Rondom Marines van der Lubbe
„Geen verdoovende middelen"
u
4
Duitsch protest
Het nieuws van heden
SGEDERMANN EN LUGER
GETUIGEN
DE BAROMETER
VEKtENIGDE KATHOLIEKE PERS
DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1933
„Hij spreekt goed
Duitsch"
Litwinof antwoordt
5UREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen per week 25 cent;
per kwartaal f 3.25; per post, per
kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling
ZES EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 18490
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 d.; ingez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contrad sterk verlaagde prijzen. Voor
DACBLAD UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek
Commissaris Zirpens verklaart,
dat beklaagde spraakzaam
is, als hij zich hoofd
persoon voelt
Heisig in verhoor
TORGLER ONDERVRAAGD
„Hoofdpersoon'
De Duitsche communistenleider Ernst
Torgler tijdens zijn verhoor. Voor hem zijn
verdediger Dr. Sack.
Na de pauze
Waarom geen Nederland
sche tolk?
EGYPTISCH KABINET
AMel Yehia Pascha is belast met de vor
ming van een nieuw Egyptisch kabinet
De rechter van instructie
DE VOLKENBOND VERGADERT
1
i m
Tegen het uitwijzen der Duitsche
journalisten uit Moskou
Zij, die zich tegen 1 October
op ons blad abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN
Het WeeriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiLH
LUDWIG MUELLER
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
LEIFEIG, 27 Sept. (W.B.). Bij het voortgezette
verhoor van prof. Soedermann, die van der Lubbe
onderzocht had, verklaarde de geleerde, dat be
klaagde het onderlijf slechts wilde ontbloeien als
de andere heeren de cel verlieten. Dit ge
schiedde, ook bij het verdere onderzoek heb ik
geen sporen van mishandeling ontdekt Ik vroeg
van der Lubbe: Voel je je lichamelijk wel? Hij
antwoordde hierop: Jawel, ik voel me goed! Ik
vroeg hem toen: Misschien voel je je „seelisch"
niet wel? Van der Lubbe vroeg toen: Wat is
„seelisch"? Ik zeide hem: Wat van de ziel komt!
Hij antwoordde toen duidelijk: Ik voel mij ook
„seelisch" goed.
VOORZITTER: Hij heeft dus bij Uw binnen
treden niet Uw vraag afgewacht, doch onmid
dellijk, geïnteresseerd, gevraagd, waarom U het
onderzoek instelde?
GETUIGE: Jawel. Ik had den indruk, dat ik
•urenlang met hem had kunnen spreken en ik
dan ook logische antwoorden zou krijgen Ook
de Nederlandsche journalist Lueger, die mij be
geleidde, kreeg verstandige antwoorden. Van
der Lubbe heeft een buitengewoon schuwen en
schuchteren indruk gemaakt Volgens mijn mee-
ning moet het groote apparaat van dit proces
intimideerend op hem werken. Op een desbe
treffende vraag verklaart getuige verder: Ik
heb den indruk, dat v. d. Lubbe zeer goed leeft.
DR. SACK: Er wordt beweerd, dat men
hem met langzaamwerkende giftsoorten be
werkt.
GETUIGE: Ik heb hem ook gevraagd, of
hij zich ooit na het eten of drinken op eeni-
gerlei wijze vreemd gevoeld heeft. Hij heeft
dit krachtig ontkend.
DR. SACK: Er wordt verder beweerd, dat
v. d. Lubbe typische teekenen vertoont van
een bewerking met bedwelmende middelen.
Heeft u er zich van overtuigd, of v. d. Lubbe
op zijn lichaam prikken van infectiespuitjes
vertoont?
GETUIGE: Ik heb niets dergelijks vastge
steld.
Op verzoek van dr. Sack wordt ook de Ne
derlandsche journalist Johan Lueger als ge
tuige gehoord. Deze bevestigt wat prof. Sueder-
tnann zeide. V. d. Lubbe had hem slechts met
neen en ja geantwoord, alleen iets levendiger
dan voor het gerecht. Overigens had hij ook in
den tuin het hoofd gebogen gehouden.
