Geruchten uit Onkerzele i Prikkeldraad Het bureau te Breda Ril !;n m i Pakhuisbrand in Den Bosch DE BEKEERING VAN ISRAEL DONDERDAG 21 SEPTEMBER Nieuwe verschijningen in Belg Felle brand te Meppel On-Duitsch Duitschers uitgewezen te T Wie is Leonie van Dyck? „Besmetting" van Beauraing? NIEUWE ELECTR1SCHE INSTALLATIE Energie-overbrenging met ultra- hooge spanning DE DOM VAN SPIERS H.H. Wijdingen ii Afbeelding uit het begin der vorige eeuw van den dom te Spierswaarin vele Duitsche keizers uit de middeleeuwen werden begraven Bovenverdieping van rijwiel- fabriek vernield SPOORWEGTEKORTEN Opheffing van diensten NATIONALE SCHULD NAASTING SPOORWEGEN Sedert geruimen tijd reeds brengt de Bel gische pers, en in het bijzonder het Brusselsehe katholieke dagblad „De Standaard" verslag uit van zonderlinge ge beurtenissen, die zouden plaats grijpen te Onkerzele in 't bisdom Gent, en die verband schijnen te houden met de opzienbarende feiten te Beauraing. De Nederlandsche bladen waren terecht uiterst gereserveerd bij het vermelden van deze geruchten, omdat het in Bel gië wat drukker wordt met Maria-verschij- ningen dan de waarschijnlijkheid gedoogt. Men herinnert zich de mededeelingen be treffende een tweetal verschijningen van de H. Familie aan een vrouw te Tweebeek in het Aartsbisdom Mechelen. Deze be richten wekten zekere verbazing, omdat, na Beauraing in 't bisdom Namen, en na Ban- neux, in het bisdom Luik, ook het aarts bisdom van België in verschijnings-zaken betrokken werd. Nog verwonderlijker is het, dat thans ook 't bisdom Gent zijn verschij ningen heeft. Er schuilt in de geruchten over Onkerzele, waarover wij kort bericht gaven in ons avondblad van 5 September j.l., 'n zekere humor, die zelfs aan de vroom ste voorstanders eener bovennatuurlijke ver klaring niet is ontgaan. Zoo wordt in België de anecdote verspreid, dat Mgr. Coppieters, bisschop van Gent, naar aanleiding der ge beurtenissen te Beauraing zou hebben ge zegd: „Een verschijningszaak, dat is erg! Wat een geluk, dat zij zich voordoet in het bisdom van Mgr. Heylen en niet in het mij ne!" Thans is echter het bisdom Gent toch in beroering gekomen door „een verschij ningszaak" en het laat zich werkelijk aan zien, dat zij „erg" is, want sedert 9 Augus tus zouden reeds zestien verschijningen zijn waargenomen. Ze worden opgesomd in „De Standaard" van 3, 4, 10, 11 en 18 Septem ber, waaraan wij hier de meeste feitelijke gegevens over deze zaak ontleenen. Laat ons er eerst even aan herinneren, dat ook uit Rochefort in de Ardennen berichten zijn verspreid betreffende verschijningen, die door vijfhonderd personen zouden waarge nomen zijn op Woensdag 23- en Donderdag 24 Augustus. Deze gebeurtenis heeft in de Nederlandsche kranten nogal aandacht ge vonden, omdat een der getuigen, de heer B. van Brakel, woonachtig te Wageningen, een niet-katholiek Nederlander was. Het schijnt inmiddels wel uitgemaakt te zijn, dat de massa-waarneming te Rochefort moet toegeschreven worden aan een louter natuurlijk optisch bedrog. Sinds een Brus- selsch dagblad die verklaring publiceerde, hoort men niet veel meer over de gebeur tenissen te Rochefort. Toch zijn ze niet ge heel verdwenen uit de aandacht, want het wekelijksch informatieblad „Kroniek van Beauraing" meldde op 17 September, dat een meisje te Rochefort, woonachtig in de buurt van de „Briqueterie", beweert, vizi- oenen te krijgen, waarbij zij de Heilige Maagd ziet, die haar toespreekt, en bijzon der aandringt op de