De basiliek op de Heilige Landstichting in aanbouw
Een werk van zeer groote
cultureele waarde
Geheimen der Stille Zuidzee
VRUCHT VAN TWINTIG
JAREN SPAREN
VERZONKEN EILANDEN
Eert straatje in Jerusalem en de
Hooge Markt met de ambts
woning van Pilatus even
eens iets nieuws
f ÏOO.OOO is er reeds;
de rest moet volgen
Een straatje in Jerusalem
Handel in menschen
Verruild tegen zout
Maquette van de in aanbouw zijnde Basiliek op de
H. Landstichting te ISijmegen
Niet minder dan 250 eilanden, op
oude kaarten aangegeven,
worden vermist
Het voorhof van het paleis van Pilatus. Rechts op het plein
de geeselpaal
Een Amerikaansche
expeditie
Eiffeltoren opnieuw
geverfd
De „groote wereld
Zij had er genoeg van
De a.s. sweepstake
Het trapsgewijze aangelegde terras met de drie hoogpoorten,
welke toegang geven tot den voorhof van de basiliek
Het is al meer dan twintig jaar geleden,
dat pastoor Am. Suijs een denkbeeld
dat bij hem gerijpt was begon te ver
wezenlijken hij wilde den bijbel nader bren
gen tot het volk, door het te laten zien de din
gen waarover in den bijbel wordt gesproken,
zoodat men zich over veel wat toen, ten tijde
van Jesus' omwandeling op aarde, zoo anders
was dan nu, een beter begrip zou kunnen vor
men.
Uit die gedachte is het grootsche monument
ontstaan dat we kennen als de Heilige Land
Stichting, een monument, dat nu al meer dan
twintig jaar oud (de Stichting werd opgericht
den llden Februari 1911), nog steeds groeien
de is.
Als men daar in Nijmegen, op het 100 hec
taren groote .heuvelachtige terrein ronddwaalt,
waar Oostersche gebouwen zijn verrezen, waar
Oostersche straatjes zijn aangelegd en waar
tal van plekjes te vinden zijn, waarover in den
bijbel wordt gesproken, tal van plaatsen worden
teruggevonden, die betrekking hadden op het
aardsche leven van Jesus, plaatsen waar Jesus
zelf vertoefde, dan waant men zich in het Pa
lestina van negentien eeuwen geleden ver
plaatst. Men ziet er de dingen die Jesus er
gezien heeft, men ervaart er hoe en waardoor
Jesus er geleden heeft. De geboortekribbe is er
te zien en het kruis en al wat daartusschen
ligt en veel van wat den leek duister blijft bij
het lezen van den bijbel, wordt hem daardoor
verklaard.
Nog altijd is de reeds zoo rijke stichting groei
ende, nog altijd komen er nieuwe voorwerpen
bij, verrijzen er nieuwe gebouwen, want de man
die tweeentwintig jaar geleden met dit groot
sche werk begon, pastoor Suijs, is nog altijd
de met jeugdig vuur bezielde en ook de be
zielende leider, wiens levensdoel het is, hier ter
eere Gods een monument te doen verrijzen, dat
eenig is in de wereld, leerzaam en zegenrijk
voor de geheele menschheid.
Dat zijn werk, waarmee in den aanvang wel
eens de spot werd gedreven en waarom is ge
lachen, wordt gewaardeerd, bewijst wel het feit,
dat elk jaar omstreeks honderd duizend men-
schen de Heilige Land Stichting bezoeken en
die honderd duizend zijn waarlijk niet uitslui
tend Katholieken, ongeveer de helft daarvan
zijn andersdenkenden en ook die zijn steeds
vol lof over wat ze er te zien krijgen.
Van den aanvang heeft de bedoeling voorge
zeten, naast al die historische, of aan de his
torie aangepaste, van de historie afgekeken
bouwwerken, ook een groote basiliek op de ter
reinen te bouwen, een bouwwerk, dat niet een
namaak zou zijn van een oud gebouw, maar
wel een, opgetrokken in Oosterschen trant, zoo
dat het in de Oostersche omgeving van het
geheel zou passen.
