DE GOUDSCHAT VAN VISBY
Jtd vetfiaal van den dag
a
GEROOFDE SCHA TTEN OP
DEN BODEM DER ZEE
SPEK
Het huisje
VRIJDAG 15 SEPTEMBER
y zullen de vetste koe der O os i
zee melken en ons meester ma
ken van de goudkist der
Gothlandsche kramers
De bergingspogingen
JAREN LANG LAST YAN
DUIZELIGHEID
Door slechte spijsvertering
Sprinkhanenzwerm van
5 K.M. lang
Juweelenvervalschers
Met bommen naar den
zeebodem
Om een oude bron
mokkel in ver doo vende
middelen
Roesten van metalen
Bridge een Turksch
spel?
De eerste volkstelling in
Australië
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
HET GEVAL
LEAVENWORTH
DOOR ANNA K. GREEN
"lil 6.
Bij een bezoek aan het nationaal museum
van Stockholm viel schrijver dezes een
sbhilderij op, waarvoor tal van menschen
stonden. Het was het bekende schilderij van
Hellquist „Waldemar Atterdag brandschat
Visby." Een historische schilderij, dat een epi
sode geeft, welke zich 600 jaren geleden afge
speeld heeft. Toch bezit juist dit schilderij, het
geen ook de bezoekers van het museum wisten,
een bijzonder actueele beteekenis, want het
heeft kortgeleden een ondernemend zakenman
tot een onderzoek van den zeebodem bij het
eiland Gothland aangespoord.
Dit ervoer ik eerst uit de gesprekken der
menschen, die het kleurige schilderij bewon
derden. De voorgeschiedenis der expeditie, die
in zekere mate het gesprek van den dag in ge
heel Zweden vormt, is de volgende: Door het
schilderij werd een jong Zweedsch ingenieur
opmerkzaam gemaakt op de avontuurlijke ge
schiedenis van het eiland Gothland, het zee-
rooversnest in de Oostzee. Oude kronieken be
vatten talrijke mededeelingen over het wissel
vallige lot der bewoners van Visby. Nog tegen
woordig gelooven de eilandbewoners, dat niet
ver van de kust een goudschat in de diepte der
zee ligt verborgen. Deze goudschat moet ook
kostbare juweelen bevatten, o.a. twee reus
achtige karbonkels, die in een raam van de
Nikolai-lterk ingelijst waren. Men ziet thans
twee gapende gaten op de plaats, waar de be
roemde karbonkels geschitterd hebben ter-
wille van de traditie heeft men de kostbare
edelsteenen niet vervangen. Het was de Deen-
sche koning Waldemar Atterdag, die Visby
grondig uitplunderde. De bewoners van het
eiland waren eens in de middeleeuwen de schrik
der Oostzeekusten. Met hun kleine schepen
voeren zij geen ongeluk vreezend bij weer
en wind op de zee. Reeds bij het zien der Vis-
byer schepen sidderden de kustbewoners, want
zij wisten, dat hun huizen verbrand, hun heb
ben en houden geroofd en zij zelf gevangen ge
nomen zouden worden. De Gothlanders be
dreigden zelfs het trotsche en machtige Deen-
Bche rijk. De Deensche koning Waldemar At
terdag besloot eindelijk aan de zelfstandigheid
v?in Gothland een eind te maken en de „pa
rel van de Oostzee", zooals men het rijke Visby
noemde, te vernietigen.
Op een schoonen lentedag van 1361 verklaar
de de koning: „Wij zullen de vetste koe der
Oostzee melken en ons meester maken van
de goudkist der Gothlandsche kramers." Den
20sten Juni van hetzelfde jaar verliet een ster
ke Deensche vloot de haven van Helsingör.
Eenige dagen later lag de vloot voor Visby.
Tweehonderd lansknechten gingen het eerst
aan land en overweldigden het leger der Vis-
byers, dat zich in de ommuurde stad terugtrok.
De Visbyer kroniek vertelt verder, dat de ko
ning een groote man was, met blauwe oogen,
bruin haar en een donker gelaatskleur. Hij reed
op een Andalusischen hengst en droeg een flu-
weelen baret met het gelukaanbrengende kruis
van den heiligen Andreas. De koning over
nachtte in een boerenwoning en beval voor den
Volgenden dag den aanval op Visby.
