v. d. Lubbe speelt stommetje Rienus had 'n goed karakter Het nieuws van heden VOOR DE AARDIGHEID EEN KOST JUFFROUW VERTELT DE BAROMETER VEREEN IG DE KATHOLIEKE PERS WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1933 BUREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling DACBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 ZES EN VIJFTIGSTE JAARCANC No. 18489 Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 d.; ingez. mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek w Volgens den deskundigezwijgt hij bewust, omdat hij dit het beste acht Afgewezen vragen van Dimitrof Bij het Raadhuis In het Slot Dr. Schuetz geraadpleegd Het Weeri VAN DER LUBBE VOOR DE RECHTERTAFEL r Overstroomingsellende in China 50.000 dooden, millioen menschen lijden honger „Ik heb Rinus van der Lubbe leeren kennen als een werkloozen arbei dersjongen" Een simulant of een idioot De Oppercommissaris der Zuid-Afri- kaansche Unie De Water is gekozen tot voorzitter der Volkenbondsvergade ring Oud-str i j der s-congr es te Genève Een motie tegen Duitschiand Beroep op grootgrond bezitters Om vrijwillig land af te staan voor kolonisatie-doeleinden Zwaar weer boven Frankrijk Zijdie zich tegen 1 October op ons blad abonneerenontvan gen de tot dien datum verschij nende nummers gratis. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN Gevangenisoproeren Hoe elf Mexicaansche gevangenen uitbraken Nachtelijke vechtpartij te Dublin Betooging tegen De Valera Een onware bewering WERKLOOSHEID IN CANADA NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ft LEIPZIG, 26 Sept. Bij het verdere ver hoor van Van der Lubbe inzake de brandstich ting in het Raadhuis en het Slot vraagt de PRESIDENT den beklaagde of hij niet zeggen kan, wanneer de gedachte bij hem is opgekomen de brandstichting ten uitvoer te brengen. BEKLAAGDE: Zaterdag 25 Februari). PRESIDENT: Dus Zaterdag in een laat avond uur. Is de gedachte niet reeds Woensdag bij het gesprek voor het steunbureau Neukoeln bij U opgekomen? BEKLAAGDE: Neen. PRESIDENT: Woensdag werd toch voor het steunbureau in uw tegenwoordigheid gezegd, dat men de openbare gebouwen in brand moest steken. Bent u toen niet op de gedachte ge komen? BEKLAAGDE: Neen. De president vraagt of hij bij het gesprek voor het stembureau ook gezegd heeft, dat openbare gebouwen in brand moeten worden gestoken. BEKLAAGDE: Neen. PRESIDENT: U hebt nadien lucifers en vuurmakers gekocht, dat herinnert u zich toch nog wel? BEKLAAGDE: Ja. PRESIDENT: U hebt vroeger gezegd, dat u van de Alexandrienstrasse in de richting van den Hermannplatz bent gegaan. U hebt toen in de Liegnitzer strasse nogmaals vuurmakers ge kocht. Op de vraag of u Hollander waart, hebt u geantwoord, dat u Rijnlander waart, herin nert u zich dat nog? BEKLAAGDE: Ja. PRESIDENT: Had u toen reeds het besluit genomen de brandstichting te plegen? BEKLAAGDE: Niet geheel. PRESIDENT: Dat beteekent, dat u nog niet vast besloten was? BEKLAAGDE: Ja. Uit verdere vragen blijkt dan, dat beklaagde in'de richting van het steunbureau te Neukoeln langs den Mittelweg is gegaan. Dit bureau ligt tamelijk eenzaam en is een 100 èt 120 Meter lange houten barak. Toen beklaagde hier aan kwam was het nog licht, zoodat hij zich weer verwijderde om tegen half zeven terug te keeren. PRESIDENT: Hoe bent u het gebouw bin nengedrongen? BEKLAAGDE: Ik ben over het hek geklom men. De president stelt thans door vragen, waarop beklaagde slechts aarzelend antwoord geeft, het Volgende vast: Beklaagde heeft door een openstaand venster een half pakje brandende vuurmakers geworpen. Dit pakje viel tegen een dichte deur, heeft eenigen tijd gebrand, waardoor de deur is ge blakerd, en