DE GOUDSCHAT VAN VISBY Jtd vetfiaal van den dag a GEROOFDE SCHA TTEN OP DEN BODEM DER ZEE SPEK Het huisje VRIJDAG 15 SEPTEMBER y zullen de vetste koe der O os i zee melken en ons meester ma ken van de goudkist der Gothlandsche kramers De bergingspogingen JAREN LANG LAST YAN DUIZELIGHEID Door slechte spijsvertering Sprinkhanenzwerm van 5 K.M. lang Juweelenvervalschers Met bommen naar den zeebodem Om een oude bron mokkel in ver doo vende middelen Roesten van metalen Bridge een Turksch spel? De eerste volkstelling in Australië AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL HET GEVAL LEAVENWORTH DOOR ANNA K. GREEN "lil 6. Bij een bezoek aan het nationaal museum van Stockholm viel schrijver dezes een sbhilderij op, waarvoor tal van menschen stonden. Het was het bekende schilderij van Hellquist „Waldemar Atterdag brandschat Visby." Een historische schilderij, dat een epi sode geeft, welke zich 600 jaren geleden afge speeld heeft. Toch bezit juist dit schilderij, het geen ook de bezoekers van het museum wisten, een bijzonder actueele beteekenis, want het heeft kortgeleden een ondernemend zakenman tot een onderzoek van den zeebodem bij het eiland Gothland aangespoord. Dit ervoer ik eerst uit de gesprekken der menschen, die het kleurige schilderij bewon derden. De voorgeschiedenis der expeditie, die in zekere mate het gesprek van den dag in ge heel Zweden vormt, is de volgende: Door het schilderij werd een jong Zweedsch ingenieur opmerkzaam gemaakt op de avontuurlijke ge schiedenis van het eiland Gothland, het zee- rooversnest in de Oostzee. Oude kronieken be vatten talrijke mededeelingen over het wissel vallige lot der bewoners van Visby. Nog tegen woordig gelooven de eilandbewoners, dat niet ver van de kust een goudschat in de diepte der zee ligt verborgen. Deze goudschat moet ook kostbare juweelen bevatten, o.a. twee reus achtige karbonkels, die in een raam van de Nikolai-lterk ingelijst waren. Men ziet thans twee gapende gaten op de plaats, waar de be roemde karbonkels geschitterd hebben ter- wille van de traditie heeft men de kostbare edelsteenen niet vervangen. Het was de Deen- sche koning Waldemar Atterdag, die Visby grondig uitplunderde. De bewoners van het eiland waren eens in de middeleeuwen de schrik der Oostzeekusten. Met hun kleine schepen voeren zij geen ongeluk vreezend bij weer en wind op de zee. Reeds bij het zien der Vis- byer schepen sidderden de kustbewoners, want zij wisten, dat hun huizen verbrand, hun heb ben en houden geroofd en zij zelf gevangen ge nomen zouden worden. De Gothlanders be dreigden zelfs het trotsche en machtige Deen- Bche rijk. De Deensche koning Waldemar At terdag besloot eindelijk aan de zelfstandigheid v?in Gothland een eind te maken en de „pa rel van de Oostzee", zooals men het rijke Visby noemde, te vernietigen. Op een schoonen lentedag van 1361 verklaar de de koning: „Wij zullen de vetste koe der Oostzee melken en ons meester maken van de goudkist der Gothlandsche kramers." Den 20sten Juni van hetzelfde jaar verliet een ster ke Deensche vloot de haven van Helsingör. Eenige dagen later lag de vloot voor Visby. Tweehonderd lansknechten gingen het eerst aan land en overweldigden het leger der Vis- byers, dat zich in de ommuurde stad terugtrok. De Visbyer kroniek vertelt verder, dat de ko ning een groote man was, met blauwe oogen, bruin haar en een donker gelaatskleur. Hij reed op een Andalusischen hengst en droeg een flu- weelen baret met het gelukaanbrengende kruis van den heiligen Andreas. De koning over nachtte in een boerenwoning en beval voor den Volgenden dag den aanval op Visby. Een vreeselijke slag vond dan voor de poorten plaats; 1800 dappere krijgers verdedigden met onbeschrijfelijken moed de vesting. Zij