Het Duitschland van Hitier Nooden van den middenstand EERSTE TRIP NA TIONAAL-SOCIALISME OP STRAAT STEEDS MEER LASTEN TWEEDE KAMER BIJEEN DONDERDAG 21 SEPTEMBER Van en over de kunst van groeten Ingrijpende maat regelen geëischt Nederland-Curacao Taak van parlement Nederland-Amerika Berlijn de immense stad, met haar geloovigen en ongeloovigen, zegezangen en smarte- kreten HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW Najaarsvergadering te Alkmaar Bestuursverkiezing Demonstratievergadering van den Kon. Ned. Middenstandsbond in Den Haag Als dit stelsel faalt Het cadeaustelsel X Driehonderd jaar kolonisatie Het wachtwoord van den voorzit ter luidt: Zaakkundige bon digheid bondige zake lijkheid" ONTSLAG BIJ BRUIJNZEEL Winkelsluiting Resolutie Eischen Het „Wilhelmus" aangeheven Hofbericht ZIEKE VARKENS GESLACHT Worst voor eigen gebruik Militaire belangen-vereeniging WELDADIGHEIDS POSTZEGELS Fl. 135.000.uitgedeeld HOCKEY Eervolle 01 nederlaag van onze dames-hockeyploeg Neurenberg. Een gang In het hotel. Een oude vrouw wrijft den vloer. Zij groet mü met een krachtig „Guten Morgen". En zij houdt op te wrijven. Ik zie dat zij piraten wil. „Jammer," zegt ze, „dat men thuis moet blijven. Op zoo'n dag! Ach/ wanneer alle lan den een Hitler hadden, dan was de vrede in de wereld verzekerd." Zij glimlacht. En dan wrijft zij weer den vloer. In de hal van het zelfde hotel. Iemand klopt mij op den schouder. Wanneer ik mij omdraai, sta ik tegenover een Prins, wien ik eens een bezoek bracht op zijn kasteel in het Zuiden van Duitschland. Hij draagt een uniform welke herinnert aan het keizerlijke leger. Een rooae band met de zwarte Swastika siert zijn arm. „Wel," zegt hij, „dat is nog eens een schouw spel, niet waar? En vergeet nu vooral niet in Frankrijk te zeggen, dat dit niet tegen u ge richt is. Ik ben viff-en-zestig en zooals u ziet, ben ik lid geworden. Die „Führer," dat is me een man! zult hem wel eens zien. Ik hao hem al lang eens willen spreken, maar hij heeit het te druk om mij te ontvangen." Ik zie hem met verbazing aan. Ik weet dat deze man zich zelfs boven de Hohenzollem ver heven gevcelt en het zeker beneden zijn waar digheid geacht zou hebben Wilhelm II twee malen om een audiëntie te verzoeken. Station Neurenberg. De trein kan elk oogen- blik vertrekken. Een Reiziger van aristocratisch voorkomen staat op de treeplank van een „sleeping-car". Een hotel-portier geeft hem zijn koffers. Hij krijgt een fooitje. Vroeger zou de man nederig gebogen en zijn pet afgezet hebben. Hij aou den reiziger zijn naam en al zijn titels genoemd hebben en hem onderdanig een goede reis heb ben toepewenscht. Thans springt hij in de houding, slaat zijn hakken tegen elkaar, zwaait zijn rechter arm omhoog en roept: „Heil Hit- Ier." De reiziger weet in zijn moeilijke positie niet beter dan het zelfde maar te doen. Van hoog tot laag, op alle sporten van de sociaie ladder kent men slechts één manier van groè- ten. Men geioove niet dat het een kleinigheid is te groeten onder het nationaal-socialistisch be wind. De vlaggen zijn niet te tellen. In eiken kleinen stoet worden er dozijnen meegedragen. Kan de voorbijganger stil blijven staan op het trottoir, dan is het een kwestie van een paai seconden, een minuut. Dwingen hem echter zijn bezigheden om op te schieten en naast den stoet te blijven loopen, "dan wordt de situatie werkelijk critiek. Men ziet buikige oudeheeren en ook bejaarde vrouwen die achterover moe ten loopen om hun rechter arm gestrekt om hoog te kunnen houden. Wee dengene die te gen deze regelen zondigt of een sigaret in zijn mond houdt! Aanhoudend ziet men hoe een Jonge kerel even uit den stoet treedt en zon der bedenken een of anderen overtreder op een stevigen draai om zijn ooren onthaalt. Dit gaat allemaal heel rustig, zonder opzien te ba ren en zonder dat er een woord bij gesproken wordt. Het lijkt een kleine, nu ja, wel onplei- zieri'ge. maar onvermijdelijke formaliteit. Is de schuldige voorbijganger een Duitscher, dan ge beurt er verder niets. Is hij een buitenlander, dan loopt hij naar zijn gezant en smaakt ten minste het genoegen dat er over zijn geval een vel papier wordt volgeschreven. In de antichambres der Ministers trof men vroeger kamerbewaarders aan die oud waren, plechtig en ernstig. Tegenwoordig vindt men er jonge nationaal-socialisten, gemoedelijk en geestdriftig. En spraakzaam ook! Het liefst praten zij over de politiek. Gisteren, in het Mi nisterie van Binnenlandsche Zaken, kwam er een, na mijn naam op mijn kaartje gelezen te hebben, met een onberispelijken Hitler-groet op my af: .