Het Duitschland van Hitier
Nooden van den middenstand
EERSTE TRIP
NA TIONAAL-SOCIALISME
OP STRAAT
STEEDS MEER LASTEN
TWEEDE KAMER BIJEEN
DONDERDAG 21 SEPTEMBER
Van en over de kunst
van groeten
Ingrijpende maat
regelen geëischt
Nederland-Curacao
Taak van parlement
Nederland-Amerika
Berlijn de immense stad, met haar
geloovigen en ongeloovigen,
zegezangen en smarte-
kreten
HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW
Najaarsvergadering te Alkmaar
Bestuursverkiezing
Demonstratievergadering van den
Kon. Ned. Middenstandsbond
in Den Haag
Als dit stelsel faalt
Het cadeaustelsel
X
Driehonderd jaar kolonisatie
Het wachtwoord van den voorzit
ter luidt: Zaakkundige bon
digheid bondige zake
lijkheid"
ONTSLAG BIJ BRUIJNZEEL
Winkelsluiting
Resolutie
Eischen
Het „Wilhelmus" aangeheven
Hofbericht
ZIEKE VARKENS GESLACHT
Worst voor eigen gebruik
Militaire belangen-vereeniging
WELDADIGHEIDS
POSTZEGELS
Fl. 135.000.uitgedeeld
HOCKEY
Eervolle 01 nederlaag van onze
dames-hockeyploeg
Neurenberg. Een gang In het hotel. Een
oude vrouw wrijft den vloer. Zij groet
mü met een krachtig „Guten Morgen". En
zij houdt op te wrijven. Ik zie dat zij piraten
wil.
„Jammer," zegt ze, „dat men thuis moet
blijven. Op zoo'n dag! Ach/ wanneer alle lan
den een Hitler hadden, dan was de vrede in de
wereld verzekerd."
Zij glimlacht. En dan wrijft zij weer den
vloer.
In de hal van het zelfde hotel. Iemand klopt
mij op den schouder. Wanneer ik mij omdraai,
sta ik tegenover een Prins, wien ik eens een
bezoek bracht op zijn kasteel in het Zuiden
van Duitschland. Hij draagt een uniform welke
herinnert aan het keizerlijke leger. Een rooae
band met de zwarte Swastika siert zijn arm.
„Wel," zegt hij, „dat is nog eens een schouw
spel, niet waar? En vergeet nu vooral niet in
Frankrijk te zeggen, dat dit niet tegen u ge
richt is. Ik ben viff-en-zestig en zooals u ziet,
ben ik lid geworden. Die „Führer," dat is me
een man! zult hem wel eens zien. Ik hao
hem al lang eens willen spreken, maar hij heeit
het te druk om mij te ontvangen."
Ik zie hem met verbazing aan. Ik weet dat
deze man zich zelfs boven de Hohenzollem ver
heven gevcelt en het zeker beneden zijn waar
digheid geacht zou hebben Wilhelm II twee
malen om een audiëntie te verzoeken.
Station Neurenberg. De trein kan elk oogen-
blik vertrekken. Een Reiziger van aristocratisch
voorkomen staat op de treeplank van een
„sleeping-car".
Een hotel-portier geeft hem zijn koffers. Hij
krijgt een fooitje. Vroeger zou de man nederig
gebogen en zijn pet afgezet hebben. Hij aou
den reiziger zijn naam en al zijn titels genoemd
hebben en hem onderdanig een goede reis heb
ben toepewenscht. Thans springt hij in de
houding, slaat zijn hakken tegen elkaar, zwaait
zijn rechter arm omhoog en roept: „Heil Hit-
Ier." De reiziger weet in zijn moeilijke positie
niet beter dan het zelfde maar te doen. Van
hoog tot laag, op alle sporten van de sociaie
ladder kent men slechts één manier van groè-
ten.
Men geioove niet dat het een kleinigheid is
te groeten onder het nationaal-socialistisch be
wind. De vlaggen zijn niet te tellen. In eiken
kleinen stoet worden er dozijnen meegedragen.
Kan de voorbijganger stil blijven staan op het
trottoir, dan is het een kwestie van een paai
seconden, een minuut. Dwingen hem echter zijn
bezigheden om op te schieten en naast den
stoet te blijven loopen, "dan wordt de situatie
werkelijk critiek. Men ziet buikige oudeheeren
en ook bejaarde vrouwen die achterover moe
ten loopen om hun rechter arm gestrekt om
hoog te kunnen houden. Wee dengene die te
gen deze regelen zondigt of een sigaret in zijn
mond houdt! Aanhoudend ziet men hoe een
Jonge kerel even uit den stoet treedt en zon
der bedenken een of anderen overtreder op
een stevigen draai om zijn ooren onthaalt. Dit
gaat allemaal heel rustig, zonder opzien te ba
ren en zonder dat er een woord bij gesproken
wordt. Het lijkt een kleine, nu ja, wel onplei-
zieri'ge. maar onvermijdelijke formaliteit. Is de
schuldige voorbijganger een Duitscher, dan ge
beurt er verder niets. Is hij een buitenlander,
dan loopt hij naar zijn gezant en smaakt ten
minste het genoegen dat er over zijn geval een
vel papier wordt volgeschreven.
