Een merkwaardige vrouw
1
DE VALSCHE DEMETRIUS
ES19
BIJ DEN DOOD
BESANT
In den tijd der Smoeta
Annie Wood
Annie Besant
Mevr. Blavatsky vindt
mevr. Besant
Theosophisch schisma (1896)
Krislmamurti
Annie Besant en Rudolf Steiner
Lahshmi Devi, de
„Wereld-moeder"
Een oordeel
Missieactie op Java
Queen Bess
PLECHTIG AFSCHEID VAN
MISSIONARISSEN
GOUDEN KLOOSTERFEESTEN
Bij de Paters Carmelieten
Gouden kloosterfeest
Zilveren priesterfeest
WÊÊmmm
Op Woensdagmiddag 20 September
overleed in haar stichting „Adyar" te
Madras de presidente der Theoso-
phische Vereeniging, mevr. dr. Annie Be-
sant, kort vóór haar zes-en-tachtigsten
verjaardag, die gevierd zou worden op 1
October a.s. Zij stierf in de overtuiging,
dat zij op aarde wederkeeren zou in nieuwe
incarnatie, thans als een Hindoe van een
voudige afkomst, doch die belast zal zijn
met de bekeering der wereld tot de Theo-
sophie. Haar dood was een rustig heengaan.
Deze uiterst merkwaardige vrouw, wier
naam weerklonken heeft in alle beschaafde
landen, bleef tot het einde trouw aan een
godsdienstig-wijsgeerig stelsel, dat door
haar vele volgelingen werd beschouwd als
een gloed-nieuwe, verfrisschende heilsleer,
ofschoon haar bestrijders het beoordeelen
als een der duidelijkste decadentie-teeke-
nen van dezen tijd. Boven twijfel staat, dat
een geweldige suggestie moet uitgegaan
zijn van haar ietwat dubbelzinnige persoon
lijkheid waarin de koele natuur eener ge
goede Engelsche dame zich paarde aan de
metaphysische dweepzucht en verzonken-
heid eener Oostersche. Het raadsel van
haar innerlijk bestaan wordt niet ontcij
ferd door een analyse van de zonderlinge
stellingen, die zij grootendeels pasklaar
overnam van Helena Petrowna Blavatsky,
de stichtster van de theosophische beweging.
Het is uiterst moeilijk, ook maar een vaag
inzicht te krijgen in de zielkundige samen
stelling van haar persoonlijkheid, waarin
oprechtheid en list, exaltatie en bereke
ning, godsvruchtige vervoering en ziekelijke
mythomanie elkander ontmoeten. Haar een
bedriegster te schelden, lijkt ons een al te
eenvoudige strijdwijze. In haar een van de
groote leidsters der volkeren te zien, die al
thans een gedeelte der deerlijk verminkte
waarheid in eere herstelt na een eeuw van
het meest grove materialisme, schijnt noch
tans onvoorzichtig.
De zielkundige krachten en tegenkrach
ten van haar uiterst gecompliceerde na
tuur hebben schijnbaar een zekere rust
gevonden bij de theosophie, maar geduren
de geheel haar leven worstelde in haar een
typisch-Westersche dadendrang, die haar
gedurig dreef tot nieuwe vormen van rus-
telooze actie. Zij is het, die plotseling, in
1910, het optreden van Jidu Krishnamurti
pousseert en de propagandiste wordt van
dezen nieuwen wereldleeraar, wiens aan
hangers in ons eigen vaderland een zekere
rol zullen spelen, wanneer zij te Arn
hem, en later in het „Ster"-kamp te Ommen
hun internationale bijeenkomsten organi-
seeren. Ook voor de Nederlandsche geestes
geschiedenis van den nieuweren tijd is de
figuur van Annie Besant dus niet geheel
zonder beteekenis.
zij deel aan de „Fabian-actie", doch ook
deze beweging bevredigde haar niet.
Van nature neigend naar het spiritueele,
met een duidelijken trek naar mythoma
nie, kon zij geen gemoedsrust vinden bij het
wetenschappelijk materialisme, dat opgeld
deed in die dagen. Zij zocht evenwicht en
rust voor haar gemoed, eerst bij het spiri
tisme, vervolgens bij verscheiden mysticis-
tische- en piëtistische stelsels, eindelijk bij
de theosophie, die in Engeland gepropa
geerd werd door Helena Blavatsky.
Deze mevrouw Blavatsky, geboren von
Hahn-Rottenstern, meende in Thibet de
bronnen eener nieuwe Godskennis te heb
ben ontdekt en stichtte in 1875, tezamen
met den oud-kolonel mr. Henry Olcott de
„Theosophische Vereeniging". In 1878
stichtte zij een afdeeling dezer vereeniging
in Engeland. Daarna bewerkte zij Engelsch-
Indië, waar de theosophie spoedig vasten
voet kreeg. De hoofdzetel werd gesticht te
Adyar bij Madras. In 1887 begon mevrouw
Blavatsky een propaganda-tocht door het
Westen en bij deze gelegenheid was het,
dat zij mevrouw Besant ontmoette.