bekeering der zondaars. Het blad onthoudt zich van een oordeel over deze beweringen. Nu wat betreft On kerzele. Het dorpje Onkerzele Onkerzele is een kleine plaats in de Den dervallei, en' ligt op een half uur afstand van het station Schendelbeke, ongeveer op 40 minuten van Geeraardsbergen. De bevol king bestaat grootendeels uit kleine grond bezitters, landbouwers, sigarenmakers, ar beiders. Er heerscht veel werkloosheid. Een groot gedeelte der ingezetenen is lid van de socialistische partij, doch een ruim der de gedeelte van deze socialisten schijnt de katholieke plichten van kerkbezoek na te komen. Het gemeentebestuur was tot November 1932 overwegend socialistisch. Toen hier door het voortbestaan der katholieke lage re school bedreigd werd, veranderde de stemming echter. Bij de jongste gemeente raadsverkiezingen kwamen zes katholieken uit de bus, naast drie socialisten. Ook de burgemeester, de heer P. Peerts, lid van den Provincie-raad, is katholiek. De parochiekerk van Onkerzele is toege wijd aan den heiligen Martinus; pastoor is de zeereerw. heer Van der Maeren. De kerk staat op een heuvel, en wordt omringd door het kerkhof, zoals in vele zuidelijke plaat sen gebruikelijk is. Aan den voet van den heuvel, nabij de kerkhof-omheining, staat een Lourdes-grot met een klein Maria.ka- pelletje, dat slechts ruimde heeft voor en kele bezoekers, ten hoogste tien. Links van de kapel staat een populier, die uitsteekt r\ANriEri GASTHUI» BAblLIE-K In zijn vergadering van 9 September j.l. besloot het comité „Pro Maria" te Beau raing tot de oprichting eener basiliek nabij de „plaats der verschijningen"Rond de Basiliek wordt een ringweg aangelegd ten behoeve der pelgrims. Twee ziekenhuizen, een voor mannen en een voor vrouwen, worden bij de basiliek gebouwd. Wij geven hier den plattegrond van Beauraing met de ontworpen basiliek boven de haag van het kerkhof. Hier zou den verschijningen van de Heilige Maagd zijn waargenomen door een vrouw uit On kerzele. Deze vrouw is de 58-jarige Leonie van Dijck, woonachtig in de Kampstraat 22. Zij is geboren te Idegem op 18 October 1875, en woont hier sedert haar 13e jaar in Onkerze le. Ze is gehuwd geweest met zekeren De Spiegeleer. Haar huwelijk, dat met dertien kinderen gezegend werd, moet zeer onge lukkig geweest zijn. In 1920 werd zij door haar echtgenoot, die thans nog in leven is, verlaten. Hij heeft zijn vrouw achtergelaten in zorgen en ontbering. Het gerucht, dat de H. Maagd bij een der verschijningen, de vrouw vermaand zou hebben, terug te keeren naar haar echtgenoot, schijnt uit de lucht gegrepen. Volgens den verslagge ver van „De Standaard" ligt de oorzaak der echtscheiding in geenen deele bij de vrouw, die wordt afgeschilderd als een voorbeeld van christelijken lijdensmoed. Zij zou door haar man langen tijd mishandeld en ein delijk moedwillig verlaten zijn. Van haar dertien kinderen zijn er nog negen in le ven. Vier kinderen sloten zich aan bij de socialistische partij en waren actieve pro pagandisten van het socialisme. Onder in vloed der gebeurtenissen, zou althans een der zoons de socialistische Jonge Wacht hebben verlaten. Ook de socialistische kin deren wijten de echtscheiding hunner ouders uitsluitend aan het wangedrag van De Spiegeleer. Over de vrouw werd een gunstig luidende verklaring afgelegd door den pastoor van Onkerzele. Hij bevestigt, dat Leonie van Dijck ontzettend veel gele den heeft. Betreffende haar psychische gesteldheid komen wij uit de berichten