De Aartsbisschop en de Bisschoppen
van Nederland
Pater Dr. Rudolf van Oppenraay S.J.
1
m
MAANDAG 25 SEPTEMBER
Aan de hun toevertrouwde
geestelijkheid en geloovigen
Zaligheid in den Heer
Zaanland en P.E.N.
Zestig jaar Jezuïet
drie ballons gedaald
O. L. Vr. van Beauraing
hhb
Ernstig motorongeluk
Renpaard tusschen het
publiek
De moordaanslag te
Hengelo
FABRIEK AFGEBRAND
Modezaak uitgebrand
De stand van het conflict niet
veel gewijzigd
Pater van Oppenraay
BENOEMINGEN
In het bisdom van Haarlem
H. H. WIJDINGEN
St. Jozef congregatie van Mill-Hill
DE WEDSTRIJD GING NIET
DOOR
Spelers met hun auto te water
In verkeerde richting gedreven
EEN MOOIE OPDRACHT
mM ff
511 til
iHHHS
Een duo-rijdster ernstig gewond
Twee ernstig gewonden
Gepleegd na een woordenwisseling
VAN EEN KAR GEVALLEN EN
OVERREDEN
In een uur tijds was van „De Veer
schuit" te Wormer niet veel
meer over
Bewoners zochten met moeite een
goed heenkomen
ZONDERLING OVERVALLEN
EN BEROOFD
De daders reeds ingesloten
IJSCO-VENTER OVERVALLEN
MOTOR TEGEN DEN GROND
GESLAGEN
De berijder ernstig gewond
DOODELIJK TRAMONGEVAL
Weldra zal het tien jaar geleden zijn, dat
Z. H. Exc. Monseigneur Henricus van de We
tering, zaliger gedachtenis, in naam van het
Nederlandsch Episcopaat en van de andere
leden van het Bestuur der Sint Radboud-
stichting onze katholieke Universiteit heeft
geopend.
Deze herdenkingsdag, B. G., is ons een
welkome gelegenheid een kort woord tot
U te richten, een woord van dank en van
opwekking.
Niet zonder zorg is in 1922 tot de stich
ting van een eigen Universiteit besloten,
want het was Ons bekend,welke hooge
eischen, geestelijke zoowel als stoffelijke,
deze aan de Nederlandsche Katholieken zou
stellen. Maar in blij vertrouwen op Gods
vaderlijke Voorzienigheid en met de zeker
heid van uw hartelijke medewerking en
van uw milden offerzin, waar het geldt een
buitengewoon katholiek belang te beharti
gen, zijn Wij tot oprichting overgegaan. En
met vreugde mogen Wij heden getuigen dat
Dns vertrouwen niet is beschaamd. God
heeft Ons en uw aller werk willen zegenen.
Het is niet mogelijk hierbij in bijzonder
heden te treden, maar het is Ons een be
hoefte des harten om, naast kinderlijken
dank aan Hem van wien alle goede gave
komt, onze erkentelijkheid uit te spreken
jegens allen, die het tferk van ons hooger
onderwijs hebben gesteund, op welke wij
ze en in welken vorm ook, door hun ge
bed, door hun geestesarbeid, door het of
fer van hun persoon, door hun stoffelijken
steun. Gij hebt het woord verstaan door
Mgr. den Aartsbisschop bij de opening U
op het hart gedrukt, dat alleen een voort
gezet offer ons werk in stand en op peil
kan houden. Moge uw Vader, die in het
verborgen ziet, het u vergelden.
Van vele zijden zijn reeds stemmen op
gegaan, die het verlangen uitspraken naar
verdere voltooiing, met name naar oprich
ting der geneeskundige Faculteit. Het zal
u duidelijk zijn, B. G., dat Wij in deze kri
tieke tijden met hun ernstige finantiëele
zorgen geen beroep op u mogen doen voor
de zeer groote offers, welke deze uitbrei
ding zou vragen. Zij zal er te zijner tijde
ongetwijfeld komen, want om met Z. H.
den Paus te spreken: „de Nederlanders
staan bekend als goede werkers, vasthou
dend en taai volhardend, zij zullen ook het
werk der katholieke Universiteit volein
den."
