De opiumhandel in China De conversatie die f 2357.76 kostte ONZE INHEEMSCHE BOOMEN S:-:; r; - ARRESTATIES IN SAN- FRANCISCO DE GROOTE CENTRALE DE WILDE KASTANJE Qe opiumschuivers van Shanghai. Hoe in één slag twintig mil- lioen dollars werden verdiend De invoer uit Indië ZZ ZfBBÊÊKKÊÊÊÊKÊÊÊM liüil llillii I Bloeiende tak van den kleinbloemigen kastanje (Aesculus parviflora) DE GELE KASTANJE te Bloeiende takken van den gelen kastanje Aesculus flava) De Venetiaansche gondels Radioverbinding tusschen de vijf werelddeelen Gevonden documenten over Columbus Knoop dit eens stevig in Uk. Uw oor 'tVerkeervon rechts gaat altijd vóór! Een gesprek van 67 minuten Strijd met een konings cobra Tegen het midden der 16e eeuw uit Azië in West-Europa ingevoerd Voor de houtteelt van geen belang Kolonisatie in Noord- Australië Een nieuw woorden boek Dï Amerikaansche nieuwsbureaux meldden heel in het kort, dat twee broeders, J. en I. Ecra in San Francisco gearresteerd zijn en zich voor het gerecht wegens handel in verboden verdoovende middelen zullen hebben te verantwoorden. Zij moeten veel geld ver diend hebben met den handel in morphine en cocaïne. Bezwarend voor hen is, dat de beide broeders niet voor de eerste maal wegens dit Xeit terechtstaan; zij zijn recidivisten. De handel in verdoovende middelen is een geheim bedrijf, waarover gaarne in de kranten het een en ander wordt gemeld, omdat er veel te onthullen valt en het publiek dergelijke dingen steeds nieuwsgierig volgt. Men hoopt iets van donkere opiumkitten te hooren, van internationale misdadigersbenden. Dat de Ame rikaansche bladen niettemin weinig over deze arrestatie hebben medegedeeld, komt slechts, doordat zij over de persoonlijkheid der gear resteerden nauwelijks iets wisten. Maar in een ander deel der wereld heeft hetzelfde bericht als een bom gewerkt. In Shanghai zijn de Europeanen niet uitgepraat over het lot der beide broeders, die men in China's grootste handelsstad zeer goed kent. In hoeverre zij nog in den laatsten tijd met Shanghai zaken hebben bedreven is niet bekend. Uit de Europeesche kranten van Shanghai verneemt men er wei nig van, wijl men daar met verschillende dingen rekening moet houden. Wanneer in het huis van den gehangene niet over den strop mag worden gesproken, dan is het in Shanghai ver boden, personen aan de kaak te stellen, die met den opiumhandel millionnairs zijn gewor den. Teveel van de groote vermogens te Shanghai zijn van dezen oorsprong. Maar nu en dan valt een blad uit den toon, en zoo kan men in de China Weekly Review zeer dui delijke aanwijzingen vinden, welke stof tot gesprek de Europeanen van Shanghai op het oogenblik hebben. Ook als niet onmiddellijk van opiumholen en misdadigerskelders sprake is, loont het de moeite, het licht te laten vallen in het half duister van de daar besproken transacties. De politiedirectie onthoudt zich gaarne van alle dwangmaatregelen, als zij tegen den opium- handel genomen moeten worden, wanneer deze handel in handen van Engelschen berust. De politie is immers juist van die families afhan kelijk, die vroeger van den opiumhandel niet ver hebben gestaan en zij weet, dat men de zaken van de Europeesche opdrachtgevers dezer politie niet hinderen mag. Zoo deed zij ook niets tegen de firma Ecra, die vele jaren lang onder de oogen der politiedirectie haar werkzaam heden verrichtte. De autoriteiten deden zelfs meer: zij vervolgden en bestraften onder aller lei voorwendsels die pechvogels of die drieste ondernemingen, die het waagden met genoemde firma in concurrentie te treden of de een of andere zaak voor haar neus wegsnoepten. Om dit te begrijpen, moet men iets in de geschiedenis van China terugblikken. Om den opiumSxndel is zeer veel gestreden. Over dezen tak van handel zijn geheele bibliotheken ge publiceerd en talrijke internationale conferen ties werden gehouden, om aan deze verdoovende middelen-epidemie van China een