vielen tot op den laatsten man en werden in een ge meenschappelijk graf begrven. Dit massagraf is eerst eenige jaren geleden ontdekt. Op de plaats van de verschrikkelijke worsteling heeft men een gedenkteeken opgericht, het z.g. Wal- demar-kruis. Den 27sten Juli was de tegenstand van Visby gebroken en de koning, die van effectvolle ensceneeringen hield, koos voor zijn intocht een bijzondere sensatie uit. In den loop van den nacht moesten de overwonnenen de muren afbreken en plaats maken voor den intocht der overwinnaars. De koning wilde n.l. niet door de poort rijden, maar door dezen eigenaardigen intocht zijn overwinning van de, als onneem baar geldende, stad Visby symboliseeren XJet hoogtepunt van alles speelde zich op het markt plein af. Hier liet de koning de drie grootste biertonnen opstellen, die in de stad te vinden waren. Op zijn bevel moesten nu de biertonnen met goud en juweelen tot aan den rand gevuld worden. Het schilderij van Hellquist geeft dit dramatische oogenblik weer. Tot einde Augus tus bleven de in een overwinningsroes ver- keerende Denen in Visby om de stad verder uti te plunderen. Eerst toen er niets meer te halen viel, gaf de koning bevel tot den terugtocht Den 28sten Augustus werd de schat aan boord ge bracht en de vloot stak in zee. Plotseling kwam een vreeselijk onweder opzetten. De vloot stiet in den donkeren nacht te pletter op de klip pen van Gothland en de geroofde schatten zonken naar den bodem der zee. Deze bijna legendarische overlevering nu be woog een modern zakenman om met een New- Yorker vriend een naamlooze vennootschap te stichten tot berging van de Visbyer goudschat ten. Het grootste deel der aandeelen werd m Zweden zelf geplaatst. Voor het bergingswerk heeft men een ingenieur gevonden, die reeds meermalen aan een dergelijk werk heeft deel genomen en zijn sporen in dit opzicht heeft verdiend. Het werk zal ten Z.O. van de Goth- landkust beginnen. Het geheele eiland Gothland wacht koorts achtig op de groote sensatie. Er wordt met de nieuwste middelen gewerkt, met electrische duikerklokken en spoedig zal het blijken of de oude kroniek van Visby gelijk heeft gehad en of de legendarische schat werkelijk op den zee bodem rust. Hoe het ook is, de geschiedenis van deze expeditie is wel heel ongewoon en be wijst dat romantiek en moderne zakelijkheid nu en dan uitstekend zijn te vereenigen. In drie weken totaal veranderd „Voordat ik Kruschen nam," schrijft een vrouw, „voelde ik mij steeds duizelig en op geblazen door hardlijvigheid; ik werd er zoo ze nuwachtig onder, dat 't minste of geringste me hinderde. Ik heb er geen woorden voor U te zeggen hoe blij ik ben, dat ik er toe besloot, een proef met Kruschen Salts te nemen. 18 maanden lang heb ik het nu genomen. Ik zou het geen dag willen missen. Het is een prach tig middel voor ieder die geleden heeft zooals ik. Ik voel me nu beter dan ooit te voren. Na dat ik Kruschen Salts drie weken genomen had, was ik 't opgezette gevoel volkomen kwijt Kruschen Salts verhindert ook de te sterke ge wichtstoename ,waar zooveel vrouwen op mid delbaren leeftijd last van hebben. Men voelt zich er zoo gezond en frisch door." Mevr. J. M. Kruschen Salts is als 't ware een natuurrecept om uw lichaam inwendig schoon te houden Het verhindert dat zich in Uw inwendige or ganen afvalstoffen ophoopen die Uw gezond heid bsnadeelen. Het zorgt ervoor, dat frisch bloed door Uw lichaam stroomt en ge U gezond en levenslustig voelt als nooit tevoren. