UIT EEN BEWOGEN TIJD m De handel met Rusland Prikkeldraad Afdoende Onze tweede reis naar Beauraing GOEDE VOORBEREIDING EEN GEVAAR VOOR DE VOLKSGEZONDHEID Man met eergevoel? VRIJDAG 15 SEPTEMBER Luchtpost naar Indië De leger-oefeningen Rede van minister Deckers Waardeering en dank HINDENBURG BIJ DE RIJKSWEERMANOEUVRES Een onvergetelijke excursie Geen communistische demonstratie Door den Haagschen burgemeester verboden Het auto-ongeval bij Leeuwarden Ook de chauffeur overleden Nieuwe crisisheffing Op oliën, vetten en suiker Krachtige strijd tegen de valsche vleeschkeuringsstempels en frauduleus geslacht vee Geldboeten helpen weinig ONDER DEN TREIN Alweer de onbewaakte overweg De onthulling van het Mgr. Zwijzen-mo- nument te Tilburg heeft weer eens de herinnering verlevendigd aan een tijd vak in onze vaderlandsche geschiedenis, dat zich kenmerkte eenerzijds door hoogst be langrijke gebeurtenissen, anderzijds en als ge volg daarvan door een wilde uitbarsting van antipapisme, welke in de befaamde April-bewe- ging van het jaar 1853 haar hoogtepunt vond. Tot welke felheden en grofheden deze bewe ging aanleiding gaf blijkt reeds uit de volgen de ontboezeming van het anti-papistisch or gaan dier dagen de „Fakkel", dat, toen er spra ke was van het herstel der bisschoppelijke Hiërarchie o.a. schreef: „Wie in de Roomsch- katholieken als zoodanig medechristenen zien, die moeten óf zelf in het geheim Roomsch zijn, of Rome's godsdienst niet kennen, óf zelf van het Christendom weinig meer dan den naam bezitten." Van Utrecht uit werd aan den Koning een adres gericht, waarin aan Z. M. verzocht werd geen vergunning te geven „tot het aannemen van den titel, rang of waardigheid van Me- tropolitaan-Suffragaan-Bisschop van eenig ge deelte onzes Vaderlands, door een vreemden vorst verleend en dat in den geest der Grond wet, welke de onzijdigheid der Regeering je gens ieder kerkgenootschap vordert, geene de Protestanten krenkende erkenning van den Paus van Rome, als Opperhoofd der Kerk moge plaats hebben." Een afschrift van dit adres werd aan alle kerkeraden der Hervormde gemeenten in het land gezonden, om tot een algemeen petition nement op te wekken; en daar de kerkeraden zich aan het hoofd der beweging stelden, werden er op tal van adressen duizenden en tiendui zenden handteekeningen verzameld. Daarnaast verschenen brochures bij honderden, zooals een geschiedschrijver zegt „door mannen van be- teekenis en zonder beteekenis geschreven, van de vernuftigste uiteenzettingen om het ver keerde der nieuwe regeling te bewijzen, tot de platste oproerigste straattaal toe." En verder spotbladen en caricaturen en tal van zooge naamde geuzenliederen, om op de wijze van straatdeunen te worden gezongen. De komst der Bisschoppen zou, naar de an ti-papisten beweerden, het eerste sein geven tot een nieuwe geloofsvervolging. „Wilt gij liever wachten", riep een van de vele hetzers dier da gen uit, „totdat gij de schavotten zult zien oprichten en de brandstapels u tegenflikkeren?" Steeds heftiger werd de agitatie, ook tegen de katholieken in 't algemeen. Het bovenge noemde Hetz-blad de „Fakkel" raadde zijn le zers aan zich van de Roomschen af te schei den. Men moest hen „aan hun eigen lot over laten". En in een der brochures heette het: „In een Staat, waar de Protestanten de overhand hebben, moeten dezen, willen zij vrij blijven, Roomsch-katholieken uit het Staatsbestuur we ren; zij moeten geene Roomsch-katholieken be gunstigen, zij mogen geene Roomsch-katho- lieke dienstboden in hunne huishouding gebrui ken." Wie Rome beminde kon onmogelijk een „waar vaderlander" en „trouw onderdaan" zijn, en een predikant raadde zijn gehoor instante- ljjk aan bizonder voorzichtig te zijn in den omgang met hun Roomsche medeburgers en hen nergens in te vertrouwen! Hoe fraai het ook bij het teekenen van