Een vreeselijke slag vond dan voor de poorten
plaats; 1800 dappere krijgers verdedigden met
onbeschrijfelijken moed de vesting. Zij vielen
tot op den laatsten man en werden in een ge
meenschappelijk graf begrven. Dit massagraf
is eerst eenige jaren geleden ontdekt. Op de
plaats van de verschrikkelijke worsteling heeft
men een gedenkteeken opgericht, het z.g. Wal-
demar-kruis.
Den 27sten Juli was de tegenstand van Visby
gebroken en de koning, die van effectvolle
ensceneeringen hield, koos voor zijn intocht
een bijzondere sensatie uit. In den loop van
den nacht moesten de overwonnenen de muren
afbreken en plaats maken voor den intocht der
overwinnaars. De koning wilde n.l. niet door
de poort rijden, maar door dezen eigenaardigen
intocht zijn overwinning van de, als onneem
baar geldende, stad Visby symboliseeren XJet
hoogtepunt van alles speelde zich op het markt
plein af. Hier liet de koning de drie grootste
biertonnen opstellen, die in de stad te vinden
waren. Op zijn bevel moesten nu de biertonnen
met goud en juweelen tot aan den rand gevuld
worden. Het schilderij van Hellquist geeft dit
dramatische oogenblik weer. Tot einde Augus
tus bleven de in een overwinningsroes ver-
keerende Denen in Visby om de stad verder uti
te plunderen. Eerst toen er niets meer te halen
viel, gaf de koning bevel tot den terugtocht Den
28sten Augustus werd de schat aan boord ge
bracht en de vloot stak in zee. Plotseling kwam
een vreeselijk onweder opzetten. De vloot stiet
in den donkeren nacht te pletter op de klip
pen van Gothland en de geroofde schatten
zonken naar den bodem der zee.
Deze bijna legendarische overlevering nu be
woog een modern zakenman om met een New-
Yorker vriend een naamlooze vennootschap te
stichten tot berging van de Visbyer goudschat
ten. Het grootste deel der aandeelen werd m
Zweden zelf geplaatst. Voor het bergingswerk
heeft men een ingenieur gevonden, die reeds
meermalen aan een dergelijk werk heeft deel
genomen en zijn sporen in dit opzicht heeft
verdiend. Het werk zal ten Z.O. van de Goth-
landkust beginnen.
Het geheele eiland Gothland wacht koorts
achtig op de groote sensatie. Er wordt met de
nieuwste middelen gewerkt, met electrische
duikerklokken en spoedig zal het blijken of de
oude kroniek van Visby gelijk heeft gehad en
of de legendarische schat werkelijk op den zee
bodem rust. Hoe het ook is, de geschiedenis
van deze expeditie is wel heel ongewoon en be
wijst dat romantiek en moderne zakelijkheid
nu en dan uitstekend zijn te vereenigen.
In drie weken totaal veranderd
„Voordat ik Kruschen nam," schrijft een
vrouw, „voelde ik mij steeds duizelig en op
geblazen door hardlijvigheid; ik werd er zoo ze
nuwachtig onder, dat 't minste of geringste me
hinderde. Ik heb er geen woorden voor U te
zeggen hoe blij ik ben, dat ik er toe besloot,
een proef met Kruschen Salts te nemen. 18
maanden lang heb ik het nu genomen. Ik zou
het geen dag willen missen. Het is een prach
tig middel voor ieder die geleden heeft zooals
ik. Ik voel me nu beter dan ooit te voren. Na
dat ik Kruschen Salts drie weken genomen
had, was ik 't opgezette gevoel volkomen kwijt
Kruschen Salts verhindert ook de te sterke ge
wichtstoename ,waar zooveel vrouwen op mid
delbaren leeftijd last van hebben. Men voelt
zich er zoo gezond en frisch door." Mevr. J. M.
Kruschen Salts is als 't ware een natuurrecept
om uw lichaam inwendig schoon te houden
Het verhindert dat zich in Uw inwendige or
ganen afvalstoffen ophoopen die Uw gezond
heid bsnadeelen. Het zorgt ervoor, dat frisch
bloed door Uw lichaam stroomt en ge U gezond
en levenslustig voelt als nooit tevoren. Kruschen
Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothe
kers en drogisten S, 0.90 en 1.60 per flacon.
Stralende gezondheid voor één cent per dag.
Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel
als op de buitenverpakking de naam Rowntree
Handels Maatschappij Amsterdam voorkomt.
(Adv.)
üiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniü
De prijzen van de varkens gaan
Per kilogram omhoog.
Dat dit het varken óók verheft,
Behoeft wel geen betoog.
