Zoekt gij betrouwbaar FOTlTI© FDADTA if^lF I Plaats dan een „Omroeper"
Personeel? C"fl-r~VVaVoor 75.000 gezinnen.
Wielerwedstrijden te Amsterdam. Aankomst van Kingsford Smith op Schiphol.
Een zware verantwoordelijkheid
HET PERFIDE ALBION
wwuuwwwBuiiiuiiiBiiiiHuiHiiiiBBiitutuflHMBiiuuimuuiiwitiiiiniiHniitmwBiBBiiinnninnnmimimiiiiiitninntnHHnmitimBnnBunmifl VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933 Hu»-nu-2
,£ngeland heeft een eereplicht te
vervullen jegens de christelijke
Assyriërs, die het in 1929
niet in den steek had
mogen laten"
Britsche invloed in Irak
verslapt
ORANJE-DINSDAG
GEORGANISEERD OVERLEG
DE GEDEH WERKT
Geen eigen opleiding der
K. L. M.-piloten
BOEKBESPREKING
Theo Ettema
LAUDAMUS.
TE DEUM
Joh Winnubst M1SSA /a non.
SANCTAE ANNAE. 3 st mannen
koor m-et orgel.. Uitg Van
Rossum, Utrecht.
IN HET NIEUWE RETRAITEHUIS op den Molenberg te Heerlen Is deze week een
Eucharistisch Triduum voor zieken gehouden, waarvan hierboven een tweetal aardige tajreeujes.
HET EINDE van het wieterietzoen in het Amsterdamsche Stadion. Start van den wedstrijd tnsschen van
Egmond (links) ea Scheerens,
(Van onze Londenschen correspondent)
Koning Feisal, de heerscher van Irak, is
te Bern gestorven op het oogenblik dat
zijn land een ernstige crisis doormaakte.
Zijn dood is misschien indirect het gevolg dier
crisis geweest. De aderverkalking, waaraan hij
leed, maakte de verzengende zomerhitte van
Irag voor hem levensgevaarlijk. Herhaaldelijk
bezocht hij dus Zwitserland, niet voor zijn ge
noegen, maar om er in een gezond bergulimaat
een kuur te volgen. Daar bevond hij zich ook de
vorige maand, teen de Assyrische troebelen haar
hoogtepunt bereikten. Hij onderbrak zijn kuur
en keerde naar Bagdad terug.
Sir Francis Humphrey, de Britsche gezant, had
zich naar Londen begeven om rapport uit te
brengen over de gruwelijke slachting, onder de
Assyrische Christenen aangericht. Zoo spoedig
mogelijk keerde hij weer naar zijn standplaats
terug. Koning Feisal, die ernaar verlangde we
der naar Zwitserland te vertrekken, aangezien' t
klimaat van Baghdad zijn gezondheid onder
mijnde, zwichtte voor den aandrang der Britsche
regeering en verliet zijn hoofdstad niet vóór
sir Francis Humphrey daar aangekomen was en
overleg met hem gepleegd had.
Waarom was de ontmoeting met den Bnt-
schen gezant van zoo groote beteekenis, dat
koning Feisal er zijn leven voor in de waag
schaal gesteld heeft? Omdat Irak's positie als
onafhankelijke staat, en Engelands positie in
het Oosten, voor een niet gering deel steuner
op het bondgenootschap tusschen Londen en
Baghdad.
Voor de bloedige gebeurtenissen, welke zich
In Irak afgespeeld hebben, draagt Engeland een
moreele verantwoordelijkheid, welke het te
Genéve niet van zich zal kunnen afschuiven, en
waaraan het, naar wij gelooven, ook niet poogt
zich te onttrekken.
Die verantwoordelijkheid deelt het overigens
met den Volkenbond.
Er zijn vele honderden Assyrische Christenen
op barbaarsche wijze afgeslacht geworden. Dui
zenden zijn uit hun dorpen verjaagd.
Klaarblijkelijk hebben Assyriërs zelf de eerste
aanleiding gegeven tot deze gruwelen. Een aan
tal hunner, die den Tigris overgestoken waieD
naar Syrië, dat onder Fransch mandaat staat,
keerden terug onder voorwendsel hun wapenen
te willen uitleveren. Zij overvielen de Irak-
grenswachten en maakten hen naar de over
heden te Baghdad beweren op beestachtige
wijze af.
