UIT EEN BEWOGEN TIJD
m
De handel met Rusland
Prikkeldraad
Afdoende
Onze tweede reis naar Beauraing
GOEDE VOORBEREIDING
EEN GEVAAR VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID
Man met eergevoel?
VRIJDAG 15 SEPTEMBER
Luchtpost naar Indië
De leger-oefeningen
Rede van minister Deckers
Waardeering en dank
HINDENBURG BIJ DE RIJKSWEERMANOEUVRES
Een onvergetelijke
excursie
Geen communistische
demonstratie
Door den Haagschen burgemeester
verboden
Het auto-ongeval bij
Leeuwarden
Ook de chauffeur overleden
Nieuwe crisisheffing
Op oliën, vetten en suiker
Krachtige strijd tegen de valsche
vleeschkeuringsstempels en
frauduleus geslacht vee
Geldboeten helpen
weinig
ONDER DEN TREIN
Alweer de onbewaakte overweg
De onthulling van het Mgr. Zwijzen-mo-
nument te Tilburg heeft weer eens de
herinnering verlevendigd aan een tijd
vak in onze vaderlandsche geschiedenis, dat
zich kenmerkte eenerzijds door hoogst be
langrijke gebeurtenissen, anderzijds en als ge
volg daarvan door een wilde uitbarsting van
antipapisme, welke in de befaamde April-bewe-
ging van het jaar 1853 haar hoogtepunt vond.
Tot welke felheden en grofheden deze bewe
ging aanleiding gaf blijkt reeds uit de volgen
de ontboezeming van het anti-papistisch or
gaan dier dagen de „Fakkel", dat, toen er spra
ke was van het herstel der bisschoppelijke
Hiërarchie o.a. schreef: „Wie in de Roomsch-
katholieken als zoodanig medechristenen
zien, die moeten óf zelf in het geheim Roomsch
zijn, of Rome's godsdienst niet kennen, óf zelf
van het Christendom weinig meer dan den
naam bezitten."
Van Utrecht uit werd aan den Koning een
adres gericht, waarin aan Z. M. verzocht werd
geen vergunning te geven „tot het aannemen
van den titel, rang of waardigheid van Me-
tropolitaan-Suffragaan-Bisschop van eenig ge
deelte onzes Vaderlands, door een vreemden
vorst verleend en dat in den geest der Grond
wet, welke de onzijdigheid der Regeering je
gens ieder kerkgenootschap vordert, geene de
Protestanten krenkende erkenning van den Paus
van Rome, als Opperhoofd der Kerk moge
plaats hebben."
Een afschrift van dit adres werd aan alle
kerkeraden der Hervormde gemeenten in het
land gezonden, om tot een algemeen petition
nement op te wekken; en daar de kerkeraden
zich aan het hoofd der beweging stelden, werden
er op tal van adressen duizenden en tiendui
zenden handteekeningen verzameld. Daarnaast
verschenen brochures bij honderden, zooals een
geschiedschrijver zegt „door mannen van be-
teekenis en zonder beteekenis geschreven, van
de vernuftigste uiteenzettingen om het ver
keerde der nieuwe regeling te bewijzen, tot de
platste oproerigste straattaal toe." En verder
spotbladen en caricaturen en tal van zooge
naamde geuzenliederen, om op de wijze van
straatdeunen te worden gezongen.
De komst der Bisschoppen zou, naar de an
ti-papisten beweerden, het eerste sein geven tot
een nieuwe geloofsvervolging. „Wilt gij liever
wachten", riep een van de vele hetzers dier da
gen uit, „totdat gij de schavotten zult zien
oprichten en de brandstapels u tegenflikkeren?"
Steeds heftiger werd de agitatie, ook tegen
de katholieken in 't algemeen. Het bovenge
noemde Hetz-blad de „Fakkel" raadde zijn le
zers aan zich van de Roomschen af te schei
den. Men moest hen „aan hun eigen lot over
laten". En in een der brochures heette het: „In
een Staat, waar de Protestanten de overhand
hebben, moeten dezen, willen zij vrij blijven,
Roomsch-katholieken uit het Staatsbestuur we
ren; zij moeten geene Roomsch-katholieken be
gunstigen, zij mogen geene Roomsch-katho-
lieke dienstboden in hunne huishouding gebrui
ken." Wie Rome beminde kon onmogelijk een
„waar vaderlander" en „trouw onderdaan" zijn,
en een predikant raadde zijn gehoor instante-
ljjk aan bizonder voorzichtig te zijn in den
omgang met hun Roomsche medeburgers en
hen nergens in te vertrouwen!