Op een vraag van dr. Sack verklaarde ge
tuigde, dat hij toevallig had gezien hoe Torgler
uit zijn kamer kwam en een sigaret rookte.
Hierop wordt het verhoor van v. d. Lubbe
voortgezet. Eerst wordt Kriminal-kommissar
Heisig gehoord over de verklaringen, welke v.
d. Lubbe vroeger over de branden in het bu
reau van den Maatschappelijken Steun, raad
huis en slot heeft gedaan. Getuige schildert
het eerste verhoor op 27 Februari.
Toen v. d. Lubbe werd gearresteerd, wist
men aanvankelijk slechts, dat hij in aanmer
king kwam als brandstichter van den Rijksdag.
Eerst tijdens het verhoor bekende hij de man
te zijn, die ook in het slot, het raadhuis en
het steunbureau brandstichtingspogingen had
gedaan. Van de brandstichting in het raadhuis
wist de politie toen nog niets. V. d. Lubbe had
nauwkeurig medegedeeld, dat hij om u'/2 uur
bij het steunbureau was aangekomen. Hij had
met de arbeiders gesproken, waarbij reeds de
gedachte bij hem was opgekomen, hier brand
te maken. Hij vond het doelmatig niet een
gewoon huis aan te steken, maar een groot
openbaar gebouw, daar dan veel menschen zou
den toestroomen. Hij had met de arbeiders over
den economischen toestand en over politieke
dingen gesproken. Heisig had v. d. Lubbe ge
vraagd, of hij wist, welke regeering in Duitsch-
land aan het bewind was en welk standpunt de
arbeiders tegenover haar innemen.
Van der Lubbe verklaarde, dat hij reeds in
Nederland gehoord had, dat Hitier aan het
bewind was. Beklaagde heeft geheel uit zichzelf
b kend de oranden in het stembureau, Raadhuis
en Slot te hebben gesticht. Hij had een open
baar gebouw uitgezocht, omdat hij niet een
enkeling nadeel wilde berokkenen. De brand
moest een „signaal' zijn voor de arbeiders.
Op de vraag van den procureur-generaal, of
Van der Lubbe zich goed- of afkeurend over de
regeering heeft geuit of welke politieke over
tuiging beklaagde aanhing, antwoordt getuige,
dat Van der Lubbe zich niet bepaald hierover
heeft uitgelaten. Slechts bleek uit zijn ant
woorden, dat hij met de bestaande toestanden
niet tevreden was en de bestaande orde omver
wilde werpen.
PROCUREUn-GENERAALWaaruit bleek u,
dat Van der Lubbe communist was?
GETUIGE: Wij voelden dit uit zijn geheele
uiteenzetting van de politieke verhoudingen. Hij
sprak bijvoorbeeld over de noodzakelijkheid, een
arbeiders-regeering op te richten, zooals dit in
het programma van de K. P. D. staat.
Dr. Sack vraagt dan of getuige weet of Van
der Lubbe uit zichzelf het geheele verhaal ver
telde, of dat men het zin voor zin uit hem
moest trekuen.
GETUIGE: Die laatste in geen geval, hij heeft
voortdurend gesproken. Men behoefde hem
eigenlijk slechts weinig te vragen. Hij sprak
zelfs zoo uitvoerig, dat wij hem moesten onder
breken, om niet af te dwalen.
Dr. Sack vraagt of v. d. Lubbe ook gespro
ken heeft van zijn lidmaatschap van de com
munistische arbeiderspartij. Voor de verdediging
dienen communistische partij, communistische
arbeiderspartij en raden-communisten uit el
kander te worden gehouden.
Getuige antwoordt zich niet te kunnen her
inneren ,dat van de communistische arbeiders
partij sprake is geweest.
Op een verdere vraag van dr. Sack ver
klaart getuige Heisig, dat v. d. Lubbe er
hardnekkig bij bleef, zijn daden alleen te
hebben gepleegd. Ook na de confrontatie
met Torgler verklaarde v. d. Lubbe, den
man niet te kennen. V. d. Lubbe had bij het
politieverhoor goed Duitsch gesproken en
ook de Duitsche vragen klaarblijkelijk heel
goed verstaan. De protocollen had hij voor
de onderteekening grondig nagelezen en
hier en daar verbeteringen gewenscht.
