De Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland Pater Dr. Rudolf van Oppenraay S.J. 1 m MAANDAG 25 SEPTEMBER Aan de hun toevertrouwde geestelijkheid en geloovigen Zaligheid in den Heer Zaanland en P.E.N. Zestig jaar Jezuïet drie ballons gedaald O. L. Vr. van Beauraing hhb Ernstig motorongeluk Renpaard tusschen het publiek De moordaanslag te Hengelo FABRIEK AFGEBRAND Modezaak uitgebrand De stand van het conflict niet veel gewijzigd Pater van Oppenraay BENOEMINGEN In het bisdom van Haarlem H. H. WIJDINGEN St. Jozef congregatie van Mill-Hill DE WEDSTRIJD GING NIET DOOR Spelers met hun auto te water In verkeerde richting gedreven EEN MOOIE OPDRACHT mM ff 511 til iHHHS Een duo-rijdster ernstig gewond Twee ernstig gewonden Gepleegd na een woordenwisseling VAN EEN KAR GEVALLEN EN OVERREDEN In een uur tijds was van „De Veer schuit" te Wormer niet veel meer over Bewoners zochten met moeite een goed heenkomen ZONDERLING OVERVALLEN EN BEROOFD De daders reeds ingesloten IJSCO-VENTER OVERVALLEN MOTOR TEGEN DEN GROND GESLAGEN De berijder ernstig gewond DOODELIJK TRAMONGEVAL Weldra zal het tien jaar geleden zijn, dat Z. H. Exc. Monseigneur Henricus van de We tering, zaliger gedachtenis, in naam van het Nederlandsch Episcopaat en van de andere leden van het Bestuur der Sint Radboud- stichting onze katholieke Universiteit heeft geopend. Deze herdenkingsdag, B. G., is ons een welkome gelegenheid een kort woord tot U te richten, een woord van dank en van opwekking. Niet zonder zorg is in 1922 tot de stich ting van een eigen Universiteit besloten, want het was Ons bekend,welke hooge eischen, geestelijke zoowel als stoffelijke, deze aan de Nederlandsche Katholieken zou stellen. Maar in blij vertrouwen op Gods vaderlijke Voorzienigheid en met de zeker heid van uw hartelijke medewerking en van uw milden offerzin, waar het geldt een buitengewoon katholiek belang te beharti gen, zijn Wij tot oprichting overgegaan. En met vreugde mogen Wij heden getuigen dat Dns vertrouwen niet is beschaamd. God heeft Ons en uw aller werk willen zegenen. Het is niet mogelijk hierbij in bijzonder heden te treden, maar het is Ons een be hoefte des harten om, naast kinderlijken dank aan Hem van wien alle goede gave komt, onze erkentelijkheid uit te spreken jegens allen, die het tferk van ons hooger onderwijs hebben gesteund, op welke wij ze en in welken vorm ook, door hun ge bed, door hun geestesarbeid, door het of fer van hun persoon, door hun stoffelijken steun. Gij hebt het woord verstaan door Mgr. den Aartsbisschop bij de opening U op het hart gedrukt, dat alleen een voort gezet offer ons werk in stand en op peil kan houden. Moge uw Vader, die in het verborgen ziet, het u vergelden. Van vele zijden zijn reeds stemmen op gegaan, die het verlangen uitspraken naar verdere voltooiing, met name naar oprich ting der geneeskundige Faculteit. Het zal u duidelijk zijn, B. G., dat Wij in deze kri tieke tijden met hun ernstige finantiëele zorgen geen beroep op u mogen doen voor de zeer groote offers, welke deze uitbrei ding zou vragen. Zij zal er te zijner tijde ongetwijfeld komen, want om met Z. H. den Paus te spreken: „de Nederlanders staan bekend als goede werkers, vasthou dend en taai volhardend, zij zullen ook het werk der katholieke Universiteit volein den." Maar, B. G., wat wij u wel durven vra gen, en u heden met allen aandrang vra gen, is, dat gij wilt volharden in uw trou we jaarlijksche bijdragen. Wij zouden u allen hierbij willen wijzen op een middel, dat onze Heilige Vader krachtig heeft aan bevolen in zijn vaderlijke zorg voor de ka tholieke Universiteit van Italië, n.l. het zich ontzeggen van eenig genotmiddel om met datgene, wat men aldus vrijwillig bespaart, de noodzakelijke goede werken te helpen bevorderen. De ervaring toont