Hoe fraai het ook bij het teekenen van adres
sen toeging, blijkt wel uit de volgende bizon-
derheden door een tijdgenoot meegedeeld over
een „monsteradres" in de hoofdstad: ,,De werk
bazen verplichtten hunne knechten, Roomsch
of onroomsch, om te gaan teekenen, onder be
dreiging van hen anders te zullen wegzenden.
Zelfs de vrouwelijke dienstboden werden door
hare meesteressen daartoe gedwongen. Aan
de Landswerf gaf men aan alle arbeiders een
uur, om te gaan teekenen. De bewoners der
oude mannen- en vrouwenhuizen werden in
rijen naar de consistorie-kamers geleid. Wees
kinderen en bedeelden, die geen schade wil
den lijden, moesten gaan teekenen. Men gaf
geene lezing van het adres, want men behoef
de niet te weten, wat men teekende; die niet
schrijven kon zette een kruisje. Eenigen vertel
den dat de Paus in het land zou komen; an
deren teekenden, opdat de koning in de stad
zou komen, wat toch altijd voordeel gaf. Zelfs
zijn er katholieken, die geteekend hebben, om
dat men hun wijs maakte, dat er dan bisschop
pen zouden komen. Men ging de achterbuurten
rond en verkondigde lulde door het uitventen
van kleine blaadjes a een en twee centen, door
het zingen van straatliederen, door het ver
toon van schilderijen en platen, dat eene her
stelling der Roomsche bisschoppen de Pro
testanten weer voor een inquisitieraad en op
den brandstapel zou brengen, dat de bisschop
van Haarlem weldra zou komen in eene koets
met zes paarden bespannen, om de achterbuur
ten door te rijden, gevolgd van een beul, die
in alle huizen zou binnengaan, om te vragen
of de bewoners wel katholiek waren en op ont
kennend antwoord hen naar de gevangenis te
brengen".
Dat dergelijke zotheden verspreid werden en
geloof konden vinden, bewijst wel, hoe opge
wonden en verdwaasd de gemoederen waxen.
Tot eer van vele protestanten en predikanten
moet intusschen worden gezegd, dat zij tegen
deze buitensporigheden in gingen en dat het
vooral van anti-revolutionnaire zijde, hoewel
men ook daar bezwaren opperde tegen het her
stel der Hiërarchie, en van den kant van man
nen als Groen van Prinsterer, Beets, van Koets
veld om er slechts enkelen te noemen
niet aan waarschuwingen ontbrak. Ook heeft het
anti-papistisch gerei niet kunnen beletten, dat
de Hiërarchie er in 1853 kwam. Maar toch heeft
bet ten gevolge gehad, dat het ministerie—
Thorbecke moest aftreden, en wekte het een
geest van onrust, van vijandschap en wantrou
wen tegen de katholieken, welke hunne posi
tie allesbehalve gemakkelijk maakte. Naast
groote beginselvastheid en toewijding werd in
die dagen ook zeer veel tact van hen gevor
derd. De moed der overtuiging moest op heel
bizondere wijze gepaard gaan met wijze voor
zichtigheid. En hooge eischen werden vooral
gesteld aan de dragers der herstelde bisschop
pelijke waardigheid, in de eerste plaats aan den
Aartsbisschop, den metropoliet der Nederland-
sche kerkprovincie.
Mgr. Zwijzen toonde zich ten volle voor zijne
zware en verantwoordelijke taak berekend. Een
providentieele figuur op een keerpunt in onze
historie.
„Deze groote kerkvoogd", schreef dr. Schaep-
man van hem, „was als geschapen om de
hiërarchie in Nederland te vestigen. Aan een
ijzeren wil paarde hij een groote kalmte; aan
kloeke voortvarendheid bezadigd overleg; aan
groote scherpzinnigheid besliste kracht; aan
stouten moed voorzichtig beleid De kennis van
menschen en zaken, hem van nature als eigen,
was door de ondervinding gescherpt en had
hem zachtmoedig gemaakt, geduldig en vol
hardend. Een man van kinderlijke vroomheid
en apostolische wijsheid, een echte Vorst der
Kerk."
P. S.
Bij de debatten over het z.g. uniformverbod
is er door den woordvoerder der katholie
ken, den heer Schaepman, krachtig aan
gedrongen op een zeer streng optreden tegen de
buitenlanders, die hier te lande de hun geboden
gastvrijheid misbruiken en zich niet ontzien te
trachten, invloed uit te oefenen op de staatkun
dige richting van ons land, zooals in Limburg
en elders is geschied.
