IN EN OM
HAARLEM
Prikkeldraad
UIT DEN GEMEENTERAAD
Vijfde R.K. Onder
wijzersdag
Probaat middel
DONDERDAG 28 SEPTEMBER
DE E1SGELSCHE VLOOT- EN VLIEG-MANOEVVRES
DE BOOTEN VAN BUS
GEVEILD
Onder groote belangstelling en
tegen merkwaardige prijzen
KON. NED. HOOGOVENS EN
STAALFABRIEKEN
Het jaarverslag
Productie
Export
Aanverwante ondernemingen
ARBEIDSBEMIDDELING
Vergadering agenten
Buurtverkeer Den Haag
Warmond
In het Koloniaal Instituut
te Amsterdam
Rede pater Otten
Zilveren professiefeest
HET ZINKEN VAN DE
„SPAARNESTROOM"
Geen kwaadwilligheid?
Gewetensgeld
Een der moderne vliegbooten aan de Firth of Forth bij de laatste voorbereidingen
tot den start, om deel te gaan nemen aan de Engelsche vlootmanoeuvres in de
nabijheid van de Schotsche kust
BH het begin van de raadszitting deed de
heer Peper het voorstel, dat hem vóór
half vijf het woord zou worden verleend
tot het houden van zyn interpellatie over het
niet verhuren van de Gemeentelijke Concert
zaal aan communisten. Het werd door de raads
leden met hoongelach ontvangen en dat niet
alleen, vermoeden wij, om de Russische vrij
moedigheid, die er uit sprak, maar ook omdat
iedereen overtuigd was, dat wij om drie uur
op het Prinsenhof van het mooie najaarsweer
zouden kunnen genieten. De heer Peper bleek
echter achteraf den besten kijk te hebben ge
had op de praatzucht van den Raad, want
om drie uur waren wij niet buiten en om half
vijf had de heer Peper zijn interpellatie nóg
niet afgestoken en om kwart vóór zes schorste
de voorzitter, tot ontzetting van alle raads
leden, die daarop niet hadden gerekend, en
rustig andere afspraken gemaakt hadden voor
den avond, afspraken waaraan zij zich moeilijk
meer konden onttrekken, de vergadering tot
des avonds 8 uur. Er heerschte onder het
illustre gezelschap gewoonweg verslagenheid, al
probeerden allen te lachen als de bekende boer
met kiespijn. De voorzitter legde echter kalm
zijn hamer neer en ging heen alsof hij zichzelf
beloofd had ditmaal zijn eten niet koud te
laten worden, zooals de vorige maal gebeurd
was, toen de zitting om bij half acht eindigde.
Het was overigens een verdiende straf voor
den Raad, want de middag was met zooveel
onbenulligheden volgepraat, dat wij er zelfs
geen stof in konden vinden voor een raads-
overzicht. Wij zullen ons daarom maar tevreden
stellen met het aanstippen van enkele punten.
Bij de ingekomen stukken was de tijding, dat
de Regeering de onlangs vastgestelde wijziging
van de verordening op de winkelsluiting heeft
goedgekeurd. Dat beteekent, dat binnen enkele
dagen de kapperszaken op Donderdagmiddag
gesloten zullen moeten zijn. Onder de inge
komen stukken was ook een klacht van be
woners van den Verspronckweg over het geraas,
dat de machines van de fabriek van Beijnes
des nachts maken. Ik begrijp dat niet, ant
woordde wethouder Gerritsz, men moest blij
zijn, dat Haarlem zoo gelukkig is geweest een
belangrijken spoedorder machtig te worden,
waarmede een aantal werkloozen geholpen zijn.
Daar moest men wat ongemak voor over heb
ben. B. en W. hebben tenminste medewerking
verleend om het werk hier te kunnen doen
uitvoeren. De heer Castricum was het daar
mede eens, maar vroeg om toch ook zooveel
mogelijk aan de belangen der bewoners van
den Verspronckweg te denken. Dat zeide de
wethouder toe.
De heer Westerveld interpelleerde over on
recht, dat een tijdelijk onderwijzer volgens hem
is aangedaan. De heer Roodenburg ontkende,
dat hier onrecht is geschied.
Aan den heer van Hees, tot 1 September j.l.
directeur van onzen stadsschouwburg, werd
eervol ontslag verleend met betuiging van den
dank der gemeente voor de door hem bewezen
diensten. De Raad onderstreepte deze woorden
van den burgemeester. Dit zal voor den heer
Van Hees een pleister zijn op de schrijnende
wonde, die geslagen is door het plotselinge
besluit om den stadsschouwburg te verpachten,
zoodat zijn betrekking overbodig werd. De heer
Van Hees is nu voor den dienst afgekeurd en
naar wij hooren hebben hem de gebeurtenissen,
die rondom den schouwburg plaats hadden, zeer
aangegrepen.
B. en W. hebben met Brinkmann een over
eenkomst gesloten, betreffende de verbouwing
van het perceel Groote MarktBarteljoris-
straat die daar een groote verbetering belooft
te brengen.
De Raad stelde een nieuwe verordening vast
voor de levering van gas, die vooral voor bou
wers van nieuwe woningen van belang was.