einde te maken. Waarom heeft dat alles zoo weinig uitgewerkt? In Indië zijn er groote gebieden, die van den verbouw van den slaapbol leven. Uit den slaapbol of papaver bereidt men de opium. Wanneer de Chineezen het verdoovende gift niet meer gebruiken, verliest de papaver- kweeker zijn bestaan. Evenzoo vergaat het den Engelschen handelaar, die opium uit Indië naar China brengt. De Anglo-Indische economsiche belangen bleken in de geschiedenis sterker dan de be moeiingen der Chineesche autoriteiten hun land van de opiumzucht te bevrijden. Het kwam tot een opiumoorlog tusschen China en Groot-Brit- tanië, die door het verdrag van 1843 beëindigd werd, waarbij men China dwong, den opium- Invoer uit Indië toe te staan en daarenboven Hongkong af te staan, de vijf havens Kanton, Amoy, Flutschon, Ningpo en Shanghai voor den buitenlandschen handel te openen, alsmede een oorlogsschatting van 21 millioen dollars te i&fjfcBgjf. x V - l; betalen. Een tweede opiumoorlog werd ln 1858 gevoerd en na dezen krijg, die door het verdrag van Tientsin beëindigd werd, was de opium- invoer uit Indië een volkomen wettelijke en zelfs geachte bezigheid. Maar in 1906 begingen de Chineezen een voor de machtsverhoudingen in die dagen ongeloo- felijke daad. Eenige Amerikanen, welker mensch- lievéndheid nog niet door deelneming aan den opiumhandel had geleden, hielpen hen, het wereldgeweten wakker te schudden en een laatste krachtsinspanning tegen het opiumkwaad mogelijk te maken. Met Engeland werd een overeenkomst gesloten, waarbij de invoer van opium uit Indië werd verboden, als de Chinee zen van den verbouw van papaver in eigen land afzagen. Zoowel de buitenlandsche handel ais de binnenlandsche papaverteelt zouden elk jaar met een tiende worden verminderd. Dit tien jarenplan tot afschaffing van de opium werd in 1907 van kracht; in 1917 moest het doel zijn bereikt. Nu is in de geschiedenis van China tijdens de laatste tien jaren dikwijls gebleken, dat de macht der Chineesche autoriteiten nog op Chi- neeschen grond eindigde, waar het buitenland sche concessiegebied begon. De productie en verkoop van de opium in het binnenland kon den worden geregeld, in de concessiegebieden was niets uit te richten. Niettemin hadden de Chineezen met hun veldtocht tegen het ver doovende vergif zichtbaar succes. In 1917 kon men in het geheele Middenrijk geen papaver- veld meer vinden. Maar nu mengde zich de Engelschman Ecra in het spel. Hij stond aan het hoofd van een opiumonderneming, om zoo te zeggen een concern van opiumhandelaars, die handel tusschen Indië en China dreven. Edward Ecra protesteerde aan het einde van het tienjarenplan tegen het verdwijnen van den opiumhandel. Hij beweerde, dat de door hem vertegenwoordigde landen niet op tijd van den slottermijn op de hoogte waren gesteld en ver langde nog een tijdvak van tien maanden om de voorhanden zijnde hoeveelheden te kunnen verkoopen. Maar nu was intusschen door het ophouden van den papaververbouw en door het invoerverbod de opiumprijs aanzienlijk gestegen. Ecra's voorraad was dus veel meer waard ge worden. Dat zag ook de vice-president der Chi neesche republiek in. Dit was destijds een zekere Feng Kuo Chong, die met Ecra een overeen komst sloot, over welker achtergrond nooit vol ledige klaarheid is gekomen. De Chineesche regeering nam de opiumvoorraden van Shanghai over. Ongeveer 3000 kisten met opium werden door haar aangenomen en daarvoor werd meer dan 20 millioen betaald. Had de Chineesche regeering op haar recht gestaan, dan waren de opiumvoorraden van Shanghai, die immers niet meer verkocht mochten worden, waardeloos geworden. De Chineezen schonken dus 20 mil lioen dollars weg. In het openbaar verzekerde de vice-president, dat hij de ongunstige overeen komst onder diplomatischen druk had moeten aangaan. Dat geloofde evenwel niemand. Ieder een was overtuigd, dat hij aan de zaak slechts wilde verdienen. De