niet veel te weten. Met dit cardinale onderdeel is men wel wat slordig. Het eenige, wat „De Standaard" mededeelt, luidt: „Zij spreekt nogal veel, maar er zit zin in." Sedert Mei van dit jaar ging vrouw van Dijck iederen avond tusschen 8 en 9 uur naar de Mariakapel teneinde daar met an dere vrouwen uit de Kampstraat het avond gebed te bidden. Wij kunnen moeilijk den indruk van ons afwerpen, dat deze devo tie, in Mei opgekomen, verband houdt met de berichten uit Beauraing. Die indruk wordt door de feiten versterkt. In Juni heeft de dood-arme Leonie van Dijck, bij wie nog zes ongehuwde kinderen inwonen, alles gespaard wat ze kon („tot het brood uit haar mond" zegt „De Standaard" letterlijk) om een autobus-reis naar Beauraing te kunnen meemaken. Zij heeft voor Onze Lieve Vrouw een ruiker bloemen meegenoifien van buitengewonen omvang, en deze bij de plaats der verschij ningen neergelegd. Personen, die met haar mee reisden, verzekeren,' dat zij in den tuin te Beauraing onafgebroken heeft gebeden van elf uur in den voormiddag tot drie uur in den namiddag. Zij was diep onder den indruk van Beauraing. Van haar armoede heeft zij op Zaterdag 5- en Zondag 6 Au gustus twee gezongen H.H. Missen laten Opdragen te Onkerzele, ter eere van Onze Lieve Vrouw van Beauraing. Dit feit wordt bevestigd door pastoor Van der Maeren. Juist op den avond van 4 Augustus mani festeerde zich het eerste der verschijnselen, die aan de visioenen van vrouw van Dijck voorafgingen. Niettemin berichtte „De Standaard" op 3 September: „van besmetting dar verbeel ding kan moeilijk sprake zijn. Toen wij haar en haar kinderen in verhoor namen op 26 Augustus, kende zij Beauraing en geloofde er vast aan. Banneux kende zij schijnbaar niet. Zij begreep ook niet goed wat wij haar omtrent Banneux zeiden". Ons lijkt deze gevolgtrekking van „De Standaard" eenigszins voorbarig. Wij mee- nen, dat hier wel degelijk rekening te hou den valt met de mogelijkheid eener „be smetting van de verbeelding". In de be langstelling der vrouw is een toenemende hevigheid waar te nemen, die haar doet besluiten tot het brengen van betrekkelijk groote offers als het reisgeld, de kosten van den ruiker, de stipendia. Wij achten het geenszins uitgesloten, wij achten het inte gendeel waarschijnlijk, dat uit de sterk groeiende belangstelling der vrouw een steeds sterker verwachting van iets bui tengewoons is ontstaan. Haar moeilijk le ven, haar groot verdriet, haar geforceerd bestaan van gescheiden vrouw, haar leed over het socialisme van vier harer kinde ren, kunnen haar ongetwijfeld hebben ge- praedisponeerd tot een spanning van het zieleleven, die niet meer als geheel nor maal mag worden beschouwd. Het feit, dat zij in Mei van dit jaar (toen de geruchten over Beauraing algemeen verspreid waren) iederen avond naar de kapel ging en dat zij hiermee aanhield, toen de Meimaand ver streken was, geven ons de aanwezigheid van een bijzondere gesteltenis te vermoeden. Dit vermoeden wordt bevestigd door het tweede feit, dat vrouw van Dijck de eerste buitengewone teekenen waarnam op den avond van 4 Augustus, daags voordat te Onkerzele op haar kosten een gezongen H. Mis werd opgedragen ter eere van O. L. V. van Beauraing. Met zeer groot voorbehoud tegenover het karakter der verschijnselen, zullen wij in een volgend artikel een overzicht van de gemelde gebeurtenissen geven. Ook al zijn de feiten van louter psychischen oorsprong, dan zijn ze nog merkwaardig genoeg ofh een uitvoerige