DIMITROF (luid tot den voorzitter)Ik vraag
of ik als beklaagde het recht heb, directe vragen
aan getuigen te stellen.
VOORZITTER: hebt het recht nu vragen
tot getuigen te stellen, doch deze moeten direct
in verband staan met hetgeen getuige over het
verhoor van Van der Lubbe heeft verklaard.
DIMITROF: Ik wil slechts weten of ik directe
vragen kan stellen. Dimitrof gaat daarop zitten.
De volgende getuige is commissaris Zirpens
uit Berlijn, die Heisig bij het eerste verhoor
heeft afgelost.
Getuige verklaart, dat indien men Van der
Lubbe als hoofdpersoon laat spreken, hij zeer
spraakzaam wordt en bijna niet tot een einde
kan komen.
De voorzitter richt zich thans lachend tot
beklaagde, die ineengezonken blijft zitten, met
de woorden: Van der Lubbe, u hoort wat ge
zegd wordt?
Beklaagde blü'ft apathisch zitten.
Op vragen van den procureur-generaal ver
klaart Zirpens, dat v. d. Lubbe bij de correctie
der protocollen geen enkele maal zijn verkla
ringen wijzigde. De te verbeteren passages wa
ren meestal door misverstand ontstaan.
Verder verklaart getuige, dat v. d. Lubbe
reeds op zijn weg naar den Hermannplatz op
de gedachte was gekomen het steunbureau
aan te steken en dat hij daarom de vuurma-
keis had gekocht.
Beklaagde Dimitroff vraagt thans of bij het
verhoor van de politie ook een Nederlandsche
tolk aanwezig was.
Getuige ontkent dit en verklaart, dat Van
der Lubbe zeer goed Duitsch verstond. Zelfs
taalkundige eigenaardigheden begreep hij en
wat hij voor onjuist hield wees hij onmiddellijk
van de hand.
Dr. Sack wijst er vervolgens op, dat uit de
getuigenverklaringen blijkt, dat de drie ge
noemde branden zeker door beklaagde alleen
zy'n gesticht.
Hij vraagt den getuige, of hij bij zijn mee
ning blijft. Deze bevestigt dit. Hij heeft zich ook
afgevraagd, of v. d. Lubbe misschien aan pyro
manie lijdt. Dit element kan wel eenigszins
hebben meegeholpen, maar op de eerste plaats
staat bij zijn daden het politieke element.
De volgende getuige is rechercheur Marows-
ki uit Berlijn. Hij heeft indertijd v. d. Lubbe
verhoord over het gesprek, dat deze gehad
heeft met communisten in Neuköln. Na lang
nadenken antwoordde v. d. Lubbe toe, dat de
werkman Bienge gezegd had, dat men publieke
gebouwen moest aansteken, waarop hij geant
woord had: „so musch es komme" (dien weg
moet het op). Een ander had toen gezegd: dat
is een bruikbaar joch! V. d. Lubbe heeft later
zijn uitdrukking: „so musch es komme" door
gestreken, maar kort daarop weer toegegeven.
Later heeft men hem foto's laten zien van de
deelnemers aan het gesprek. Den werkman Za-
chow heeft hij positief herkend, Bienge niet.
Toen hij den werkman Loewe zag, lachte hij
opeens, maar kon niet verklaren, waarom hij
lachte.
Van der Lubbe heeft ook toegegeven, dat hij
in dat gesprek gezegd heeft: „man musz was
machen" en dat hij daarmede bedoelde, dat
men revolutie moest maken en het volk op-
zweepen. Bienge had gezegd, dat men S. A.-
mannen met benzine moest bemeten en aan
steken. En v. d. Lubbe had weer gezegd: „So
musch komme." Van gebouwen in brand steken
zou volgens hem dan weer niet zijn gesproken.
V. d. Lubbe heeft ontkend, dat hij een rood lid
maatschapsboekje van de K. P. D. zou hebben
laten zien. Dit echter wordt verzekerd door den
werkman Panknen.
Hierop wordt gepauzeerd.