is toen uitgegaan. Van der Lubbe is op het dak geklommen en heeft, hoewel hier sneeuw lag, er brandende vuurmakers neerge legd. Vervolgens is hy weer naar beneden ge klommen en heeft door een ander open raam wederom brandende vuurmakers geworpen. De brand werd ontdekt door een burger, die een in de nabijheid op wacht staanden opper wachtmeester van de politie opmerkzaam maakte op de brandende vuurmakers op het dak. Deze heeft toen met een aantal burgers den brand gebluscht en heeft by deze gelegenheid de plaatsen waar de brand gesticht was, vast gesteld. Uit het verdere verhoor blijkt, dat beklaagde zich snel van het steunbureau heeft verwy- derd en met de ondergrondsche naar den Alexanderplatz is gegaan. Vandaar ging hy de Koenigsstrasse door en kwam ongeveer kwart over zeven bij het raadhuis aan. PRESIDENT: U hebt reeds eerder op den dag het raadhuis in oogenschouw genomen? BEKLAAGDE: Ja. PRESIDENT: U hebt toen gezien, dat een raam van een kelderruimte open stond? BEKLAAGDE: Ja. Op de vraag van den president, wat hy voor dit open kelderraam heeft gedaan, antwoordt beklaagde: Een brandpaket erin ge worpen. Beklaagde heeft zich daarop snel ver- wyderd. De president leest thans een passage voor Uit de aanklacht, waaruit blijkt, dat deze brand zich intensiever ontwikkeld heeft dan die van het steunbureau. De president verklaart, dat indien deze brand niet tydig ontdekt was, deze een zeer grooten omvang had kunnen aannemen, aangezien naast het vertrek, waar het paket was neer geworpen, vele licht brandbare stoffen waren opgeslagen. De verdediger van van der Lubbe, dr. Seuf- fert, vraagt thans aan beklaagde, of deze ge merkt heeft, dat het vertrek, waar hij brand stichtte, als woonvertrek werd gebruikt. Be klaagde antwoordt hierop bevestigend. De president behandelt thans de derde brand stichting van beklaagde op dezen avond, n.l. in het Berliner Slot. Van het Raadhuis is beklaag de naar het Slot gegaan. Aan het westfront van het gebouw was een bouwstüger opgesteld. Hierlangs is beklaagde naar het dak geklommen en heeft door een openstaand venster een hoe veelheid brandende vuurmakers naar binnen geworpen, waardoor het kozijn vlam vatte. Ver volgens trachtte hy een hekwerk tegen den muur, waarlangs in den zomer klimplanten groeien, in brand te steken, doch dit mislukte door den sterken wind. Van der Lubbe's antwoorden zijn steeds aar zelend en zyn houding maakt den indruk van bewuste halsstarrigheid. Op de vraag van den president, wat hy met de brandstichting wilde oereiken, antwoordt van der Lubbe dat hy dit zelf niet weet. De voorzitter wijst in verband hiermede op het getuigenis van Heisig er. anderen, die be klaagde hebben hooren zeggen dat het in Duitschiand veel te langzaam ging, de arbeiders waren er te laf. Eens heeft hij zelfs gezegd, dat hij tot 5 Maart in Duitschiand zou blijven, en als dan nog niets gebeurd was, keerde hy naar Holland terug. Bovendien verklaarde hy herhaaldeiyk: er moet revolutie gemaakt worden, het is nog niet te laat hiervoor. Op de vraag of dit het doel van de brandstich tingen was antwoordt beklaagde ontkennend. VOORZITTER: U hebt eerst gezegd, de ar beiders moeten wakker geschud worden. Waar door moesten zy dan wakker geschud worden? BEKLAAGDE: Kan ik niet zeggen. VOORZITTER: Ik zou bij deze gelegenheid beklaagde nogmaals zyn politieke gezindheid voor willen houden, zooals hy deze op 23 April voor den rechter van instructie uiteen heeft gezet. Op de vraag, waartegen hij wilde protestee ren, verklaarde hy toen: Ik wilde protesteeren tegen het systeem, dat de huidige Nationaal Socialisten navolgen. Wat voor een opbouw ik wil hebben, kan ik niet zien, ik wil de