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothe kers en drogisten S, 0.90 en 1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Maatschappij Amsterdam voorkomt. (Adv.) üiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniü De prijzen van de varkens gaan Per kilogram omhoog. Dat dit het varken óók verheft, Behoeft wel geen betoog. Het varlxn, altijd zoo gesmaad, I Komt zoo wat meer in trek, Want waardevol is thans zijn rug I Met fijn doorregen spek! Het varken had genoeg geknord, 1 Daar 't hem niet goed beviel, I Dat hij steeds hoorde van zijn baas Je waarde is nihil! Het wroeten van dit ijv'rig beest, 1 En daarin zit een les z Kreeg zelfs ondanks den crisistijd Een zeer frappant succes. Want prijsverlaging eert je niet, Daarin zit geen muziek. i Je wordt veracht zoowel door boer Als slager en publiek! 1 Maar prijsverhooging brengt respect, Maakt opgeruimd en fier. En daarom krult de varkensstaart Nu voortaan van plezier! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiimiiiiitiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiirc Een reusachtige zwerm, van sprinkhanen, die een lengte van 5 kilometer en een breedte van 3 kilometer had, is kort geleden van Zosloeland gekomen en Natal binnengedrongen. De komst van het sprinkhanenleger was overigens reeds door den leider der sprinkhanenafdeeling van het keizerlijk instituut te Durban aangekon digd. Eenige weken geleden verschenen in het Noorden van Zoeloe'and zwermen, die echter, volgens binnengekomen berichten, in Noorde- lüke richt'ng afgeslagen waren. De opkomende Noordenwind had den grooten zwerm toen ech ter weder Zuidwaarts gedreven. Thans bevinden de sprinkhanen zich in het hartje van de suikerplantages, tachtig kilometer van Durban verwijderd. Toch zouden zij geen groote schade hebben aangericht. Het groote gevaar schui't echter hierin, dat door het legden van eitjes de sprinkhanen het volgend seizoen geweldig zijn vermenigvuldigd. Door de scherpzinnigheid van de leiders der nationale vereeniging van Engelsche pandhuis- bezitters zijn de bedriegerijen van een aantal juweelenvervalschers aan het licht gekomen. Men bleek met een goed georganiseerde bende te doen te hebben, die geheel Engeland on veilig maakte. De chef van de troep is een groothandelaar in juweelen, die met een zoodanige bekwaam heid de echte steenen nabootste, dat zelfs experts zich dikwijls bij den neus lieten nemen. Hij had niet minder dan tien agenten in zijn dienst, die het geheele land doorreisden en waardslooze imitaties naqr de lommerds brachten. In de meeste gevallen beieenden de boeven eerst echte juweelen, die later werden ingelost en vervolgens voor de tweede maal in net pand huis werden afgeleverd. Men begrijpt, dat de intriganten ze inmiddels door imitaties hadden vervangen. Ook vervaardigden ze ringen, die oogenschijnlijk uit platina bestonden In wer kelijkheid waren ze van een legeering gemaakt, die precies op platina leek en met een dun laagje van het kostbare metaal omgeven, zoo dat ze tegen de inwerking van zuren bestand waren. Reeds lang bestond het plan, de „Golden Cate", den ingang van de burcht van San Francisco te overbruggen. Men is thans begon nen met bet fundamenttëringswerk van deze bijna 3000 Meter lange brug. Door een stalen buis worden bommen in den zeebodem gedre ven en tot ontploffing gebracht. De fundamen- teering van de brug heeft echter een zoo gelijk matig mogelijke effen vlakte van den rctsach- tigen zeebodem noodig. Daarom wordt eerst een kleine noeveelheid springstof aangewend, 5 tot 6 meter diep in den rotsbodem wordt een lading van 225 pond tot exp'oisie gebracht. Op groo- tere diepten van 20 tot 40 meter worden booten gebruikt, van waaruit men met machines den rotswand doet springen. Op deze wijze moet 25000 kub. meter rotsgrond worden opgeblazen, gebaggerd en naar diepere deelen der zee wor den vervoerd. Om de bescheiden overblijfselen van een bron, die keizer Bomiliaan in het jaar 96 v. Chr. heeft laten aanleggen en in welker marmer bekken de