Twintig jaar heeft pastoor Suijs voor die
basiliek gespaard en honderd duizend gulden
zijn er in dien tijd voor bijeen gekomen, wat
wel-is-waar nog lang en lang niet genoeg is,
maar wat toch wel voldoende geacht werd om
met de uitvoering der reeds geruimen tijd ge
reed liggende plannen van den architect Stuiit
een begin te maken.
Aan de hierbij gegeven afbeelding van de
maquette kan men zien, wat het worden moet.
Het gebouw wordt opgericht op een hoogte,
die den geheelen omtrek domineert. Om den
koepel komen vier torens, die 45 M. boven de
torens van de reeds op het terrein staande
Cenakelkerk zullen uitsteken.
De fundamenten zijn reeds gelegd door de
Rijkswerkverschaffing en op het oogenblik is
men bezig met den bouw van het voorhof,
waarin aan weerszijden een aantal diorama's
zullen komen, met onderwerpen uit het oude
en het nieuwe verbond, alle betrekking heb
bend op de liefde Gods. De twee grootste zullen
voorstellingen geven van Het offer van Abra
ham en van Paulus op de Areopaag.
Het altaar komt midden onder den koepel
en in de vier armen van de in kruisvorm ge
bouwde kerk komen galerijen, die ieder plaats
zullen bieden aan 1000 personen. De vierdui
zend menschen zitten dus rondom het altaar
en kunnen allen ongehinderd de heilige han
deling die daar wordt voltrokken volgen. Dit
zijn alleen nog maar de galerijen; in het ge
heel zal de basiliek plaats bieden aan tien
duizend personen.
Waarvoor daar zoo'n reusachtige kerk noo-
dig is? Niet zoozeer als eigenlijk kerkgebouw
en als zoodanig zal ze dan ook niet geregeld
gebruikt worden, zoodat ook Ons Heer er niet
alle dagen zal rusten, zooals dat in een paro
chiekerk het geval is. De bedoeling, die bij den
stichter voorzat is meer, in Nederland een ge
bouw te hebben, waar groote Katholieke plech
tigheden zullen kunnen worden gevierd, zoo
dat men niet altijd voor dergelijke gelegenheden
een stadion, of een-of-ander groot gebouw be
hoeft te huren, dat er niet voor gebouwd en
dus uiteraard niet in alle opzichten voor ge
schikt is. Ook voor congressen en voor het be
spreken van de groote vraagstukken van den
dag zal het gebouw gebruikt worden, waar
men rustig zal kunnen vergaderen en feest
vieren, zonder gestoord te worden door de
dikwijls wanklankige geluiden die tot de zalen
in de groote steden doordringen, of de omgeving
ervan besmetten. Hier zal alles in harmonie
zijn, op, zooals pastoor Suijs het uitdrukte,
deze „buitenplaats van God".
Alleen bij speciale gelegenheden zal de basi
liek als kerk gebruikt worden.
Zooals ik reeds zei, in twintig jaar is er hon
derd duizend gulden bij elkaar gespaard, maar
er zijn nog wel een paar ton meer noodig om
het geheele werk te kunnen voltooien. Het
voorhof, waaraan men nu bezig is, zal het vol
gende jaar gereed komen, maar dan? Moet het
dan weer twintig jaar duren, eer men weer
een stuk verder kan gaan?
Pastoor Suijs hoopt van niet, hij wil den
bouw nu achter elkaar voortzetten en om dat
mogelijk te maken, heeft hij het plan van een
loterij uitgedacht, een loterij, niet om geldprij
zen, maar om stukiei. grond.
De Heilige Land Stichting beschikt over een
terrein van 100 hectaren en daarvan zijn er
op het oogenblik 60 voor de eigenlijke stich
ting in gebruik. De bedoeling is nu, een deel
van de overige 40 hectaren als particulieren
bouwgrond te verloten, waarvoor een tiental
groote verlotingen zullen plaats vinden, ieder
met vier groote prijzen. Voor elke loterij zul
len die prijzen bestaan: een uit een stuk grond
ter waarde van 10.000, eer uit een stuk ter
waarde van 2500, een uit 1500 en een uit
1000 grond.
Als deze loterijen opnemen, en pastoor Suijs
twijfelt daar niet aan, dan zal dus successie
velijk, naar gelang de bouw vordert, het voor
den verderen bouw benoodigde geld worden ver
kregen en zal binnen afzienbaren tijd de Hei
lige Land Stichting een gebouw rijker zijn dat
veel zal kunnen bijdragen tot de bevordering
van het Katholieke leven in ons vaderland.