LEIPZIG, 27 Sept. Na de pauze verklaarde
getuige Marowski, dat beklaagde v. d. Lubbe bij
de eerste verhoren verschillende dingen ontkend
heeft, o.a. ook, dat hij 's middags gegeten heeft
in de woning van Frau Bethge, eventueel van
Starker. Toen Frau Bethge bij de politie ver
scheen, verraadde v. d. Lubbe zich door met
een te zeggen: Wat bent U mager geworden. Hij
bekende dan ook zelf: Nu heb ik een keer ge
zwendeld, waarop hij lachte. Toen ik hem dit
verbood werd hij zeer ernstig en wilde hij in
het geheel niets meer zeggen.
Op een vraag van den procureur-generaal
verklaart getuige verder, dat v.d. Lubbe bij het
eerste verhoor alles vrijelijk vertelde. Toen hij
dan later bemerkte, waarop het aankwam,
krabbelde hij terug en werd hij zeer voorzichtig.
Getuige zag hierin een bepaalde taktiek.
Op de verdere vraag van den procureur-ge
neraal of beklaagde de namen Pieck en Florin
slechts uit een aanplakbiljet over de commu
nistische vergadering in het Sportpalast had,
of dat ze hem erg bekend waren, verklaarde
getuige, dat alleen de naam Florin v. d. Lubbe
goed bekend was.
Dimitrof vraagt opnieuw aan Marowski,
waarom geen Nederlandsche tolk aanwezig was
by de politieverhooren van v. d. Lubbe. Hij
vond het nJ. eigenaardig, dat bij z ij n verhoo-
ren wél steeds een Bulgaarsche tolk aanwezig
was, ofschoon hij toch minstens even goed
Duitsch sprak als v. d. Lubbe.
Heisig verklaart hierop, dat Dimitrof bi) zijn
eerste verhoor verklaard had, in het geheel
geen Duitsch te verstaan.
Dimitrof (schreeuwend): Dat is onjuist.
De voorzitter maant Dimitrof tot rust en
wijst erop, dat de zaak met de verklaring van
den onder eede staanden Heisig is opgelost.
Dimitrof wil dan weten, wanneer het politie
verhoor van v. d. Lubbe is afgesloten en wan
neer zijn eigen verhoor als geëindigd werd be
schouwd. Men had hem nX bij zijn eerste ter-
hoor tot medeplichtige van v. d. Lubbe willen
verklaren, omdat een ansicht van het Berlijn-
sche Slot op hem gevonden was
Marowski verklaart van een eventueele mede
plichtigheid van Dimitrof niets te weten. Ook
had hij v. d. Lubbe Dimitrof's naam niet ge
noemd, maar hem eenvoudig gevraagd, of hij
medeplichtigen had. Dit ontkende v. d. Lubbe.
die ook verklaarde andere personen, wier por
tret hem werden voorgelegd, niet te kennen.
Dimitrof (luid)Ik ben ook nooit met
v. d. Lubbe geconfronteerd.
..VOORZITTER: Dat heeft ook niemand be
weerd. Daar u ook thans weer van het vraag
recht misbruik maakt, sluit ik u hiervan tegen
over dezen getuige uit.
TORGLER: Marowski heeft verklaard, dat
v. d. Lubbe gesproken heeft van zijn voornemen,
om in de communistische vergadering in het
Sportpalast bij de discussie te spreken. Het is
echter prinpieel verboden, dat een communist
in de vergaderingen zijner eigen partij bij de
debatten het woord neemt. v. d. Lubbe zou dus
slechts zijn tegenovergestelde meening hebben
kunnen uiten. Is getuige Marowski dit met mij
eens?
GETUIGE: Ik heb aangenomen, dat hij com
munist is, doch het niet wil toegeven. Ik heb
met hem over de kwestie, wat hij in de vergade
ring zeggen wilde, niet gesproken.
Thans wordt de rechter van instructie Vogt,
die het geheele vooronderzoek heeft geleid, ge
hoord. Hij verklaart o.a.: v. d- Lubbe heeft tij
dens het vooronderzoek de inlichtingen ver
schaft welke ik van hem wenschte. De manier,
waarop hij placht te spreken, was van dien
aard, dat hij nauwkeurig overwoog, wat hij zei.