Het verhaal dier ontmoeting, zoowel als
de briefwisseling tusschen de Duitsch-Rus-
sische theosophe en de Engelsche mysti-
ciste dragen duidelijk het kenmerk eener
geestelijke exaltatie. De omgangstoon der
beide dames wekt bij een nuchter beoor-
deelaar eerder lachlust dan eerbied. Met
argumenten als'driftbuien verweet Blavats
ky aan Besant haar hoogmoed, haar
heerschzucht, haar onverzettelijkheid, ter
wijl ze anderzijds haar buitengewone be
gaafdheid en haar aanleg voor het boven
natuurlijke uitermate prees. Zij wilde de
merkwaardige dame winnen voor de Theo
sophische vereeniging, doch deze gaf zich
niet voetstoots over.
Na eenige onderhandelingen echter, sloot
mevrouw Besant zich aan en weldra was
zij een der invloedrijkste propagandisten
van de beweging. Haar rusteloos gestel
dwong haar letterlijk tot activiteit. Maar
van nature eischte zij erkenning. Zij re
kende er dan ook vast op, mevrouw Bla
vatsky te zullen opvolgen als presidente.
Toen in 1891, bij 't overlijden van mevrouw
Blavatsky de vacature ontstond, vond Annie
Besant echter een ernstigen mededinger in
den waarnemenden voorzitter der Ameri-
kaansche afdeeling, den heer William
Judge, die inderdaad in 1895, na vier jaar
van getwist om deze waardigheid, tot voor
zitter gekozen werd. Hij stierf nog in het
zelfde jaar.
Thans moest en zou Annie Besant voor
zitster worden. Maar wederom kreeg zij
feilen tegenstand uit Amerika, waar Ka
tharine Tingley de geliefkoosde candidate
was. Mevrouw Besant met haren aanhang
bewerkten de Engelsche en de Oostersche
afdeelingen. De uitslag der verkiezingen
waseen definitieve scheuring der Theo
sophische Vereeniging, die onder dezen
naam voortbestond met Adyar als hoofd
zetel en Annie Besant als presidente. Daar
naast ontwikkelde zich echter de „Univer-
seele Broederschap en Theosophisch Ge
nootschap" met Point-Loma in Califomië
als hoofdzetel en Katharine Tingley als
voorzitster. Dit genootschap heeft nimmer
Annie Besant erkend. Een verzoeningspo
ging, aangewend na den dood van Katha
rine Tingley (1929), had niet het ge-
wenschte resultaat. De afscheuring prik
kelde den toch reeds ongebreidelden pro-
pagandalust van Annie Besant, zij stelde
er een eer in, het „Genootschap" te over
vleugelen, wat haar al spoedig gelukte. Door
tallooze spreekbeurten te vervullen in de
gansche beschaafde wereld, door overal bij
dragen en artikelen te leveren, door op alle
denkbare wijze de aandacht op zichzelf en
op haar ideaal te vestigen, kreeg zij een
immer stijgenden aanhang. Daarenboven
mengde zij zich in de staatkundige verhou
dingen. Zij verlegde het zwaartepunt harer
werkdadigheid naar het Oosten en bepleitte
zelfbestuur voor de Hindoes, wat haar En
gelsche sympathieën kostte, maar zeker
evenveel Oosterschen aanhang bijbracht.
Tijdens den wereldoorlog, in 1917, werd zij
zelfs door de Engelsche Regeering geïnter
neerd. Sedert dien verkondigt zij de stel
ling, dat „Indië met Engeland verbonden is
op Gods verlangen, teneinde de geestelijke
vereeniging van het Oosten en het Westen
te bewerkstelligen in het belang der
gansche wereld."
Krishnamurti en Leadbeater
Tot het hoogste aanzien wist zij haar be
weging te brengen door de „ontdekking"
van Jidu Krishna Murti, den zoon van
een Indisch ambtenaar in Engelschen
dienst te Madras, dien zij aan haar vol
gelingen voorstelde als een nieuwen wereld-
Haar eigenlijke naam is Annie Wood,
geboren te Londen, op 1 October 1847, als
dochter van William P. Wood. Als kind
verloor ze haar ouders. Ze werd opgevoed
door een tante, geheel in den geest der
orthodoxie van de Engelsche „High
Church". In haar jeugdige belangstelling
had de religie een bijzonder groote plaats.
