De opiumhandel in China
De conversatie die f 2357.76 kostte
ONZE INHEEMSCHE BOOMEN
S:-:; r; -
ARRESTATIES IN SAN-
FRANCISCO
DE GROOTE CENTRALE
DE WILDE KASTANJE
Qe opiumschuivers van Shanghai.
Hoe in één slag twintig mil-
lioen dollars werden
verdiend
De invoer uit Indië
ZZ ZfBBÊÊKKÊÊÊÊKÊÊÊM
liüil
llillii
I
Bloeiende tak van den kleinbloemigen
kastanje (Aesculus parviflora)
DE GELE KASTANJE
te
Bloeiende takken van den gelen kastanje Aesculus flava)
De Venetiaansche
gondels
Radioverbinding tusschen de
vijf werelddeelen
Gevonden documenten
over Columbus
Knoop dit eens stevig in
Uk. Uw oor
'tVerkeervon rechts
gaat altijd vóór!
Een gesprek van 67
minuten
Strijd met een konings
cobra
Tegen het midden der 16e eeuw
uit Azië in West-Europa
ingevoerd
Voor de houtteelt van
geen belang
Kolonisatie in Noord-
Australië
Een nieuw woorden
boek
Dï Amerikaansche nieuwsbureaux meldden
heel in het kort, dat twee broeders, J.
en I. Ecra in San Francisco gearresteerd
zijn en zich voor het gerecht wegens handel in
verboden verdoovende middelen zullen hebben
te verantwoorden. Zij moeten veel geld ver
diend hebben met den handel in morphine en
cocaïne. Bezwarend voor hen is, dat de beide
broeders niet voor de eerste maal wegens dit
Xeit terechtstaan; zij zijn recidivisten.
De handel in verdoovende middelen is een
geheim bedrijf, waarover gaarne in de kranten
het een en ander wordt gemeld, omdat er veel
te onthullen valt en het publiek dergelijke
dingen steeds nieuwsgierig volgt. Men hoopt
iets van donkere opiumkitten te hooren, van
internationale misdadigersbenden. Dat de Ame
rikaansche bladen niettemin weinig over deze
arrestatie hebben medegedeeld, komt slechts,
doordat zij over de persoonlijkheid der gear
resteerden nauwelijks iets wisten. Maar in een
ander deel der wereld heeft hetzelfde bericht
als een bom gewerkt. In Shanghai zijn de
Europeanen niet uitgepraat over het lot der
beide broeders, die men in China's grootste
handelsstad zeer goed kent. In hoeverre zij nog
in den laatsten tijd met Shanghai zaken hebben
bedreven is niet bekend. Uit de Europeesche
kranten van Shanghai verneemt men er wei
nig van, wijl men daar met verschillende dingen
rekening moet houden. Wanneer in het huis
van den gehangene niet over den strop mag
worden gesproken, dan is het in Shanghai ver
boden, personen aan de kaak te stellen, die
met den opiumhandel millionnairs zijn gewor
den. Teveel van de groote vermogens te
Shanghai zijn van dezen oorsprong. Maar nu
en dan valt een blad uit den toon, en zoo
kan men in de China Weekly Review zeer dui
delijke aanwijzingen vinden, welke stof tot
gesprek de Europeanen van Shanghai op het
oogenblik hebben. Ook als niet onmiddellijk van
opiumholen en misdadigerskelders sprake is,
loont het de moeite, het licht te laten vallen
in het half duister van de daar besproken
transacties.
De politiedirectie onthoudt zich gaarne van
alle dwangmaatregelen, als zij tegen den opium-
handel genomen moeten worden, wanneer deze
handel in handen van Engelschen berust. De
politie is immers juist van die families afhan
kelijk, die vroeger van den opiumhandel niet
ver hebben gestaan en zij weet, dat men de
zaken van de Europeesche opdrachtgevers dezer
politie niet hinderen mag. Zoo deed zij ook niets
tegen de firma Ecra, die vele jaren lang onder
de oogen der politiedirectie haar werkzaam
heden verrichtte. De autoriteiten deden zelfs
meer: zij vervolgden en bestraften onder aller
lei voorwendsels die pechvogels of die drieste
ondernemingen, die het waagden met genoemde
firma in concurrentie te treden of de een of
andere zaak voor haar neus wegsnoepten.
