[■■■■■■■■■IIIIIIM ZWIJGEN IS NIET ALTIJD GOUD KLEEDING VOOR DE HERFST BREIWERK VOOR DE KEUKEN KNIPPATROON MANTELPAKJES Nuttige wenken EEN MOOI LAMPJE N'en, soms is het hoogstens een vaal, hatelijk geel! Het verzwijgen van grieven heeft altijd heel wat meer misère en misverstand teweeg gebracht dan een hartig „uitpraten" en rechtzetten! Kan men zijn teleurstellingen en ontstem mingen verkroppen zonder verbittering, zonder iemand er iets van te laten merken of vermoeden prachtig! Dat zou zelfs 't ideaal zijn maar we zijn nu eenmaal niet allen halve heiligen en daarom is het beter, het minste van twee kwaden te kie zen! Daar heb je bijvoorbeeld die vriendin van ons, Riekje. Als je haar gekrenkt of verongelijkt hebt zij 't nog zoo onbewust en in volle onschuld dan ga je 'n on- pleizierigen tyd tegemoet, die minstens 'n paar weken duurt. Riekje dénkt er eenvou dig niet aan, ronduit te zeggen wat er aan hapert. Ze is overtuigd, dat je het zelf wel weten en voelen moet, en dat je onbevan gen verwondering over haar houding maar aanstellerij en gehuichel is. Op je eerlijke vraag, wat er toch aan scheelt, en of je haar iets misdaan hebt, krijg je geen ander antwoord dan een zeer nadrukkelijk en veelbeteekenend: „O nee niéts!" tusschen lippen als streepjes door. Ze gedraagt zich als 'n humeurig en ongemanierd school kind en voelt zich daarbij nog 'n soort van martelares, omdat ze er zich van ont houdt, regelrechte verwijten te doen. In- tusschen zijn de heftigste en onredelijkste verwijten draaglijker dan dat gemelijk ge- druil je kunt ze tenminste weerleggen, er tegen in praten, iets doèn! Tegenover dien hardnekkigen onwil, de situatie op te helderen, sta je machteloos! En dan onze vriend Henk! Want dat domme mokken is werkelijk geen specifiek- vrouwelijke hebbelijkheid je hebt man nen die precies zóó zijn! Henk's vrouw kan zich aftobben om te achterhalen, wat ze hem toch in den weg gelegd kan hebben ze krijgt er niet uit, wat de reden van zijn ontstemming is. Hij verkiest niet uit te leggen, hoe hij zich verbeeld heeft op te We hebben zoo'n heerlijken langen zo mer gehad en dus zóó kunnen ge nieten van de zon envan onze zomer japonnen, dat we nu blij zijn dat de temperatuur ons veroorlooft ons met het altijd flatteerende bont te tooien. Zoo zien we hieronder (fig. 1013) een mantel van roestbruine fantasiestof, die versierd is met een vierkanten kraag van mollenbont. Deze kraag wipt aan de schouders iets op, wat heèl modern is. De manchetten loopen zeer wijd uit, zijn in schulpen geknipt en met 'n randje bont omzoomd (fig. 1013). Het mantelpakje van fig. 1014 heeft ook de oploopende schouderlijn, waardoor het figuur iets militairs krijgt. Het is gemaakt van donkerbruin fluweel en afgewerkt met 'n randje beverbont. De kleine zakjes slui ten aan bij den naad van het voorpand. De mouwen zijn strak en ook naar boven af gewerkt met een randje bont. Het rokje is glad en strak. Onze derde jongedame draagt eigenlijk geen mantel maar een japon, die als zoo danig dienst kan doen. Deze is gemaakt van donkergroene wollen stof en versierd met 'n assymetrischen pelerinekraag van tijger bont, dat op 't oogenblik zeer gezocht is als versiering van japonnen en mantels. Ook het smalle ceintuurtje is van dit bont ge maakt. Het doelmatige van dit herfstcos- tume is nu, dat we den kraag los onder den col knoopen, zoodat we hem thuis af kunnen leggen (fig. 1015). POLA merken, dat ze zijn zuster niet zoo hartelijk ontving als hij wel wenschte of dat ze zijn moeizame reparatie aan haar werk mandje nog met geen enkel woord geprezen heeft. Als hij maar zei wat er aan de hand was, zou ze het dadelijk lachend in orde maken, desnoods ongelijk bekennen om hem geheel te ontwapenen. Maar 't lijkt erop, dat hij niet ontwapend wenscht te worden! Hij heeft zin om te mokken, en hij voelt, dat hij daartoe geen redelijke