vermelding en nauwkeurige beschouwing te verdienen. W. A. s. Heden zijn door den Minister van Waterstaat de installaties en transportlijnen voor energie overbrenging onder ultra hooge spanning der N. V. Provinciale Noord-Brabantsche Electri- citeits Maatschappij in bedrijf gesteld. Een aantal autoriteiten waren hedenmorgen te half elf aan de centrale te Geertruidenberg ontvangen. Met een toepasselijke toespraak vond de in bedrijfstelling plaats. Hierna werd het zich aldaar bevindende gedeelte van den nieuwen aanleg bezichtigd. Per auto's reed het gezelschap vervolgens langs de nieuwe hoog spanningslijn naar het te Eindhoven aan het eindpunt dier lijn gebouwde openluchtstation. Na de bezichtiging van dit station werd een lunch aangeboden in hotel du Commerce te Eindhoven. De in gebruik gestelde installaties en trans portlijnen voor energie-overbrenging onder ol- tra-hooge spanning zijn de eerste in Neder land, welke met een dergelijke spanning m exploitatie worden genomen. Z. H. Exc. Mgr. van Roosmalen zal a.s Woens dag in de kloosterkerk van het Redemptoris tenklooster te Wittem de H. H. Wijdingen van het Priesterschap toedienen aan de volgende fraters Redemptoristen: G. van den Bonk (Voorburg), R. van Cessel (Ovezande), Th. Ver- hoeckx (Den Haag), Ch. Heinemann (Amster dam), G. Cloin (Dongen), J. Broekhuizen ('s-Hertogenbosch), C. Davicie (Vinkeveen), J. Heinrichs (Roermond), F. v. d. Heyden ('s-Her togenbosch) en Chr. Wesseling (Schevenin- gen). Een dezer dagen brachten wij, met eenige collega's van andere bladen, een persbezoek aan het Bureau tot be keering van Israël onder directie van den heer Max van den Berg, gevestigd te Breda in de Balfortstraat 27. Zooals wij reeds mededeelden lag de aanleiding tot dit bezoek in de „Maria-grot voor Israël", welke zich bevindt in den tuin van het Bureau. Deze grot, waarbij collectief gebeden wordt door de werkers voor de bekeering van Israël, en waar op feestdagen der H. Maagd intie me plechtigheden plaats vinden, werd inge zegend op 19 Juni j.l. Het eigenlijke doel der uitnoodigers was, dat er nadere bekend heid zou worden gegeven aan het werk van den heer Van den Berg en zijn helpers. Laten wij beginnen met de mededeeling, dat dit leekenapostolaat niets te maken heeft met het vroegere werk van mej. Francisca van Leer, noch ook met de vroe gere vereeniging „Amici Israël". Het Bre- dasche Bureau werkt voor de bekeering en voorlichting van Nederlandsche Joden. Laten wij vervolgens vast stellen, dat er onderscheid dient gemaakt te worden tus schen het „Werk tot Bekeering 'van Israël" hetwelk onder directie van den heer* Max van den Berg staat, en het „Liefdewerk tot bekeering van Israël", dat gedirigeerd wordt door den Zeereerw. Heer aalmoezenier G Huys, eveneens te Breda. Weliswaar bestaat tusschen beide werken een intieme relatie maar de scheiding is opzettelijk gemaakt teneinde zelfs niet den schijn te wekken, dat het „werk" een lucratieve onderneming zou zijn. Het „Liefdewerk"- verzamelt giften het „werk" maakt propaganda. Deze propaganda is tweeërlei, n.l. lo. pro paganda onder de Joden, welke voorname lijk gevoerd wordt door het verspreiden van voorlichtende lectuur en het verstrekken van adviezen, 2o. propaganda onder de katholieken door het houden van cause rieën, het schrijven van artikelen en „in gezonden stukken" in de pers teneinde een gebedsactie en een steun-actie te weeg te brengen en te bevorderen. Wie is de heer Max van den Berg, die op deze