Over een dag of acht zal de lotenverkoop voor
de eerste loterij beginnen.
Van de gelegenheid dat we toch op de Heilige
Landstichting vertoefden, hebben we gebruik
gemaakt even een kijkje te nemen in een
nieuwen aanbouw, een straat in Jerusalem,
die nog niet voor het publiek is opengesteld,
maar binnenkort tot een der aardigste beziens
waardigheden der Stichting zal behooren. Het
is een straatje, zooals die er in Jerusalem zijn,
niet een bestaand straatje nagemaakt, maar
een straatje, met zijn winkeltjes en zijn trap
jes en erkertjes, zooals die in het oude Jerusa
lem geweest .zijn en zooals ze er nog wel te
vinden zullen zijn. Wanneer men dit kronke
lige, nauwe straatje, dat door zijn vele bochten
en schilderachtige hoekjes telkens weer een
ander aspect heeft en vooral als de zon schijnt,
eeq denkbeeld geeft van de Oostersche kleu
renpracht, die de felle zon daar te voorschijn
weet te tooveren, in een omlijsting van diep
zwarte schaduwen, doorgewandeld is en weer
door een boog een hoek omslaat, heeft men
ineens een verrassend gezicht op de Hooge
Markt, met de ambtswoning van Pilatus, de
plaats waar Pilatus recht sprak, ook over Jesus.
Rechts een poortje waardoor een ander straat
je op de markt uitkomt, links, op een ver
hooging de verblijfplaats voor de soldaten, die
er in de zon zitten te drinken en te dobbelen,
recht vooruit de gevel van Pilatus' ambtswo
ning, met de naar den ingang voerende trap
pen, waarover ook Jesus naar binnen gegaan
is, toen de Joden van Pilatus zijn veroordee
ling eischten. Alles te zamen geeft een goed
beeld van den toestand zooals die was tijdens
Jesus' laatste dagen op aarde alleen de schel
dende en tierende Joden ontbreken, maar in
zijn verbeelding ziet men er die van zelf bij,
zich verdringend voor de trappen van het
imposante gebouw en om den daarvoor opge-
stelden geeselpaal.
Het is een mooi stuk werk, dat hier gewrocht
is en dat de Heilige Land Stichting alweer
meer doet lijken op het land van den Bijbel,
die nader tot ons komt door hier een dag te
verblijven.
ARTHUR TERVOOREN.
Berichten van de aan den Oost-Chineeschen
spoorweg gelegen stad Charbin en andere
plaatsen van Mandsjoerije meldden verschrik
kelijke toestanden, die aan de grenzen, tus-
schen de Sovjetunie en den Japanschen vazal
staat Mansjoekwo heerschen. Hier is in den
letterlijken zin van het woord een handel in
menschen ontstaan. Menschenroof en men-
schenjacht zijn loonende bedrijven geworden,
men ruilt menschen tegen zout en andere wa
ren in, of verkoopt ze voor geld.
De ongelukkige slachtoffers van dit ontzet
tend bedrijf zijn de armzalige schepsels, die
vluchtende uit de Sovjetunie de grensrivier
Amoer over trachten te steken. Gelukt het een
vluchteling, aan de uiterst waakzame grens
posten te ontkomen, en in een boot aan den
Mandsjoerijschen oever der rivier te landen,
dan is hij nog lang niet in veiligheid. Meestal
De theorie van de drijvende continenten die
zich voortbewegen, schijnt juist in den Stillen
Oceaan bevestiging te vinden.
Hier opende zich de aarde diep dieper dan
ergens elders scheurde en vormde spleten,
die men reeds tot 8000, 10.000, 12.000 M. diep
kon meten.
Water kwam in de diepe spleten, de bodem
verschoof en beeft nog thans: de bewegingen
der continentale verschuiving zijn nog niet op
gehouden. Nóg getuigen geweldige aardbevingen
aan de Westkust van Amerika, in Japan, in
Midden-Amerika; nóg getuigen zeebevingen
daarvan.