aanleiding meer zou hebben, zoodra hij zich uitgesproken heeft. Daarom laat hij het misverstand zorgvuldig onopgehelderd: zoolang het voortduurt, geeft het zijn booze bui een schijn van bestaansrecht „Ongesproken woorden wonden het diepst" zegt een Oostersch spreekwoord en ik geloof, dat het den spijker aardig op den kop treft! Véél beter een flinke, stevige uitwisseling van harde waarheden dan zul ke kwijnende, verongelijkte stilten, waarin verwijdering en verkoeling tieren als slij- mig kroos in een stilstaanden poel! Méér huwelijken en méér vriendschapsverhou dingen worden bedorven door wrevelig zwijgen dan door korte, heftige uiteenzet tingen, die de atmosfeer kunnen zuiveren als een zomerbui! Wanneer U zich weer eens gegriefd, ver ongelijkt of verkeerd begrepen voelt, en neiging hebt, U te verlustigen in zwijgend zelfbeklag geef dan de andere partij eens een kans, U duidelijk te maken dat alles zoo erg niet is als U meende Spreek uw grieven uit en in negen van de tien gevallen zult U ze zien verdwijnen als rook! S. A. T. Vierkante gehaakte sjaal De hieronder beschreven sjaal, in 'n héél eenvoudig patroon gehaakt, wordt zeer mooi als men er vele tin ten wol voor gebruikt, bijv. 5 tinten bruin, van heel licht beige tot het donkerste bruin en 5 tinten van zacht geel tot donker oranje. Men begint dan met een der don kerste tinten, waarvan f""""1",l,m! men 3 toertjes haakt en Op werkt dan in dezelfde verzoek I kleur door tot aan de lichtste tint ervan, waarna men op ge lijke wijze, van donker tot licht, de tweede kleur verwerkt. Van elke tint werkt men dan telkens 2 toeren. Men kan ook de ge- heele sjaal ih één kleur werken in verschil lende tinten. Men begint dus, in het midden, met 6 losse St., die men samenvoegt tot 'n ringe tje. Dan haakt men 3 losse voor het eerste stokje en vervolgens nog 15 stokjes in het ringetje; de toer wordt gesloten met 1 halven vasten steek. 2e toer: 4 losse, 1 stokje in de opening der 3 losse van den vorigen toer 4 keer: 1 losse, 1 stokje naast 1 stokje van den vo rigen toer. Dan 1 losse, 1 stokje bij het vo rige stokje. Dit alles, vanaf herhaalt men nog 2 keer. Dan 3 keer: 1 losse, 1 stokje naast 1 stokje van den vorigen toer en tot slot 1 halve vaste in den 3den lossen bij het begin van den toer. 3de toer: 1 halve vaste in den lsten los sen st. (midden van den hoek) 4 losse st„ 1 stokje in denzelfden st. als de halve vas te, 1 losse, 1 stokje naast het volgende, 1 losse, 1 stokje enz. Zoo gaat men door: telkens 1 losse st. en 1 stokje tusschen 2 stokjes van den vorigen toer in. Op de 4 hoeken haakt men telkens 2 keer: 1 losse, 1 stokje in de middelste ope ning. Bij volgende toeren haakt men op de hoeken 3 en later 4 stokjes en losse st., naarmate men noodig heeft voor het ver krijgen van een mooi vierkant. De toeren worden dus telkens grooter. Men kan deze sjaal in elke ge wenschte grootte haken. Wil m enhaar, in 'n driehoek gevouwen, dragen bij een mantel of bij 'n japon, dan heeft men voldoende aan onge veer 90 toeren. Van voren worden de pun ten losjes over elkaar heen geknoopt, zoo dat de bovenste driehoek slechts even schuin over den anderen hoek komt te liggen. Voor de afwerking haakt men 1 toer vas te steken in de tint van den laatsten stok- jestoer. DORA Verschillende gevraagde recepten Koffie-extract Een uitstekend koffie-extract verkrijgt men als men bij 3 lood (30 gram) koffie niet meer dan ongeveer 3 d.L. water gebruikt. Koffiepot en filter worden met kokend water flink omgespoeld. Dan drukt men de gemalen koffie stijf aan in den filter, zet het kleine zeefje erop en giet er zooveel kokend water op, dat de koffie er geheel mee doordrenkt is. Men doet het deksel dan op den koffiepot en sluit de tuit met een propje papier of met 'n kurk. Na een poosje schenkt men voor de tweede maal kokend water op en men gaat hiermede door tot de