DE TROONREDE Opening der Staten-Generaal Prikkeldraad Toon en muziek In de Ridderzaal ■lil 15111 RIJNVAARTCOMMISSIE GROOTSCH EERBETOON Bravo! DINSDAG 19 SEPTEMBER OORLOGSSCHIP NAAR CUBA Pater A. Saut Zilveren priesterfeest Opmerkelijk ontslag VERTREK NAAR DE MISSIE ACTIE TEGEN STRAPERLO De meening van den Minister SPOORWEG ALPHEN-GOUDA Met Mei nog niet in gebruik BEDEVAART NAAR ROME Nationale Noveen ter eere der Kleine H. Theresia Adhaesie aan ds. van Hoogenhuize CLUBKAMPIOENSCHAP OP DEN WEG Sparta, Den Haag, wint den titel Hulde langs den weg INBRAAK IN EEN KER' De dieven hadden weinig succes EEN RIJKSROGGEBUREAU? DE LAATSTE DAG IN UNIFORM Het groote moment Eerbetoon langs den weg Op het Binnenhof President Roosevelt heeft eenige oorlogsschepen naar Cuba gezonden ter be scherming van de op Cuba wonende Amerikanen. Op onze foto ziet men den Amerikaanschen kruiser „Mac Farland" in de haven van Havana Als het de toon is, die de muziek maakt, dan klinkt de muziek van deze Troonrede bijzonder onwelluidend. Er van afgezien, dat men de bittere noodza ken van 1933 in een verzorgder vorm had kunnen zeggen dan in een zoo slordige, de partementale stijlloosheid, de warme, natio nale toon wordt niet gehoord. Pas heeft de spontaneïteit van het volk hartelijk met H. M. de Koningin het regeerings-jubilé ge vierd, in dit ambtelijke stuk trilt niets van het vaderlandsche hart, dat vandaag nog in de straten van Den Haag met Oranje leefde. Waarom spreekt, terwijl de nood en het nationaal-fascisme schreeuwen, de Regeering gereserveerd en zonder con tact met de natie, die de lasten wil dragen, maar van haar idealen hooren? Dat het geheele volk zware offers moet brengen weet het, maar zeg het met meelevende menschelijkheid en niet zoo ouderwetsch li beraal kanselarij-zuur. Een crisis-Troonrede kan niet alle ver langens bevredigen, wij moeten meedoen aan de regelmaat van inkomsten en uit gaven, de afbraak en de belastingen. Want de „moeilijke omstandigheden", de „gron dige verwarring", de „verschuivingen van blijvend karakter", het eerstnoodige „finan- cieele herstel", laat ons de les maar opschrijven eer zij morgen door de millioe- nennota vermenigvuldigd wordt: aanzien lijke beperking der uitgaven, salarisverla ging, besnoeiing van diensten, korting op het gemeentefonds, verscherpte controle op gemeentelijke financieele gestesDoch met afbraak en bezuiniging alleen maken we geen huishouden, waar blijft het positieve, de constructieve welvaartspoli- tiek? Werkverruiming door productieven arbeid, die de werkloozen verdiend brood geeft, heeft het katholiek program van actie gevorderd. De Troonrede belooft haar op ruime schaal, zij noemt intusschen al leen woningbouw voor verlaagde huren met inschakeling van het particulier be drijf op zich zelf sociaal en economisch uitstekend maar zwijgt over wegen- en bruggenbouw, de Zuiderzee, ontginnin gen, zooals de groote lijn niet wordt getrok ken tot bescherming der volkswelvaart, Samenwerking van werkgevers en -nemers in goede rechtsverhoudingen zonder den vrede-onder-de-wapens van collectieve contracten en strijdfondsen, niewen maat- schappelijken opbouw volgens het organisch beginsel. Indertijd heeft Minister Colijn laten verluiden, dat de Regeering het grootendeels eens was met het Urgentie program en de adressen van onze indqs- trieelen, werklieden, boeren en tuinders. In de Troonrede bemerkt men er even weinig van als van de hand boven het hoofd van den middenstand, tusschen kapitaal en ar beid weggevochten. Pas zijn de katholieke en neutrale middenstandsorganisaties op gekomen voor de verarmende burgerij, had de Troonrede daarop niet eenig be scheid kunnen geven door aankondiging van maatregelen tot wijziging van de Winkelsluitingswet, afschaffing van het cadeau-stelsel, credietverleening enz.? En terwijl de Regeering zoo uiterste krachtsinspanningen van het volk vordert, had het gezag zich nu ook niet ondubbel zinniger moeten uitspreken tegen de que rulanten, kankeraars