Zij droomde van een hoog ideaal, dat zij
bereiken zou als verkondigster van een we
reldgodsdienst, die alle bestaande leerstel
lingen verzoenen zou in een samenvattend
verband. Haar huwelijk, op twintig jarigen
leeftijd aangegaan met den Anglicaanschen
predikant ds. Frank Besant, schijnt haar
geen geluk te hebben gebracht. Ze liet zich
scheiden in 1873, toen dit in Engelsche
kringen nog een uitzondering was, maar
noemde zich in den vervolge altijd naar
haar echtgenoot: Annie Besant. Reeds ja
ren koesterde zij twijfel aan de orthodoxie
der Engelsche Kerk. Inmiddels waren haar
particuliere levensomstandigheden zeer
versomberd. Na haar echtscheiding verloor
zij elke bron van inkomsten, en moest als
naaister den kost verdienen. In 1874 sloot
Zij zich aan bij de fel atheïstische beweging
van Charles Brandlaugh, die het socialisme
voorstond en de bestrijding van den gods
dienst beschouwde als een noodzakelijk
onderdeel der propaganda. Mevrouw Besant
trad in deze beweging dadelijk als propa
gandiste op den voorgrond en pleitte o.a.
voor de rechten van de vrouw, die in dezen
tijd, onmiddellijk voorafgaand aan de z.g.
„suffragetten"-periode, algemeen werden
omstreden in Engeland. Als socialiste nam
De geschiedenis verhaalt van een zekeren
Gaumatus, die ruim vier en twintig
eeuwen geleden een gevaarlijken opstand
in het Perzische rijk wist te verwekken door,
gebruik makende van een opvallende gelijke
nis, zich uit te geven voor den op last van
zijn broer, koning Cambysus, vermoorden
Smerdis. Ook in latere tijden leest men dik
wijls van zulke gebeurtenissen. Wanneer een
vorstelijk persoon op een min of meer ge
heimzinnige wijze het leven verliest, doen zich
soms na verloop van tijd gelukzoekers op, die
verzekeren, de vermiste te zijn en veel aan
hangers vinden. Sommigen daarvan worden
spoedig ontmaskerd; anderen echter hebben
door allerlei bijkomende omstandigheden in het
begin veel succes, maar met allen loopt het
tenslotte ongelukkig af.
Een voorbeeld daarvan levert de geschiede
nis van den „valschen Demetrius", die in het
begin der zeventiende eeuw heel Rusland in
opschudding bracht.
In 1584 was na een vijftigjarige regeering
czaar Iwan IV gestorven. Hij heeft den treu-
rigen bijnaam „den Verschrikkelijken" gekregen
en met recht, want bij hem vergeleken zijn de
beruchtste Romeinsche keizers nog zachtmoe
dige vorsten. Geheel anders was zijn zoon en
opvolger Feodoor, een goedaardig, maar on
beduidend man, zwak naar lichaam en geest.
Hij was niet in staat te regeeren en liet daar
om het bestuur heelemaal over aan zijn zwa
ger Boris Godoenof, den broer van zijn gema
lin Irene.
Aan Boris was de regeering best toever
trouwd, want hij was een bekwaam en krach
tig regent. Maar hij was ook eerzuchtig en
wilde voor goed in het bezit zijn van de onbe
perkte macht. Nu bezat hij die wel zoolang
Feodoor leefde, naar het was te voorzien, dat
de czaar spoedig sterven zou. En dan zou het
met Boris' rijk weldra gedaan zijn, want Feo
door had een broer, Demetrius of Dmitri ge-
heeten, die zijn aangewezen opvolger was. Deze
woonde ver van het hof te Oeglitsch, waarheen
hij door Godoenof verbannen was en was diens
doodsvijand. Meermalen had hij verklaard, dat
hij, als hij maar eenmaal czaar was, den re
gent zou laten ter dood brengen. Boris wist
dus, dat hij van hem niet veel goeds te wach
ten had en besloot daarom hem voor te zijn.
Hy liet Demetrius vermoorden en daarna be
kend maken, dat de prins, die aan vallende
ziekte leed, in een aanval van waanzin de
hand aan zich zelf geslagen had. Dit gebeurde
in Mei 1591. Het lijk van den vermoorde werd
met vorstelijke pracht begraven en eenigen
tijd daarna wist Baris den czaar over te ha
len een testament te maken, waarin hij zijn
gemalin Irene tot zijn opvolgster benoemde.
Den 7en Januari 1598 overleed Feodoor; hij
was de laatste keizer uit het huis Rurik, dat
meer dan zeven eeuwen had geregeerd. On
middellijk na zijn dood riep Boris de bojaren
bijeen en eischte van hen, dat ze zijn zuster
zouden huldigen. De bojaren waren daart09
bereid, maar Irene, die besloten had in een
klooster te gaan, weigerde de regeering te aan
vaarden. Bovendien verzette zij zich tegen het
testament, dat alleen door den invloed van
haar broer tot stand gekomen was en ver
langde, dat de raad der bojaren zich met de
regeering zou belasten tot de rijksdag een nieu
wen czaar gekozen had.