vice-president had er niet op gerekend, dat het Chineesche volk de zaak zoo hoog opnam. Een storm van protesten brak in het land uit. Overal werden openbare ver gaderingen gehouden en het kwam tot demon straties en tenslotte werd de regeering in Peking gedwongen de daar verworven opiumvoorraden in het openbaar te verbranden. Het was Ecra onverschillig. HU had zijn 20 millioen dollar verdiend, hij had daarenboven nog vele andere millioenen verworven en met dit geweldig vermogen was hij een van de aan zienlijkste burgers der internationale conces sionarissen van Shangha Zijn in 'oed was zoo groot, dat hij tot voorzitter van den almachti- gen gemeenteraad werd gekozen. Na zijn dood erfden zijn beide broeders, die zijn deelgenoo- ten in alle zaken waren geweest, zijn vermo gen. Zij trokken naar de Vereenigde Staten en voorzoover men in Shanghai wist, dreven zij in de omgeving van San Francisco handel in bouwterreinen. Reeds in 1923 vernam men, dat een der broers weer bij den handel in verdoovende middelen was betrokken. Men kan zich voor stellen, welke sensatie het onder de kooplieden van Shanghai te weeg heeft gebracht, dat de schatrijke broers op de beklaagdenbank moe ten plaats nemen.... W. Al mogen ook de berichten over het uitster ven van de Venetiaansche gondels door de oude gondeliers als overdreven sensatienieuws worden beschouwd, toch zien ook zij met zorg de toekomst tegemoet, hoe gaarne zij zich ook troosten met de gedachte, dat Venetië zonder zijn gondels eenvoudig ondenkbaar is. Maar het gevaar van het verdwijnen dezer karakte ristieke booten der Lagunenstad werpt reeds zijn schaduwen vooruit als men naar de oude „Squeri" kijkt, zooals de werven genoemd wor den, waar de gondels worden gebouwd. Negen tien van de beroemde gondelbouwers van Ve netië, de Pancera's, Casals, Penso's, Cosmi's en de Fassi's, die als kunstenaars in hun vak niet bij de groote vioolbouwers van Cremona ten achter stonden, hebben reeds hun gondelbouw moeten stilleggen. Een gondel, die van hen af komstig was, maakte den bezitter gelukkig en trotsch. De eigenaars van zulke particuliere gondels, die in tegenstelling met de zwart geverfde van het openbaar verkeer, rijk en kleurig versierd waren, stelden zij er een eer in, den schoonsten gondel van Venetië te bezitten. Thans zijn van de beroemde gondelbouwers slechts twee of drie overgebleven. De een bouwde tien jaar geleden nog gemiddeld dertig gondels in het jaar. Sindsdien echter is de productie gestadig te- ruggeloopen. In 1932 kon hij nog slechts één gondel van stapel laten loopen en dit jaar heeft hij in het geheel nog geen opdracht ontvangen. Degenen, die tegenwoordig nog een gondel bo ven een nuchtere motorboot verkiezen, stellen er zich mee tevreden een oude boot uit de tweedehand te koopen. Alles bij alles zijn het voor de gondels en de gondeliers van Venetië slechte, ja hopelooze tijden. De o'ude strijd of Christoffel Columbus, de ontdekker van Amerika, Italiaan of Spanjaard van geboorte is geweest, schijnt thans door do- cumentarische getuigenissen een eind te zullen vinden. De Turijnsche „Stampa" publiceert een fascimile van een document, dat een geleerde onder de oude manuscripten van de Vaticaan- sche bibliotheek gevonden heeft. H-t papier draagt aan den kop het wapen van Don Fer dinand en Isabella van Castilië. Het is aan Columbus gericht en handelt over den erfelij- ken adelstand van hem en zijn familie Daarbij wordt over den oorsprong der familie gezegd, dat zij uit Cogoleto, Quinto en Savono in Li- gurië stamt. En op een andere plaats heet het: „In 1492 gedroeg Cristoforo van Cogoleto zich als een voortreffelijk zeeman en vond nieuwe landgebieden voor den koning van Spanje Het noemen van drie Ligurische plaatsen verkiaart de geleerde volgens zijn navorschmgen daaruit, dat in Cogoleto zelf Christoffel Columbus in Quinto zijn grootvader, in Savona zijn voorva deren geboren waren, allen in