en beroepsopruiers, die den algemeenen nood exploiteeren zonder tot het herstel rust en orde toe te laten? Een algemeene aankondiging, dat deze beroepsopruierij het Parlement uit moet, althans dat zij in geen enkele ver gadering binnen of buiten Den Haag nog langer wordt geduld, zou een verademing zijn geworden voor ons volk en tegelijk een tactische zet tegen het fascisme, aan welke beweging veel te veel de werfkracht onder de volksverlangens wordt overgelaten. Terwijl de Troonrede het perspectief opent, dat de Nederlandsche markt zoo veel mogelijk blijft voorbehouden aan de Nederlandsche nijverheid, voor Indië wordt alleen maar weer „voortgaande beperking der uitgaven" aangekondigd. Staat de Re geering dan los van Indië, waar enkel met de vuist tegen de volksmisleiders wordt gedreigd? Het moederland heeft toch ook nog moederzorg voor de Indische welvaart, zooals het baten heeft bij een economische wisselwerking van wederzij dsche belangen en de maatregelen om deze te bevorderen. De Nederlandsche markt ligt immers niet geïsoleerd in Europa, zij interesseert het geheele koninkrijk met 70 millioen zielen hier en over zee. Ginds en in osn land staan de nationale offervaardigheid, het gezond verstand en de volkskrachten klaar, om de natie door Zaterdag 7 October herdenkt de hoogeerw. Pater A. Saut, Provinciaal der Redemptoristen, den dag, waarop hij vóór 25 jaar de H. Priester wijding ontving. Z. H. eerwaarde was eerst eeni- gen tijd werkzaam als missieprediker en retrai- tenieider. waarna hij gedurende dertien jaar is verbonden geweest als leeraar aan het Klein seminarie der Paters Redemptoristen te Roer mond. De laatste jaren van zijn verblijf aldaar was hij tevens directeur van die studie-inrich ting. In 1924 werd hij aangewezen als overste van het klooster te Roosendaal. Bij zijn aftre den aldaar werd hij in dezelfde hoedanigheid overgeplaatst naar 's Hertogenbosch. Na het overlijden van den hoogeerw. Pater L. Wouters in Mei van dit jaar werd hij benoemd tot pro vinciaal Overste en vestigde zich te Nijmegen op den Nebo. Wegens afwezigheid van Z. H. eerwaarde vanaf 7 Oct. tot en met 31 Oct. wordt dit feest herdacht op den zesden Oct. Des mor gens om 9 uur zal de jubilaris een plechtige Hoogmis opdragen en van 11 tot 12 uur receptie houden. een der bitterste tijdperken van onze ge schiedenis heen te helpen. Maar indien de Regeering niet sterker de leiding neemt en een constructiever welvaartspolitiek vormt, zullen de partijen en met name de R.K. Staatspartij' bij-de-hand moeten zijn met initiatief-voorstellen. Bij Koninklijk Besluit werd aan mr. G. W. J. Bruins eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van Rijnvaartcom missaris. Hetzelfde nummer van de Staatscourant, dat deze mededeeling brengt, bevat nog be richten van ontslagnemingen „op zijn ver zoek" of „m£t dankbetuiging voor bewezen diensten" van andere rijksambtenaren. Bij het bericht betreffende mr. Bruins ont breekt een dergelijke aanwijzing. Zijn wij wel ingelicht, dan schijnt het op merkelijke ontslag in verband te staan met de opzienbarende publicaties in het „Dgbl. van N.Br." over de Ned.-Belgische rivier verbindingen. Indrukwekkende plechtigheid te Cadier en Keer Zondag a.s. 24 September zal in de kapel van het missiehuis te Cadier er. Keer, met de gebruikelijke luister en plechtigheid, het jaar lij ksche afscheidsfeest worden gehouden van de nieuwe Nederlandsche missionarissen van de Sociëteit der Afrikaansche Missiën, die naar de missiën van Afrika zullen vertrekken. Z. H. Exc. Mgr. Dr. Lemmens, bisschop van Roermond, zal zelf de missiekruizen zegenen en aan de vertrekkenden uitreiken. De plechtige afscheidsrede zal worden gehouden door Pater H. De Greeve S.J. De plechtigheden beginnen om 2 uur 45 en de kapel zal voor iedereen toegankelijk zijn, zoodat niet alléén familieleden van de missio narissen, doch ook andere belangstellenden in de gelegenheid zullen zijn om deze indrukwek kende plechtigheden bij te