Boris had echter door zijn aanhangers het
volk laten bewerken en dit eischte thans, dat
hij Feodoors opvolger zou zijn. E endeputatie.
door den patriarch aangevoerd, verzocht hem
de kroon aan te nemen. Godoenof wilde na
tuurlijk niets liever, maar hij begreep ook, dat
door te weigeren de aandrang van het volk
des te sterker zou worden. Hij toonde zich
dus zeer vereerd door dit bewijs van vertrou
wen, maar verklaarde beslist, dat hij nooit
de kroon zou aannemen. Hetzelfde verklaarde
hij, toen de rijksdag, die kort daarna bijeen
kwam, hem de keizerlijke waardigheid aan
bood. Eers; toen de rijksgrooten met den pa
triarch aan het hoofd en vergezeld door een
ontelbare volksmenigte naar zijn paleis trok
ken en hem smeekten, toch aan het algemeen
verlangen te voldoen, liet Boris zich vermur
wen ën riep uit: „Heer, geheiligd zij Uw wil!
Leid mij in het rechte spoor en treed met
Uwen knecht niet in 't gericht!"
Het einde der comedie was dus, dat Boris
Godoenof keizer werd. 't Moet echter worden
gezegd, dat hij zijn best deed, goed te regee
ren. Hij zorgde, dat de wet gehandhaafd werd,
hield den overmoedigen adel in toom, bevor
derde de welvaart en trachtte onder zijn ruwe
onderdanen eenige beschaving te brengen. De
eerste jaren van zijn regeering waren dan ook
voor Rusland een tijd, zooals het land lang
niet meer gekend had. Toch wist Boris zich
niet bemind te maken. De geestdrift, waarmee
men hem als keizer ontvangen had, was spoe
dig verdwenen. De strengheid, waarmee hij zijn
hervormingen invoerde, verschafte hem veel
vijanden, zoowel bij den adel als bij het volk.
De dwingelandij van Iwan den Verschrikkelijken
hadden de Russeh met geduld verdragen, om
dat ze hem als den afstammeling van het
oude vorstengeslacht en Gods plaatsvervanger
beschouwden. Boris echter was een indringer,
die zich door list en geweld van de kroon
had meester gemaakt. En wat het volk hem
nooit vergaf, was de moord op den wettigen
keizer. Want, hoewel Boris door getuigen had
laten verklaren, dat Demetrius zich zelf om
het leven had gebracht, sloeg niemand daar
aan geloof, temeer niet, daar de personen, die
verdacht werden den moord te hebben uitge
voerd, door den keizer rijk beloond werden.
Zoo was Boris Godoenof ondanks al zijn
goede hoedanigheden als regent algemeen ge
haat en van die stemming onder het volk
hoopte een jong avonturier partij te trekken
om tot den troon te komen.
Onder den naam Grischka Otrepief was hij
bjj den Iittauschen edelman Wiszniewcki
in dienst getreden; wie hij eigenlijk was sn
waar hij vandaan kwam wist men niet en is
nog altijd onbekend. Opeens kwam hij voor
den dag met de bewering, dat hij de doodge
waande Demetrius was. Nu moet men weten,
dat kort na den moord het gerucht zich ver
spreid had, dat de prins nog tijdig had weten
te ontsnappen en dat in zijn plaats een ander
gedood en begraven was. Sedert waren eenige
jaren verloopen zonder dat men nog iets van
Demetrius gehoord had; niemand twijfelde
meer aan zijn dood en nu opeens het bericht,
dat de prins nog in leven was! Wat Grischka
leeraar. Deze weeke, eenigermate merg-
looze persoonlijkheid, die gestyleerde ge
meenplaatsen verspreidt over het konink
rijk van het geluk, hetwelk gelegen is in
zelfbezit door zelfverloochening, werd door
haar als zoon geadopteerd en ter opvoeding
toevertrouwd aan den veelbesproken bis
schop Leadbeater, een der meest duistere
figuren uit de geschiedenis der Theosophie.
Reeds vroeger had deze Vrij-Katholieke
Bisschop een belangrijke functie bekleed
als directeur der theosophische jongelin
gen-school te Adyar, maar zijn opvoedkun
dige practijken strookten niet met de ze
delijkheid en werden door Annie Besant
gekenschetst als „aardsch, zinnelijk en
duivelsch". In 1905 was Leadbeater op
grond hiervan geroyeerd als lid der Theo
sofische Vereeniging.
Het was dus, op zijn zachtst gezegd, niet
tactisch van Annie Besant, dezen man te
belasten met de opvoeding van haar Gods
gezant en het heeft zeker aan diens repu
tatie geschaad. Zij maakte er zich vijan
den door, doch haar hardnekkige propa
ganda wierf gedurig nieuwe leden en al
lengs steeg Krishnamurti in aanzien. Diens
vader deed Annie Besant een proces aan
wegens de wijze, waarop zij beschikte over
zijn zoon, maar de „witte dame" werd vrij
gesproken.