wijze onze aandacht vraagt voor zijn onderneming? Een geboren Jood, die op 38-jarigen leeftijd, na een leven van ont goocheld zoeken, lijden en strijden, het H. Doopsel ontving op 3 Mei 1930, en die zich sedertdien toelegt op de verbreiding der katholieke leer onder zijn vroegere geloofs- genooten. In een uitvoerige rede verhaalde de heer v. d .Berg ons zijn sensationeele levensge schiedenis, waarin twee zelfmoordpogingen werden verijdeld op het juiste oogenblik, en welks avontuurlijk karakter door den spre ker wellicht iets te veel werd benadrukt Wij geven hier tekstgetrouw weer, hoe de redenaar, in een brochure, het oogenblik schetst, waarop hij overtuigd werd van de waarheid der katholieke geloofsleer: „In dezen tijd nu gebeurde het, dat ik op een Zondagmiddag, de gast was bij een fa milie, van wie mij onbekend was. welken godsdienst zij beleden. Voor het begin van den maaltijd, toen we reeds aan tafel zaten, vouwden allen de handen en baden. Het is me onmogelijk onder woorden te brengen, wat er toen in me omging: mijn overvol gemoed snakte er naar zich te ontlasten ik wilde, ik moest mee-bidden, maar kon immers niet biddenik schaamde me ik gevoelde me als een misdadigerik leed vreeselijkeven keek ik op: Wat een heerlijke algeheele overgave lag in dat gebed van Vader, Moeder en de twee kin deren! Toen overweldigde mij Gods Genade: dit moest het ware zijn! Ik zag, begreep en geloofde en smeekte: „O! leer mij dit bidden ook! Leer me alles!" En ik heb daar nooit spijt van gehad: 't was het Katholi cisme, waarvan ik nu openlijk getuig, dat het de Eenig-Ware-Leer is en dat ik daar in, na het Heilig Doopsel ontvangen te heb ben, eindelijk echte ziele-vrede vond; dat was inderdaad de God van Waarheid van Liefde, die Leer was inderdaad de Leer van Vergevensgezindheid, Naastenlief de en Zelfverloochening." Zooals men hieruit besluiten kan, is de heer van den Berg een zeer spontaan v::, Door de aanwezigheid van veel hout breidde het vuur zich snel uit Woensdagavond omstreeks elf uur werd brand ontdekt in een complex pakhuizen, gelegen aether de Schilderstraat in Den Bosch. Waar precies het vuur is ontstaan, heeft men niet kunnen eonstateeren. Door de aanwezigheid van veel hout breidde het vuur zich snel uit. Het vuur dat vermoedelijk in een houtschuur is ontstaan, sloeg over op de loods van de dood- kistenfabriek der firma Danse, waarin veel kisten en een groote voorraad hout geborgen waren. Vervolgens sloeg het over op den tim- merwinkel dier firma, het kaaspakhuis der fir ma Van den Berg en een woonhuis. Toen de motorspuit der gemeentebrandweer arriveerde, kon men uitbreiding van het vuur voorkomen. Inmiddels waren de inboedels van een vijftal aan de pakhuizen grenzende woningen in ver- ligheid gebracht. Het huisraad van een der bewoners, genaamd Dohna, was niet meer te redden. Diens woning brandde grootendeels uit. terwijl tot den grond toe afbrandden de dood- kistenfabriek van den heer Danse, de timmer- winkel van die firma, en het kaaspakhuis van de firma van den Berg. Alles was meest laag verzekerd. De oorzaak van den brand is on bekend. Buitenlandsche Kerkelijke Leeningen De Hollandsche Garantie en Trust Compagnie N. V., trustee der leening E.E. Zusters van de Hl. Magdalena te Hauban, voor welke leening de rente destijds in een gehouden vergadering van obligatiehouders tot 5 pet. werd teruggebracht, deelt mede, dat hare pogingen bij de Duitsche autoriteiten om toestemming te krijgen de vervallen