Dat zich onder de Assyrische Christenen
slechte elementen bevinden, nemen wij grif
aan. Maar zij vormen een der oudste christelijke
gemeenschappen en hebben in een moeilijk en
veelbewogen bestaan blijken gegeven van prach
tige karaktereigenschappen. Desondanks hebben
zü tot op den dag van heden geen rust en
geen vaste, eigen woonplaats gevonden. Zij heb
ben veel onrecht geleden, en veel moet ver
ontschuldigd worden.
Dat de verraderlijke aanvallers achtervolgd
en gestraft werden, spreekt vanzelf. Maar de
achtervolging werd door de regeering opgedra
gen aan Bekir Sidgi Beg, den Arabiscnen bevel-
nebber te Simei, in het Noorden des lands, en
deze maakte hierbij gebruik van zijn grooten-
deels uit Koerden bestaande „hulppolitie". De
Koerden, die de ongeliktste en wreedste bewo
ners van net Oosten zijn, ondernamen een on-
barmhartigen roof en plundertocht. Bekir Sid
gi Beg zelf gaf het voorbeeld tot den massa
moord.
Er is geen reden om aan te nemen dat zoo
iets gruwelijks in de bedoeling van de regeering
te Baghdad liad gelegen. De eerste Minister
van koning Feisal heeft verklaard het gebeur
de te betreuren; maatregelen zijn genomen in
het belang der geteisterde bevolking. Vermoe
delijk zijn Engelsche vertoogen niet zonder uit
werking gebleven. Maar de geregelde troepen
die aan de moordcampagne deelgenomen had
den, werden tociï te Baghdad ingehaald met
grooten jubel, en het Arabische nationalisme
.aaide hemelhoog op.
De troebelen, waarvan zoovele honderden As
syrische Christenen ook vrouwen en kinde
ren de slachtoffers geworden zijn, zijn het
gevolg hiervan dat deze minderheid geen woon
plaats heeft, en door de Arabische meerderheid
.n naar bestaan bedreigd wordt. De regeering
wil hen over verschillende deelen des lands ver
spreiden, hetgeen misschien een fatsoenlijke
manier is om hen moreel en physiek uit te
roeien, maar de Assyriërs, die de stormen der
eeuwen getart hebben en steeds trouw geble
ven zijn aan hun geloof en hun nationaliteit,
zijn moedig en weerbaar. Zij eischen recht, en
dit is hun tot nu toe nóch door Londen, noch
door Genéve verschaft geworden.
Engeland heeft tot voor wemige jaren Irak
als Volkenbonds-mandator bestuurd. Het heeft
voor dat land veel gedaan en groote sommen
uitgegeven. Met koning Feisal, die de bond
genoot der Britten tegen de Turken geweest
was, stond de Hooge Commissaris op voortref-
felijken voet. De koning had trouwens redenen
zich de Engeischen tot vriend te houden; an
ders zou het hem gegaan zijn gelijk eenige ja
ren vroeger in Syrië, waar hij, na een kortston
dig koningschap bekleed te hebben, door de
Franschen beleefd over de grens gezet was. De
Arabische bevolking evenwel, die volmaakte
onafhankelijkheid eischte, was anti-Engeisch,
en onder den drang der openbare meening gaf
koning Feisal ijl 1929 aan den Hoogen Commis
saris, sir Gilbert Clayton, te kennen, dat zijn
volk nu rijp was om zichzelf te regeeren. Sir
Gilbert verzekerde op zijn beurt aan de Labour-
regcering te Londen, dat er verdraagzaanmheid
op godsdienstig en nationaal gebied heerschte
en dat bijgevolg de positie der minderheden
verzekerd was. Het Britsche kabinet was gaar
ne bereid het kostbare mandaat op te geven.
Zijn eigenbelang waarborgde het ondertusschen
afdoende door met koning Feisal een bondsver-
drag te sluiten, waarbij Engeland niet alleen
bondgenoot doch ook de adviseur van Irak werd
en bovendien het recht kreeg zekere strijd
machten in het land te handhaven ter bescher
ming van zijn verbindingen met Idië.