ieder geval Ita lianen. Dit document behoort tot een verza meling manuscripten, die sinds driehonderd jaar in het bezit van de Vaticaansche bibliotheek is. Zij was vroeger het eigendom van koningin Christina van Zweden en werd door haar aan Kardinaal Azzolini vermaakt en kwam in 1689 aan het Vaticaan. Of nu het Ligurische Genua, dat zich beroemt Columbus' geboorteplaats te zijn of het Ligu rische Cogoleto gelijk heeft, in elk geval zou thans het bewijs geleverd zijn, dat Columbus werkelijk een Italiaan en geen Spanjaard was. De kamer met de schakelborden in het ver maarde perceel aan de niet minder be faamde Winterfeldstraat is een zeer nuch ter en zakelijk vertrek. Men krijgt aanvankelijk den indruk, dat men zich in de telefooncentrale van een groot warenhuis of bankbedrijf bevindt. Toch worden hier Japan en Brazilië, Siam en Venezuela verbonden, terwijl iemand in Was hington met Kopenhagen en Weenen tegelijker tijd spreekt. Het lijkt phantastsch, maar zij, die er aan ge wend zijn, zien er niets bijzonders meer in. De zaak is even eenvoudig als radio en sprekende film. Daar gaat b.v. een lichtje aan; het is Zuid-Amerika, dat met Hongarije in contsct wenscht te komen. De centrale te Buenos-Aires wil no. 34105 te Boedapest iets vragen. Onmiddellijk wordt Boedapest opgebeld, en na luttele minuten wisselt Senor de M. aan den La Plata-oever met zijn zakenvriend uit de An- drassy-ut van gedachten. Korten tijd later vraagt Soerabaya op Java gehoor. De heer R. verzoekt hem te verbinden met zijn zaak op het Leidscheplein te Amsterdam. Terwijl wij onze verbazing nog niet meester zijn, klinkt een stem uit Abessinië, die graag enkele woorden zou -ichten tot een deelhebber aan het Corso Vitto- rio Emanuel te Milaan. Via de localiteit in de Winterfeldstraat kan men direct gesprekken voeren met: Abessinië, Egypte, Perzië, Siam, Java, Sumatra, Madoera, Manilla, China, Japan, Rio de Janeiro, Monte video, Buenos-Aires, Lima, Bogota en Para guay. Daarentegen moet men voor Kaapstad, Pre toria, New-York, San Francisco, de Bermoeda- eilanden of Hawaii eerst met Engeland worden verbonden: Dan moet men een minuut langer wachten. Wil iemnad, die zich op Sumatra bevindt zich radio-telefonisch onderhouden met een persoon op Hawaii, dan wordt de verbinding niet recht streeks tot stand gebracht maar via Berlijn en jonden. In de Winterfeldstraat gaat alles op de mi nuut. Zoo moet zich bijvoorbeeld over drie mi- ïuten Rio de Janeiro aanmelden, terwijl tezelf dertijd een stadje in Silezië voorbereid moet zijn De employé waarschuwt eerst de Silezische ge meente. Precies op het juiste moment duikt Zuid-Amerika op. Niemand anders dan de be roemde circus-directeur Stosch-Sarrasani roept zijn typisch „Holla, holla!" Hij bereidt 'n Zuid- Amerikaansche tournée voor, en confereert lede ren dag met zijn zoon in Europa. Zoo zijn er ook abonné's die dagelijks uit Klein-Azië Australië opbellen, of van Noord- Afrika naar de Vereenigde Staten telefoneeren. Geen onbevoegde kan meeluisteren; zoo wer den we bijvoorbeeld in de gelegenheid gesteld een gesprek tusschen Zuid-Afrika en Finland mee te genieten, maar in plaats van verstaan bare klanken, vernamen we alleen zoemen en sissen, daarna een geluid, alsof duizend men- schen in duizend dialecten door elkaar praatten en vervolgens straatlawaai. Dat is het zooge naamde „opzettelijke versnipperen" van draad- looze conversaties. Geen mensch op aarde ver mag het gesprokene te onderscheppen; alleen de personen voor wie het bestemd is, verstaan elkaar duidelijk. Door het genoemde „verscheu ren" voorkomt men, dat staatsgeheimen en wat dies meer zij door spionnen worden opgevangen. Het tarief bedraagt voor het traject Berlijn Buenos—Aires f 72, voor de eerste drie minu ten en f 24 voor iedere minuut meer. Hetzelfde betaalt men als men Manilla opbelt. Het duur ste gesprek, dat ooit over Berlijn is gevoerd, werd kort geleden