IN EN OM HAARLEM
HET HOOGHEEMRAADSCHAP
De eerste Mirakelopvoering
ROTTERDAMSCHE
PREMIERE
NOORD-HOLLANDS NOOR
DERKWARTIER
DONDERDAG 7 SEPTEMBER
Weer aan het werk!
Groote bijval
Pastoor J. Zwart f
Het L.T.B.-rapport
GAS- EN ELECTRICITEITS
BEDRIJF
Samenvoeging administraties
CENTRAAL COMITÉ VOOR
WERKLOOZEN
Het ontspannings- en ontwikke
lingswerk
Een fijnzinnige vertooningdie ook
in haar pompeuze massaliteit
de innige sfeer van het
diep-vrome niet miste
Auto- en motorinzegening
Mevr. Tilly PerinBouwmeester
Zaterdag pontificale uitvaart
Het ontstaan
Het innen der watersnoodkosten
Het wegenonderhoud
Een karakter-wijziging
De omslag
Het niet mede betalen van
het Zuiderkwartier
IJMUIDEN-OOST
STAAT VAN BESOMMINGEN
MARKTBERICHT
RIJKSVISCHAFSLAG
uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De vacanties of het nu 8 dagen dan
wel 8 weken waren de vacanties zijn
voor de meeste menschen voor dit jaar
weer voorbij wij zijn weer thuis. Thuis in
onze eigen woning, ons eigen bed, ons eigen
tuintje, bij onze eigen verwanten, maar thuis
vooral ook in ons oude werk, in den dagelijk-
schen tredmolen. En al is het heerlijk, er eens
een paar dagen geheel uit te zijn een paar
vacantiedagen komt eigenlijk eenieder toe
de meeste menschen voelen zich zeker zoo pret
tig als zij weer in hun gewone doen zijn.
t Er is dit jaar, dank zij het prachtige zomer
weer, veel gereisd. In Zandvoort, Noordwijk,
Scheveningen en andere badplaatsen, tot zelfs
in die aan de Zuiderzee en het Uddelermeer toe
zijn hoteliers en winkeliers best te spreken over
de gedane zaken. Beter graadmeter om te we
ten of er dit jaar tijdens de vacantie veel geld
uitgegeven is, valt moeilijk te vinden. Dat
schijnt er echter ook op te wijzen, dat nogal
gevolg is gegeven aan de in het voorjaar dik
wijls gegeven vermaning om deze vacantie zoo
eenigszins mogelijk in eigen land door te bren
gen. Zeker, er zijn tal van Nederlanders over
de grens getrokken, maar evenals de Duit-
schers, Engelschen en Amerikanen schijnen
ook de Nederlanders meer dan andere jaren in
eigen land te zijn gebleven. Reizen is ongetwij
feld leerzaam en reizen in het buitenland schept
de mogelijkheid om vergelijkingen te maken.
Wie een vreemd volk bezoekt, leert het beter
begrijpen, dan degene, die er ver vandaan blijft.
Wie uit het buitenland zijn eigen land be
oordeelt, leert dit niet zelden beter waardeeren
en zijn kleine onvolmaaktheden zelfs liefheb
ben.. Dat alles is zeker waar, maar even waar
is het, dat de buitenlandsche reis niet zelden
ondernomen wordt, omdat zij in de mode is,
omdat zij als een voorname bezigheid geldt,
omdat zij op bekenden indruk maakt, om te
bluffen. Als in die omstandigheden met een
vrij algemeenen regel gebroken wordt cn een
soberder levenswijze wordt aangelegd, dan is
dat slechts toe te juichen.
Wij zijn nu weer thuis en het gewone leven
herbegint. Ook het openbare leven. De organi
saties, die in den zomer slabakten, worden in
September tot nieuw leven gewekt. Het maat
schappelijk verkeer, dat door de afwezigheid
van leidende personen wat ontwricht raakte,
herstelt zich weer.
De meeste der organisaties, die in de laatste
jaren op zoo'n voortreffelijke wijze in Haarlem
hebben gewerkt op cultureel en wetenschap
pelijk gebied, hebben hun winterprogramma's
reeds gepubliceerd, maar ook die op charitatief
en sociaal gebied hervatten haar taak weer. En
er valt zoo veel te doen! Het Haarlemsche Cri
siscomité doet een noodkreet hooren en waar
schuwt de burgerij, dat er wederom een harde
winter voor de deur staat. Vooral ook de so
ciale organisaties beleven een tijd, die voor
haar een crisis in de crisis beteekent. Het zal
voor een groot deel van haar werk in dezen
winter afhangen of zij zich in haar huidigen
vorm kunnen handhaven of niet. Een krach
tige samenwerking onder krachtige leiding is
daarvoor noodig.