immers aan, dat ook in deze zorgelijke tijden, de uitga ven voor genotmiddelen nog ontstellend groot zijn. Het offer, door versobering ge bracht, moet Gode dubbel aangenaam zijn. In het bijzonder hopen Wij, dat allen, die nog iets van hun overvloed kunnen afzon deren, vooral door de toezegging van een vaste jaarlijksche bijdrage, ons hooger on derwijs, waarbij wij geheel op giften zijn aangewezen., naar beste krachten zullen steunen. Tenslotte B. G., herhalen Wij nog eens ons verzoek om uw gebed. Onze katholieke Universiteit is niet alleen een stoffelijke aangelegenheid, maar ook en in de eerste plaats een gewichtig geestelijk belang. Hier geldt dubbel, indien de Heer het huis niet bouwt, zwoegen de werklieden te vergeefs. Over den nood van den tijd, klagen we al len. Maar bedenkt, dat niet de stoffelijke, maar de geestelijke nood vooral onze be zorgdheid moet wekken, want daarin ligt tevens de voornaamste reden van de alge- meene stoffelijke ontreddering van onze samenleving. Alleen herstel en doorwerking van de katholieke levensbeginselen kan ons redding brengen. En volgens deze begin selen toekomstige leiders van onze maat schappij vormen, dat is bij uitstek de taak van onze katholieke Universiteit. Daarom hebben Wij het vorig jaar be paald, en bepalen nogmaals bij dezen, dat de laatste Zondag van September telken jare op bijzondere wijze zal gewijd worden aan gezamenlijk gebed voor onze Universi teit. Draagt ook het H. Misoffer, dat gij heden bijwoont aan God op als smeekof- fer, opdat onze Universiteit haar geestelij ke zending moge volbrengen, n.l. meewer ken aan de verheerlijking van God, vol gens het epistel van dezen dag: „Aan Hem, die door de kracht, welke in ons werkt, veel meer kan doen, dan dat wij bidden of den ken, aan Hem zij de eere in de Kerk en in Christus Jezus voor alle geslachten van eeuwigheid tot eeuwigheid." En zal dit Ons gezamenlijk herderlijk schrijven in alle tot onze Kerkprovincie be- hoorende kerken, alsmede in de kapellen, waarover een rector is aangesteld, op Zon dag 24 September a.s. onder alle vastge stelde H. H. Missen van den predikstoel worden voorgelezen. t J. H. G. JANSEN, Aartsbisschop van Utrecht. t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda. t A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosch. t J. D. J. AENGENENT, Bisschop van Haarlem. t Dr. J. H. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond. Gegegeven te Utrecht, 12 Augustus 1933. In den brief van den minister van Water staat wordt, naar „Het Volk" verneemt, aan partijen, betrokken bij het conflict P.E.N. Zaanland, gevraagd nog eenmaal een ernstige poging te ondernemen om het eens te worden over de voorwaarden, waaronder de stroom- levering der Zaanland naar het P.E.N. zal over gaan en over de voorwaarden voor overdracht yan het net. Gelukt die poging vóór 1 October a.s. niet, dan verklaart de minister zich bereid een uitspraak te doen; doch alleen indien beide partijen zich bereid verklaren zich zonder voorbehoud bij de Uitspraak neer te leggen. Naar aanleiding van dezen ministerieelen brief hebben partijen vergaderd, echter zonder het eens te worden. Toen kwam aan de orde het aanbod van den minister om door zijn uit spraak het geschil te beëindigen. De provin cie stelde voor, een uitspraak van den minister te aanvaarden en verklaarde zich zonder voor behoud bereid zich daaraan onvoorwaardelijk te onderwerpen. De Zaanland-vertegenwoordi gers wilden daar niet aan. Inmiddels heeft de Provincie haar voorstel om de ministerieele uitspraak te vragen, schrif telijk bij de Zaanland herhaald. Hangende de beslissing der Zaanland heeft de provincie, dus gedurende het heropend overleg, de werkzaam heden der kabellegging in Krommenie stop gezet. Uit een mededeeling in de Zaanlander is ge