Maar, B. G., wat wij u wel durven vra
gen, en u heden met allen aandrang vra
gen, is, dat gij wilt volharden in uw trou
we jaarlijksche bijdragen. Wij zouden u
allen hierbij willen wijzen op een middel,
dat onze Heilige Vader krachtig heeft aan
bevolen in zijn vaderlijke zorg voor de ka
tholieke Universiteit van Italië, n.l. het zich
ontzeggen van eenig genotmiddel om met
datgene, wat men aldus vrijwillig bespaart,
de noodzakelijke goede werken te helpen
bevorderen. De ervaring toont immers aan,
dat ook in deze zorgelijke tijden, de uitga
ven voor genotmiddelen nog ontstellend
groot zijn. Het offer, door versobering ge
bracht, moet Gode dubbel aangenaam zijn.
In het bijzonder hopen Wij, dat allen, die
nog iets van hun overvloed kunnen afzon
deren, vooral door de toezegging van een
vaste jaarlijksche bijdrage, ons hooger on
derwijs, waarbij wij geheel op giften zijn
aangewezen., naar beste krachten zullen
steunen.
Tenslotte B. G., herhalen Wij nog eens
ons verzoek om uw gebed. Onze katholieke
Universiteit is niet alleen een stoffelijke
aangelegenheid, maar ook en in de eerste
plaats een gewichtig geestelijk belang. Hier
geldt dubbel, indien de Heer het huis niet
bouwt, zwoegen de werklieden te vergeefs.
Over den nood van den tijd, klagen we al
len. Maar bedenkt, dat niet de stoffelijke,
maar de geestelijke nood vooral onze be
zorgdheid moet wekken, want daarin ligt
tevens de voornaamste reden van de alge-
meene stoffelijke ontreddering van onze
samenleving. Alleen herstel en doorwerking
van de katholieke levensbeginselen kan ons
redding brengen. En volgens deze begin
selen toekomstige leiders van onze maat
schappij vormen, dat is bij uitstek de taak
van onze katholieke Universiteit.
Daarom hebben Wij het vorig jaar be
paald, en bepalen nogmaals bij dezen, dat
de laatste Zondag van September telken
jare op bijzondere wijze zal gewijd worden
aan gezamenlijk gebed voor onze Universi
teit. Draagt ook het H. Misoffer, dat gij
heden bijwoont aan God op als smeekof-
fer, opdat onze Universiteit haar geestelij
ke zending moge volbrengen, n.l. meewer
ken aan de verheerlijking van God, vol
gens het epistel van dezen dag: „Aan Hem,
die door de kracht, welke in ons werkt, veel
meer kan doen, dan dat wij bidden of den
ken, aan Hem zij de eere in de Kerk en
in Christus Jezus voor alle geslachten van
eeuwigheid tot eeuwigheid."
En zal dit Ons gezamenlijk herderlijk
schrijven in alle tot onze Kerkprovincie be-
hoorende kerken, alsmede in de kapellen,
waarover een rector is aangesteld, op Zon
dag 24 September a.s. onder alle vastge
stelde H. H. Missen van den predikstoel
worden voorgelezen.
t J. H. G. JANSEN,
Aartsbisschop van Utrecht.
t P. A. W. HOPMANS,
Bisschop van Breda.
t A. F. DIEPEN,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlem.
t Dr. J. H. G. LEMMENS,
Bisschop van Roermond.
Gegegeven te Utrecht, 12 Augustus 1933.
In den brief van den minister van Water
staat wordt, naar „Het Volk" verneemt, aan
partijen, betrokken bij het conflict P.E.N.
Zaanland, gevraagd nog eenmaal een ernstige
poging te ondernemen om het eens te worden
over de voorwaarden, waaronder de stroom-
levering der Zaanland naar het P.E.N. zal over
gaan en over de voorwaarden voor overdracht
yan het net.
Gelukt die poging vóór 1 October a.s. niet, dan
verklaart de minister zich bereid een uitspraak
te doen; doch alleen indien beide partijen zich
bereid verklaren zich zonder voorbehoud bij de
Uitspraak neer te leggen.
Naar aanleiding van dezen ministerieelen
brief hebben partijen vergaderd, echter zonder
het eens te worden. Toen kwam aan de orde
het aanbod van den minister om door zijn uit
spraak het geschil te beëindigen. De provin
cie stelde voor, een uitspraak van den minister
te aanvaarden en verklaarde zich zonder voor
behoud bereid zich daaraan onvoorwaardelijk
te onderwerpen. De Zaanland-vertegenwoordi
gers wilden daar niet aan.
Inmiddels heeft de Provincie haar voorstel
om de ministerieele uitspraak te vragen, schrif
telijk bij de Zaanland herhaald. Hangende de
beslissing der Zaanland heeft de provincie, dus
gedurende het heropend overleg, de werkzaam
heden der kabellegging in Krommenie stop
gezet.