Die samenwerking laat nog altijd veel te
wenschen over. Niet alleen tusschen vereeni-
gingen van verschillende politieke richting,
maar ook onderling tusschen de organisaties
van katholieken huize. Te dikwijls meent iedere
organisatie, dat zij alléén voor zichzelf te zor
gen heeft en ziet niet in, dat zij op gemakke
lijke wijze andere vereenigingen helpen kan,
dat met die samenwerking vrijwel alles kan
worden bereikt. Onlangs werd de hulp ingeroe
pen van de besturen van organisaties voor den
verkoop van loten of zegels. Veel werk werd
niet gevraagd. Het stond er zoo mede, dat als
iedere organisatie zich met den verkoop van
een paar dozijn loten (tot een waarde van en
kele guldens) belastte, de verkoop geslaagd kon
Men schrijft ons:
Tegen net advies van de Directeuren in, is
door Burgemeester en Wethouders besloten tot
samenvoeging van de administraties van het
Gemeente Gas- en Electriciteitsbedrijf en deze
samenvoeging te laten ingaan per 1 Septem
ber 1933.
Ook het advies van de Commissie van Over
leg, welke in deze aangelegenheid eveneens had
moeten worden gehoord, is niet gevraagd.
Waar ;ot splitsing van de oorspronkelijk sa
mengevoegde bedrijven in 1912 bij raadsbesluit
werd besloten, is wijziging in dezen toestand
eveneens slechts bij raadsbesluit mogelijk.
Dit is eveneens niet geschied.
Zoowel van den Raad als van de in de Com
missie van Overleg vertegenwoordigde organi
saties is dus protest tegen dezen gang van za
ken te verwachten, temeer waar deze samen
voeging eiken grond van practische overweging
mist en den goeden gang van zaken aan de
bedrijven ernstig in gevaar brengt.
Naar aanleiding van deze mededeeling kun
nen wij bevestigen, dat inderdaad tot samen
voeging van de administratie van het Ge
meente Gas- en Electriciteitsbedrijf besloten
is. Of deze samenvoeging i September is inge
gaan weten wij niet. Vermoedelijk is het juister
te spreken van „zoo spoedig mogelijk". Wij
hebben naar de juistheid geïnformeerd van
de veronderstelling, dat deze aangelegenheid m
de Commissie van Overleg had moeten wor
den behandeld. Men was het in bevoegde krin
gen met deze opvatting niet eens. B. en W.
en in laatste instantie de Raad beslissen im
mers hoe een Dienst er uit zal zien. Ook de op
heffing van den Dienst voor de Lichamelijke
Opvoeding is niet in de Commissie van Over
leg behandeld. Dat is trouwens ook logisch. Pas
wanneer er belangen van het personeel in het
geding komen, is er aanleiding om de Commis
sie van Overleg er in te mengen.
Belangen van het personeel worden door de
samenvoeging van de administraties voorloopig
niet geschaad. Wel zullen er krachten over
compleet raken waarschijnlijk, doch er is veel
tijdelijk personeel in dienst der gemeente.
Dit zou in aanmerking komen om te worden
ontslagen en vervangen door overcompleet vast
personeel.
heeten en een groot goed zou worden bereikt.
Merkwaardig, maar ook onbegrijpelijk was het,
dat door verschillende besturen, soms door be
sturen, die zelf het allermeest een beroep doen
op anderen, een dergelijke kleine dienst gewei
gerd werd, blijkbaar onder het kleinzielige, peu
terige motto: „Ieder voor zich en God voor ons
allen". Een dergelijke mentaliteit treft men, de
hemel betere het, ook zelfs aan in de kringen
van de hoofdbesturen der landelijke organisa
ties.
Hoe wil men dan toch, gevangen in zulk een
benepen gedachtensfeer, iets groots tot stand
brengen? Er zal heel wat meer opofferings
gezindheid noodig zijn om de catastrofale ge
varen van dezen roerigen tijd te keeren.
De vacanties zijn voorbij en een nieuwe
werktijd is aangebroken. Moge hij in alle op
zichten heilzaam zijn en laten wij vaststellen,
dat de komende wintermaanden belangrijk zul
len zijn en van invloed op <Je naaste ontwik
keling van onze samenleving.
Men meldt ons:
Op 14 October 1932 werd op initiatief van den
heer E. A. v. d. Haar het Centraal Comité voor
Werkloozen gevormd. In het comité hebben zit
ting bestuurders van de H.B.B., R.K.V.B., Chr.
B.B. en de B.B.H., d.w.z. van eiken bestuurders-
bond twee bestuurders, terwijl als voorzitter
fungeerde de heer E. A. v. d. Haar.
Het dageljjksch bestuur wordt gevormd door
de heeren E. A. v. d. Haar, voorzitter, H. H.
Luijken, secretaris en N. De Bie, penningmees
ter.
Reeds twee dagen na het aanvangen van zijn
werkzaamheden, was het comité in de gelegen
heid om den werkloozen iets aan te bieden daar
toe in de gelegenheid gesteld door den heer
W. Bakker, directeur van het Rembrandt-
Theater. De heer Bakker stelde zijn theater ter
beschikking van het comité en bracht het
comité daarmede op en goeden weg. In totaal
stelde de heer Bakker 6 maal het Rembrandt-
Theater en één maal de Cinema Palace ter be
schikking van het comité; steeds hebben de
artisten, die in de verschillende programma's
optraden, hun belangelooze medewerking ver
leend, evenals het personeel. Het orkest van
Dajos Bela trad zelfs voor de werkloozen in het
Rembrandt-Theater op.
