruis Pro Ecclesia et Pontifice te schen ken, terwijl hij enkele maanden geleden zijn be noeming ontving van eere-kanunnik van het kathedraal kapittel te Haarlem. Ook het landsbestuur erkende de verdiensten van den overledene door hem te begiftigen met de Oranje-Nassauorde. Bovendien was pastoor Zwart gerechtigd een hem verleende Hongaarsche onderscheiding te dragen. De pontificale uitvaartdienst door Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent voor den hoogeerw. heer J. Zwart, pastoor te Zaandam, zal plaats hebben op Zaterdagmorgen te tien uur. De Lauden worden gezongen te half tien. De Metten worden gezongen Vrijdagavond om 8 uur. Tot Vrijdagmiddag blijft het stoffelijk over schot in het St. Jans-Ziekenhuis, waar 't is op gebaard in de regentenkamer die geheel in rouwgewaad is gestoken. De bewijzen van belangstelling bij het afster ven van den beminden en zoo hoog geachten priester zijn talrijk, zoowel uit de kringen der geestelijken als van leekenzijde, uit en buiten de parochie. wanneer deze zich verwijdert van God en Zijne goedertierene Moeder. Zoo werd de vertooning niet een uiteenval lende tweeslachtigheid van tegenstrijdige we- reldsche en geestelijke waarden, doch een straffe éénheid die geheel naar het geestelijke gekeerd was. Dit alles is waarlijk geen geringe verdienste voor Johan de Meester, wiens vader eens in denzelfden schouwburg geregeld de waarde schiftte van het tooneel als geestelijke be schavingsfactor. Er was geen terugvallen, maar gestage stij ging tot het waarlijk mooie slot van het Won der als de beeltenis van Maria weer op haar voetstuk staat, nadat Beatrijs is weergekeerd. Er is alle gevaar voor veruiterlijking bij dit laatste bedrijf: alle gevaar voor verlegging van het accent naar het Mirakel vnor het oog in- plaats van het bekeeringswonder in Beatrijs' hart. Dit is niet geschied. Beatrijs' terugkeer en Maria's tusschenkomst voor de zondaresse bleven heel dit slot beheerschen. Het eerste en 't laatste bedrijf spelen in de kloosterkerk: in en buiten h^t hek dat de Sa cramentskapel afsluit. Daarvoor is ter zijde het Mariabeeld geplaatst. Met groote en geen enkel oogenblik falende waardigheid beeldde mevr. Tilly Perin-Bouwmeeester de moeilijke Maria-rol Hoe schoon was haar houding, hoe fijn beeneden gelaat en gestalte, hoe teer de romantieke mid- deleeuwsche sfeer rondom haar. Een schilder achtig gothiseh kathedraalbeeld bood het too neel, waarin zich rond het Wonderbeeld zusters en geloovig volk, zieken en ongelukkigen ver dringen. De realiteit van de kerkelijke beelding zoowel door spel als gewijde muziek, was zóó sterk, dat ik iemand de hand naar het voorhoofd zag brengen alsof de persoon een kruis wilde slaan toen de Bisschop het volk vanaf het altaar zegende. Even waren met deze vrome realiteit in strijd enkele danshoudingen van Beatrijs nog als nonne, dat was symboliek, die niet met die realiteit samenstemde. Darja Collin speelde Beatrijs. Vol stemming was de zang ep de muziek van het Philharmonlsch Orkest onder Eduard Flipse. Alles stemde mooi samen! Zooals hierboven reeds neergeschreven: de zes wereldsche tusschentafereelen waarin we kennis maken met het droevig wedervaren der nonne vielen niet uit de gewijde sfeer. En zoo kreeg men tenslotte een prachtig pan tomimisch kijkspel met bekorende muziek, een grootsche uiterlijkheid, die diepe innerlijke waarde had. Ook wijl al was Maria mid denfiguur de regie het tabernakel met het Blanke Geheim op den achtergrond, liet mee spelen als dominant. L. V. d. B. „Met toestemming van het hoofdbestuur van den L. T. B. publiceeren wij hieronder een uit treksel uit het rapport van de Commissie, welke ingesteld is door het hoofdbestuur van den L. T. B. om de werkzaamheden te bestu- deeren van het Hoogheemraadschap Noord- Hollands Noorderkwartier. Tevens publiceeren wij het een en ander