Het varlxn, altijd zoo gesmaad, I
Komt zoo wat meer in trek,
Want waardevol is thans zijn rug I
Met fijn doorregen spek!
Het varken had genoeg geknord, 1
Daar 't hem niet goed beviel, I
Dat hij steeds hoorde van zijn baas
Je waarde is nihil!
Het wroeten van dit ijv'rig beest,
1 En daarin zit een les
z Kreeg zelfs ondanks den crisistijd
Een zeer frappant succes.
Want prijsverlaging eert je niet,
Daarin zit geen muziek. i
Je wordt veracht zoowel door boer
Als slager en publiek!
1 Maar prijsverhooging brengt respect,
Maakt opgeruimd en fier.
En daarom krult de varkensstaart
Nu voortaan van plezier!
MARTIN BERDEN
1 (Nadruk verboden)
üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiimiiiiitiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiirc
Een reusachtige zwerm, van sprinkhanen, die
een lengte van 5 kilometer en een breedte van
3 kilometer had, is kort geleden van Zosloeland
gekomen en Natal binnengedrongen. De komst
van het sprinkhanenleger was overigens reeds
door den leider der sprinkhanenafdeeling van
het keizerlijk instituut te Durban aangekon
digd. Eenige weken geleden verschenen in het
Noorden van Zoeloe'and zwermen, die echter,
volgens binnengekomen berichten, in Noorde-
lüke richt'ng afgeslagen waren. De opkomende
Noordenwind had den grooten zwerm toen ech
ter weder Zuidwaarts gedreven. Thans bevinden
de sprinkhanen zich in het hartje van de
suikerplantages, tachtig kilometer van Durban
verwijderd. Toch zouden zij geen groote schade
hebben aangericht. Het groote gevaar schui't
echter hierin, dat door het legden van eitjes
de sprinkhanen het volgend seizoen geweldig
zijn vermenigvuldigd.
Door de scherpzinnigheid van de leiders der
nationale vereeniging van Engelsche pandhuis-
bezitters zijn de bedriegerijen van een aantal
juweelenvervalschers aan het licht gekomen.
Men bleek met een goed georganiseerde bende
te doen te hebben, die geheel Engeland on
veilig maakte.
De chef van de troep is een groothandelaar
in juweelen, die met een zoodanige bekwaam
heid de echte steenen nabootste, dat zelfs experts
zich dikwijls bij den neus lieten nemen. Hij had
niet minder dan tien agenten in zijn dienst, die
het geheele land doorreisden en waardslooze
imitaties naqr de lommerds brachten. In de
meeste gevallen beieenden de boeven eerst
echte juweelen, die later werden ingelost en
vervolgens voor de tweede maal in net pand
huis werden afgeleverd. Men begrijpt, dat de
intriganten ze inmiddels door imitaties hadden
vervangen. Ook vervaardigden ze ringen, die
oogenschijnlijk uit platina bestonden In wer
kelijkheid waren ze van een legeering gemaakt,
die precies op platina leek en met een dun
laagje van het kostbare metaal omgeven, zoo
dat ze tegen de inwerking van zuren bestand
waren.
Reeds lang bestond het plan, de „Golden
Cate", den ingang van de burcht van San
Francisco te overbruggen. Men is thans begon
nen met bet fundamenttëringswerk van deze
bijna 3000 Meter lange brug. Door een stalen
buis worden bommen in den zeebodem gedre
ven en tot ontploffing gebracht. De fundamen-
teering van de brug heeft echter een zoo gelijk
matig mogelijke effen vlakte van den rctsach-
tigen zeebodem noodig. Daarom wordt eerst een
kleine noeveelheid springstof aangewend, 5 tot
6 meter diep in den rotsbodem wordt een lading
van 225 pond tot exp'oisie gebracht. Op groo-
tere diepten van 20 tot 40 meter worden booten
gebruikt, van waaruit men met machines den
rotswand doet springen. Op deze wijze moet
25000 kub. meter rotsgrond worden opgeblazen,
gebaggerd en naar diepere deelen der zee wor
den vervoerd.
Om de bescheiden overblijfselen van een bron,
die keizer Bomiliaan in het jaar 96 v. Chr.
heeft laten aanleggen en in welker marmer
bekken de gladiatoren zich waschten, is een
heftigen strijd ontbrand. Archeologen, verdedi
gers van het behouden van oud-Romeinsche
herinneringen en dichters kunnen zich niet ver
trouwd maken met de gedachte, dat de eens
beroemde „Meta sudans" van het midden van
den weg voor het Colosseum, waar zij den gan-
schen tijd heeft gestaan, verwijderd zal worden.