Uit een mededeeling in de Zaanlander is ge
bleken, dat de commissarissen niet accoord zijn
gegaan met het voorstel tot het overlaten der
uitspraak aan den minister, doch bezwaren
hebben ontwikkeld.
Van een zonder voorbehoud zich overgeven
aan de uitspraak van den minister is dus geen
sprake, hiertoe was alleen de Provincie bereid.
Het wachten is nu op de vergadering van
aandeelhouders der Zaanland. Is ook die niet
bereid tot een tegemoetkomende houding, dan
kan een ingrijpen van de zijde van den minis
ter van Waterstaat niet uitblijven.
Een dozijn lustrums, als levensduur,
dat is al niet iedereen beschoren;
maar wanneer ze op 18-jarigen leef
tijd pas beginnen te tellen, wordt het een
zeldzaamheid. Zoo'n zeldzame gebeurtenis
overkomt heden, den 26sten September 1933
onzen Pater van Oppenraaij; voor degenen
die hem gekend hebben en kennen is deze
aanduiding voldoende; voor de anderen zij
de aanvulling: Pater Rudolphus Martinus
Vincentius van Oppenraaij, doctor in de
classieke letteren, Assistent van den H. E.
Pater Generaal der Jezuïtenorde voor de
Germaansche Provincies, als het 60 jaren
geleden is sinds hij zijn intrede deed in de
Sociëteit van Jezus.
Geboren op den 17den October 1856 in het
Geldersche Bemmel, deed hij zich in zijn
jongelingsjaren kennen door twee eigen
schappen vooral: een grenzelooze speelsch-
heid, tot aan het roekelooze toe, en een
buitengewone godvruchtigheid. De eerste
maakte dat als hij in de vacantie te St.
Oedenrode kwam, waar zijn moeder gebo
ren was, de dorpsbewoners elkander waar
schuwden: „het wilde manneke uit Gelder
land is er weer"; de tweede deed hem o.a.
bij groote wandelingen naar omwonende
familieleden voorstellen den langen weg te
korten door het gezamenlijk bidden van de
Rozenkrans, en dan trok hij zijn petje over
le oogen om ernstiger te kunnen bidden
(uit een brief van tante Oda). Zijn
speelschheid zou blijken te zijn 't uiterlijk
van een sprankelend vernuftigen geest, zijn
godvruchtigheid was heel zijn leven het
kenmerk van den innig devoten priester
religieus.
Van 18691873 vinden wij den jongen
Rudolf in Rolduc, waar hij de wanhoop was
zijner mede-leerlingen, want 3 jaren lang
haalde hij in nagenoeg alle vakken de eer
ste prijzen weg (uit Rolduc's dossier), waar
mijnheer Corten, de beminnelijke en be
minde Directeur, de man van Voor Eer en
Deugd, toen den scepter zwaaide. Daar
rijpte zijn roeping (Rolduc's Jaarboek 1923)
en, na niet zonder moeite van zijn vrome
moeder toestemming gekregen te hebben,
trad hij op 26 September 1873 te Mariën-
daal in de Sociëteit, of beter, al is het niet
zoo gebruikelijk te zeggen, in de Compag
nie van Jezus.
Tot aan de voleinding van zijn theolo
gische studies in 1887 volgde de jeugdige
Jezuïet den gewonen gang van leering en
vorming in de Orde; den 6den September
1886 werd hij tot priester gewijd. Dan, op
Katwijk, begint zijn bijzondere levensloop;
hij werd, voor dien tijd een uitzondering,
door zijn Overheid naar de Universiteit van
Leiden gezonden, waar hij in een jaar can-
didaats en in twee jaren daarna doctoraal
classieke letteren deed.
In het begin van 1890 verblufte Pater
van Oppenraaij zijn professoren, zijn mede
studenten, zijn Ordebroeders, het jonge
volkje in Katwijk, ja heel intellectueel Ne
derland met het Latijnsch gedicht Amor,
dat de Koninklijke Academie van Weten
schappen met de gouden medaille uit het
Hoefftsche Legaat bekroonde. Met dezen
éénen slag maakte hij zijn wetenschappe-
lijken naam, ja, hij zou als classicus be
roemd geworden zijn wanneer hem daar
toe de gelegenheid geboden ware (Prof.
Hartman). Es hat nicht sollen sein! Voor
de Jezuïetencolleges kon hij niet gemist
worden en de professorale toga was toen
nog bang voor haar clericale naamgenoote.