►Het was niet allemaal even vriendelijk wat u over Duitschland geschreven heeft, maar thans hebben we een nieuw Duitschland. De Jonge measchen regeeren er en u zult zien hoe dat gaat. De .Führer" en de jonge menschen! En zegt u eens, gelooft u ook niet dat wy heel goed tot overeenstemming zouden kunnen ko men met Fiankrijk? Waarom kunnen de jonge menschen van beide kanten niet eens samen komen en rustig praten zonder de oude bon zen? Zonder de diplomaten, zonder de gene raals, zonder de oude ambtenaren? Waarom altijd raad gevraagd aan hen die den oorlog gevoed hebben en die hem den volgenden keer niet meer zouden hoeven voeren? Het is toch veel beter om den raad in te roepen van hen die een volgenden keer naar het front zou den moeten gaah? De „Führer" heeft een he kel aan oude menschen. Moet u eens hooren: een paar dagen geleden wilde dr. S... hem be slist spreken. En wat antwoordde hy? „Hfj is me te oud." U moet eens naar den schouw burg gaan, meneer, wanneer „In den Hemel van Europa" gespeeld wordt. Het is de ge schiedenis van een jongen Franschen journa list, die als een broeder ontvangen werd m het kamp der Duitsche vliegeniers." Op dit oogenblik kwam er een hooge amb tenaar uit zijn bureau en zyn verschijning maakte een ontijdig einde aan dezen stroom van welsprekendheid. „Heil Hitier." Het wordt gezegd zooals men vroeger „Goeden dag," of liever: zooals men vroeger „Grüss Gott" zeide. Dit is de verkla ring welke een ambtenaar my gaf. Ik liet hem den groet telkens herhalen en dwong hem zoo voortdurend den naam Hitier uit te spreken. Toch eindigde hy niet met den naam zinlooe. klankloos te herhalen. Het ging met hem ais met den geloovige die zegt: „God moge u bij staan." Wanneer hy deze woorden gebruikt, dan legt hij er heel zijn ziel in. Alleen in den mond van den onverschillige wordt deze zege- wensch een leege formule. „Heil Hitier". De kellner zegt het, de telefoniste, de controleur, een iedereen. De menschen ontmoeten elkaar op straat: „Mooi weer vandaag! Heil Hitier! Loopen we een eindje op?" En degene die niet meer weet hoe hy zich moet houden, is de vreemdeling. Het staat zoo slap en zoo aftandsch om zyn hoed af te ne men voor iemand die zyn hakken tegen elkaar klettert en zyn arm opzwaait om u te be groeten. Avond. Een café-terras in het Westen van Beriyn. Een groote maan straalt tegen een heldere lucht. In het café zie ik, een beetje achteraf, twee Joden zitten die ik ken. Ik ga aan hun tafeltje zitten. Ze hebben, zooals dat Hoe is onder Hitler's Bewind het leven van allen dag? Hoe doen, spreken, denken de menschen? Neemt men het Nationaal-Socialis- me waar in het straatbeeld? Staat het alleen maar in de kranten dat er veel veranderd is, of ziet, hoort, voelt men die veranderingen? Sauerwein wiens derde artikel over het nieuwe Duitschland wy hier afdrukken, heeft zich deze vragen gesteld en doet kond van zijn ervaringen. Joden eigen is, aan geestdriftigheid niet inge boet, al zijn de tyden slecht. „Galgenhumor" heet dat hier. En heeft Rivarol niet gezegd: „Geestigheid is waardigheid"? „Heeft u het laatste nieuws al gehoord," zegt de een: „uit Palestina? Er zyn vyfhonderd Joden uitgewezen, omdat bewezen kon wor den dat ze een Arische grootmoeder hadden.' „En kent u dien mooien brief van dien Jodenjongen aan zyn vader en moeder in New- York? „Hier gaat alles uitstekend en wy ma ken het best. Oom Isodoor was het daarmee niet eens en wy hebben hem gisteren begra ven." Ik kijk eens om my heen en stel vast dat de twee tegenover my niet de eenige vertegen woordigers van hun ras zijn in dit café. Aan een tafeltje naast ons zit een dame die een sigaret rookt. „Hier, m Beriyn, kan ik nu en dan wel eens een sigaret aansteken," vertelt zy. „Maar niet ver van hier, in Brandenburg, kwam er eer gisteren plots een jonge man naar my toe en gaf mij dit papier." Dit haar taschje haalt zy iets dat op het eer ste gezicht aan een briefkaart