gehouden op initiatief van Zijne Majesteit den monarch van Siam, een hoogst modem vorst, die, gezeten in een mak kelijken stoel binnen de muren van zijn paleis, zeven en zestig minuten lang de conversatie gaande hield met zijn gezant te Venezuela. De vorst ontving een nota van R. M. 3929.60 of f 2357.76. Siam vereugt zich in een uiterst ac tief souverein, die b.v. eens tegelijkertijd zijn ambassadeurs te New-York en te Rio aan het toestel riep. De zaak werd zoodanig ingericht, dat de drie heeren elkaar onderling konden verstaan. Een Indische boer uit Madras heeft kort geleden den directeur van den dierentuin te Trawankur een levenden koningscobra gegeven, waarmee hij een strijd op leven en dood had gevoerd. Het dier was bijna vier meter lang en 20 c.M. dik. Hij liep op een dag in de jungle, toen hij bijna over iets struikelde, dat hem een dunnen boomstam leek. Hij bukte zich, maar op dit oogenblik schoot de slang bliksemsnel omhoog, en voor de man het wist was zijn lichaam door het geweldige lijf van den cabra omstrengeld, welker beet een olifant binnen drie uur kan dooden. In een onderdeel van een seconde was het den overvallene echter gelukt de keel der slang met vasten greep te om klemmen. Dat redde zijn leven. Meer dan een uur duurde de strijd. De man liet echter niet los en eindelijk gelukte het hem de overhand te krijgen. De slang stierf den dag daarop in den dierentuin; de huid zal worden bewaard, daar koningscobra's zeer zeldzaam zijn gewor den. Tegen het midden van de 16de eeuw v*erd de Wilde Kastanje uit het Noorden van Azië door onzen landgenoot Bousbeque, die in diénst stond van den Keizer van Duitsch- land en eenigen tijd gezant was in Constantino- pel, in West Europa en ook in ons land inge voerd. Hij behoort tot het geslacht Paardekas- tanje (Hippocastanum) maar om de gelijkenis der zaden van deze plant met de vruchten van de Tamme Kastanje, ontstond de naam „Wilde Kastanje". Zeer zeker is de Wilde Kastanje een onzer fraaiste boomen, zoo niet de allerfraaiste, wanneer hij, reeds vroeg in het voorjaar in vol len bloei staat. Helaas duurt die bloei slechts korten tijd. Overigens is er heel wat op de Wilde Kastanje aan te merken en voor de houtteelt is de boom van weinig belang. Wanneer we hem zien in z'n volle voorjaars pracht, dan zijn we vol bewondering over de fraaie koepelvormige kroon, die haast al te re gelmatig gevormd is, over de naar beneden ge bogen handvormige bladeren en de talrijke bloemkaarsen, die als het ware een reuzenkan- delaar vormen. En dan zoo vroeg, wanneer er aan andere boomen nog weinig te zien is van een hernieuwd leven en de Accacia er nog als dood naast staat. Z'n schaduw is dicht aaneen gesloten en koel maar éénvormig, want de overal bedekking gevende bladeren laten weinig schamplichten door. Als laanboom is hij daarom zeer gewild, veel meer zelfs dan de Linde. Zoo fraai zien we de Wilde Kastanje echter alleen in tuinen en parken. Langs wiegen en in weilan den daarentegen dikwijls in stijve, leelijke vor men met erg besnoeiden stam of met een kroon die van onderen door vee is afgevreten. Minder door hare fraaiheid aan den boom. dan wel als afgevallen vrucht, stellen we ook groot belang in de bruine zaden, die, hoewel voor menschelijk voedsel ongeschikt voor de jeugd een bron van genot zijn. Waar immers kastanjeboomen staan, daar zijn in den herfst steeds troepjes kinderen te vinden, die niet altijd wachten totdat de kastanjes van zelf van den boom vallen. Niet zonder gevaar loopt men dan onder de boomen door, want de ééne steen na den anderen wordt door de boomen gegooid en vervolgt niet zelden z'n weg door de ruiten van nabijstaande huizen. Het is dus niet raadzaam wilde kastanjeboomen in straten of op pleinen van steden en dorpen aan te plaatsen. Waar deze vroeger op zulke plaatsen zijn aangeplant, zijn ze thans een aantrekkingspunt voor de jeugd, maar tevens een gevaar voor menigen