Om dit te begrijpen, moet men iets in de
geschiedenis van China terugblikken. Om den
opiumSxndel is zeer veel gestreden. Over dezen
tak van handel zijn geheele bibliotheken ge
publiceerd en talrijke internationale conferen
ties werden gehouden, om aan deze verdoovende
middelen-epidemie van China een einde te
maken. Waarom heeft dat alles zoo weinig
uitgewerkt? In Indië zijn er groote gebieden,
die van den verbouw van den slaapbol leven.
Uit den slaapbol of papaver bereidt men de
opium. Wanneer de Chineezen het verdoovende
gift niet meer gebruiken, verliest de papaver-
kweeker zijn bestaan. Evenzoo vergaat het den
Engelschen handelaar, die opium uit Indië naar
China brengt.
De Anglo-Indische economsiche belangen
bleken in de geschiedenis sterker dan de be
moeiingen der Chineesche autoriteiten hun land
van de opiumzucht te bevrijden. Het kwam tot
een opiumoorlog tusschen China en Groot-Brit-
tanië, die door het verdrag van 1843 beëindigd
werd, waarbij men China dwong, den opium-
Invoer uit Indië toe te staan en daarenboven
Hongkong af te staan, de vijf havens Kanton,
Amoy, Flutschon, Ningpo en Shanghai voor
den buitenlandschen handel te openen, alsmede
een oorlogsschatting van 21 millioen dollars te
i&fjfcBgjf.
x
V - l;
betalen. Een tweede opiumoorlog werd ln 1858
gevoerd en na dezen krijg, die door het verdrag
van Tientsin beëindigd werd, was de opium-
invoer uit Indië een volkomen wettelijke en zelfs
geachte bezigheid.
Maar in 1906 begingen de Chineezen een voor
de machtsverhoudingen in die dagen ongeloo-
felijke daad. Eenige Amerikanen, welker mensch-
lievéndheid nog niet door deelneming aan den
opiumhandel had geleden, hielpen hen, het
wereldgeweten wakker te schudden en een
laatste krachtsinspanning tegen het opiumkwaad
mogelijk te maken. Met Engeland werd een
overeenkomst gesloten, waarbij de invoer van
opium uit Indië werd verboden, als de Chinee
zen van den verbouw van papaver in eigen land
afzagen. Zoowel de buitenlandsche handel ais
de binnenlandsche papaverteelt zouden elk jaar
met een tiende worden verminderd. Dit tien
jarenplan tot afschaffing van de opium werd
in 1907 van kracht; in 1917 moest het doel zijn
bereikt.
Nu is in de geschiedenis van China tijdens
de laatste tien jaren dikwijls gebleken, dat de
macht der Chineesche autoriteiten nog op Chi-
neeschen grond eindigde, waar het buitenland
sche concessiegebied begon. De productie en
verkoop van de opium in het binnenland kon
den worden geregeld, in de concessiegebieden
was niets uit te richten. Niettemin hadden de
Chineezen met hun veldtocht tegen het ver
doovende vergif zichtbaar succes. In 1917 kon
men in het geheele Middenrijk geen papaver-
veld meer vinden. Maar nu mengde zich de
Engelschman Ecra in het spel. Hij stond aan
het hoofd van een opiumonderneming, om zoo
te zeggen een concern van opiumhandelaars,
die handel tusschen Indië en China dreven.
Edward Ecra protesteerde aan het einde van
het tienjarenplan tegen het verdwijnen van den
opiumhandel. Hij beweerde, dat de door hem
vertegenwoordigde landen niet op tijd van den
slottermijn op de hoogte waren gesteld en ver
langde nog een tijdvak van tien maanden om
de voorhanden zijnde hoeveelheden te kunnen
verkoopen. Maar nu was intusschen door het
ophouden van den papaververbouw en door het
invoerverbod de opiumprijs aanzienlijk gestegen.