nieuwe kracht, welke ik zie in het klasse-optreden van het proletariaat on dersteunen. Ik ondersteun deze krachten, waar zy tot uiting komen. Wat zij daarna zullen doen, ma ken deze krachten zelf uit. Op het moment dat ik mij erin meng, weet ik ook wat voor krachten dit zyn. Ik wil het huidige kapitalistische systeem terzyde dringen door het tot uiting brengen van de klassekrachten van het proletariaat. Deze kapitalistische krachten kunnen niet door stemmingen overwonnen worden, doch slechts door het werkdadig optreden van de werkende klasse. De vernietiging van het kapitalisme kan niet gebeuren door stembiljetten, doch door daad- werkelyk optreden van de arbeidersklasse. Dat is natuurlijk revolutie. Het zelfstandig optreden moet verder ontwikkeld worden. Myn daad in het crisisbureau te Neuköln was slechts bedoeld als medewerking aan de ontwikkeling der revo lutie, welke de vervulling der revolutie niet kan bepalen. Van der Lubbe spreekt dit niet tegen. Nadat de president dit nadrukkelyk gecon stateerd heeft, wordt de zitting voor een pauze van langeren tyd geschorst. Na de heropening zeide de president tot be klaagde: U hebt ons den toestand duidelijker geschilderd als de vorige dagen. Waart u alleen by de drie branden? BEKLAAGDE: Ja. PRESIDENT: U zeide reeds in het begin, de brandstichting uit eigen initiatief te hebben ondernomen. Blykens het daar juist door mij uiteengezette bent u dus van meening dat een wyziging der tegenwoordige toestanden in uw geest slechts met geweld kan geschieden. Wilt u zich hierover uitlaten? v. d. Lubbe houdt het hoofd diep gebogen en zwygt. Ook op een verdere vraag blyft hy zwy- gen. De president vraagt den deskundigen Medizi- nalrat dr. Schuetz; hoe men v. d. Lubbe tot antwoorden zou kunnen krygen. Het antwoord luidt, dat de eenige mogelykheid is: toespreken. Wanneer hij dan nog niet antwoorden wil, dan wil hy niet antwoorden. Dr. Schuetz verklaart Verwachting: Zwakke tot matigen, Oostelijke tot Zuidelyken wind, nevelig tot half of zwaarbewolkt, g weinig of geen neerslag, weinig veran- dering in temperatuur. Hoogste stand: 773.1 te Sarna. Laagste stand: 754.8 te Jan Mayen. Zon op 6.55, onder 6.47. Licht op 6.17. 3 October Volle Maan. er zich van overtuigd, dat v. d. Lubbe de ver handeling zeer goed volgt en ook heel goed op de vragen zou kunnen antwoorden, als hy wilde. Hij acht het geheele optreden van beklaagde een typische en doelbewuste verdedigingshou ding. Hy wil niet antwoorden, omdat hy dit het beste vindt en ontwijkt bewust de vragen. Op herhaalde vragen van den president blyft v. d. Lubbe zwijgen. De president: Dan kunnen we dus niets be ginnen. Wij moeten den rechtercommissaris vernemen. En protocollen voorlezen, die kwes ties kunnen trouwens nog te berde worden ge bracht als wy den Rijksdagbrand zelf behande len. Ik wil nu by dezen brand blyven. De be klaagde heeft o.a. gezegd, toen hem werd ge vraagd, waarom hy juist het steunbureau in brand had gestoken, dat men groote doelen kan hebben en dat het er niet op aan komt, wan neer er schade ontstaat. Het keizerlijk paleis_ heeft v. d. Lubbe gezegd, trok hem vooral aan, omdat het in het centrum en vry lag. Er zouden dan hooge vlammen ontstaan. Hebt gy daarom het paleis in brand willen steken? v. d. Lubbe geeft ook nu weer absoluut geen antwoord. President: Hij heeft vroeger verklaard, dat hy het tegenwoordige systeem bestrydt en hij daar om de publieke gebouwen koos, die het in ge bruik heeft. De president geeft dan den Tolk op dracht in het kort den loop van het verhoor van v. d. Lubbe aan de Bulgaren mede te dee- len. Popof zegt daarop, dat hy er niets mede te maken heeft. Hy heeft v. d. Lubbe nooit van