Krishnamurti wordt niet aangediend
als Messias, doch hij is degene, die de
tweede komst van den Messias moet voor
bereiden. Als zoodanig is hij voorzitter der
„Orde van de Ster in het Oosten", die haar
drie centra heeft te Ommen in Nederland,
te Ad jar in Indië en te Ojai in Calif or-
nië. Op 13 Juni 1926 werd hij officieel als
Godsgezant erkend en uitgeroepen tot
voorzitter der Internationale Bijeenkomsten
van de Orde. Zijn leer verzet zich tegen alle
dogmatiek en eeredienst. Hij streeft er
slechts naar „het goddelijke in den
mensch" te bevrijden. Naarmate hij meer
de leiding nam, geraakte Annie Besant op
den achtergrond.
Een belangrijke scheuring in de Theoso
phische Vereeniging veroorzaakte de wijs
geer Rudolf Steiner, die sedert 1902 ge
heim onderricht had genoten van Annie
Besant, en die origineele inzichten over de
beteekenis en de geschiedenis der wijsbe
geerte verspreidde. Hij was ongetwijfeld de
best-onderlegde en meest oorspronkelijke
geest van het heterogene gezelschap der
theosophen-leiders, maar juist zijn oor
spronkelijkheid bracht hem in conflict met
de Vereeniging. In 1912 waagde hij op de
algemeene theosophen-bijeenkomst te Adyar
een poging om Annie Besant van den troon
te stooten en zelf de leiding der beweging
in handen te nemen. Die poging mislukte.
Toen scheidden Steiner en zijn aanhangers
zich af. In 1913 stichtten zij het „Anthro-
posophisch Genootschap". Steiner stierf in
1925.
In Juni 1928 deed Annie Besant nog een
maal van zich spreken door de instelling
van een cultus ter eere van Lakshmi-Devi,
de Wereld-Moeder, het vrouwelijk beginsel
in de Heilige Drievuldigheid, die op aarde
vertelde van zijn redding, zijn vlucht en zijn
verdere lotgevallen klonk zóó waarschijnlijk,
dat Wiszniewecki het geloofde en zijn dienaar
vorstelijke eer bewees. Ook Wiszniewecki's
schoonvader, de woiwode van Sendomir, hul
digde den jongen Demetrius en beschouwde
het als een groote eer, dat de aanstaande czaar
zich met zijn dochter verloofde. Hij reisde nu
met zijn toekomstigen schoonzoon naar het
Poolsche hof en stelde hem daar voor aan
koning Jan Sigismond, die hem eveneens met
veel onderscheiding behandelde. Over gebrek
aan belangstelling behoefde de prins dus niet
te klagen.
De Poolsche koning geloofde misschien van
de heele geschiedenis geen woord, maar de
gelegenheid om den ouden vijand door een bur
geroorlog te verzwakken was te schoon om er
geen gebruik van te maken. Nog niet lang
geleden had hij met Boris een wapenstilstand
gesloten. Hij kon dien natuurlijk zoo maar niet
verbreken, maar hij kon evenmin de Poolsche
edelen beletten zich vrijwillig bij Demetrius
aan te sluiten. Weldra beschikte deze nu, dank
den geheimen maar krachtigen steun van Jan
Sigismond, over een leger van vijfduizend man,
waarmee hü in October 1604 de Russische grens
overtrok.
Het bericht, dat Demetrius, de laatste af
stammeling van het aloude vorstengeslacht,
nog leefde en teruggekeerd was om van den
troon zijner vaderen bezit te nemen, verbreid
de zich met ongelooflijke snelheid door het
geheele rijk. Van het begin af was het geluk
met den stoutmoedigen avonturier. Nauwelijks
bevond hij zich op Russisch grondgebied, of
eenige ontevreden regimenten Donsche kozak
ken vereenigden zich met hem. Vele aanzien
lijke edelen verklaarden zich voor hem; vele
steden openden hem vrijwillig hare poorten
en de tegen hem afgezonden troepen werden
verslagen ot' liepen tot den nieuwen czaar
over. Een oogenblik scheen de kans te zullen
keeren, toen hij tegen een nieuw en veel ster
ker leger een zware nederlaag leed. Hij verloor
toen zóó allen moed, dat hij naar Polen wilde
terugkeeren, maar zijn aanhangers, die door
hun opstand hun leven verbeurd hadden en
nu geen andere keus hadden dan te stervan
of te overwinnen beletten dit en dwongen hem
den strijd voort te zetten. En nu gebeurde er
iets, dat voor Demetrius uitkomst bracht: den
13en April 1605 overleed plotseling Boris Go
doenof, waarschijnlijk door vergif. Zijn zes
tienjarige zoon Feodoor werd nu door de öe-
jaren als czaar uitgeroepen.