adres sen toeging, blijkt wel uit de volgende bizon- derheden door een tijdgenoot meegedeeld over een „monsteradres" in de hoofdstad: ,,De werk bazen verplichtten hunne knechten, Roomsch of onroomsch, om te gaan teekenen, onder be dreiging van hen anders te zullen wegzenden. Zelfs de vrouwelijke dienstboden werden door hare meesteressen daartoe gedwongen. Aan de Landswerf gaf men aan alle arbeiders een uur, om te gaan teekenen. De bewoners der oude mannen- en vrouwenhuizen werden in rijen naar de consistorie-kamers geleid. Wees kinderen en bedeelden, die geen schade wil den lijden, moesten gaan teekenen. Men gaf geene lezing van het adres, want men behoef de niet te weten, wat men teekende; die niet schrijven kon zette een kruisje. Eenigen vertel den dat de Paus in het land zou komen; an deren teekenden, opdat de koning in de stad zou komen, wat toch altijd voordeel gaf. Zelfs zijn er katholieken, die geteekend hebben, om dat men hun wijs maakte, dat er dan bisschop pen zouden komen. Men ging de achterbuurten rond en verkondigde lulde door het uitventen van kleine blaadjes a een en twee centen, door het zingen van straatliederen, door het ver toon van schilderijen en platen, dat eene her stelling der Roomsche bisschoppen de Pro testanten weer voor een inquisitieraad en op den brandstapel zou brengen, dat de bisschop van Haarlem weldra zou komen in eene koets met zes paarden bespannen, om de achterbuur ten door te rijden, gevolgd van een beul, die in alle huizen zou binnengaan, om te vragen of de bewoners wel katholiek waren en op ont kennend antwoord hen naar de gevangenis te brengen". Dat dergelijke zotheden verspreid werden en geloof konden vinden, bewijst wel, hoe opge wonden en verdwaasd de gemoederen waxen. Tot eer van vele protestanten en predikanten moet intusschen worden gezegd, dat zij tegen deze buitensporigheden in gingen en dat het vooral van anti-revolutionnaire zijde, hoewel men ook daar bezwaren opperde tegen het her stel der Hiërarchie, en van den kant van man nen als Groen van Prinsterer, Beets, van Koets veld om er slechts enkelen te noemen niet aan waarschuwingen ontbrak. Ook heeft het anti-papistisch gerei niet kunnen beletten, dat de Hiërarchie er in 1853 kwam. Maar toch heeft bet ten gevolge gehad, dat het ministerie— Thorbecke moest aftreden, en wekte het een geest van onrust, van vijandschap en wantrou wen tegen de katholieken, welke hunne posi tie allesbehalve gemakkelijk maakte. Naast groote beginselvastheid en toewijding werd in die dagen ook zeer veel tact van hen gevor derd. De moed der overtuiging moest op heel bizondere wijze gepaard gaan met wijze voor zichtigheid. En hooge eischen werden vooral gesteld aan de dragers der herstelde bisschop pelijke waardigheid, in de eerste plaats aan den Aartsbisschop, den metropoliet der Nederland- sche kerkprovincie. Mgr. Zwijzen toonde zich ten volle voor zijne zware en verantwoordelijke taak berekend. Een providentieele figuur op een keerpunt in onze historie. „Deze groote kerkvoogd", schreef dr. Schaep- man van hem, „was als geschapen om de hiërarchie in Nederland te vestigen. Aan een ijzeren wil paarde hij een groote kalmte; aan kloeke voortvarendheid bezadigd overleg; aan groote scherpzinnigheid besliste kracht; aan stouten moed voorzichtig beleid De kennis van menschen en zaken, hem van nature als eigen, was door de ondervinding gescherpt en had hem zachtmoedig gemaakt, geduldig en vol hardend. Een man van kinderlijke vroomheid en apostolische wijsheid, een echte Vorst der Kerk." P. S. Bij de debatten over het z.g. uniformverbod is er door den woordvoerder der katholie ken, den heer Schaepman, krachtig aan gedrongen op een zeer streng optreden tegen de buitenlanders, die hier te lande de hun geboden gastvrijheid misbruiken en zich niet ontzien te trachten, invloed uit te