Ecra's voorraad was dus veel meer waard ge
worden. Dat zag ook de vice-president der Chi
neesche republiek in. Dit was destijds een zekere
Feng Kuo Chong, die met Ecra een overeen
komst sloot, over welker achtergrond nooit vol
ledige klaarheid is gekomen. De Chineesche
regeering nam de opiumvoorraden van Shanghai
over. Ongeveer 3000 kisten met opium werden
door haar aangenomen en daarvoor werd meer
dan 20 millioen betaald. Had de Chineesche
regeering op haar recht gestaan, dan waren de
opiumvoorraden van Shanghai, die immers niet
meer verkocht mochten worden, waardeloos
geworden. De Chineezen schonken dus 20 mil
lioen dollars weg. In het openbaar verzekerde de
vice-president, dat hij de ongunstige overeen
komst onder diplomatischen druk had moeten
aangaan. Dat geloofde evenwel niemand. Ieder
een was overtuigd, dat hij aan de zaak slechts
wilde verdienen. De vice-president had er niet
op gerekend, dat het Chineesche volk de zaak
zoo hoog opnam. Een storm van protesten brak
in het land uit. Overal werden openbare ver
gaderingen gehouden en het kwam tot demon
straties en tenslotte werd de regeering in Peking
gedwongen de daar verworven opiumvoorraden
in het openbaar te verbranden.
Het was Ecra onverschillig. HU had zijn 20
millioen dollar verdiend, hij had daarenboven
nog vele andere millioenen verworven en met
dit geweldig vermogen was hij een van de aan
zienlijkste burgers der internationale conces
sionarissen van Shangha Zijn in 'oed was zoo
groot, dat hij tot voorzitter van den almachti-
gen gemeenteraad werd gekozen. Na zijn dood
erfden zijn beide broeders, die zijn deelgenoo-
ten in alle zaken waren geweest, zijn vermo
gen. Zij trokken naar de Vereenigde Staten en
voorzoover men in Shanghai wist, dreven zij in
de omgeving van San Francisco handel in
bouwterreinen.
Reeds in 1923 vernam men, dat een der
broers weer bij den handel in verdoovende
middelen was betrokken. Men kan zich voor
stellen, welke sensatie het onder de kooplieden
van Shanghai te weeg heeft gebracht, dat de
schatrijke broers op de beklaagdenbank moe
ten plaats nemen....
W.
Al mogen ook de berichten over het uitster
ven van de Venetiaansche gondels door de
oude gondeliers als overdreven sensatienieuws
worden beschouwd, toch zien ook zij met zorg
de toekomst tegemoet, hoe gaarne zij zich ook
troosten met de gedachte, dat Venetië zonder
zijn gondels eenvoudig ondenkbaar is. Maar
het gevaar van het verdwijnen dezer karakte
ristieke booten der Lagunenstad werpt reeds
zijn schaduwen vooruit als men naar de oude
„Squeri" kijkt, zooals de werven genoemd wor
den, waar de gondels worden gebouwd. Negen
tien van de beroemde gondelbouwers van Ve
netië, de Pancera's, Casals, Penso's, Cosmi's en
de Fassi's, die als kunstenaars in hun vak niet
bij de groote vioolbouwers van Cremona ten
achter stonden, hebben reeds hun gondelbouw
moeten stilleggen. Een gondel, die van hen af
komstig was, maakte den bezitter gelukkig en
trotsch.
De eigenaars van zulke particuliere gondels,
die in tegenstelling met de zwart geverfde van
het openbaar verkeer, rijk en kleurig versierd
waren, stelden zij er een eer in, den schoonsten
gondel van Venetië te bezitten. Thans zijn van
de beroemde gondelbouwers slechts twee of drie
overgebleven. De een bouwde tien jaar geleden
nog gemiddeld dertig gondels in het jaar.
