v. d. Lubbe speelt stommetje
Rienus had 'n goed karakter
Het nieuws van heden
VOOR DE AARDIGHEID
EEN KOST JUFFROUW
VERTELT
DE BAROMETER
VEREEN IG DE KATHOLIEKE PERS
WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1933
BUREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen per week 25 cent;
per kwartaal f 3.25; per post, per
kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling
DACBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866
ZES EN VIJFTIGSTE JAARCANC No. 18489
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 d.; ingez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor
de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek
w
Volgens den deskundigezwijgt hij
bewust, omdat hij dit het
beste acht
Afgewezen vragen van
Dimitrof
Bij het Raadhuis
In het Slot
Dr. Schuetz geraadpleegd
Het Weeri
VAN DER LUBBE VOOR DE RECHTERTAFEL
r
Overstroomingsellende
in China
50.000 dooden, millioen menschen
lijden honger
„Ik heb Rinus van der Lubbe
leeren kennen als een
werkloozen arbei
dersjongen"
Een simulant of een
idioot
De Oppercommissaris der Zuid-Afri-
kaansche Unie De Water is gekozen
tot voorzitter der Volkenbondsvergade
ring
Oud-str i j der s-congr es
te Genève
Een motie tegen Duitschiand
Beroep op grootgrond
bezitters
Om vrijwillig land af te staan voor
kolonisatie-doeleinden
Zwaar weer boven
Frankrijk
Zijdie zich tegen 1 October
op ons blad abonneerenontvan
gen de tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN
Gevangenisoproeren
Hoe elf Mexicaansche gevangenen
uitbraken
Nachtelijke vechtpartij
te Dublin
Betooging tegen De Valera
Een onware bewering
WERKLOOSHEID IN CANADA
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ft
LEIPZIG, 26 Sept. Bij het verdere ver
hoor van Van der Lubbe inzake de brandstich
ting in het Raadhuis en het Slot vraagt de
PRESIDENT den beklaagde of hij niet zeggen
kan, wanneer de gedachte bij hem is opgekomen
de brandstichting ten uitvoer te brengen.
BEKLAAGDE: Zaterdag 25 Februari).
PRESIDENT: Dus Zaterdag in een laat avond
uur. Is de gedachte niet reeds Woensdag bij
het gesprek voor het steunbureau Neukoeln bij
U opgekomen?
BEKLAAGDE: Neen.
PRESIDENT: Woensdag werd toch voor het
steunbureau in uw tegenwoordigheid gezegd, dat
men de openbare gebouwen in brand moest
steken. Bent u toen niet op de gedachte ge
komen?
BEKLAAGDE: Neen.
De president vraagt of hij bij het gesprek voor
het stembureau ook gezegd heeft, dat openbare
gebouwen in brand moeten worden gestoken.
BEKLAAGDE: Neen.
PRESIDENT: U hebt nadien lucifers en
vuurmakers gekocht, dat herinnert u zich toch
nog wel?
BEKLAAGDE: Ja.
PRESIDENT: U hebt vroeger gezegd, dat u
van de Alexandrienstrasse in de richting van
den Hermannplatz bent gegaan. U hebt toen in
de Liegnitzer strasse nogmaals vuurmakers ge
kocht. Op de vraag of u Hollander waart, hebt
u geantwoord, dat u Rijnlander waart, herin
nert u zich dat nog?
BEKLAAGDE: Ja.
PRESIDENT: Had u toen reeds het besluit
genomen de brandstichting te plegen?
BEKLAAGDE: Niet geheel.
PRESIDENT: Dat beteekent, dat u nog niet
vast besloten was?
BEKLAAGDE: Ja.
Uit verdere vragen blijkt dan, dat beklaagde
in'de richting van het steunbureau te Neukoeln
langs den Mittelweg is gegaan. Dit bureau ligt
tamelijk eenzaam en is een 100 èt 120 Meter
lange houten barak. Toen beklaagde hier aan
kwam was het nog licht, zoodat hij zich weer
verwijderde om tegen half zeven terug te
keeren.