Zijn derde proefjaar deed Pater van Op
penraaij in Roshampton, daarna kwam hij
aan St. Willibrordus gymnasium als pre
fect der studies, leeraar in de Grieksche en
in de Nederlandsche Taal- en Letterkunde,
Moderator van de Academie. Op den 4den
December 1893 promoveerde hij „cum lau-
de" aan de Universiteit van Leiden tot
Doctor in de klassieke Letteren, drie weken
later werd hij Katwijk's Directeur, wat hij
bleef tot 30 Juli 1899.
Deze veelomvattende en verantwoorde
lijke taak vervullen was niet het eenige
werk dat hij deed. Behalve dat hij toen
reeds een steeds toenemend aantal bekeer
lingen onderwees en in een altijd drukker
spreekkamer aan ieder die zich daartoe
aanmeldde wijzen raad en geestelijke lei
ding gaf, trad hij ook naar buiten op. In
1898 was hij spreker voor de Sectie Paeda-
gogiek op het Eerste Nederlandsche Philo-
logencongres te Amsterdam. Zijn rede „Ont
wikkeling of dressuur" was een Schlager
Op markante wijze en overtuigend door
klemmende argumenten nam hij positie te
gen de achterstelling van de vorming van
den geest bij het aanleeren van zooge
naamd „nuttige kundigheden" voor het
praktisch leven en voorbereiding voor vak
studie, bij het gymnasiaal onderwijs dier
dagen. Zijn gezagvolle stem werd wel met
ongewone belangstelling gehoord, maar is
gebleven als die des roependen in de woes
tijn; helaas!
Van 18991907 was onze Jubilaris Rector
van het gymnasium der P.P. Jezuïeten te
Amsterdam .Uit deze periode vallen te me-
moreeren: zijn Moderatorschap van G. en
W.; zijn vastenmeditaties in de Krijtberg;
zijn triduum in de Fransche kerk; in 1901
zijn pennestrijd met Prof. Treub over het
Levensrecht der ongeboren vrucht; in 1903
zijn rede over Schaepman's Blijgeestigheid
op de rouwvergadering voor den doctor; in
1904 zijn voorzitterschap van het 4de Phi-
lologencongres te Utrecht. Het waren allen
even zoovele gloriefeiten: dichter, schrijver,
leeraar, opvoeder, prediker, redenaar, pole
mist, leider van vergaderingen, Pater van
Oppenraaij was alles wat men van hem
vroeg te zijn, en altijd superieur.
In 1907 ging hij weer naar Katwijk terug
als leeraar. Als Directeur der Mariacongre-
gatie trad hij op den lsten Nedelandschen
Directeurendag te Maastricht op met een
rede over de pas nieuw uitgekomen Sta
tuten; een rede welker beteekenis sedert
nog gegroeid is, ja actueel geworden.
Bij en onder dat alles door gaf Pater van
Oppenraaij uit: een Grieksche grammati
ca, zijn „Godsdienstig Leven", zijn Apologie
des Christendoms .Van het kerkboek wer
den 17 duizend exemplaren, van de Apolo
gie de 6de editie gedrukt!
In 1914 werd Pater van Oppenraaij Pro
vinciaal. Op den 2den Kerstdag van het
zelfde jaar richtte hij te 's-Gravenhage op
de 1ste Heeren-Congregatie, sedert gevolgd
door 8 andere, welke 9 thans in Federatie
vereenigd zijn, niet zonder zijn toestem
ming en invloedrijke medewerking. Zijn lei
ding van de Nederlandsche Provincie zou
niet lang duren. In Februari 1915, bij ge
legenheid van de Generaalskeuze te Rome,
toen Pater Wladimir Ledochowsky opvolger
van St. Ignatius werd, koos de Congregatio
Generalis Pater van Oppenraaij tot Assis
tent van den Generaal voor de Germaan
sche provincies, en daarmede was zijn ver
blijf in Nederland beëindigd.
De slag was gevallen quis est homo qui
non fleret maar niet onvoorbereid.
Reeds van 1897 af Consultor van Pater Pro
vinciaal, werd hij door de Nederlandsche
Provincie in 1899 en in 1902 gekozen tot
lid in de Congregatio Procuratorum en was
hij in 1906 afgevaardigde der Nederland
sche Provincie naar de Congregatio Gene
ralis te Rome geweest. In de centrale der
Sociëteit bekend en van zijn faits et gestes
op de hoogte zóóals dat in deze model
organisatie altijd het geval is, moes hij de
aangewezen man wel zijn om de openge-
komen plaats van Pater Ledochowsky in te
nemen. Zijn status vitae en zijn Assistent
schap verhouden zich als opbouw en be
kroning.