De heer Klein Schiphorst wist hen door zijn
practische opmerkingen vermoedelijk voor veel
onaangenaamheden te vrijwaren.
Het voornaamste punt, dat des middags
besproken werd, was echter wel de
regeling van het taxi-verkeer. Wij heb
ben over die bepalingen uitvoerige mededee-
lingen gedaan, toen het raadsvoorstel verscheen.
De Raad heeft de artikelen geaccepteerd, zoo
als zij door B. en W. waren geformuleerd. Als
deze verordening eenmaal van kracht is, zullen
de taxi's vergunning moeten hebben van B. en
W. om standplaatsen' te mogen innemen. Aan
die vergunning zullen zü de noodige bepalingen
kunnen verbinden wat betreft het toezicht op
het materiaal, dat gebruikt wordt, op de ta
rieven, de arbeidsvoorwaarden van de chauf
feurs enz. Behalve taxi's, die een standplaats
hebben, zullen er ook zijn, die van een garage
uit rijden. Deze zullen ook vrij passagiers mogen
opnemen, mits zij zich aan de bepalingen van
B. en W. onderwerpen. Het „snorren" wordt
verboden, maar het zal niet verboden zijn, dat
iemand zelf een taxi aanroept. Wij gelooven,
dat de juridische commissie hier een mooi
stukje werk heeft geleverd. In andere plaatsen
zooals Amsterdam, heeft men tot nu toe groote
moeite deze zaak te regelen, vooral moeite om
het „snorren" te beteugelen. Het is echter niet
onwaarschijnlijk, dat men de kwestie in Haar
lem onder de knie heeft gekregen.
Met belangstelling zullen wij intusschen af
wachten, welke voorwaarden B. en W. zullen
stellen aan de taxi-ondernemingen. Daar hangt
tenslotte veel van af. Dit voorwaarden kunnen
het jonge taxi-bedrijf, zooals zich dat in den
laatsten tijd heeft ontwikkeld, dienen, maar
ook kapot maken. B. en W. mogen zich echter
overtuigd houden, dat het publiek zich de
gemakkelijke taxi's niet meer zal laten ont
nemen. Wij willen maar zeggen, dat ieder
Haarlemsch burger er vrede mede kan nemen,
dat er orde gebracht in het nu nog ongeordende
taxi-bedrijf, maar de voorwaarden, die wij be
doelen, zullen van een breede opvatting moeten
getuigen en een fair trial geven aan iets, dat
zich een plaats heeft veroverd in de Haarlem-
sche samenlev; 'g. Wij zeggen dit, omdat de
mededeelingen Van den wethouder over de
1 irieven daaromtrent eenige ongerustheid deden
rijzen. Hij vertelde n.I., dat reeds nu bewezen
is, dat de taxi's niet voor een dubbeltje kunnen
rijden, en dat dit tarief te laag is om loonend
te zijn. Wij hopen, dat de wethouder zich eerst
van de juistheid daarvan overtuigt en zoo lang
mogelijk met zijn pen van het vaststellen van
die tarieven afblijft. De heele taxi-beweging in
Haarlem vindt immers haar oorzaak in de
dolle tarieven, die de zoogenaamde luxe-taxi's
jarenlang in Haarlem hebben gehandhaafd,
zulks met den warmen steun van het Haar-
lemsche college van B. en W. De wethouder
wachte zich nu om deze fout te herhalen. De
heer v. Dam wenschte het „snorren" onbeperkt
toe te staan. De meerderheid van den Raad
voelde daar niet voor. De heer Mars bleek niet
gerust te zijn over de concurrentie van taxi's,
die uit de garages rijden en vroeg om een tele
foon-centrale, waardoor de stationneerónde
taxi's kunnen worden opgeroepen.
De Raad voteerde verder een crediet van
3000 voor de avondverzorging der leerlingen
van de openbare en bijzondere scholen voor
buitengewoon lager onderwijs, zulks ter ver
vanging van het opgeheven vervolgonderwijs.
De wethouder voor de financiën vormde een
minderheid in het college van B. en W. en
verzette zich tegen deze uitgave. Hij zeide, dat
hij het niet met de reeds aangenomen bezuini
gingen in overeenstemming kon brengen als
dit bedrag, waarvoor geen dekking aanwezig
is, met zijn instemming op de begrooting zou
worden gebracht. Hij vond echter den gehee-
len Raad tegenover zich. De heer Boes bepleitte
een zuiniger inrichting van het onderwijs. Mevr.
Venema van den Vrijheidsbond en de heer
Joosten van de S.D.A.P. wilden het bijzonder en
het openbaar onderwijs samenvoegen. Hiertegen
kwam de heer Roodenburg heftig in verzet.
Van den heer Joosten was de nieuwe aanval op
het bijzonder onderwijs te verwachten. Hij heeft
nu al jaren lang de rechten van het bijzonder
onderwijs miskend. Maar van mevrouw Venema
verwonderde het ons, dat zij niet beter op de
hoogte is van de geschiedenis harer politieke
partij. De grootste fout, die de liberale partij
heeft gemaakt, is, zoo schreef nog onlangs haar
partijgenoot prof. Eigenraam, dat zij niet tijdig
heeft ingezien hoe funest haar strijd tegen de
bijzondere school is geweest. Men zou mogen
verwachten, dat mevrouw Venema nu tenminste
niet meer in deze fout zou vervallen. Gelukkig
bleef zij alleen staan met de communisten en
den heer Joosten. Zelfs de heer Van Santé,
het andere lid van den Vrijheidsbond, dat
gisteren in den Raad aanwezig was, steunde
haar niet.