Wij kunnen in dit bestek geen overzicht ge
ven van de gradueele ontwikkeling van Irak,
van mandaatland tot souvereinen staat, of
schoon bekendheid met de gevolgde procedure
het begrip van den toestand vergemakkelijkt.
Engeland laadde een groote verantwoordelijk
heid op zich door voor de mandatencommissie
te Genéve te verzekeren dat de positie der min
derheden in Irak gewaarborgd was. Te Londen
moest men weten dat juist de Christelijke As
syriërs vrijwel rechteloos waren; zij werden
bovendien door de Arabieren gehaat omdat zij
de Engelsche mandaatsoverheden gediend had
den als politietroepen. Van het oogenblik ai,
dat de Engeischen zich uit Irak terugtrokken,
waren de Assyriërs hun leven niet langer zeker.
Kortom; Engeland had het mandaat niet mo
gen opgeven, tenzij het afdoende waarborgen
ten bate van de Christelijke Assyriërs geëischt
had.
Het eigenlijke land dier Assyriërs is Hakkiari,
dat evenwel aan de Turken afgestaan is. Zij
nadden zich, met medewerking van Engeland en
den Volkenbond daar kunnen vestigen, indien
Genéve in dat gebied commissarissen aangesteld
nad om over de belangen der minderheden te
waken. Beweerd wordt evenwel, dat Engeland
ook hiervan niets heeft willen weten.
De leider der Assyriërs is de nog jonge Mar
Shimun, die hun erfelijke Patriarch is. Deze
heeft zoowel te Londen als te Genéve herhaal
delijk, doch vruchteloos, de belangen van zijn
klein, doch in menig opzicht bewonderenswaar
dig volk bepleit. Naarmate het Arabische na
tionalisme driester werd, moest de positie der
Assyriërs hachelijker worden. Tegen de plan
nen der regeering hen over het land te ver
strooien, heeft Mar Shimun zich met hand en
tand verzet. Hij heeft geweigerd een verklaring
van loyauteit aan koning Feisal te onderteeke
nen volkomen terecht, want loyaal kan men
slechts zijn jegens hen op wier rechtvaardig-
ncid men rekenen mag.
Groepen Assyriërs schijnen tot openlijke re
bellie hun toevlucht genomen te hebben; zoo
ver zou het nooit gekomen zijn indien Engeland
zichzelf en de wereld niet wijsgemaakt had dat
de toekomst der Assyriërs verzekerd was, en in
dien de Mandaten- en andere commissies te
Genéve het oor geleend hadden aan de recht
matige 'eischen van den Patriarch.
Deze is drie maanden lang feitelijk de ge
vangene van de regeering te Baghdad geweest;
ten slotte werd hij min of meer vrijwillig „ge
deporteerd" met zijnerzijds het voornemen
een nieuw beroep op Genéve te doen.
Door den plotselingen dood van koning Feisal
is de toch reeds kritieke toestand in Irak nog
onzekerder geworden. Het is twijfelachtig of
Engeland zijn toch reeds getaanden invloed als
„adviseur" behouden zal, ofschoon de te Harrow
opgevoede nieuwe koning pro-Engelsch is. De
massa van het volk evenwel staat vijandig
tegenover het land, dat het mandaat gevoerd
heeft.
Wij erkennen dat hierdoor Engelands positie
moeilijker wordt. Maar het heeft een eereplicht
te vervullen jegens de Christelijke Assyriërs, die
het in 1929 niet in den steek had mogen laten.
Het Haagsch Comité voor Volksfeesten vestigt
er de aandacht op, dat de opgaven van bestu
ren en deputaties van vereenigingen, die H. M.
de Koningin bij gelegenheid van de opening
der Staten-Gëneraal hulde wenschen te bren
gen door zich met de vaandels op te stellen
langs den weg, waar de Koninklijke stoet voor
bijtrekt, schriftelijk vóór 16 Sept. a.s.
moeten worden toegezonden aan den secretaris
van het Comité, Koningin Emmakade 126.