bleken, dat de commissarissen niet accoord zijn gegaan met het voorstel tot het overlaten der uitspraak aan den minister, doch bezwaren hebben ontwikkeld. Van een zonder voorbehoud zich overgeven aan de uitspraak van den minister is dus geen sprake, hiertoe was alleen de Provincie bereid. Het wachten is nu op de vergadering van aandeelhouders der Zaanland. Is ook die niet bereid tot een tegemoetkomende houding, dan kan een ingrijpen van de zijde van den minis ter van Waterstaat niet uitblijven. Een dozijn lustrums, als levensduur, dat is al niet iedereen beschoren; maar wanneer ze op 18-jarigen leef tijd pas beginnen te tellen, wordt het een zeldzaamheid. Zoo'n zeldzame gebeurtenis overkomt heden, den 26sten September 1933 onzen Pater van Oppenraaij; voor degenen die hem gekend hebben en kennen is deze aanduiding voldoende; voor de anderen zij de aanvulling: Pater Rudolphus Martinus Vincentius van Oppenraaij, doctor in de classieke letteren, Assistent van den H. E. Pater Generaal der Jezuïtenorde voor de Germaansche Provincies, als het 60 jaren geleden is sinds hij zijn intrede deed in de Sociëteit van Jezus. Geboren op den 17den October 1856 in het Geldersche Bemmel, deed hij zich in zijn jongelingsjaren kennen door twee eigen schappen vooral: een grenzelooze speelsch- heid, tot aan het roekelooze toe, en een buitengewone godvruchtigheid. De eerste maakte dat als hij in de vacantie te St. Oedenrode kwam, waar zijn moeder gebo ren was, de dorpsbewoners elkander waar schuwden: „het wilde manneke uit Gelder land is er weer"; de tweede deed hem o.a. bij groote wandelingen naar omwonende familieleden voorstellen den langen weg te korten door het gezamenlijk bidden van de Rozenkrans, en dan trok hij zijn petje over le oogen om ernstiger te kunnen bidden (uit een brief van tante Oda). Zijn speelschheid zou blijken te zijn 't uiterlijk van een sprankelend vernuftigen geest, zijn godvruchtigheid was heel zijn leven het kenmerk van den innig devoten priester religieus. Van 18691873 vinden wij den jongen Rudolf in Rolduc, waar hij de wanhoop was zijner mede-leerlingen, want 3 jaren lang haalde hij in nagenoeg alle vakken de eer ste prijzen weg (uit Rolduc's dossier), waar mijnheer Corten, de beminnelijke en be minde Directeur, de man van Voor Eer en Deugd, toen den scepter zwaaide. Daar rijpte zijn roeping (Rolduc's Jaarboek 1923) en, na niet zonder moeite van zijn vrome moeder toestemming gekregen te hebben, trad hij op 26 September 1873 te Mariën- daal in de Sociëteit, of beter, al is het niet zoo gebruikelijk te zeggen, in de Compag nie van Jezus. Tot aan de voleinding van zijn theolo gische studies in 1887 volgde de jeugdige Jezuïet den gewonen gang van leering en vorming in de Orde; den 6den September 1886 werd hij tot priester gewijd. Dan, op Katwijk, begint zijn bijzondere levensloop; hij werd, voor dien tijd een uitzondering, door zijn Overheid naar de Universiteit van Leiden gezonden, waar hij in een jaar can- didaats en in twee jaren daarna doctoraal classieke letteren deed. In het begin van 1890 verblufte Pater van Oppenraaij zijn professoren, zijn mede studenten, zijn Ordebroeders, het jonge volkje in Katwijk, ja heel intellectueel Ne derland met het Latijnsch gedicht Amor, dat de Koninklijke Academie van Weten schappen met de gouden medaille uit het Hoefftsche Legaat bekroonde. Met dezen éénen slag maakte hij zijn wetenschappe- lijken naam, ja, hij zou als classicus be roemd geworden zijn wanneer hem daar toe de gelegenheid geboden ware (Prof. Hartman). Es hat nicht sollen sein! Voor de Jezuïetencolleges kon hij niet gemist worden en de professorale toga was toen nog bang voor haar clericale naamgenoote. Zijn derde proefjaar deed Pater van Op penraaij in Roshampton, daarna kwam hij aan St. Willibrordus