De avondvergadering bracht een verrassing.
Een verrassing vooral voor den heer Peper, die
een interpellatie hield over het niet verhuren
van de gemeentelijke concertzaal en daarmede
geheel tegenovergesteld aan zijn bedoeling
een besluit oogstte, waarbij voortaan nimmer
meer aan de communistische partij of aanver
wante partijen en vereenigingen een gemeen
telijk terrein of gebouw zal worden verhuurd.
B. en W. hebben dien maatregel, zooals de
voorzitter mededeelde, genomen, omdat de com
munistische partij zich ten doel stelt het om
verwerpen van gezagsverhoudingen, welke B.
en W. geroepen zijn hoog te houden. Even waren
de raadsleden verbaasd over deze uitzonde
ringsbepaling, maar weldra kwamen van alle
kanten sympathiebetuigingen los. Alle partijen
voelden zich geroepen de houding van B. en
W. goed te keuren, met uitzondering van de
S.D.A.P., waarvan de woordvoerder o.m. wees
op het fascisme, dat ook de bestaande gezags
verhoudingen omver wil werpen. Wij verwijzen
voor het debat naar het verslag. Het werd een
politiek tournooi in ouden vorm. De heer Visser
zeide, er trotsch op te zijn, dat van Haarlem
uit zooveel eerste maatregelen zijn genomen
tegen het extremisme. Tot kwart voor twaalf
duurde de strijd en zoo kalm als de middag was
geweest, zoo bewogen was de avond. Een motie
van den heer Peper om het besluit van B. en
W. ongedaan te maken, werd verworpen met
20—9 stemmen. Een jaar geleden zou een der
gelijk debat ondenkbaar geweest zijn, maar
het bewijst wel, dat ook hier het verzet tegen
het communisme in korten tijd krachtig is ge
groeid.
Het was knapjes vol in het „Notarishuis" gis
terenmiddag toen vijf vrachtstoomschepen en
vier motorvrachtschepen van de failliete W. Bus'
Stoombootmaatschappij, die zooveel jaren een
geregelden vrachtbeurtdienst onderhield van
Haarlem naar Amsterdam, Rotterdam, Utrecht,
enz. werden geveild.
Om deze in Haarlem zelden voorgekomen
gelegenheid, troonde de Haarlemsche kanton
rechter, Mr. Del Baere, overeenkomstig de wet
bij den afslager, terwijl in de overvolle zaal een
Markervisscher naast een „sjieke meneer", ronde
zeelui naast deftige vertegenwoordigers, grijs- en
kaalkoppen naast vlasbaarden gezeten waren.
Leutige commentaar was van zelfsprekend niet
van de lucht en op de niet zeer vlekkeloos-witte
wanden leek het portret van een hoofschen rid
der en beeldige juffer, als een vlag op een mod
derschuit
Overigens kringelde de rook van sigaretten en
sigaren zich gezellig en gestadig uit de monden
der aanwezigen en veroorzaakte zooals altijd
lastige hoestbuien.
Het geval begon met de voorlezing der veilings-
voorwaarden en „stilte" geroep. Nadat dit een
tonige en langdradige zaakje geëindigd was
deed de afslager het nog eens voor de aandach
tig luisterende „goegemeente" over.
Toen kwamen de vragen los. De verkoop bleek
vrij van de betaling van hypotheek en schulden
te zijn, maar wel zou een strijkgeld van 25 tot
40 voor den hoogsten bieder, 10 pCt. opgeld
en een onkostenbedrag varieerend van 75 tot
180, geheven worden, maar dat zou bij elk
nummer „ampart" gezegd worden
Dót hadden allen begrepen en als ze het niet
begrepen hebben dan zullen ze het wel leeren!
luidde een opmerking) en daarna had er een
volksverhuizing plaats omdat de achtersten „niks
konden hooren."
Het motorvrachtschip „Spaarnestroom", ge
bouwd in 1926. groot 95733 ton, was het eerst
aan de beurt en werd ingezet op 1000. Dit be
drag liep met 200 tegelijk op, bleef lang op
2900 staan, snelde daarna naar 3900. Een
maal, andermaal.... hier, 4000, 4100,
4200, enz. Het bedrag steeg tenslotte met tel
kens 100 opslag tot 4600, waarop het defini
tief bleef staan. Mis hoor! De afslager begon nu
met 5000 er boven op te gooien, toen 4000,
3000, enz. tot 1800, 1600, 1400, 1200.
„Mijn", zei de vertegenwoordiger van N.V. J. en
A. v. d. Schuyt's Stoombootreederij te Rotterdam,
die thans den aienst van „Bus" waarneemt en
aan deze reederij werd het schip ook inderdaad
voor totaal 5800, met strijkgeld en onkosten be
taling enz., toegekend. De medeopbieders en lui
ster- en praatgragen konden er niet over uit
dat zooveel voor het schip geboden was! De een
vond het nog geen 4000 waard, de ander
nou ja, 4050, maar dan ook geen cent meer!