De jonge keizer benoemde Basmanof, een
bekwaam veldheer, in wien hij alle vertrou
wen stelde, tot opperbevelhebber van het ie-
ger. „Dien mij, zooals ge mijn vader gediend
heeft," zei hij tot hem. Basmanof beloofde
het met een duren eed, maar nauwelijks stond
hij aan het hoofd der troepen of hij verklaar
de zich voor Demetrius en liep met het heele
leger tot hem over. Deze trok nu tegen Mos
kou op. Bij het bericht, dat hij in aantocht
was, kwam het volk in opstand en eischte, dat
Demetrius als keizer zou worden gehuldigd. De
patriarch, die de rust trachtte te herstellen,
werd afgezet; Feodoor, zijn moeder en zijn
zuster werden in de gevangenis opgesloten.
Kort daarna trok Demetrius zegevierend de
hoofdstad binnen, waar hij in Juli 1605 door
adel en volk met veel plechtigheid als de zoon
van Iwana IV tot czaar werd uitgeroepen.
De stoute, in het begin dolzinnig schijnende
onderneming was dus gelukt. De kort te voren
nog onbekende Grischka Otrepief was thans
keizer van Rusland. Om zich te ontdoen van
vijanden, die 't hem later lastig konden maken,
liet hij Feodoor, zijn moeder en zuster en andere
vertegenwoordigd wordt door Shrimati-
Rukhinsi Arundale, echtgenoote van George
Arundale, bisschop der vrij-katholieke kerk.
De feestdag der Wereld-moeder moest ge
vierd worden op 25 Maart. De vormen van
dezen cultus, zoowel als de tekst der lof
liederen ter eere van Lakshmi-Devi schij
nen sterk geïnspireerd op de Roomsch-
Katholieke Maria-vereering.
Het karakter der overleden presidente van
de Theosophische Vereeniging is, naar wij
reeds vaststelden, zeer moeilijk objectief
te schetsen. Een spontane edelmoedigheid
vertoonde het zeker, evenals een groote
natuurlijke begaafdheid, die de leidster
vooral als spreekster, schrijfster en orga
nisatrice aan den dag legde. Hier tegenover
staan echter een onmiskenbare heersch
zucht, die kon uitgroeien tot verbeten kop
pigheid, een buitengewoon egocentrische en
weinig logische denkwijze, een neiging naar
de exaltatie, een uitbundigheid in het be
oordeelen van personen en toestanden, kort
om een allesbeheerschend gebrek aan gees
telijk evenwicht en innerlijke rust. Deze
vrouw is niet zonder beteekenis geweest
voor de moderne geschiedenis. Zelfs in
zuiver politiek opzicht heeft zij als Indisch
congres-leidster een rol gespeeld, waarme
de de Engelsche expansiezucht rekening
houden moest. Zij heeft een socialen en
politieken sfrijd gevoerd, die de sympathie
ke kanten van haar persoonlijkheid ver
scheidene malen duidelijk naar voren
bracht. Daarentegen vertoonde zij, vooral
in haar quasi-theologische speculaties haar
groote zwakheden. Haar gecompliceerde
natuur is niet met een simpel vonnis te
veroordeelen, haar karaktergebreken zijn
echter evident en haar gansche optreden is
gekenmerkt door eigenschappen, die haar
geringe objectieve betrouwbaarheid aantoo-
nen. Begaafde organisatrice, was zij een
zwakke denkster. Haar kracht lag in haar
temperament. Ook haar religie is in hoofd
zaak een bewogenheid van het vrouwelijk
gevoel, dat zij al te lichtvaardig vereenzel
vigde met intuïtie, ja met bovennatuurlijke
ingeving. Voor wat haar leer betreft, ver
wijzen wij naar het uitstekende boek van
Prof. J. Verhaar: „De Moderne Theosophi
sche Beweging", dat in 1931 bij Paul Brand
te Hilversum verscheen.
De beweging, door Helena Blavatsky ont
ketend, is door Annie Besant eenerzijds om -
hooggestuwd, anderzijds echter versplinterd.
Haar syncretisme heeft de toch reeds vage
theosophie nog vager gemaakt. De syn
these van Oost en West, die zij nastreef
de, is niet bereikt en lijkt in dezen vorm
ook onbereikbaar. Zij heeft een groot ta
lent en een vurig temperament in dienst
gesteld van een hersenschim.
W. A—s.
Naar wij uit kringen der Kruisheeren te St.
Agatha vernemen, bestaat er bij de Indische
Katholieke Partij het plan om op een verlaten
onderneming bij Bandoeng een voorkolonie te
stichten.
gevangenen ter dood brengen. Hij begon nu te
regeeren en toonde daarbij veel beleid en voerde
allerlei verbeteringen in. Maar zijn begunsti
ging van vreemdelingen, vooral van de Poolsche
edelen, die hem op den troon geholpen hadden,
werd zijn ongeluk. Demetrius stoorde zich niet
aan de gebruiken der Russen en evenmin aan
de voorschriften der Russische Kerk. Zijn hof
werd op Poolsche wijze ingericht; de Russische
edelen werden achtergesteld en men verdacht
hem zelfs, dat hij zich aan den Paus wilde
onderwerpen. Dat alles veroorzaakte veel onte
vredenheid en verbittering, niet alleen bij adel
en geestelijkheid maar ook bij het volk, dat aan
de oude gebruiken zeer gehecht was. Men be
gon nu ook hoe langer hoe meer te twijfelen aan
de waarheid van zijn vroegere verhalen. Hij
geleek immers in geen enkel opzicht op de vorige
keizers uit het huis van Rurik!