In de antichambres der Ministers trof men
vroeger kamerbewaarders aan die oud waren,
plechtig en ernstig. Tegenwoordig vindt men
er jonge nationaal-socialisten, gemoedelijk en
geestdriftig. En spraakzaam ook! Het liefst
praten zij over de politiek. Gisteren, in het Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken, kwam er
een, na mijn naam op mijn kaartje gelezen
te hebben, met een onberispelijken Hitler-groet
op my af:
.►Het was niet allemaal even vriendelijk wat
u over Duitschland geschreven heeft, maar
thans hebben we een nieuw Duitschland. De
Jonge measchen regeeren er en u zult zien hoe
dat gaat. De .Führer" en de jonge menschen!
En zegt u eens, gelooft u ook niet dat wy heel
goed tot overeenstemming zouden kunnen ko
men met Fiankrijk? Waarom kunnen de jonge
menschen van beide kanten niet eens samen
komen en rustig praten zonder de oude bon
zen? Zonder de diplomaten, zonder de gene
raals, zonder de oude ambtenaren? Waarom
altijd raad gevraagd aan hen die den oorlog
gevoed hebben en die hem den volgenden
keer niet meer zouden hoeven voeren? Het is
toch veel beter om den raad in te roepen van
hen die een volgenden keer naar het front zou
den moeten gaah? De „Führer" heeft een he
kel aan oude menschen. Moet u eens hooren:
een paar dagen geleden wilde dr. S... hem be
slist spreken. En wat antwoordde hy? „Hfj is
me te oud." U moet eens naar den schouw
burg gaan, meneer, wanneer „In den Hemel
van Europa" gespeeld wordt. Het is de ge
schiedenis van een jongen Franschen journa
list, die als een broeder ontvangen werd m
het kamp der Duitsche vliegeniers."
Op dit oogenblik kwam er een hooge amb
tenaar uit zijn bureau en zyn verschijning
maakte een ontijdig einde aan dezen stroom
van welsprekendheid.
„Heil Hitier." Het wordt gezegd zooals men
vroeger „Goeden dag," of liever: zooals men
vroeger „Grüss Gott" zeide. Dit is de verkla
ring welke een ambtenaar my gaf. Ik liet hem
den groet telkens herhalen en dwong hem zoo
voortdurend den naam Hitier uit te spreken.
Toch eindigde hy niet met den naam zinlooe.
klankloos te herhalen. Het ging met hem ais
met den geloovige die zegt: „God moge u bij
staan." Wanneer hy deze woorden gebruikt,
dan legt hij er heel zijn ziel in. Alleen in den
mond van den onverschillige wordt deze zege-
wensch een leege formule. „Heil Hitier". De
kellner zegt het, de telefoniste, de controleur,
een iedereen. De menschen ontmoeten elkaar
op straat: „Mooi weer vandaag! Heil Hitier!
Loopen we een eindje op?"
En degene die niet meer weet hoe hy zich
moet houden, is de vreemdeling. Het staat zoo
slap en zoo aftandsch om zyn hoed af te ne
men voor iemand die zyn hakken tegen elkaar
klettert en zyn arm opzwaait om u te be
groeten.
Avond. Een café-terras in het Westen van
Beriyn. Een groote maan straalt tegen een
heldere lucht. In het café zie ik, een beetje
achteraf, twee Joden zitten die ik ken. Ik ga
aan hun tafeltje zitten. Ze hebben, zooals dat
Hoe is onder Hitler's Bewind
het leven van allen dag? Hoe doen,
spreken, denken de menschen?
Neemt men het Nationaal-Socialis-
me waar in het straatbeeld? Staat
het alleen maar in de kranten dat
er veel veranderd is, of ziet, hoort,
voelt men die veranderingen?
Sauerwein wiens derde artikel
over het nieuwe Duitschland wy
hier afdrukken, heeft zich deze
vragen gesteld en doet kond van
zijn ervaringen.
Joden eigen is, aan geestdriftigheid niet inge
boet, al zijn de tyden slecht. „Galgenhumor"
heet dat hier. En heeft Rivarol niet gezegd:
„Geestigheid is waardigheid"?
„Heeft u het laatste nieuws al gehoord," zegt
de een: „uit Palestina? Er zyn vyfhonderd
Joden uitgewezen, omdat bewezen kon wor
den dat ze een Arische grootmoeder hadden.'
„En kent u dien mooien brief van dien
Jodenjongen aan zyn vader en moeder in New-
York? „Hier gaat alles uitstekend en wy ma
ken het best. Oom Isodoor was het daarmee
niet eens en wy hebben hem gisteren begra
ven."
Ik kijk eens om my heen en stel vast dat de
twee tegenover my niet de eenige vertegen
woordigers van hun ras zijn in dit café.
Aan een tafeltje naast ons zit een dame die
een sigaret rookt.