Wij hebben hier de buitenlandsche hulp niet
noodig en wij zijn best in staat onze eigen za
ken te regelen. Wij willen ons zelf zijn en blij
ven; er is reeds veel meer import dan ons
lief is.
Het antwoord van den minister liet aan dui
delijkheid niets te wenschen over; hij verklaarde
dat men in deze gerust kon zijn.
Aan vreemdelingen is verboden zich met poli
tiek, in welken vorm ook, bezig te houden. Zoo
zijn parket en politie ook geïnstrueerd, dat aan
eiken vreemdeling, die het waagt, zich van eenig
uniform te bedienen of een politiek distinctief te
dragen, al is het nog zoo klein, oogenblikkelijk
het verblijf in ons land dient te worden ontzegd.
Dat is, wat men noemt, een afdoende maat
regel en we zouden wenschen, dat deze overal,
w'aar het gevaar dreigt, dat buitenlanders met
een hakenkruisje of met een distinctief loopen,
werd aangeplakt. De uitwerking heeft zich reeds
laten voelen, want door de Duitsch nationaal-
socialistische partijleiding is blijkens de bladen,
naar aanleiding van dezen maatregel de order
uitgevaardigd, dat het dragen van bruine hem
den voor tijdelijk in het buitenland vertoevende
nationaal-socialisten verboden is. In het buiten
land vertoevende leiders van de N.S.D.A.P. heb
ben het recht bij overtreding rapport op te
maken.
Het dragen van het bruine hemd tegen de
geldende bepalingen in kan aanleiding zijn tot
het uitzetten uit de partij en tot veroordeeling
van straffen op grond van de beschikking van
den Rijkspresident dd. 21 Maart 1933.
Men mag er te Berlijn ook nog wel aan toe
voegen, „kleine distinctieven", want ook met
„kleine distinctieven gaan de Parteigenossen
terug" over de grenzen, ongeacht de vraag, of
de buitenlanders hier lang of kort wonen, zaken
hebben of geen zaken hebben.
Met het vliegtuig, dat gisterenmorgen van
Schiphol naar Ned.-Indië vertrok, werd 304
K.G. 650 G. bruto luchtpost vervoerd.
De zending bevatte 366 briefkaarten en post
wissels, 15.377 stuks t. m. 5 gram, 1361 brie
ven t.m. 10 gram, 2091 brieven zwaarder dan
10 gram, 367 drukwerken, akten en monsters,
zwaarder dan 5 gram en 3478 stuks bestemd
voor tusschenliggende landen; tezamen 23.040
stuks, benevens 5 postpakketten met een bruto
gewicht van 23 K.G. 500 gram.
Na afloop van het défilé, dat Donderdagmid-
ag nabij Lunteren voor den Minister van De
fensie is gehouden, heeft deze bewindsman een
rede gehouden tegenover den commandant en
de hoofd-officieren der Lichte Brigade.
Zijne Excellentie had de oefening der Lichte
Brigade met belangstelling gezien en geconsta
teerd de eendrachtige samenwerking van kader
en manschappen en hun echt militaire saam-
hoorigheid. Er zijn in die dagen niet geringe
moeilijkheden overwonnen, vermoeienissen door
staan, kleine, misschien ook vele groote offers
gebracht.
Het heeft mij verheugd, aldus de Minister, mij
te kunnen overtuigen van drie dingen:
Ten eerste de goede geest in den troep. Ik
heb kunnen vaststellen dat allen, en ik denk
hier zeker niet in de laatste plaats aan de
dienstplichtigen, ook aan hen die voor herha
lingsoefeningen onder de wapens zijn, met opge
wektheid hun taak vervulden! Men is volkomen
tevreden en er is niets dat lijkt op eenigen wre
vel of tegenzin integendeel, aiom medeleven
en blijmoedigheid.
Ik constateerde verder de hartelijke tegemoet
komendheid van de bevolking.
Goede verhouding tusschen volk en weermacht
is een eerste voorwaarde tot instandhouding van
een deugdelijk leeer.
Ten derde heeft mij getroffen de uitstekende
houding van den troep. Ook de niet-mihtair. die
het militaire schouwspel dezer dagen heeft ga
degeslagen, zal moeten erkennen, dat de troep
een knaopen. vertrouwenwekkenden indruk
maakte, dat alles af was en in orde.