PRESIDENT: Hoe bent u het gebouw bin
nengedrongen?
BEKLAAGDE: Ik ben over het hek geklom
men.
De president stelt thans door vragen, waarop
beklaagde slechts aarzelend antwoord geeft, het
Volgende vast:
Beklaagde heeft door een openstaand venster
een half pakje brandende vuurmakers geworpen.
Dit pakje viel tegen een dichte deur, heeft
eenigen tijd gebrand, waardoor de deur is ge
blakerd, en is toen uitgegaan. Van der Lubbe
is op het dak geklommen en heeft, hoewel hier
sneeuw lag, er brandende vuurmakers neerge
legd. Vervolgens is hy weer naar beneden ge
klommen en heeft door een ander open raam
wederom brandende vuurmakers geworpen.
De brand werd ontdekt door een burger, die
een in de nabijheid op wacht staanden opper
wachtmeester van de politie opmerkzaam maakte
op de brandende vuurmakers op het dak. Deze
heeft toen met een aantal burgers den brand
gebluscht en heeft by deze gelegenheid de
plaatsen waar de brand gesticht was, vast
gesteld.
Uit het verdere verhoor blijkt, dat beklaagde
zich snel van het steunbureau heeft verwy-
derd en met de ondergrondsche naar den
Alexanderplatz is gegaan. Vandaar ging hy de
Koenigsstrasse door en kwam ongeveer kwart
over zeven bij het raadhuis aan.
PRESIDENT: U hebt reeds eerder op den
dag het raadhuis in oogenschouw genomen?
BEKLAAGDE: Ja.
PRESIDENT: U hebt toen gezien, dat een
raam van een kelderruimte open stond?
BEKLAAGDE: Ja.
Op de vraag van den president, wat
hy voor dit open kelderraam heeft gedaan,
antwoordt beklaagde: Een brandpaket erin ge
worpen. Beklaagde heeft zich daarop snel ver-
wyderd.
De president leest thans een passage voor
Uit de aanklacht, waaruit blijkt, dat deze brand
zich intensiever ontwikkeld heeft dan die van
het steunbureau.
De president verklaart, dat indien deze brand
niet tydig ontdekt was, deze een zeer grooten
omvang had kunnen aannemen, aangezien
naast het vertrek, waar het paket was neer
geworpen, vele licht brandbare stoffen waren
opgeslagen.
De verdediger van van der Lubbe, dr. Seuf-
fert, vraagt thans aan beklaagde, of deze ge
merkt heeft, dat het vertrek, waar hij brand
stichtte, als woonvertrek werd gebruikt. Be
klaagde antwoordt hierop bevestigend.
De president behandelt thans de derde brand
stichting van beklaagde op dezen avond, n.l. in
het Berliner Slot. Van het Raadhuis is beklaag
de naar het Slot gegaan. Aan het westfront
van het gebouw was een bouwstüger opgesteld.
Hierlangs is beklaagde naar het dak geklommen
en heeft door een openstaand venster een hoe
veelheid brandende vuurmakers naar binnen
geworpen, waardoor het kozijn vlam vatte. Ver
volgens trachtte hy een hekwerk tegen den
muur, waarlangs in den zomer klimplanten
groeien, in brand te steken, doch dit mislukte
door den sterken wind.
Van der Lubbe's antwoorden zijn steeds aar
zelend en zyn houding maakt den indruk van
bewuste halsstarrigheid.
Op de vraag van den president, wat hy met
de brandstichting wilde oereiken, antwoordt
van der Lubbe dat hy dit zelf niet weet.
De voorzitter wijst in verband hiermede op
het getuigenis van Heisig er. anderen, die be
klaagde hebben hooren zeggen dat het in
Duitschiand veel te langzaam ging, de arbeiders
waren er te laf.