Tweemaal had het comité de beschikking over
het Luxor Theater, daartoe in de gelegenheid
gesteld door den heer A. Hartman, directeur
van dit Theater.
Verder zijn door het comité georganiseerd 6
instrumentale concerten, dank zij de hulp van
een ingezetene van Haarlem, die daarvoor een
bedrag beschikbaar stelde, dat aan de H.O.V.
ten goede moest komen en waarvoor de H.O.V.
zijn medewerking moest verleenen. Aan deze
concerten hebben de volgende personen hun
medewerking verleend: Jos. de Klerck, bariton,
Helene Cals, coloratuur-zangeres, Corrie Bijster,
sopraan, Jos. de Clerok, viool, Cor de Wilde,
cello, Helena Ludolph, sopraan en Paul Perlot,
bariton.
Tevens werden er 4 vocale concerten georga
niseerd door de vereenigingen „Polihymnia",
de „Spaame Sangers" en het Mannenkoor
„Cecilia". Ook aan deze concerten hebben eer
ste klas solisten hun medewerking verleend, nX
Annie Hermes, alt, Jo Immink, alt, Helena Lu
dolph, sopraan, Corry Bijster, sopraan, Emmy
van Eden, piano, Jacq. Zwaan, piano, Frits
Mondriaan, piano, benevens het Mannenkwar-
tet „Harmonie", het Dubbel-Mannenkwartet
„Aurora" en het Mannenkwartet „Euphonia".
Ook mevr. C. Scheurman.
In totaal zijn 4 tooneelvoorstellingen voor de
werkloozen gegeven. De eerste voorstelling werd
gegeven door het Frits Bouwmeester Gezelschap
en werd het comité aangeboden door de ver-
eeniging „Geloof en Wetenschap". De tooneel-
vereeniging „Vooruitgang" gaf een en de too-
neelvereeniging „Vriendschap zij ons doel" twee
tooneelvoorstellingen.
Dan zijn er nog twee cabaret-voorstellingen
De Rotterdamsche première van Carl Voll-
möllers „Het Mirakel" in den Grooten Schouw
burg met Engelbert Humperdinck's muziek is
onder regie van Johan de Meester tot een suc
cesvolle daad van beteekenis geworden voor
het Groot Nederlandsch Tooneel.
De groote winst van deze première leek mij
deze: dat De Meester's massa-regie er in ge
slaagd was, niet alleen een weidsche, pra
lende, uiterlijk-schoone vertooning te scheppen
die gansch den avond boeide, maar óók en
vooral: deze massaliteit te verinnigen.
Zoodat de grootste waarde zijner regie niet
was de oogenbekorende en oorenstreelende pom
peuze grootheid, doch de zuivere en soms ont
roerende innerlijkheid.
Hij had de aloude en zoo teere Beatrijs-
legende o schoon wonder van Maria's ont
ferming over een verdwaalde kloosterlinge die
tot Haar heur toevlucht nam afgestemd op
de naar binnen gekeerde geaardheid van den
Nederlander en den vromen zin deed hij geen
oogenblik, zelfs niet in het kleinste detail,
gevaar loopen door een glimlach. De oorspron
kelijke legende van zuster Beatrijs is zoo sim
pel en daardoor juist zoo tot ons hart sprekend.
Van en voor alle eeuwen.
Ochvoor het groote publiek blijft Bea
trijs de weggeloopen non, en het is juist de
fout van vele tooneelbewerkingen, dat ze dit
bij het publiek hebben geaccentueerd in plaats
gegeven en drie speciale kindervoorstellingen en
telkens werd de groote zaal van het gemeente
lijk concertgebouw tot de laatste plaats bezet.
De Jansschouwburg werd eenige malen door
den heer Kaart belangeloos beschikbaar gesteld.
In totaal zijn er 11 lezingen gehouden, die
alle heel goed bezocht waren en één excursie
naar het Teylers Museum.
Bovendien ontving het comité regelmatig van
de vereeniging „Kunst aan het Volk" een aan
tal toegangsbewijzen voor haar uitvoeringen,
benevens van „De Stem des Volks", R.K. Ora
torium Vereeniging en ook voor de orgel-concer
ten en de H.O.V.-concerten op Zondagmiddag.
Dan heeft het comité nog de medewerking
gehad van de verschillende vakcentrales. Zoo
gaf de H.B.B. en het „Instituut voor Arbeiders
Ontwikkeling" filmvoorstellingen. De R.K.V.B.
gaf 2 filmvoorstellingen en de Christelijke B.B.
een specialen avond voor zijn werklooze leden.
Een zeer goede ontspanning is zeker geweest:
het voetballen. Er is een competitie gespeeld,
waaraan door niet minder dan 22 werkloozen-
elftallen werd deelgenomen. De wedstrijden
werden gespeeld onder auspiciën van den Haar-
lemschen Voetbalbond en de belangen werden
door het Centraal Comité behartigd.
Om deze competitie goed te laten function-
neeren was er een groot aantal terreinen noo
dig. Wel had het comité de beschikking over
een paar gemeentelijke sportterreinen, maar
daarop konden al deze wedstrijden niet gespeeld
worden. Toen werd een beroep gedaan op de
bestaande voetbalvereenigingen en met succes.