gymnasium als pre fect der studies, leeraar in de Grieksche en in de Nederlandsche Taal- en Letterkunde, Moderator van de Academie. Op den 4den December 1893 promoveerde hij „cum lau- de" aan de Universiteit van Leiden tot Doctor in de klassieke Letteren, drie weken later werd hij Katwijk's Directeur, wat hij bleef tot 30 Juli 1899. Deze veelomvattende en verantwoorde lijke taak vervullen was niet het eenige werk dat hij deed. Behalve dat hij toen reeds een steeds toenemend aantal bekeer lingen onderwees en in een altijd drukker spreekkamer aan ieder die zich daartoe aanmeldde wijzen raad en geestelijke lei ding gaf, trad hij ook naar buiten op. In 1898 was hij spreker voor de Sectie Paeda- gogiek op het Eerste Nederlandsche Philo- logencongres te Amsterdam. Zijn rede „Ont wikkeling of dressuur" was een Schlager Op markante wijze en overtuigend door klemmende argumenten nam hij positie te gen de achterstelling van de vorming van den geest bij het aanleeren van zooge naamd „nuttige kundigheden" voor het praktisch leven en voorbereiding voor vak studie, bij het gymnasiaal onderwijs dier dagen. Zijn gezagvolle stem werd wel met ongewone belangstelling gehoord, maar is gebleven als die des roependen in de woes tijn; helaas! Van 18991907 was onze Jubilaris Rector van het gymnasium der P.P. Jezuïeten te Amsterdam .Uit deze periode vallen te me- moreeren: zijn Moderatorschap van G. en W.; zijn vastenmeditaties in de Krijtberg; zijn triduum in de Fransche kerk; in 1901 zijn pennestrijd met Prof. Treub over het Levensrecht der ongeboren vrucht; in 1903 zijn rede over Schaepman's Blijgeestigheid op de rouwvergadering voor den doctor; in 1904 zijn voorzitterschap van het 4de Phi- lologencongres te Utrecht. Het waren allen even zoovele gloriefeiten: dichter, schrijver, leeraar, opvoeder, prediker, redenaar, pole mist, leider van vergaderingen, Pater van Oppenraaij was alles wat men van hem vroeg te zijn, en altijd superieur. In 1907 ging hij weer naar Katwijk terug als leeraar. Als Directeur der Mariacongre- gatie trad hij op den lsten Nedelandschen Directeurendag te Maastricht op met een rede over de pas nieuw uitgekomen Sta tuten; een rede welker beteekenis sedert nog gegroeid is, ja actueel geworden. Bij en onder dat alles door gaf Pater van Oppenraaij uit: een Grieksche grammati ca, zijn „Godsdienstig Leven", zijn Apologie des Christendoms .Van het kerkboek wer den 17 duizend exemplaren, van de Apolo gie de 6de editie gedrukt! In 1914 werd Pater van Oppenraaij Pro vinciaal. Op den 2den Kerstdag van het zelfde jaar richtte hij te 's-Gravenhage op de 1ste Heeren-Congregatie, sedert gevolgd door 8 andere, welke 9 thans in Federatie vereenigd zijn, niet zonder zijn toestem ming en invloedrijke medewerking. Zijn lei ding van de Nederlandsche Provincie zou niet lang duren. In Februari 1915, bij ge legenheid van de Generaalskeuze te Rome, toen Pater Wladimir Ledochowsky opvolger van St. Ignatius werd, koos de Congregatio Generalis Pater van Oppenraaij tot Assis tent van den Generaal voor de Germaan sche provincies, en daarmede was zijn ver blijf in Nederland beëindigd. De slag was gevallen quis est homo qui non fleret maar niet onvoorbereid. Reeds van 1897 af Consultor van Pater Pro vinciaal, werd hij door de Nederlandsche Provincie in 1899 en in 1902 gekozen tot lid in de Congregatio Procuratorum en was hij in 1906 afgevaardigde der Nederland sche Provincie naar de Congregatio Gene ralis te Rome geweest. In de centrale der Sociëteit bekend en van zijn faits et gestes op de hoogte zóóals dat in deze model organisatie altijd het geval is, moes hij de aangewezen man wel zijn om de openge- komen plaats van Pater Ledochowsky in te nemen. Zijn status vitae en zijn Assistent schap verhouden zich als opbouw en be kroning. Sedert