Eens heeft hij zelfs gezegd, dat hij tot 5 Maart
in Duitschiand zou blijven, en als dan nog niets
gebeurd was, keerde hy naar Holland terug.
Bovendien verklaarde hy herhaaldeiyk: er moet
revolutie gemaakt worden, het is nog niet te
laat hiervoor.
Op de vraag of dit het doel van de brandstich
tingen was antwoordt beklaagde ontkennend.
VOORZITTER: U hebt eerst gezegd, de ar
beiders moeten wakker geschud worden. Waar
door moesten zy dan wakker geschud worden?
BEKLAAGDE: Kan ik niet zeggen.
VOORZITTER: Ik zou bij deze gelegenheid
beklaagde nogmaals zyn politieke gezindheid
voor willen houden, zooals hy deze op 23 April
voor den rechter van instructie uiteen heeft
gezet.
Op de vraag, waartegen hij wilde protestee
ren, verklaarde hy toen: Ik wilde protesteeren
tegen het systeem, dat de huidige Nationaal
Socialisten navolgen.
Wat voor een opbouw ik wil hebben, kan ik
niet zien, ik wil de nieuwe kracht, welke ik zie
in het klasse-optreden van het proletariaat on
dersteunen.
Ik ondersteun deze krachten, waar zy tot
uiting komen. Wat zij daarna zullen doen, ma
ken deze krachten zelf uit. Op het moment dat
ik mij erin meng, weet ik ook wat voor krachten
dit zyn.
Ik wil het huidige kapitalistische systeem
terzyde dringen door het tot uiting brengen
van de klassekrachten van het proletariaat.
Deze kapitalistische krachten kunnen niet
door stemmingen overwonnen worden, doch
slechts door het werkdadig optreden van de
werkende klasse.
De vernietiging van het kapitalisme kan niet
gebeuren door stembiljetten, doch door daad-
werkelyk optreden van de arbeidersklasse. Dat
is natuurlijk revolutie. Het zelfstandig optreden
moet verder ontwikkeld worden. Myn daad in
het crisisbureau te Neuköln was slechts bedoeld
als medewerking aan de ontwikkeling der revo
lutie, welke de vervulling der revolutie niet kan
bepalen.
Van der Lubbe spreekt dit niet tegen.
Nadat de president dit nadrukkelyk gecon
stateerd heeft, wordt de zitting voor een pauze
van langeren tyd geschorst.
Na de heropening zeide de president tot be
klaagde: U hebt ons den toestand duidelijker
geschilderd als de vorige dagen. Waart u alleen
by de drie branden?
BEKLAAGDE: Ja.
PRESIDENT: U zeide reeds in het begin, de
brandstichting uit eigen initiatief te hebben
ondernomen.
Blykens het daar juist door mij uiteengezette
bent u dus van meening dat een wyziging der
tegenwoordige toestanden in uw geest slechts
met geweld kan geschieden. Wilt u zich hierover
uitlaten?
v. d. Lubbe houdt het hoofd diep gebogen en
zwygt. Ook op een verdere vraag blyft hy zwy-
gen.
De president vraagt den deskundigen Medizi-
nalrat dr. Schuetz; hoe men v. d. Lubbe tot
antwoorden zou kunnen krygen. Het antwoord
luidt, dat de eenige mogelykheid is: toespreken.
Wanneer hij dan nog niet antwoorden wil, dan
wil hy niet antwoorden. Dr. Schuetz verklaart
Verwachting: Zwakke tot
matigen, Oostelijke tot Zuidelyken
wind, nevelig tot half of zwaarbewolkt, g
weinig of geen neerslag, weinig veran-
dering in temperatuur.
Hoogste stand: 773.1 te Sarna.
Laagste stand: 754.8 te Jan Mayen.
Zon op 6.55, onder 6.47. Licht
op 6.17. 3 October Volle Maan.
er zich van overtuigd, dat v. d. Lubbe de ver
handeling zeer goed volgt en ook heel goed op
de vragen zou kunnen antwoorden, als hy wilde.