wonen. De Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Laren heeft een adres gericht aan den Minis ter van Binnenlandsche Zaken in verband met de door den burgemeester verleende vergunning voor het houden van een speelzaal in hotel Hamdorff aldaar. De minister heeft thans geantwoord, dat door den rechter zal worden uitgemaakt of het Stra- perlo geoorloofd is of niet. Tevens deelt de minister mede, dat hij de meening, dat maatregelen getroffen moeten worden tot het tegengaan van dit kwaad, ten volle deelt. Dezer dagen werd vermeld, dat de spoorweg Alphen—Gouda met de nieuwe dienstregeling in Mei 1934 voor het publiek zou worden geopend. Naar wij uit goede bron vernemen, is dit evenwel niet het geval. Wanneer de opening zal plaatsvinden is nog niet bekend, doch zeker niet met den nieuwen zomerdienst. Ook het Nederlandsch Bureau van het Apos tolaat des Gebeds heeft het plan opgevat in den geest van den Paus een bedevaart naar Rome te ondernemen. Al is de reisroute zóó gekozen, dat men tevens genieten kan van de schoonste steden en streken in Europa, den Rijn, Zwitserland, de Riviera, Rome, Napels, So- rento, Florence, Venetië, de Dolomieten, Tirol met Hall, het Oostenrijksche Heiligdom van het H. Hart, Beieren, toch blijft bij de lei ding voorop staan, dat het een echte bede vaart moet zijn, waarbij het geestelijke nut den doorslag geeft. Het hoogtepunt is natuurlijk Rome en de audiëntie bij den Pq,us. Onze aankondiging, vorige week in de bla den verschenen, is niet zonder gehoor gebleven! Het motto dezer noveen, dat de lieve Heilige ons aan de hand deed: „Het is Gods Wil dat de zielen voor elkaar 's hemels gunsten, door 't gebed, verkrijgen" schijnt goed begrepen. Goddank! Toch missen we nog vele oude be kenden. Wacht U a.u.b. niet tot den uitersten datum? Het is dan zoo moeilijk nog allen tij dig een antwoordje te sturen. Gaarne benutten we even deze gelegenheid om den velen, die reeds hun intenties zonden, te verzekeren, hoezeer we met ieders leed meevoe len. Men zou wel iederen brief apart met een troostend en belangstellend woordje willen be antwoorden. Doch als U weet dat 't er vele honderden zijn, begrijpt men dat zulks on mogelijk is. Daarom op deze wijze! Nogmaals de verzekering onzer vurigste ge beden! Mèt en vóór elkander, gesteund door de machtige hulp der groote Wonderdoenster! Moge het weer voor velen een blij Theresia- feest worden dit jaar! ZUSTERS KARMELIETESSEN, Heerenweg, Egmond a. d. Hoef (N.-H 'i Postrekening no. 39730. BATAVIA, 18 Sept. (Aneta). Naar aanleiding van de redevoering, gehouden door Ds. Van Hoogenhuize bij het diner, aangeboden door het Huldigingscomité te Amsterdam, merkt het „Nieuws van den Dag van N. I." het volgende opIn de officieele entourage verscheen opeens het enfant terrible Van Hoogenhuize. Met zijn „dissonant" is deze tafelredenaar buiten zijn boekje gegaan, maar dat er nu eens eindelijk, eindelijk iemand is die alle opgehoonte smaad. verguizing en onhebbelijkheid den rooden be taald zet, schenkt voldoening. De „Java-Bode" schrijft, dat de onbehoor lijkheid van Ds. Van Hoogenhuize navolging verdient. Er is veel onbehoorlijkheid, welke men niet graag zou missen. Het blad roept in her innering het feit dat wijlen generaal Van Heutsz in een zijner bekende aanteekeningen in margine op een Atjeh-stuk waarin iets stond van een flink officier, die zijn boekje te buiten was gegaan, schreef: „Straf hem maar niet te zwaar. Anders doet hij het misschien nooit weer." Vereenigde vergadering der beide Kamers tot opening der gewone zitting Hedenmiddag is de gewone zitting van de Staten-Generaal op de gebruikelijke wijze ge opend. De Heer W. L. BARON DE VOS VAN STEENWIJK, die het voorzitterschap bekleedt, opent, nadat de leden der Staten-Generaal zich in de Ridderzaal vereenigd hebben, des namid dags te half een uur de vergahering en doet den Griffier van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk Besluit van 9 September 1933, no. 18, houdende zijn