Sindsdien echter is de productie gestadig te-
ruggeloopen. In 1932 kon hij nog slechts één
gondel van stapel laten loopen en dit jaar heeft
hij in het geheel nog geen opdracht ontvangen.
Degenen, die tegenwoordig nog een gondel bo
ven een nuchtere motorboot verkiezen, stellen
er zich mee tevreden een oude boot uit de
tweedehand te koopen. Alles bij alles zijn het
voor de gondels en de gondeliers van Venetië
slechte, ja hopelooze tijden.
De o'ude strijd of Christoffel Columbus, de
ontdekker van Amerika, Italiaan of Spanjaard
van geboorte is geweest, schijnt thans door do-
cumentarische getuigenissen een eind te zullen
vinden. De Turijnsche „Stampa" publiceert een
fascimile van een document, dat een geleerde
onder de oude manuscripten van de Vaticaan-
sche bibliotheek gevonden heeft. H-t papier
draagt aan den kop het wapen van Don Fer
dinand en Isabella van Castilië. Het is aan
Columbus gericht en handelt over den erfelij-
ken adelstand van hem en zijn familie Daarbij
wordt over den oorsprong der familie gezegd,
dat zij uit Cogoleto, Quinto en Savono in Li-
gurië stamt. En op een andere plaats heet het:
„In 1492 gedroeg Cristoforo van Cogoleto zich
als een voortreffelijk zeeman en vond nieuwe
landgebieden voor den koning van Spanje Het
noemen van drie Ligurische plaatsen verkiaart
de geleerde volgens zijn navorschmgen daaruit,
dat in Cogoleto zelf Christoffel Columbus in
Quinto zijn grootvader, in Savona zijn voorva
deren geboren waren, allen in ieder geval Ita
lianen. Dit document behoort tot een verza
meling manuscripten, die sinds driehonderd jaar
in het bezit van de Vaticaansche bibliotheek is.
Zij was vroeger het eigendom van koningin
Christina van Zweden en werd door haar aan
Kardinaal Azzolini vermaakt en kwam in 1689
aan het Vaticaan.
Of nu het Ligurische Genua, dat zich beroemt
Columbus' geboorteplaats te zijn of het Ligu
rische Cogoleto gelijk heeft, in elk geval zou
thans het bewijs geleverd zijn, dat Columbus
werkelijk een Italiaan en geen Spanjaard was.
De kamer met de schakelborden in het ver
maarde perceel aan de niet minder be
faamde Winterfeldstraat is een zeer nuch
ter en zakelijk vertrek. Men krijgt aanvankelijk
den indruk, dat men zich in de telefooncentrale
van een groot warenhuis of bankbedrijf bevindt.
Toch worden hier Japan en Brazilië, Siam en
Venezuela verbonden, terwijl iemand in Was
hington met Kopenhagen en Weenen tegelijker
tijd spreekt.
Het lijkt phantastsch, maar zij, die er aan ge
wend zijn, zien er niets bijzonders meer in. De
zaak is even eenvoudig als radio en sprekende
film. Daar gaat b.v. een lichtje aan; het is
Zuid-Amerika, dat met Hongarije in contsct
wenscht te komen. De centrale te Buenos-Aires
wil no. 34105 te Boedapest iets vragen.
Onmiddellijk wordt Boedapest opgebeld, en na
luttele minuten wisselt Senor de M. aan den
La Plata-oever met zijn zakenvriend uit de An-
drassy-ut van gedachten. Korten tijd later
vraagt Soerabaya op Java gehoor. De heer R.
verzoekt hem te verbinden met zijn zaak op het
Leidscheplein te Amsterdam. Terwijl wij onze
verbazing nog niet meester zijn, klinkt een stem
uit Abessinië, die graag enkele woorden zou
-ichten tot een deelhebber aan het Corso Vitto-
rio Emanuel te Milaan.
Via de localiteit in de Winterfeldstraat kan
men direct gesprekken voeren met: Abessinië,
Egypte, Perzië, Siam, Java, Sumatra, Madoera,
Manilla, China, Japan, Rio de Janeiro, Monte
video, Buenos-Aires, Lima, Bogota en Para
guay.