De vereenigingen Haarlem, H.F.C., R.C.H.,
E.D.O., E.H.S., Schoten en de R.K.V.C. stonden
alle één maal per week op een middag een
terrein af. Ook het gemeentebestuur verleende
zijn volle medewerking.
De medewerking, welke het Centraal Comité
van het gemeentebestuur heeft gehad, verdient
zeer zeker een woord van lof, want niet minder
dan 15 maal werd de groote zaal van het ge
meentelijke Concertgebouw ter beschikking van
het comité gesteld, benevens 2 maal de boven
zaal van it gebouw en 2 maal de Stadsschouw
burg, terwijl de werkloozen tevens nog over
een ontspanningsgebouw konden beschikken.
Ook op andere wijze heeft het gemeentebestuur
volle medewerking verleend.
Een woord van dank is hier zeer zeker op
zijn plaats aan allen, die hun medewerking
hebben verleend en er toe hebben bijgedragen
dat ieder op zijn eigen wijze de noodige ont
wikkeling en ontspanning aan de werkloozen
en hun huisgenooten kon geven.
Om een voorbeeld te geven van het omvang
rijk werk, dat het Centraal Comité heeft ver
richt, zij medegedeeld, dat de ontwikkelings-
en ontspanningsmiddagen en -avonden door
niet minder dan 28600 werkloozen en huisge
nooten zfjn bezocht. Rekent men daarbij het
aantal, dat bij de voetbalwedstrijden ontspan
ning vonden, gemiddeld op 300 per wedstrijd,
dan heeft het Centraal Comité in totaal aan
45000 menschen ontspanning gebracht.
Men deelt ons mede:
De openbare auto- en motorzegening op het
voorplein van de St. Bavo-kerk te Heemstede,
Heerenweg 88, welke georganiseerd wordt door
de afd. Haarlem der Ned. R.K. Vereeniging van
Handelsreizigers en Agenten „St. Christoffel"
zal plaats vinden Zondag 10 September a.s„
des namiddags half drie.
Het doel dezer zegening is, om ons tegen de
talrijke gevaren van het toenemende snelver
keer door een bijzonderen zegen te beschermen
en ons te stellen onder de veilige schutse van
St. Christoffel, den Patroon van alle reizenden.
Een mooie St. Christoffel-plaquette wordt bij
deze gelegenheid aan eiken deelnemer aange
boden, welke plaquette de plaats moet inne
men van de heidensche mascottes, welke al te
veeï, ook in de wagens van onze geloofsgenoo-
ten „bengelen".
H-at aantal deelnemers kan nog worden uit
gebreid, daar déze zegening een groote open
bare demonstratie moet worden.
Berichten van deelname kunnen worden ge
zonden aan de heeren H. M. Lammers, Tessel-
schadelaan 3, Heemstede tel. 26773, H. Meijer,
H. de Keyserlaan 3, Heemstede, tel. 28740; P.
Bergman, Middenweg 44, Haarlem-Noord; M.
C. de Graaff, Heerensingel 135 rood, Haarlem;
J. v. Dijkman, Brederodeweg 76, Santpoort; J.
Schuckart, Corn. Matersweg 39, post Bever
wijk.
De kosten voor een verplichte St. Christoffel-
plaquette bedragen 2 per auto of motor
rijwiel.
De kosten kunnen nog gestort worden op
giro-nummer 221955 ten name van M. C. de
Graaff, na ontvangst waarvan de deelnemers
kaart terstond wordt toegezonden.
Tevens kunnen de deelnemers zich nog
Zondagmiddag aanmelden bij de heeren van
het comité.
van het volle licht op Maria's hulpe en den
inkeer der zondaresse te laten vallen. Er zijn
vele lezingen en latere toevoegingen.... Mae
terlinck, Teirlinck, Rutten e.a. hebben het ver
haal op het tooneel gebracht.
Sommige tooneelbewerkingen hebben het
euvel méér aandacht te vragen voor de we-
reldsche geneugten en de zondige verlokkingen
waarover de oorspronkelijke legende zoo
voorzichtig heenglüdt dan voor den inkeer
der gevallene en voor Maria's genade.
Wat ik ook hier vreesde gebeurde gelukkig
niet. De tafereelen van den val van
Beatrijs werden geen verlokking van zonden
maar geheel in de sfeer van eerste en laatste
bedrijf de klaaglijke treurnis over de ver
wording van de eens Godgewijde vrouwe: een
demonstratie hoe ongelukkig de mensch wordt
Met pastoor Zwart is heengegaan een vol
ijverig priester die met liefde en toewijding zijn
parochie ruim 35 jaar heeft bestuurd.
Pastoor Zwart was algemeen bemind en ge
acht, niet slechts bij zijn parochianen, maar ook
onder de niet-katholieken in Zaandam, die hem
eerden om zijn persoon, zijn vriendelijk en hulp
vaardig karakter.
De liefde van de parochianen was ook weder-
keerig want de grijze herder betoonde 'n voort
durende zorg voor zijn parochie en voor zijn
parochianen.
Bij al zijn daden was zijn eerste gedachte aan
de parochianen en hun geestelijke belangen.