zijn leven gezien. Tanef sluit zich daarby aan. v. d. Lubbe zinkt hoe langer hoe meer in elkaar, zoodat zyn hoofd op zyn borst hangt. Dimitrof verklaart: Wanneer v. d. Lubbe normaal is wat de Duitsche professoren willen beweren dan is er maar één hypo these mogelijk.... De president onderbreekt. Dimitrof mag al leen over het verhoor van v. d. Lubbe spreken. Dimitrof: Er is maar één hypothese mogelyk. dat v. d. Lubbe een groote misdaad heeft be gaan tegenover het proletariaat en onder den last van dit bewustzyn zwygt. Ik vraag aan dezen man: heeft hy ooit vroeger myn naam gehoord? De president: U bent niet van deze brand stichting beschuldigd. Deze vraag komt hier dus niet te pas. Ik wys haar van de hand. Dimitrof: Waarom zegt v. d. Lubbe nu eens neen, dan weer ja, en soms ja-neen? PRESIDENT: Ik wys deze vraag van de hand. De president richt vervolgens tot v. d. Lubbe de vraag, waarom hy niet geantwoord heeft, doch deze blyft zwijgen. DIMITROF: Ik heb een tweede vraag: Heeft v. d. Lubbe de protocollen persoonlyk doorge lezen en onderteekend? PRESIDENT: Deze vraag wys ik van de hand DIMITROF: Een derde vraag: Heeft v. d. Lubbe met iemand persoonlijk over deze drie branden gesproken? "PRESIDENT Wat moet deze vraag betee- kenen? DIMITROF: Of hy met iemand afspraken daaromtrent heeft gemaakt. Nadat de eerste dagen van tiet proces inzake den brand in het Rijksdaggebouw voor het Rijksgerechtshof te Leipzig benut waren voor de vaststelling van de personen der verdachten, begon Dinsdag de eigenlijke behandeling met het verhoor van Van der Lubbe. Op onze foto ziet men Marinus voor de rechtertafel; naast hem de tolk. NANKING, 27 Sept. (Reuter) Volgens een officieele schatting zijn, als gevolg van de over strooming van de Gele Rivier, waardoor de drie hoek tusschen de oude en de nieuwe bedding der rivier werd verwoest, 50.000 Chineezen verdron ken, terwijl een millioen inwoners door den hongersnood geteisterd worden. De hulp-commissie verklaart, dat een onder zoek in het geteisterde gebied heeft uitgewezen, dat de ramp een gevolg is van het feit, dat troe pen en bandieten de stuwdammen voor defen sieve doeleinden hebben afgebroken, niettegen staande het water van de Gele Rivier steeds hooger steeg. Uitgestrekte gebieden staan nog onder water, terwyl andere streken voor jaren onbruikbaar zyn gemaakt door 'n enkele d.M. dikke laag slyk. PRESIDENT: Deze vraag wijs ik van de hand Ik heb v. d- Lubbe herhaalde malen uitdruk- kelyk ondervraagd en hy heeft daarop terstond geantwoord, dat hy het voor de aardigheid heeft gedaan. DIMITROF: Een laatste vraag. Waarom heeft v- d Lubbe deze ontzaglyke misdaad te gen de arbeidersklasse en tegen het commu nisme begaan en met wien? PRESIDENT: Deze beide vragen wys ik van de hand. Ik laat geen verdere vragen van u toe, omdat ik van meening ben, dat u slechts vragen stelt, die of reeds beantwoord zyn of niets met de zaak te maken hebben. DIMITROF: Ik heb een voorstel aan U. Terwijl de senaat de zaa. verlaat, roept hy nog eens: ik heb een voorstel te doen. Wanneer de zitting van heden ten einde is, staat Marinus van der Lubbe een week lang voor zyn rechters. Iets verteld heeft hij nog niet. Aanvankeiyk zeide hy op alle vra gen: neen! Gisteren begon hy plots telkens en op alles: ja! te zeggen. De brand in het Ryksdaggebouw is intusschen een nog grooter raadsel geworden dan hy reeds was. En ook Marinus is een grooter raadsel geworden. Simulant of zielige, half-idiote jon gen? Volgt hij den raad zyner communistische vrienden, zich zwak en ziek voor te doen om het proces op te houden? Of is hy werkelyk gebroken? Hieronder laten wy een brief volgen van Ma rinus' kostjuffrouw te