rente naar Holland te mo gen overmaken, succes hebben gehad en dat de 1 October-coupon derhalve na dien datum bij Arnold Gillisens' Bank N. V., Damrak 8081 te Amsterdam, betaalbaar zal worden gesteld. In den afgeloopen nacht is brand ontstaan in de rijwielfabriek der firma J. en W. Bralten te Meppel. Hoewel de Meppeler brandweer spoe dig ter plaatse verscheen, kon niet verhinderd worden, dat de bovenverdieping der fabriek, waarin de brand ontstaan was, door het vuur vernield werd. Honderd nieuwe fietsen, vierhon derd frames en tweehonderd rijwielbanden wer den mede een prooi der vlammen. De bovenver dieping brandde totaal uit, waardoor waar schijnlijk het werk eenige dagen zal moeten worden stopgezet. Omtrent de oorzaak van. den brand is niets bekend. Verzekering dekt de schade, die aanzienlijk is. Uitvoering Landbouw-Crisiswet De minister van Economische Zaken heeft aan de Tweede Kamer ter voldoening aan are. 35b van de Landbouw-Crisiswet een brief doen toekomen, houdende mededeeling van de vast stelling van Kon. besluiten tot uitvoering en toepassing van eenige artikelen van genoemde wet en van de op die besluiten betrekking heb bende toelichtingen mensch. Zijn redevoering, die hij geheel improviseerde, was daar een duidelijk be wijs van. Na te hebben verhaald, hoe hij reeds op zeer jeugdigen leeftijd begon te zoeken, hoe hij lange jaren pogingen aan wendde tot het stichten van een geloofs genootschap met humanitair-idealistische strekking, hoe hij vervolgens op de boven geschetste wijze de waarheid vond en hoe hij het voornemen vormde, deze waarheid te verbreiden, gaf de spreker een schets van zijn werkzaamheden, die hij toelichtte met eenige statistische gegevens. Sedert den aanvang van zijn werk in 1932 werden door hem 4730 drukwerken van apologetische of voorlichtende strekking verspreid onder Nederlandsch-sprekende Joden, terwijl 25 maal contact werd bereikt met zoekende Israëlieten. Een maandblad brengt „mede deelingen van het werk tot bekeering van Israël" aan katholieke begunstigers en be langstellenden, een ander maandblad, waar van het eerste nummer verscheen in Sep tember 1933, wordt verzonden aan Israëlie ten en heet „Het Licht". Ofschoon het bu reau gevestigd is te Breda, waar de Joden een zeer gering bevolkings-percentage vor men, zoekt de leider zijn werk vooral te ver richten in andere steden en dringt daarom aan bij de pers, dat zij hem helpen zal bij het opwekken van zelateurs en zelatrices. Na afloop der rede werden de bureaux bezichtigd, die wel duidelijk aantoonen, hoezeer het werk nog „in statu nascendi" is. Het Maria-beeld in de grot, alsmede het onlangs geïntroniseerde H. Hart-beeld wer den vervaardigd door Toon van de Wiel te Breda, terwijl een achttal katholieke jon gens den directeur belangeloos terzijde staan voor het administratieve werk etc. Op onze vraag, welke de toekomstplan nen zijn, deelde de directeur mede, dat nog dezen winter te Breda een door hem ver vaardigd drama zal worden vertoond, geti teld: „Van de duisternis naar het licht", dat episoden uit zijn eigen leven in beeld brengt. Verder hoopt hij, dat het werk zal groeien, ja, dat het zal uitgroeien tot een geregeld apostolaat, zoo mogelijk tot een religieuze congregatie, die missionarissen uitzendt onder de Joden. Het werk is goed gekeurd door Z. Hoogw. Exc. Mgr. P. Hop mans, bisschop van Breda, en staat onder geestelijke leiding van den Zeereerw. Heer aalmoezenier G. Huys. De bedoeling der invitatie was