Hij acht het geheele optreden van beklaagde
een typische en doelbewuste verdedigingshou
ding. Hy wil niet antwoorden, omdat hy dit
het beste vindt en ontwijkt bewust de vragen.
Op herhaalde vragen van den president blyft
v. d. Lubbe zwijgen.
De president: Dan kunnen we dus niets be
ginnen. Wij moeten den rechtercommissaris
vernemen. En protocollen voorlezen, die kwes
ties kunnen trouwens nog te berde worden ge
bracht als wy den Rijksdagbrand zelf behande
len. Ik wil nu by dezen brand blyven. De be
klaagde heeft o.a. gezegd, toen hem werd ge
vraagd, waarom hy juist het steunbureau in
brand had gestoken, dat men groote doelen kan
hebben en dat het er niet op aan komt, wan
neer er schade ontstaat. Het keizerlijk paleis_
heeft v. d. Lubbe gezegd, trok hem vooral aan,
omdat het in het centrum en vry lag. Er zouden
dan hooge vlammen ontstaan. Hebt gy daarom
het paleis in brand willen steken?
v. d. Lubbe geeft ook nu weer absoluut geen
antwoord.
President: Hij heeft vroeger verklaard, dat hy
het tegenwoordige systeem bestrydt en hij daar
om de publieke gebouwen koos, die het in ge
bruik heeft.
De president geeft dan den Tolk op
dracht in het kort den loop van het verhoor
van v. d. Lubbe aan de Bulgaren mede te dee-
len.
Popof zegt daarop, dat hy er niets mede te
maken heeft. Hy heeft v. d. Lubbe nooit van
zijn leven gezien. Tanef sluit zich daarby aan.
v. d. Lubbe zinkt hoe langer hoe meer in
elkaar, zoodat zyn hoofd op zyn borst hangt.
Dimitrof verklaart: Wanneer v. d. Lubbe
normaal is wat de Duitsche professoren
willen beweren dan is er maar één hypo
these mogelijk....
De president onderbreekt. Dimitrof mag al
leen over het verhoor van v. d. Lubbe spreken.
Dimitrof: Er is maar één hypothese mogelyk.
dat v. d. Lubbe een groote misdaad heeft be
gaan tegenover het proletariaat en onder den
last van dit bewustzyn zwygt. Ik vraag aan
dezen man: heeft hy ooit vroeger myn naam
gehoord?
De president: U bent niet van deze brand
stichting beschuldigd. Deze vraag komt hier
dus niet te pas. Ik wys haar van de hand.
Dimitrof: Waarom zegt v. d. Lubbe nu eens
neen, dan weer ja, en soms ja-neen?
PRESIDENT: Ik wys deze vraag van de
hand.
De president richt vervolgens tot v. d. Lubbe
de vraag, waarom hy niet geantwoord heeft,
doch deze blyft zwijgen.
DIMITROF: Ik heb een tweede vraag: Heeft
v. d. Lubbe de protocollen persoonlyk doorge
lezen en onderteekend?
PRESIDENT: Deze vraag wys ik van de hand
DIMITROF: Een derde vraag: Heeft v. d.
Lubbe met iemand persoonlijk over deze drie
branden gesproken?
"PRESIDENT Wat moet deze vraag betee-
kenen?
DIMITROF: Of hy met iemand afspraken
daaromtrent heeft gemaakt.
Nadat de eerste dagen van tiet proces inzake den brand in het Rijksdaggebouw
voor het Rijksgerechtshof te Leipzig benut waren voor de vaststelling van de personen
der verdachten, begon Dinsdag de eigenlijke behandeling met het verhoor van Van der
Lubbe. Op onze foto ziet men Marinus voor de rechtertafel; naast hem de tolk.