oefenen op de staatkun dige richting van ons land, zooals in Limburg en elders is geschied. Wij hebben hier de buitenlandsche hulp niet noodig en wij zijn best in staat onze eigen za ken te regelen. Wij willen ons zelf zijn en blij ven; er is reeds veel meer import dan ons lief is. Het antwoord van den minister liet aan dui delijkheid niets te wenschen over; hij verklaarde dat men in deze gerust kon zijn. Aan vreemdelingen is verboden zich met poli tiek, in welken vorm ook, bezig te houden. Zoo zijn parket en politie ook geïnstrueerd, dat aan eiken vreemdeling, die het waagt, zich van eenig uniform te bedienen of een politiek distinctief te dragen, al is het nog zoo klein, oogenblikkelijk het verblijf in ons land dient te worden ontzegd. Dat is, wat men noemt, een afdoende maat regel en we zouden wenschen, dat deze overal, w'aar het gevaar dreigt, dat buitenlanders met een hakenkruisje of met een distinctief loopen, werd aangeplakt. De uitwerking heeft zich reeds laten voelen, want door de Duitsch nationaal- socialistische partijleiding is blijkens de bladen, naar aanleiding van dezen maatregel de order uitgevaardigd, dat het dragen van bruine hem den voor tijdelijk in het buitenland vertoevende nationaal-socialisten verboden is. In het buiten land vertoevende leiders van de N.S.D.A.P. heb ben het recht bij overtreding rapport op te maken. Het dragen van het bruine hemd tegen de geldende bepalingen in kan aanleiding zijn tot het uitzetten uit de partij en tot veroordeeling van straffen op grond van de beschikking van den Rijkspresident dd. 21 Maart 1933. Men mag er te Berlijn ook nog wel aan toe voegen, „kleine distinctieven", want ook met „kleine distinctieven gaan de Parteigenossen terug" over de grenzen, ongeacht de vraag, of de buitenlanders hier lang of kort wonen, zaken hebben of geen zaken hebben. Met het vliegtuig, dat gisterenmorgen van Schiphol naar Ned.-Indië vertrok, werd 304 K.G. 650 G. bruto luchtpost vervoerd. De zending bevatte 366 briefkaarten en post wissels, 15.377 stuks t. m. 5 gram, 1361 brie ven t.m. 10 gram, 2091 brieven zwaarder dan 10 gram, 367 drukwerken, akten en monsters, zwaarder dan 5 gram en 3478 stuks bestemd voor tusschenliggende landen; tezamen 23.040 stuks, benevens 5 postpakketten met een bruto gewicht van 23 K.G. 500 gram. Na afloop van het défilé, dat Donderdagmid- ag nabij Lunteren voor den Minister van De fensie is gehouden, heeft deze bewindsman een rede gehouden tegenover den commandant en de hoofd-officieren der Lichte Brigade. Zijne Excellentie had de oefening der Lichte Brigade met belangstelling gezien en geconsta teerd de eendrachtige samenwerking van kader en manschappen en hun echt militaire saam- hoorigheid. Er zijn in die dagen niet geringe moeilijkheden overwonnen, vermoeienissen door staan, kleine, misschien ook vele groote offers gebracht. Het heeft mij verheugd, aldus de Minister, mij te kunnen overtuigen van drie dingen: Ten eerste de goede geest in den troep. Ik heb kunnen vaststellen dat allen, en ik denk hier zeker niet in de laatste plaats aan de dienstplichtigen, ook aan hen die voor herha lingsoefeningen onder de wapens zijn, met opge wektheid hun taak vervulden! Men is volkomen tevreden en er is niets dat lijkt op eenigen wre vel of tegenzin integendeel, aiom medeleven en blijmoedigheid. Ik constateerde verder de hartelijke tegemoet komendheid van de bevolking. Goede verhouding tusschen volk en weermacht is een eerste voorwaarde tot instandhouding van een deugdelijk leeer. Ten derde heeft mij getroffen de uitstekende houding van den troep. Ook de niet-mihtair. die het militaire schouwspel dezer dagen heeft ga degeslagen, zal moeten erkennen, dat de troep een knaopen. vertrouwenwekkenden indruk maakte, dat alles af was en in orde. Wij hebben een leger, w&arop wij kunnen re kenen. Dit