20 Mei j.l. mocht de Hoogeerw. pastoor onder
vele blijken van belangstelling zijn 80sten ver
jaardag vieren.
Zijn 25-jarig pastoraat op 20 Mei 1923 en zijn
gouden priesterfeest op 7 October 1927 zijn luis
terrijk gevierd.
De vele groote en heilrijke instellingen, die
onder het bestuur van pastoor Zwart op zijn
aanstichting en met zijn krachtige medewerking
tot stand zijn gekomen, strekken tot bewijs van
zijn vruchtdragend priesterlijk leven.
Het eerste werk was de bouw van een nieuwe
parochiekerk met pastorie, waarna met kortere
of langere tusschenruimte de Katholieke scho
len de R. K. Meisjesschool, de jongensschool,
de U.L.O.-school zijn gevolgd, evenals het
nieuwe R. K. Vereenigingsgebouw en het jeugd-
gebouw en als de kroon op het werk het mooie
groote R. K. Ziekenhuis aan de Bloemgracht,
dat naar Pastoor Zwart werd vernoemd en
daarom het St. Jan-Ziekenhuis heet.
Pastoor Zwart werd 20 Mei 1853 te Onderdijk
gemeente Wervershoof geboren.
Na zijn studiën aan het Klein seminarie Ha-
geveld en te Warmond te hebben voltooid, werd
de overledene 7 October 1877 tot priester gewijd
en kort daarop tot kapelaan van Haarlemmer-
liede benoemd. Vandaar volgde in dezelfde func
tie zijn overplaatsing naar A'dam in de kerk
„de Pool" en vervolgens naar Haarlem (Rozen
krans en Dominicuskerk).
Na daarna nog eenige jaren als rector te
Oegstgeest te hebben gearbeid, volgde zijn be
noeming tot pastoor te Zaandam.
Z. H. de Paus eerde den grijzen priester door
hem het kruis Pro Ecclesia et Pontifice te schen
ken, terwijl hij enkele maanden geleden zijn be
noeming ontving van eere-kanunnik van het
kathedraal kapittel te Haarlem.
Ook het landsbestuur erkende de verdiensten
van den overledene door hem te begiftigen met
de Oranje-Nassauorde.
Bovendien was pastoor Zwart gerechtigd een
hem verleende Hongaarsche onderscheiding te
dragen.
De pontificale uitvaartdienst door Z. H. Exc.
Mgr. J. D. J. Aengenent voor den hoogeerw.
heer J. Zwart, pastoor te Zaandam, zal plaats
hebben op Zaterdagmorgen te tien uur.
De Lauden worden gezongen te half tien.
De Metten worden gezongen Vrijdagavond om
8 uur.
Tot Vrijdagmiddag blijft het stoffelijk over
schot in het St. Jans-Ziekenhuis, waar 't is op
gebaard in de regentenkamer die geheel in
rouwgewaad is gestoken.
De bewijzen van belangstelling bij het afster
ven van den beminden en zoo hoog geachten
priester zijn talrijk, zoowel uit de kringen der
geestelijken als van leekenzijde, uit en buiten
de parochie.
wanneer deze zich verwijdert van God en Zijne
goedertierene Moeder.
Zoo werd de vertooning niet een uiteenval
lende tweeslachtigheid van tegenstrijdige we-
reldsche en geestelijke waarden, doch een straffe
éénheid die geheel naar het geestelijke gekeerd
was.
Dit alles is waarlijk geen geringe verdienste
voor Johan de Meester, wiens vader eens in
denzelfden schouwburg geregeld de waarde
schiftte van het tooneel als geestelijke be
schavingsfactor.
Er was geen terugvallen, maar gestage stij
ging tot het waarlijk mooie slot van het Won
der als de beeltenis van Maria weer op haar
voetstuk staat, nadat Beatrijs is weergekeerd.
Er is alle gevaar voor veruiterlijking bij dit
laatste bedrijf: alle gevaar voor verlegging van
het accent naar het Mirakel vnor het oog in-
plaats van het bekeeringswonder in Beatrijs'
hart. Dit is niet geschied. Beatrijs' terugkeer
en Maria's tusschenkomst voor de zondaresse
bleven heel dit slot beheerschen.
Het eerste en 't laatste bedrijf spelen in de
kloosterkerk: in en buiten h^t hek dat de Sa
cramentskapel afsluit. Daarvoor is ter zijde het
Mariabeeld geplaatst. Met groote en geen enkel
oogenblik falende waardigheid beeldde mevr.
Tilly Perin-Bouwmeeester de moeilijke Maria-rol
Hoe schoon was haar houding, hoe fijn beeneden
gelaat en gestalte, hoe teer de romantieke mid-
deleeuwsche sfeer rondom haar. Een schilder
achtig gothiseh kathedraalbeeld bood het too
neel, waarin zich rond het Wonderbeeld zusters
en geloovig volk, zieken en ongelukkigen ver
dringen. De realiteit van de kerkelijke beelding
zoowel door spel als gewijde muziek, was
zóó sterk, dat ik iemand de hand naar het
voorhoofd zag brengen alsof de persoon een
kruis wilde slaan toen de Bisschop het volk
vanaf het altaar zegende. Even waren met deze
vrome realiteit in strijd enkele danshoudingen
van Beatrijs nog als nonne, dat was symboliek,
die niet met die realiteit samenstemde. Darja
Collin speelde Beatrijs.