NANKING, 27 Sept. (Reuter) Volgens een
officieele schatting zijn, als gevolg van de over
strooming van de Gele Rivier, waardoor de drie
hoek tusschen de oude en de nieuwe bedding der
rivier werd verwoest, 50.000 Chineezen verdron
ken, terwijl een millioen inwoners door den
hongersnood geteisterd worden.
De hulp-commissie verklaart, dat een onder
zoek in het geteisterde gebied heeft uitgewezen,
dat de ramp een gevolg is van het feit, dat troe
pen en bandieten de stuwdammen voor defen
sieve doeleinden hebben afgebroken, niettegen
staande het water van de Gele Rivier steeds
hooger steeg.
Uitgestrekte gebieden staan nog onder water,
terwyl andere streken voor jaren onbruikbaar
zyn gemaakt door 'n enkele d.M. dikke laag
slyk.
PRESIDENT: Deze vraag wijs ik van de hand
Ik heb v. d- Lubbe herhaalde malen uitdruk-
kelyk ondervraagd en hy heeft daarop terstond
geantwoord, dat hy het voor de aardigheid
heeft gedaan.
DIMITROF: Een laatste vraag. Waarom
heeft v- d Lubbe deze ontzaglyke misdaad te
gen de arbeidersklasse en tegen het commu
nisme begaan en met wien?
PRESIDENT: Deze beide vragen wys ik van
de hand. Ik laat geen verdere vragen van u
toe, omdat ik van meening ben, dat u slechts
vragen stelt, die of reeds beantwoord zyn of
niets met de zaak te maken hebben.
DIMITROF: Ik heb een voorstel aan U.
Terwijl de senaat de zaa. verlaat, roept hy
nog eens: ik heb een voorstel te doen.
Wanneer de zitting van heden ten einde is,
staat Marinus van der Lubbe een week
lang voor zyn rechters. Iets verteld heeft
hij nog niet. Aanvankeiyk zeide hy op alle vra
gen: neen! Gisteren begon hy plots telkens en
op alles: ja! te zeggen.
De brand in het Ryksdaggebouw is intusschen
een nog grooter raadsel geworden dan hy reeds
was. En ook Marinus is een grooter raadsel
geworden. Simulant of zielige, half-idiote jon
gen? Volgt hij den raad zyner communistische
vrienden, zich zwak en ziek voor te doen om
het proces op te houden? Of is hy werkelyk
gebroken?
Hieronder laten wy een brief volgen van Ma
rinus' kostjuffrouw te Leiden, opgenomen in
het roodboek der internationale communisten:
Ik heb Rienus v. d. Lubbe leeren kennen als
een werkeloozen arbeidersjongen. Hy kwam nog
al eens by my boven, om dat daar een paar
kameraden van hem woonden. Die kameraden
waren wel eens niet thuis, en zoo kwam het
dat Rienus nog wel eens by my beneden zat
te praten. Ik bemerkte al gauw wat het voor
een persoon was, hij had een goed karakter,
zyn pensioen was 7.20 in de week, dat was
voor hem te weinig, dat begreep ik dadeiyk
want een flinke jonge man met een gezonde
maag kan flink eten, nu dan zyn kleeren en
alles daar van af, dus ik begreep al gauw dat
hy in armoede rond liep, want werk kon hy
toch niet kfygen want hy was slecht van ge
zicht.