benoeming tot voorzitter van de Eerste Kamer gedurende de zitting, welke he den aanvangt. De VOORZITTER benoemt een Commissie, die Hare Majesteit in het gebouw zal ontvan gen en uitleiden. De Commissie van in- en uitgeleide bestond uit de heeren De Savornin Lohman, Kranen burg, Droogleever Fortuyn, Schoemaker, van Asch v. Wijck van de Eerste Kamer, Bongaerts, v. Rappard, v. Dijk, v. Boetzelaer v. Dubbel dam, Bierema, mej. Katz, de heeren Schaep- man, Kampschöer, v. Hellenberg Hubar en Terpstra van de Tweede Kamer. De Ministers, Hoofden van Ministerieele De partementen, en de leden van den Raad van State vereenigen zich des namiddags te één uur mede in de Ridderzaal. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Ne derlanden, Hertog' van Mecklenburg, en van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, kort daarna in de Ridderzaal aangekomen, wordt door de Commissie in de vergadering binnengeleid, neemt plaats op den troon en houdt, nadat ter rechterzijde van Hare Majes teit Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden en ter linkerzijde Hare Konink lijke Hoogheid Prinses Juliana hebben plaats genomen de Troonrede, die we op de voorpa gina van dit r.ummer publiceeren. Daarna verlaat H. M. de Koningin, vergezeld van Z. K. H. den Prins der Nederlanden en van H. K. H. Prinses Juliana en voorafgegaan door de Commissie, de vergaderzaal. De VOORZITTER sluit, nadat de Commissie in de zaal is teruggekeerd, de vereenigde ver gadering. Niet minder dan 19 ploegen namen Maandag deel aan de clubkampioenschappen, welke op de Veluwe werden verreden. Terwijl de Amhemsche politie op rustige wijze voor de orde zorgde, vertrok om half elf als eerste ploeg de kampioen van het vorig jaar „De Bataaf' uit Halfweg. In verband met het groote aantal deelnemende ploegen was het onderling verschil na eiken start tot 3 minuten teruggebracht. Het traject ging evenals andere jaren over Teriet, Woeste Hoeve, Beekbergen, Ugchelen, Hoenderloo, Otterloo, Oud-Reemst en Schaars- bergen naar Arnhem. Deze afstand, 58 K.M., moest driemaal gereden worden. Tijdens de eerste ronde gebeurde er weinig bijzonders. In een snel tempo trokken de ren ners tegen de Veluwsche heuvels op. 1 uur 32 min. 9 sec. na den start snellen de renners van „De Bataaf" weer over den Schelm- schen weg. Er waren twee ploegen, die de eerste ronde sneller deden dan „De Bataaf." Het waren Ex celsior en Sparta. Het Amsterdamsche Excel sior had 1.31.56 noodig. Een voortreffelijke in druk maakte het Haagsche Sparta, dat met 6 man, die nog volkomen frisch bleken, aan de tweede ronde begon. Haar tijd was 1.29.41. De Bataaf en Exjrlsior hadden ieder reeds een man achtergelaten. In de tweede ronde vielen spoedig de noodige slachtoffers. De ploegen van Vitesse-Tilburg, Le Champion-A'dam, De Kampioen-Haarlem en Germania-A'dam haalden zelfs voor de tweede maal de controle te Arnhem niet meer. Sparta bleek inmiddels nog meer op haar concurrenten te zijn uitgeloopen. Zonder uitval lers passeerde men 3 uur 4 m. 29 sec. na den start „De Waterberg." Excelsior nam thans de derde plaats in met een totaaltijd van 3.10.30. De Bataaf had 3.10.17 noodig. Beide ploegen telden echter eeni ge uitvallers. Tijdens dit gedeelte van den wedstrijd vonden de verschillende ongevallen plaats, waarvan één den tragischen dood van L. P. Kooyman uit Den Haag tengevolge had. Zijn clubgenooten, die, daar Kooyman achter was geraakt, van zijn noodlottigen val niet op de hoogte waren, pas seerden nog welgemoed voor de tweede maal de controle te Arnhem. Toen hen onderweg de ongelukstijding bereikte, staakten de nog in den strijd zijnde „Voorwaarts"-renners hun rit. Ook Spruyt Blokker, die met de E. N. R. K. W. R. V. ..Amsterdam" meereed werd door een val uitgeschakeld. In de deerde ronde liepen de Sparta-renners steeds'meer op de andere ploegen uit. Nog geruimen tijd bleef het zestal, gevormd door v. d. Valk, J. Pootjes, M. Leydekkers. H. v. d Meer, C. Bronger en A. Ammerlaan