Aan het volksgeloof, dat hij de zoon van Iwan
was, had Demetrius zijn verheffing te danken.
Nu dat geloof geschokt werd, nu men hem
steeds meer begon te beschouwen als een
Poolsch gelukzoeker, was er niet veel noodig om
hem ten val te brengen. Demetrius meende
echter, dat hij niets te vreezen had. Hij rekende
op zijn sterke, uit Polen samengestelde lijf
wacht, die zonder moeite elke poging tot op
stand zou onderdrukken. Toen nu een samen
zwering tegen hem ontdekt werd, liet hij ille
schuldigen ter dood brengen. Alleen een zekere
Wasili Sjoeiski, een voornaam edelman, vroeger
een der trouwste aanhangers van Boris
Godoenof (men hield hem voor den moordenaar
van den echten Demetrius) kreeg op het uiterste
oogenblik genade.
Misschien had de czaar gemeend op zoo'n
manier een vijand tot vriend te maken. Maar
dan vergiste hij zich, want Wasili Sjoeiski be
loonde zijn edelmoedgheid al heel slecht. Vaster
dan ooit was hij besloten aan Demetrius' macht
een einde te maken. Hij besloot snel en krach
tig te handelen. Nauwelijks was hij weer in vrij
heid gesteld, of hij wapende zijn lijfeigenen,
verzamelde een menigte gespuis en trok in den
vroegen morgen van den 18enMei 1606 aan het
hoofd van een groote bende naar het keizerlijk
paleis. Demetrius, die op dat oogenblik niet het
minst aan zulk een aanval dacht, had geen tijd
zijn lfjfwachts te hulp te roepen en werd door
de opstandelingen vermoord. Daarna keerde de
woede van het gepeupel zich tegen de Polen en
de andere vreemdelingen; ongeveer twee duizcr.d
zouden dienzelfden dag om het leven zijn ge
bracht.
Demetrius' rijk had dus niet lang geduurd.
Nog geen vol jaar had hij geregeerd. Het volk.
dat hem eens met gejuich ontvangen had, droeg
thans zijn moordenaar de kroon op. Als Was:li
III aanvaardde deze de regeering, waarvan hij
echter weinig genoegen zou hebben. Want hij
miste de bekwaamheid om het uitgestrekte
rijk te besturen en zijn regeering was een tijd
van onbeschrijfelijke verwarring. Opnieuw gaven
zich eenige bedriegers uit voor den aan zijn
moordenaars ontsnapten Demetrius en vonden
telkens steun bij Polen en bij vele ontevredenen
en lichtgeloovigen. De ontevredenheid tegen den
czaar werd eindelijk zóó groot, dat in 1610 te
Moskou een opstand uitbrak, waardoor Wasili
gedwongen werd afstand te doen van den troon
en in een klooster een schuilplaats te zoeken.
Voor Rusland werd de toestand nu nog treu
riger. Regeeringloosheid, oorlog, opstand,
pest en hongersnood teisterden het ongeluk
kige land. Die toestand duurde tot 1613. toen
Michael Romanof tot keizer gekozen werd en
er in slaagde, zijn gezag in het geheele rijk
te doen erkennen. Met hem (den eersten czaar
uit het huis Romanof) braken voor Rusland
betere dagen aan.
J. T,
Vierhonderd jaren geleden op 7 Sep
tember 1533 werd in het paleis te
Greenwich het kind geboren, dat ko
ningin van Engeland zou worden. Haar ge
boorte is een probleem gebleven; haar leven
als mensch en als vrouw is een probleem ge
bleven. Patriotten hebben nooit ernstig ge
poogd of ernstig gewenschi erin door te
dringen.
Want wat „Queen Bess" ook geweest moge
zijn, zij is de grootste.koning, dien Engeland
ooit gehad heeft.
Als mensch verdient zij soms onze verach
ting, vaker ons medelijden en zelden onze
waardeering; als koning en als staatsman ver
dient zij onze bewondering.
Het Engeland, waarover zij het bewind aan
vaardde, was een kleine mogendheid, vergele
ken bij het oppermachtige Spanje, of zelfs bij
Frankrijk dat zich opmaakte den Castilianen
de hegemonie in Europa te ontrukken. In het
Rijk van Karei V en Filips H „ging de zon
nimmer onder Het Rijk van koningin Elisa
beth was een klein eiland Engeland
waar de zon vaak in het geheel niet opging.