Leiden, opgenomen in het roodboek der internationale communisten: Ik heb Rienus v. d. Lubbe leeren kennen als een werkeloozen arbeidersjongen. Hy kwam nog al eens by my boven, om dat daar een paar kameraden van hem woonden. Die kameraden waren wel eens niet thuis, en zoo kwam het dat Rienus nog wel eens by my beneden zat te praten. Ik bemerkte al gauw wat het voor een persoon was, hij had een goed karakter, zyn pensioen was 7.20 in de week, dat was voor hem te weinig, dat begreep ik dadeiyk want een flinke jonge man met een gezonde maag kan flink eten, nu dan zyn kleeren en alles daar van af, dus ik begreep al gauw dat hy in armoede rond liep, want werk kon hy toch niet kfygen want hy was slecht van ge zicht. Hy was nog eens op een keer by een zand- schipper terecht gekomen. Nu, dan ging hy om vier uur de deur uit om naar Voorhout te loo- pen om maar op tyd te zijn, tot twee maal toe kwam hy dan om zes uur terug dan was hy druip nat want wegens zyn slechte oogen liep hy naast de loopplank. Hy had wel eens by ons geslapen om dat ik toch een stroo bed op zol der had staan, om dat ik dacht of dat nu leeg staat of dat daar een arme jongen in slaapt daar zal ik niet minder van worden. Nu kun je wel begrijpen dat de Uiterstegracht voor Rie nus een toevlugt oort geworden was als zyn geld op was. Hy had nog eens keer met mani feste gestaan aan al de fabrieken, en om dat myn man daar niet van hield zei hy Rienus ik wil nu niet meer hebben dat je in myn huis komt, want ik sta van alle partyen vry ik wil er dus geen last mee krijgen. Nou een andere jongen had misschien boos geworden, maai hy niet hoor hy nam het heel gemoedelyk od en zei: nu van Zyp ik zou niet willen dat u door my last kreeg; maar mag ik dan toch wel eens twee maal bellen en dan voor de deur eens met myn kameraden spreken. Myn man weigerde dat niet en zoo kwam het dat Rienus nog wel eens voor de deur kwam. Op een ochtend belde hy weer, toen deed ik zelf open, hy vroeg of er boven niemand thuis was? ik zeide van niet hy wilde weer weg gaan, maar dat trok my zoo aan want hy was blauw verkleumt van de koude ik vroeg hem of hy even binnen wilde komen om een kop warm drinken te gebruiken toen zei hy wel nee juffrouw dat zal ik maar niet doen. ik zei kom maar hoor dan kan je je eigen verwarmen by de kachel en ik zal zelf wel tegen myn man zeggen dat ik je weer in huis gehaald heb. Want ik was nu eenmaal zoo'n iemand als ik helpen kon deed ik het» Toen ik myn man vertelde hoe ik Rienus weer in huis gehaald had vond hy het goed, en zoo kwam het dat Rienus al weer meer en meer een gast by ons was. Als hy met ons zat te praten was het een leuke goeien jongen, maar begon hy over de politiek dan zei ik Rienus je weet wel daar houd ik niet van dus daar moet je met my niet over spreken nu dat vond hy best en deed het dan ook niet. Nu kan ik maar niet begrijpe hoe die groote Mynneer Otto Katz kan schryven dat ik tegen hem ge zegd heb da Marinus zoo, kon liegen ik heb hem nimmer nooit gezien dus ook niet persoonlyk met hem gesproken. Even min kan ik my in denken dat Freek v. Leeuwen kan getuigen dat hy Rienus al van 1927 tot 1933 heeft gekend daar hy vier maanden geleden nog even bij my thuis is geweest dat deed hy nog wel eens één enkele keer om dat hy zeven jaar geleden zelf zijn intrek had genomen en een jaar in dat zoo genaamde slegte huis heeft gewoond. Vier maanden geleden kwam Freek van Leeuwen nog even my en praten over Rie nus toen hy weg ging was hij zelf verbaast dat ik niet meer van Lubbe wist daar hij zoo dik- wyls by ons kwam want Freek zij juffrouw het slaat mij tegen en ik dacht hier meer van Rie nus te hooren. Ik vroeg hem of hij Rienus