Daarentegen moet men voor Kaapstad, Pre
toria, New-York, San Francisco, de Bermoeda-
eilanden of Hawaii eerst met Engeland worden
verbonden: Dan moet men een minuut langer
wachten.
Wil iemnad, die zich op Sumatra bevindt zich
radio-telefonisch onderhouden met een persoon
op Hawaii, dan wordt de verbinding niet recht
streeks tot stand gebracht maar via Berlijn en
jonden.
In de Winterfeldstraat gaat alles op de mi
nuut. Zoo moet zich bijvoorbeeld over drie mi-
ïuten Rio de Janeiro aanmelden, terwijl tezelf
dertijd een stadje in Silezië voorbereid moet zijn
De employé waarschuwt eerst de Silezische ge
meente. Precies op het juiste moment duikt
Zuid-Amerika op. Niemand anders dan de be
roemde circus-directeur Stosch-Sarrasani roept
zijn typisch „Holla, holla!" Hij bereidt 'n Zuid-
Amerikaansche tournée voor, en confereert lede
ren dag met zijn zoon in Europa.
Zoo zijn er ook abonné's die dagelijks uit
Klein-Azië Australië opbellen, of van Noord-
Afrika naar de Vereenigde Staten telefoneeren.
Geen onbevoegde kan meeluisteren; zoo wer
den we bijvoorbeeld in de gelegenheid gesteld
een gesprek tusschen Zuid-Afrika en Finland
mee te genieten, maar in plaats van verstaan
bare klanken, vernamen we alleen zoemen en
sissen, daarna een geluid, alsof duizend men-
schen in duizend dialecten door elkaar praatten
en vervolgens straatlawaai. Dat is het zooge
naamde „opzettelijke versnipperen" van draad-
looze conversaties. Geen mensch op aarde ver
mag het gesprokene te onderscheppen; alleen
de personen voor wie het bestemd is, verstaan
elkaar duidelijk. Door het genoemde „verscheu
ren" voorkomt men, dat staatsgeheimen en wat
dies meer zij door spionnen worden opgevangen.
Het tarief bedraagt voor het traject Berlijn
Buenos—Aires f 72, voor de eerste drie minu
ten en f 24 voor iedere minuut meer. Hetzelfde
betaalt men als men Manilla opbelt. Het duur
ste gesprek, dat ooit over Berlijn is gevoerd,
werd kort geleden gehouden op initiatief van
Zijne Majesteit den monarch van Siam, een
hoogst modem vorst, die, gezeten in een mak
kelijken stoel binnen de muren van zijn paleis,
zeven en zestig minuten lang de conversatie
gaande hield met zijn gezant te Venezuela. De
vorst ontving een nota van R. M. 3929.60 of
f 2357.76. Siam vereugt zich in een uiterst ac
tief souverein, die b.v. eens tegelijkertijd zijn
ambassadeurs te New-York en te Rio aan het
toestel riep. De zaak werd zoodanig ingericht,
dat de drie heeren elkaar onderling konden
verstaan.
Een Indische boer uit Madras heeft kort
geleden den directeur van den dierentuin te
Trawankur een levenden koningscobra gegeven,
waarmee hij een strijd op leven en dood had
gevoerd. Het dier was bijna vier meter lang
en 20 c.M. dik. Hij liep op een dag in de jungle,
toen hij bijna over iets struikelde, dat hem een
dunnen boomstam leek. Hij bukte zich, maar
op dit oogenblik schoot de slang bliksemsnel
omhoog, en voor de man het wist was zijn
lichaam door het geweldige lijf van den cabra
omstrengeld, welker beet een olifant binnen
drie uur kan dooden. In een onderdeel van een
seconde was het den overvallene echter gelukt
de keel der slang met vasten greep te om
klemmen. Dat redde zijn leven. Meer dan een
uur duurde de strijd. De man liet echter niet
los en eindelijk gelukte het hem de overhand
te krijgen. De slang stierf den dag daarop in
den dierentuin; de huid zal worden bewaard,
daar koningscobra's zeer zeldzaam zijn gewor
den.