bijeen. Met 4 man gingen de blauw-witte Hagenaars in een stevig tempo op Arnhem af. Na 4 uur 43 min. 25 sec. gingen' de Spartanen onder luid geiuich over de eindstreep. Excelsior, dat reeds slechts met 3 man aan de laatste ronde begon raakte weldra haar derden man kwijt, zoodat de Amsterdammers den strijd moesten staken. Daaraan dankte „De Bataaf" het, dat zij op de tweede plaats belandde. Sparta had dus een voorsprong van niet minder dan 13 minuten. „De Germaan" uit Amsterdam bezette met 4.58.06 de derde plaats. De verdere uitslagen waren: 4. Tilburgia 5.01.01; 5. Het Zuiden-Tilburg 5.03.25; 6. Olvmnia-A'dam 5.03.36: 7. Ulysses- Amsterdam 5.05.44; 8. De Adelaar-Apeldoorn 5.09.49; 9. D. T. S.-Zaandam 5.22.07; 10. Racing Club Rotterdam 5.22.27; 11. A. W.C. Voorwaarts- Arnhem 5.32.33; 12. Olympia-Wageningen 5.37.51," 13. E. N. R. K. W. V.-A'dam 5.39.51. Duizenden uit den lande in de residentie aanwezig, om uiting te geven aan hun „Oranjeliefde" Opnieuw heeft de Koningin .zich heden, vergezeld van den Prins en van Prinses Juliana met de door de traditie geijkte praal en luister naar het Binnenhof begeven ter plech tige opening van de zitting der Staten-Gene raal. den van de Gouden Koets, met acht paarden bespannen. Op dat oogenblik werd door het uitsteken van vaantjes het sein gegeven voor het lossen van het eerste der tijdens den duur der plechtigheid van het verlaten van het paleis tot den te rugkeer aldaar afgegeven minuutschoten uit de op het Malieveld opgestelde batterij van de le Artillerie-brigade, bestaande uit 4 vuur monden. Onder het daveren van het eerste schot pre senteerde de eerewacht het geweer en terwijl het oude Wilhelmus weerklonk, ingezet door de Koninkl. Militaire Kapel, stapten de Koningin, de Prins en Prinses Juliana in de Gouden Koets; die zich onder luid gejubel der menigte statig in beweging zette. Naast elk der acht paarden, waarmede de koets bespannen was, ging een koetsier; aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Het was opgevallen, dat de bond der roode politiemannen deftig gesproken: de Algemeene Bond van Politie-personeel in Nederland bij de Koninginnehulde in het Amsterdamsche Stadion geschitterd had door afwezigheid: een hoofdbestuurder zou nadien verklaard hebben, dat er voor dezen bond geen aanleiding was om zich bij deze gelegenheid te doen vertegenwoordigen.... Een en ander lokte nogal commentaar uit: er werd uitgerekend, dat zestig procent van het hoofdstedelijk politiepersoneel behoorde tot den bond, voor welken er geen aanleiding wasenz., en men vroeg zich, terecht iet wat ongerust, af, of Nederland met een zich dusdanig karakteriseerende politiemacht wel veilig was in dagen van aanvallen op troon en gezag. De vraag was gesteld, en het antwoord daarop zou niet uitblijven: de overheid had reeds vroeger getoond, niet op te zien tegen opruiming van onbetrouwbare elementen, in dien die opruiming noodzakelijk of wensche- lijk bleek. Er is nu echter en wij vermelden het met groote voldoening een heel ander antwoord los gekomen op de penible vraag: In een Zondag te Den Haag gehouden ver gadering der afdeeling van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland is n.L de volgende motie aangenomen: „De afdeeling Den Haag van den Algemee nen Bond van Politie-personeel in Nederland, op 18 September 1933 in vergadering bijeen; gehoord de besprekingen over een artikel in het dagblad „De Telegraaf", waarin op grond van het niet deelnemen door genoemden Bond aan de Huldiging van H. M. de Koningin in het Stadion te Amsterdam, de betrouwbaarheid van de leden dier organisatie in twijfel wordt getrokken; protesteert tegen iederen twijfel aan de be trouwbaarheid van hare leden; verzekert, dat hare leden ten allen tijde, zonder eenig voorbehoud, ook in de toekomst, trouw zullen zijn aan het Staatsgezag en de plichten, voortvloeiende uit den door hare leden afgelegaen ambtseed, ten volle zullen nakomen; besluit deze metie te publiceeren in de pers, en gaat