Hoe vaak heeft men niet gehoord, dat eilan
den verdwenen zijn korten tijd geleden werd
nog het eiland Ganges als verdwenen gemeld
en daarbij is niet sprake van koraaleilanden,
maar van massieve, uit het water oprijzende
bergtoppen, die ergens verzinken.
Maar dergelijke waarnemingen zijn slechts
onvolkomen, want de schepen wijken bij hun
tochten niet al te zeer van hun koers af.
Daarom heeft men thans in Amerika beslo
ten, een expeditie uit te zenden, want niet
minder dan 250 eilanden, die op oude kaarten
stonden, worden vermist! Misschien zijn zij er
nog, maar verkeerd in kaart gebracht; mis
schien zijn zij verzonken! Maar in ieder geval
zullen de zeekaarten van den Stillen Oceaan
eindelijk worden gecontroleerd en gerectificeerd.
Men hoopt eilanden te vinden, die nog waard
zijn beplant en bewoond te worden. Misschien
treft men stammen, die men nog in het geheel
niet kent, die schakels vormen tusschen de be
woners van Azië en de oerbevolking van Ame
rika of Australië. Het is reeds een halve eeuw
geleden sedert de vorst var. Monaco voor eigen
rekening op zün eigen schip in de Pacific
rondzwalkte en eilanden registreerde.
De expeditie, welke de Amerikanen hebben
samengesteld, bestaat uit vier schepen. Twee
van die schepen voeren vliegtuigen mede, opdat
een grooter gebied kan worden bestreken. De
beste peilapparaten bevinden zich aan boord,
zoodat tegelijkertijd verschillende nog niet on
betwist vaststaande diepten kunnen worden ge
meten.
Ook de expeditie van de Paasch-eilanden, on
der leiding van den bekenden archaeoloog H.
Lavacherie, zal trachten de rasverhoudingen en
de volkeren-„bruggen" in den Pacific te onthul
len.
Sedert men vóór 210 jaar deze Paasch-eilan
den ontdekte, heeft men zich het hoofd ge
broken over de vraag, waar de geweldige stee-
nen koppen van afkomstig zijn, die daar uit 't
zand de bezoekers aanstaren: uit vulkaange
steente gemetseld, gedeeltelijk getooid met roo-
de hoofdbedekkingen, pruiken waarschijnlijk.
Wonderlijke kunstwerken vinden wij ook in
Midden- en Zuid-Amerika, in Egypte, in Klein-
Azië, in Indië, maar nergens zoo geïsoleerd als
op de Paasch-eilanden.
De bewoners, bruine menschen, met het uiter
lijk van Polynesiërs maar met den langen sche
del der Negers, vertellen van een grooten oor
log tusschen de Langooren en de Kortooren en
van een grooten, wijzen God, den stamvader
van hun geslacht.
Bedenken wij verder, dat de bewoners in him
afbeeldingen een vogel namaken, die nog slechts
te vinden is op de Salomo's eilanden, in Mela-
nesië dus; bedenken wij verder, dat de roode
bedekkingen op de hoofden der steenen goden
en voorvaderen slechts overeenkomen met de
roodgeverfde pruiken van de inwoners der Sa-
lomo's-eilanden, dan moeten wij aannemen, dat
de cultuur van het Westen zich voortbewoog
naar het Oosten, over de Pacific, tot aan de
kusten van Amerika, voorzoover althans de weg
niet over de Beringstraat ging.
Hier tracht men dus een nieuw aanknoopings-
punt te ontdekken om de brug aan te oonen,
waarover de cultuur, die hier verzonk, haar weg
heeft genomen.
De met behulp van het echo-lood gemaakte
metingen bewijzen, dat rondom de Paasch-eilan
den een groot bergmassief ligt, dat verzonken
is. Datzelfde weten wij van de Zuid-Ockney-,
de Sandwich-, de Zuid-Shetland-, de Falkland-
eilanden.
Men is nog verder gevorderd in de kennis
van het verleden van den Pacific; de Falkland-
eilanden b.v. zijn alle deelen van een machtig
gebergte, viermaal zoo groot als de Alpen, dat
tot 8000 M. diep in het water daalt, maar hier
en daar ook tot 1500 en 1800 M. stijgt.
Op grond van deze zeer onvolledige gegevens
zal men begrijpen, waarom de belangstelling
der onderzoekers zich concentreert op de Stille
Zuidzee.