De Minister van Justitie heeft betreffende
de Bijzondere Commissie voor Georganiseerd
overleg voor de ambtenaren, werkzaam bij het
gevangeniswezen, het rijkstucht- en opvoe
dingswezen, het reclasseeringswezen en de rijks-
asyls voor psychopathen op verzoek aan Mr. J.
P. de Meijere eervol ontslag verleend als voor
zitter en als zoodanig benoemd den heer J. Vis
ser, hoofddir. rijksopvoedingsgesticht te Amers
foort, thans lid. Voorts zijn benoemd tot lid ir.
J. L. M. Wijers, ben. hoofddir. rijkswerkinrich
tingen te Veenhuizen en Mr. B. G. A. Smeets,
dir. tuchtschool te Nijmegen; aan J. J. de Rooij
is in verband met het aan hem verleend eer
vol ontslag als directeur der strafgevangenis te
Amsterdam eervol ontslag verleend ais lid-pi.
verv.; benoemd tot lid-pl. verv. P. J. Beikhout,
air. strafgevangenis te Arnnem; aan K. H. Hee-
rema is in verband met het aan hem verleend
eervol ontslag als hoofdcommies bij het dep. van
Justitie eervol ontsl. verleend als lid-pi. verv.;
benoemd tot lid-pl. verv. Mr. J. Coninck Lief-
sting, hoofdcommies Dep. van Justitie te 's Gra-
venhage.
BANDOENG, 14 Sept. (Aneta) De vul
kaan Gedeh vertoont een verhoogde werking.
De Vulkanologische Dienst zond 'n mandri naar
den vulkaan voor een observatie, welke een week
zal duren.
Naar Aneta-Holland bij informatie ter be-
voegder plaatse blijkt, is het bericht van het
A. I. D. „De Preagerbode" als zou de directie
van de K. L. M. het plan koesteren om een
eigen piloten-opleiding ter hand te nemen, vol
komen onjuist.
De Directie van de K. L. M. is overtuigd van
de voortreffelijkheid van de Rijksopleiding en
gevoelt niet de minste behoefte om daarnaast
een eigen opleiding ter hand te nemen.
HET KRUIZEN EN MOLLEN
DOGMA EN DE NATUURLIJKE
BASIS VAN ONS TOONSTELSEL
door C. Pot. Uitg.Instituut
Klavarskribo, Slikkerveer.
Reeds eerder schreven wij enkele woorden
over het Klavarskribo, een nieuw muziek-nota-
tie-schrift, geconstrueerd door onzen landge
noot den. heer C. Pot. Men dient deze consciën
tieus overwogen en tot in détails uitgewerkte
methode ter vereenvoudiging van het heden
ten dage gebruikelijke muziekschrift (dat onge
twijfeld zeei gecompliceerd is) niet zonder
meer ter zijde te leggen. In tegenstelling met
andere moderne systemen, we'ke eer meer ver
warring den vergemakkelijking stichten, berust
dat van den heer Pot op logische jasis. Wij ge
looven te mogen beweren, dat de dilettant bij
deze schrijfwijze baat zal vinden; ook hier vo
gelden zekei sommige bezwaren, doch dfkar
tegenover staat, dat eerstens de notatie met
behulp van kruizen en mollen geheel komt te
vervallen, wat een zeer belangrijke vereenvou
diging beteekent. Daarnaast is het voor het
pianospel (waarvoor het bijzonder goed ge-
eigend isl sterk bee'dend als gevolg van een
schrift dat op papier de noten op die plaats
aangeeft, daar zij op 't klavier moeten worden
aangeslagen. Voor vakstudie meenen wij tegen
het K'avarscribo vooralsnog eenig scepticisme
te moeten bewaren (uitvoerige beoordeeling zou
ons op deze plaats te ver voeren).
Van de hand van den heer Pot heeft thans
een beknopt boekje het licht gezien, waarin at
schrijver op theoretische basis de voordeelen
van zijn muziekschrift bepleit en het „oude"
schrift, als resultaat van ernstige en diepgaan
de studie, sterk aanvalt.
Dit opstei, dat den titel draagt: „Het Krui
zen en Mollen Dogma en de natuurlijke basi»
van ons toonstelsel", is voor bij de muziek ge-
interesseerden zeer lezenswaardig; voor den
leek of middelmatigen dilettant is de stof te
technisch.