Wij hebben een leger, w&arop wij kunnen re
kenen.
Dit wil niet zeggen dat alles volmaakt was en
de deskundige bespreking der manoeuvres geen
aanleiding kan geven tot opbouwende critische
beschouwingen.
Deze beschouwingen zullen niet achterwege
blijven.
Maar alle andere critiek kan met de meeste
gerustheid worden afgewacht, misschien blijft ze
achterwege, maar als ze komt, kunt gij u ver
zekerd houden, dat zij, die deze oefeningen volg
den en ik reken mijzelf daarbij op de eerste
p'aats aan uwe zijde zullen staan.
Trouwens, aan eenige onwelwillendheid in de
beoordeeling over sommigen zijn wij wel ge
woon.
De weermacht als instituut en degenen, die de
weermacht dienen, kunnen dat verdragen.
Zij wordt niemand uwer bespaard, zoolang uw
geweten u echter zegt, dat gij uw plicht hebt
gedaan, en zoolang de overheid u haar vertrou
wen schenkt, u handhaaft op uw eervolle plaats,
weet gij, dat gij in moeilijke materieelc omstan
digheden blijft, wie gij zijt.
Ik dank u allen hartelijk voor de groote dien
sten, die gij zoo lang reeds en met name in
deze bijzondere dagen aan de weermacht hebt
bewezen.
Met name dank ik u, Generaal Fabius voor
de uitnemende leiding, die gij aan de oefeningen
hebt gegeven. Heel in het bijzonder wil ik u
bedanken voor het goede woord van u aan den
vooravond der oefeningen tot den troep gericht.
Dit is geheel in mijn geest gesproken. Het moge
navolging vinden. Het kan niet anders dan
goeds brengen, uw ideaal, dat ook het mijne is,
colt van u allen.
Een goed leger berust op het vertrouwen van
het volk.
Ik verzoek u, Generaal, den troep betuiging
van mijn groote tevredenheid over te brengen.
Ik dank u allen zeer.
Ik bewaar de beste indrukken van deze dagen.
Rijkspresident von Hindenburg te midden van den staf, bij zijn bezoek aan de
Rijksweermanoeuvr es in Oost-Pruisen
Een der deelnemers aan onzen jongsten trip
naar Beauraing zendt ons het volgende geest
driftige relaas van den tocht, welke naar uit zijn
opgewekte beschrijving blijkt, vlot en keurig is
verloopen en den reisgenooten veel schoons
heeft geboden.
Onder dank voor deze uiting van erkentelijk
heid verleenen wij hieronder gaarne plaats aan
hetgeen hij ons schrijft:
Het telegram, dat tijdens het diner j.l. Zon
dag vanuit Brussel aan uwe Directie werd toe
gezonden, waarin dank werd gebracht voor het
initiatief tot den tocht naar Beauraing en de
groote tevredenheid werd betuigd van alle deel
nemers, was alleszins verdiend.
Van begin tot eind hebben we genoten. Na
tuurlijk heeft het prachtige weer de goede stem
ming mede helpen bevorderen, maar voor een
overwegend deel was deze toch te danken aan
de goede voorbereiding en organisatie van uw
excursie.
Gedurende den geheelen tocht heeft deze zich
gedemonstreerd.
Teen we in den vroegen Zaterdagmorgen uit
Amsterdam vertrokken, waren we allen vreemd
voor elkaar. Doch dat duurde maar heel kort.
Elke touringcar had zijn leider, die ons met
elkaar in kennis bracht en aldra voelden we
ons één familie, die in een allerprettigste
verstandhouding koers zette naar Breda, ons
eerste rustpunt.
De koffie liet zich daar uitstekend smaken
en na een half uurtje ging het weer verder, op
Brussel aan.
Hier werd gedineerd en nadat de inwendige
mensch door spijs en drank gesterkt was ging
het verder naar Dinant.
Onvergetelijk mooi en schilderachtig is daar
het vele natuurschoon, dat we te zien kregen.
Prachtige panarama's ontlokten herhaaldelijk
uitroepen van bewondering.
Na een kort oponthoud te Dinant gingen we
verder naar Hann voor een bezoek aan de be
kende grotten. Het was al duister geworden,
toen we den fantastischen tocht beëindigd had-
Als het kalf verdronken is, dempt men
den put.