leeft en werkt Pater van Oppen raaij in de Eeuwige Stad aan de leiding en de ontwikkeling zijner geliefde Orde. Zijn priesterarbeid als biechtvader en zielsleider, als raadsman en helper van allerlei ras en stand, zet hij daar onver moeid voort met een crescendo dat alleen getemperd wordt door zijn hooge gevoel van plicht tegenover zijn hoofdwerk. En kele malen slechts trad hij op als spreker, den bekendsten keer bij de 25-jarige her denking van Dr. Schaepman door met een rede die de katholieke en de niet-katho- lieke pers in het vaderland met graagte heeft opgenomen en met bewondering ge smaakt. De uitgebreide correspondentie die hij met oude en nieuwe bekenden en vrien den in Nederland onderhoudt en die wel afneemt in lengte en toeneemt in periodi citeit, maar nog altijd onveranderd blijft naar waardevollen inhoud en pittigen vorm, ze bewijst dat de vaderlijke vriend wel is heengegaan, maar niet gestorven. Zijn vele vrienden en vereerders wilden hem, bij zijn feest, een tastbaar blijk van dankbaarheid geven en toonen dat Neder land zijn waarlijk groote mannen weet te huldigen. Zij bieden hem aan de polychro mie van ramen in de kapel der Curie, op dat de thans levenden en het nageslacht zich zijner zullen herinneren in lengte van jaren voor het Tabernakel Gods. Mochten er zijn die alsnog daaraan mede willen doen, dan kunnen zij hun naamkaartje stu ren naar den ondergeteekende te Haarlem, en gireeren onder No. 194027. Kahmann en Steger, Nieuwe Gracht 57, Haarlem. Op het feest van O. L. Vrouw van vrij koop van Slaven, 1933. ALPHONS STEGER Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot: kapelaan te Amsterdam (O. L. Vr. Onbevl. Ontv.) den weleerw. heer H. J. Bangert; te Leiden (H. Petrus) den weleerw. heer G. H. E. Mudde; te 's-Gravenhage (R Joseph) den weleerw. heer J. H. van Kessel; te Bodegraven: den weleerw. heer J. J. Suyker, die kapelaan was te Zaandam; te Rotterdam: CH. Laur.) den weleerw. heer H. W. Haselaar en te Haarlem (O. L. Vr. Kon. van den Allerh. Rozenkrans-' den weleerw. heer G. J. W. van Dijk, die kapelaan was te Rotterdam (H. Laur.). Z. H. Exc. Mgr. J. Biermans, bisschop van Gargara, Generaal-Overste der St. Joseph-Con- gregatie van Mill-Hill heeft in de kapel van het loederhuis de H. Wijding van het Diaconaat toegediend aan de volgende Nederlanders: A. Akkermans, Heemstede; A. v. Amerongen, Houten; M. Arts, Liempde; A. Bisschop, Nij megen; A. en J. Boeken, Weert; R. Conens, Hoogezand; L. Coolen Weert; J. v. d. Dries, Til burg; W. Eygenraam, Dordrecht; G. Goes, Am sterdam; J. Hartering, Ulft; P. Jacobs, Venlo; A. Janssen, Beek N.Br.; S. de Jing, IJmuiden; G. Luif, Hilversum; F. Mol, Ulft; A. Oomen, Sprundel; L. Somers, Amsterdam; J. Vesters, Hilversum; J. v. d. Weyden, Noord wijk; W. de Wijs, Standdaarbuiten; A. Wijtenburg, Delft. Zondagmorgen om ongeveer zes uur heeft bij Franeker een auto-ongeluk plaats gehad. Omstreeks dien tijd reed in de richting Har- lingen een auto, waarin gezeten waren zeven personen, waaronder de leden van de vuistbal- ploeg „Voorwaarts" uit Groningen, welke ploeg Zondagmiddag zou medespelen in de eindwed- strijden der veldkampioenschappen van het K.N.G.V. op de sporttereinen aan het Olympia- plein te Amsterdam. Voorts was in den auto aanwezig de heer v. d. Geest uit Groningen, een bekend arbiter voor het handbalspel in ons land, alsmede diens verloofde. De heer Van der Geest zou bij de bovengenoemde spelkam- pioenschappen als scheidsrechter fungeeren in de eind wedstrijden handbal. Vermoedelijk door de gladheid van den weg is de auto geslipt met het gevolg, dat de wagen in een sloot langs den weg terecht kwam. Alle inzittenden kwamen er met een nat pak en eenige lichte verwondingen af. Men achtte zich evenwel niet in staat om naar Amsterdam verder te