Is ook de beschaving van het Avondland over
den Atlantischen Oceaan naar Amerika ge
bracht veel en veel vroeger heeft de cultuur
van den Indischen Archipel door de Stille Zuid
zee haar weg naar de Nieuwe Wereld gevon-
denl
beginnen voor de zoo juist aan de kogels der
grenswacht onkomenen nieuwe zorgen, want
thans is het zaak op te passen voor de men-
schenjagers, die in de grensdistricten aan de
Amoer jacht op de vluchtelingen maken. Aan
de Sovjetzijde van den stroom betalen de bols
jewistische grenswachten geld- of waren-
premies voor eiken vluchteling, die hun uitge
leverd wordt en die in de meeste gevallen on
middellijk na hun uitlevering, nog voor de
oogen van den menschenvanger neergeschoten
wordt.
In vele gevallen zijn tusschen misdadige
elementen van de Chineesehe en Mandsjoerij-
sche grensbevolking aan de Mandsjoerijsche
rivierzijde en de Sovjet-autoriteiten regelrechte
overeenkomsten getroffen, die neerkomen op
den uitruil van menschen. De Sovjet-autoritei
ten houden niets kwaads vermoedende Chinee-
zen, die naar Mandsjoerije willen reizen, als gijse-
laars vast en verklaren, dat zij hun slechts dan
vrij zullen laten, als hun een even groot aantal
Russische vluchtelingen uitgeleverd wordt. Het
gevolg hiervan is, dat de zich in Mandsjoerije
bevindende verwanten van de gevangen geno
men Chineezen zich door helpers het ge-
wenschte aantal Russische vluchtelingen „ver
schaffen", d.w.z. hen overvallen en met geweld
naar de Sovjetunie terug laten voeren, waarop
de bolsjewistische autoriteiten de Chineesehe
gijselaars vrij laten.
Onlangs hebben de Japansche bezettingstroe
pen een energieken strijd tegen dezen men-
schenhandel op touw gezet. En ze zijn er zelfs
niet voor teruggeschrokken, op heeterdaad be
trapte menschenhandelaars terecht te stellen.
Men moet echter niet uit het oog verliezen,
dat deze strijd tegen den menschenhandel en
menschenroof buitengewoon moeilijk te voeren
is. De Amoer vormt een buitengewoon lange
grenslijn tusschen de Sovjetunie en Mandsjoe
rije en daardoor is de grenscontröle der be
trekkelijk zwakke Japansche bezettingstroepen
slechts zeer moeilijk te voeren. Hierbij komt
nog de omstandigheid, dat de grensbevolking
aan den Mandsjoerijschen oever, zelfs daar,
waar zij in het geheel niet bolsjewistisch ge
zind is, zich tegen de Japanjche bevelen en
die der autoriteiten van den vazalstaat
Mandsjoekwo verzet, daar de Japanners als in
dringers en onderdrukkers worden beschouwd.
Vele honderden, die aan de ontzettende hon-
ger-ellende en de Sovjetterreur ontkomen wa
ren, zijn dan ook aan de Sovjet-autoriteiten
„terugverkocht" en hebben een vreeselijken
dood gevonden.
De Eiffeltoren, sinds de groote wereldtentoon
stelling van 1889 een der grootste attracties
van Parijs, wordt dit jaar opnieuw geverfd.
De laatste verf, die zeven volle jaren wind
en weer getrotseerd heeft, was grijs bruin, in
volle harmonie met de licht grijs-blauwe
kleuren der Parijsche luchten. Ditmaal heeft
men meer rekening gehouden met de aesthetics
en na veel proefnemingen besloten voor een
veel lichter geel-bruin dat de fijne silhouette van
het geweldig ijzeren gevaarte veel grover maakt,
maar dat echter veel beter bestand zal zijn te
gen de verschillende weersgesteltenissen.
Voor het nieuwe toilet van den 300 meter
hoogen toren, die de antennen van het sterkste
radiostation der wereld draagt, zijn niet minder
dan 45 tonnen olieverf noodig. Het werk eischt
verschillende maanden, daar er, wegens het
groote gevaar, dat er aan verbonden is, niet
meer dan een dozijn mannen aan kunnen wer
ken. Er komen slechts vroegere matrozen en
dergelijke specialisten in aanmerking, die abso
luut geen last van duizeligheid hebben. Zij han
gen aan op en neer wiegelende touwen op 300
meter hoogte tusschen hemel en aarde. Beneden
zijn ze ternauwernood te onderscheiden van de
vogels, die opgewonden rond den toren fladde
ren en niet bijster in hun schik schijnen te zijn
met de ongewone storing.