Vaak duurde het wat lang, voor hij met het
antwoord klaar was.
Wij collega's, hebben er ons herhaaldelijk voor
uitgesproken, dat v. d. Lubbe eèn zeer buiten
gewoon geheugen had aangaande de verschil
lende voorvallen in zijn leven, zooals men dat
zelden aantreft. Overigens was het niet gemak
kelijk, v. d. Lubbe een verhoor af te nemen.
Wanneer hij thans een andere houding aan
neemt dan bij het verhoor, dan verklaar ik me
dat aldus: Het is een man, die in verzet komt,
wanneer men hem op iets wijst, dat hij on
rechtvaardig acht of als men hem vragen stelt,
die zijns inziens overbodig zijn. Dat heb ik zeer
snel gemerkt en ik heb het naar vermogen ver
meden, hem in een dergelijke positie te bren
gen.
De moeilijkheden bij het verhoor begonnen
altijd dan, als ik hem vroeg, of hij werkelijk
alles alleen had gedaan. Als ik hem vroeg, of
hij die vier branden had gesticht, dan ant-
sósSp"li'?#* wLx<v.s->x- .v-
>y'.f +■?*.#- i-.'v.,- -v.
v; 4
.v t x
De Voorzitter van den Raad van den Volkenbond, de Noorsche vertegenwoordiger
Mowinkel, tijdens de rede waarmee hij de veertiende Voltallige Vergadering van
den Volkenbond opende
woordde hij duidelijk en krachtig: ja, dat heb
ik gedaan. Maar als ik dan sprak over wat we
te weten waren gekomen over zijn gesprekken in
Neuköln, dan ontkende hij.
De rechter van instructie spreekt dan over
het verhoor van den Rijksdagsbrand. Ik heb
hem er op gewezen, dat de eensluidende op
vatting van alle deskundigen deze was, dat het
technisch onmogelijk is, dat v. d. Lubbe alléén
den brand heeft kunnen stichten en zoo, als hij
het heeft gedaan. Ik heb hem er op gewezen
en dat was hem bijzonder onaangenaam
dat hij ook geprobeerd had, de portieres van
den ingang der zittingszaal in brand te steken
en dat deze met den besten wil niet met een
vuurmaker aan te steken waren. Ik heb toen
gezegd: v. d. Lubbe, uit dit alles blijkt toch, dat
je onwaarheid spreekt, door te zeggen, dat je
er alleen was. V. d. Lubbe antwoordde eerst: Ja.
dat kunnen de deskundigen wel zeggen, maar ik
zeg, het brandt toch. Ik antwoordde: je kunt je
zelf overtuigen, dat die portière niet zoo maar
brandt. Dan aarzelde hij opeens en zeide: ja,
dan ben ik misschien toch niet daar geweest.
Ik wees hem er op, dat die portière al in brand
had gestaan, voordat de brand tot dat gedeelte
van het gebouw was doorgedrongen. Daarop
antwoordde v. d. Lubbe dan weer: dan heb ik
misschien toch geprobeerd hem aan te steken.
Iets bepaalds was niet uit hem te krijgen
En ik kan mij voorstellen, dat deze dingen, die
ik hem heb voorgehouden, er de aanleiding toe
zijn geweest, dat hij besloten heeft niets meer
te zeggen, daar datgene, wat hü zou zeggen,
absoluut niet zou worden geloofd. Dit is mijn
verklaring voor zijn tegenwoordige houding.
Als Van der Lubbe glimlacht of zoo'n beetje
voor zich heen mompelt, dan liegt hij. Als hij
echter luid lacht dan acht hij een vraag zoo
vanzelfsprekend, dat hij zou willen zeggen:
waarom vraagt ge me dat eigenlijk nog eens?
Ik moet nog zoo ging de rechter van
instructie voort op een belangrijk feit wijzen,
dat in de protocollen niet tot uiting komt, n.l.
dat v. d. Lubbe blijkbaar ook beneden in de
hal bij portaal II van den Rijksdag is geweest.