De liberale wereld, eens fel gebeten
op het kleinkind van hare eigen doctrine;
gloeiend verontwaardigd in naam der hu
maniteit tegen het bolsjewistische Rusland
(dat N.B. de brutaliteit had, schatten aan
effecten tot waardelooze vodjes papier te
maken); thans vcortgezweept door het
ideaal „geld verdienen"; is wel in een
eigenaardige positie geraakt. Een positie,
door rasechte Marxisten omschreven als
„het ten troon helpen van het Bolsjewisme
ten koste van de geldverdienende kapita
listen zelf."
Er was te verdienen door koopen van het
dumpende Rusland, al moest dat gaan ten
koste van de nationale welvaart. Nu die
welvaart steeds meer en meer verflauwt,
wordt gretig uitgezien naar een kans, om
geld te verdienen door verkoopen aan het
zelfde Rusland.
Men spreekt in dit verband van een
middel van eminent belang, dat onze wel
vaart moet helpen, op de been te komen.
We waren al goede klanten van Rusland,
Rusland moet nu ook een goede klant van
ons worden. Maar.... er is een maartje
aan.... is dat verkoopen aan Rusland wel
geoorloofd volgens het geweten van den
handelaar (industriëel)
De ZeerEerwaarde adviseur van de A. R.
K. W. V., om advies gevraagd, heeft zijn
licht opgestoken bij een vijftal moralisten
van professie, en een conclusie geformu
leerd, waarvan de moraaltheologische zijde
o. i. mede wordt gedekt door het gezag van
Prümmer (Pars I Tract. II Cap. II art. 2).
Inzooverre is ze onaanvechtbaar.
Kort geresumeerd komt het advies hier
op neer (en het D. B. van genoemde veree-
niging kwam tot de conclusie, dat dit ad
vies met gerust hart mocht worden gevolgd
(Msb. 10 Sept. Ochtendblad tweede blad).
Een oorzaak met dubbel gevolg, één goed
en één kwaad, mag omwille van het goed
gesteld worden, mits le de daad zelf goed
zij; 2e het goede effect tenminste even on
middellijk uit de gestelde oorzaak volge als
het kwade; 3e het goede gevolg alleen ge
ïntendeerd worde en het kwade gepermit
teerd; 4e er verhouding besta tusschen het
goede en kwade effect, en wel in dien zin,
dat de balans naar het goede overslaat, dat
er een redelijke verhouding besta.
We laten als theologisch-filosofische
kwestie in het midden, of er op de punten
2 en 3 niets aan te merken zou vallen, met
name of het goede effect niet onmiddellij
ker volgen moet en of men het kwade wel
niet-intendeeren kan.
Ons bezwaar geldt het eerste punt, ten
opzichte waarvan we in het advies t. a. p
lezen: „Aan dezen eisch wordt hier klaar
blijkelijk voldaan; handel in zich is iets
onverschilligs en wordt alleen door de
omstandigheden kwaad, b. v. door oneer
lijkheid, bedrog."
De kwestie is n. o. m. deze: „Is er aan
den handel van willekeurig welk land met
Rusland niet zooveel kwaad (door om
standigheden eraan) verbonden, dat deze
nooit gebruikt mag worden als een mid
del om de welvaart van dat land weer op
de been te brengen?"
Wat is handel? In den grond van de
zaak: ruil van goederen en/of diensten
tegen andere goederen en/of diensten,
(geld, dat beschikkingsmacht is over ruil-
verkeersobjecten, inbegrepen).
Wanneer we de ruilobjecten die Rusland
aan te bieden heeft, bekijken door den
kleurloozen bril van een naar het Evange
lie gericht geweten, dan zien we ze overto-
gen met een waas van nauwelijks uitge-
wischt bloed, menschenbloed. De rose libe
rale bril ziet die tint niet; daarom weet de
liberaal misschien niet, dat er men
schenbloed aan kleeft.
Handel drijven met Rusland is: dat land
dwingen of uitnoodigen, of hoe men het
euphemistisch wil zeggen, tot het verschaf
fen van méér ruilobjecten; graan, dat aan
verhongerende boeren ontstolen wordt;
speelgoed en snuisterijen, gemaakt op het
rhythme van de zweepslagen van de Solo-
vetsky-beulen; en verkocht tegen een prijs,
die ze geschikt maakt als prachtige toe
giftartikelen om een kwijnend debiet met
het verfoeilijke cadeaustelsel erbovenop te
werken (of om een ander eronder te wer
ken!)
Men zegge niet: Rusland kan ook in geld
betalen; pecunia non olet, dat is waar, maar
meer valt er ook niet tot verdediging aan te
voeren.