Vol stemming was de zang ep de muziek
van het Philharmonlsch Orkest onder Eduard
Flipse. Alles stemde mooi samen!
Zooals hierboven reeds neergeschreven: de zes
wereldsche tusschentafereelen waarin we kennis
maken met het droevig wedervaren der nonne
vielen niet uit de gewijde sfeer.
En zoo kreeg men tenslotte een prachtig pan
tomimisch kijkspel met bekorende muziek, een
grootsche uiterlijkheid, die diepe innerlijke
waarde had. Ook wijl al was Maria mid
denfiguur de regie het tabernakel met het
Blanke Geheim op den achtergrond, liet mee
spelen als dominant.
L. V. d. B.
„Met toestemming van het hoofdbestuur van
den L. T. B. publiceeren wij hieronder een uit
treksel uit het rapport van de Commissie,
welke ingesteld is door het hoofdbestuur van
den L. T. B. om de werkzaamheden te bestu-
deeren van het Hoogheemraadschap Noord-
Hollands Noorderkwartier.
Tevens publiceeren wij het een en ander uit
het rapport van Ir. A. Jacobs te Voorhout,
welke in opdracht van het dagelijksch bestuur
van den L. T. B. dezelfde materie heeft onder
zocht."
Allereerst behandelt de commissie het ont
staan van het Hoogheemraadschap en rede
nen, welke tot oprichting hebben geleid.
Uiteengezet wordt, hoe na den watersnood van
1916 door Ged. Staten het dijkteheer werd op
gedragen aan een nieuw lichaam, dat den
naam ontving Hoogheemraadschap Noord-
Hollands Noorderkwartier.
De watersnood van 1916 moet dus beschouwd
worden als de bestaansoorsprong van het
Hoogheemraadschap.
Het dijkbeheer, het onderhoud en in stand
houden van zeeweringen en binnenwaterkee-
ringen is dus de eerste taak van 't Hoogheem
raadschap.
Hiervoor is op de begrooting '33 een post
uitgetrokken van f 167.860,
De gelden, die noodig zijn voor het dijkon-
derhoud in het algemeen, worden voor meer
dan 86 gebruikt tot verbetering en instand
houding van de Hondsbossche Zeewering.
De commissie is echter van oordeel, dat de
Hondsbossche, omdat het een Rijksgrens is, in
eerste instantie moet worden onderhouden door
het Rijk, al of niet gesteund door de provincie
Noord-Holland, maar in geen geval door de
ingelanden.
Het zeewater had groote gaten geslagen,
welke noodzakelijkerwijze en zoo spoedig mo
gelijk, gedicht moesten worden.
Gehoor gevende aan vele verzoeken, heeft de
Provincie de gelden hiervoor noodig, ter be
schikking gesteld, n.l. 30 millioen, t.w. 26 mil-
lioen voor Noorderkwartier en 4 millioen voor
Zuiderkwartier.
Deze 30 millioen waren echter bedoeld als
een voorschot der Provincie, om in den nood
zoo spoedig mogelijk te voorzien. Voor de 25
betrokken waterschappen drukten echter deze
millioenen te zwaar en door de oprichting van
het Hoogheemraadschap werd hierin voorzien.
De 26 millioen, welke voor rekening van het
Noorderkwartier kwamen, werden door de Pro
vincie gefixeerd op 20 millioen; 6 millioen verd
dus kwijt gescholden.
De 4 millioen voor rekening van Zuider
kwartier werden eveneens geschonken.
Oorspronkelijk was bepaald, dat voor rente
en aflossing van de 20 millioen het Hoogheem
raadschap 60 en de Provincie 40 zou dra
gen respectievelijk dus van 12 millioen en 8
millioen. Later is hierin een wijziging geko
men ten voordeele van het Hoogheemraad
schap.
Als derde taak, waarmede het Hoogheem
raadschap is belast zouden we willen noemen:
Het onderhoud en instandhouding van we
gen, welke op de zeeweringen en binnenwater-
keeringen zijn gelegen.
Het onderhoud van deze wegen is het Hoog
heemraadschap opgedragen door de Provin
cie.
Om deze wegen te onderhouden is op be
grooting '33 een post uitgetrokken van f 194.630.
Verder heeft het Hoogheemraadschap we
gen overgenomen van andere lichamen.
De overname en het onderhouden van deze
wegen, wordt meestal geheel verkeerd begre
pen. Wordt zoo'n weg overgenomen, dan is het
Hoogheemraadschap alleen als uitvoerend
lichaam te beschouwen. De kosten immers,
welke de verbetering, verbreeding of onderhoud
van zoo'n weg met zich brengt, worden betaald
door:
1. de vroegere onderhoudsplichtigen;
2. een bijdrage van de Provincie.
Is het karakter van het Hoogh. niet gewij
zigd, doordat het oorspronkelijk '-edoeld was
als waterkeerend lichaam en nu meer overgaat
in een wegeninstituut?