wil niet zeggen dat alles volmaakt was en de deskundige bespreking der manoeuvres geen aanleiding kan geven tot opbouwende critische beschouwingen. Deze beschouwingen zullen niet achterwege blijven. Maar alle andere critiek kan met de meeste gerustheid worden afgewacht, misschien blijft ze achterwege, maar als ze komt, kunt gij u ver zekerd houden, dat zij, die deze oefeningen volg den en ik reken mijzelf daarbij op de eerste p'aats aan uwe zijde zullen staan. Trouwens, aan eenige onwelwillendheid in de beoordeeling over sommigen zijn wij wel ge woon. De weermacht als instituut en degenen, die de weermacht dienen, kunnen dat verdragen. Zij wordt niemand uwer bespaard, zoolang uw geweten u echter zegt, dat gij uw plicht hebt gedaan, en zoolang de overheid u haar vertrou wen schenkt, u handhaaft op uw eervolle plaats, weet gij, dat gij in moeilijke materieelc omstan digheden blijft, wie gij zijt. Ik dank u allen hartelijk voor de groote dien sten, die gij zoo lang reeds en met name in deze bijzondere dagen aan de weermacht hebt bewezen. Met name dank ik u, Generaal Fabius voor de uitnemende leiding, die gij aan de oefeningen hebt gegeven. Heel in het bijzonder wil ik u bedanken voor het goede woord van u aan den vooravond der oefeningen tot den troep gericht. Dit is geheel in mijn geest gesproken. Het moge navolging vinden. Het kan niet anders dan goeds brengen, uw ideaal, dat ook het mijne is, colt van u allen. Een goed leger berust op het vertrouwen van het volk. Ik verzoek u, Generaal, den troep betuiging van mijn groote tevredenheid over te brengen. Ik dank u allen zeer. Ik bewaar de beste indrukken van deze dagen. Rijkspresident von Hindenburg te midden van den staf, bij zijn bezoek aan de Rijksweermanoeuvr es in Oost-Pruisen Een der deelnemers aan onzen jongsten trip naar Beauraing zendt ons het volgende geest driftige relaas van den tocht, welke naar uit zijn opgewekte beschrijving blijkt, vlot en keurig is verloopen en den reisgenooten veel schoons heeft geboden. Onder dank voor deze uiting van erkentelijk heid verleenen wij hieronder gaarne plaats aan hetgeen hij ons schrijft: Het telegram, dat tijdens het diner j.l. Zon dag vanuit Brussel aan uwe Directie werd toe gezonden, waarin dank werd gebracht voor het initiatief tot den tocht naar Beauraing en de groote tevredenheid werd betuigd van alle deel nemers, was alleszins verdiend. Van begin tot eind hebben we genoten. Na tuurlijk heeft het prachtige weer de goede stem ming mede helpen bevorderen, maar voor een overwegend deel was deze toch te danken aan de goede voorbereiding en organisatie van uw excursie. Gedurende den geheelen tocht heeft deze zich gedemonstreerd. Teen we in den vroegen Zaterdagmorgen uit Amsterdam vertrokken, waren we allen vreemd voor elkaar. Doch dat duurde maar heel kort. Elke touringcar had zijn leider, die ons met elkaar in kennis bracht en aldra voelden we ons één familie, die in een allerprettigste verstandhouding koers zette naar Breda, ons eerste rustpunt. De koffie liet zich daar uitstekend smaken en na een half uurtje ging het weer verder, op Brussel aan. Hier werd gedineerd en nadat de inwendige mensch door spijs en drank gesterkt was ging het verder naar Dinant. Onvergetelijk mooi en schilderachtig is daar het vele natuurschoon, dat we te zien kregen. Prachtige panarama's ontlokten herhaaldelijk uitroepen van bewondering. Na een kort oponthoud te Dinant gingen we verder naar Hann voor een bezoek aan de be kende grotten. Het was al duister geworden, toen we den fantastischen tocht beëindigd had- Als het kalf verdronken is, dempt men den put. De liberale wereld, eens fel gebeten op het kleinkind van hare eigen doctrine; gloeiend verontwaardigd in naam der hu maniteit tegen het bolsjewistische Rusland (dat N.B. de brutaliteit had, schatten aan effecten tot