over tot de orde van den dag." Tevens is bekend gemaakt, dat de Bond wèl zal deelnemen aan de Koninginne-hulde te Den Haag. Bravo! Het doet deugd, op te merken, dat er iets aan 't veranderen is in veler hoofden. eindigd, werd ruim half twee met hetzelfde eerbetoon door de Eere-wacht de terugtocht naar het Koninklijk Paleis langs denzelfden weg ondernomen. Toen de stoet van de Ridderzaal vertrok, hadden zich oudergewoonte de leden van het Corps Diplomatique en hun dames, die de ope ningsplechtigheid in de zaal hadden bijgewoond, nabij de middelste poort van het Binnenhof opgesteld, teneinde den Vorstelijken personen bij het voorbijrijden een hoffelijken groet te brengen. Aan het Paleis werden der Koninklijke Fa milie dezelfde militaire eerbewijzen als bij het vertrek betoond. Onnoodig te zeggen, dat de Koningin op den terugweg opnieuw met groote geestdrift door de menigte werd toegejuicht. Na Haar terug keer in het Paleis vertoonde de Vorstelijke Fa milie zich eenige oogenblikken op het voorbal- con, onder daverend gejubel der menigte. Maandagnacht is ingebroken in de O. L. Vrouwekerk aan de Brinklaan te Bussum. De inbrekers hebben zich toegang verschaft door de bergkamer, waar zij alle kasten hebben open gebroken. Zij hebben er echter niets van hun gading gevonden. Door het verbreken van een slot van efen deur hebben zij zich toegang ver schaft tot kerk en sacristie. Gelukkig hebben zij het altaar en het tabernakel onaangeroerd gelaten. Zij hebben echter wel de offerblokken met geweld willen forceeren; gedeeltelijk is dit gelukt, doch de offerblokken waren juist des middags na de Hoogmis geledigd. De inbre kers zijn daarna door de hoofddeur onverrich- terzake vertrokken. De inbraak werd ontdeft door den koster, die alle deuren en kasten open vond. Hij waarschuwde onmiddellijk den pastoor en de politie. Na ingesteld onderzoek bleek, dat zoo goed als niets werd vermist. Bij het openen van de kerk bemerkte de kos ter, dat de hoofddeuren open waren. Vingerafdrukken en voetstappen zijn niet ge vonden. Afzonderlijke directeur Naar „Het Handelsblad" verneemt, zal de heer H. W. Verbrugge directeur worden van een in te stellen afzonderlijk Rijksroggebureau, dat de verschillende wettelijke maatregelen met betrekking tot rogge ten uitvoer zal brengen. Jeugdige fascisten brengen Den Haag in rep en roer Ook in Den Haag is het Maandagavond ru moerig geweest. Een aantal jeugdige fascisten heeft de binnenstad in rep en roer gebracht. Blijkbaar wilden ze nog een keer voor het uni formverbod van kracht zou worden, zich in hun zwarte hemd aan het publiek vertoonen. Tegen twaalf uur verscheen de leider Baars ten too- neele. waar de luidruchtige jeugd zich best amuseerde. Na een luide toespraak verzocht hij zijn vol gelingen hun zwarte hemd nu njaar uit te trek ken en aan de wet te gehoorzamen. Op dat moment verscheen politie in het strijd perk en maakte met de blanke sabel een eind aan de geschiedenis. Allen zochten een goed heenkomen. Begrijpelijk verwekte een en ander nog al wat opschudding op het late uur Hoe druk het was Heerscht er op dezen dag steeds in den vroegen morgen reeds een buitengewone leven digheid in de Haagsche binnenstad, ditmaal was het drukker dan ooit, in verband met de op dezen dag voorgenpmen huldiging van de Koningin in de Residentie ter gelegenheid van Haar 35-jarig Regeeringsjubileum. Extra-treinen voerden de leden van Oranje- vereenigingen en organisaties tot handhaving van Orde en Gezag, van heinde en ver aan. Daarnaast kwamen er met de gewone trei nen, met bussen, trams en auto's heele drom men van buiten, die, getooid met Oranje, in opgewekte stemming de straten vulden. Van de Departementsgebouwen en tal van andere openbare en particuliere gebouwen en woon huizen, niet alleen van die, gelegen aan den weg, welken de stoet zou volgen, maar in de geheele stad en vooral in de winkelstraten van de oude stad, was de vlag uitgestoken. Bij het Koninklijk Paleis in het Noordeinde stond al