STAM
SEX CAN TIC A SACRA, auctore:
H Clemens SMJM. Editeurs:
Schoit, Brussel.
Van de „Sex Cantica Sacra", bundel vier
der Latijnsche Lofzangen van Pater Henri Cle
mens S.M.M., is heden de tweede druk ver
schenen, wel een bewijs, dat de composities
van dezen Montfoi„aan geleidelijk veld begin
nen te winnen. Zulks stemt tot verheuging,
want, we zeiden het reeds eerder: er spreekt
uit deze muziek een geest van eerlijke en zui
vere devotie, welke weldadig aan doet. Buiten
dien getuigt wijlen Pater Clemens' werk vau
smaak voor coloriet, door sobere en veelal heei
gevoelige melodiek.
Zoo kunnen wij de „Sex Cantica Sacra" (vooi
twee gelijke stemmen en orgel of harmonium)
dus warm aanbevelen. Zij zijn voor Nederlano
te verkrijgen bij de Paters Montfortanen,
Hoensbroek (L.).
STAM
NIEUWE MUZIEK Alb. Thoe-
nies. Vier Skizaen voor piano.
In een Prélude, Nocturne, Valse-Caprice en
Tango toont Albert Thoenies een bijzondere ga
ve voor fijne harmonische wendingen en een
groote liefde voor de schakeering der half-tin-
ten in het pianospel; hier spreekt de geboren
pianist. Muzikaal en melodisch het sterkst is
de Valse-Cynice, waarin echter de terugkeer
naar de herhaling wat meer uitgewerkt had kun
nen zijn.
Hoewel er geen uitgever vermeld is, zal men in
de bekende muziekhandels dezen bundel toch
wel kunnen bestellen.
Voor 4-st. mannenkoor met
Ook hier geen uitgever.
orgel.
Ettema heeft dit werk opgedragen aan zijn
leeraar Hubert Cuypers en in tegenstelling met
zijn drie-stemmige mis, toont hij in dit Te Deum
ook zeer duidelijk den invloed van zijn meester.
Melodievorming, harmoniewendingen disso-
nantooplossingen kenmerken Cuypers' onderwijs
en daarmede is tevens gezegd, dat het werk uit
muntend klinkt en goed voor zangstemmen en
orgel geschreven is. Maar zooals Cuypers schrijft
kan hij 't alleen en mij was in Ettema's mis
de persoonlijke noot liever. In dit Te Deum, dat
met een Meistersinger-ouverture-stemming aan
vangt, mis ik opbouw en climax, zoodat de to
taalindruk niet steeds boeiend blijft. Dit neemt
niet weg, dat Ettema's talent zich in vele dé
tails openbaart en ook dit Te Deum naast ve
le andere zich een plaats kan veroveren en be
houden.
„Uit de Wereld," een tweetal leesboeken voor
het 6e en 7e leerjaar voor R. K. scholen, door
G. Hof, hoofd eener R. K. Jongensschool te Rot
terdam. Uitgave W. J. Thieme en Cie, Zut-
phen.
Steloefeningen voor het Lager Onderwijs,"
door C. E. Hof, deelen I, II, III, IV en V, voor
het derde tot en met het achtste leerjaar.
Uitgave W. J. Thieme en Cie, Zutphen.
HERDRUKKEN
Bij J. J. Romen en Zonen te Roermond ver
scheen de 2e druk (6e tot 10e duizendtal) van
„Onze Rijkdom in Christus," door M. Jennes-
kens.
Bij de Wereldbibliotheek verscheen de 2e druk
(5e duizendtal) van ,Tat .Tvam Asi" door Nico
van Suchtelen.
Heel eigenaardig is, dat we hier weer een
leerling voor ons hebben van den hoog gewaar-
deerden meester Cuypers; maar dat hier geen
spoor van invloed te bemerken is.
Winnubst heeft in zijn kerkmuziek eenigen
tijd onder den ban van Diepenbruck gestaan
(die overigens geen enkelen dirccien leerling
heeft gekend) doch in zijn later werk. 'Orato
rium Jeruzalem, Symphunie. Missenj neen ni)
het oor te luisteren gelegd bu de uieei moder
ne inrichtingen en in deze „Missa Anna' toont
hij geen enkele affiniteit meer met Oiepenbrock
of Cuypers.