waardelooze vodjes papier te maken); thans vcortgezweept door het ideaal „geld verdienen"; is wel in een eigenaardige positie geraakt. Een positie, door rasechte Marxisten omschreven als „het ten troon helpen van het Bolsjewisme ten koste van de geldverdienende kapita listen zelf." Er was te verdienen door koopen van het dumpende Rusland, al moest dat gaan ten koste van de nationale welvaart. Nu die welvaart steeds meer en meer verflauwt, wordt gretig uitgezien naar een kans, om geld te verdienen door verkoopen aan het zelfde Rusland. Men spreekt in dit verband van een middel van eminent belang, dat onze wel vaart moet helpen, op de been te komen. We waren al goede klanten van Rusland, Rusland moet nu ook een goede klant van ons worden. Maar.... er is een maartje aan.... is dat verkoopen aan Rusland wel geoorloofd volgens het geweten van den handelaar (industriëel) De ZeerEerwaarde adviseur van de A. R. K. W. V., om advies gevraagd, heeft zijn licht opgestoken bij een vijftal moralisten van professie, en een conclusie geformu leerd, waarvan de moraaltheologische zijde o. i. mede wordt gedekt door het gezag van Prümmer (Pars I Tract. II Cap. II art. 2). Inzooverre is ze onaanvechtbaar. Kort geresumeerd komt het advies hier op neer (en het D. B. van genoemde veree- niging kwam tot de conclusie, dat dit ad vies met gerust hart mocht worden gevolgd (Msb. 10 Sept. Ochtendblad tweede blad). Een oorzaak met dubbel gevolg, één goed en één kwaad, mag omwille van het goed gesteld worden, mits le de daad zelf goed zij; 2e het goede effect tenminste even on middellijk uit de gestelde oorzaak volge als het kwade; 3e het goede gevolg alleen ge ïntendeerd worde en het kwade gepermit teerd; 4e er verhouding besta tusschen het goede en kwade effect, en wel in dien zin, dat de balans naar het goede overslaat, dat er een redelijke verhouding besta. We laten als theologisch-filosofische kwestie in het midden, of er op de punten 2 en 3 niets aan te merken zou vallen, met name of het goede effect niet onmiddellij ker volgen moet en of men het kwade wel niet-intendeeren kan. Ons bezwaar geldt het eerste punt, ten opzichte waarvan we in het advies t. a. p lezen: „Aan dezen eisch wordt hier klaar blijkelijk voldaan; handel in zich is iets onverschilligs en wordt alleen door de omstandigheden kwaad, b. v. door oneer lijkheid, bedrog." De kwestie is n. o. m. deze: „Is er aan den handel van willekeurig welk land met Rusland niet zooveel kwaad (door om standigheden eraan) verbonden, dat deze nooit gebruikt mag worden als een mid del om de welvaart van dat land weer op de been te brengen?" Wat is handel? In den grond van de zaak: ruil van goederen en/of diensten tegen andere goederen en/of diensten, (geld, dat beschikkingsmacht is over ruil- verkeersobjecten, inbegrepen). Wanneer we de ruilobjecten die Rusland aan te bieden heeft, bekijken door den kleurloozen bril van een naar het Evange lie gericht geweten, dan zien we ze overto- gen met een waas van nauwelijks uitge- wischt bloed, menschenbloed. De rose libe rale bril ziet die tint niet; daarom weet de liberaal misschien niet, dat er men schenbloed aan kleeft. Handel drijven met Rusland is: dat land dwingen of uitnoodigen, of hoe men het euphemistisch wil zeggen, tot het verschaf fen van méér ruilobjecten; graan, dat aan verhongerende boeren ontstolen wordt; speelgoed en snuisterijen, gemaakt op het rhythme van de zweepslagen van de Solo- vetsky-beulen; en verkocht tegen een prijs, die ze geschikt maakt als prachtige toe giftartikelen om een kwijnend debiet met het verfoeilijke cadeaustelsel erbovenop te werken (of om een ander eronder te wer ken!) Men zegge niet: Rusland kan ook in geld betalen; pecunia non olet, dat is waar, maar meer valt er ook niet tot verdediging aan te voeren. Leggen we nu aan een moralist de kwestie