denken doet, en ik lees het volgende: „Een Duitsche vrouw rookt niet. Schaamt u zich niet dat de Hitler-jeugd u daaraan her inneren moet?" Een poosje later zie ik een jonge vrouw wier hoofd als het ware gekroond wordt door een weelde van goudblonde haren, yverig bezig met de ontcijfering van een Fransche krant. Ik haal er ook een uit myn zak en een gesprek begint al spoedig. „Verschrikkelijk," zegt ze. „Ik ben getrouwd met een Jood. Hy werkte op een bank en moest vertrekken. Eerst ben ik met hem meegegaan naar Parijs waar wij in 'n klein hotelletje woon den aan het Faubourg Montmartre. Hier hadden we een appartement van acht kamers aan den KurfürstendammToen wy geen geld genoeg meer hadden voor ons tweëen, zeide hij, dat ik maar weer naar Berlijn moest gaan en zien hoe ik my redde. Kijk, hier is zijn laatste brief". Zy haalt een verfrommeld vel papier te voor- schyn en wyst my de regels aan die ik lezen moet. „Ik doe mijn uiterste best om Fransch te lee- ren en raad je aan het zelfde te doen. Het is ontzettend moeilyk om in Parys werk te vin den. Ik heb uitgerekend dat ik met myn drie duizend Marken toekom tot 15 December." Er vloeien tranen langs haar mooi gezichtje. Wanneer ik het café verlaat, ontmoet ik een eigenaardig heerschap. Hy is in het bruin ge kleed en draagt een groot bord op zyn buik: De meest nabye bomvrije schuilplaats bevindt zich in de Potsdammerstrasse nummer zooveel. En aan eiken boom hangt een aanplakbiljet: „Bescherm u-zelven en de eigendommen die u zich met noesten arbeid verworven hebt tegen brandbommen. Laat u voorlichten omtrent de te nemen maatregelen en help ons schuilplaat sen bouwen". In gedachten verzonken keer ik naar mijn hotel terug. Boven de immense stad staat de volle maan en doet haar vreemd licht stralen over geloovigen en ongeloovigen, over zegezan gen en smartekreten. JULES SAUERWEIN (Nadruk verboden) Van verschillende deelnemers aan onze eerste excursie^ naar Beau- raing ontvingen wij het verzoek een afdruk te kunnen ontvangen van de in ons blad afgedrukte groepfoto, genomen bij de Grotten van Han. Vanaf heden is deze verkrijgbaar aan het bureau der Ver. Kath. Pers, N. Z. Voorburgwal 69, Amster- ii dam, 15 cent p. s., franco per ii post. Gelijk met de 52ste Tentoonstelling van de afd. Alkmaar, werd de 136ste algemeene verga dering aldaar gehouden van de Hollandsche Maatschappy van Landbouw. De voorzitter, Dr. Lovink, heette speciaal welkom den heer De Berger, hoofddirecteur van den Veeartsenijkundigen Dienst, en de heeren J. Westerhof, H. Klaver en Mr. A. Koelma, resp. loco-burgemeester, wethouder en secretaris te Alkmaar. Spr. verheugde zich over het in de Troonrede toegezegde executierecht over welk onderwerp spr. volgens in de vorige vergadering gedane toe zegging, met den minister onderhandelt. Spr. herinnerde aan de inwerking getreden aardap- pelsteunwet, met de uitvoeringwaarvan de ge- meenteiyke besturen reeds begonnen zijn. Op verzoek van het Centraal Bestuur van de Aard- appelsteunwet heeft het H. bestuur aan den Se cretaris de directie van de Aardappelsteunwet opgedragen. Herinnerende aan de door minister Verschuur in Breda gedane uitlating inzake teeltbeperking en wyzende op hetgeen op dit gebied reeds in Duitschland geschiedt, meende spr. dat ook hier iets in dien geest gebeuren moet. De Geweste lijke Tarwe Centrale, die besloot over dit onder werp een onderzoek te doen instellen, zal hier over binnenkort een rapport publiceeren, waarin wordt aangegeven op welke wijze zij zich die teeltbeperking indenkt; tusschen den invoer en uitvoer van tarwe moet beter verband gebracht worden. N.a.v. een besluit op een der vorige vergade ringen hebben eenige H. B.