rustigen voorbijganger. De raad der gemeente Apeldoorn heeft dan ook wijs gehandeld, toen zjj het besluit nam de alleszins fraaie maar tevens veel last veroorzakende wilde kastanje boomen, die de Dorpstraat aldaar versierden, te laten rooien De Wilde Kastanje kan 14 tot 24 Meter hoog worden, terwijl de stam eene aanzienlijke zwaarte bereiken kan. De boom groeit tamelijk snel, maar behoeft daartoe een goeden, niet ai te vochtigen grond. Reeds in het eerste jaar worden zaadplanten dikwijls meerdere voeten hoog en groeien in vijf jaar tijds tot een boom van tien voet hoogte. De stam is vrij we rol rond, nu en dan echter min of meer hoekig en w"ordt reeds vlak onder de kroon minder zwaar. Eene voortzetting van dezen is bij onverminkte boomen tot in den top zichtbaar. De schors van stam en takken is van jonge boomen licht grijs met bruine vlammen en puntjes, van oude boo men bruingrijs of zwartachtig, weinig inge scheurd maar dikwijls geschubd en bladert deze dikwijls met hoekige stukjes af, zonder echter aan den stam nieuwen glans te verleenen, want de boom bezit geen eigenschappen» die den stam fraai kunnen maken. Dat mag eveneens gezegd worden van de takken en van het kale boom geraamte. Bij goed gegroeide en ongeschonden boomen vormt de kroon een breede pyramide, maar boomen met laagstaande takken hebben haast den vorm van een suikerbrood. Zulke boo men zijn ter afwisseling fraai en worden veei gezien, .maar in een park zijn ze toch erg één vormig. Bij normaal ontwikkelde boomen zijn de hoofdtakken in vrijwel gelijkmatige dikte over den stam verdeeld, niet erg vertakt en hangen deze bij andere boomen erg naar beneden, ter wijl de jonge scheuten haast loodrecht omhoog groeien, zoodat de jonge twijgen in tegenstelling met de hoofdtakken in een boog omhoog staan. Het geheele takgestel is stijf en kaal en van binnen naar buiten gezien niet mooi. Een reden te meer om de Wilde Kastanje als iaanboom niet al te dikwijls aan te planten. De bladknoppen van de Wilde Kastanje zijn groot, glanzend bruin en kleverig. Einde April, in zuidelijker streken reeds in Maart, komen uit het dichte omhulsel van schubjes en witte wol de aanvankelijk olijfbruin gekleurde bladeren te voorschijn, die uitgegroeid zijnde lichtgroen, in den zomer donkergroen en bij het afsterven geel en bruin worden. Ze zijn groot, handvormig en bestaan uit zes tot acht langgesteelde, gevin gerde bladen van omgekeerd eironden vorm, die ongelijk getand zijn. Helaas w'ordt stof en roet van steden of dor pen nergens meer in het oogloopend bewaard, dan op de groote kastanjebladen en nauwelijks is September met z'n zonnige dagen maar koele nachten in het land, of ze beginnen reeds te verkleuren, worden geel en vallen één voor één af, zoodat ze tot einde October voortdurend wegen en parken verontreinigen. De heerlijk mooie, nog vóór de volle bladontwikkeling te voorschijn komende, van een bladkrans omge ven bloemtrossen staan rechtop aan de takein- den en dragen talrijke groote witte met rood en geel gekleurde bloemen, die ons aan den boom gezien geheel wit toeschijnen. Zonder overdrijving zijn het wel de mooiste bloemen van alle bij ons voorkomende boomsoorten Naast de gewone bestaan er nog variëteiten met rose en met dubbele bloemen. Die met dub bele bloemen draagt geen vruchten en is daar om voor straatbeplanting zeer aan te bevelen. De zoo algemeen bekende stekelige groene vruchten met de fraaie bruine zaden staan even als de bloemen aan een rechtopstaanden ge- meenschappelijken steel. De zaden zijn groot en vertoonen een grooten navel. Zooals we reeds hebben vermeld, is kastanje hout weinig waard. Het is los, grof en vezelig en van korten duur, zoodat het voor timmerhout weinig in aanmerking komt. Ook als brandhout heeft het weinig waarde, terwijl het bij het branden een onaangenamen geur verspreidt. He: best is het nog geschikt voor snijwerk, omdat het kleur en politoer goed