voor: „mag ik goederen koopen, waarvan ik weet dat ze van diefstal af komstig zijn? Mag ik aan iemand verkoo pen, terwijl ik weet, dat hij me met gesto len geld zal betalen, ja zelfs eerst een dief stal of moord moet plegen, om aan het geld te komen? Ik wilde alleen op die manier maar een boterham voor mijn gezin verdie nen Wat zal het antwoord zijn? We vragen aan denzelfden moralist: „Mag ik iemand geld geven, terwijl ik ze ker weet, dat hij er een bom voor gaat koopen om een kerk in de lucht te laten vliegen?" Wat is van Rusland koopen anders, dan geld geven om de atheistische gruwelen nog overvloediger te bedrijven? Daar zit de fout: eerst is er gekocht; dat had van den beginne af niet moeten gebeu ren; maar nu het kalf verdronken is enz.; nu de eerste fout begaan is zoekt men naar een middel om den put te dempen; een middel dat al even erg is; wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt, omdat het niets anders is dan een continuatie van de fout, begaan in eersten aanleg. Handel met Rusland is een daad, die om de omstandigheden zeer zeker kwaad genoemd moet worden. En derhalve onder iederen vorm te verbieden. En derhalve zou het veel beter zijn, dat er vanuit onze kringen een energieke reactie uitging, gericht op een totaal onderdrukken van den handel met Rusland, en dat de A.R.K.W.V. tot waarachtig heil harer leden óók eens onder de oogen zag, wat zij met haar grooten invloed in dezen kan doen. Niet zéggen, als de conclusie van het ad vies onder punt c), dat we toch maar mee moeten doen, omdat anderen zich anders verzadigen zullen. Maar twee dingen doen: niet koopen, en allen die nog een geweten bezitten aansporen tot onthouding van alle commerciëele betrekkingen met een land als Rusland. Het zou meer weerklank vin den, dan men misschien verwacht.... Is dat kortzichtige politiek? Het tegen deel zou eerder kans hebben. Kost het misschien offers? Waarschijnlijk zelfs. Is handelen met Rusland mammonisme? Vrij zeker. Maar zijn er nog Katholieken? Ja, dat lijdt geen enkelen twijfel. En een kind der Katholieke Kerk kent bij ondervinding de taktiek van zijn Moeder: politiek „op lan gen termijn": alles vergaat, de Kerk blijft. Een Katholiek kent offers, is blij, ze te mo gen brengen. Een Katholiek verafschuwt het dienen van den Mammon. Dit is geen gevraagd advies; het is maar een opinie; mijnentwege een hersenschim; maar iets wat voortkomt uit den grond van het hart. En ook, misschien is er een kern van waarheid in te vinden. Dr. Th. K. Merkelbeek, 13 Sept. 1933. den. We verlangden naar ons hotel, waar het souper ons wachtte. Maar voor het bezoek aan de grotten hebben we graag een wat verlaat souper overgehad! En het uitstekende logies deed alle vermoeienissen vergeten. Na de H. Mis en ontbijt vertrokken we den volgenden ochtend naar Beauraing. Wij waren daar reeds te ongeveer half tien. Ondanks dit vroege uur waren al vele menschen in den tuin aanwezig. Voor de plek der verschijningen baden we een rozenhoedje en bij de grot offerden we kaar sen. Bijna een uur hebben we in dentuin door gebracht. Op het openluchtaltaar voor het Pen sionaat werd een H. Mis opgedragen. Al grooter en grooter werd de stroom be zoekers. Het nadrukkelijke verzoek van onzen '.eider om bij elkander te blijven was zeker niet overbodig. Onze insignes en de rood-wit-blau- we band der leiders maakten het echter niet zoo moeilijk het verband te bewaren. Na het bezoek aan den tuin werd gelegen heid gegeven tot het koopen van souvenirs, waarna via Dinant en Namen de tocht naar Brussel werd aanvaard. Onderweg werd enkele malen gestopt om van een extra mooi plekje foto's te kunnen maken. Het diner in Brussel was goed verzorgd en de stemming onder de deelnemers was zeer op gewekt. Men converseerde met elkaar, of het oude bekenden waren. De tocht van Brussel naar Breda