-leaen een onderzoek ingesteld naar het gebruik van wol ten dienste van de nationale productie; het rapport hier over leidt tot de conclusie, dat de Nederland- sche wol niet die afkeuring verdient, welke haar van sommige zijden wordt toegeschreven. Verheugend noemde spr. het voorts, dat juist dezen dag de varkensprijs met 4 ct. verhoogd is (instemming) en dat de uitkeering van f 5 per koe thans gaat worden verleend. Spr. con cludeert dat de Regeering in elk opzicht doet wat mogelyk is, waarvoor waardeering past (applaus) De heer J. Westerhof, loco-burgemeester heette de afgevaardigden welkom in de kaas stad en wees op de samenwerking, die er tus schen stad en platteland moet bestaan om te komen tot verbetering van het lot der menseh- heid, die dat zelf in haar handen heeft De heer D. Govers heette de vergadering na mens de afd. Alkmaar welkom en dankte voor de verleende Gevers Deynootmedaille voor de tentoonstelling. Medegedeeld werd dat 83 van de 92 afdeelin- gen aanwezig waren. N.a.v. de bestuursverkiezing ontstond een hef tige discussie, waarbij o.m. werd voorgesteld de verkiezing 3 maanden aan te houden, welk voorstel geen meerderheid vond. In plaats van Dr. Lovink werd de heer P. Stapel Cz., Hoogkarspel tot voorzitter gekozen. In de vacature Jm. Blaauboer Kz. Schagen, werd voor Noord-Holland gekozen de heer A. de Haan, De Beemster. In de vacature-P. Leeuwenburg te Numans- dorp werd voer Zuid-Holland gekozen de heer W. Boer te Bodegraven. In de vacature-P. S. Overwater te Strijen werd vcor Zuid-Holland gekozen de heer P. v. d. Hoek, IJselmonde. Voor Groep II Zuid-Holland (Prov. Bond Woensdagmiddag is vanwege den Konink- lyken Nederlandschen Middenstandsbond in den Dierentuin te Den Haag een nationale, demonstratieve vergadering gehouden. De groo te en de kleine zaal waren gevuld. De voorzitter van den Middenstandsbond, de heer Ed. Schürmann, heeft de byeenkomst in de groote zaal geopend met een rede. waarin ny verklaarde, dat men met deze demonstratie tot doel heeft, de nooden van den middenstand ter kennis te brengen van de regeering en de andere autoriteiten. Spr. verwelkomde vertegenwoordigers van de ministers van financiën en van economische zaken en verscheidene leden der Eerste en der Tweede Kamer, die aanwezig waren. De heer J. C. B1 a n k e r t, van Utrecht, heeft vervolgens het woord gevoerd over „Wat ons beloofd is, doch niet verkregen. Wat verkregen is en niet gevraagd". De middenstand, aldus spr., heeft grootelijke reden tot ontevredenheid. Zijn vertrouwen in opeenvolgende regeeringen, uTe tot aan de tegenwoordige regeering aan het bewind zyn geweest, is geschokt. Wy zyn ontevreden over de werking van het ryksinkoopbureau, over.de personeele belasting, de tabaksbelasting, de omzetbelasting, enz. enz. Ook over gemeentebedryven, die in huurkoop verkoopsn en die een middenstander, die hard moet werken om aan den kost te komen, niet op zyn weg moet vinden. (Langdurig applaus.) Spr. somde vervolgens een reeks wenschen van den middenstand op, welke niet worden verwezenlijkt, zooals maatregelen tegen vliegen de winkels, tot vereenvoudiging van gerechte- lyke vorderingen, enz. Er kome een directeur-generaal voor den middenstand. Wij zijn ontevreden ook over de politieke partyen, waarop de vorige regeeringen steun den. Als men prys stelt op de waarde van het parlementaire stelsel, moet men in aanmerking nemen, dat er onder den middenstand stroo mingen zijn, bereid om, als men met het tegen woordige systeem geen recht kan vinden, het met een ander systeem te probeeren. (Applaus en gejuich.) Dan zal men geneigd blyken tot samenwerking met hen, die even trouw of nog trouwer om Oranje staande, het met een ander stelsel willen probeeren. (Bijval en bravo's.) De regeering beseffe, dat het van haarzelve af hangt, of zy den middenstand zal behouden of verliezen. Vervolgens sprak de heer A. van Kesteren, van Den Haag, over „Moeiiykheden van den Ambachtspatroon". Spr- zeide, dat het zwaar tepunt van de politiek moet worden verlegd naar het economisch terrein. Op dit oogenblik worden de menschen, die een verantwoorde- lyke positie bekleeden, ontkiezerd door het algemeen kiesrecht. Dat het personeel van Philips meer stemmen uitbrengt dan alle in- dustrieelen in Nederland, spreekt boekdeelen. In verband met de aangekondigde voorne mens der regeering inzake woningbouw betoog de spr., dat de regeering daarby de particuliere bouwnyverheid tot haar recht moet laten komen- De heer M. Kropveld van 's Gravenhage, be sprak de noodzakelijkheid van crediet- en steunverleening aan den middenstand. Weet de regeering wel, dat de middenstand twee millioen man sterk is. en weet het parle ment wel, dat hy een macht vertegenwoordigt, waarmee het meer rekening moet houden, dan het gedaan heeft tot nu toe? (Applaus) Met eerbied