Zijn vijf millioen inwoners waren verarmd door
burgerstrijd en verdeeld door godsdiensthaat.
Engeland was rijp om de prooi te worden van
Spaansche of Fransche veroveringszucht.
Een nieuwe wereld was ontdekt, een nieuw
tijdvak in de geschiedenis van het menschdom
aangebroken In zulk een tijd gaan naties ten
onder, of zij stijgen omhoog to", de hoogste top
pen van macht en aanzien
Nogmaals: wat „Queen Bess" ook geweest
moge zijn, zij was een groot koning. Zij be
greep haar tijd, en beantwoordde aan zijn
eischen. Zij voerde het Engelsche volk. dat nog
met zijn gelaat naar de middeleeuwen gekeerd
stond, en conservatiever-middeleeuwsch scheen
te worden, naarmate het fanatieker-protes-
tant werd, den nieuwen tijd tegemoet. Zij be
zielde het met den wil een groote natie te
worden.
Zij schiep de eenheid van denken en streven,
de onwankelbare nationale solidariteit, welke
Engeland vier eeuwen lang alle wereldstormen
zou doen trotseeren.
Zij wekte de liefde op voor de zee en voor
verre, onontgonnen kusten een liefde die de
Engelsche macht, de Engelsche talM en de En
gelsche beschaving in de vijf werelddeelen en
op de zeven wereldzeeën zou vestigen.
Zij stichtte de Britsche vloot.
Zij kondigde het poLtieke beginsel af, dat
na vier eeuwen nog steeds Engelands Europee-
sche staatkunde beheerscht, en volgens het
welk Engeland niet dulden mag dat een groote
mogendheid zich nestelt aan de kusten van
Nederland en Vlaanderen.
Zij bracht het beginsel in toepassing toen
haar vloot met die der Hollanders de Spaan
sche armada versloeg.
Meer dan twee eeuwen later maakte Na
poleon België en Nederland tot een Fransch
wingewest. Engeland ging den strijd op leven
en dood met Frankrijk aan, enoverwon.
Nog een eeuw later vielen Duitschlands le
gers België binnen om op te rukken naar de
kust. Engeland geregeerd door pacifisten
verklaarde den oorlog aan Duitschland dat het
nog nimmer als vijand tegenover zich gezien
had, enoverwon.
Koningin Elisabeth stuurde zeevaarders uit
naar de nieuw ontdekte kusten in het Westen
en naar de zeeën van het Verrre Oosten. De
grondslagen van het Britsche wereldrijk wer
den gelegd.
Toen zij stierf stond Engeland vooraan in
de rij van Europa's grootste mogendheden.
Welmeenende opvolgers hebben vruchteloos
gepoogd haar werk te verbeteren;' slechte op
volgers hebben vruchteloos gepoogd het te
vernietigen.
Thans, vierhonderd jaren na haar geboorte,
is de wereld opnieuw oud geworden. Gelijk toen
heerscht er een machtige drang naar vernieu
wing. Oude beginselen, oude leuzen, oude me
thodes hebben afgedaan. Velen, in vele landen,
zijn zich niet ervan bewust. Engeland is groot
geworden doordat koningin Elizabeth en haar
paladijnen, den rug naar het verleden ge
keerd, het volk den weg wezen naar een toen
door weinigen begrepen toekomst. Zij hadden
den moed de onzekerheid dier toekomst te
tarten, en vertrouwen in nun overwinning.
Zullen de Engelschen van heden denzelfden
moed en hetzelfde vertrouwen toonen?
Op Woensdag 27 Sept. as. zal in de kerk van
den H.H. Nicolaus en Gezellen, Raamstraat,
Delft, het plechtig afscheid plaats hebben van
dertien Minderbroeders-missionarissen, die res
pectievelijk naar China, Brazilië, Noorwegen en
Java vertrekken. De plechtige H. Mis begint
om half negen, waarna de waarnemende Pro
vinciaal, de HoogEerw. Pater Hazebroek, de
zendingEbrieven aan de missionarissen uitreikt.
Naar wij vernemen zullen Pater Adr. Peters,
prior van het Carmelietenklooster te Boxmeer
en Pater Lamb. Smeets, oud-provinciaal der
Carmelieten, thans Rector van het Gymnasium
te Zenderen (Prov. Overijsel) op Maandag 2
October a,s. hun gouden kloosterfeest vieren.
Zuster Maria Clara, van de Ursulinen, af
komstig uit Heijen (L.), sinds 1885 in de Ned.-
Indische missie werkzaam, herdacht haar gou
den kloosterfeest.
De Zeereerw. heer J. Reesink, directeur van
het St. Joseph-Missiehuis te Roosendaal, her
dacht zijn zilveren priesterfeest. Wegens fa
milieomstandigheden geschiedde de herdenking
in allen eenvoud.
Si <-