Zoo ging het op precies dezelfde wijze met de
andere schepen, zoodat toen om half vijf (de vei
ling begon om 3 uur) allen weer de frissche lucht
opzochten, na veel loven en bieden en veel ver
bazing over de hooge prijzen, de volgende ver-
koopen tot stand waren gekomen:
N.V. v. d. Schuyt's Reederij te Rotterdam,
(reeds genoemd) kocht q.q. bij afslag de motor
vrachtschepen Wilhelmina V, groot 54443 ton,
voor 1550; en Wilhelmina II, groot 55820 ton,
voor 1200. Beide schepen werden ingezet op
resp. 400 en 500 en voor beide werd met
animo geboden, zóó zelfs dat een der heeren uit
riep: „De menschen lijken wel gek!"
Wilhelmina II zou in normale tijden naar
schatting 8500 opgebracht hebben, maar werd
nu door velen nog niet eens 500 waard geacht.
Het kan verkeeren, zei de dichter Brederode
reeds in de vijftiende eeuw.
Het vierde motorschip „Lastdrager V", groot
66.333 ton, werd ingezet voor ƒ700 en na
lang op 1900 gestaan te hebben tenslotte bij
afslag verkocht voor 2010, aan De Boer te
Zaandam. Die 10 had de afslager dank zij
zijn afslag van 3000, tot 10 van n.b. den
zelfden kooper, die het schip bij opbod reeds ge
kocht had, weten los te krijgen!
Voor de vrachtstoomschepen v'as de animo
niet zóó groot. De „Cruquius", gebouwd in 1923,
groot 93804 ton, met 100 P.K. motor, had 10 jaar
geleden 36.000 gekost, werd thans ingezet op
500 en na heel vs'at vlugge sprongen in den
verkoopsprijs bij afslag verkocht aan v. Hens-
bergen te Blaricum voor 2100. Een beste boot,
die het wel waard is, was de algemeene opinie.
De „Leeghwater" (ook 'n goede boot), gebouwd
in 1923 en groot 93804 ton werd ingezet op
1000 en na een afwisselend traag en vlot
opbod en even snellen afslag verkocht voor
2350 aan De Graaf q.q. te Voorschoten. Met de
onkosten mee bedraagt de verkoopsprijs dus
f 2695. Tien jaar geleden zou men er misschien
30.000 voor geboden hebben....
De „Stad Haarlem", gebouwd in 1916 en groot
99732 ton, werd ingezet op 800 en zoo voor
f 1600 afgemijnd zijn, als niet iemand vóór den
hamerslag van den afslager nog juist 25
meer" geroepen had, waarna het opbod onder al
gemeen gelach weer doorging en tenslotte op
1700 bleef staan, 1700 bleef het ook bij den
afslag. H. Krijger te Haarlem was de kooper en
w'ard geprezen om zijn kooplust, want „er gingen
een boel appelen in de schuit.Voor onkosten
enz. komt er nog 180 op den verkoopsprijs.
De „Lastdrager I", gebouwd in 1922, groot
103273 ton en gekost hebbende ongeveer 30000,
werd ingezet op 100O en bij afslag verkocht
voor 2050 aan J. Krans te Schiedam, die met
onkosten mede 2340 als verkoopsprijs moet be
talen.
De „Lastdrager VI" tenslotte, gebouwd in 1918
en groot 94924 ton, raakte de curator in het fail
lissement voor 1450 na opbod (afslag had geen
resultaat) aan W. Heersma te Haarlem kwijt, die
zich eenige malen een schip voor zijn neus had
moeten laten voorbijgaan, maar thans zijn an
kers op dit schip kon vastgooien!
Dit schuitje had men 10 jaar geleden met on
geveer 20.000 betaald, naar wij zoo hier en daar
van experts in het vak hoorden
Toen allen zich over den opgebroken Zijlweg
verspreidden, herinnerde een stratenmaker zich
plotseling, dat de „booten van Bus" dien middag
geveild zouden worden....
Aan het jaarverslag van de Kon. Ned. Hoog
ovens en Staalfabrieken over het boekjaar
1932/33 ontleenen wij nog het volgende:
De productie van bijproducten der kolen-
destillatie nam, in verband met de geringere
kooksproductie van het afgeloopen boekjaar, af
en bedroeg eveneens 85 pet. van de normale
productie-capaciteit.
De enorme achteruitgang van de productie
van ijzer en staal in de wereld is tot staan ge
komen en heeft plaats gemaakt voor een pro
ductietoeneming, die in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika eerst na den val van den
dollar in April van dit jaar inzette, doch daar
na groote proporties heeft aangenomen.
In de Europeesche productielanden kon een
geringe vermeerdering van de bedrijvigheid
reeds worden opgemerkt in het laatste kwartaal
van 1932. Deze verbetering won verder veld,
zonder nochtans groote afmetingen aan te ne
men.