allereerst, dat aan het werk meer bekendheid zou worden gegeven, wat wij hopen bij dezen te hebben gedaan. Maar tenslotte kan men niet verwachten, dat de uitgenoodigde pers man afziet van alle kritiek en klakkeloos in verrukking geraakt over alles, wat hem wordt voorgehouden. Wij zijn naar Breda gegaan, teneinde ons een oordeel te vormen over de onderneming van Max van den Berg. Voor wat het doel van het werk betreft, zoowel als voor wat aangaat de bedoelingen van leider en medewerkers kan dit oordeel onverdeeld gunstig zijn. Het „Werk tot Be keering van Israël" is een vorm van z.g. „leekenapostolaat", dat den steun der katho lieken verdient. Wat echter de propaganda methode aangaat, zouden wij willen aan dringen op een grooter bescheidenheid. Het werk kan ongetwijfeld een mooie toekomst tegemoet gaan, maar op het oogenblik zijn wij getuigen van een bescheiden begin. Zooals hij zelf zegt, staat de directeur nog in „de kinderschoenen van het katholicis me". Hij zou verkeerd handelen, dunkt ons, door deze te beschouwen als de zevenmijls laarzen van het apostolaat. Zijn werk is goed en verdient aandacht, maar het is nog niet rijp voor de breede publiciteit, die men eraan zoekt te geven door het organiseeren van persbezoeken en het lanceeren van vele publicaties. Een langzame groei was vaak de waarborg van een degelijke toekomst, en wij veronderstellen, dat ook hier een nederig begin meer kansen biedt op een stralende voltooiing dan de best bedoelde publiciteits-campagne, die steeds iets heeft van opdringerige „tam-tam". Een sfeer van stilte, van rustige ondememingskracht be reidt de medewerkers, die grootendeels zeer jeugdig zijn, beter voor op de teleurstellin gen en beproevingen, aan het „apostolaat" verbonden, dan een laaiende geestdrift, ver hoogd door een stelselmatig opgewarmde belangstelling van het publiek. Wij geven slechts een indruk, dien men niet mag opvatten als een afkeuring. Wij herhalen, dat de actie sympathiek is en steun verdient. Doch wij willen waarschu wen tegen een zeker gevaar, dat in luid ruchtige propaganda ligt besloten, al is die propaganda nog zoo goed bedoeld, en al wordt zij nog zoo geestdriftig gevoerd. W. A.-S. Dat moet allemaal radicaal anders worden! *t Is voor den kern-Duitscher onuit staanbaar, dat er eenmaalgeen Duitschers waren, dat de geschiedenis het zonder Duit schers moest doen, dat er dus wel eens on- Duitsche begrippen bestaan hebben: en 't erg ste is, dat de herinnering aan die tijden vaa on-Duitschland nog voortleeft onder de men- schen, dat er nota bene een heel dik boek, het Oude Testament, bestaat, waarin nog geen één Duitscher een rol laat staan een übermenschelijke rol speelt, een heel dik boek, dat krioelt van on-Duitsche gruwelijk heden. Neem b.v. de geschiedenis van 't offer van Abraham; dat verhaal is gewoonweg ongeper mitteerd en moet dan ook uit het Oude Tes tament verdwijnen. Terstond! Neen, we maken geen grapje! De regeeringspresident van Sleeswijk toch zeker niet de eerste de beste heeft heel officieel de volgende mededeeling afgekondigd: „Bij een onderzoek van het godsdienst onderwijs is vastgesteld, dat nog steeds de geschiedenis van de offering van Isaak op de school wordt behandeld. Zonder vooruit te loopen op veranderingen, die zullen wor den aangebracht in het onderwijs met be trekking tot het Oude Testament, verorden ik dat de genoemde geschiedenis reeds thans uit het leerplan geschrapt moet worden, aan gezien het in haar gehuldigde