gladiatoren zich waschten, is een heftigen strijd ontbrand. Archeologen, verdedi gers van het behouden van oud-Romeinsche herinneringen en dichters kunnen zich niet ver trouwd maken met de gedachte, dat de eens beroemde „Meta sudans" van het midden van den weg voor het Colosseum, waar zij den gan- schen tijd heeft gestaan, verwijderd zal worden. Van het monument is slechts een steenen kegel overgebleven. Maar oude munten getuigen nog van haar vroegere schoonheid. De bron had een hoogte van ongeveer 5 M. en droeg aan den top een groote globe uit brons. Tegenwoordig, nadat het geheele district uit den keizertijd, waar zij stond, uitgegraven en geheel vernield is, past deze ruïne niet meer in de omgeving. Een archeologische ccmmissie, die met het on derzoek in deze belast is, zal thans rapport uit brengen. Mussolini zal de eindbeslissing nemen, wat er met de oud-Romeinsche bron zal ge schieden. In het plaatsje Guemlek heeft de Turksche politie een groote hoeveelheid verdoovende mid delen in beslag genomen. In totaal werd meer dan twee ton hasjish gevonden. De politie ontdekte eveneens de fabriek waar dit verdoovende middel werd vervaardigd, ter wijl tevens aan het licht kwam, dat deze fa briek voor export werkte. Een aantal personen werd gearresteerd. Mevr. Pendelton nam haar blaker van hetven> diners, soirées, schitterende bruiloften, toen buffet en zette dien op een tafeltje in de de zoons en dochters trouwden. Hij was er op vestibule Zij hield niet van het harde Se^d het mooiste huis in Cedar Valley te be- electrische licht op haar slaapkamer en had zitten- never een kaars Dan nam zij een sjaal van den °p zekeren dag was Jimmy stout geweest en kleerhanger, sloeg die om de schouders en had z^n vader hem tot straf een diepe kast yng naar de achterdeur van het groote huis in de eetzaal opgesloten. De jongen had het door den architect, die het huis had °ebouwd' slot geforceerd en toen hij uit de kast kwam, genoemdde ingang voor het personeel? i bad al bet Porcelein en kristal, dat op een Zij was moe en terneergeslagen. zooals zii buffet st°nd, eraf gesmeten. Op het lawaai was daar langs de laan liep, die heelemaal naar de vader aan k°men loopen, hij had het kind achter in den tuin voerde, waar een huist* SekastÜ<J met het eerste, wat Hem in de hand stond uitzicht gevende op denkweg. Dat huisje veeSrt?<,°°r J°hl\ gebouwd' toen zij trouwden, nu veertijaar geiden. Een rozen^niik was fems hwg^ opgeklommen en stond nu in vollen vin Wrnh vH Ze" gep!ant in de eerste lente men bywellJk- Hlj gaf haar geurige bloe men en elk jaar werd de struik sterker m-er dan zij zelf. Zij had altijd een hekel gehad aan het groote nuis. het huis van welvaart en weelde, ge bouwd toen die mooie, nieuwe Court-Avenue oopende achter hun tuin om, als een symbool was geweest van de plotselinge ontwikkeling van het dorp, dat nu een flinke, welvarende fa brieksstad was geworden. De bescheiden pro- vmciale bank, waarvan haar man eigenaar was was met de stad eegroeid en daardoor ook John's weelde, en.... zijn hardvochtigheid. In het huisje was hij ook niet zachtzinni! weest, maar toen beminde hij haar. Achter in den tuin was het huisje blijven staan, eerst als speelplaats voor de kinderen, toen als werk- en bergplaats. Toen John een I auto kocht, wilde hii er een garage van maken, t maar daartegen had zij zich met alle macht ver'et. En voor het eerst had hij toegegeven. I Nu was haar man gestorven en was zij se- I dert een maand weduwe. Zii koesterde slechts schouders. Het was Juni. maar de nachten wa ge- was gekomen, een slang van de sproeimachine. Van dien dag af konden vader en kind niet meer met elkan der overweg. John meende, dat het karakter van den jongen een zeer strenge opvoeding noodig had