„Hier, m Beriyn, kan ik nu en dan wel eens
een sigaret aansteken," vertelt zy. „Maar niet
ver van hier, in Brandenburg, kwam er eer
gisteren plots een jonge man naar my toe en
gaf mij dit papier."
Dit haar taschje haalt zy iets dat op het eer
ste gezicht aan een briefkaart denken doet, en
ik lees het volgende:
„Een Duitsche vrouw rookt niet. Schaamt u
zich niet dat de Hitler-jeugd u daaraan her
inneren moet?"
Een poosje later zie ik een jonge vrouw wier
hoofd als het ware gekroond wordt door een
weelde van goudblonde haren, yverig bezig met
de ontcijfering van een Fransche krant. Ik
haal er ook een uit myn zak en een gesprek
begint al spoedig.
„Verschrikkelijk," zegt ze. „Ik ben getrouwd
met een Jood. Hy werkte op een bank en moest
vertrekken. Eerst ben ik met hem meegegaan
naar Parijs waar wij in 'n klein hotelletje woon
den aan het Faubourg Montmartre. Hier hadden
we een appartement van acht kamers aan den
KurfürstendammToen wy geen geld genoeg
meer hadden voor ons tweëen, zeide hij, dat ik
maar weer naar Berlijn moest gaan en zien hoe
ik my redde. Kijk, hier is zijn laatste brief".
Zy haalt een verfrommeld vel papier te voor-
schyn en wyst my de regels aan die ik lezen
moet.
„Ik doe mijn uiterste best om Fransch te lee-
ren en raad je aan het zelfde te doen. Het is
ontzettend moeilyk om in Parys werk te vin
den. Ik heb uitgerekend dat ik met myn drie
duizend Marken toekom tot 15 December."
Er vloeien tranen langs haar mooi gezichtje.
Wanneer ik het café verlaat, ontmoet ik een
eigenaardig heerschap. Hy is in het bruin ge
kleed en draagt een groot bord op zyn buik:
De meest nabye bomvrije schuilplaats bevindt
zich in de Potsdammerstrasse nummer zooveel.
En aan eiken boom hangt een aanplakbiljet:
„Bescherm u-zelven en de eigendommen die u
zich met noesten arbeid verworven hebt tegen
brandbommen. Laat u voorlichten omtrent de
te nemen maatregelen en help ons schuilplaat
sen bouwen".
In gedachten verzonken keer ik naar mijn
hotel terug. Boven de immense stad staat de
volle maan en doet haar vreemd licht stralen
over geloovigen en ongeloovigen, over zegezan
gen en smartekreten.
JULES SAUERWEIN
(Nadruk verboden)
Van verschillende deelnemers
aan onze eerste excursie^ naar Beau-
raing ontvingen wij het verzoek een
afdruk te kunnen ontvangen van de
in ons blad afgedrukte groepfoto,
genomen bij de Grotten van Han.
Vanaf heden is deze verkrijgbaar
aan het bureau der Ver. Kath. Pers,
N. Z. Voorburgwal 69, Amster- ii
dam, 15 cent p. s., franco per ii
post.
Gelijk met de 52ste Tentoonstelling van de
afd. Alkmaar, werd de 136ste algemeene verga
dering aldaar gehouden van de Hollandsche
Maatschappy van Landbouw.
De voorzitter, Dr. Lovink, heette speciaal
welkom den heer De Berger, hoofddirecteur van
den Veeartsenijkundigen Dienst, en de heeren
J. Westerhof, H. Klaver en Mr. A. Koelma, resp.
loco-burgemeester, wethouder en secretaris te
Alkmaar.
Spr. verheugde zich over het in de Troonrede
toegezegde executierecht over welk onderwerp
spr. volgens in de vorige vergadering gedane toe
zegging, met den minister onderhandelt. Spr.
herinnerde aan de inwerking getreden aardap-
pelsteunwet, met de uitvoeringwaarvan de ge-
meenteiyke besturen reeds begonnen zijn. Op
verzoek van het Centraal Bestuur van de Aard-
appelsteunwet heeft het H. bestuur aan den Se
cretaris de directie van de Aardappelsteunwet
opgedragen.
Herinnerende aan de door minister Verschuur
in Breda gedane uitlating inzake teeltbeperking
en wyzende op hetgeen op dit gebied reeds in
Duitschland geschiedt, meende spr. dat ook hier
iets in dien geest gebeuren moet. De Geweste
lijke Tarwe Centrale, die besloot over dit onder
werp een onderzoek te doen instellen, zal hier
over binnenkort een rapport publiceeren, waarin
wordt aangegeven op welke wijze zij zich die
teeltbeperking indenkt; tusschen den invoer en
uitvoer van tarwe moet beter verband gebracht
worden.
N.a.v. een besluit op een der vorige vergade
ringen hebben eenige H. B.-leaen een onderzoek
ingesteld naar het gebruik van wol ten dienste
van de nationale productie; het rapport hier
over leidt tot de conclusie, dat de Nederland-
sche wol niet die afkeuring verdient, welke haar
van sommige zijden wordt toegeschreven.