Toen ik hem hiernaar vroeg zeide hij zich te
herinneren in een vertrek te zijn geweest waar
in zulke groote beelden stonden, een soort mu
seum. Op dit punt heeft hij waarheid gespro
ken. Als het er echter op aankwam vast te
stellen of er meer personen bij hem waren,
heeft hy onwaarheid gesproken. Wanneer ge
constateerd moest worden, dat v. d. Lubbe de
groote held was, die wat gedaan had, zeide hy
de waarheid.
De rechter van instructie zeide voorts prys te
stellen op de Verklaring, dat hü nooit iets heeft
gedaan wat voor de verdachten nadeelig zou
kunnen zijn. Ik ben te lang Duitsch rechter
om my niet bewust te zyn van myn plicht alles
in het oog te houden, wat kan dienen tot be
lasting, maar ook tot ontlasting van verdach
ten. De protocollen zijn door v. d. Lubbe on
derteekend, en ik kan me niet voorstellen, dat
hy of de Bulgaren willen beweren, dat ik iets
heb opgenomen wat niet door hen zelf is ge
zegd. Als Dimitrof hier iets dergelyks beweert,
dan moet ik helaas constateeren, dat dit een
bewuste onwaarheid is. Nooit heeft Dimitrof
de juistheid van het protocol op één enkel punt
betwist of gevraagd het te veranderen. Hy heeft
beslist meermalen verklaard, dat de protocollen
in hoofdzaak juist zijn en dat hy alleen wei
gert te teekenen, omdat zü niet uitvoerig ge
noeg zyn en z.i. tot misverstand aanleiding
kunnen geven. Hy heeft nooit den wensch ge
uit, dat ik bepaalde dingen nog zou opnemen.
Ik vind het dus ongehoord, dat thans beweerd
wordt, dat de protocollen niet zouden kloppen.
President: Dimitrof heeft er zich over be
klaagd, dat hem niets gezegd is over de ver
lovingsaankondiging.
Getuige Vogt: De verloving heeft niets met
de brandstichting te maken. Het was mij be
kend, dat Dimitrof een grooten vrouwelyken
kring van bekenden had. Toen ik een vraag
in deze richting stelde, werd hy zeer onaange
naam en merkte op, dat dit toch een particu
liere aangelegenheid was. Het is dus mogelyk,
dat ik niet op de my bekende verlovingsaan
kondiging ben ingegaan.
Op de vraag van den president, of v. d.
Lubbe vriendelyk was en of er ook aanleiding
was scherp op te treden, antwoordt getuige, uit
ervaring te weten, dat men een communist
nooit scherp moet aanpakken. Van der Lubbe
was vriendelijk en beleefd. Het was getuige
echter bekend geworden, dat verdachte verzet
had gepleegd en derhalve moest hy hem straf
fen. Tegelyk deelde hij echter aan v. d. Lubbe
mede, dat de straf niet zou worden toegepast
als hy zich in de toekomst goed wilde gedra
gen. Zekerheidshalve was een tolk te hulp ge
roepen.
De Oberreichsanwalt: Is het U ooit opgeval
len, dat tegen v. d. Lubbe iets werd onderno
men, wat niet in orde was?
Getuige Vogt: Daar heb ik niets van gehoord.
Hij zelf heeft zich ook nooit beklaagd, behalve
dan over de boeien. Toen moest ik hem zeg
gen, dat ik hoezeer het my speet op grond der
wettelijke bepalingen niet anders kon hande
len. Overigens verklaart getuige, over de hou
ding der verdachten, dat de Bulgaar Tanef een
poging tot zelfmoord heeft gedaan en dat Di
mitrof hem, den rechter van instructie, had
aangevallen. Hy was met uitgestoken vuisten op
hem toegesprongen en alleen door zijn zeer
energiek optreden kon hij Dimitrof van hand
tastelijkheden weerhouden
MOSKOU, 27 September. (Reuter). Het Rus
sisch Telegraaf Agentschap meldt:
De Duitsche zaakgelastigde alhier heeft by
Litwinof een nota ingediend, waarin wordt ge
protesteerd tegen t uitwijzen van de Duitsche
dagblad-correspondenten en gevraagd wordt de
zen maatregel in te trekken.