herinnert spr. er aan, dat de koningin tydens den oorlog belangstelling heeft doen blyken voor den kleinen middenstand. Toen zijn voorschotten verleend aan midden standers en voor niet meer dan 12 pCt. van het uitstaande bedrag heeft de Staat schade ge leden. Juist in den tegenwoordigen tyd zorge de regeering, dat geen enkele groep, die in nor malen tijd een draagster was van orde en ge zag, ten gronde gaat. Mr. dr. H. F. A. VÖLLMAR, van 's Graven hage, besprak als rechtsgeleerd raadsman van het comité van actie van de vrije margarine handelaren de moeiiykheden der vrye marga rinehandelaren. De heer JOS. TEN BERG, van Utrecht, sprak hierna over beteugeling van het cadeaustelsel, verklarende, dat, als aan dit stelsel geen eind Komt, vele bedrijven ten gronde zullen gaan. (Langdurige bijval.) Reeds tien jaar lang bestudeert men het cadeaustelsel. In den loop dier jaren heeft minister Slotemaker de Bruine een commissie ingesteld, die uitsprak, dat een wettelyke rege ling noodzakelijk was. Minister Verschuur zei later, dat haar onderzoek goed was geschied, van Melkveehouders) werd in plaats van den heer A. N. Vaandrager gekozen de heer E. Huis man. Voor groep I Noord-Holland (Bond van op Cóöp. Grondslag werkende Zuivelfabrieken) werd, in plaats van den heer K. Kuiper te Oostwoud, gekozen de heer Olivier te Assen delft. In plaats van den heer P. Jas te Dubbeldam werd tot lid van de financieele commissie geko zen de heer Joh. Knegt te Rotterdam. Het jaarverslag Aug. 1932Aug. 1933 werd onder dank aan den secretaris goedgekeurd. Besloten werd de voorjaarsvergadering 1934 in Mei te Amsterdam te houden. Op verzoek van Dr. Lovink deed prof. De Berger eenige mededeelingen over het mond- en klauwzeer-instituut te Rotterdam, Het weten schappelijk onderzoek aldus spr. is de voornaamste factor in de mond- en klauwzeer- bestrijding. Op de te Parijs gehouden interna tionale vergadering kwam men tot de conclu sie, dat het mond- en klauwzeer niet alleen door wettelijke maatregelen bestreden moet worden, maar vooral dat het komen moet tot een biologisch product. Ondanks alle moeiiyk heden is het gelukt in ons land een instituut daarvoor te krijgen. Onder leiding van Dr. Frenkel is er in de Rijksseruminrichting te Rotterdam een aparte afdeeling opgericht, welke reeds 6 mnd. werkt, en waar getracht wordt een oplossing te brengen in het mond- en klauwzeer vraagstuk. Daar de smetstof niet op glas gekweekt kan worden, worden proeven genomen op levende weefsels, hetgeen éen zeer moeilijk experiment is. Op een vraag uit de vergadering naar de oor zaak van de langzame werking van den vee- artsenykundigen dienst, deelde Prof. De Berger mee, dat de zeer snelle uitbreiding van het mond- en klauwzeer het onmogelyk maakt alle gevallen direct te contróleeren; mede wordt uit bezuinigingso herwegingen wat langzaam ge werkt. Van verschillende zy'den rezen uit de vergade ring bezwaren tegen de Aardappelsteunwet, welke o.a. door den heer P. Barendrecht, Am sterdam een ondergangswet werd genoemd. Voor duizenden Hectoliters is er geen afzetge bied, omdat in vele gebieden 70 pet. en meer vernietigd moet worden en als veevoeder weg gaat. Ir Huisman vroeg vooral vertrouwen voor hen, die met de uitvoering van deze wet belast zyn; de wet is er voor het heele land en daarom voor een bepaalde streek misschien ongunstig. Spr. zal echter trachten jooveel mogelyk aan de bezwaren tegemoet te komen. Ter sprake kwam ook het vraagstuk der Rundveebeperking, waartegenover de vergade ring nog afwijzend stond; een ernstig onder zoek naar de gevolgen achtte men noodig, al vorens het H. B. een advies geeft. De heer H. K. Koster verklaarde namens het H. B., dat de crisisrundveecentrale gedwongen beperking niet voorop stelt. Vrywillige beper king is echter noodig voor het op peil houden en opvoeren van den prys; voor de vleeschvoor- ziening en met het oog op den uitvoer der zui velproducten. De Regeering heeft toegezegd 25 millioen beschikbaar te stellen, als men tot vrij willige beperking komt en de zekerheid bestaat, dat niet binnen enkele jaren de veestapel weer op zijn huidige grootte is aangevuld. De bestu ren der Centrale landbouworganisaties en de F. N. Z. hebben in dien geest een accoord met de Regeering gesloten. De