uit het rapport van Ir. A. Jacobs te Voorhout, welke in opdracht van het dagelijksch bestuur van den L. T. B. dezelfde materie heeft onder zocht." Allereerst behandelt de commissie het ont staan van het Hoogheemraadschap en rede nen, welke tot oprichting hebben geleid. Uiteengezet wordt, hoe na den watersnood van 1916 door Ged. Staten het dijkteheer werd op gedragen aan een nieuw lichaam, dat den naam ontving Hoogheemraadschap Noord- Hollands Noorderkwartier. De watersnood van 1916 moet dus beschouwd worden als de bestaansoorsprong van het Hoogheemraadschap. Het dijkbeheer, het onderhoud en in stand houden van zeeweringen en binnenwaterkee- ringen is dus de eerste taak van 't Hoogheem raadschap. Hiervoor is op de begrooting '33 een post uitgetrokken van f 167.860, De gelden, die noodig zijn voor het dijkon- derhoud in het algemeen, worden voor meer dan 86 gebruikt tot verbetering en instand houding van de Hondsbossche Zeewering. De commissie is echter van oordeel, dat de Hondsbossche, omdat het een Rijksgrens is, in eerste instantie moet worden onderhouden door het Rijk, al of niet gesteund door de provincie Noord-Holland, maar in geen geval door de ingelanden. Het zeewater had groote gaten geslagen, welke noodzakelijkerwijze en zoo spoedig mo gelijk, gedicht moesten worden. Gehoor gevende aan vele verzoeken, heeft de Provincie de gelden hiervoor noodig, ter be schikking gesteld, n.l. 30 millioen, t.w. 26 mil- lioen voor Noorderkwartier en 4 millioen voor Zuiderkwartier. Deze 30 millioen waren echter bedoeld als een voorschot der Provincie, om in den nood zoo spoedig mogelijk te voorzien. Voor de 25 betrokken waterschappen drukten echter deze millioenen te zwaar en door de oprichting van het Hoogheemraadschap werd hierin voorzien. De 26 millioen, welke voor rekening van het Noorderkwartier kwamen, werden door de Pro vincie gefixeerd op 20 millioen; 6 millioen verd dus kwijt gescholden. De 4 millioen voor rekening van Zuider kwartier werden eveneens geschonken. Oorspronkelijk was bepaald, dat voor rente en aflossing van de 20 millioen het Hoogheem raadschap 60 en de Provincie 40 zou dra gen respectievelijk dus van 12 millioen en 8 millioen. Later is hierin een wijziging geko men ten voordeele van het Hoogheemraad schap. Als derde taak, waarmede het Hoogheem raadschap is belast zouden we willen noemen: Het onderhoud en instandhouding van we gen, welke op de zeeweringen en binnenwater- keeringen zijn gelegen. Het onderhoud van deze wegen is het Hoog heemraadschap opgedragen door de Provin cie. Om deze wegen te onderhouden is op be grooting '33 een post uitgetrokken van f 194.630. Verder heeft het Hoogheemraadschap we gen overgenomen van andere lichamen. De overname en het onderhouden van deze wegen, wordt meestal geheel verkeerd begre pen. Wordt zoo'n weg overgenomen, dan is het Hoogheemraadschap alleen als uitvoerend lichaam te beschouwen. De kosten immers, welke de verbetering, verbreeding of onderhoud van zoo'n weg met zich brengt, worden betaald door: 1. de vroegere onderhoudsplichtigen; 2. een bijdrage van de Provincie. Is het karakter van het Hoogh. niet gewij zigd, doordat het oorspronkelijk '-edoeld was als waterkeerend lichaam en nu meer overgaat in een wegeninstituut? Deze vraag werd door den voorzitter der com missie gesteld aan den heer Dijkgraaf, waarop deze antwoordde: „Eenigszins wel .,a, maar het Hoogh. treft hiervoor geen schuld, want dit wegenonderhoud is ons opgelegd door de Pro vincie." De uitgaven van hun Technischen Dienst worden door het mede uitvoeren van deze we gen niet grooter, maar wel helpt de gemeente of het waterschap, waarvan de weg is overge nomen, dezen Technischen Dienst betalen. Over het wegenvraagstuk is de commissie de meening toegedaan, dat het weggebruik zich zeer sterk heeft gewijzigd. Vroeger werd een weg in hoofdzaak gebruikt