Verheugend noemde spr. het voorts, dat juist
dezen dag de varkensprijs met 4 ct. verhoogd
is (instemming) en dat de uitkeering van f 5
per koe thans gaat worden verleend. Spr. con
cludeert dat de Regeering in elk opzicht doet
wat mogelyk is, waarvoor waardeering past
(applaus)
De heer J. Westerhof, loco-burgemeester
heette de afgevaardigden welkom in de kaas
stad en wees op de samenwerking, die er tus
schen stad en platteland moet bestaan om te
komen tot verbetering van het lot der menseh-
heid, die dat zelf in haar handen heeft
De heer D. Govers heette de vergadering na
mens de afd. Alkmaar welkom en dankte voor
de verleende Gevers Deynootmedaille voor de
tentoonstelling.
Medegedeeld werd dat 83 van de 92 afdeelin-
gen aanwezig waren.
N.a.v. de bestuursverkiezing ontstond een hef
tige discussie, waarbij o.m. werd voorgesteld de
verkiezing 3 maanden aan te houden, welk
voorstel geen meerderheid vond.
In plaats van Dr. Lovink werd de heer P.
Stapel Cz., Hoogkarspel tot voorzitter gekozen.
In de vacature Jm. Blaauboer Kz. Schagen,
werd voor Noord-Holland gekozen de heer A.
de Haan, De Beemster.
In de vacature-P. Leeuwenburg te Numans-
dorp werd voer Zuid-Holland gekozen de heer
W. Boer te Bodegraven.
In de vacature-P. S. Overwater te Strijen
werd vcor Zuid-Holland gekozen de heer P. v. d.
Hoek, IJselmonde.
Voor Groep II Zuid-Holland (Prov. Bond
Woensdagmiddag is vanwege den Konink-
lyken Nederlandschen Middenstandsbond in
den Dierentuin te Den Haag een nationale,
demonstratieve vergadering gehouden. De groo
te en de kleine zaal waren gevuld.
De voorzitter van den Middenstandsbond, de
heer Ed. Schürmann, heeft de byeenkomst in
de groote zaal geopend met een rede. waarin
ny verklaarde, dat men met deze demonstratie
tot doel heeft, de nooden van den middenstand
ter kennis te brengen van de regeering en de
andere autoriteiten.
Spr. verwelkomde vertegenwoordigers van de
ministers van financiën en van economische
zaken en verscheidene leden der Eerste en der
Tweede Kamer, die aanwezig waren.
De heer J. C. B1 a n k e r t, van Utrecht, heeft
vervolgens het woord gevoerd over „Wat ons
beloofd is, doch niet verkregen. Wat verkregen
is en niet gevraagd". De middenstand, aldus
spr., heeft grootelijke reden tot ontevredenheid.
Zijn vertrouwen in opeenvolgende regeeringen,
uTe tot aan de tegenwoordige regeering aan het
bewind zyn geweest, is geschokt.
Wy zyn ontevreden over de werking van het
ryksinkoopbureau, over.de personeele belasting,
de tabaksbelasting, de omzetbelasting, enz. enz.
Ook over gemeentebedryven, die in huurkoop
verkoopsn en die een middenstander, die hard
moet werken om aan den kost te komen, niet
op zyn weg moet vinden. (Langdurig applaus.)
Spr. somde vervolgens een reeks wenschen
van den middenstand op, welke niet worden
verwezenlijkt, zooals maatregelen tegen vliegen
de winkels, tot vereenvoudiging van gerechte-
lyke vorderingen, enz.
Er kome een directeur-generaal voor den
middenstand.
Wij zijn ontevreden ook over de politieke
partyen, waarop de vorige regeeringen steun
den. Als men prys stelt op de waarde van het
parlementaire stelsel, moet men in aanmerking
nemen, dat er onder den middenstand stroo
mingen zijn, bereid om, als men met het tegen
woordige systeem geen recht kan vinden, het
met een ander systeem te probeeren. (Applaus
en gejuich.) Dan zal men geneigd blyken tot
samenwerking met hen, die even trouw of nog
trouwer om Oranje staande, het met een ander
stelsel willen probeeren. (Bijval en bravo's.) De
regeering beseffe, dat het van haarzelve af
hangt, of zy den middenstand zal behouden of
verliezen.
Vervolgens sprak de heer A. van Kesteren,
van Den Haag, over „Moeiiykheden van den
Ambachtspatroon". Spr- zeide, dat het zwaar
tepunt van de politiek moet worden verlegd
naar het economisch terrein. Op dit oogenblik
worden de menschen, die een verantwoorde-
lyke positie bekleeden, ontkiezerd door het
algemeen kiesrecht. Dat het personeel van
Philips meer stemmen uitbrengt dan alle in-
dustrieelen in Nederland, spreekt boekdeelen.
In verband met de aangekondigde voorne
mens der regeering inzake woningbouw betoog
de spr., dat de regeering daarby de particuliere
bouwnyverheid tot haar recht moet laten
komen-
De heer M. Kropveld van 's Gravenhage, be
sprak de noodzakelijkheid van crediet- en
steunverleening aan den middenstand.