reizen en zoo moest de heer Van der Geest aan de organisatoren der spelkampioen- schappen van Amsterdam mededeelen, dat „Voorwaarts" Groningen in de vuistbalwed- strijden om het kampioenschap van Nederland niet tegen Olympia uit Groningen zou kunnen uitkomen, terwijl hijzelf niet de handbalfi nale als scheidsrechter kon berechten. Zaterdagavond ongeveer half elf is op een weiland van den heer Rinkema te Rottum bij Heerenveen, de Duitsche luchtballon „Stad Heldert" waarin twee dames en twee heeren waren gezeten, gedaald. De ballon was Zater dagmiddag met vijf andere ballons op de Staufenplatz te Düsseldorf gestart, om de „Wander Preis des Deutschen Luftsportverban- des". Bij het opstijgen dacht men in Oostelijke richting te drijven. Op ongeveer 1000 meter hoogte draaide de wind, waardoor men in Wes telijke richting afdreef. De daling had een vlot verloop. De reizigers zijn per trein naar Düssel dorf teruggekeerd. Zaterdagnacht is eveneens te Meppel een Duitsche ballon gedaald, waarin een fabrikant, een dokter en twee journalisten uit Keulen waren gezeten. De ballon was Zaterdag om 17.37 (Duitsche tijd) in Düsseldorf opgestegen en daalde te 21.55 uur in Wijk. De b^on is eigen dom van de „Deutsche Luftfaihrverein. Ook te Goutum bij Leeuwarden is een Duit sche ballon uit Düsseldorf geland. Er zaten vier personen in den gondel. De Industrieele Mij. „De Noord" te Alblas- serdam heeft de opdracht ontvangen tot de levering van een dubbelschroef passagiersschip voor Engelsche rekening. Het schip zal een geregelden passagiersdienst onderhouden tus- schen Londen en verschillende plaatsen aan de beneden Theems. Het schip wordt ingericht voor het vervoer van 500 passagiers. De voortstuwings-installatie zal worden ge leverd door de Machinefabriek Gebr. Stork Co. te Hengelo. De beide hoofdmotoren zijn acht cylinder Stork Dieselmotoren. nBB SBH j,' Js Si nr Te Beauraing is een comité gesticht tot op richting van een groot standbeeld, voorstellende O. L. V. van Beauraing, en vervaardigd door den beeldhouwer Victor Demanet. Het werk, dat ongeveer 20 meter hoog zal zijn, wordt opge trokken onder leiding van den architect Rènè Collin. Het voorbereidingscomité heeft niets uit staande met het te Beauraing gevestigde co mité „Pro Maria", terwijl het beeld ook niet verrijzen zal op de z.g. „plaats der verschijnin gen", doch in de onmiddellijke omgeving van den ouden burcht der Barlaymonts te Beau raing. De leden van het voorbereidingscomité behooren tot de hoogere Waalsche aristocratie. Wij geven hierbij een afbeelding van de ma quette, ontworpen door Victor Demanet. Zooals men ziet, draagt Maria een sjerp; armen en handen zijn geopend, op de borst is het hart zichtbaar, een stralenkrans omgeeft het hoofd. Maria draagt echter geen rozenkrans, zooals op het beeld te Lourdes. Zondagavond ongeveer kwart over acht, reed de heer J. Adelenhof, oud 28 jaar, wonende te Rotterdam Oudendijk 120 A, op een motorrij wiel op den Nieuwen Rijksweg, onder Overschie, met een dame op de duo. Plotseling slipte het rijwiel in de boscht en sloeg met een snelheid van 75 K.M. over den kop. Het motorrijwiel werd geheel vernield. De heer J. A. liep eenige hoofdwonden op, doch kon la ter per auto naar huis worden vervoerd. De on bekende dame is in bewusteloozen toestand naar het ziekenhuis Eudokia te Rotterdam overge bracht met een ernstige schedelfractuur, een armbreuk en andere verwondingen. Haar toe stand is zeer ernstig. De duopassagiere was de 20-jarige mej. A. Schuurman, wonende te Charlois. De motorrij der is later eveneens naar het ziekenhuis Eudo kia te Rotterdam overgebracht. Terwijl de Oude Rijksweg RotterdamDen Haag op elke 300 meter een Roode Kruispost heeft en goed verlicht is, heeft de Nieuwe Rijks weg totaal geen Roode Kruispost en is