laatste druppels, welke doorloopen, niet donker genoeg meeer zijn. Men geeft dit koffie-extract, dat men even vóór het gebruik nog eens moet fil- treeren, met kokende melk en suiker naar smaak. Een bizonder voordeelig koffie-extract, dat gemakkelijk is klaar te maken, is het volgende, waarvoor men noodig heeft: 1 ons gemalen koffie, ons cichorei, 'n snuf je zout en 1 L. water. Zoetzuur van meloenschil. Op 1 pond meloenschillen rekent men hiervoor: 3/8 L. azijn, 1 pond suiker, 10 gram pijpkaneel en wat kruidnagelen. De meloen wordt dun geschild en door midden gesneden. Met een zilveren lepel haalt men het zaad eruit en het zachte vruchtenvleesch. De rest snijdt men in dobbelsteenen; men wascht die en steekt in elk stukje een kruidnagel. Men voegt de pijpkaneel toe en kookt ze dan 10 mi nuten in kokend water, waarna men ze laat uitlekken op een vergiet. Intusschen kookt men den azijn met de suiker, onder voortdurend afschuimen, tot de massa draden vormt. Men schikt de stukjes meloen in 'n flesch, of pot, giet de gekookte massa er overheen en laat alles bekoelen eer men afsluit. Pruimen-marmelade volgens een oud recept. Bij 1 pond rijpe kwetsen heeft men noo dig: 1 pond suiker, 10 gram pijpkaneel, 1 d.L. azijn en 3 stukjes gember. De vruchten worden geschild en ontpit. Men kookt de suiker met den azijn, pijp kaneel en gember en een weinig water. Daarbij voegt men de vruchten en men laat alles samen koken tot de marmelade goed dik is. Pijpkaneel en gember verwij dert men dan; men vult de marmelade in flesschen of potten en sluit ze af wanneer ze koud geworden is. Men laat de cichorei met het zout zacht jes koken in het water tot de vloeistof don kerbruin is; dan draait men het gas uit, voegt de gemalen koffie bij het bruine nat en laat alles samen in de goed gesloten pan nog een half uur trekken. De vloeistof mag dan niet meer koken. Tot slot filtreert men het nat door een fijn doekje en giet het over in een flesch. Men heeft dan ruim 1 L. koffie-extract, dat men ongeveer een week lang goed kan houden. Men neemt per kopjee ongeveer 1 eet lepel extract en vult dit aan met kokende mela ofwel met kokend water en melk of room. Een middel om tomaten voor den win ter versch te bewaren is mij niet bekend. Een recept van verduurzaamde tomaten puree in ons volgend nummer. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL We zullen dezen winter, evenals den vorigen, weer veel fluweelen dopjes dragen. Fluweel is ook een flattee rende stof. Hebben we nog een lapje van een jurk of rokje, dan kan men daar na tuurlijk handig een hoofddeksel van fa- briceeren door het goed op een oud mutsje te leggen en het patroontje na te knippen. Een kleine variatie door een lintje of bor- duurseltje in contrasteerende kleur maakt er dadelijk iets pittigs van. Fluweel kan men schoonmaken door het af te wrijven met een stuk wittebrood. Zwart fluweel zal weer een verrassenden glans vertoonen, wanneer men het afwrijft met een stuk spekzwoerd of een wollen lap je met petroleum. Vooral in het laatste ge val moet het kleedingstuk natuurlijk duch tig gelucht worden! - Gummi-schortjes nemen bij menige huisvrouw tegenwoordig de plaats in van een katoenen schort. Ze zijn ook zoo ge makkelijk te reinigen. Jammer is 't echter, dat ze verre van solide zijn. Kleine scheur tjes kan men zelf weer plakken met solutie, U weet wel, hetzelfde waarmede fietsban den worden geplakt. Is het schortje echter door vele scheu ren onooglijk geworden, dan kunnen we er gemakkelijk nog eenige slabbetjes van knippen. Deze zijn verbazend handig. We boren ze met 'n bandje op de ma chine. Ook kunnen we er op deze wijze sponsenzakjes van maken. Een groote gummispons in den vorm van een waschhandje is een heerlijk hulpmiddel om het houtwerk van deuren en kozijnen vlug te reinigen. Men neme hiervoor nooit warm zeepsop of soda, want daardoor wordt