dan zelf niet kon? Zijn antwoord was nu ik heb hem nu en dan wel eens gezien maar om te zeggen zoo en zoo is hy dat niet dus nu kan ik my maar niet begrypen dat hy maar durf te verklaren dat hy Rienus al zoo lang gekend heeft net zoo min als dat ik gezecht heb over die brieven uit Duitschiand dat ik die verbrand heb. Ik heb wel veel aanzichtkaarten over al van daan en eene brief van hem gehad maar in een geval een brief uit Duitschiand en die heb ik uit mijn zelf verbrand daar heb ik heusch niemand voor noodig gehad om my daar over in te lichten. GENEVE, 25 Sept. Door het internationale congres van vereenigingen van oorlogsinva liden en oud-strijders is met algemeene stem men een motie aangenomen, waarin de gevaren voor den vrede worden vastgesteld naar aan leiding van de gebeurtenissen in Duitschiand. De deelnemers aan het congres zyn vast beslo ten de oorlogskrachten te ontmaskeren, welke zich verbergen achter huichelachtige vredelie vende verklaringen en daartegen te strijden. De wens-eh wordt uitgesproken, dat de ontwa peningsconferentie niet uiteengaat, alvorens be sluiten te hebben genomen ten aanzien van de contröle op de bewapening en den particulieren wapenhandel. Na kort in raadkamer geweest te zyn. ver kondigt de president het volgende besluit: „Verdere vragen van Dimitrof worden niet meer toegelaten, omdat hy het recht van vra gen heeft misbruikt en de vragen slechts heeft gesteld, om communistische agitatie te maken." De president voegt er aan toe: Met U, Dimitrof, hebben we niets meer te doen Als U vragen of iets dergelijks te doen hebt, wendt U zich tot uw verdediger DIMITROF roept: ik protesteer, en gaat zitten. Op een vraag van Dr. Sack zegt de president, dat hij morgen vroeg den rechter-commissaris zal verhooren. De zitting wordt verdaagd tot Woensdag morgen. LEIPZIG, 27 Sept. (W. B.) Ook heden, op den zesden dag van het Ryksdagbrand-proces, was het publiek voor de tribune reeds eenige uren te vroeg aanwezig. Met belangstelling ziet men de door voorzitter Buenger aangekondigde om vorming van het proces tegemoet, waarby te- gelyk met van der Lubbe de beambten, die hem by het vooronderzoek hebben verhoord, gehoord zullen worden. Het is nog niet te zeggen of heden reeds de eingenlyke RUksdagbrand ter sprake zal komen. Vermoedelijk zal deze evenwel wel morgen en overmorgen behandeld worden. Vervolgens zal het proces, in verband met het te Leipzig plaats hebbende Duitsche Juristen-Congres, tot Dinsdag van de volgende week worden onder broken. By het begin van de zitting van heden wijst de voorzitter er op, dat, in verband met de te hooren getuigen, de verklaringen van van der Lubbe onvermijdelijk nogmaals herhaald moe ten worden. Voorzitter (tot van der Lubbe): Wilt u heden luider en duidelijker spreken dan giste ren? Beklaagde (na lang aarzelen)Wat ik voor mogelijk houd. Voorzit er: Wy hebben vernomen, dat eenige heeren u gisteren in de gevangenis heb ben opgezocht en vryuit met u hebben gespro ken. Is dat zoo? Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen. De voorzitter roept dan professor Soedermann uit Stockholm, die gisteren in gezelschap van een Nederlandsch journalist van der Lubbe be zocht, als getuige op. Prof. Soederman legt den eed af en ver klaart o.a.: Ik heb my gisteren naar de ge vangenis van van der Lubbe begeven, omdat men in de buitenlandsche pérs zoo veel ge schreven heeft, dat v. d. Lubbe mishandeld en gepijnigd wordt, dat men hem morfine- of co- caine-inspuitingen heeft gegeven, waardoor zyn eigenaardig gedrag in de gerechtszaal te ver klaren zou zijn. Ik heb beklaagde in zyn cel opgezocht en alles in de beste orde gevonden. Ik kan zeggen, dat hy beter