vroeg een dichte menigte opgesteld, die daar reeds vóór één uur het oogen blik, waarop de stoet van het paleis afreed in de gelegenheid was de Koningin harte lijk toe te juichen, toen zij per auto van den Ruigenhoek kwam aanrijden. Ook werd daar de belangstelling levendig gehouden door de aankomst van de eerewacht voor het paleis, welke ditmaal bestond uit een compagnie van het regiment Grenadiers van honderd man. onder bevel van den kapitein met het regi mentsvaandel. Deze eerewacht. waarvan de Koninklijke Militaire Kapel met de tamboers van het regiment deel uitmaakte, stelde zich op ter weerszijden van het Paleis, om daar bij het vertrek van den stoet de Koninklijke Familie de militaire eerbewijzen te brengen Bij deze eerewacht bevond, zich de comman dant van het regiment Grenadiers, luitenant kolonel Jhr. D. de Brauw met zijn adjudant. Het eere-escorte Ongeveer een half uur voor het vertrek van den stoet kwamen de detachementen Cava lerie aan, die als eere-escorte den stoet zouden openen en sluiten en vervolgens de officieren der landmacht van het Militair Huis der Ko ningin, allen te paard, wien onmiddellijk ach ter het Koninklijke Staatsierijtuig een plaats in den stoet was aangewezen. Ter opening van den stoet, die onder alge meene leiding stond van R. F. C. baron Ben- tinck, eerste-stalmeester van de Koningin, was een detachement aangewezen van het 2e regi ment huzaren, sterk 50 ruiters, onder bevel van een ritmeester, met den regimentsstan daard en het muziekcorps der huzaren, dat ge durende den tocht marschmuziek speelde. De regimentscommandant, kolonel A. Diemont en zijn adjudant reden met dit detachement me de. Onmiddellijk daarop volgden, in gala-livrei, een rijknecht-majoor en twee rijknechts te paard. Daarachter kwam de eerste der met twee paarden bespannen gala-koetsen, waarin de kamerheer-ceremoniemeester der Koningin, R. A. baron van Hardenbroek van Harden- broek, gezeten was. Naast elk portier ging één lakei. Nu volgden twee gala-koetsen, waarin acht kamerheeren volgens hun rang gezeten waren. Naast elk portier ging weder één lakei. In de eerste dezer koetsen, de tweede in den stoet, waren gezeten de kamerheeren i. b. d. mr. E. L. M. H. baron Speyart van Woerden, mr. J. C. baron Baud, dienstdoende ter beschikking van Prinses Juliana, mr. W. J. baron van Lyn- den en mr. G. W. H. baron van Imhoff. In de volgende, derde -gala-koets, hadden plaats genomen de kamerheer in gewonen dienst jhr. A. G. Sickinghe, de kamerheeren i. b. d. mr. J. p. graaf van Limburg Stirum en jhr. H. J. Repelaer van Driel, thesaurier van de Ko ningin en de kamerheer in gewonen dienst F. M. L. baron van Geen, particulier secretaris van de Koningin. Hierop volgde een tweetal gala-koetsen, waarin de Groot-officieren volgens rang van benoeming gezeten waren. De eerste dezer gala-koetsen, de vierde in den stoet booa plaats aan den Opperhofmaarschalk Jhr. V. E. A. Br.reei van Oldenaller en den gep. Lu tenant-Generaal Jhr. C. L. van Suchtelen van de Haare. In de volgende, vijfde gala-koets, was geze ten G. Ch. Baron Snouckaert van Schauburg. De zesde gala-koets verleende plaats aan de w.n. Grootmeesteres, Mevrouw A. van Reigers berg Versluys, geboren Barones Schimmelpen- ninck van der Oye, en de dienstdoende Dame du Palais Mevrouw H. Snouck Hurgronje geb. Jkvr. van Tets. In een zevende gala-koets volgde de Opper- ceremoniemeester gep. Generaal-Majoor J. H. F. Graaf Du Monceau. Naast ieder portier van elk dezer vier gala koetsen gingen twee lakeien. Nadat de zeven gala-koetsen waren weggere den, kwam het groote moment van het voorrü- Alle vorstelijke personen waren getooid met het breede lint van het Grootkruis van de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Ter rechterzijde van de statiekoets reed te paard de chef van het Militaire Huis van de Koningin, de gep. vice-admiraal Fr. Bauduin, ter linkerzijde de Gouverneur der Koninklijke Residentie, Luitenant-Generaal Jhr. W. Röell, commandant van het Veldleger. Beiden reden een weinig achter het portier. Achter de Gouden Koets reden te paard, twee aan twee, de Officieren der Landmacht, van het Militaire Huis der Koningin, de ouderen vóór, t.w. de Adjudant der Landmacht i.b.d. Reserve luitenant-generaal J. H. Borel, luitenant-gene- raal-titulair b.d. H. C. J. ter Beek, generaal-ma- joor b.d. H. G. Rambonnet, kolonel J. J. G. Ba ron van Voorst tot Voorst, reserve-luit.