In zijn antwoord heeft Litwinof verklaart, dat
de Russische regeering tot het uitwyzen der
Duitsche journalisten gedwongen is, tengevolge
van het optreden der Duitsche autoriteiten te
gen de Russische journalisten in Duitschland.
Litwinof herinert vervolgens aan de arresta
ties en huiszoekingen bij de correspondenten
van de „Isvestia," de „Prawda" en van het
Tass-agentschap, en aan het niet-verstrekken
van toegangsbewijzen voor de opening van den
Rijksdag en het proces te Leipzig.
Ondanks de beloften, van het Duitsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken om de "oo-
dige maatregelen te nemen, is de toestand niet
verbeterd, dóch integendeel nog slechter gewor
den.
Daar de Russische regeering niet tot represail
le-maatregelen wilde overgaan, heeft zy aan de
Duitsche journalisten verklaard dat zy niet
langer in Rusland kunnen blijven, zoolang de
Russische journalisten him werk in Duitsch
land niet kunnen doen. De Duitsche regeering
is dus zelf verantwoordelijk voor den huidigen
toestand.
De Heimwehren sluiten zich aan bij Dolf fuss"
Vaderlandsche Front.
..De economische opleving in Amerika stokt.
Duizenden stakers.
van het Ryksdagbrandproces te
Voortzetting
Leipzig.
De Russische nat.-soc. beweging „Rond" in Prui
sen verboden.
Duitsch protest tegen bet uitwijzen der jour
nalisten uit Moskou.
Tampico opnieuw door overstrooming bedreigd.
De Algemeene Vergadering van den Ned. R.K.
Middenstandsbond te Breda.
Ernstig verkeersongeluk te Eindhoven; een
doode en een zwaar gewonde
Fraude te Moordrecht.
Mr. Duys niet uit de S.D.A.P.
Moord in den Grooten IJpolder
Verwachting: Zwakke tot
matigen wind uit Oostelijke richtingen,
nevelig tot licht of half bewolkt, droog,
EE warm weer.
M Hoogste stand: 772.5 te Stockholm.
EE Laagste stand: 756.9 te Rochefort.
Zon op 6.57, onder 6.44. Licht
EE op 7.16. 3 Oct. Volle Maan.
iiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiii
Op een vraag van dr. Sack over het gedrag
van Torgler, antwoordt getuige, dat Torgler
geen moeilykheden heeft veroorzaakt en altijd
beleefd en voorkomend is geweest. „Ik moet
echter met alle beslistheid verklaren: er kan
geen sprake zyn, dat ik van meening ben. dat
hetgeen Torgler my verteld heeft overeenkomt
met de waarheid."
Dr. Sack: Hebt U gepoogd, onder mededee-
ling, dat Torgler al bekend had, verdachte v.d.
Lubbe er toe te brengen zijnerzijds te zeggen,
dat Torgler medeplichtig is aan den ryksdag-
brand?
Getuige Vogt: Opdat er geen verkeerde in
druk ontstak, verklaar ik met alle beslistheid
dat ik nooit of te nimmer iets gedaan heb wat
in stryd zou zyn met de eer van een Duit-
schen rechter.
De president laat nu v. d. Lubbe voor de
rechterstafel komen en vraagt hem of hy iets
te zeggen heeft over de getuigenis van den
rechter van instructie.
Van der Lubbe bhjft byna een minuut lang
met gebogen hoofd zwijgend staan en zegt dan:
„Neen."
Getuige Vogt (na eenig aarzelen): Ik meende
eigenlijk, dat een dergelyke vraag mij be
spaard zou worden! Ik ben Duitsch rechter, ik
ben Reichsgerichtsrat en heet bovendien Vogt,
en ik meen....
Dr. Sack: Deze vraag houdt verband met de
bewering van een Duitseh advocaat, die als
verdediger van Neumann in het Tsjeka-proces
met u in Moabit gesproken zou hebben. In het
buitenland heeft hy thans de genoemde bewe
ring verspreid. Ik acht het noodig in het be
lang van Duitschland deze zaak te onderzoeken.
Dimitrof: Heeft getuige als rechter van
instructie op 1 April een mededeeling la
ten publiceeren, waarin gezegd wordt, dat
Dimitrof, Popof en Tanef samen met v. d.