heer P. Barendrecht, Houtrijk en Pola- nen, was van meening, dat, zoolang het vee voor goedkoop blyft, 't niet tot beperking van den veestapel komt. Alleen als de teelt van vee voeder loonend wordt, zal de veestapel minder worden. Na eenige discussie, waarby verschillende andere punten besproken werden, werd op voor stel van Dr. Lovink een motie aangenomen, waarin den minister van Jusitie verzocht wordt, zoo spoedig mogelyk het wetsontwerp inzake executie van bedryven aan de beide Kamers aan te hieden, „want er is groote haast by." Een motie van de afd. Houtrijk en Polanen, waarin den minister verzocht werd, uiterlyk 1 October de teeltregeling oogst 1934 kenbaar te maken, speciaal wat betreft den inzaai van tarwe en gerst en met het oog op de aanschaf fing van pootaardappelen, werd by acclamatie aangenomen. Van verschillende zyden werd aangedrongen op maatregelen tot beperking van margarine- verbruik en vermeerdering van natuurboterge- bruik, o.a. door het verstrekken van goedkoope natuurboter aan werkloozen en behoeftigen. Hierna sluiting. De Litausche gezant te Berlijn, dr. Jurgis Saulys, en de bekende zangeres Mafalda Salvatini zijn in het huwelijk getreden. Op 29 Juli 1634 namen Johannes van Wal- beeck en Pierre le Grand het eiland Curasao voor de West-Indische Compagnie in bezit; spoedig daarop volgden de beide andere der te genwoordige Nederlandsche Benedenwindsche Eilanden, Bonaire en Aruba. Deze drie eilanden waren toen ongeveer een eeuw lang Spaansch bezit geweest, doch de Spanjaarden hadden er geen vestingen van eenige beteekenis, noch had den zij er eenig voordeel van genoten. Van de drie Bovenwindsche Eilanden, St. Maarten (Zuidelyk gedeelte), St. Eustatius en Saba, hadden particuliere Zeeuwsche onderne mers het eerstgenoemde, onder een door de Compagnie verleend octrooi, reeds eenige jaren vroeger bezet; de koloniseering der beide an dere Bovenwindsche Eilanden werd omstreeks 1635 ondernomen. Het jaar van Van Walbeeck's, expeditie mag worden beschouwd als het meest belangryke in de geschiedenis der Nederlandsche vestiging op de eilanden der Caraibische Zee en het is op Curasao, dat het initiatief is genomen door de Groep Nederlandsche Antillen van het Alge meen Nederlandsch Verbond en de Curasaosche Afdeeling der Kon. Vereeniging Oost en West om 1934 te maken tot een herdenkingsjaar. Op aandrang der beide hooger genoemde or ganisaties hebben de hoofdbesturen van het A. N. V. en de Kon. Ver. O. W. op hun beurt zich moeite gegeven om ook hier te lande be langstelling te wekken v.oor het derde eeuwfeest der vereeniging van Curasao met Nederland. Als resultaat der pogingen van de beide Hoofdbe sturen heeft zich een herdenkingscomité ge vormd, bestaande uit de heeren: F. H. A. van der Brugh, Algemeen Secretaris der Kon. Ver. Oost en West. H. Ferguson, Oud-Lid van den Raad van Be stuur van Curasao. Mr. B. de Gaay Fortman, Oud-Lid van het Hof van Justitie in Curasao. O. L. Helfrisch, Oud-Gouverneur van Curasao. Jhr. J. O. de Jong van Beek en Donk, Oud- Gouverneur van Curasao. P. J. de Kanter, Alg. Voorzitter van het Alg. Ned! Verbond (Voorzitter der commissie). Pater Fr. M. Kosters, O.P., Oud-Missionaris op Curasao. W. R. Menkman, Oud-Hoofdagent v. d. Kon. W. I. Maildienst op Curasao (Secretaris-Pen ningmeester der Commissie). R. Zuyderhoff, Algemeen Voorzitter der Kou. Xfi. Oost en West. De Voorzitter van de Tweede Kamer, Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, heeft heden middag in de vergadering der Kamer zyn func tie aanvaard met de volgende rede: Geachte medeleden: Nu my opnieuw door Hare Majesteit de Ko ningin op Uwe door mij zeer gewaardeerde voor dracht het Voorzitterschap der Kamer werd opgedragen, past mij allereerst een woord van dank voor het in mij gestelde vertrouwen. Voor hem, wien het voorrecht te beurt valt Uwe beraadslagingen te leiden, is op dit oogen blik zelfbeperking meer dan ooit plicht. Slechts over den vorm, waarin, over de wyze, waarop de Kamer haar werk zal verrichten, moge ik een woord tot U spreken. De vertrouwenscrisis, die de wereld teistert, heeft ook het parlementaire stelsel niet onver let gelaten. De schade aan dat stelsel toegebracht, kan slechts worden hersteld, wanneer de parlemen ten het bewys