Sedert leeft en werkt Pater van Oppen
raaij in de Eeuwige Stad aan de leiding
en de ontwikkeling zijner geliefde Orde.
Zijn priesterarbeid als biechtvader en
zielsleider, als raadsman en helper van
allerlei ras en stand, zet hij daar onver
moeid voort met een crescendo dat alleen
getemperd wordt door zijn hooge gevoel
van plicht tegenover zijn hoofdwerk. En
kele malen slechts trad hij op als spreker,
den bekendsten keer bij de 25-jarige her
denking van Dr. Schaepman door met een
rede die de katholieke en de niet-katho-
lieke pers in het vaderland met graagte
heeft opgenomen en met bewondering ge
smaakt. De uitgebreide correspondentie die
hij met oude en nieuwe bekenden en vrien
den in Nederland onderhoudt en die wel
afneemt in lengte en toeneemt in periodi
citeit, maar nog altijd onveranderd blijft
naar waardevollen inhoud en pittigen vorm,
ze bewijst dat de vaderlijke vriend wel is
heengegaan, maar niet gestorven.
Zijn vele vrienden en vereerders wilden
hem, bij zijn feest, een tastbaar blijk van
dankbaarheid geven en toonen dat Neder
land zijn waarlijk groote mannen weet te
huldigen. Zij bieden hem aan de polychro
mie van ramen in de kapel der Curie, op
dat de thans levenden en het nageslacht
zich zijner zullen herinneren in lengte van
jaren voor het Tabernakel Gods. Mochten
er zijn die alsnog daaraan mede willen
doen, dan kunnen zij hun naamkaartje stu
ren naar den ondergeteekende te Haarlem,
en gireeren onder No. 194027. Kahmann en
Steger, Nieuwe Gracht 57, Haarlem.
Op het feest van O. L. Vrouw van vrij
koop van Slaven, 1933.
ALPHONS STEGER
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot: kapelaan te Amsterdam (O. L.
Vr. Onbevl. Ontv.) den weleerw. heer H. J.
Bangert; te Leiden (H. Petrus) den weleerw.
heer G. H. E. Mudde; te 's-Gravenhage (R
Joseph) den weleerw. heer J. H. van Kessel;
te Bodegraven: den weleerw. heer J. J. Suyker,
die kapelaan was te Zaandam; te Rotterdam:
CH. Laur.) den weleerw. heer H. W. Haselaar en
te Haarlem (O. L. Vr. Kon. van den Allerh.
Rozenkrans-' den weleerw. heer G. J. W. van
Dijk, die kapelaan was te Rotterdam (H. Laur.).
Z. H. Exc. Mgr. J. Biermans, bisschop van
Gargara, Generaal-Overste der St. Joseph-Con-
gregatie van Mill-Hill heeft in de kapel van het
loederhuis de H. Wijding van het Diaconaat
toegediend aan de volgende Nederlanders:
A. Akkermans, Heemstede; A. v. Amerongen,
Houten; M. Arts, Liempde; A. Bisschop, Nij
megen; A. en J. Boeken, Weert; R. Conens,
Hoogezand; L. Coolen Weert; J. v. d. Dries, Til
burg; W. Eygenraam, Dordrecht; G. Goes, Am
sterdam; J. Hartering, Ulft; P. Jacobs, Venlo;
A. Janssen, Beek N.Br.; S. de Jing, IJmuiden;
G. Luif, Hilversum; F. Mol, Ulft; A. Oomen,
Sprundel; L. Somers, Amsterdam; J. Vesters,
Hilversum; J. v. d. Weyden, Noord wijk; W. de
Wijs, Standdaarbuiten; A. Wijtenburg, Delft.
Zondagmorgen om ongeveer zes uur heeft
bij Franeker een auto-ongeluk plaats gehad.
Omstreeks dien tijd reed in de richting Har-
lingen een auto, waarin gezeten waren zeven
personen, waaronder de leden van de vuistbal-
ploeg „Voorwaarts" uit Groningen, welke ploeg
Zondagmiddag zou medespelen in de eindwed-
strijden der veldkampioenschappen van het
K.N.G.V. op de sporttereinen aan het Olympia-
plein te Amsterdam. Voorts was in den auto
aanwezig de heer v. d. Geest uit Groningen,
een bekend arbiter voor het handbalspel in
ons land, alsmede diens verloofde. De heer Van
der Geest zou bij de bovengenoemde spelkam-
pioenschappen als scheidsrechter fungeeren in
de eind wedstrijden handbal. Vermoedelijk door
de gladheid van den weg is de auto geslipt
met het gevolg, dat de wagen in een sloot langs
den weg terecht kwam.