boven dien slecht verlicht. Ook een waarschuwings- post is niet aanwezig, zoodat bij ongevallen de hulpverleening veel te laat komt. Tijdens de paardenwedrennen te Baarlo is Zondag plotseling een paard uit de renbaan tus schen het publiek gesprongen. Onder de toe schouwers ontstond een paniek, waarbij de zes tien-jarige mejuffrouw P. Munter uit Venlo "n ernstige schouderfractuur opliep. Zij moest naar het ziekenhuis te Venlo worden overgebracht. Een jongen liep ernstige verwondingen aan het gelaat op, terwijl een dame eveneens licht gewond werd. In aansluiting bij ons vorig bericht inzake den moordaanslag te Hengelo, kan nog worden medegedeeld, dat de dader thans een volledige bekentenis heeft afgelegd. Hij verklaarde ech ter uit noodweer gehandeld te hebben. Hij be weerde tenminste, dat hij een woordenwisseling met V. gehad heeft en dat deze hem toen heeft mishandeld. Eenige sporen van geweld op het gelaat van de G. wijzen hier wel op. Doch de politie neemt dit nog niet aan. Uit verschillen de mededeelingen blijkt, dat V. door enkele per sonen is nageroepen. Kort daarop trad de G. uit de groep en trad op V. toe met een geopend mes. Het meisje van V. trachtte zich tusschen beide te stellen, doch werd door de G. wegge duwd. Deze stormde op het zelfde oogenblik op V. in, die den slag met het mes trachtte te pareeren, doch dit lukte slechts gedeeltelijk. De steek werd in den bovenrechterarm opgevangen, de slagader was doorgesneden. De toestand van het slachtoffer is thans re delijk wel. Ongetwijfeld heeft hij het aan het kranig optreden van den rechercheur van poli tie G. A. Mollenhorst te danken, dat zijn leven gespaard is. Te Arcen heeft een ernstig verkeersongeluk plaats gehad dat aan het dertienjarig zoontje van de weduwe Schrei ver aldaar, vermoedelijk het leven zal kosten. De jongen zat op een kar, die over den Rijks weg reed. Door een passeerenden auto schrikte het paard op, waardoor het knaapje van den wagen viel. Hij kwam onder de wielen terecht met het gevolg dat de jongen zeer ernstig ge wond in het ziekenhuis te Venlo moest worden opgenomen. Operatief ingrijpen bleek noodzake lijk. De toestand van den jongen is zeer ern stig. Hedenmorgen omstreeks zeven uur brak brand uit in de fabriek „De Veerschuit" aan den Wormeringdijk te Wormer, waarvan eige naar is de heer M. Groot uit Wormerveer. In deze fabriek werden afvalproducten van cacaoboonen verwerkt tot veevoeder. De brand is ontstaan in de benedenverdie ping van het vier verdiepingen hooge houten ge bouw, dat gebouwd is om den romp van den vroegeren molen „De Veerschuit". De brandweer uit Wormer, geholpen door die uit Wormer veer, was spoedig ter plaatse en bestreed het vuur met tien stralen. Het vuur greep snel om zich heen en weldra sloegen de vlammen uit de vensters van alle verdiepingen. Aan het behoud van de fabriek viel niet te denken, zoodat de brandweer zich in hoofdzaak beperkte tot het behouden van het aangrenzende pakhuis, waarin voorraden waren opgeslagen. Om acht uur was de fabriek tot den grond toe afgebrand. Het pakhuis kon grootendeels behouden worden. Alle aanwezige machines zijn verloren gegaan, terwijl een groote hoeveelheid grondstoffen een prooi der vlammen werd. De geleden schade, die door verzekering wordt gedekt, is groot. De oorzaak van den brand is onbekend. De burgemeester van Wormer was op het ter rein van den brand aanwezig. Hedennacht is brand uitgebroken in de mode zaak van de firma Sporenberg in de Veestraat te Helmond, toebehoorende aan den heer Leto- rijs. De brand die in den winkel was ontstaan, breidde zich spoedig over de andere verdiepin gen uit, zoodat de bewoners, die reeds te rus ten waren gegaan, weldra het gevaar opmerk ten. Toch konden zij langs de winkelruimte al niet meer ontkomen en moesten zij langs