Van het monument is slechts een steenen kegel
overgebleven. Maar oude munten getuigen nog
van haar vroegere schoonheid. De bron had een
hoogte van ongeveer 5 M. en droeg aan den
top een groote globe uit brons. Tegenwoordig,
nadat het geheele district uit den keizertijd,
waar zij stond, uitgegraven en geheel vernield
is, past deze ruïne niet meer in de omgeving.
Een archeologische ccmmissie, die met het on
derzoek in deze belast is, zal thans rapport uit
brengen. Mussolini zal de eindbeslissing nemen,
wat er met de oud-Romeinsche bron zal ge
schieden.
In het plaatsje Guemlek heeft de Turksche
politie een groote hoeveelheid verdoovende mid
delen in beslag genomen. In totaal werd meer
dan twee ton hasjish gevonden.
De politie ontdekte eveneens de fabriek waar
dit verdoovende middel werd vervaardigd, ter
wijl tevens aan het licht kwam, dat deze fa
briek voor export werkte.
Een aantal personen werd gearresteerd.
Mevr. Pendelton nam haar blaker van hetven> diners, soirées, schitterende bruiloften, toen
buffet en zette dien op een tafeltje in de de zoons en dochters trouwden. Hij was er op
vestibule Zij hield niet van het harde Se^d het mooiste huis in Cedar Valley te be-
electrische licht op haar slaapkamer en had zitten-
never een kaars Dan nam zij een sjaal van den °p zekeren dag was Jimmy stout geweest en
kleerhanger, sloeg die om de schouders en had z^n vader hem tot straf een diepe kast
yng naar de achterdeur van het groote huis in de eetzaal opgesloten. De jongen had het
door den architect, die het huis had °ebouwd' slot geforceerd en toen hij uit de kast kwam,
genoemdde ingang voor het personeel? i bad al bet Porcelein en kristal, dat op een
Zij was moe en terneergeslagen. zooals zii buffet st°nd, eraf gesmeten. Op het lawaai was
daar langs de laan liep, die heelemaal naar de vader aan k°men loopen, hij had het kind
achter in den tuin voerde, waar een huist* SekastÜ<J met het eerste, wat Hem in de hand
stond uitzicht gevende op denkweg. Dat huisje
veeSrt?<,°°r J°hl\ gebouwd' toen zij trouwden, nu
veertijaar geiden. Een rozen^niik was fems
hwg^ opgeklommen en stond nu in vollen
vin Wrnh vH Ze" gep!ant in de eerste lente
men bywellJk- Hlj gaf haar geurige bloe
men en elk jaar werd de struik sterker
m-er dan zij zelf.
Zij had altijd een hekel gehad aan het groote
nuis. het huis van welvaart en weelde, ge
bouwd toen die mooie, nieuwe Court-Avenue
oopende achter hun tuin om, als een symbool
was geweest van de plotselinge ontwikkeling
van het dorp, dat nu een flinke, welvarende fa
brieksstad was geworden. De bescheiden pro-
vmciale bank, waarvan haar man eigenaar was
was met de stad eegroeid en daardoor ook John's
weelde, en.... zijn hardvochtigheid.
In het huisje was hij ook niet zachtzinni!
weest, maar toen beminde hij haar.
Achter in den tuin was het huisje blijven
staan, eerst als speelplaats voor de kinderen,
toen als werk- en bergplaats. Toen John een I
auto kocht, wilde hii er een garage van maken, t
maar daartegen had zij zich met alle macht
ver'et. En voor het eerst had hij toegegeven. I
Nu was haar man gestorven en was zij se- I
dert een maand weduwe. Zii koesterde slechts schouders. Het was Juni. maar de nachten wa
ge-
was gekomen, een slang van de sproeimachine.
Van dien dag af konden vader en kind niet
meer met elkan
der overweg. John
meende, dat het
karakter van den
jongen een zeer
strenge opvoeding
noodig had en
zond hem naar 'n
militaire school.
Had zij den jongen maar onder haar hoede
kunnen houden, er zou wel iets goeds van hem
te maken zijn geweest
Toen kwam die geschiedenis met den leer-
aarHaar man was naar de school gegaan
en had daar gehoord dat zijn jongen wegge
jaagd was. Goed, dan moest hij maar de wijde
wereld in; hij mocht niet thuis komen, eer hij
getoond had het groote huis waardig te zijn
Het groote huis, de trots van haar man
Sedert zwierf Jimmy rond in de wereld, zijn
laatste brief aan haar kwam uit Canada.