Wij slaagden er ook in het afgeloopen boek
jaar in, de ruwijzerproductie van ons bedrijf
bevredigend te handhaven, ofschoon de leve
ringen op de Nederlandsche markt nog verder
achteruit gingen. Wij leverden voor Neder-
landsch verbruik slechts 25.803 ton, voor export
219.746 ton, zoodat bijna 90 pet. van onze ruw
ijzerproductie moest worden geëxporteerd. Bij
den enormen achteruitgang van het ruwyzer-
verbruik in het algemeen en van den interna
tionalen ruwijzerhandel in het bijzonder, moest
ons aandeel in den totalen ruwijzerexport nog
verder toenemen. De volgende cijfers doen dit
duidelijk zien:
In 1929 oedroeg de ruwijzerexport van ons
bedrijf 15 pet. van den gezamenlijken export
van Duitschland, Frankrijk, Engeland, België-
Luxemburg en Amerika. In 1933 was dit percen
tage gestegen tot 60. Met andere woorden: ons
bedrijf wist sinds 1929 zijn export te handha
ven, ofschoon de wereldmarkt van ruwijzer tot
op een kwart terug ging. Het spreekt vanzelf,
dat een dergelijk resultaat slechts kon worden
verkregen, dank zij de ontplooiing van groote
activiteit op de voor den afzet van ons ruw
ijzer nog toegankelijke exportmarkten. Bevre
digende opbrengsten konden natuurlijk niet
worden verkregen; wat bereikt werd is echter,
dat de werkgelegenheid behouden bleef en dat
ook de nevenbedrijven hun arbeid konden
voortzetten.
Het dient hier echter vermeld te worden, dat
wij niet gerust kunnen zijn op de toekomst.
Het internationale handelsverkeer wordt on
tegenzeggelijk steeds beperkter. Overal viert het
nationalisme hoogtij en trachten de verschil
lende volksgemeenschappen hun moeilijkheden,
en in het bijzonder het werkloosheidsprobleem,
te overwinnen, o.a. door de nationale markt te
reserveeren voor het nationale productiever
mogen, waarbij het productievermogen zoo noo-
dig voor de behoeften van de eigen markt wordt
uitgebreid of daaraan wordt aangepast.
Onder deze omstandigheden wordt het al ot
niet handhaven van een belangrijke export
positie zooals de onze steeds minder beheerscht
door het normale concurrentie-principe, t.w. de
levering van goede waar tegen lagen prijs, en
steeds meer afhankelijk van buitenlandsche
overheidsmaatregelen, waartegen geen particu
lier verweer mogelijk is en die met één slag de
bestaansmogelijkheid van een exporteerend be
drijf kunnen vernietigen.
Waar de Nederlandsche regeering tracht er
voor te waken, dat de export van het land zoo
goed mogelijk gehandhaafd blijft, hopen wij dat
zij zoo noodig ook op de bres zal staan wanneer
het er om gaat den Nederlandschen export van
ruwijzer te verdedigen.
Intusschen blijven wij het oog er op gericht
houden, dat in de toekomst het geproduceerde
ruwijzer in meerdere mate verwerkt moet wor
den tot ijzeren en stalen voorwerpen, die in
Nederland verbruikt worden. Veel voorbereidend
werk om tot dit doel te geraken werd ook in
het afgeloopen jaar door ons verricht
Eenige contracten die betrekking hebben op
den aankoop van Zweedsche ertsen hebben nog
een geldigheidsduur van eenige jaren. Bij het
huidig prijsniveau brengen deze contracten ver
lies en voor het loopende boekjaar moet dan
ook opnieuw een bedrag gereserveerd worden
en wel van 300.000.— om dit verlies te dekken.
Wat de markt voor bijproducten betreft kan
het volgende worden vermeld:
De opbrengst van onze teerproductie was na
genoeg gelijk aan die van het vorige jaar. De
benzolmarkt was in doorsnee gunstiger, doch
in den laatsten tijd weer zwakker.
De opbrengst van ammoniumsulfaat was,
niettegenstaande het internationaal accoord
tusschen de Europeesche producenten, zeer on
bevredigend.
Onze deelnemingen in aanverwante onder
nemingen gaven ook in dit jaar nagenoeg geen
inkomsten.
CementfabriekIJmuiden (Cemij) N.V. De
financieele resultaten over 1932 waren amper
voldoende om de kosten van het bedrijf zonder
de afschrijvingen te dekken. De strijd op de
Nederlandsche markt duurt nog steeds vcort,
de prijzen vertoonen dientengevolge nog geen
herstel. Wij mogen evenwel tevreden zijn, dat
de geproduceerde cement steeds beter kon wor
den afgezet, zoodat sinds den aanvang van dit
jaar met min of meer volle capaciteit kon wor
den geproduceerd. Wij zien dan ook, voor zoo
ver deze onderneming betreft, de toekomst met
vertrouwen tegemoet.
N.V. Teerbedrijf Uithoorn. Besloten werd om
over het boekjaar 1932 geen dividend uit te
keeren.
Belangrijk is, dat een nationaal teerverwer-
kingscontract tot stand kon komen tusschen de
teerdestillateurs eenerzijds en de overgroote
meerderheid der gasfabrikanten anderzijds.