de verf beschadigd. Koud zeepwater, als het erg vuil is en nasponsen met water met een scheutje azijn. Een dergelijke gummi handschoen is ook zeer practisch om den auto schoon te ma ken. Om zelf te maken Dit alleraardigste lampje heeft een uit gezaagd frame. We hebben hiervoor noodig triplex van 8 m.M., mooi glad en gaaf. We trekken op dit plankje twee cirkels met een middellijn van 25 c.M. en in elk een tweeden cirkel, 3 c.M. binnen den eersten. Is dit gedaan, dan maakt U op pa pier nog precies zoo'n cirkel en teekent de rietstengels met de reigers zoo precies mo gelijk na. Misschien heeft U een ander voor beeld op het oog, dat kan natuurlijk ook. U kiest in ieder geval iets, dat mooi ajour is, zorgende dat de figuren der beesten ver binding hebben met den cirkel of met eenige andere lijnen, zooals bij onze teeke- ning met de rietstengels die dan voor ste- vigte dienen, daar anders het uitgezaagde motief te slap wordt. Is de teekening klaar, dan zet U met be hulp van een blaadje rood carbonpapier de teekening op beide cirkels over, heel nauw keurig het papier daarbij op het hout vast stekend met punaises. De twee cirkellijnen behoeft U niet te trekken, die staan reeds Damesblouse Genomen maten: bovenwijdte 92 c.M„ ruglengte 40 c.M. Benoodigd: 1.85 M. craquelé van 90 c.M. breedte, 70 c.M. elastiek. Ge teekent het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Vervolgens legt ge de patronen op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt. Hierna kunt ge schou der-, zij- en mouwnaden verbinden. De onderkant van den kraag wordt geajourd waarna ge het op den kant afknipt. De mouw bovenaan en den kraag aan den schouder rimpelt ge op de machine in, 5 x onder elkaar, op een afstand van één c.M De mouw bovenaan wordt ingehaald tot op een wijdte van 26 c.M. Langs het armsgat rijgt ge een inslag. De naad van de mouw komt op den zijnaad, waarna ge 't arms gat op de mouw stikt. Onderaan rimpelt ge de mouw in, terwijl ge hierop 'n boordje zet, dat ge 26 c.M. lang en 8 c.M. breed hebt geknipt. Het wordt aangestikt en aan den verkeerden kant overgezoomd, terwijl de naad van de mouw en van het boordje op elkaar komen. De binnenxnouw neemt ge 28 c.M. wijd en 20 c.M. lang; de naad wordt gestikt, waarna ge de mouw bovenaan glad tegenzoomt en onderaan even inrimpelt en dan ook tegenzoomt. De kraag bovenaan wordt ingehaald tot op een breedte van 5 c.M. De bovenkant wordt ingeslagen en onzichtbaar op den schoudernaad gezoomd, terwijl ge den hals van blouse en kraag pre cies op elkaar rijgt. Hierna wordt langs den hals een schuin biesje gestikt, terwijl dit aan den verkeerden kant glad wordt cp- gezoomd. Onderaan de blouse maakt ge 'n l!4 c.M. breed zoompje in, waardoor iater het elastiek wordt geregen, terwijl ge dit stevig 2 c.M. over elkaar naait. DINY we zien is het model zeer simpel, 't Heeft een paar groote zakken, wordt gesloten met drie knoopen en heeft geen kraag of revers, doch de halsuitsnijding wordt aangevuld door een vestje van imitatie-bont. Het ge heel genomen in beige en bruine tinten, zal een aardige combinatie vormen. Weer is de tijd gekomen, dat we ons mantelpakje kunnen gaan dragen. Het is nog te warm voor de bont jas en de zomermantel heeft afgedaan. Wie niet zoo gelukkig is zoo'n tusschentoi- letje in haar garderobe te hebben, zal wel zoo gauw mogelijk een patroon willen heb ben om er een te maken. Wij geven hier voor drie aardige voorbeelden. Fig. 2000 is gemaakt van een fijne, mos groene diagonaalstof. Het heeft een opge stikt voorstuk en breede revers. Het rokje is in klokvorm geknipt, waarbij de streep jes in verschillende richting loopen. De rug is zeer eenvoudig met een opgestikt mid denstuk, dat gelijk doorloopt met het voor stuk. Fig. 2001 bestaat uit een geruit rokje en een jasje in harmonieerende tint. Zooals Fig. 2002 is een sportpakje, doch kan door