Eiffel, de bouwer van den toren, die eens
als een wereldwonder aanschouwd werd, heeft
den levensduur van zijn werk op hoogstens 15
jaar geschat. Tegen verwachting in zijn de be
tonnen fundamenten die een gewicht van en
kele honderdduizenden tonnen ijzer dragen,
veel solider gebleken. In den loop van 40 jaren
zijn ze nauwelijks enkele millimeters gezakt en
volgens de verzekering van technici, die den to
ren ieder jaar controleeren, zullen nog honderd
duizenden bezoekers van het onmetelijk pano
rama kunnen genieten, dat van zijn galerijen
en étages uit over de geweldige huizenzee der
hoofdstad heen de heuvels, dalen en wouden
van het He de France omsluit.
Het voorhof van het paleis van Pilatus
gezien van de open voorgalerij van het
paleis. Op den voorgrond de geeselpaal en
op den achtergrond een wachtgelegenheid
met lage rustplaatsen.
99
Toen de wachtmeester Coenst door de voor
stad van Springfield (New Jersey) rondliep,
viel zijn aandacht op een landlooper, die een
vreeselijken verwaarloosden en verarmden in
druk maakte. Hij liep een tijd lang onopvallend
achter den landlooper aan en zag nu hoe deze
zich bij voorkeur met kinderen onderhield, en
hun lekkers en soms geldstukken toestopte. Bij
het toenemend aantal kinderontvoeringen in
de Vereenigde Staten viel het niet te verwon
deren, dat de ambtenaar spoedig tot de
arrestatie van het verdachte individu overging.
Tot verbazing van den beambte bleek op den
politiepost, dat de landlooper in werkelijkheid
een vrouw was. Bovendien ontdekte men, in de
lompen vastgenaaid, niet minder dan 17000
dollar in groote bankbiljetten en in een ge
heimen zak nog 12000 francs, eveneens in papie
ren geld. Toen men haar omtrent de herkomst
van het buitenlandsche geld ondervroeg, gaf de
landloopster ten antwoord, dat men bij den
steeds dalenden dollar tenslotte maatregelen
moest treffen, zoo men tenminste op een goe
den dag niet geheel zonder middelen wilde
zijn. Uit de papieren van de landloopster, die
overigens in orde waren, bleek nu, dat het een
zekere mevrouw Hellen Bistrom was, wier echt
genoot, een Baltisch baron, in 1922 door de
Bolsjewisten in Rusland doodgeschoten was.
Mevrouw Bistrom was intusschen in 1929, an
dermaal getrouwd, en haar man was in Parijs
een zeer bekend, schatrijk makelaar geweest.
Toen de commissaris haar inlichtingen vroeg
omtrent de redenen waarom zij op deze manier
door het land trok, antwoordde zij, dat zij in
de z.g. „groote" wereld zooveel teleurstellingen
ondervonden had, dat zij het nu eens in de
wereld der kleine luitjes wilde probeeren.
Voorloopig voelde zich ach ook in haar
nieuwe rol goed op haar gemak. Daar zij bo
vendien niet uit bedelen ging, maar omgekeerd
arme en noodlijdende menschen, die zij op
haar zwerftochten ontmoette, hielp zooveel zij
kon, en bovendien het wandelen op de wegen
der Vereenigde Staten niet verboden kan wor
den, was zij van meening, dat hiermee het in
termezzo van haar gevangenschap geëindigd
was. De commissaris kon inderdaad tegen deze
argumenten niets inbrengen en liet, hoewel
hoofdschuddend, de millionnaire vrij.
Voor de race, welke op 25 October te New
market zal worden geloopen en waaraan een
sweepstake is verbonden voor de Iersche hos
pitalen, zijn 62 paarden ingeschreven. Ver
wacht wordt dat ongeveer 3240 prijzen zullen
worden uitgekeerd tot een bedrag van 2 mil-
lioen pond sterling.