In zijn aard is Winnubst ouk antipode van
zijn lynschen meester: Winnubst is voor alles
contrapuntist en gespeend van wal men noemt
muzikale charme. Zie deze drie mannenstem
men in over het algemeen diatortscli onge
repte strenge melodieën zich onafliankeigk
bewegen van de zelfstandige, soms zelis eigen
zinnige orgelpartij. Ik denk bij dit viriele werk
aan Anton van Duinkerken en Kees MeekeL
Wellicht zal men in de uilvoering aan den geest
van deze muziek kunnen tegemoet komen, maar
eenvoudig is dit niet. Trouwens: alleen zeer
goede koren kunnen de verantwoording van een
uitvoering op zich nemen, maar dan stel ik me
van den voornamen, liturgischen indruk, welken
deze bijzondere compositie moqt maken, veel
voor.
Hendrik Andriessen. PREMIER
CHORAL POUR ORGUE Uitg.
Van Rossum, Utrecht.
In Hendrik Andriessen hebben we weder een
ander type van Nederlandsch kerkmusicus voor
ons. Andriessen inspireerde zich vooral op de
Fransche kunst en toont een even groote voor
liefde voor Franck als voor Caplet om twee
uitersten te noemen van denzelfden stam. Waar
h(j in zijn vocale werken vooral verwantschap
toont met den laatste, daar treffen we in dit
„Premier Chonel" den geest aan van den groo
ten César Franck; het pompeuze gebaar, de
statige melodievorming zijn sieraden van deze
soort goed geschreven orgelmuziek, doch in
plaats van Francks typisch-inharmonische ac-
coordvorming treffen we bij Andriessen meer
moderne wendingen aan; het is echter duidelijk,
dat dit in 1913 geschreven werk de moderne ont
wikkeling zich nog slechts laat vermoeden. Het
is een dankbaar stuk, onzen organisten van har
te aanbevolen!
TH. M. v. d. BIJL.
OLIE OP DE'GOLVEN. Uitg.:
Nederlandsche Perskantoor, Ber
lijn S. W. 61.
Ons werden enkele exemplaren toegezonden
van bovengenoemde brochure. Bedeeld worden
de golven van anti-Duitsche gezindheid, welke
de schrijver in Nederland meent te constatee-
ren. Daar het geschrift te Berlijn is uitgegeven,
ademt het uiteraard een Nat. Soc. geest. Dit
neemt niet weg, dat de wijze van betoogen een
objectieven indruk maakt, temeer waar de
schrijver volgens zijn verklaring uitslui
tend gebruik heeft gemaakt van statistisch
materiaal, datesrend van voor den tijd der Hit-
lerregeering.
Doel der brochure is, den Nederlander duide
lijk te maken, dat het anti-semietisme in
Duitschland noodzakelijk moest ontstaan uit de
„Joodsche overheersching" op vele gebieden van
het openbare leven en om meer waardeering te
wekken voor Hitler's optreden. De cijfers, die
worden gegeven, lijken ons het overwegen zeer
zeker waard.
Bij de lezing hinderde het ons, dat de ii
steevast vervangen is door de y.
DE BEKENDE WERELDVUEGER Kingsford Smith is Donderdagmiddag met het K.L.M. vliegtuig „De Pelikaan" op
Schiphol aangekomen, op ziin doorreis naar Engeland. Bij aankomst werd Kingsford Smit (midden) verwelkomd door
de heer Plesman (directeur K.L.M.) en Evert van Dijk (indievlieger).
UE HERDENKING der
bevrijding van Weenen uit
de be'egering der Turken.
L'nka: bondspresident Mi-
klas en Kardinaal-'egaat
Z. Em. La Fontaine tijden*
de plechtigheden op de
Heldenp atz te Weenen;
rechts Z. hm. Kardinaal
Hlond van Polen celebreert
de pontificale H. Mis in de
openlucht voorde Sobieski-
kerk.
TACHTIG MOTORRIJ
TUIGEN en hijwagena der
Amsterdamsohe gemeente
tram zijn omgeoouwd en
van dwarsbanken voorzien.