Alle inzittenden kwamen er met een nat pak
en eenige lichte verwondingen af. Men achtte
zich evenwel niet in staat om naar Amsterdam
verder te reizen en zoo moest de heer Van der
Geest aan de organisatoren der spelkampioen-
schappen van Amsterdam mededeelen, dat
„Voorwaarts" Groningen in de vuistbalwed-
strijden om het kampioenschap van Nederland
niet tegen Olympia uit Groningen zou kunnen
uitkomen, terwijl hijzelf niet de handbalfi
nale als scheidsrechter kon berechten.
Zaterdagavond ongeveer half elf is op een
weiland van den heer Rinkema te Rottum bij
Heerenveen, de Duitsche luchtballon „Stad
Heldert" waarin twee dames en twee heeren
waren gezeten, gedaald. De ballon was Zater
dagmiddag met vijf andere ballons op de
Staufenplatz te Düsseldorf gestart, om de
„Wander Preis des Deutschen Luftsportverban-
des". Bij het opstijgen dacht men in Oostelijke
richting te drijven. Op ongeveer 1000 meter
hoogte draaide de wind, waardoor men in Wes
telijke richting afdreef. De daling had een vlot
verloop. De reizigers zijn per trein naar Düssel
dorf teruggekeerd.
Zaterdagnacht is eveneens te Meppel een
Duitsche ballon gedaald, waarin een fabrikant,
een dokter en twee journalisten uit Keulen
waren gezeten. De ballon was Zaterdag om 17.37
(Duitsche tijd) in Düsseldorf opgestegen en
daalde te 21.55 uur in Wijk. De b^on is eigen
dom van de „Deutsche Luftfaihrverein.
Ook te Goutum bij Leeuwarden is een Duit
sche ballon uit Düsseldorf geland. Er zaten vier
personen in den gondel.
De Industrieele Mij. „De Noord" te Alblas-
serdam heeft de opdracht ontvangen tot de
levering van een dubbelschroef passagiersschip
voor Engelsche rekening. Het schip zal een
geregelden passagiersdienst onderhouden tus-
schen Londen en verschillende plaatsen aan de
beneden Theems.
Het schip wordt ingericht voor het vervoer
van 500 passagiers.
De voortstuwings-installatie zal worden ge
leverd door de Machinefabriek Gebr. Stork
Co. te Hengelo. De beide hoofdmotoren zijn acht
cylinder Stork Dieselmotoren.
nBB SBH
j,'
Js Si
nr
Te Beauraing is een comité gesticht tot op
richting van een groot standbeeld, voorstellende
O. L. V. van Beauraing, en vervaardigd door den
beeldhouwer Victor Demanet. Het werk, dat
ongeveer 20 meter hoog zal zijn, wordt opge
trokken onder leiding van den architect Rènè
Collin.
Het voorbereidingscomité heeft niets uit
staande met het te Beauraing gevestigde co
mité „Pro Maria", terwijl het beeld ook niet
verrijzen zal op de z.g. „plaats der verschijnin
gen", doch in de onmiddellijke omgeving van
den ouden burcht der Barlaymonts te Beau
raing. De leden van het voorbereidingscomité
behooren tot de hoogere Waalsche aristocratie.
Wij geven hierbij een afbeelding van de ma
quette, ontworpen door Victor Demanet. Zooals
men ziet, draagt Maria een sjerp; armen en
handen zijn geopend, op de borst is het hart
zichtbaar, een stralenkrans omgeeft het hoofd.
Maria draagt echter geen rozenkrans, zooals op
het beeld te Lourdes.
Zondagavond ongeveer kwart over acht, reed
de heer J. Adelenhof, oud 28 jaar, wonende te
Rotterdam Oudendijk 120 A, op een motorrij
wiel op den Nieuwen Rijksweg, onder Overschie,
met een dame op de duo. Plotseling slipte het
rijwiel in de boscht en sloeg met een snelheid
van 75 K.M. over den kop.
Het motorrijwiel werd geheel vernield. De heer
J. A. liep eenige hoofdwonden op, doch kon la
ter per auto naar huis worden vervoerd. De on
bekende dame is in bewusteloozen toestand naar
het ziekenhuis Eudokia te Rotterdam overge
bracht met een ernstige schedelfractuur, een
armbreuk en andere verwondingen. Haar toe
stand is zeer ernstig.
De duopassagiere was de 20-jarige mej. A.
Schuurman, wonende te Charlois. De motorrij
der is later eveneens naar het ziekenhuis Eudo
kia te Rotterdam overgebracht.