Tegen het midden van de 16de eeuw v*erd
de Wilde Kastanje uit het Noorden van
Azië door onzen landgenoot Bousbeque,
die in diénst stond van den Keizer van Duitsch-
land en eenigen tijd gezant was in Constantino-
pel, in West Europa en ook in ons land inge
voerd. Hij behoort tot het geslacht Paardekas-
tanje (Hippocastanum) maar om de gelijkenis
der zaden van deze plant met de vruchten van
de Tamme Kastanje, ontstond de naam „Wilde
Kastanje". Zeer zeker is de Wilde Kastanje een
onzer fraaiste boomen, zoo niet de allerfraaiste,
wanneer hij, reeds vroeg in het voorjaar in vol
len bloei staat. Helaas duurt die bloei slechts
korten tijd. Overigens is er heel wat op de Wilde
Kastanje aan te merken en voor de houtteelt
is de boom van weinig belang.
Wanneer we hem zien in z'n volle voorjaars
pracht, dan zijn we vol bewondering over de
fraaie koepelvormige kroon, die haast al te re
gelmatig gevormd is, over de naar beneden ge
bogen handvormige bladeren en de talrijke
bloemkaarsen, die als het ware een reuzenkan-
delaar vormen. En dan zoo vroeg, wanneer er
aan andere boomen nog weinig te zien is van
een hernieuwd leven en de Accacia er nog als
dood naast staat. Z'n schaduw is dicht aaneen
gesloten en koel maar éénvormig, want de overal
bedekking gevende bladeren laten weinig
schamplichten door. Als laanboom is hij daarom
zeer gewild, veel meer zelfs dan de Linde. Zoo
fraai zien we de Wilde Kastanje echter alleen
in tuinen en parken. Langs wiegen en in weilan
den daarentegen dikwijls in stijve, leelijke vor
men met erg besnoeiden stam of met een kroon
die van onderen door vee is afgevreten.
Minder door hare fraaiheid aan den boom.
dan wel als afgevallen vrucht, stellen we ook
groot belang in de bruine zaden, die, hoewel
voor menschelijk voedsel ongeschikt voor de
jeugd een bron van genot zijn. Waar immers
kastanjeboomen staan, daar zijn in den herfst
steeds troepjes kinderen te vinden, die niet altijd
wachten totdat de kastanjes van zelf van den
boom vallen. Niet zonder gevaar loopt men dan
onder de boomen door, want de ééne steen na
den anderen wordt door de boomen gegooid en
vervolgt niet zelden z'n weg door de ruiten van
nabijstaande huizen. Het is dus niet raadzaam
wilde kastanjeboomen in straten of op pleinen
van steden en dorpen aan te plaatsen. Waar
deze vroeger op zulke plaatsen zijn aangeplant,
zijn ze thans een aantrekkingspunt voor de
jeugd, maar tevens een gevaar voor menigen
rustigen voorbijganger. De raad der gemeente
Apeldoorn heeft dan ook wijs gehandeld, toen
zjj het besluit nam de alleszins fraaie maar
tevens veel last veroorzakende wilde kastanje
boomen, die de Dorpstraat aldaar versierden, te
laten rooien
De Wilde Kastanje kan 14 tot 24 Meter hoog
worden, terwijl de stam eene aanzienlijke
zwaarte bereiken kan. De boom groeit tamelijk
snel, maar behoeft daartoe een goeden, niet ai
te vochtigen grond. Reeds in het eerste jaar
worden zaadplanten dikwijls meerdere voeten
hoog en groeien in vijf jaar tijds tot een boom
van tien voet hoogte. De stam is vrij we rol
rond, nu en dan echter min of meer hoekig en
w"ordt reeds vlak onder de kroon minder zwaar.