Jimmy, haar lieve krullebol! In het kleine
huisje had hij naast haar schoot gespeeld en
haar aangezien met dat lieve, lachende snoetje!
De oude dame trok haar sjaal dichter om haar
een enkelen wensch. dat led'ge. groote huis te
verlaten en terug te gaan naar het kleine huis
je, om daar de rest van haar leven door te
brengen.
Maar daar waren de kinderen tegen. „Moe
der, wat zouden de menschen daar wel van
ze "'"en," protesteerde Amy.
„Neen, moeder, dat gaat niet," zei John. de
oudste, „dat zou er naar lijken, alsof wij U aan
de deur hadd°n gezet."
ren kil. Zij moest naar bed gaan. Morgen was
het een druke dag, dan moest alles voor John
en zijn vrouw gereed gemaakt worden.
Zij ging terug naar het groote huis, nam haar
blaker, stak de kaars aan liep door de groote
lediee kamers, voorbij de schiderijen en beelden,
voorbij de buffetten met kostbaar porcelein en
kristal.
Hoe verheugd was zij geweest, toen haar
jonge echtgenoot een pomp voor haar in de
Het huis behoorde haar. ook het kleine, zij keuken van het kleine huisje had gemaakt, zoo
kon er mee doen. wat zij wilde; maar dien dat ZÜ Piet noodig had het water buiten te gaan
avond had John de moeilijkheid opgelost. Na halen
het souper was hij met zijn vrouw gekomen Voorbij de muziekzaal, waar zooveel soirées
om een en ander te bespreken. Hij wilde haar waren gegeven en zooveel buitenlandsche solis-
Het instituut voor metalen te Leningrad heeft
na een studie van drie jaren het vraagstuk van
de bescherming van ijzer en staal tegen ver
roesting tot een oplossing gebracht.
Drie ingenieurs hebben een origineel che
misch pantser voor metaal uitgevonden, dat
bestaat uit een samenstelling van mangaan-
ijzer-dibydroorthofosfaat.
Dit chemisch pantser, dat het ijzer beschermt
tegen verroesten, maakt het onmogelijk vele
niet ijzeren metalen door ijzer te vervangen.
Het instituut is thans begonnen met een mas
sa-productie van dydroorthofosfaat en zal maan
delijks hiervan 1200 kilogram produceeren.
overtuigen dat haar plan dwaas was.
„Maar ik ben oud en zou graag met mijn her
inneringen leven." had zij gezerd.
„Daar moet u niet aan toegeven, moeder,
antwoordde John. „U heeft óns toch!" En toen
met een air als iemand die zich opoffert, voegde
hij er aan toe: „Als u niet alleen hier wilt wo
nen, zuPen mijn vrouw en ik naar hier ver
huizen. Wij kunnen het groote huis toch niet
onbewoond laten. Vader was er zoo trotsch op."
Toen had zij toegestemd. Hoe kon zy hun
zesrgen, wat zij inwendig gevoelde?
Het groote huis had haar s'echts verdriet ge
bracht het had haar kinderen van haar
weggetroond. In dat huis had zij haar oudste
zien opToeien als een evenbeeld van zijn va
der. zoowel innerlijk als uitwendig, met dezelfde
vastberadenheid en hardheid van karakter: al
tijd hield hij zich bezig met zijn fortuin en zijn
positie, voor niets anders had hij belangstelling.
Daar was het, dat zij haar oudste dochter op
den avond voor haar huwelijk, in de stilte van
den nacht zoo hartverscheurend had hooren
sn'kken.
In de groote kamer aan de voorzijde was haar
eerste kleinkind gestorven en de moeder tevens.
En in dit groote huis waren al die zorgen om
Ji"-itny. den jongste, be^ormn.
In het huisje had zij tijd gehad voor haar
kinderen, had zij buiten voor de deur met hen
in de zon gespeeld, hen helpend, hen leerend
om zandtaartjes te maken, waarna zij in de
keuken echte koekjes voor hen ging bakken.
Jimmy was zeven jaar, toen zij in het groote
huis gingen wonen. Hij had een driftig karak
ter, maar zij, zijn moeder, kon hem tot bedaren
brengen. In het groote huis had zij zooveel te
doen, daar was zij niet altijd bij hem. Zy hield
twee dienstboden. Haar man wilde partijen ge>
ten waren toegejuicht
Niets kan halen by de zoete muziek van kin
derstemmetjes
Zy ging naar haar slaapkamer. Daar stond
op een ezel het laatste portret van haar man.