en zond hem naar 'n militaire school. Had zij den jongen maar onder haar hoede kunnen houden, er zou wel iets goeds van hem te maken zijn geweest Toen kwam die geschiedenis met den leer- aarHaar man was naar de school gegaan en had daar gehoord dat zijn jongen wegge jaagd was. Goed, dan moest hij maar de wijde wereld in; hij mocht niet thuis komen, eer hij getoond had het groote huis waardig te zijn Het groote huis, de trots van haar man Sedert zwierf Jimmy rond in de wereld, zijn laatste brief aan haar kwam uit Canada. Jimmy, haar lieve krullebol! In het kleine huisje had hij naast haar schoot gespeeld en haar aangezien met dat lieve, lachende snoetje! De oude dame trok haar sjaal dichter om haar een enkelen wensch. dat led'ge. groote huis te verlaten en terug te gaan naar het kleine huis je, om daar de rest van haar leven door te brengen. Maar daar waren de kinderen tegen. „Moe der, wat zouden de menschen daar wel van ze "'"en," protesteerde Amy. „Neen, moeder, dat gaat niet," zei John. de oudste, „dat zou er naar lijken, alsof wij U aan de deur hadd°n gezet." ren kil. Zij moest naar bed gaan. Morgen was het een druke dag, dan moest alles voor John en zijn vrouw gereed gemaakt worden. Zij ging terug naar het groote huis, nam haar blaker, stak de kaars aan liep door de groote lediee kamers, voorbij de schiderijen en beelden, voorbij de buffetten met kostbaar porcelein en kristal. Hoe verheugd was zij geweest, toen haar jonge echtgenoot een pomp voor haar in de Het huis behoorde haar. ook het kleine, zij keuken van het kleine huisje had gemaakt, zoo kon er mee doen. wat zij wilde; maar dien dat ZÜ Piet noodig had het water buiten te gaan avond had John de moeilijkheid opgelost. Na halen het souper was hij met zijn vrouw gekomen Voorbij de muziekzaal, waar zooveel soirées om een en ander te bespreken. Hij wilde haar waren gegeven en zooveel buitenlandsche solis- Het instituut voor metalen te Leningrad heeft na een studie van drie jaren het vraagstuk van de bescherming van ijzer en staal tegen ver roesting tot een oplossing gebracht. Drie ingenieurs hebben een origineel che misch pantser voor metaal uitgevonden, dat bestaat uit een samenstelling van mangaan- ijzer-dibydroorthofosfaat. Dit chemisch pantser, dat het ijzer beschermt tegen verroesten, maakt het onmogelijk vele niet ijzeren metalen door ijzer te vervangen. Het instituut is thans begonnen met een mas sa-productie van dydroorthofosfaat en zal maan delijks hiervan 1200 kilogram produceeren. overtuigen dat haar plan dwaas was. „Maar ik ben oud en zou graag met mijn her inneringen leven." had zij gezerd. „Daar moet u niet aan toegeven, moeder, antwoordde John. „U heeft óns toch!" En toen met een air als iemand die zich opoffert, voegde hij er aan toe: „Als u niet alleen hier wilt wo nen, zuPen mijn vrouw en ik naar hier ver huizen. Wij kunnen het groote huis toch niet onbewoond laten. Vader was er zoo trotsch op." Toen had zij toegestemd. Hoe kon zy hun zesrgen, wat zij inwendig gevoelde? Het groote huis had haar s'echts verdriet ge bracht het had haar kinderen van haar weggetroond. In dat huis had zij haar oudste zien opToeien als een evenbeeld van zijn va der. zoowel innerlijk als uitwendig, met dezelfde vastberadenheid en hardheid van karakter: al tijd hield hij zich bezig met zijn fortuin en zijn positie, voor niets anders had hij belangstelling. Daar was het, dat zij haar oudste dochter op den avond voor haar huwelijk, in de stilte van den nacht zoo hartverscheurend had hooren sn'kken. In de groote kamer aan de voorzijde was haar eerste kleinkind gestorven en de moeder tevens. En in dit groote huis waren al die zorgen om Ji"-itny. den jongste, be^ormn. In het huisje had zij tijd gehad voor haar