verliep re gelmatig, uitgezonderd een klein ongelukje in Antwerpen, waar een der touringcars een lekken band kreeg. Dit was echter in een kwartier weer verholpen. In hotel Cosmopolite in Breda werd weer op gestoken en werden we voorzien van goed-be- legde broodjes. Onder zang en scherts werd vandaar naar Utrecht gereden, waar de eerste deelnemers ons reeds verlieten. Toen verder naar Amsterdam, waar we nog een kwartier voor tijd op het eindpunt arri veerden. Uiterst voldaan over al het genotene, dat dank zij de goede zorgen van den onver- moeiden heer Brugman en zijn leiders ons zooveel méér heeft geboden dan wij meenden te mogen verwachten. Hulde aan directie en leiding! Een volgenden keer ga ik vast wéér mee! Naar men weet was dé afdeeling Den Haag van de Communistische Partij Holland voorne mens op Dinsdag 19 September, ter gelegenheid van de opening der Staten-Generaal, weer een demonstratie te organiseeren. De burgemeester heeft evenwel, naar de „Rott." bericht, op een desbetreffend verzoek afwijzend beschikt. De chauffeur Wessel Roozendaal, wiens oude moeder, zooals gemeld, Donderdagmiddag bij het auto-ongeval op den weg tusschen Giekerk en Zwartewegsend in de vlammen omkwam, is in den afgeloopen nacht in het ziekenhuis r,e Leeuwarden aan de bekomen zware verwondin gen overleden. Naar het „Ned. Weekblad voor Kruideniers waren" met zekerheid zegt te vernemen, kan spoedig een crisisheffing op oliën en vetten worden tegemoetgezien. De hoegrootheid dezer heffing is nog niet bekend. Alleen kan het blad mededeelen, dat het geen doel heeft voorraden van deze artikelen op te doen, daar ook deze onder de heffing zullen vallen en op ontduiking door niet aangeven van voorraden strenge straf fen zullen worden gesteld. Het blad verneemt tevens met vrij groote ze kerheid, dat met ingang van 1 October een crisisheffing op suiker is te verwachten. Het bedrag ligt vermoedelijk tusschen 5 en 7 gulden per 100 K.G. Evenals bij vroegere regelingen zullen voor raden tot 500 K.G. van navordering worden vrijgesteld. Wat deze laatste heffing betreft verwezen wij naar hetgeen wij verleden week Maandag daar omtrent meldden. Omdat de heffing, teneinde een bietenprijs van 11 mogelijk te maken, 14 a 16 millioen zal moeten opbrengen berekenden wij, dat zij ruim 7 gulden per 100 K.G. zal moeten bedra gen. In „Het Volk" had een zekere heer Albert In een ingezonden stukje twijfel geopperd aan het onpolitieke karakter van „De Graal" (een en ander in verband met het uniformverbod). Nu zal een zekere m'nheer v- d. L. in het zelfde blad echter eens onomstoqtelijk komen bewijzen, dat „De Graal" wel degelijk een politiek karakter heeft. Hij verzekert, dat de twijfel var. den heer Alberts sinds II. Zaterdag opgeheven is, „want diegenen welke goed geluisterd hebben naar de z nledige liedjes welke de defileerenden zongen, hebben kunnen hooren dat de Graal-meisjes het afgezaagde: „Weg met de socialen, leve Willemien" zongen. Dit is toch wel een bewijs van „bepaald staat kundig streven" in uniform." Ziehier een infame beschuldiging, welke be zwaarlijk anders dan als een leugen gequalifi- ceerd kan worden. Alle eerlijke oorgetuigen zullen moeten ver klaren, dat het verouderde, minderwaardige straatliedje door géén Graalmeisjes gezongen is; de Graal heeft bij het défilé nota bene, hee. lemó&l niet gezongen! Wij dagen den anoniemen v. d. L. uit met bewijzen en getuigen te komen om zijn bewe ring waar te maken. Het kan zijn, dat hij zich op onbetrouw baar gezag van derden vergist, maar dan zal het toch zijn plicht zijn, de beleedigende bewe ring terug te nemen en excuus aan te bieden. Daaruit zal blijken, of hij een man Is met eergevoel, ja dan neen! De vleeschkeuringsdienst te Rotterdam gaat met kracht voort in zijn strijd tegen de valsche vleeschkeuringsstempels en de frauduleuze