Deze vraag werd door den voorzitter der com
missie gesteld aan den heer Dijkgraaf, waarop
deze antwoordde: „Eenigszins wel .,a, maar het
Hoogh. treft hiervoor geen schuld, want dit
wegenonderhoud is ons opgelegd door de Pro
vincie."
De uitgaven van hun Technischen Dienst
worden door het mede uitvoeren van deze we
gen niet grooter, maar wel helpt de gemeente
of het waterschap, waarvan de weg is overge
nomen, dezen Technischen Dienst betalen.
Over het wegenvraagstuk is de commissie de
meening toegedaan, dat het weggebruik zich
zeer sterk heeft gewijzigd. Vroeger werd een
weg in hoofdzaak gebruikt door een groepje
menschen in de buurt van dien weg, nu echter
komen bijna alle wegen in dienst van het snel
verkeer en op dit snelverkeer en de overheid
rust nu de plicht om de wegen te verbeteren
en te onderhouden.
Resumeerende over de wegen zouden wij dus
willen zeggen, dat er al zeer veel gebeurt, om
het wegbeheer te helpen bekostigen, maar o.i.
nog niet genoeg, daar onze meening is, dat bij
na geheel het wegbeheer door het snelverkeer
en overheid moet worden betaald.
Welke gelden worden door het Hoogh. ge
ïnd en hoe is deze omslag vastgesteld?
A. Gelden, die moeten dienen om zeewerin
gen en binnenwaterkeeringen met de daarop
liggende wegen te onderhouden.
B. Gelden, noodig voor rente en aflossing
van de watersnoodschulden.
De gelden, bedoeld onder A worden opge
bracht:
a. Door de vroegere onderhoudsplichtigen der
zeeweringen en binnenwaterkeeringen.
Deze bedragen een som van f 188.750.
b. Door een heffing op gebouwd en onge
bouwd naar de belastbare opbrengst. De bij
drage van f 118.730 is echter lang niet vol
doende om de onkosten van zeeweringen en
wegen te dekken
De nog ontbrekende gelden moeten dus wor
den opgebracht door een omslag op gebouwd
en ongebouwd.
Op het oogenblik is de stand, dat 3 7 der be-
noodigde gelden wordt opgebracht door het
gebouwde en het is natuurlijk, dat de opbrengst
van het gebouwde, met de jaren stijgen zal.
De totale belastbare opbrengst van de aan
het 'Hoogh. schuldpüchtige eigendommen is
voor 1933 geschat op f 14.400.000.—. Hiervan is
voor rekening van ongebouwd f 8.116.000.
Voor rekening van gebouwd f 6.284.000.—.
De opbrengst van gebouwd en ongebouwd
moet voor 1933 bedragen f 439.200.
Om dit bedrag te bereiken is het heffings
percentage op 3.05 bepaald.
De commissie is eenparig van oordeel, dat
gebouwd en ongebouwd geen verschillende hef
fing moeten hebben, maar een gelijke heffing
naar de waarde, die het vertegenwoordigt.
De gelden, noodig voor rente en aflossing van
de watersnoodschulden worden ook opgebracht.
a. Door de vroegere onderhoudsplichtigen.
b. Door een heffing op geb. en ongeb. eigen
dommen.
Het Hoogh. is belast met de uitkeering eener
bijdrage aan de Prov. Noord-Holland in de
rente en aflossing, door deze verschuldigd, we
gens geldleeningen gesloten, tot dekking van
de kosten van den watersnood 1916, tot een be
drag van 20 milL
Deze leening van 20 millioen moet in 50 jaar
afgelost zjjn. Over 1932 moet worden betaald:
aan aflossing 417.552,73
aan rente 635.515,42
f 1.053.068,15
Hiervan is voor rekening van het Hoogh.
45 of f 473.880,67. Aangezien het Rijk
f 304.128,46 zal bijdragen wordt dit bedrag ver
minderd met f 152.064,23.
Er blijft dus voor rekening van Hoogh.
f 321.816,44.
Op de allereerste plaats moesten naar de
meening der Prov. Staten deze gelden weer
worden opgebracht door de vroegere onder
houdsplichtigen van de zeeweringen en bin
nenwaterkeeringen, dus door de waterschap
pen, enz.
Het percentage, dat door deze vroeger on
derhoudsplichtigen wordt opgebracht, be
draagt 26,169 V- of f 84,217,08.
De nog ontbrekende gelden moeten worden
opgebracht door een extra heffing op gebouwd
en ongebouwd.
Hierbij wordt evenals voor het onderhoud
van zeeweringen enz. het gebouwde aangesla
gen voor de helft en het ongebouwde voor de
geheele belastbare opbrengst.
Deze laatste heffing moet nog opbrengen
f 237.503.
Om tot dit bedrag te komen zal de heffing
moeten bedragen 1,65. De commissie kan de
meening van Prov. Staten niet deelen, dat de
vroegere onderhoudsplichtigen de hoofdschul
denaren zouden zijn. Him meening is, dat voor
een dergelijke catastrophe geheel Noord-Hol
land aansprakelijk moet worden gesteld en
dat dus ook geheel Noord-Holland dezen
schuldenlast moest helpen aflossen.