kinderen, had zij buiten voor de deur met hen in de zon gespeeld, hen helpend, hen leerend om zandtaartjes te maken, waarna zij in de keuken echte koekjes voor hen ging bakken. Jimmy was zeven jaar, toen zij in het groote huis gingen wonen. Hij had een driftig karak ter, maar zij, zijn moeder, kon hem tot bedaren brengen. In het groote huis had zij zooveel te doen, daar was zij niet altijd bij hem. Zy hield twee dienstboden. Haar man wilde partijen ge> ten waren toegejuicht Niets kan halen by de zoete muziek van kin derstemmetjes Zy ging naar haar slaapkamer. Daar stond op een ezel het laatste portret van haar man. Hoe rijker by werd. des te hardvochtiger werd hij. Het groote huis had John van haar weg- geroofd. Hij gaf er meer om dan om haar. Zij ging naar het raam om de luiken te slui ten. In haar bevende hand schudde de blaker en de vlam van de kaars greep de dunne kan ten gordijnen, zy keek er een oogenblik naar, verbysterd, als betooverd; dan zette zy haar blaker neer en holde de trappen af. In het kleine huisje gekomen, verscholen on der den bloeienden rozenstruik, keek zij toe, hoe de vlammen door het oude huis zich ver spreidden. Zy verbee'dde zich, dat haar jonge man, haar John, naast haar zat en daar de kinderen Als hij zou vernemen dat zy weer in het klei ne huisje woonde, zou Jimmy misschien tot haar terugkomen.... Hy hield ook zooveel van het kleine huisje. C. K /kT k EEMó óANOy, DAAR GAAI MIJNHEtRj MACK NAAR Z'M KANTOOR. IK DENK ER NOG ALTIJD AAN, HOE VREEMD HIJ GI5TE- REN OPKEEK.TOEN WE ALt>TWARE TE GEN HEM AANLIEPEN IN DIE BOóóCHEN uDicht bij 't spookhuis. MAAR hij HAD GELIJK, WANT 16 GEEN CE6CHIKTE PLAAT6 VOORMU) OM DAAR ROND TE ZWERVE NJE I WEET NI ET, WAT JE DAAR ZOU KUN NEN overkomen. Vzc MAAR WAAROM ZOU HU ZICH OO BEZORGD MAKEN, OVER WAT ME OVERKOMEN KAN? kj IK HEB EIGENLIJK NIET6 MET 7 HEM TE MAKEN. EN MERKTE JE NIET HOE ERN6TIG HIJ ME WAARSCHUWDE DAT IK VAN DIE PLEK VERWIJDERD MOE6T WEL. HIJ 16 DE EER6TE,DIEN WE ROND HEBBEN ZIEN 6CHARRELEN, BEHALVE DE OUDE 6AM, DIE EEN HALF UUR DAAR VAN DAAN WOONT.f IK ZOU IK WEET NIET WAT WILLEN GEVEN,ALG IK WI6T WATDlEMACKl DAAR UITVOERDE Een Parijsch blad, dat zich met de vraat naar de herkomst van het veelverbreide bridge heeft bezig gehouden, ontving van een Turk- schen lezer de volgende Inlichting: „In onze fa milie wordt al sinds 1839 gebridgd: we hebben zelfs een eigen bridge-traditie. Volgens deze zou een oom van mij. die Nicopu'o heette, na een lang verblijf in Engeland en Rusland een nieuw spel hebben geschapen, dat hij verkreeg door een oud Turksch vermaak met whist te combineeren. Dit spel. het tegenwoordige bridge, werd zeer populair, en waarschijnlijk is het door diplomaten naar het Westen over gebracht. De spelregels van 1869 bleven tot 1910 in gebruik. Daarna brachten de Amerikanen zulke ingrijpende veranderingen aan. dat net spel in zijn tegenwoordigen vorm niet veel meer van het oorspronkelijke wegheeft. Kort geleden is in Melbourne een oorkonde gevonden, die een zekere William Henry Daniel 160 jaren geleden heeft opgesteld en die over de resultaten van de toenmaals gehouden volks telling bericht. We vernemen er uit, dat in 1788 Australië een bevolking van 1030 koppen had; het aantal konynen bedroeg 5. Thans zijn er milliarden konijnen en 6.619.000 inwoners. A II - op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 9/1/5/1 by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door t7Cfï bij een ongeval met O Cfk by verlies van een hand 1 OC oij verlies van een f Cf) by een breuk van f Af) by verlies van 'n US CLDOTlTie S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «JÏ/1/Ï/»"" verlies van beide armen, beide beenen ol belde oogen doodeiy ken afloop# een voet of een oog# X luim of