Hoe rijker by werd. des te hardvochtiger werd
hij. Het groote huis had John van haar weg-
geroofd. Hij gaf er meer om dan om haar.
Zij ging naar het raam om de luiken te slui
ten. In haar bevende hand schudde de blaker
en de vlam van de kaars greep de dunne kan
ten gordijnen, zy keek er een oogenblik naar,
verbysterd, als betooverd; dan zette zy haar
blaker neer en holde de trappen af.
In het kleine huisje gekomen, verscholen on
der den bloeienden rozenstruik, keek zij toe,
hoe de vlammen door het oude huis zich ver
spreidden. Zy verbee'dde zich, dat haar jonge
man, haar John, naast haar zat en daar
de kinderen
Als hij zou vernemen dat zy weer in het klei
ne huisje woonde, zou Jimmy misschien tot haar
terugkomen.... Hy hield ook zooveel van het
kleine huisje. C. K
/kT k EEMó óANOy, DAAR GAAI MIJNHEtRj
MACK NAAR Z'M KANTOOR. IK DENK ER
NOG ALTIJD AAN, HOE VREEMD HIJ GI5TE-
REN OPKEEK.TOEN WE ALt>TWARE TE
GEN HEM AANLIEPEN IN DIE BOóóCHEN
uDicht bij 't spookhuis.
MAAR hij HAD GELIJK, WANT
16 GEEN CE6CHIKTE PLAAT6 VOORMU)
OM DAAR ROND TE ZWERVE NJE I
WEET NI ET, WAT JE DAAR ZOU KUN
NEN overkomen.
Vzc
MAAR WAAROM ZOU HU ZICH
OO BEZORGD MAKEN, OVER
WAT ME OVERKOMEN KAN?
kj IK HEB EIGENLIJK NIET6 MET
7 HEM TE MAKEN. EN MERKTE
JE NIET HOE ERN6TIG HIJ ME
WAARSCHUWDE DAT IK VAN DIE
PLEK VERWIJDERD MOE6T
WEL. HIJ 16 DE EER6TE,DIEN WE
ROND HEBBEN ZIEN 6CHARRELEN,
BEHALVE DE OUDE 6AM, DIE EEN
HALF UUR DAAR VAN DAAN WOONT.f
IK ZOU IK WEET NIET WAT WILLEN
GEVEN,ALG IK WI6T WATDlEMACKl
DAAR UITVOERDE
Een Parijsch blad, dat zich met de vraat
naar de herkomst van het veelverbreide bridge
heeft bezig gehouden, ontving van een Turk-
schen lezer de volgende Inlichting: „In onze fa
milie wordt al sinds 1839 gebridgd: we hebben
zelfs een eigen bridge-traditie. Volgens deze
zou een oom van mij. die Nicopu'o heette, na
een lang verblijf in Engeland en Rusland een
nieuw spel hebben geschapen, dat hij verkreeg
door een oud Turksch vermaak met whist te
combineeren. Dit spel. het tegenwoordige
bridge, werd zeer populair, en waarschijnlijk
is het door diplomaten naar het Westen over
gebracht. De spelregels van 1869 bleven tot 1910
in gebruik. Daarna brachten de Amerikanen
zulke ingrijpende veranderingen aan. dat net
spel in zijn tegenwoordigen vorm niet veel meer
van het oorspronkelijke wegheeft.
Kort geleden is in Melbourne een oorkonde
gevonden, die een zekere William Henry Daniel
160 jaren geleden heeft opgesteld en die over
de resultaten van de toenmaals gehouden volks
telling bericht. We vernemen er uit, dat in 1788
Australië een bevolking van 1030 koppen had;
het aantal konynen bedroeg 5. Thans zijn er
milliarden konijnen en 6.619.000 inwoners.
A II - op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 9/1/5/1 by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door t7Cfï bij een ongeval met O Cfk by verlies van een hand 1 OC oij verlies van een f Cf) by een breuk van f Af) by verlies van 'n
US CLDOTlTie S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «JÏ/1/Ï/»"" verlies van beide armen, beide beenen ol belde oogen doodeiy ken afloop# een voet of een oog# X luim of wysvlnger I *J If. been of arm# tf l/« anderen vinger
„Dat streepje vuil bij een van de kamers doet
.et hem. Het afschieten van een kogel laat al-
tyd vuil achter. De man die dezen kogel heeft
afgeschoten, herinnerde zich dat en heeft den
loop schoongemaakt, maar hy vergat de trom
mel."