Eene voortzetting van dezen is bij onverminkte
boomen tot in den top zichtbaar. De schors van
stam en takken is van jonge boomen licht grijs
met bruine vlammen en puntjes, van oude boo
men bruingrijs of zwartachtig, weinig inge
scheurd maar dikwijls geschubd en bladert deze
dikwijls met hoekige stukjes af, zonder echter
aan den stam nieuwen glans te verleenen, want
de boom bezit geen eigenschappen» die den stam
fraai kunnen maken. Dat mag eveneens gezegd
worden van de takken en van het kale boom
geraamte. Bij goed gegroeide en ongeschonden
boomen vormt de kroon een breede pyramide,
maar boomen met laagstaande takken hebben
haast den vorm van een suikerbrood. Zulke boo
men zijn ter afwisseling fraai en worden veei
gezien, .maar in een park zijn ze toch erg één
vormig. Bij normaal ontwikkelde boomen zijn de
hoofdtakken in vrijwel gelijkmatige dikte over
den stam verdeeld, niet erg vertakt en hangen
deze bij andere boomen erg naar beneden, ter
wijl de jonge scheuten haast loodrecht omhoog
groeien, zoodat de jonge twijgen in tegenstelling
met de hoofdtakken in een boog omhoog staan.
Het geheele takgestel is stijf en kaal en van
binnen naar buiten gezien niet mooi. Een reden
te meer om de Wilde Kastanje als iaanboom
niet al te dikwijls aan te planten.
De bladknoppen van de Wilde Kastanje zijn
groot, glanzend bruin en kleverig. Einde April,
in zuidelijker streken reeds in Maart, komen uit
het dichte omhulsel van schubjes en witte wol
de aanvankelijk olijfbruin gekleurde bladeren
te voorschijn, die uitgegroeid zijnde lichtgroen,
in den zomer donkergroen en bij het afsterven
geel en bruin worden. Ze zijn groot, handvormig
en bestaan uit zes tot acht langgesteelde, gevin
gerde bladen van omgekeerd eironden vorm, die
ongelijk getand zijn.
Helaas w'ordt stof en roet van steden of dor
pen nergens meer in het oogloopend bewaard,
dan op de groote kastanjebladen en nauwelijks
is September met z'n zonnige dagen maar
koele nachten in het land, of ze beginnen reeds
te verkleuren, worden geel en vallen één voor
één af, zoodat ze tot einde October voortdurend
wegen en parken verontreinigen. De heerlijk
mooie, nog vóór de volle bladontwikkeling te
voorschijn komende, van een bladkrans omge
ven bloemtrossen staan rechtop aan de takein-
den en dragen talrijke groote witte met rood
en geel gekleurde bloemen, die ons aan den
boom gezien geheel wit toeschijnen. Zonder
overdrijving zijn het wel de mooiste bloemen
van alle bij ons voorkomende boomsoorten
Naast de gewone bestaan er nog variëteiten
met rose en met dubbele bloemen. Die met dub
bele bloemen draagt geen vruchten en is daar
om voor straatbeplanting zeer aan te bevelen.
De zoo algemeen bekende stekelige groene
vruchten met de fraaie bruine zaden staan even
als de bloemen aan een rechtopstaanden ge-
meenschappelijken steel. De zaden zijn groot
en vertoonen een grooten navel.
Zooals we reeds hebben vermeld, is kastanje
hout weinig waard. Het is los, grof en vezelig en
van korten duur, zoodat het voor timmerhout
weinig in aanmerking komt. Ook als brandhout
heeft het weinig waarde, terwijl het bij het
branden een onaangenamen geur verspreidt. He:
best is het nog geschikt voor snijwerk, omdat
het kleur en politoer goed aanneemt en niet door
houtwormen wordt aangetast. Het is fraai wit
met bruine en zwarte vlammen. Het meest be
langrijk zijn wel de zaden, die tot voeding van
vee, vooral van varkens, dienen en ook door
herten gaarne gegeten worden. Zij bevatten
eene groote hoeveelheid zetmeel, maar tevens
een scherpe, bittere extractiestof, welke aan hare
waarde als veevoeder nu niet juist bevorderlijk
is. Van de schors wordt beweerd, dat deze eene
genezende kracht zou bezitten bij tusschenpoo-
zende koortsen. Ook bevat deze een verfstof die
toebereid zijnde, den inkt zou kunnen vervan'
gen. Uit de kleverige bladknoppen kan men ver
nis trekken, uit de wortels zetmeel en een af
kooksel van de bladeren is ook als verstof te
gebruiken.