door een groepje menschen in de buurt van dien weg, nu echter komen bijna alle wegen in dienst van het snel verkeer en op dit snelverkeer en de overheid rust nu de plicht om de wegen te verbeteren en te onderhouden. Resumeerende over de wegen zouden wij dus willen zeggen, dat er al zeer veel gebeurt, om het wegbeheer te helpen bekostigen, maar o.i. nog niet genoeg, daar onze meening is, dat bij na geheel het wegbeheer door het snelverkeer en overheid moet worden betaald. Welke gelden worden door het Hoogh. ge ïnd en hoe is deze omslag vastgesteld? A. Gelden, die moeten dienen om zeewerin gen en binnenwaterkeeringen met de daarop liggende wegen te onderhouden. B. Gelden, noodig voor rente en aflossing van de watersnoodschulden. De gelden, bedoeld onder A worden opge bracht: a. Door de vroegere onderhoudsplichtigen der zeeweringen en binnenwaterkeeringen. Deze bedragen een som van f 188.750. b. Door een heffing op gebouwd en onge bouwd naar de belastbare opbrengst. De bij drage van f 118.730 is echter lang niet vol doende om de onkosten van zeeweringen en wegen te dekken De nog ontbrekende gelden moeten dus wor den opgebracht door een omslag op gebouwd en ongebouwd. Op het oogenblik is de stand, dat 3 7 der be- noodigde gelden wordt opgebracht door het gebouwde en het is natuurlijk, dat de opbrengst van het gebouwde, met de jaren stijgen zal. De totale belastbare opbrengst van de aan het 'Hoogh. schuldpüchtige eigendommen is voor 1933 geschat op f 14.400.000.—. Hiervan is voor rekening van ongebouwd f 8.116.000. Voor rekening van gebouwd f 6.284.000.—. De opbrengst van gebouwd en ongebouwd moet voor 1933 bedragen f 439.200. Om dit bedrag te bereiken is het heffings percentage op 3.05 bepaald. De commissie is eenparig van oordeel, dat gebouwd en ongebouwd geen verschillende hef fing moeten hebben, maar een gelijke heffing naar de waarde, die het vertegenwoordigt. De gelden, noodig voor rente en aflossing van de watersnoodschulden worden ook opgebracht. a. Door de vroegere onderhoudsplichtigen. b. Door een heffing op geb. en ongeb. eigen dommen. Het Hoogh. is belast met de uitkeering eener bijdrage aan de Prov. Noord-Holland in de rente en aflossing, door deze verschuldigd, we gens geldleeningen gesloten, tot dekking van de kosten van den watersnood 1916, tot een be drag van 20 milL Deze leening van 20 millioen moet in 50 jaar afgelost zjjn. Over 1932 moet worden betaald: aan aflossing 417.552,73 aan rente 635.515,42 f 1.053.068,15 Hiervan is voor rekening van het Hoogh. 45 of f 473.880,67. Aangezien het Rijk f 304.128,46 zal bijdragen wordt dit bedrag ver minderd met f 152.064,23. Er blijft dus voor rekening van Hoogh. f 321.816,44. Op de allereerste plaats moesten naar de meening der Prov. Staten deze gelden weer worden opgebracht door de vroegere onder houdsplichtigen van de zeeweringen en bin nenwaterkeeringen, dus door de waterschap pen, enz. Het percentage, dat door deze vroeger on derhoudsplichtigen wordt opgebracht, be draagt 26,169 V- of f 84,217,08. De nog ontbrekende gelden moeten worden opgebracht door een extra heffing op gebouwd en ongebouwd. Hierbij wordt evenals voor het onderhoud van zeeweringen enz. het gebouwde aangesla gen voor de helft en het ongebouwde voor de geheele belastbare opbrengst. Deze laatste heffing moet nog opbrengen f 237.503. Om tot dit bedrag te komen zal de heffing moeten bedragen 1,65. De commissie kan de meening van Prov. Staten niet deelen, dat de vroegere onderhoudsplichtigen de hoofdschul denaren zouden zijn. Him meening is, dat voor een dergelijke catastrophe geheel Noord-Hol land aansprakelijk moet worden gesteld en dat dus ook geheel Noord-Holland dezen schuldenlast moest helpen aflossen. Van den heer Dijkgraaf kreeg de commissie hierover de volgende uiteenzetting: „Vóór 1920 betaalde het Zuiderkwartier hee- lemaal niet aan het