Leggen we nu aan een moralist de
kwestie voor: „mag ik goederen koopen,
waarvan ik weet dat ze van diefstal af
komstig zijn? Mag ik aan iemand verkoo
pen, terwijl ik weet, dat hij me met gesto
len geld zal betalen, ja zelfs eerst een dief
stal of moord moet plegen, om aan het geld
te komen? Ik wilde alleen op die manier
maar een boterham voor mijn gezin verdie
nen
Wat zal het antwoord zijn?
We vragen aan denzelfden moralist:
„Mag ik iemand geld geven, terwijl ik ze
ker weet, dat hij er een bom voor gaat
koopen om een kerk in de lucht te laten
vliegen?"
Wat is van Rusland koopen anders, dan
geld geven om de atheistische gruwelen nog
overvloediger te bedrijven?
Daar zit de fout: eerst is er gekocht; dat
had van den beginne af niet moeten gebeu
ren; maar nu het kalf verdronken is enz.;
nu de eerste fout begaan is zoekt men naar
een middel om den put te dempen; een
middel dat al even erg is; wat eigenlijk op
hetzelfde neerkomt, omdat het niets anders
is dan een continuatie van de fout, begaan
in eersten aanleg.
Handel met Rusland is een daad, die om
de omstandigheden zeer zeker kwaad
genoemd moet worden. En derhalve onder
iederen vorm te verbieden.
En derhalve zou het veel beter zijn, dat er
vanuit onze kringen een energieke reactie
uitging, gericht op een totaal onderdrukken
van den handel met Rusland, en dat de
A.R.K.W.V. tot waarachtig heil harer leden
óók eens onder de oogen zag, wat zij met
haar grooten invloed in dezen kan doen.
Niet zéggen, als de conclusie van het ad
vies onder punt c), dat we toch maar mee
moeten doen, omdat anderen zich anders
verzadigen zullen. Maar twee dingen doen:
niet koopen, en allen die nog een geweten
bezitten aansporen tot onthouding van alle
commerciëele betrekkingen met een land
als Rusland. Het zou meer weerklank vin
den, dan men misschien verwacht....
Is dat kortzichtige politiek? Het tegen
deel zou eerder kans hebben.
Kost het misschien offers? Waarschijnlijk
zelfs.
Is handelen met Rusland mammonisme?
Vrij zeker.
Maar zijn er nog Katholieken? Ja, dat
lijdt geen enkelen twijfel. En een kind der
Katholieke Kerk kent bij ondervinding de
taktiek van zijn Moeder: politiek „op lan
gen termijn": alles vergaat, de Kerk blijft.
Een Katholiek kent offers, is blij, ze te mo
gen brengen. Een Katholiek verafschuwt
het dienen van den Mammon.
Dit is geen gevraagd advies; het is maar
een opinie; mijnentwege een hersenschim;
maar iets wat voortkomt uit den grond van
het hart.
En ook, misschien is er een kern van
waarheid in te vinden.
Dr. Th. K.
Merkelbeek, 13 Sept. 1933.
den. We verlangden naar ons hotel, waar het
souper ons wachtte. Maar voor het bezoek aan
de grotten hebben we graag een wat verlaat
souper overgehad! En het uitstekende logies
deed alle vermoeienissen vergeten.
Na de H. Mis en ontbijt vertrokken we den
volgenden ochtend naar Beauraing. Wij waren
daar reeds te ongeveer half tien. Ondanks dit
vroege uur waren al vele menschen in den tuin
aanwezig.
Voor de plek der verschijningen baden we
een rozenhoedje en bij de grot offerden we kaar
sen. Bijna een uur hebben we in dentuin door
gebracht. Op het openluchtaltaar voor het Pen
sionaat werd een H. Mis opgedragen.
Al grooter en grooter werd de stroom be
zoekers. Het nadrukkelijke verzoek van onzen
'.eider om bij elkander te blijven was zeker niet
overbodig. Onze insignes en de rood-wit-blau-
we band der leiders maakten het echter niet
zoo moeilijk het verband te bewaren.
Na het bezoek aan den tuin werd gelegen
heid gegeven tot het koopen van souvenirs,
waarna via Dinant en Namen de tocht naar
Brussel werd aanvaard.
Onderweg werd enkele malen gestopt om van
een extra mooi plekje foto's te kunnen maken.
Het diner in Brussel was goed verzorgd en
de stemming onder de deelnemers was zeer op
gewekt. Men converseerde met elkaar, of het
oude bekenden waren.