Terwijl de Oude Rijksweg RotterdamDen
Haag op elke 300 meter een Roode Kruispost
heeft en goed verlicht is, heeft de Nieuwe Rijks
weg totaal geen Roode Kruispost en is boven
dien slecht verlicht. Ook een waarschuwings-
post is niet aanwezig, zoodat bij ongevallen de
hulpverleening veel te laat komt.
Tijdens de paardenwedrennen te Baarlo is
Zondag plotseling een paard uit de renbaan tus
schen het publiek gesprongen. Onder de toe
schouwers ontstond een paniek, waarbij de zes
tien-jarige mejuffrouw P. Munter uit Venlo "n
ernstige schouderfractuur opliep. Zij moest naar
het ziekenhuis te Venlo worden overgebracht.
Een jongen liep ernstige verwondingen aan
het gelaat op, terwijl een dame eveneens licht
gewond werd.
In aansluiting bij ons vorig bericht inzake
den moordaanslag te Hengelo, kan nog worden
medegedeeld, dat de dader thans een volledige
bekentenis heeft afgelegd. Hij verklaarde ech
ter uit noodweer gehandeld te hebben. Hij be
weerde tenminste, dat hij een woordenwisseling
met V. gehad heeft en dat deze hem toen heeft
mishandeld. Eenige sporen van geweld op het
gelaat van de G. wijzen hier wel op. Doch de
politie neemt dit nog niet aan. Uit verschillen
de mededeelingen blijkt, dat V. door enkele per
sonen is nageroepen. Kort daarop trad de G.
uit de groep en trad op V. toe met een geopend
mes. Het meisje van V. trachtte zich tusschen
beide te stellen, doch werd door de G. wegge
duwd. Deze stormde op het zelfde oogenblik op
V. in, die den slag met het mes trachtte te
pareeren, doch dit lukte slechts gedeeltelijk. De
steek werd in den bovenrechterarm opgevangen,
de slagader was doorgesneden.
De toestand van het slachtoffer is thans re
delijk wel. Ongetwijfeld heeft hij het aan het
kranig optreden van den rechercheur van poli
tie G. A. Mollenhorst te danken, dat zijn leven
gespaard is.
Te Arcen heeft een ernstig verkeersongeluk
plaats gehad dat aan het dertienjarig zoontje
van de weduwe Schrei ver aldaar, vermoedelijk
het leven zal kosten.
De jongen zat op een kar, die over den Rijks
weg reed. Door een passeerenden auto schrikte
het paard op, waardoor het knaapje van den
wagen viel. Hij kwam onder de wielen terecht
met het gevolg dat de jongen zeer ernstig ge
wond in het ziekenhuis te Venlo moest worden
opgenomen. Operatief ingrijpen bleek noodzake
lijk. De toestand van den jongen is zeer ern
stig.
Hedenmorgen omstreeks zeven uur brak
brand uit in de fabriek „De Veerschuit" aan
den Wormeringdijk te Wormer, waarvan eige
naar is de heer M. Groot uit Wormerveer.
In deze fabriek werden afvalproducten van
cacaoboonen verwerkt tot veevoeder.
De brand is ontstaan in de benedenverdie
ping van het vier verdiepingen hooge houten ge
bouw, dat gebouwd is om den romp van den
vroegeren molen „De Veerschuit". De brandweer
uit Wormer, geholpen door die uit Wormer
veer, was spoedig ter plaatse en bestreed het
vuur met tien stralen. Het vuur greep snel om
zich heen en weldra sloegen de vlammen uit de
vensters van alle verdiepingen. Aan het behoud
van de fabriek viel niet te denken, zoodat de
brandweer zich in hoofdzaak beperkte tot het
behouden van het aangrenzende pakhuis,
waarin voorraden waren opgeslagen. Om acht
uur was de fabriek tot den grond toe afgebrand.
Het pakhuis kon grootendeels behouden worden.
Alle aanwezige machines zijn verloren gegaan,
terwijl een groote hoeveelheid grondstoffen een
prooi der vlammen werd. De geleden schade, die
door verzekering wordt gedekt, is groot.
De oorzaak van den brand is onbekend.
De burgemeester van Wormer was op het ter
rein van den brand aanwezig.