leveren, dat met hunne mede werking het algemeen belang naar den eisch van dezen zwaren tyd kan worden gediend- Noodig is, dat alles worde vermeden, waar door wetgevende en uitvoerende macht in hare taak worden belemmerd. De Kamer moge door daden bewyzen, dat zy de plaats haar in ons staatsbestel toegedacht, op waardige wyze weet in te nemen. Zaakkundige bondigheid bondige zakelyk- heid, zy ook in de komende maanden ons wachtwoord. Met den wensch dat Gods zegen onzen ar beid vergezelle, aanvaard ik uw voorzitterschap. Naar we vernemen, zijn by Bruynzeel's Deu- renfabriek te Zaandam vyftig arbeiders ont slagen, tengevolge van een vermindering van werkzaamheden. maar dat de zaak niet zoo eenvoudig was. De quaestie was op het doode spoor geraakt. Het nationaal comité tegen het cadeaustelsel heeft een enquête gehouden, waaruit bleek, dat fa brikanten, tusschenhandelaren, vereenigingen op handels- en nyverheidsgebied, consumen ten, enz. in overweldigende meerderheid voor standers zijn van een verbod van het cadeau stelsel. Geheel Nederland snakt naar een ge zondmaking op dit gebied. (Applaus.) Ten slotte betoogde spr. de noodzakelykheid van maatregelen tegen gefingeerde uitverkoo- pen, die een misleiding zyn van het publiek en een benadeeling van het algemeen belang. (Bijval.) Volgende spreker was de heer A. J. TEN HOPE, van Rotterdam, die de komende wet inzake een vergunningsstelsel voor vrachtauto diensten besprak. Spr. ontkende niet, dat ongewenschte toe standen bestaan op het gebied van het vracht autowezen. Maar daarvoor is het niet noodig, dat het bedrijf ten gronde gericht wordt. De heer W Lubberink van Haarlem, hield vervolgens een beschouwing naar aanleiding van „land en volk in crisis" Spr. betoogde dat na den geest van haat en afgunst, die ons kleine, goede volk jarenlang vergiftigd heeft, nu een geest van eenheid over ons volk is gekomen, die bUjven moet. Hierna sprak de heer G D. Hoekstra, van Huizum (Fr over Middenstandstoestanden op het platteland". De heer R. J. Koopmeiners, van Rotterdam, sprak over „verruiming der winkelsluitings wet voor die bedryven, welke zulks behoeven." Hy keurde af de vernietiging van gemeente- lyke verordeningen, waarby rekening is ge houden met de bijzondere behoeften van groe pen winkeliers, als die in koek en chocolade, in fruit, visch, enz. Onder gefluit vanuit de vergadering besprak spr- de nalatigheid der regeering op dit punt en vroeg, welke motieven de regeering hebben bewogen om op deze wyze duizenden nyvere winkeliers tot een kommer vol leven te brengen. Van deze plaats vragen wij niet meer een verruiming van de verkoop uren (Geroep: weg met de winkelsluitingswet). Spr. wenschte een werktyd op Zondag van 8 uur voor winkeliers in koek, banket, enz. en voor winkeliers in visch e.d- op Zondag van 11 tot 24.30 uur, benevens voor laatstgenoem den in de week van 11 uur, tot een half uur na de cafésluiting (Byval). Voorlezing werd gedaan van de volgende resoluties. „De vergaderden in het gebouw van den Dierentuin enz., spreken als haar oordeel uit, dat regeering en openbare meening blyken niet doordrongen te zijn van den ernstigen toestand, waarin talryke middenstanders ten gevolge van de crisis zyn komen te verkeeren; maken ernstig bezwaar tegen het feit, dat den middenstand steeds nieuwe lasten worden opgelegd zonder dat eenige compensatie daar tegenover staat; achten het tegenover duizenden nijvere bur gers een niet te rechtvaardigen daad, dat zoo wel ten aanzien van het verleenen van buiten gewone credieten aan door de crisis getroffen middenstandsbedryven als ten opzichte van de herziening der winkelsluitingswet ten behoeve van sommige bedrijfsgroepen, door de regee ring gedane toezeggingen niet gereedelyk wor den nagekomen, waardoor talloozen in groote moeilijkheden zijn komen te verkeeren; betreuren het, dat evenmin iets gedaan is om noodlydende middenstanders, hetzy door een buitengewone steunverleening, hetzij door het verschaffen van opdrachten van overheids wege, voor den ondergang te behoeden, en ach ten het te veroordeelen, dat dergelijke personen worden verwezen naar armenzorg of werkver schaffing; stellen vast, dat tal van redelijke en recht matige verlangens van den middenstand op. het gebied van de