Van den heer Dijkgraaf kreeg de commissie
hierover de volgende uiteenzetting:
„Vóór 1920 betaalde het Zuiderkwartier hee-
lemaal niet aan het Noorderkwartier, maar nu
de provincie 60 van de 20 millioen voor haar
rekening heeft genomen, moet Amsterdam en
Haarlem in de 60 (verminderd met de helft
der Rijksbijdrage) ook mede betalen. Het be
drag, dat de Prov. over 1932 zal moeten bijpas
sen bedraagt pl.m. f 427.120.
Hiervan betaalt Amsterdam en Haarlem
meer dan de helft, waaruit dus blijkt, dat Am
sterdam en Haarlem wel degelijk in de wa
tersnoodkosten mede betalen."
Op het eerste gezicht Hjkt dit zeer billijk,
maar bij een nadere bestudeering kwam de
commissie tot de overtuiging, dat de bijdrage
van de Provincie op iederen inwoner vao de
Provincie, naar draagkracht, gelijkmatig drukt,
dus even zwaar op de bewoners van Noorder
kwartier als van Zuiderkwartier.
Dat het Zuiderkwartier meer dan de helft
bijdraagt komt door de dichte bevolking van
dit deel.
Met een betrekkelijk geringe verhooging
voor de Provinciale .Staten zijn de inwoners
van Zuiderkwartier er van af.
Op de bewoners van Noorderkwartier drukt
echter bovendien de zware extra belasting van
het Hoogheemraadschap. Nu valt het niet te
ontkennen, dat Noorderkwartier zwaarder ge
teisterd is dan Zuiderkwartier, maar is dat niet
meer geluk dan wijsheid? Als de dijk bij Buik
sloot en Scheilingwoude ook bezweken was,
dan was ook het Zuiderkwartier onder water
gezet.
De commissie acht het alsnog billijker, dat
ook het Zuiderkwartier zal bijdragen in de
extra belasting, welke door het Hoogh. wordt
geïnd, en dat is te bereiken als de provincie het
aflossen der watersnoodschulden als een pro
vinciale zaak wil gaan beschouwen, wat het
ook in werkelijkheid is.
Ten slotte vraagt de commissie zich af:
Werkt het Hoogheemraadschap duur?
Om dit te verduidelijken brengt de commis
sie een en ander uit de begrooting naar voren.
Over het algemeen komen de salarissen, de
comm. hoog voor in dezen slechten economi-
schen ttfd, vooral als we in aanmerking nemen,
dat reis- en verblijfkosten en pensioenbijdra
gen, niet door het personeel zelve worden be
taald.
Dit jaar is er echter een salarisverlaging toe
gepast van 5 Al zouden we nu even over de
salarissen van de hoogere ambtenaren heen
stappen, dan blijft er nog een jaarw. van
Hoogheemraad is geen hoofdbetrekking maar n
Hoogheeraad is geen hoofdbetrekking maar een
bijbewekking. Voor het werk dat door een
Hoogheemraad moet worden verricht, lijkt de
comm. vooral hun salaris hoog toe en vooral
hun pensioengerechtigheid acht de comm.
overbodig.
De Lilliputters komen De Lilliputters die
een tournee door ons land maken en thans te
Beverwijk verblijven, komen Vrijdag as. te
IJmuiden-Oost. De tenten zullen nabij den
Velserduinweg worden opgeslagen. Vrijdagmid
dag te 3 uur zal de opening plaats hebben.
van de heden aan den Rijksvischafslag aange
komen stoomtrawlers: Caroline 1265 manden
3240.—, Amsterdam 500 manden 2230.Chris
tine 490 manden 1860.Derika 7 600 manden
2150.—, Adelante 540 manden 2050.—, Condor
450 manden 1850.Azimuth 315 manden
1600.—, Roode Zee 50 manden 840.—, IJszee 450
manden 1850.Ancor 50 manden 990.Irene
350 manden 2250.Bergen 470 manden 3050—,
Bruinvisch 90 manden 1070.—. Loggers: KW 28
320.—, KW 91 450.—, KW 23 520.—, KW 32
1043.—.
IJMUIDEN, 7 Sept. Rijksvischafslag
Tarbot per kg. 0.70 tot 0.55, griet per 50 kg. 28.
tot 19.tong per kg. 1.20 tot 0.50, zetschol per
50 kg. 33.— tot 27.—, kleine schol per 50 Kg.
27.— tot 4.40, schar per 50 kg. 4.70 tot 3.10. ros
per 20 stuks 8.vleet per stuk 1.60 tot 0.80,
groote schelvisch per 50 kg. 24.tot 18.mid
del schelvisch per 50 kg. 18.tot 14.kleine
middel schelvisch per 50 kg. 14.tot 6.kleine
schelvisch per 50 kg. 7.— tot 1.80, kabeljauw
per 125 kg. 46 tot 19—, gullen per 50 Kg. 7.50
tot 0.70, leng per stuk 0.60, wijting per 50 Kg.
1.75 tot 1.30, makreel per 50 kg. 7.50 tot 5.50,
versche haring per kist 3.50 tot 3.10.