De coroner verzocht den agent, te vertellen
waar het nachtkastje stond, en hoever het van
fle schrijftafel in de studeerkamer verwyderd
was.
„De schryftafel en het nachtkastje bevinden
zich niet in dezelfde kamer. Om van het nacht
kastje naar de studeerkamer te gaan, moet men
de slaapkamer van mijnheer Leavenworth dwars
doorgaan en het gangetje volgen, dat de kamers
scheidt en
„Een oogenblik. Hoe is de stand van het
Nachtkastje ten opzichte van de deur, die van
8e slaapkamer naar de hall voert?"
„Men kan door die deur binnenkomen, langs
het bed gaan tot aan het nachtkastje, het pis
tool nemen en tot in het midden van het gan
getje loopen, zonder gezien te worden door
Iemand die zich in de studeerkamer bevindt."
De coroner bedankte den bediende van Bohn
en Harwell werd weer voorgeroepen. De secre
taris stond met duidelijken tegenzin op. Klaar-
blykelyk had de vorige verklaring een van zyn
theoriën vernietigd of een hinderlijke verden
king versterkt.
„Mynheer Harwei," begon de coroner, „men
heeft ons gesproken over een revolver, die myn
heer Leavenworth in zyn bezit zou hebbsn en,
na gezocht te hebben, hebben wij haar gevon
den. Kende u het bestaan van dit wapen?"
„Ja, mijnheer."
„Kenden de andere personen van het huis het
eveneens?"
„Dat schynt zoo."
„Waarom? Had mijnheer Leavenworth de ge
woonte, het te laten slingeren?"
,Dat weet ik nietMaar ik kan u wel zeg
gen hoe ik weet, dat hij een revolver bezat."-,
„Heel goed, ga uw gang."
.„Op zekeren dag spraken wy over vuurwa
pens. Ik houd er veel van. Dat zei ik hem eens
en toen stond hy op, ging r aar de la van zijn
nachtkastje, haalde de revolver er uit en toonde
u-y het wapen."
„Is dat lang geleden?"
„Een paar maanden, denk ik."
„Is dat de eenige gelegenheid, waarby u het
"ez:en hebt?"
„Neen, mijnheer," antwoordde de secretaris
kreeg een kleur.
.Wanneer hebt u het dan nog meer gezien?"
„Ongeveer drie weken geleden."
„Onder welke omstandigheden?"
De secretaris boog het hoofd; hij leek zicht-
iaar in de war. Hy vouwde de handen en van
Dnder zyn half gesloten oogleden, wierp hy een
7yna smeekenden blik op den coroner.
„Myne heeren," zei hy na een korte aarze
ling, ,zoudt u my het antwoord niet willen
schenken?"
„Dat is onmogelyk," antwoordde de coroner.
„Ik zou den naam van een vrouw moeten noe
men," drong Harwell aan.
„Het spijt ons erg," vervolgde de coroner. „Die
naam is?"
De jonge man wendde zich vlug tot hem; op
dat moment, vroeg ik my af, hoe ik had kunnen
vinden, dat hy een alledaagsch uiterlyk had.
„Die van Eleonore Leavenworth," riep hy uit
Iedereen schrok op, behalve Gryce; de detec
tive scheen in beslag genomen te zyn door het
bekijken van zyn vingertoppen. Harwell vervolg
de: „Het Is zonder twyfel weinig ridderiyk,
wanneer wy haar naam in deze discussie men
gen."
Maar daar de coroner aanhield, ging hy voort
op den toon van iemand die zichzelf geweld
aandoet;
„Ongeveer drie weken geleden, kwam ik op
een ongewoon uur de studeerkamer binnen.
Toen ik naar den schoorsteen liep om er een
zakmes te halen, dat ik 's ochtends vergeten
had, hoorde ik een geluid in de aangrenzende
kamer. Ik dacht dat mynheer Leavenworth en
de dames uit waren en nam dus de vrijheid,
te gaan kyken wie daar was. Hoe groot was
myn verbazing, toen ik juffrouw Eleonore aan
het hoofdeinde van het bed van haar oom zag
staan, met de revolver in de hand.
Ik was verlegen over mijn onbescheidenheid
en probeerde op de teenen weg te gaan; maar
juffrouw Eleonore had my gezien. Zij riep mij
en vroeg mij of ik haar de werking van het wa
pen wilde uitleggen."