wysvlnger I *J If. been of arm# tf l/« anderen vinger „Dat streepje vuil bij een van de kamers doet .et hem. Het afschieten van een kogel laat al- tyd vuil achter. De man die dezen kogel heeft afgeschoten, herinnerde zich dat en heeft den loop schoongemaakt, maar hy vergat de trom mel." De coroner verzocht den agent, te vertellen waar het nachtkastje stond, en hoever het van fle schrijftafel in de studeerkamer verwyderd was. „De schryftafel en het nachtkastje bevinden zich niet in dezelfde kamer. Om van het nacht kastje naar de studeerkamer te gaan, moet men de slaapkamer van mijnheer Leavenworth dwars doorgaan en het gangetje volgen, dat de kamers scheidt en „Een oogenblik. Hoe is de stand van het Nachtkastje ten opzichte van de deur, die van 8e slaapkamer naar de hall voert?" „Men kan door die deur binnenkomen, langs het bed gaan tot aan het nachtkastje, het pis tool nemen en tot in het midden van het gan getje loopen, zonder gezien te worden door Iemand die zich in de studeerkamer bevindt." De coroner bedankte den bediende van Bohn en Harwell werd weer voorgeroepen. De secre taris stond met duidelijken tegenzin op. Klaar- blykelyk had de vorige verklaring een van zyn theoriën vernietigd of een hinderlijke verden king versterkt. „Mynheer Harwei," begon de coroner, „men heeft ons gesproken over een revolver, die myn heer Leavenworth in zyn bezit zou hebbsn en, na gezocht te hebben, hebben wij haar gevon den. Kende u het bestaan van dit wapen?" „Ja, mijnheer." „Kenden de andere personen van het huis het eveneens?" „Dat schynt zoo." „Waarom? Had mijnheer Leavenworth de ge woonte, het te laten slingeren?" ,Dat weet ik nietMaar ik kan u wel zeg gen hoe ik weet, dat hij een revolver bezat."-, „Heel goed, ga uw gang." .„Op zekeren dag spraken wy over vuurwa pens. Ik houd er veel van. Dat zei ik hem eens en toen stond hy op, ging r aar de la van zijn nachtkastje, haalde de revolver er uit en toonde u-y het wapen." „Is dat lang geleden?" „Een paar maanden, denk ik." „Is dat de eenige gelegenheid, waarby u het "ez:en hebt?" „Neen, mijnheer," antwoordde de secretaris kreeg een kleur. .Wanneer hebt u het dan nog meer gezien?" „Ongeveer drie weken geleden." „Onder welke omstandigheden?" De secretaris boog het hoofd; hij leek zicht- iaar in de war. Hy vouwde de handen en van Dnder zyn half gesloten oogleden, wierp hy een 7yna smeekenden blik op den coroner. „Myne heeren," zei hy na een korte aarze ling, ,zoudt u my het antwoord niet willen schenken?" „Dat is onmogelyk," antwoordde de coroner. „Ik zou den naam van een vrouw moeten noe men," drong Harwell aan. „Het spijt ons erg," vervolgde de coroner. „Die naam is?" De jonge man wendde zich vlug tot hem; op dat moment, vroeg ik my af, hoe ik had kunnen vinden, dat hy een alledaagsch uiterlyk had. „Die van Eleonore Leavenworth," riep hy uit Iedereen schrok op, behalve Gryce; de detec tive scheen in beslag genomen te zyn door het bekijken van zyn vingertoppen. Harwell vervolg de: „Het Is zonder twyfel weinig ridderiyk, wanneer wy haar naam in deze discussie men gen." Maar daar de coroner aanhield, ging hy voort op den toon van iemand die zichzelf geweld aandoet; „Ongeveer drie weken geleden, kwam ik op een ongewoon uur de studeerkamer binnen. Toen ik naar den schoorsteen liep om er een zakmes te halen, dat ik 's ochtends vergeten had, hoorde ik een geluid in de aangrenzende kamer. Ik dacht dat mynheer Leavenworth en de dames uit waren en nam dus de vrijheid, te gaan kyken wie daar was. Hoe groot was myn verbazing, toen ik juffrouw Eleonore aan het hoofdeinde van het bed van haar oom zag staan, met de revolver in de hand. Ik was verlegen over mijn onbescheidenheid en probeerde op de teenen weg te gaan; maar juffrouw Eleonore had