Weet de regeering wel, dat de middenstand
twee millioen man sterk is. en weet het parle
ment wel, dat hy een macht vertegenwoordigt,
waarmee het meer rekening moet houden, dan
het gedaan heeft tot nu toe? (Applaus)
Met eerbied herinnert spr. er aan, dat de
koningin tydens den oorlog belangstelling heeft
doen blyken voor den kleinen middenstand.
Toen zijn voorschotten verleend aan midden
standers en voor niet meer dan 12 pCt. van het
uitstaande bedrag heeft de Staat schade ge
leden. Juist in den tegenwoordigen tyd zorge
de regeering, dat geen enkele groep, die in nor
malen tijd een draagster was van orde en ge
zag, ten gronde gaat.
Mr. dr. H. F. A. VÖLLMAR, van 's Graven
hage, besprak als rechtsgeleerd raadsman van
het comité van actie van de vrije margarine
handelaren de moeiiykheden der vrye marga
rinehandelaren.
De heer JOS. TEN BERG, van Utrecht, sprak
hierna over beteugeling van het cadeaustelsel,
verklarende, dat, als aan dit stelsel geen eind
Komt, vele bedrijven ten gronde zullen gaan.
(Langdurige bijval.)
Reeds tien jaar lang bestudeert men het
cadeaustelsel. In den loop dier jaren heeft
minister Slotemaker de Bruine een commissie
ingesteld, die uitsprak, dat een wettelyke rege
ling noodzakelijk was. Minister Verschuur zei
later, dat haar onderzoek goed was geschied,
van Melkveehouders) werd in plaats van den
heer A. N. Vaandrager gekozen de heer E. Huis
man.
Voor groep I Noord-Holland (Bond van op
Cóöp. Grondslag werkende Zuivelfabrieken)
werd, in plaats van den heer K. Kuiper te
Oostwoud, gekozen de heer Olivier te Assen
delft.
In plaats van den heer P. Jas te Dubbeldam
werd tot lid van de financieele commissie geko
zen de heer Joh. Knegt te Rotterdam.
Het jaarverslag Aug. 1932Aug. 1933 werd
onder dank aan den secretaris goedgekeurd.
Besloten werd de voorjaarsvergadering 1934
in Mei te Amsterdam te houden.
Op verzoek van Dr. Lovink deed prof. De
Berger eenige mededeelingen over het mond- en
klauwzeer-instituut te Rotterdam, Het weten
schappelijk onderzoek aldus spr. is de
voornaamste factor in de mond- en klauwzeer-
bestrijding. Op de te Parijs gehouden interna
tionale vergadering kwam men tot de conclu
sie, dat het mond- en klauwzeer niet alleen
door wettelijke maatregelen bestreden moet
worden, maar vooral dat het komen moet tot
een biologisch product. Ondanks alle moeiiyk
heden is het gelukt in ons land een instituut
daarvoor te krijgen.
Onder leiding van Dr. Frenkel is er in de
Rijksseruminrichting te Rotterdam een aparte
afdeeling opgericht, welke reeds 6 mnd. werkt, en
waar getracht wordt een oplossing te brengen
in het mond- en klauwzeer vraagstuk. Daar de
smetstof niet op glas gekweekt kan worden,
worden proeven genomen op levende weefsels,
hetgeen éen zeer moeilijk experiment is.
Op een vraag uit de vergadering naar de oor
zaak van de langzame werking van den vee-
artsenykundigen dienst, deelde Prof. De Berger
mee, dat de zeer snelle uitbreiding van het
mond- en klauwzeer het onmogelyk maakt alle
gevallen direct te contróleeren; mede wordt uit
bezuinigingso herwegingen wat langzaam ge
werkt.
Van verschillende zy'den rezen uit de vergade
ring bezwaren tegen de Aardappelsteunwet,
welke o.a. door den heer P. Barendrecht, Am
sterdam een ondergangswet werd genoemd.
Voor duizenden Hectoliters is er geen afzetge
bied, omdat in vele gebieden 70 pet. en meer
vernietigd moet worden en als veevoeder weg
gaat.
Ir Huisman vroeg vooral vertrouwen voor hen,
die met de uitvoering van deze wet belast zyn;
de wet is er voor het heele land en daarom
voor een bepaalde streek misschien ongunstig.
Spr. zal echter trachten jooveel mogelyk aan de
bezwaren tegemoet te komen.
Ter sprake kwam ook het vraagstuk der
Rundveebeperking, waartegenover de vergade
ring nog afwijzend stond; een ernstig onder
zoek naar de gevolgen achtte men noodig, al
vorens het H. B. een advies geeft.
De heer H. K. Koster verklaarde namens het
H. B., dat de crisisrundveecentrale gedwongen
beperking niet voorop stelt. Vrywillige beper
king is echter noodig voor het op peil houden
en opvoeren van den prys; voor de vleeschvoor-
ziening en met het oog op den uitvoer der zui
velproducten. De Regeering heeft toegezegd 25
millioen beschikbaar te stellen, als men tot vrij
willige beperking komt en de zekerheid bestaat,
dat niet binnen enkele jaren de veestapel weer
op zijn huidige grootte is aangevuld. De bestu
ren der Centrale landbouworganisaties en de
F. N. Z. hebben in dien geest een accoord met
de Regeering gesloten.