Hy was nog eens op een keer by een zand-
schipper terecht gekomen. Nu, dan ging hy om
vier uur de deur uit om naar Voorhout te loo-
pen om maar op tyd te zijn, tot twee maal toe
kwam hy dan om zes uur terug dan was hy
druip nat want wegens zyn slechte oogen liep
hy naast de loopplank. Hy had wel eens by ons
geslapen om dat ik toch een stroo bed op zol
der had staan, om dat ik dacht of dat nu leeg
staat of dat daar een arme jongen in slaapt
daar zal ik niet minder van worden. Nu kun je
wel begrijpen dat de Uiterstegracht voor Rie
nus een toevlugt oort geworden was als zyn
geld op was. Hy had nog eens keer met mani
feste gestaan aan al de fabrieken, en om dat
myn man daar niet van hield zei hy Rienus
ik wil nu niet meer hebben dat je in myn huis
komt, want ik sta van alle partyen vry ik wil
er dus geen last mee krijgen. Nou een andere
jongen had misschien boos geworden, maai hy
niet hoor hy nam het heel gemoedelyk od en
zei: nu van Zyp ik zou niet willen dat u door
my last kreeg; maar mag ik dan toch wel eens
twee maal bellen en dan voor de deur eens met
myn kameraden spreken. Myn man weigerde
dat niet en zoo kwam het dat Rienus nog wel
eens voor de deur kwam. Op een ochtend belde
hy weer, toen deed ik zelf open, hy vroeg of er
boven niemand thuis was? ik zeide van niet
hy wilde weer weg gaan, maar dat trok my
zoo aan want hy was blauw verkleumt van de
koude ik vroeg hem of hy even binnen wilde
komen om een kop warm drinken te gebruiken
toen zei hy wel nee juffrouw dat zal ik maar
niet doen. ik zei kom maar hoor dan kan je
je eigen verwarmen by de kachel en ik zal zelf
wel tegen myn man zeggen dat ik je weer in
huis gehaald heb. Want ik was nu eenmaal
zoo'n iemand als ik helpen kon deed ik het»
Toen ik myn man vertelde hoe ik Rienus
weer in huis gehaald had vond hy het goed, en
zoo kwam het dat Rienus al weer meer en meer
een gast by ons was. Als hy met ons zat te
praten was het een leuke goeien jongen, maar
begon hy over de politiek dan zei ik Rienus
je weet wel daar houd ik niet van dus daar
moet je met my niet over spreken nu dat vond
hy best en deed het dan ook niet. Nu kan ik
maar niet begrijpe hoe die groote Mynneer
Otto Katz kan schryven dat ik tegen hem ge
zegd heb da Marinus zoo, kon liegen ik heb hem
nimmer nooit gezien dus ook niet persoonlyk
met hem gesproken. Even min kan ik my in
denken dat Freek v. Leeuwen kan getuigen dat
hy Rienus al van 1927 tot 1933 heeft gekend
daar hy vier maanden geleden nog even bij my
thuis is geweest dat deed hy nog wel eens één
enkele keer om dat hy zeven jaar geleden zelf
zijn intrek had genomen en een jaar in dat
zoo genaamde slegte huis heeft gewoond.
Vier maanden geleden kwam Freek van
Leeuwen nog even my en praten over Rie
nus toen hy weg ging was hij zelf verbaast dat
ik niet meer van Lubbe wist daar hij zoo dik-
wyls by ons kwam want Freek zij juffrouw het
slaat mij tegen en ik dacht hier meer van Rie
nus te hooren. Ik vroeg hem of hij Rienus dan
zelf niet kon? Zijn antwoord was nu ik heb
hem nu en dan wel eens gezien maar om te
zeggen zoo en zoo is hy dat niet dus nu kan
ik my maar niet begrypen dat hy maar durf te
verklaren dat hy Rienus al zoo lang gekend
heeft net zoo min als dat ik gezecht heb over
die brieven uit Duitschiand dat ik die verbrand
heb. Ik heb wel veel aanzichtkaarten over al
van daan en eene brief van hem gehad maar
in een geval een brief uit Duitschiand en die
heb ik uit mijn zelf verbrand daar heb ik
heusch niemand voor noodig gehad om my
daar over in te lichten.
GENEVE, 25 Sept. Door het internationale
congres van vereenigingen van oorlogsinva
liden en oud-strijders is met algemeene stem
men een motie aangenomen, waarin de gevaren
voor den vrede worden vastgesteld naar aan
leiding van de gebeurtenissen in Duitschiand.