Hierdoor zal zeker bereikt worden, dat meer
geregelde verhoudingen op de markt van teer
en teerproducten zullen ontstaan.
Maatschappij tot Exploitatie van Kooksoven-
gassen (Mekog) N.V. Het bruto bedrijfsover-
schot over het boekjaar 1932 werd voor afschrij
vingen bestemd.
Voor het bemestingsseizoen 1933/'34 zijn de
bestaande overeenkomsten tusschen de Euro
peesche producenten verlengd; met de produ
centen in andere werélddeelen echter is nog
geen samenwerking verkregen. De vooruitzich
ten zijn dan ook niet rooskleurig.
Het verlies over het afgeloopen boekjaar zal
moeten worden overgebracht naar nieuwe reke
ning, waardoor het saldo verlies op de balans
tot ƒ3.667.476.51 stijgt.
Dezer dagen had de jaarlijkshe vergadering
van agenten der arbeidsbemiddeling in het
district Haarlem plaats onder leiding van den
directeur der Districts-Arbeidsbeurs, den heer
J. Vader. De vergadering was druk bezocht en
werd behalve door alle agenten, bijgewoond
door den heer Hazelhof, als vertegenwoordiger
van den directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling, door den Wethouder voor de Werkloos
heidsbestrijding, tevens voorzitter van de Com
missie van Toezicht op de Arbeidsbeurs der ge
meente Haarlem, den heer W. J. B. van Liemt,
verder door de heeren ir. H. J. M. Bekkers, J
H. Niemöller, C. v d. Winden en S. M. de
Leeuw, leden van de Commissie van
Toezicht op de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te
Haarlem, door den voorzitter der Commissie
van Toezicht op het Agentschap te Zandvoort,
door wethouders uit de gemeenten Beverwijk en
Hillegom, en door vertegenwoordigers van Com
missies voor ontwikkeling van jeugdige werk
loozen te Heemstede en Zandvoort.
De voormiddagbijeenkomst was in hoofdzaak
gewijd aan de bespreking van een aantal
vragen, die zich in verband met de Arbeids-
bemiddelingswet voordeden, benevens van een
voorstel omtrent de samenwerking van de
agentschappen met de Districts-Arbeidsbeurs
en onderling.
In den namddag hield de heer W. F. Jansen,
secretaris van de Commissie voor jeugdige werk
loozen te Haarlem na een gezamenlijk be
zoek aan de vakcursussen voor jeugdige werk
loozen der gemeente Haarlem in de daarvoor
ingerichte werkplaatsen een inleiding over
het onderwerp: „Zorg voor jeugdige werkloo
zen", terwijl ten slotte de heer W. F. Detiger,
directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs te
Amsterdam en secretaris van de Nederlandsche
Vereeniging tot bevordering van den arbeid
voor onvolwaardige arbeidskrachten (A.V.O.)
het onderwerp: „De arbeidsbemiddeling van on
volwaardige arbeidskrachten" behandelde.
Naar wij vernemen is de proef met invoering
van buurtverkeer tusschen Den Haag en War
mond geslaagd en heeft de Directie der N. S.
besloten Warmond thans definitief te voegen
bij het baanvak Den HaagLeiden, zoodat men
voortaan ook van Den Haag en Voorschoten
buurtverkeer naar Warmond zal kunnen krijgen.
Gisteren is te Amsterdam de vijfde R.K. On
derwijzersdag gehouden, georganiseerd door
de afdeelingen Amsterdam, Haarlem, Zaandam,
Aar- en Amstelstreek der St. Augustinusver-
eeniging.
Des morgens negen uur droeg mgr. dr. G. C.
van Noort, deken van Amsterdam, in de St.
Bonifaciuskerk de H. Mis op tot intentie van
de deelnemers. Het knapenkoor onder leiding
van kapelaan W. van Gastele zong de wisse
lende gezangen.
Om elf uur ving in de groote aula van het
Koloniaal Instituut de ochtendbijeenkomst aan.
Zaal en balcon waren tot in uiterste hoeken
bezet.
De voorzitter van het uitvoerend comité, de
heer A. van Breukelen, opende de vergadering
met een hartelijk welkom, in het bijzonder aan
mgr. dr. van Noort, deken van Amsterdam, aan
de inspecteurs in de inspecties Amsterdam en
Haarlem, aan de heeren schoolopzieners Ade-
ma, Veringa en Luyckx, den heer Vintges van
de St. Vincentius-vereeniging, de verschillende
vertegenwoordigde schoolbesturen, de heeren
Brugman en Spelle, leden van het hoofdbestuur
der St. Augustinusvereeniging en tenslotte aan
de aanwezige eere-leden, de heeren Maartens
uit Amsterdam en van Dam uit Ouderkerk.
Met groote voldoening constateerde de voor
zitter de groote belangstelling, welke men om
wille der plaatsruimte zelfs had moeten rem
men. Een volgende maal zal naar een nog
grootere vergaderruimte worden uitgezien.
Na het zingen van het Bondslied was het
woord aan pater Felix Otten O. P., voor het
uitspreken van het eerste deel zijner rede, ge
titeld „Idealisme in de Opvoeding".