De tocht van Brussel naar Breda verliep re
gelmatig, uitgezonderd een klein ongelukje in
Antwerpen, waar een der touringcars een lekken
band kreeg. Dit was echter in een kwartier
weer verholpen.
In hotel Cosmopolite in Breda werd weer op
gestoken en werden we voorzien van goed-be-
legde broodjes.
Onder zang en scherts werd vandaar naar
Utrecht gereden, waar de eerste deelnemers
ons reeds verlieten.
Toen verder naar Amsterdam, waar we nog
een kwartier voor tijd op het eindpunt arri
veerden. Uiterst voldaan over al het genotene,
dat dank zij de goede zorgen van den onver-
moeiden heer Brugman en zijn leiders ons
zooveel méér heeft geboden dan wij meenden
te mogen verwachten.
Hulde aan directie en leiding!
Een volgenden keer ga ik vast wéér mee!
Naar men weet was dé afdeeling Den Haag
van de Communistische Partij Holland voorne
mens op Dinsdag 19 September, ter gelegenheid
van de opening der Staten-Generaal, weer een
demonstratie te organiseeren. De burgemeester
heeft evenwel, naar de „Rott." bericht, op een
desbetreffend verzoek afwijzend beschikt.
De chauffeur Wessel Roozendaal, wiens oude
moeder, zooals gemeld, Donderdagmiddag bij
het auto-ongeval op den weg tusschen Giekerk
en Zwartewegsend in de vlammen omkwam, is
in den afgeloopen nacht in het ziekenhuis r,e
Leeuwarden aan de bekomen zware verwondin
gen overleden.
Naar het „Ned. Weekblad voor Kruideniers
waren" met zekerheid zegt te vernemen, kan
spoedig een crisisheffing op oliën en vetten
worden tegemoetgezien. De hoegrootheid dezer
heffing is nog niet bekend. Alleen kan het blad
mededeelen, dat het geen doel heeft voorraden
van deze artikelen op te doen, daar ook deze
onder de heffing zullen vallen en op ontduiking
door niet aangeven van voorraden strenge straf
fen zullen worden gesteld.
Het blad verneemt tevens met vrij groote ze
kerheid, dat met ingang van 1 October een
crisisheffing op suiker is te verwachten.
Het bedrag ligt vermoedelijk tusschen 5 en
7 gulden per 100 K.G.
Evenals bij vroegere regelingen zullen voor
raden tot 500 K.G. van navordering worden
vrijgesteld.
Wat deze laatste heffing betreft verwezen wij
naar hetgeen wij verleden week Maandag daar
omtrent meldden.
Omdat de heffing, teneinde een bietenprijs
van 11 mogelijk te maken, 14 a 16 millioen
zal moeten opbrengen berekenden wij, dat zij
ruim 7 gulden per 100 K.G. zal moeten bedra
gen.
In „Het Volk" had een zekere heer Albert In
een ingezonden stukje twijfel geopperd aan het
onpolitieke karakter van „De Graal" (een en
ander in verband met het uniformverbod).
Nu zal een zekere m'nheer v- d. L. in het
zelfde blad echter eens onomstoqtelijk komen
bewijzen, dat „De Graal" wel degelijk een
politiek karakter heeft.
Hij verzekert, dat de twijfel var. den heer
Alberts sinds II. Zaterdag opgeheven is, „want
diegenen welke goed geluisterd hebben naar de
z nledige liedjes welke de defileerenden zongen,
hebben kunnen hooren dat de Graal-meisjes
het afgezaagde: „Weg met de socialen, leve
Willemien" zongen.
Dit is toch wel een bewijs van „bepaald staat
kundig streven" in uniform."
Ziehier een infame beschuldiging, welke be
zwaarlijk anders dan als een leugen gequalifi-
ceerd kan worden.
Alle eerlijke oorgetuigen zullen moeten ver
klaren, dat het verouderde, minderwaardige
straatliedje door géén Graalmeisjes gezongen
is; de Graal heeft bij het défilé nota bene, hee.
lemó&l niet gezongen!
Wij dagen den anoniemen v. d. L. uit met
bewijzen en getuigen te komen om zijn bewe
ring waar te maken.
Het kan zijn, dat hij zich op onbetrouw
baar gezag van derden vergist, maar dan zal
het toch zijn plicht zijn, de beleedigende bewe
ring terug te nemen en excuus aan te bieden.
Daaruit zal blijken, of hij een man Is met
eergevoel, ja dan neen!