wetgeving inzonderheid waar het de bescherming tegen de bedryven betreft ondanks herhaalden aandrang der organisa ties eveneens onvervuld blijven; concludeeren, dat deze toestand onhoudbaar is en derhalve spoedige verbetering door in- grypende maatregelen vereischt is; dragen het bestuur van den K.N.M.B. op, deze verlangens met kracht en klem onder de aandacht van regeering, pers en openbare mee ning te brengen." Toen deze resolutie was voorgelezen, werd vanuit de zaal op de vraag, of men er accoord mee ging, met krachtig geluid geantwoord: „Neen! Niet „verlangens", „eischen"!" Van de bestuurstafel werd opgemerkt, dat de vergade ring in de kleine zaal, waar dezelfde sprekers waren opgetreden, de resolutie had goedge keurd. Maar opnieuw werd vanuit de vergade ring geroepen: „Eischen! Eischen!" Iemand riep: „De arbeiders hebben a 11 y d ge- eischt." (Daverend applaus.) De voorzitter zei de: „Als de vergadering verlangt, dat wy zul len spreken van „eischen" en niet van „ver langens" Het slot van zyn woorden ging verloren in een lang aanhoudend applaus en gejuich in de zaal. De vergaderden waren van hun stoelen op gestaan. Toen zette de muziek het Wilhelmus in, dat de menigte geestdriftig meezong. Het slot was, dat de resolutie werd aangeno men met de door de vergadering gewenschte verandering. Met ingang van 1 October 1932 is aan jonk- vrouwe E. Baronesse van Hardenbroek op haar verzoek eervol ontslag verleend als hofdame van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Ju liana der Nederlanden. Een veehouder uit Nieuwkoop had zich Dins dag voor het kantongerecht te Woerden te ver antwoorden, omdat hy worst had gemaakt van zieke varkens. De worst was beslist voor eigen gebruik. Een zijner dochters was na het eten ervan ziek geworden, waardoor het feit aan het licht is gekomen. Het O.M. eischte een boete van 225. De straf werd bepaald op 100. De minister van Defensie heeft voorloopig als militaire belangenvereeniging toegelaten de Ver eeniging van Hoofdopzichters en Opzichters van Fortificatiën. Na verkregen goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken heeft de Centrale Propaganda Commissie de üitkeeringen uit de opbrengst der Weldadigheidspostzegels en Prent briefkaarten voor het Kind 1932-'33 doen toeko men aan de vereenigingen die daarvoor in aan merking komen. Uitgedeeld werd: Aan 21 instellingen voor achter lijke kinderen tezamen 11.121.55 Aan 83 instellingen vóór zieke en zwakke kinderen tezamen 28.241.21 Aan 239 instellingen voor verwaar loosde kinderen tezamen 88.900.55 Aan 11 instellingen voor doof stomme en gebrekkige kinde ren tezamen 6.796.37 In totaal 135.059.68 Verleden jaar bedroeg het totaal der üitkee ringen 146.939.07. Het Nederlandsche dames hockeyteam heeft Woensdagmiddag op het landgoed Te Werve (Rijswyk)" een eervolle 0—1 nederlaag gele den tegen het Amerikaansche dames-hockey team, dat op het oogenblik een tournée door Europa maakt en daarby tot dusver slechts eenmaal een nederlaag heeft geleden. Hoewel mej. Rollin Couquerque de ster van het veld was, bleek de Amerikaansche ploeg toch een beter geheel te vormen dan de Ne derlandsche dames, voornamelyk door betere stokvoering en door een betere middenlinie. Daar staat tegenover, dat de Nederlandsche ploeg door misschien iets grooter enthousias me meer scoringskansen heeft gehad, waarbij echter veel pech werd ondervonden. Een 21 in plaats van een 01 uitslag zou danook zeker niet vreemd geweest zyn, hoe wel de Amerikaansche dames o. i. de over winning toch volkomen hebben verdiend. De rust kwam met blanke score en kort na de hervatting was het tempo der gasten zoo overrompelend, dat zelfs mej. Rollin Couquer que er voor bezweek, zoodat miss Cross na vyf minuten gelegenheid kreeg om van dicht by te scoren. Voor het overige waren de elftallen vrij goed tegen elkaar opgewassen. De samenstelling der ploegen was als volgt: (van rechts naar links). Nederland: Doel: Molhuyzen. Achter: Ross, Rollin Couquerque. Midden: Van Hasselt, Eilers, Dubois. Voor: Polanen, Terwindt, Dros Canters, Bauduin en Hofland. Amerika: Doel: Elliot. Achter: Pierce, Black. Midden: Pugh, Daussig, Strebeigh. Voor: Richy, Howe, Cross, Townsend, Cad- bury.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10