behandeld wordt dan de overige gevangenen, b.v. wat het eten betreft. Van der Lubbe vroeg me terstond bij myn binnenkomen letterlyk: „Waarom doet u dit onderzoek?" Ik zei hem: „Omdat men in de buitenlandsche pers zegt, dat u slecht be handeld wordt, 'toen lachte v. d. Lubbe een beetje en schudde hy het hoofd. Op mijn ver zoek ontblootte hij het bovenlijf. Ik stelde vast dat hij wel sterk vermagerd is, maar dat er niet de geringste sporen van een of andere mishandeling waren te vinden. MUNSTER, 26 Sept. (WB.) De leider van den boerenstand in Westfalen, Albert Kost, heeft een schrijven gepubliceerd, waarin hij een beroep dóet op de grootgrondbezitters, de kerken en kloosters, om vrijwillig land af te staan voor kolonisatie-doeleinden. Ook wendt hy zich tot degenen, die groote stukken land bezitten zonder deze zelf te exploiteeren. PARIJS, 26 Sept. (V.D.) Het hevig noodweer, dat sedert eenige dagen boven geheel Frankryk woedt, heeft niet alleen groote schade aange richt, doch ook menschenlevens geëischt. Tus schen Sete en Montpeliier is de bliksem inge- slag in een gebouw. Drie arbeiders werden ge dood. Ook de omgeving van Avignon is hevig ge teisterd. De bewoners uit deze streek hebben voorzorgsmaatregelen getroffen. VATIC AAN EN DE SOVJETS; ONDERHOUD VAN ONZEN ROM. CORR. MET EEN HOO- GEN VATICAANS CHEN DIGNITARIS. Vergeefsche Engelsche déémarche te Washing ton. Amerika wyzigt zyn vlootprogram niet. Aardbeving in Italië; eenige dorpen grooten- deels verwoest. Generaal Fang rukt op naar Peking. Noodweer aan de Italiaansche Riviera. Rusland wijst Duitsche journalisten uit en roept de zyne uit Duitschiand terug. De taak der Katholieken in Ned-Indië; een politiek manifest van de I.K.P. Dr. Colijn heden naar Genève. Benoemingen in het Aartsbisdom. De Katholieke Middenstand te Breda in ver gadering bijeen. Winterdienstregeling der Spoorwegen. O MEXICO CITY 26 Sept. (Reuter) Elf ge- vangenen richtten in de gevangenis al hier plotseling revolvers op de oewa- kers en wonnen een hunner. Zy heten zich de poorten openen, namen den sheriff en twee gevangenisambtenaren mede en namen in twee gerequireerde auto's de vlucht. PHILADELPHIA, 27 Sept. (Reuter) Een opstand van 1500 gevangenen, die hun matras sen in brand staken en den gevangenisgouver neur met messen staken, kon met behulp van dikke waterstralen van de brandspuit gedempt worden. DUBLIN, 27 Sept. (Reuter) Na een repu- blikeinsche vergadering, die gehouden werd ten gunste van de republikeinsche gevangenen en waarin de regeering-De Valera heftig werd aan gevallen, hebben in den afgeloopen nacht Hier ter stede hevige gevechten plaats gehad. Met allerlei soorten propectielen werd naar de politie geworpen. Eenige charges werden uitge voerd, waarop een hevig gevecht volgde. De po litie bleef ten slotte meester van den toestand. Vyftien betoogers moesten naar het zieken huis vervoerd worden. Hedenmorgen was de toe stand weder rustig. BERLIJN, 26 Sept. In eenige deelen van het buitenland heeft zich- de tegen Duitsch iand gerichte propaganda onlangs meester ge maakt van de onware bewering, dat de N. S. D. A. P. op den langen duur zou streven naar de inlyving van gedeelten van Zwitserland, Nederland, België, Denemarken e.d. Hoe on zinnig de onderstelling ook is, zy vindt niet temin hier en daar geloof. De Rijyksleiding stelt er prijs op vast te stellen, dat geen ern stig mensch in Duitschiand er aan denkt de onafhankelijkheid van andere staten ook maar aan te tasten. Volgens raming hebben sedert April 246.000 werklooze arbeiders in Canada werk gevonden. Stand op Woensdag 1 uur n.m.: 758.5 Vorige stand: 758

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 1