my gezien. Zij riep mij en vroeg mij of ik haar de werking van het wa pen wilde uitleggen." „Wat bedoelt u daarmee?" „Ik leerde haar hoe men die revolver laadt en afschiet." Deze verklaring vervulde de aanwezigen met ontzetting. De coroner zelf slaagde er nauweiyks in, zyn opwinding te verbergen. Eindelyk sprak hy: „Mynheer Harwell, hebt u nog iets toe te voegen aan uwe verklaring?" De secretaris schudde mistroostig het hoofd. Ik nam den detective ter zijde en fluisterde: „Mynheer Gryce, stel my gerust, ik smeek het u." Maar hy liet my myn zin niet voleinden. „Be coroner laat de dames Leavenworth ont bieden," fluisterde hy terug. „Indien u tegenover hem uw plicht wilt ver vullen, houdt u dan gereed." en Eleonore Lcavenwortht. Ik stond op en zei, dat ik, als vriend van de familie, een kleine leugen die men mij waarschynlyk niet kwalyk zal nemen, dringend toestemming verzocht om de dames te gaan halen en ze voor den coroner te leiden. Myn verzoek werd toegestaan en ik bevond my in de hall, zonder dat ik wist hoe ik er ge komen was. Mijn gezicht was gloeiend heet en mijn hart klopte luid. Toen fluisterde Gryce: „Derde etage, de eerste deur boven aan de trap. De dames verwachten u." ZESDE HOOFDSTUK Een ontdekking Nadat ik op den overloop van de trap den noodigen tyd gerust had om tot kalmte te ko men, was ik juist van plan om op de deur te kloppen, toen ik binnen in de kamer een stem de volgende verschrikkelijke woorden hoorde zeggen „Ik beschuldig jou niet persoonlyk, hoewel ik niet weet, wie de misdaad dan wel begaan zou hebben. Maar in het diepst van mijn hart be schuldig ik je geest en je wil; en het is goed dat je dit weet." Ik beefde over al mijn leden en ik stopte mijn ooren dicht, toen ik plotseling voelde, dat men my op den schouder tikte. Ik draaide mij om. Achter mij stond Gryce. zyn vinger op de lip pen; hij leek zeer in de war. „Kom" fluisterde hy, .herstel u. Denk er aan, dat men beneden op ons wacht." „Wie sprak daar?" „Dat zullen wy wel zien." Hij klopte en opende de deur, zonder acht te slaan op myn smeekenden blik. In een diepen stoel, half opgericht, met de houding van iemand, die juist een scherpe vermaning heeft uitgesproken, zat een buitengewoon schoone vrouw. Zij was blond en had een prachtige teint. Zy droeg een crème japon, die haar goed figuur op 't voordeeligst deed uitkomen; zij leek een godin, met haar Grieksehe trekken en haar prachtig gouden haar. zy richtte zich op met een trotsch gebaar, steunde met gebalde vuist op den arm van den fauteuil en wees met de andere hand ergens naar. Haar verschyning was zoo wonderbaarlyk, zoo bedwelmend, zoo buiten gewoon dat de verrassing my bijna te machtig werd. Ik vroeg my af, of ik my in de tegenwoor digheid bevond van een vrouw of van een go din, uit de oudheid opgeroepen om door één krachtig gebaar de verontwaardiging van heel het beleedigde vrouwelijke geslacht uit te druk ken. „Dat is Mary Leavenworth," fluisterde Gryce my in het oor. O, dit was Mary Leavenworth. Ik slaakte een zucht van verlichting. Dit mooie wezen was dus niet Eleonore, die de revolver had leeren laden en aanleggen. Ik draaide my om en keek in de dichting die zij aanduidde. Maar ik ben niet by machte te beschryven wat ik toen zag; er is een andere pen noodig om Eleonore Leavenworth ie beschrijven. Ik zou tevergeefs myn best doen om de fyne gratie, de volmaaktheid van figuur en gelaatstrekken te schetsen, die de bewondering afdwongen van een ieder die met Eleonore Leavenworth in aanraking kwam. Zy deed oogenblikkelyk de minder sprekende schoon heid van haar nicht uit myn herinnering ver dwijnen; voor my bestond alleen nog maar Eleonore, alleen Eleonore, voor nu en altijd. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9