De heer P. Barendrecht, Houtrijk en Pola-
nen, was van meening, dat, zoolang het vee
voor goedkoop blyft, 't niet tot beperking van
den veestapel komt. Alleen als de teelt van vee
voeder loonend wordt, zal de veestapel minder
worden.
Na eenige discussie, waarby verschillende
andere punten besproken werden, werd op voor
stel van Dr. Lovink een motie aangenomen,
waarin den minister van Jusitie verzocht wordt,
zoo spoedig mogelyk het wetsontwerp inzake
executie van bedryven aan de beide Kamers
aan te hieden, „want er is groote haast by."
Een motie van de afd. Houtrijk en Polanen,
waarin den minister verzocht werd, uiterlyk 1
October de teeltregeling oogst 1934 kenbaar
te maken, speciaal wat betreft den inzaai van
tarwe en gerst en met het oog op de aanschaf
fing van pootaardappelen, werd by acclamatie
aangenomen.
Van verschillende zyden werd aangedrongen
op maatregelen tot beperking van margarine-
verbruik en vermeerdering van natuurboterge-
bruik, o.a. door het verstrekken van goedkoope
natuurboter aan werkloozen en behoeftigen.
Hierna sluiting.
De Litausche gezant te Berlijn, dr. Jurgis
Saulys, en de bekende zangeres Mafalda
Salvatini zijn in het huwelijk getreden.
Op 29 Juli 1634 namen Johannes van Wal-
beeck en Pierre le Grand het eiland Curasao
voor de West-Indische Compagnie in bezit;
spoedig daarop volgden de beide andere der te
genwoordige Nederlandsche Benedenwindsche
Eilanden, Bonaire en Aruba. Deze drie eilanden
waren toen ongeveer een eeuw lang Spaansch
bezit geweest, doch de Spanjaarden hadden er
geen vestingen van eenige beteekenis, noch had
den zij er eenig voordeel van genoten.
Van de drie Bovenwindsche Eilanden, St.
Maarten (Zuidelyk gedeelte), St. Eustatius en
Saba, hadden particuliere Zeeuwsche onderne
mers het eerstgenoemde, onder een door de
Compagnie verleend octrooi, reeds eenige jaren
vroeger bezet; de koloniseering der beide an
dere Bovenwindsche Eilanden werd omstreeks
1635 ondernomen.
Het jaar van Van Walbeeck's, expeditie mag
worden beschouwd als het meest belangryke in
de geschiedenis der Nederlandsche vestiging op
de eilanden der Caraibische Zee en het is op
Curasao, dat het initiatief is genomen door
de Groep Nederlandsche Antillen van het Alge
meen Nederlandsch Verbond en de Curasaosche
Afdeeling der Kon. Vereeniging Oost en West
om 1934 te maken tot een herdenkingsjaar.
Op aandrang der beide hooger genoemde or
ganisaties hebben de hoofdbesturen van het A.
N. V. en de Kon. Ver. O. W. op hun beurt
zich moeite gegeven om ook hier te lande be
langstelling te wekken v.oor het derde eeuwfeest
der vereeniging van Curasao met Nederland. Als
resultaat der pogingen van de beide Hoofdbe
sturen heeft zich een herdenkingscomité ge
vormd, bestaande uit de heeren:
F. H. A. van der Brugh, Algemeen Secretaris
der Kon. Ver. Oost en West.
H. Ferguson, Oud-Lid van den Raad van Be
stuur van Curasao.
Mr. B. de Gaay Fortman, Oud-Lid van het
Hof van Justitie in Curasao.
O. L. Helfrisch, Oud-Gouverneur van Curasao.
Jhr. J. O. de Jong van Beek en Donk, Oud-
Gouverneur van Curasao.
P. J. de Kanter, Alg. Voorzitter van het Alg.
Ned! Verbond (Voorzitter der commissie).
Pater Fr. M. Kosters, O.P., Oud-Missionaris
op Curasao.
W. R. Menkman, Oud-Hoofdagent v. d. Kon.
W. I. Maildienst op Curasao (Secretaris-Pen
ningmeester der Commissie).
R. Zuyderhoff, Algemeen Voorzitter der Kou.
Xfi. Oost en West.
De Voorzitter van de Tweede Kamer, Jhr. mr.
Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, heeft heden
middag in de vergadering der Kamer zyn func
tie aanvaard met de volgende rede:
Geachte medeleden:
Nu my opnieuw door Hare Majesteit de Ko
ningin op Uwe door mij zeer gewaardeerde voor
dracht het Voorzitterschap der Kamer werd
opgedragen, past mij allereerst een woord van
dank voor het in mij gestelde vertrouwen.
Voor hem, wien het voorrecht te beurt valt
Uwe beraadslagingen te leiden, is op dit oogen
blik zelfbeperking meer dan ooit plicht.
Slechts over den vorm, waarin, over de wyze,
waarop de Kamer haar werk zal verrichten,
moge ik een woord tot U spreken.