-kolo- nels W. Froger en W. G. van Hoogenhuijze en de Adjudanten in gewonen dienst, generaal-ma- joor titulair O.-I. leger D. Q. C. F. de Jonge van der Halen, Kolonel Jhr. C. M. Storm van 's-Gra- vesande, Luitenant-kolonel Jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, de ordonnans-officieren le Luitenants Jhr. C. E. J. M. Verheijen. Jhr. G. H. A. van Kinschot en R. Römer, alsmede de adjudant en particulier secretaris van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, luitenant-kolonel Jhr. W. Laman Trip. Een detachement van het 2e Regiment Huza ren van 50 manschappen, onder bevel van een ritmeester, sloot den stoet. Onder voortdurende hartelijke toejuichingen van de aan weerszijden van den door militairen afgezetten weg opgehoopte menschenmenigte daarbij was ditmaal op het Lange Voorhout, aan de overzijde van de Kloosterkerk een plaats aan gewezen voor besturen en deputaties met vaan dels van de vereenigingen, die H.M. bij deze ge legenheid wenschten te huldigen reed de stoet langs den gebruikelijken weg, door de Heulstraat, over het Schelppad van het Lange Voorhout en langs den Korten Vijverberg naar het Binnenhof. Aangekomen aan de Grafelijke Zalen vond de Koninklijke Familie bij de Ridderzaal een eere-wacht opgesteld, bestaande uit een afdee ling van het corps Mariniers ter sterkte van zeventig man, met vaandel en het muziek korps der Koninklijke Marine, onder bevel van een kapitein. Bij deze eerewacht bevond zich de chef van het Korps Mariniers, kolonel J. Oele. Onder de tonen, van het Oude Wilhelmus, door de Marinekapel gespeeld, besteeg de Ko ningin, gevolgd door den Prins en de Prinses, de treden, leidende naar den ingang van de Ridderzaal, welker peristyle overhuifd was met het breede rood-fluweelen baldakijn met gou den franjes, terwijl de eerewacht de militaire honneurs bracht en de vaandeldrager zijn vaan del deed buigen. Alvorens de zaal binnen te treden werd de Koningin op het bordes begroet door de offi cieren der Zeemacht van Haar Militaire Huis en wel: de adjudanten i.b.d. de vice-admiraals b. d. C. C. Zegers Rijser, J. J. Rambonnet, A. ten Broecke Hoekstra, jhr. G. L. Schorer en den schout-bij-nacht b. d. jhr. J. C. F. von Mühlen, alsmede den adjudant in gewonen dienst, den kapitein-luitenant-ter zee N. A. Rost van Tonningen. In de Ridderzaal Vervolgens betraden de Vorstelijke personen de Ridderzaal, aan den ingang waarvan zij ontvangen werden door de gemengde commis sie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Staten-Generaal, welke, voorafgegaan door den Kamerheer-Ceremoniemeester, de acht Ka merheeren, de Groot-Officieren en den Opper- ceremoniemeester, de Koningin, den Prins en .de Prinses, naar de voor hen bestemde troon zetels geleidde, onmiddellijk gevolgd door de Grootmeesteres en de dienstdoende Dame du Palais, den Chef van het Militaire Huis, den Gouverneur der Koninklijke Residentie, den eerste-Stalmeester en de Officieren van het Militaire Huis der Koningin, die in den stoet hadden medegereden, alsmede die. weike zich onder de peristyle ter begroeting bevonden. Rechts van de Koningin nam de Prins, links van Haar Prinses Juliana plaats, terwijl de leden van het gevolg de plaatsen achter en terzijde van den troon innamen, welke hun in het officieel programma waren aangewezen. Onmiddellijk daarop ving de Koningin, op den Troon gezeten, de voorlezing van de Troon rede aan, welke dit jaar voor de eerste maal per radio werd uitgezonden. Nadat de plechtigheid in de zaal was be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9