de achterzijde, over de binnenplaats een goed heen komen zoeken. Enkele prachtige Barsois die daar in hokken zaten, werden bevrijd en gered. Daar het telefoonkantoor niet te bereiken was, moest men op het politiebureau de brandweer waarschuwen. Intusschen brandde het pand echter totaal uit, waarbij ook nog een groote waarde aan antiquiteiten verloren ging. De schade wordt geschat op f 35.000 k f 45.000 en wordt door verzekering gedekt. De 51-jarige J. van Os, die zijn intrek heeft genomen in een onbewoonbaar verklaarde wo ning aan de Langstraat te Eindhoven, hoorde Zaterdagnacht gestommel in zijn huis. De man stond op, doch werd op hetzelfde oogenblik aangegrepen door twee kerels, die hem aan handen en voeten bonden en het ge- heele vertrek overhoop haalden. Zij maakten een bedrag van tien gulden buit, waarmee zij verdwenen. De beroofde, een zonderling mensch, slaagde er in zich te be vrijden en liep naar de politie. Een uitgebreid onderzoek werd ingesteld met het resultaat, dat twee oude bekenden van de politie, W. G. en B. M., die in een logement in de buurt wonen en veel bij v. O. in huis kwamen, werden gearresteerd en ter beschik king van den Officier van Justitie te Den Bosch werden gesteld. De laffe daders lieten hem be wusteloos achter Zaterdagavond is op de Havelterbrug tusschen Meppel en Steenwijk de zeventienjarige zoon van den ijscofabrikant Hubert uit Meppel, die met een ijsco-bakfiets uit Steenwijk terugkeer de, ernstig mishandeld. H. werd bewusteloos ge slagen en kwam met fiets en al in de sloot te recht. Een en ander heeft zich, volgens „De Tele graaf", qidus toegedragen: De jonge man keer de in den donkeren avond alleen per bakfiets naar huis terug. Ongeveer ter hoogte van den onbewaakten overweg passeerde hij een troep van naar schatting twintig opgeschoten jon gens. Een hunner sprong plotseling op hem af en sloeg hem met een hard voorwerp op het hoofd. H. kwam daarbij met fiets en al in de langs den weg loopende droge sloot terecht en bleef daar bewusteloos liggen. Hij had daar zeker anderhalf uur gelegen toen er eenige jon gens uit die streek kwamen, die hem op den weg brachten en hem vervolgens binnenbrach ten in de woning van een zekeren Oosterhof, waar de vrij ernstige hoofdwonden van het slachtoffer werden verbonden. Door enkele per sonen is hij daarop een eind in de richting Meppel gebracht, waar hij 's nachts half ver suft arriveerde. De rijksveldwacht uit Steenwijk stelt naar het gebeurde een onderzoek in, en heeft waar schijnlijk de daders reeds te pakken. Als ver dacht van dezen laffen streek werd genoemd een zekere C., wonende te Onna en werkzaam op de schoenfabriek te Meppel. In verband met dezen overval wordt nog gemeld, dat door dezelfde bende een aanslag werd gepleegd op een bananenauto van den heer J. Kok uit Meppel, welke auto met steenen en andere projectielen werd bekogeld. De in zittenden van dezen auto liepen hierdoor ver wondingen op, doch deze waren gelukkig niet van ernstigen aard. De heer T. Amoldussen, gemeenteraadslid te Utrecht reed Zondagmiddag per motorrijwiel in de richting de Büdt. In de bocht van Beerschoten is hij door onbekende oorzaak met zijn motor rijwiel tegen den grond geslagen. Hij kreeg een ernstige hoofdwonde en is naar de Rijksklinie ken te Utrecht overgebracht. De duo-rijder de heer Vresen uit Utrecht, die met een rijwiel om zijn hoofd achter op het motorrijwiel zat, kwam met den schrik vrij. Zondagmorgen ongeveer half tien is te t Meer, nabij Heerenveen, de 66-jarige J. Koop man, sigarenhandelaar, wonende te Drachten, door de tram, komende uit Heerenveen, over reden en onmiddellijk gedood. Het vreeselijk verminkte lijk is door de politie in beslag ge nomen. Den bestuurder treft geen schuld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5