„Wat bedoelt u daarmee?"
„Ik leerde haar hoe men die revolver laadt en
afschiet."
Deze verklaring vervulde de aanwezigen met
ontzetting. De coroner zelf slaagde er nauweiyks
in, zyn opwinding te verbergen. Eindelyk sprak
hy:
„Mynheer Harwell, hebt u nog iets toe te
voegen aan uwe verklaring?"
De secretaris schudde mistroostig het hoofd.
Ik nam den detective ter zijde en fluisterde:
„Mynheer Gryce, stel my gerust, ik smeek
het u."
Maar hy liet my myn zin niet voleinden.
„Be coroner laat de dames Leavenworth ont
bieden," fluisterde hy terug.
„Indien u tegenover hem uw plicht wilt ver
vullen, houdt u dan gereed."
en Eleonore Lcavenwortht. Ik stond op en zei,
dat ik, als vriend van de familie, een kleine
leugen die men mij waarschynlyk niet kwalyk
zal nemen, dringend toestemming verzocht om
de dames te gaan halen en ze voor den coroner
te leiden.
Myn verzoek werd toegestaan en ik bevond
my in de hall, zonder dat ik wist hoe ik er ge
komen was. Mijn gezicht was gloeiend heet en
mijn hart klopte luid. Toen fluisterde Gryce:
„Derde etage, de eerste deur boven aan de trap.
De dames verwachten u."
ZESDE HOOFDSTUK
Een ontdekking
Nadat ik op den overloop van de trap den
noodigen tyd gerust had om tot kalmte te ko
men, was ik juist van plan om op de deur te
kloppen, toen ik binnen in de kamer een stem
de volgende verschrikkelijke woorden hoorde
zeggen
„Ik beschuldig jou niet persoonlyk, hoewel ik
niet weet, wie de misdaad dan wel begaan zou
hebben. Maar in het diepst van mijn hart be
schuldig ik je geest en je wil; en het is goed
dat je dit weet."
Ik beefde over al mijn leden en ik stopte mijn
ooren dicht, toen ik plotseling voelde, dat men
my op den schouder tikte. Ik draaide mij om.
Achter mij stond Gryce. zyn vinger op de lip
pen; hij leek zeer in de war.
„Kom" fluisterde hy, .herstel u. Denk er
aan, dat men beneden op ons wacht."
„Wie sprak daar?"
„Dat zullen wy wel zien."
Hij klopte en opende de deur, zonder acht te
slaan op myn smeekenden blik. In een diepen
stoel, half opgericht, met de houding van
iemand, die juist een scherpe vermaning heeft
uitgesproken, zat een buitengewoon schoone
vrouw. Zij was blond en had een prachtige teint.
Zy droeg een crème japon, die haar goed figuur
op 't voordeeligst deed uitkomen; zij leek een
godin, met haar Grieksehe trekken en haar
prachtig gouden haar. zy richtte zich op met
een trotsch gebaar, steunde met gebalde vuist
op den arm van den fauteuil en wees met de
andere hand ergens naar. Haar verschyning was
zoo wonderbaarlyk, zoo bedwelmend, zoo buiten
gewoon dat de verrassing my bijna te machtig
werd. Ik vroeg my af, of ik my in de tegenwoor
digheid bevond van een vrouw of van een go
din, uit de oudheid opgeroepen om door één
krachtig gebaar de verontwaardiging van heel
het beleedigde vrouwelijke geslacht uit te druk
ken.
„Dat is Mary Leavenworth," fluisterde Gryce
my in het oor.
O, dit was Mary Leavenworth. Ik slaakte een
zucht van verlichting. Dit mooie wezen was dus
niet Eleonore, die de revolver had leeren laden
en aanleggen. Ik draaide my om en keek in de
dichting die zij aanduidde. Maar ik ben niet by
machte te beschryven wat ik toen zag; er is een
andere pen noodig om Eleonore Leavenworth ie
beschrijven. Ik zou tevergeefs myn best doen om
de fyne gratie, de volmaaktheid van figuur en
gelaatstrekken te schetsen, die de bewondering
afdwongen van een ieder die met Eleonore
Leavenworth in aanraking kwam. Zy deed
oogenblikkelyk de minder sprekende schoon
heid van haar nicht uit myn herinnering ver
dwijnen; voor my bestond alleen nog maar
Eleonore, alleen Eleonore, voor nu en altijd.
(Wordt vervolgd)