Lubbe den brand in den Ryksdag gesticht
hebben. Ik vraag: Ja of neen! (beweging
en vroolykheid onder het publiek).
President: Dimitrof, ik heb nu geduld
genoeg met je gehad; als je geen anderen
toon aanslaat, dan moogt ge in het geheel
geen vragen meer stellen.
Getuige Vogt: Het is juist, dat een derge
lijke mededeeling aan de pers is gegeven; daar»'
in staat, dat de drie gearresteerde Bulgaren
betrokken zijn geweest by de brandstichting of
by het vernielen der kathedraal in Sofia. La
ter heb ik gezegd, dat deze mededeeling my
onjuist schijnt. Het is echter Dimitrof's eigen
schuld, want hy heeft my nooit gecorrigeerd
toen ik bij het bespreken van den Bulgaarschen
opstand in 1923 ook de vernieling der kathe
draal daarmede in verband bracht, ofschoon
laatstgenoemde gebeurtenis in 1925 plaats had.
Dimitrof hoort zich op een gegeven oogenblik
door den voorzitter de woorden toevoegen: Nu
houdt U maar Uw mond.
Op verdere verwyten van Dimitrof constateert
de getuige, dat Dimitrof zich nimmer tot het
RÜksgerechtshof, als laatste instantie, heeft ge
wend.
De president ontneemt verdachte Dimitrof
ten ilotte bet woord. „Wanneer hü nog één
woord zal zeggen, wordt hü direct weggeleid."
De zitting wordt verdaagd tot Donderdag
ochtend half tien.
LEIPZIG, 28 Sept. Vandaag zal het verhoor
plaats vinden van beambten van het Berlynsche
Slot en andere burgers. Zy zün by de opening
niet aanwezig, daar de treinen uit Berlyn nog
niet zyn binnengekomen. Bedoelde getuigen zyn
eerst gisteren telegrafisch opgeroepen, hetgeen
te wyten is aan de wegens v. d. Lubbe's „tak
tiek" gewyzigde volgorde van het proces.
Als zy tenslotte gearriveerd zyn, wordt ter
stond overgegaan tot de bewysopneming aan
gaande de verschillende gesprekken, welke v. d.
Lubbe voor het bureau van den Maatschappe
lijken Steun in Neuköln en op andere plaatsen
heeft gevoerd.
Eerst wordt de opperwachtmeester van po
litie, Albrecht, gehoord over den brand in het
Steunbureau.
Getuige werd tegen 7 uur door een heer op
merkzaam gemaakt op een rood schijnsel van
uit de houten barak, waarin het bureau is on
dergebracht. Hü ging er terstond heen en stel
de vast, dat er op het dak op twee plaatsen
brand was gesticht. Samen met den mecanicien
Möller sloeg hy het vuur met een stok uit; het
dakvilt begon reeds te branden.
Vervolgens werd de Berlynsche Stadsinspec-
teur, Frank, de leider van het bureau, gehoord.
Deze verklaarde, dat den dag voor de brand
stichting communisten een georganiseerden
aanval op het bureau was beraamd, hetgeen
hem door een vreemden man was medegedeeld.
Daarom had op den bewusten morgen een
politle-officier met acht man zyn intrek in het
bureau genomen. Het viel op, dat de wacht
lokalen dezen morgen veel voller waren dan
anders en dat er veel nieuwe bezoekers waren.
Plotseling verspreidde zich het gerucht, dat
de politie het communistisch lokaal in de
Steinmetz-strasse van waaruit de aanval zou
worden ondernomen, had opgeheven. Opvallend
snel liepen gangen en lokalen van het bureau
nu leeg.
WITTENBERG, 27 Sept. (V.D.). De Duitsche
Evangelische Nationale Synode heeft Woens
dagmiddag met algemeene stemmen den lands-
bisschop Ludwig Mueller gekozen tot eersten
Rijksbisschop van de Duitsche Evangelische
Kerk.
tr-J i e v v1111 ii 11i11 ii 7
Stand op Donderdag 1 uur n.m.: 758
Vorige stand: 758