De deelnemers aan het congres zyn vast beslo
ten de oorlogskrachten te ontmaskeren, welke
zich verbergen achter huichelachtige vredelie
vende verklaringen en daartegen te strijden.
De wens-eh wordt uitgesproken, dat de ontwa
peningsconferentie niet uiteengaat, alvorens be
sluiten te hebben genomen ten aanzien van de
contröle op de bewapening en den particulieren
wapenhandel.
Na kort in raadkamer geweest te zyn. ver
kondigt de president het volgende besluit:
„Verdere vragen van Dimitrof worden niet
meer toegelaten, omdat hy het recht van vra
gen heeft misbruikt en de vragen slechts heeft
gesteld, om communistische agitatie te maken."
De president voegt er aan toe: Met U,
Dimitrof, hebben we niets meer te doen Als
U vragen of iets dergelijks te doen hebt, wendt
U zich tot uw verdediger
DIMITROF roept: ik protesteer, en gaat
zitten.
Op een vraag van Dr. Sack zegt de president,
dat hij morgen vroeg den rechter-commissaris
zal verhooren.
De zitting wordt verdaagd tot Woensdag
morgen.
LEIPZIG, 27 Sept. (W. B.) Ook heden, op den
zesden dag van het Ryksdagbrand-proces, was
het publiek voor de tribune reeds eenige uren
te vroeg aanwezig. Met belangstelling ziet men
de door voorzitter Buenger aangekondigde om
vorming van het proces tegemoet, waarby te-
gelyk met van der Lubbe de beambten, die
hem by het vooronderzoek hebben verhoord,
gehoord zullen worden.
Het is nog niet te zeggen of heden reeds de
eingenlyke RUksdagbrand ter sprake zal komen.
Vermoedelijk zal deze evenwel wel morgen en
overmorgen behandeld worden. Vervolgens zal
het proces, in verband met het te Leipzig
plaats hebbende Duitsche Juristen-Congres, tot
Dinsdag van de volgende week worden onder
broken.
By het begin van de zitting van heden wijst
de voorzitter er op, dat, in verband met de te
hooren getuigen, de verklaringen van van der
Lubbe onvermijdelijk nogmaals herhaald moe
ten worden.
Voorzitter (tot van der Lubbe): Wilt u
heden luider en duidelijker spreken dan giste
ren?
Beklaagde (na lang aarzelen)Wat ik
voor mogelijk houd.
Voorzit er: Wy hebben vernomen, dat
eenige heeren u gisteren in de gevangenis heb
ben opgezocht en vryuit met u hebben gespro
ken. Is dat zoo?
Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen.
De voorzitter roept dan professor Soedermann
uit Stockholm, die gisteren in gezelschap van
een Nederlandsch journalist van der Lubbe be
zocht, als getuige op.
Prof. Soederman legt den eed af en ver
klaart o.a.: Ik heb my gisteren naar de ge
vangenis van van der Lubbe begeven, omdat
men in de buitenlandsche pérs zoo veel ge
schreven heeft, dat v. d. Lubbe mishandeld en
gepijnigd wordt, dat men hem morfine- of co-
caine-inspuitingen heeft gegeven, waardoor zyn
eigenaardig gedrag in de gerechtszaal te ver
klaren zou zijn. Ik heb beklaagde in zyn cel
opgezocht en alles in de beste orde gevonden.
Ik kan zeggen, dat hy beter behandeld wordt
dan de overige gevangenen, b.v. wat het eten
betreft. Van der Lubbe vroeg me terstond bij
myn binnenkomen letterlyk: „Waarom doet u
dit onderzoek?" Ik zei hem: „Omdat men in
de buitenlandsche pers zegt, dat u slecht be
handeld wordt, 'toen lachte v. d. Lubbe een
beetje en schudde hy het hoofd. Op mijn ver
zoek ontblootte hij het bovenlijf. Ik stelde vast
dat hij wel sterk vermagerd is, maar dat er
niet de geringste sporen van een of andere
mishandeling waren te vinden.