De idëeele kan van het onderwijzersambt
wordt door de Onderwijzersdagen zeer bevor
derd. Men staat, vooral bij ons Katholieken,
nogal nuchter en sceptisch tegenover het be
grip idealist. Men beschouwt het teveel als
illusie, men verwart het met utopie. Ideaal
staat niet tegenover realiteit, het staat tegen
over banaal. Idealen zijn levende en levenwek
kende voorstellingen, iets volmaakts, ons ten
voorbeeld gesteld, om ons te begeesteren en
ons met groote kracht te bezielen.
Wij, die staan op het betonnen fundament
van ons geloof en onze wereldbeschouwing,
moeten en kunnen volbloed idealisten zijn. Al
leen ook als wij zelf idealisten zijn, kunnen
wij de jeugd tot idealisme opvoeden. Ons wil-
en streefvermogen moet daarbij gechauffeerd
worden door het verstand.
Met ons voorbeeld, meer dan met onze woor
den, moeten wij de jeugd bezielen.
In onzen barren tijd is toch ook veel moois
In de jeugd is idealistisch streven. Er is echter
ook veel leelijks in onzen tijd. De kern der
geestelijke ontreddering, nauw verbonden aan
de materieele, is, dat onze tijd te veel op het
wereldsche, te weinig op het eeuwige is ge
richt. Wij zitten nog midden in het practisch
materialisme, dat voert tot banaliteit, tot on
christelijke levenshouding, tot het tegenover
gestelde van idealisme.
Onder soepele, liefdevolle leiding dienen wij
de moderne jeugd, die zelfstandiger is, ratio-
neeler, opstandiger dan voorheen, te evoluee-
ren in een snel tempo, het tempo van onzen
tijd. Voor oogen moeten wij houden de waarde
van de ziel van het kind. Wij moeten apostel
zijn, geen ambtenaar; de kinderen begeestering
bijbrengen voor den hemel, het levensdoel.
In het volgroeiende lichaam ontplooit zich
ook de ziel en daarom houdt de opvoeding van
het lichaam nauw contact met de opvoeding
van de ziel.
Zijn wij, onderwijzers, niet al te veel intel
lectualistisch geweest; hebben wij naast het
verstand ook wel den wil gevormd en opge
voed. De hartstochten mag men niet dooden
doch zij moeten geregeld worden door verstand
en wil. De zielsontwikkeling in haar streven is
een ideaal. Het offer, de ascese, geven aan de
ziel haar diepgang. Offergeest leidt tot offer-
vreugde. Over dit ideaal staat het geloof, niet
als een doode formule, maar als een levende
zielekracht. De eeuwigheidsgedachte maakt
't leven mooi, geeft het achtergrond, 't Geeft
vreugde in onze zielen, dat wij onderwijzers
zijn en van de jeugd menschen kunnen maken,
die God dienen en daardoor heerschen. Wij
moeten weg uit het katholicisme der passivi
teit. Wy kunnen hooger en dieper: wij moeten
worden bewuste katholieken, die gebroken
hebben met de sleur en weten waarom.
De rede van pater Otten werd hier onder
broken voor pianospel van mej. Suze ten Na
pel, die ten gehoore bracht „Impromptu no. 4
in As-dur" van Fr. Schubert en „De Valse"
van Chopin.
In het tweede deel van zijn rede wekte pater
Otten zijn gehoor op om zich bij het opvoe
dingswerk te laten leiden door de voorschriften
en vermaningen der H. Kerk, luisterend naar
het woord van bisschoppen en priesters, daarby
indachtig, dat ook de priesters menschen zyn,
waaraan wij geen bovennatuuriyke eischen
mogen stellen.
De ouderen onder ons hebben vaak te veel
geschermd met de deugd der voorzichtigheid.
Er is ook nog by de jongeren een deugd van
sterkte. Beide hebben haar uitwassen, resp.
inertie en overmoed. Laten wij samen
komen in deze vier deugden: voorzichtigheid,
sterkte, rechtvaardigheid en matigheid.
Onderwys is moeilijk en zenuwsloopend,
maar ook heerlijk-mooi. Laten wij met nieu
wen moed, yver en bezieling onze taak gaan
vervullen, onbezweken en onvervaard, 't Wem
zal dan zyn een apostolaat, een vreugde in
het laven en voor de eeuwigheid.
Vóór de vergadering en tydens de pauze be
zochten de deelnemers een tentoonstelling van
leermiddelen, welke in enkele zalen van het In
stituut was ingericht.
In de namiddagbijeenkomst sprak Felix
Timmermans over „Pieter Breughel", terwyi de
tenor Vincent Bers, aan de piano begeleid door
mej. C. van Bers, enkele zangnummers ten ge
hoore bracht.
Weet u, wat een probaat middel is om
aan een wantoestand geen einde
gemaakt te krygen?