Noorderkwartier, maar nu de provincie 60 van de 20 millioen voor haar rekening heeft genomen, moet Amsterdam en Haarlem in de 60 (verminderd met de helft der Rijksbijdrage) ook mede betalen. Het be drag, dat de Prov. over 1932 zal moeten bijpas sen bedraagt pl.m. f 427.120. Hiervan betaalt Amsterdam en Haarlem meer dan de helft, waaruit dus blijkt, dat Am sterdam en Haarlem wel degelijk in de wa tersnoodkosten mede betalen." Op het eerste gezicht Hjkt dit zeer billijk, maar bij een nadere bestudeering kwam de commissie tot de overtuiging, dat de bijdrage van de Provincie op iederen inwoner vao de Provincie, naar draagkracht, gelijkmatig drukt, dus even zwaar op de bewoners van Noorder kwartier als van Zuiderkwartier. Dat het Zuiderkwartier meer dan de helft bijdraagt komt door de dichte bevolking van dit deel. Met een betrekkelijk geringe verhooging voor de Provinciale .Staten zijn de inwoners van Zuiderkwartier er van af. Op de bewoners van Noorderkwartier drukt echter bovendien de zware extra belasting van het Hoogheemraadschap. Nu valt het niet te ontkennen, dat Noorderkwartier zwaarder ge teisterd is dan Zuiderkwartier, maar is dat niet meer geluk dan wijsheid? Als de dijk bij Buik sloot en Scheilingwoude ook bezweken was, dan was ook het Zuiderkwartier onder water gezet. De commissie acht het alsnog billijker, dat ook het Zuiderkwartier zal bijdragen in de extra belasting, welke door het Hoogh. wordt geïnd, en dat is te bereiken als de provincie het aflossen der watersnoodschulden als een pro vinciale zaak wil gaan beschouwen, wat het ook in werkelijkheid is. Ten slotte vraagt de commissie zich af: Werkt het Hoogheemraadschap duur? Om dit te verduidelijken brengt de commis sie een en ander uit de begrooting naar voren. Over het algemeen komen de salarissen, de comm. hoog voor in dezen slechten economi- schen ttfd, vooral als we in aanmerking nemen, dat reis- en verblijfkosten en pensioenbijdra gen, niet door het personeel zelve worden be taald. Dit jaar is er echter een salarisverlaging toe gepast van 5 Al zouden we nu even over de salarissen van de hoogere ambtenaren heen stappen, dan blijft er nog een jaarw. van Hoogheemraad is geen hoofdbetrekking maar n Hoogheeraad is geen hoofdbetrekking maar een bijbewekking. Voor het werk dat door een Hoogheemraad moet worden verricht, lijkt de comm. vooral hun salaris hoog toe en vooral hun pensioengerechtigheid acht de comm. overbodig. De Lilliputters komen De Lilliputters die een tournee door ons land maken en thans te Beverwijk verblijven, komen Vrijdag as. te IJmuiden-Oost. De tenten zullen nabij den Velserduinweg worden opgeslagen. Vrijdagmid dag te 3 uur zal de opening plaats hebben. van de heden aan den Rijksvischafslag aange komen stoomtrawlers: Caroline 1265 manden 3240.—, Amsterdam 500 manden 2230.Chris tine 490 manden 1860.Derika 7 600 manden 2150.—, Adelante 540 manden 2050.—, Condor 450 manden 1850.Azimuth 315 manden 1600.—, Roode Zee 50 manden 840.—, IJszee 450 manden 1850.Ancor 50 manden 990.Irene 350 manden 2250.Bergen 470 manden 3050—, Bruinvisch 90 manden 1070.—. Loggers: KW 28 320.—, KW 91 450.—, KW 23 520.—, KW 32 1043.—. IJMUIDEN, 7 Sept. Rijksvischafslag Tarbot per kg. 0.70 tot 0.55, griet per 50 kg. 28. tot 19.tong per kg. 1.20 tot 0.50, zetschol per 50 kg. 33.— tot 27.—, kleine schol per 50 Kg. 27.— tot 4.40, schar per 50 kg. 4.70 tot 3.10. ros per 20 stuks 8.vleet per stuk 1.60 tot 0.80, groote schelvisch per 50 kg. 24.tot 18.mid del schelvisch per 50 kg. 18.tot 14.kleine middel schelvisch per 50 kg. 14.tot 6.kleine schelvisch per 50 kg. 7.— tot 1.80, kabeljauw per 125 kg. 46 tot 19—, gullen per 50 Kg. 7.50 tot 0.70, leng per stuk 0.60, wijting per 50 Kg. 1.75 tot 1.30, makreel per 50 kg. 7.50 tot 5.50, versche haring per kist 3.50 tot 3.10.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3