De vertrouwenscrisis, die de wereld teistert,
heeft ook het parlementaire stelsel niet onver
let gelaten.
De schade aan dat stelsel toegebracht, kan
slechts worden hersteld, wanneer de parlemen
ten het bewys leveren, dat met hunne mede
werking het algemeen belang naar den eisch
van dezen zwaren tyd kan worden gediend-
Noodig is, dat alles worde vermeden, waar
door wetgevende en uitvoerende macht in hare
taak worden belemmerd.
De Kamer moge door daden bewyzen, dat zy
de plaats haar in ons staatsbestel toegedacht,
op waardige wyze weet in te nemen.
Zaakkundige bondigheid bondige zakelyk-
heid, zy ook in de komende maanden ons
wachtwoord.
Met den wensch dat Gods zegen onzen ar
beid vergezelle, aanvaard ik uw voorzitterschap.
Naar we vernemen, zijn by Bruynzeel's Deu-
renfabriek te Zaandam vyftig arbeiders ont
slagen, tengevolge van een vermindering van
werkzaamheden.
maar dat de zaak niet zoo eenvoudig was. De
quaestie was op het doode spoor geraakt. Het
nationaal comité tegen het cadeaustelsel heeft
een enquête gehouden, waaruit bleek, dat fa
brikanten, tusschenhandelaren, vereenigingen
op handels- en nyverheidsgebied, consumen
ten, enz. in overweldigende meerderheid voor
standers zijn van een verbod van het cadeau
stelsel. Geheel Nederland snakt naar een ge
zondmaking op dit gebied. (Applaus.)
Ten slotte betoogde spr. de noodzakelykheid
van maatregelen tegen gefingeerde uitverkoo-
pen, die een misleiding zyn van het publiek
en een benadeeling van het algemeen belang.
(Bijval.)
Volgende spreker was de heer A. J. TEN
HOPE, van Rotterdam, die de komende wet
inzake een vergunningsstelsel voor vrachtauto
diensten besprak.
Spr. ontkende niet, dat ongewenschte toe
standen bestaan op het gebied van het vracht
autowezen. Maar daarvoor is het niet noodig,
dat het bedrijf ten gronde gericht wordt.
De heer W Lubberink van Haarlem, hield
vervolgens een beschouwing naar aanleiding
van „land en volk in crisis"
Spr. betoogde dat na den geest van haat en
afgunst, die ons kleine, goede volk jarenlang
vergiftigd heeft, nu een geest van eenheid over
ons volk is gekomen, die bUjven moet.
Hierna sprak de heer G D. Hoekstra, van
Huizum (Fr over Middenstandstoestanden op
het platteland".
De heer R. J. Koopmeiners, van Rotterdam,
sprak over „verruiming der winkelsluitings
wet voor die bedryven, welke zulks behoeven."
Hy keurde af de vernietiging van gemeente-
lyke verordeningen, waarby rekening is ge
houden met de bijzondere behoeften van groe
pen winkeliers, als die in koek en chocolade,
in fruit, visch, enz. Onder gefluit vanuit de
vergadering besprak spr- de nalatigheid der
regeering op dit punt en vroeg, welke motieven
de regeering hebben bewogen om op deze wyze
duizenden nyvere winkeliers tot een kommer
vol leven te brengen. Van deze plaats vragen
wij niet meer een verruiming van de verkoop
uren (Geroep: weg met de winkelsluitingswet).
Spr. wenschte een werktyd op Zondag van
8 uur voor winkeliers in koek, banket, enz. en
voor winkeliers in visch e.d- op Zondag van
11 tot 24.30 uur, benevens voor laatstgenoem
den in de week van 11 uur, tot een half uur
na de cafésluiting (Byval).
Voorlezing werd gedaan van de volgende
resoluties.
„De vergaderden in het gebouw van den
Dierentuin enz.,
spreken als haar oordeel uit, dat regeering en
openbare meening blyken niet doordrongen te
zijn van den ernstigen toestand, waarin talryke
middenstanders ten gevolge van de crisis zyn
komen te verkeeren;
maken ernstig bezwaar tegen het feit, dat
den middenstand steeds nieuwe lasten worden
opgelegd zonder dat eenige compensatie daar
tegenover staat;
achten het tegenover duizenden nijvere bur
gers een niet te rechtvaardigen daad, dat zoo
wel ten aanzien van het verleenen van buiten
gewone credieten aan door de crisis getroffen
middenstandsbedryven als ten opzichte van de
herziening der winkelsluitingswet ten behoeve
van sommige bedrijfsgroepen, door de regee
ring gedane toezeggingen niet gereedelyk wor
den nagekomen, waardoor talloozen in groote
moeilijkheden zijn komen te verkeeren;
betreuren het, dat evenmin iets gedaan is
om noodlydende middenstanders, hetzy door
een buitengewone steunverleening, hetzij door
het verschaffen van opdrachten van overheids
wege, voor den ondergang te behoeden, en ach
ten het te veroordeelen, dat dergelijke personen
worden verwezen naar armenzorg of werkver
schaffing;
stellen vast, dat tal van redelijke en recht
matige verlangens van den middenstand op. het
gebied van de wetgeving inzonderheid waar
het de bescherming tegen de bedryven betreft
ondanks herhaalden aandrang der organisa
ties eveneens onvervuld blijven;
concludeeren, dat deze toestand onhoudbaar
is en derhalve spoedige verbetering door in-
grypende maatregelen vereischt is;
dragen het bestuur van den K.N.M.B. op,
deze verlangens met kracht en klem onder de
aandacht van regeering, pers en openbare mee
ning te brengen."