11111
Het probate middel bestaat hierin, dat alle
direct en indirect geïnteresseerden den wan
toestand maken tot een onderwerp van voort
durende, felle, hardnekkige discussie: men
draagt zorg, dat er in gesprekken, op vergade
ringen, in de pers en overal elders en altyd
over den wantoestand gekankerd wordt; by-
zondere aanbeveling verdient het, commissies in
het leven te roepen, die er de voorgeschiedenis
en het verloop van registreeren, die met afschuw
de diepte en den omvang van het kwaad
hebben te meten en krachtige prae-adviezen
moeten uitbrengen: hoe het kwaad met wortel
en al moet worden uitgeroeid; van uitnemend
belang is het ook, dat hier en daar moties en
resoluties tegen het kwaad worden aangenomen
en dat er proclomaties tegen afgekondigd wor
den, heusch, dat is de beste methode.
Bewijs?
Het kwaad: de cumulatie van functies en
pensioenen.
Wat is daar niet tegen gekankerd! Niet alleen
onder brave katholieken, maar niet minder ook
onder dito tegenstanders.
Gevolg: heel de wereld is ervan overtuigd,
dat cumulatie een der ellendigste kwalen onzer
geëerbiedigde samenleving is.
Dus (en ziehier nu het beste bewys voor de
probaatheid van het middel!) de zaak blijft
by 't oude en de gevallen van cumulatie ver
meerderen zich dat 't een lieve lust is! t Is
waar: Ir. Cramer van de S.DA.P. moest een
veertje van jaarlijks 9000 laten, en de Haag-
sche wethouder Drees bedankte wegens zyn
benoeming tot Kamerlid, maar dat zyn dan
ook vrijwel de eenigste slachtoffers van de
/Hetze"; overigens biyven burgemeesters en
wethouders van groote en kleine steden rustig
jes lid der Tweede Kamer en gaat men hier
en daar voort pensioenen en pensioenen op te
stapelen, en dit laatste óók in kringen, waar
den volke dag in dag uit vóórgepredikt wordt,
dat de mensch met versmading van het aard-
sche de Heer zal erin voorzien leven moet
uit het beginsel.
„De Morgen" heeft er dezer dagen op gewe
zen, dat er in de laatste weken weer drie ge
vallen zijn aan te wyzen van Kamerleden, die
tot wethouder in een der grootste steden van
ons land werden gekozen:
de katholiek Feber te Den Haag;
de Christelijk-Historicus Snoeck Henkemans
in Den Haag;
de liberaal Vos in Amsterdam.
De heer Snoeck Henkemans ziet zelfs op 71-
jarigen leeftyd nog kans, èn wethouder van
Den Haag èn Kamerlid te zyn! Terwyi leden
der rechteriyke macht op .jeugdigen" leeftyd
zullen moeten gaan plaats maken, op com
mando.... mede van Eerste en Tweede Kamer
leden van 's heeren Snoeck Henkemans' leef
tijd!
Kunnen belangrijke functies als van burge
meester, wethouder, gedeputeerde en Kamerlid
in cumulatie behooriyk vervuld worden? Moet
de burgemeester of de wethouder niet vaak
absent zyn, omdat het Kamerlid moet
optreden? Is het geen maatschappelijk, geen
sociaal belang, dat ook anderen, ook jongeren,
een kans krygen? Is het niet beter, dat twéé
gezinnen behooriyk kunnen rondkomen dan
één gezin dubbel-behooriyk? Is het niet van
algemeen belang, dat pensioen-gerechtigden
überhaupt niet langer hun evenmenschen in
den weg staan?
Wij weten bij voorbaat, welk antwoord de
vox populi, de stem des volks, op al deze vragen
geven zal, en naarmate nieuwe feiten zich
voordoen, zal er sterker gekankerd, heviger
gecommissied, onderzocht, gepraeadviseerd, ge-
motied en geproclameerd worden.
Maar des te sterker vreezen, des te heviger
wanhopen wij dan ook.
4 October zal de
Eerw. Zuster Alexia
(mej. E. Boeree, uit
Haarlem) van de Orde
der Zusters van den
H. Vincentius a Paulo
den dag herdenken,
waarop zij 25 jaar ge
leden haar H. Profes
sie deed. zy is thans
werkzaam in het
klooster te 's-Herto-
genbosch.
De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam
heeft uitspraak gedaan inzake het lek worden
en zinken van het stoomvisschersvaartuig
„Spaarnestroom" IJM 65 op de Noordzee.
De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van
De conclusie waartoe de Raad kan komen is
alleen deze, dat het breken van de kap der
balans-as slechts mogelyk was doordat een der
bewegende deelen van de luchtpomp of van de
circulatiepomp moet zyn klemgeloopen, waarna
tevens een breuk aan de pomplichamen moest
volgen. De. waterinhoud dezer pompen heeft
zich in een breeden straal in de machinekamer
ontlast. Nu de inlaat-circulatie niet werd dicht
gedraaid, kreeg de zee door de gebroken pomp
lichamen een vrye verbinding met het inwen
dige van het schip, met het bekende gevolg.
Zoo is althans de ramp verklaarbaar.
Den Raad hebben allerlei suggesties bereikt,
welke op kwaadwilligheid zouden wyzen. Den
Raad zijn echter geen feiten ter oore gekomen,
waarop een conclusie in die richting zou kun
nen steunen. Uit het verhoor der getuigen is
dienaangaande ook niets gebleken.
By' den inspecteur der directe belastingen al
hier is aan gewetensgeld binnengekomen
276.08.