Godsbegrip on-Duitsch is." Dat is natuurlijk nog maar het begin van de zuivering en de verduitsching van "t Oude Testament. We krijgen geleidelijk een heel a nder Oud Testament, een, dat begint aldus: „In den beginne was alles Duitsch en waarin de eerste rollen vervuld worden door 'n Gretchen en 'n Michel; ook de appel zal van zuiver Duitsche origine zijn. En zoo alles navenant. Nazi-leiders in ons land Naar „Het Volk" verneemt is den heeren dr. J. M. Ridder, H. Krieger en H. Wolters, vooraan staande menschen in de Duitsche nazi-beweging in Noord-Limburg en Oost-Brabant, op last der Nederlandsche justitie aangezegd, dat zij voor een bepaalden dag in de eerste helft van de maand October Nederlandschen bodem moeten hebben verlaten. Tot dien tijd hebben genoemde heeren gelegenheid hun zaken hier te lande te regelen. Met ingang van 8 October as. zal bij de Ned. spoorwegen worden opgeheven: het geheele reizigersverkeer op het traject 'TzummarumFraneker (halte) het geheele reizigersverkeer op het traject SchagenWarmenhuizen en het station Vlake, voor wat het reizigersver- voer betreft, zoodat aldaar ingaande b.g. datum geen treinen meer zullen stoppen. Voor het dienstjaar 1934 wordt aangevraagd voor den geheelen dienst 98.1521201, waarvan voor den kapitaaldienst 780.000 en voor den gewonen dienst 97.372.201. Voor 1933 is daar toe onderscheidenlijk toegestaan 78.517.550, 780X100 en 77.737.550. Deze vermeerdering is tot een beloop van 4.744.051 het gevolg van de toeneming der lasten, voortvloeiende irit gevestigde schuld. Het voornaamste deel der vermeerdering van uitgaven, 14.972.100. is het gevolg van de hoo- gere raming van de kosten der kas voorzienin gen, met name de rente van schatkistpapier. Het desbetreffend artikel moest 14.250.000 hooger geraamd worden, zoowel wegens de te verwachten toeneming van 's Rijks vlottende schuld, als tengevolge van den rentestand, welke vergeleken bij dien van een jaar te voren, een niet onaanzienlijke stijging vertoont. Het totaal der voor amortisatie en aflossing geraamde bedragen beloopt 22.211.145. Bij nota van wijziging stellen de ministers van Waterstaat en van Financiën voor, in het wetsontwerp betreffende naasting van de spoor wegen UtrechtZwolle, ZwolleKampen en Den DolderBaam, als gevolg van het besluit der Tweede Kamer tot schorsing van de be raadslaging den dag van naasting op een jaar later te bepalen en derhalve in plaats van 1 Januari 1933 te lezen 1 Januari 1934. Eerste Kamer-vacature Het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden der Eerste Kamer zal in een ver gadering op Maandag 25 September, des mid dags te 5 uur, in de oude raadszaal in het stad huis te Den Haag, voorzien in de vacature, ont staan door het ontslag nemen als lid der Ka mer door den heer J. Koster. Na-Brasem en Na-Kaag Zaterdag en Zondag as., 23 en 34 September, zal de zeilvereeniging „Braassemermeer" de Na- Brasem houden. Inschrijvingen kunnen geucht worden aan Jachthaven „De Brasem" te Oude wetering. De eerste start heeft Zaterdagmiddag te 3 uur plaats bij de Jachthaven. Aansluitend aan bovengenoemde wedstrijden zal. tot besluit van het Zeilseizoen. op Zate dag 30 September en Zondag 1 October de Na-Kaag op de Kagerplassen worden gehouden. De inschrijving is opengesteld tot 28 Septem ber by d enheer ir. J. C. van Hoolwerf, Midden- laar. 56, Haarlem. De wedstrüden vangen aan Zaterdagmiddag te 3 uur, Zondag te half elf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9