MUNSTER, 26 Sept. (WB.) De leider van
den boerenstand in Westfalen, Albert Kost,
heeft een schrijven gepubliceerd, waarin hij
een beroep dóet op de grootgrondbezitters, de
kerken en kloosters, om vrijwillig land af te
staan voor kolonisatie-doeleinden. Ook wendt
hy zich tot degenen, die groote stukken land
bezitten zonder deze zelf te exploiteeren.
PARIJS, 26 Sept. (V.D.) Het hevig noodweer,
dat sedert eenige dagen boven geheel Frankryk
woedt, heeft niet alleen groote schade aange
richt, doch ook menschenlevens geëischt. Tus
schen Sete en Montpeliier is de bliksem inge-
slag in een gebouw. Drie arbeiders werden ge
dood.
Ook de omgeving van Avignon is hevig ge
teisterd. De bewoners uit deze streek hebben
voorzorgsmaatregelen getroffen.
VATIC AAN EN DE SOVJETS; ONDERHOUD
VAN ONZEN ROM. CORR. MET EEN HOO-
GEN VATICAANS CHEN DIGNITARIS.
Vergeefsche Engelsche déémarche te Washing
ton. Amerika wyzigt zyn vlootprogram niet.
Aardbeving in Italië; eenige dorpen grooten-
deels verwoest.
Generaal Fang rukt op naar Peking.
Noodweer aan de Italiaansche Riviera.
Rusland wijst Duitsche journalisten uit en roept
de zyne uit Duitschiand terug.
De taak der Katholieken in Ned-Indië; een
politiek manifest van de I.K.P.
Dr. Colijn heden naar Genève.
Benoemingen in het Aartsbisdom.
De Katholieke Middenstand te Breda in ver
gadering bijeen.
Winterdienstregeling der Spoorwegen.
O
MEXICO CITY 26 Sept. (Reuter) Elf ge-
vangenen richtten in de gevangenis al
hier plotseling revolvers op de oewa-
kers en wonnen een hunner. Zy heten zich
de poorten openen, namen den sheriff en twee
gevangenisambtenaren mede en namen in twee
gerequireerde auto's de vlucht.
PHILADELPHIA, 27 Sept. (Reuter) Een
opstand van 1500 gevangenen, die hun matras
sen in brand staken en den gevangenisgouver
neur met messen staken, kon met behulp van
dikke waterstralen van de brandspuit gedempt
worden.
DUBLIN, 27 Sept. (Reuter) Na een repu-
blikeinsche vergadering, die gehouden werd ten
gunste van de republikeinsche gevangenen en
waarin de regeering-De Valera heftig werd aan
gevallen, hebben in den afgeloopen nacht Hier
ter stede hevige gevechten plaats gehad.
Met allerlei soorten propectielen werd naar de
politie geworpen. Eenige charges werden uitge
voerd, waarop een hevig gevecht volgde. De po
litie bleef ten slotte meester van den toestand.
Vyftien betoogers moesten naar het zieken
huis vervoerd worden. Hedenmorgen was de toe
stand weder rustig.
BERLIJN, 26 Sept. In eenige deelen van
het buitenland heeft zich- de tegen Duitsch
iand gerichte propaganda onlangs meester ge
maakt van de onware bewering, dat de N. S.
D. A. P. op den langen duur zou streven naar
de inlyving van gedeelten van Zwitserland,
Nederland, België, Denemarken e.d. Hoe on
zinnig de onderstelling ook is, zy vindt niet
temin hier en daar geloof. De Rijyksleiding
stelt er prijs op vast te stellen, dat geen ern
stig mensch in Duitschiand er aan denkt de
onafhankelijkheid van andere staten ook maar
aan te tasten.
Volgens raming hebben sedert April 246.000
werklooze arbeiders in Canada werk gevonden.
Stand op Woensdag 1 uur n.m.: 758.5
Vorige stand: 758