slachtingen, die een belangrijk nadeel beteeke- nen voor de schatkist van gemeente en rijk maar bovendien een groot gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Ook al zijn de straffen, die tegen de bedrij vers van dit kwaad worden uitgesproken, niet hoog en beteekent b.v. een boete van f 100, waartoe onlangs een van hen werd veroordeeld, niet veel en kan een dergelijke straf door hen ten hoogste worden beschouwd als een tegen valler, die het bedrijf nu eenmaal meebrengt. Donderdag 7 September is in een der straten van Rotterdam weer een partij vleesch aange houden, voorzien van een goedkeuringsstempel uit Nijkerk. aldus vertelt de „N. Rott. Crt.". Hoe wel dadelijk dit stempel verdacht voorkwam, heeft men het met opzet laten doorgaan, het vleesch voorzien van een goedkeuringsmerk van het Rotterdamsche slachthuis en aan den eige naar teruggegeven. Alleen is er proces-verbaal opgemaakt wegens verboden invoer in de stad van vleesch uit een andere gemeente, dat niet in Rotterdam was herkeurd. Den volgenden dag werd weer een hoeveelheid vleesch aangehouden, thans bestaande uit een partij varkensvleesch, dat wel een keuringsstem- pel droeg weer uit Nijkerk en acht nieren zonder stempel. Onderzoek, door de Rotterdam sche recherche verricht, wees in de richting van Ouwerkerk aan den IJsel, waar ambtenaren van den Rotterdamschen Vleeschkeuringsdienst en van de Rotterdamsche politie, bijgestaan door ambtenaren van den Vleeschkeuringsdienst te Ouwerkerk en den loco-burgemeester, na een minitieuze huiszoeking in de woning van N. S. achter een gesloten deur een frauduleuze slacht- Dlaats vonden, waarin een aantal geslachte var kens, voorzien van het stempel Nijkerk en een heele slagersinventaris. De woning van S. ligt in het open veld, ver van de bebouwde kom, aan een afgesloten weg, ze grenst aan de achterzijde aan het water. Ze is dus een ideale inrichting voor dergelijke prac- tijken. Verdere huiszoeking bracht aan het licht 2 valsche stempels, een van Nijkerk en een van Schiedam. S. is door de politie meegenomen en in het hoofdbureau van politie te Rotterdam opge sloten. Daar bevonden zich reeds een van de vervoerders van het frauduleus ingevoerde vleesch en ook de man, die verdacht wordt van de levering van de valsche stempels. Nadat de mannen, als verdacht van oplich ting, eenige dagen voor het onderzoek zijn vast gehouden, zijn ze voor den rechter-commissaris geleid, die hen op vrije voeten heeft gesteld. De aangehoudenen zullen worden vervolgd op grond van artikel 219 van het W. van S. dat 'n maximumstraf van 2 jaar stelt op het gebruik van valsche stempelmerken. Naar we nog vernemen wordt het heele land op het oogenblik overstroomd door valsch ge stempeld en frauduleus geslacht vleesch. Vooral varkensvleesch, waarop door de Crisis-Varkens- wet een zoete winst is te maken. Er wordt dan ook gewoon met valsche stem pels bij de slagers en grossiers aan de deur ge leurd. Tegen een vooruitbetaling van f 60 wordt een stempel geleverd van welke gemeente men maar wil. Het is te verwachten, dat als straks de rund veecentrale haar werk begint, ook met het rund- vleesch op deze wijze geknoeid zal worden. Al leen is daarbij door het schatmerk en 't geleide- biljet het geknoei moeilijker. Eischte men deze waarborgen ook voor varkensvleesch, dan ware de controle een stuk gemakkelijker. De onbewaakte overweg heeft Donderdag avond weder een ernstig ongeluk ten gevolge gehad. Een 25-jarige schippersknecht uit Gou derak, die den overweg aan den Veeneweg bij Rotterdam wilde oversteken, werd onverwachts door een goederentrein gegrepen en meege sleurd. Toen hij tenslotte op den spoorweg neerviel, werd hem een voet afgereden. In zeer emstigen toestand moest de man naar het Zie kenhuis aan den Bergweg worden overgebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5