Toen deze resolutie was voorgelezen, werd
vanuit de zaal op de vraag, of men er accoord
mee ging, met krachtig geluid geantwoord:
„Neen! Niet „verlangens", „eischen"!" Van de
bestuurstafel werd opgemerkt, dat de vergade
ring in de kleine zaal, waar dezelfde sprekers
waren opgetreden, de resolutie had goedge
keurd. Maar opnieuw werd vanuit de vergade
ring geroepen: „Eischen! Eischen!" Iemand
riep: „De arbeiders hebben a 11 y d ge-
eischt." (Daverend applaus.) De voorzitter zei
de: „Als de vergadering verlangt, dat wy zul
len spreken van „eischen" en niet van „ver
langens"
Het slot van zyn woorden ging verloren in
een lang aanhoudend applaus en gejuich in de
zaal.
De vergaderden waren van hun stoelen op
gestaan. Toen zette de muziek het Wilhelmus
in, dat de menigte geestdriftig meezong.
Het slot was, dat de resolutie werd aangeno
men met de door de vergadering gewenschte
verandering.
Met ingang van 1 October 1932 is aan jonk-
vrouwe E. Baronesse van Hardenbroek op haar
verzoek eervol ontslag verleend als hofdame
van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Ju
liana der Nederlanden.
Een veehouder uit Nieuwkoop had zich Dins
dag voor het kantongerecht te Woerden te ver
antwoorden, omdat hy worst had gemaakt van
zieke varkens. De worst was beslist voor eigen
gebruik. Een zijner dochters was na het eten
ervan ziek geworden, waardoor het feit aan
het licht is gekomen.
Het O.M. eischte een boete van 225. De straf
werd bepaald op 100.
De minister van Defensie heeft voorloopig als
militaire belangenvereeniging toegelaten de Ver
eeniging van Hoofdopzichters en Opzichters van
Fortificatiën.
Na verkregen goedkeuring van den Minister
van Binnenlandsche Zaken heeft de Centrale
Propaganda Commissie de üitkeeringen uit de
opbrengst der Weldadigheidspostzegels en Prent
briefkaarten voor het Kind 1932-'33 doen toeko
men aan de vereenigingen die daarvoor in aan
merking komen. Uitgedeeld werd:
Aan 21 instellingen voor achter
lijke kinderen tezamen 11.121.55
Aan 83 instellingen vóór zieke
en zwakke kinderen tezamen 28.241.21
Aan 239 instellingen voor verwaar
loosde kinderen tezamen 88.900.55
Aan 11 instellingen voor doof
stomme en gebrekkige kinde
ren tezamen 6.796.37
In totaal 135.059.68
Verleden jaar bedroeg het totaal der üitkee
ringen 146.939.07.
Het Nederlandsche dames hockeyteam heeft
Woensdagmiddag op het landgoed Te Werve
(Rijswyk)" een eervolle 0—1 nederlaag gele
den tegen het Amerikaansche dames-hockey
team, dat op het oogenblik een tournée door
Europa maakt en daarby tot dusver slechts
eenmaal een nederlaag heeft geleden.
Hoewel mej. Rollin Couquerque de ster van
het veld was, bleek de Amerikaansche ploeg
toch een beter geheel te vormen dan de Ne
derlandsche dames, voornamelyk door betere
stokvoering en door een betere middenlinie.
Daar staat tegenover, dat de Nederlandsche
ploeg door misschien iets grooter enthousias
me meer scoringskansen heeft gehad, waarbij
echter veel pech werd ondervonden.
Een 21 in plaats van een 01 uitslag zou
danook zeker niet vreemd geweest zyn, hoe
wel de Amerikaansche dames o. i. de over
winning toch volkomen hebben verdiend.
De rust kwam met blanke score en kort na
de hervatting was het tempo der gasten zoo
overrompelend, dat zelfs mej. Rollin Couquer
que er voor bezweek, zoodat miss Cross na vyf
minuten gelegenheid kreeg om van dicht by
te scoren.
Voor het overige waren de elftallen vrij
goed tegen elkaar opgewassen.
De samenstelling der ploegen was als volgt:
(van rechts naar links).
Nederland: Doel: Molhuyzen.
Achter: Ross, Rollin Couquerque.
Midden: Van Hasselt, Eilers, Dubois.
Voor: Polanen, Terwindt, Dros Canters,
Bauduin en Hofland.
Amerika: Doel: Elliot.
Achter: Pierce, Black.
Midden: Pugh, Daussig, Strebeigh.
Voor: Richy, Howe, Cross, Townsend, Cad-
bury.