een sportief meisje op elk uur van den dag gedragen worden. De eigenaardigheid hiervan is, dat de strepen ook weer benut zijn ter versiering. Het rokje heeft opzij aan iederen kant een diepe plooi. Het jasje sluit flink over elkaar met een opstaanden col, dien wij ook van bont kunnen nemen. De taille wordt niet alleen geaccentueerd door de dwars loopende stof, maar ook door de ceintuur van peau de suède. POLA op het hout; alleen moeten de cirkels van het papier wel precies op die welke op het hout geteekend staan komen. Is ook dit klaar, dan zagen we alles uit, zoodat U ten slotte den cirkelrand van 3 c.M. overhoudt, met de uitgezaagde riet halmen en reigers. U zaagt met fijne zaagjes, zoodat er wei nig rafels komen en er dus weinig bij te schuren is. De beide cirkels komen op een voetje van eikenhout te staan; U neemt daarvoor een stukje van een eiken balkje. De bovenkanten worden even rond bijge schaafd en geschuurd, of de scherpe kan ten kunnen ook alleen weggenomen worden door ze te schuren met grof schuurpapier. Vervolgens schildert men de beide cir kels zilver. U neemt daarvoor aluminium- brons, in verf zaken verkrijgbaar, en mengt er wat bronstinctuur doorheen, dat U ook in denzelfden winkel kunt koopen, beide voor weinig geld. U neemt een weinig zilver en mengt er onder goed roeren zooveel tinctuur door, dat een mooie zilvervloeistof verkregen wordt. Wanneer een en ander droog is, gaat men met olieverf de reigers schilderen; tube-olieverf geeft de beste resultaten. U schildert ze wit met zwarte oogjes; een oranje veertje op den kop en een paar oranje halen in de vleugels en 'n zwart haaltje op de vleugels; de borst een wei nig oranje, pooten oranje. Met deze verf kunt U prettig doorwerken en behoeft U niet steeds te wachten tot een andere kleur droog is. De riethalmen krijgen een groene kleur. Zoo voert U beide cirkels aan den goeden kant uit; den achterkant behoeft U niet te bewerken, want daar komt niets van te zien. U laat het schilderwerk een paar da gen liggen totdat het goed droog is en rekt dan twee cirkels met een middellijn van 25 c.M. op een stukje lichtblauw doorzichtig celluloid, in huis vlij twinkels in verschillen de kleuren'verkrijgbaar. Deze cirkels wor den achter de uitgezaagde geplakt met be hulp van een goed plakmiddel. Vervolgens maakt U achter een der cirkels van boven en onder een klosje, ter breedte van 4 c.M. Dit mag van vurenhout zijn. De teekening laat U zien waar de klosjes moeten komen. U slaat ze zóó, dat men den cirkelvorm van buiten gewoon onder en boven ziet door loopen. Het onderste klosje wordt nu precies mid den op het verzilverde voetje getimmerd. In het bovenste klosje wordt een gat geboord, waar doorheen men het snoer kan halen. Op een fitting wordt de lamp gemonteerd en geplaatst op het klosje. Het snoer maken we met een paar haakjes langs den achter kant van den cirkelrand vast tot onder toe. U kunt het snoer zelfs nog door een gat in het voetje naar beneden laten loopen. terwijl dan aan den onderkant van 't blok je een gleufje gemaakt kan worden, waar het snoer naar den zijkant kan loopen. Vervolgens wordt de tweede uitgezaagde cirkel tegen het klosje geplaatst en vast- getikt, de mooie kant natuurlijk naar bul ten. De open zijkanten maakt men dicht met een reepje van het blauwe celluloid, dat op de beide kopkanten van den cirkel met heel kleine spijkertjes wordt vastge- timmerd. Het kapje kan gemaakt worden van dun ne rose celluloid of rose papier. Het schijn sel van de lamp zal zich ook eenigszins meedeelen aan de ruimte tusschen de beide cirkels, zoodat er een weinig licht zal ko men door het celluloid. Wanneer U het kapje van celluloid maakt kunt U de deelen op elkaar plakken met 'n beetje saponlak, verkrijgbaar in verf- winkels. ANEMOON DIE WOUW m HAAK HUISHOUDING IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 11