Hedennacht is brand uitgebroken in de mode
zaak van de firma Sporenberg in de Veestraat
te Helmond, toebehoorende aan den heer Leto-
rijs. De brand die in den winkel was ontstaan,
breidde zich spoedig over de andere verdiepin
gen uit, zoodat de bewoners, die reeds te rus
ten waren gegaan, weldra het gevaar opmerk
ten. Toch konden zij langs de winkelruimte al
niet meer ontkomen en moesten zij langs de
achterzijde, over de binnenplaats een goed heen
komen zoeken. Enkele prachtige Barsois die
daar in hokken zaten, werden bevrijd en gered.
Daar het telefoonkantoor niet te bereiken was,
moest men op het politiebureau de brandweer
waarschuwen. Intusschen brandde het pand
echter totaal uit, waarbij ook nog een groote
waarde aan antiquiteiten verloren ging. De
schade wordt geschat op f 35.000 k f 45.000 en
wordt door verzekering gedekt.
De 51-jarige J. van Os, die zijn intrek heeft
genomen in een onbewoonbaar verklaarde wo
ning aan de Langstraat te Eindhoven, hoorde
Zaterdagnacht gestommel in zijn huis.
De man stond op, doch werd op hetzelfde
oogenblik aangegrepen door twee kerels, die
hem aan handen en voeten bonden en het ge-
heele vertrek overhoop haalden.
Zij maakten een bedrag van tien gulden
buit, waarmee zij verdwenen. De beroofde, een
zonderling mensch, slaagde er in zich te be
vrijden en liep naar de politie.
Een uitgebreid onderzoek werd ingesteld met
het resultaat, dat twee oude bekenden van
de politie, W. G. en B. M., die in een logement
in de buurt wonen en veel bij v. O. in huis
kwamen, werden gearresteerd en ter beschik
king van den Officier van Justitie te Den
Bosch werden gesteld.
De laffe daders lieten hem be
wusteloos achter
Zaterdagavond is op de Havelterbrug tusschen
Meppel en Steenwijk de zeventienjarige zoon
van den ijscofabrikant Hubert uit Meppel, die
met een ijsco-bakfiets uit Steenwijk terugkeer
de, ernstig mishandeld. H. werd bewusteloos ge
slagen en kwam met fiets en al in de sloot te
recht.
Een en ander heeft zich, volgens „De Tele
graaf", qidus toegedragen: De jonge man keer
de in den donkeren avond alleen per bakfiets
naar huis terug. Ongeveer ter hoogte van den
onbewaakten overweg passeerde hij een troep
van naar schatting twintig opgeschoten jon
gens. Een hunner sprong plotseling op hem af
en sloeg hem met een hard voorwerp op het
hoofd. H. kwam daarbij met fiets en al in de
langs den weg loopende droge sloot terecht en
bleef daar bewusteloos liggen. Hij had daar
zeker anderhalf uur gelegen toen er eenige jon
gens uit die streek kwamen, die hem op den
weg brachten en hem vervolgens binnenbrach
ten in de woning van een zekeren Oosterhof,
waar de vrij ernstige hoofdwonden van het
slachtoffer werden verbonden. Door enkele per
sonen is hij daarop een eind in de richting
Meppel gebracht, waar hij 's nachts half ver
suft arriveerde.
De rijksveldwacht uit Steenwijk stelt naar
het gebeurde een onderzoek in, en heeft waar
schijnlijk de daders reeds te pakken. Als ver
dacht van dezen laffen streek werd genoemd
een zekere C., wonende te Onna en werkzaam
op de schoenfabriek te Meppel.
In verband met dezen overval wordt nog
gemeld, dat door dezelfde bende een aanslag
werd gepleegd op een bananenauto van den
heer J. Kok uit Meppel, welke auto met steenen
en andere projectielen werd bekogeld. De in
zittenden van dezen auto liepen hierdoor ver
wondingen op, doch deze waren gelukkig niet
van ernstigen aard.
De heer T. Amoldussen, gemeenteraadslid te
Utrecht reed Zondagmiddag per motorrijwiel in
de richting de Büdt. In de bocht van Beerschoten
is hij door onbekende oorzaak met zijn motor
rijwiel tegen den grond geslagen. Hij kreeg een
ernstige hoofdwonde en is naar de Rijksklinie
ken te Utrecht overgebracht. De duo-rijder de
heer Vresen uit Utrecht, die met een rijwiel
om zijn hoofd achter op het motorrijwiel zat,
kwam met den schrik vrij.
Zondagmorgen ongeveer half tien is te t
Meer, nabij Heerenveen, de 66-jarige J. Koop
man, sigarenhandelaar, wonende te Drachten,
door de tram, komende uit Heerenveen, over
reden en onmiddellijk gedood. Het vreeselijk
verminkte lijk is door de politie in beslag ge
nomen. Den bestuurder treft geen schuld.