De vleeschkeuringsdienst te Rotterdam gaat
met kracht voort in zijn strijd tegen de valsche
vleeschkeuringsstempels en de frauduleuze
slachtingen, die een belangrijk nadeel beteeke-
nen voor de schatkist van gemeente en rijk
maar bovendien een groot gevaar voor de
volksgezondheid opleveren.
Ook al zijn de straffen, die tegen de bedrij
vers van dit kwaad worden uitgesproken, niet
hoog en beteekent b.v. een boete van f 100,
waartoe onlangs een van hen werd veroordeeld,
niet veel en kan een dergelijke straf door hen
ten hoogste worden beschouwd als een tegen
valler, die het bedrijf nu eenmaal meebrengt.
Donderdag 7 September is in een der straten
van Rotterdam weer een partij vleesch aange
houden, voorzien van een goedkeuringsstempel
uit Nijkerk. aldus vertelt de „N. Rott. Crt.". Hoe
wel dadelijk dit stempel verdacht voorkwam,
heeft men het met opzet laten doorgaan, het
vleesch voorzien van een goedkeuringsmerk van
het Rotterdamsche slachthuis en aan den eige
naar teruggegeven. Alleen is er proces-verbaal
opgemaakt wegens verboden invoer in de stad
van vleesch uit een andere gemeente, dat niet
in Rotterdam was herkeurd.
Den volgenden dag werd weer een hoeveelheid
vleesch aangehouden, thans bestaande uit een
partij varkensvleesch, dat wel een keuringsstem-
pel droeg weer uit Nijkerk en acht nieren
zonder stempel. Onderzoek, door de Rotterdam
sche recherche verricht, wees in de richting van
Ouwerkerk aan den IJsel, waar ambtenaren van
den Rotterdamschen Vleeschkeuringsdienst en
van de Rotterdamsche politie, bijgestaan door
ambtenaren van den Vleeschkeuringsdienst te
Ouwerkerk en den loco-burgemeester, na een
minitieuze huiszoeking in de woning van N. S.
achter een gesloten deur een frauduleuze slacht-
Dlaats vonden, waarin een aantal geslachte var
kens, voorzien van het stempel Nijkerk en een
heele slagersinventaris.
De woning van S. ligt in het open veld, ver
van de bebouwde kom, aan een afgesloten weg,
ze grenst aan de achterzijde aan het water. Ze
is dus een ideale inrichting voor dergelijke prac-
tijken.
Verdere huiszoeking bracht aan het licht 2
valsche stempels, een van Nijkerk en een van
Schiedam.
S. is door de politie meegenomen en in het
hoofdbureau van politie te Rotterdam opge
sloten. Daar bevonden zich reeds een van de
vervoerders van het frauduleus ingevoerde
vleesch en ook de man, die verdacht wordt van
de levering van de valsche stempels.
Nadat de mannen, als verdacht van oplich
ting, eenige dagen voor het onderzoek zijn vast
gehouden, zijn ze voor den rechter-commissaris
geleid, die hen op vrije voeten heeft gesteld.
De aangehoudenen zullen worden vervolgd op
grond van artikel 219 van het W. van S. dat 'n
maximumstraf van 2 jaar stelt op het gebruik
van valsche stempelmerken.
Naar we nog vernemen wordt het heele land
op het oogenblik overstroomd door valsch ge
stempeld en frauduleus geslacht vleesch. Vooral
varkensvleesch, waarop door de Crisis-Varkens-
wet een zoete winst is te maken.
Er wordt dan ook gewoon met valsche stem
pels bij de slagers en grossiers aan de deur ge
leurd. Tegen een vooruitbetaling van f 60 wordt
een stempel geleverd van welke gemeente men
maar wil.
Het is te verwachten, dat als straks de rund
veecentrale haar werk begint, ook met het rund-
vleesch op deze wijze geknoeid zal worden. Al
leen is daarbij door het schatmerk en 't geleide-
biljet het geknoei moeilijker. Eischte men deze
waarborgen ook voor varkensvleesch, dan ware
de controle een stuk gemakkelijker.
De onbewaakte overweg heeft Donderdag
avond weder een ernstig ongeluk ten gevolge
gehad. Een 25-jarige schippersknecht uit Gou
derak, die den overweg aan den Veeneweg bij
Rotterdam wilde oversteken, werd onverwachts
door een goederentrein gegrepen en meege
sleurd. Toen hij tenslotte op den spoorweg
neerviel, werd hem een voet afgereden. In zeer
emstigen toestand moest de man naar het Zie
kenhuis aan den Bergweg worden overgebracht.