aanneemt en niet door houtwormen wordt aangetast. Het is fraai wit met bruine en zwarte vlammen. Het meest be langrijk zijn wel de zaden, die tot voeding van vee, vooral van varkens, dienen en ook door herten gaarne gegeten worden. Zij bevatten eene groote hoeveelheid zetmeel, maar tevens een scherpe, bittere extractiestof, welke aan hare waarde als veevoeder nu niet juist bevorderlijk is. Van de schors wordt beweerd, dat deze eene genezende kracht zou bezitten bij tusschenpoo- zende koortsen. Ook bevat deze een verfstof die toebereid zijnde, den inkt zou kunnen vervan' gen. Uit de kleverige bladknoppen kan men ver nis trekken, uit de wortels zetmeel en een af kooksel van de bladeren is ook als verstof te gebruiken. Slechts weinig afwijkend van de gewone Wilde Kastanje is de Roode Kastanje (Aesculus car- nea), waarvan de bladeren donkerder, de bloe men prachtig rood en de vruchten veel minder stekelig, bijna glad zijn. De boom wordt minder hoog, maar groeit meer in de breedte. Hij is in tuinen zeer gewild en verdient deze bevoorrech ting ten volle. Op een zonnig plekje staande, vormt hij echter eene meer stijve en ronde kroon dan de gewone Wilde Kastanje. Minder mooi daarentegen zijn de variëteiten (Aesculus Pavia) Gladde Kastanje, die uit Noord-Amerika en (Aesculus flava) Gele Kas tanje, die uit de Vereenigde Staten werd inge voerd. Bijzonder fraai is daarentegen de eveneens uit Noord-Amerika ingevoerde soort (Aesculus parviflora) Kleinbloemige Kastanje, een hees ter met zeer lange ijle trossen van kleine witte bloemen met roode onbehaarde meeldraden, die twoemaal zoo laag zijn als de kroonblaadjes. Deze heester bloeit midden in den zomer en verdient in eiken tuin een hem toezeggend plaatsje. A. TEPE Het noordelijk gedeelte van Australië, dat een oppervlakte van een half millioen vierk. mijlen beslaat, is aan twee Engelsche maat schappijen verpacht; er is voor honderd jaar concessie verleend. De maatschappijen hebben de voorwaarden gesteld, dat eventueele immi granten vooreerst geen grondbelasting noch inkomstenbelasting behoeven te betalen. De kolonisatie zal gepaard gaan met kosten ten bedrage van 200 millioen. De eerste minister Lyons helpt den pioniers op energieke wijze. Hij eischt alleen dat de blanke inwoners van Australië, die aldaar geboren zijn, door de nieuwelingen niet worden beconcurreerd. De eene emigratiemaatschappij zal zich met de ontginning van de hoogvlakte van Barkly en die van het gebied nabij de Golf van Carpen taria bezighouden, terwijl de andere de gega digden naar de oevers van de Victoriarivier transporteert. Aan den mond van de Mac Ar- thurrivier zal waarschijnlijk een haven ver rijzen. Er bestaan tegenwoordig zulke bekwame cij- ferdeskundigen, dat geen geheime code meer in staat is het ononderschepte overkomen van berichten te verzekeren. Menschen, die zich in het gebruik en de ontsluiering van geheimtalen hebben geoefend, kunnen ook zonder sleutel ieder systeem met behulp van de hun bekende combinaties ontcijferen. De geheime berichten dienst speelt echter niet alleen een rol bij de spionnage, maar ook in het internationale be drijfsleven, dat heden groote voorzichtigheid eischt. Iedere radio-amateur kan draadlooze mededeelingen opvangen en uitbuiten. Firma's die met buitenlandsche relaties draadlooze cor respondentie willen onderhouden, hebben meer dan één code noodig. Men heeft thans gepoogd den codedienst op internationale basis te reorganiseeren en wel door de uitgave van een boek, dat de voor naamste codeboodschappen der geheele wereld bevat en dat ieder jaar vernieuwd wordt. Het eerste deel van deze juist verschenen codelexicon bestaat uit niet minder dan 122.000 woorden en zinnen, welke gemakkelijk zijn na te slaan en overzichtelijk zijn opgesteld. - - Vaas met bloeiende takken van den klein bloemigen kastanje (Aesculus parviflora).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13