Slechts weinig afwijkend van de gewone Wilde
Kastanje is de Roode Kastanje (Aesculus car-
nea), waarvan de bladeren donkerder, de bloe
men prachtig rood en de vruchten veel minder
stekelig, bijna glad zijn. De boom wordt minder
hoog, maar groeit meer in de breedte. Hij is in
tuinen zeer gewild en verdient deze bevoorrech
ting ten volle. Op een zonnig plekje staande,
vormt hij echter eene meer stijve en ronde
kroon dan de gewone Wilde Kastanje.
Minder mooi daarentegen zijn de variëteiten
(Aesculus Pavia) Gladde Kastanje, die uit
Noord-Amerika en (Aesculus flava) Gele Kas
tanje, die uit de Vereenigde Staten werd inge
voerd.
Bijzonder fraai is daarentegen de eveneens
uit Noord-Amerika ingevoerde soort (Aesculus
parviflora) Kleinbloemige Kastanje, een hees
ter met zeer lange ijle trossen van kleine witte
bloemen met roode onbehaarde meeldraden, die
twoemaal zoo laag zijn als de kroonblaadjes.
Deze heester bloeit midden in den zomer en
verdient in eiken tuin een hem toezeggend
plaatsje.
A. TEPE
Het noordelijk gedeelte van Australië, dat
een oppervlakte van een half millioen vierk.
mijlen beslaat, is aan twee Engelsche maat
schappijen verpacht; er is voor honderd jaar
concessie verleend. De maatschappijen hebben
de voorwaarden gesteld, dat eventueele immi
granten vooreerst geen grondbelasting noch
inkomstenbelasting behoeven te betalen. De
kolonisatie zal gepaard gaan met kosten ten
bedrage van 200 millioen. De eerste minister
Lyons helpt den pioniers op energieke wijze.
Hij eischt alleen dat de blanke inwoners van
Australië, die aldaar geboren zijn, door de
nieuwelingen niet worden beconcurreerd. De
eene emigratiemaatschappij zal zich met de
ontginning van de hoogvlakte van Barkly en
die van het gebied nabij de Golf van Carpen
taria bezighouden, terwijl de andere de gega
digden naar de oevers van de Victoriarivier
transporteert. Aan den mond van de Mac Ar-
thurrivier zal waarschijnlijk een haven ver
rijzen.
Er bestaan tegenwoordig zulke bekwame cij-
ferdeskundigen, dat geen geheime code meer
in staat is het ononderschepte overkomen van
berichten te verzekeren. Menschen, die zich in
het gebruik en de ontsluiering van geheimtalen
hebben geoefend, kunnen ook zonder sleutel
ieder systeem met behulp van de hun bekende
combinaties ontcijferen. De geheime berichten
dienst speelt echter niet alleen een rol bij de
spionnage, maar ook in het internationale be
drijfsleven, dat heden groote voorzichtigheid
eischt. Iedere radio-amateur kan draadlooze
mededeelingen opvangen en uitbuiten. Firma's
die met buitenlandsche relaties draadlooze cor
respondentie willen onderhouden, hebben meer
dan één code noodig.
Men heeft thans gepoogd den codedienst op
internationale basis te reorganiseeren en wel
door de uitgave van een boek, dat de voor
naamste codeboodschappen der geheele wereld
bevat en dat ieder jaar vernieuwd wordt. Het
eerste deel van deze juist verschenen codelexicon
bestaat uit niet minder dan 122.000 woorden
en zinnen, welke gemakkelijk zijn na te slaan
en overzichtelijk zijn opgesteld.
- -
Vaas met bloeiende takken van den klein
bloemigen kastanje (Aesculus parviflora).