IN EN OM HAARLEM Prikkeldraad UIT DEN GEMEENTERAAD Vijfde R.K. Onder wijzersdag Probaat middel DONDERDAG 28 SEPTEMBER DE E1SGELSCHE VLOOT- EN VLIEG-MANOEVVRES DE BOOTEN VAN BUS GEVEILD Onder groote belangstelling en tegen merkwaardige prijzen KON. NED. HOOGOVENS EN STAALFABRIEKEN Het jaarverslag Productie Export Aanverwante ondernemingen ARBEIDSBEMIDDELING Vergadering agenten Buurtverkeer Den Haag Warmond In het Koloniaal Instituut te Amsterdam Rede pater Otten Zilveren professiefeest HET ZINKEN VAN DE „SPAARNESTROOM" Geen kwaadwilligheid? Gewetensgeld Een der moderne vliegbooten aan de Firth of Forth bij de laatste voorbereidingen tot den start, om deel te gaan nemen aan de Engelsche vlootmanoeuvres in de nabijheid van de Schotsche kust BH het begin van de raadszitting deed de heer Peper het voorstel, dat hem vóór half vijf het woord zou worden verleend tot het houden van zyn interpellatie over het niet verhuren van de Gemeentelijke Concert zaal aan communisten. Het werd door de raads leden met hoongelach ontvangen en dat niet alleen, vermoeden wij, om de Russische vrij moedigheid, die er uit sprak, maar ook omdat iedereen overtuigd was, dat wij om drie uur op het Prinsenhof van het mooie najaarsweer zouden kunnen genieten. De heer Peper bleek echter achteraf den besten kijk te hebben ge had op de praatzucht van den Raad, want om drie uur waren wij niet buiten en om half vijf had de heer Peper zijn interpellatie nóg niet afgestoken en om kwart vóór zes schorste de voorzitter, tot ontzetting van alle raads leden, die daarop niet hadden gerekend, en rustig andere afspraken gemaakt hadden voor den avond, afspraken waaraan zij zich moeilijk meer konden onttrekken, de vergadering tot des avonds 8 uur. Er heerschte onder het illustre gezelschap gewoonweg verslagenheid, al probeerden allen te lachen als de bekende boer met kiespijn. De voorzitter legde echter kalm zijn hamer neer en ging heen alsof hij zichzelf beloofd had ditmaal zijn eten niet koud te laten worden, zooals de vorige maal gebeurd was, toen de zitting om bij half acht eindigde. Het was overigens een verdiende straf voor den Raad, want de middag was met zooveel onbenulligheden volgepraat, dat wij er zelfs geen stof in konden vinden voor een raads- overzicht. Wij zullen ons daarom maar tevreden stellen met het aanstippen van enkele punten. Bij de ingekomen stukken was de tijding, dat de Regeering de onlangs vastgestelde wijziging van de verordening op de winkelsluiting heeft goedgekeurd. Dat beteekent, dat binnen enkele dagen de kapperszaken op Donderdagmiddag gesloten zullen moeten zijn. Onder de inge komen stukken was ook een klacht van be woners van den Verspronckweg over het geraas, dat de machines van de fabriek van Beijnes des nachts maken. Ik begrijp dat niet, ant woordde wethouder Gerritsz, men moest blij zijn, dat Haarlem zoo gelukkig is geweest een belangrijken spoedorder machtig te worden, waarmede een aantal werkloozen geholpen zijn. Daar moest men wat ongemak voor over heb ben. B. en W. hebben tenminste medewerking verleend om het werk hier te kunnen doen uitvoeren. De heer Castricum was het daar mede eens, maar vroeg om toch ook zooveel mogelijk aan de belangen der bewoners van den Verspronckweg te denken. Dat zeide de wethouder toe. De heer Westerveld interpelleerde over on recht, dat een tijdelijk onderwijzer volgens hem is aangedaan. De heer Roodenburg ontkende, dat hier onrecht is geschied. Aan den heer van Hees, tot 1 September j.l. directeur van onzen stadsschouwburg, werd eervol ontslag verleend met betuiging van den dank der gemeente voor de door hem bewezen diensten. De Raad onderstreepte deze woorden van den burgemeester. Dit zal voor den heer Van Hees een pleister zijn op de schrijnende wonde, die geslagen is door het plotselinge besluit om den stadsschouwburg te verpachten, zoodat zijn betrekking overbodig werd. De heer Van Hees is nu voor den dienst afgekeurd en naar wij hooren hebben hem de gebeurtenissen, die rondom den schouwburg plaats hadden, zeer aangegrepen. B. en W. hebben met Brinkmann een over eenkomst gesloten, betreffende de verbouwing van het perceel Groote MarktBarteljoris- straat die daar een groote verbetering belooft te brengen. De Raad stelde een nieuwe verordening vast voor de levering van gas, die vooral voor bou wers van nieuwe woningen van belang was. De heer Klein Schiphorst wist hen door zijn practische opmerkingen vermoedelijk voor veel onaangenaamheden te vrijwaren. Het voornaamste punt, dat des middags besproken werd, was echter wel de regeling van het taxi-verkeer. Wij heb ben over die bepalingen uitvoerige mededee- lingen gedaan, toen het raadsvoorstel verscheen. De Raad heeft de artikelen geaccepteerd, zoo als zij door B. en W. waren geformuleerd. Als deze verordening eenmaal van kracht is, zullen de taxi's vergunning moeten hebben van B. en W. om standplaatsen' te mogen innemen. Aan die vergunning zullen zü de noodige bepalingen kunnen verbinden wat betreft het toezicht op het materiaal, dat gebruikt wordt, op de ta rieven, de arbeidsvoorwaarden van de chauf feurs enz. Behalve taxi's, die een standplaats hebben, zullen er ook zijn, die van een garage uit rijden. Deze zullen ook vrij passagiers mogen opnemen, mits zij zich aan de bepalingen van B. en W. onderwerpen. Het „snorren" wordt verboden, maar het zal niet verboden zijn, dat iemand zelf een taxi aanroept. Wij gelooven, dat de juridische commissie hier een mooi stukje werk heeft geleverd. In andere plaatsen zooals Amsterdam, heeft men tot nu toe groote moeite deze zaak te regelen, vooral moeite om het „snorren" te beteugelen. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat men de kwestie in Haar lem onder de knie heeft gekregen. Met belangstelling zullen wij intusschen af wachten, welke voorwaarden B. en W. zullen stellen aan de taxi-ondernemingen. Daar hangt tenslotte veel van af. Dit voorwaarden kunnen het jonge taxi-bedrijf, zooals zich dat in den laatsten tijd heeft ontwikkeld, dienen, maar ook kapot maken. B. en W. mogen zich echter overtuigd houden, dat het publiek zich de gemakkelijke taxi's niet meer zal laten ont nemen. Wij willen maar zeggen, dat ieder Haarlemsch burger er vrede mede kan nemen, dat er orde gebracht in het nu nog ongeordende taxi-bedrijf, maar de voorwaarden, die wij be doelen, zullen van een breede opvatting moeten getuigen en een fair trial geven aan iets, dat zich een plaats heeft veroverd in de Haarlem- sche samenlev; 'g. Wij zeggen dit, omdat de mededeelingen Van den wethouder over de 1 irieven daaromtrent eenige ongerustheid deden rijzen. Hij vertelde n.I., dat reeds nu bewezen is, dat de taxi's niet voor een dubbeltje kunnen rijden, en dat dit tarief te laag is om loonend te zijn. Wij hopen, dat de wethouder zich eerst van de juistheid daarvan overtuigt en zoo lang mogelijk met zijn pen van het vaststellen van die tarieven afblijft. De heele taxi-beweging in Haarlem vindt immers haar oorzaak in de dolle tarieven, die de zoogenaamde luxe-taxi's jarenlang in Haarlem hebben gehandhaafd, zulks met den warmen steun van het Haar- lemsche college van B. en W. De wethouder wachte zich nu om deze fout te herhalen. De heer v. Dam wenschte het „snorren" onbeperkt toe te staan. De meerderheid van den Raad voelde daar niet voor. De heer Mars bleek niet gerust te zijn over de concurrentie van taxi's, die uit de garages rijden en vroeg om een tele foon-centrale, waardoor de stationneerónde taxi's kunnen worden opgeroepen. De Raad voteerde verder een crediet van 3000 voor de avondverzorging der leerlingen van de openbare en bijzondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs, zulks ter ver vanging van het opgeheven vervolgonderwijs. De wethouder voor de financiën vormde een minderheid in het college van B. en W. en verzette zich tegen deze uitgave. Hij zeide, dat hij het niet met de reeds aangenomen bezuini gingen in overeenstemming kon brengen als dit bedrag, waarvoor geen dekking aanwezig is, met zijn instemming op de begrooting zou worden gebracht. Hij vond echter den gehee- len Raad tegenover zich. De heer Boes bepleitte een zuiniger inrichting van het onderwijs. Mevr. Venema van den Vrijheidsbond en de heer Joosten van de S.D.A.P. wilden het bijzonder en het openbaar onderwijs samenvoegen. Hiertegen kwam de heer Roodenburg heftig in verzet. Van den heer Joosten was de nieuwe aanval op het bijzonder onderwijs te verwachten. Hij heeft nu al jaren lang de rechten van het bijzonder onderwijs miskend. Maar van mevrouw Venema verwonderde het ons, dat zij niet beter op de hoogte is van de geschiedenis harer politieke partij. De grootste fout, die de liberale partij heeft gemaakt, is, zoo schreef nog onlangs haar partijgenoot prof. Eigenraam, dat zij niet tijdig heeft ingezien hoe funest haar strijd tegen de bijzondere school is geweest. Men zou mogen verwachten, dat mevrouw Venema nu tenminste niet meer in deze fout zou vervallen. Gelukkig bleef zij alleen staan met de communisten en den heer Joosten. Zelfs de heer Van Santé, het andere lid van den Vrijheidsbond, dat gisteren in den Raad aanwezig was, steunde haar niet. De avondvergadering bracht een verrassing. Een verrassing vooral voor den heer Peper, die een interpellatie hield over het niet verhuren van de gemeentelijke concertzaal en daarmede geheel tegenovergesteld aan zijn bedoeling een besluit oogstte, waarbij voortaan nimmer meer aan de communistische partij of aanver wante partijen en vereenigingen een gemeen telijk terrein of gebouw zal worden verhuurd. B. en W. hebben dien maatregel, zooals de voorzitter mededeelde, genomen, omdat de com munistische partij zich ten doel stelt het om verwerpen van gezagsverhoudingen, welke B. en W. geroepen zijn hoog te houden. Even waren de raadsleden verbaasd over deze uitzonde ringsbepaling, maar weldra kwamen van alle kanten sympathiebetuigingen los. Alle partijen voelden zich geroepen de houding van B. en W. goed te keuren, met uitzondering van de S.D.A.P., waarvan de woordvoerder o.m. wees op het fascisme, dat ook de bestaande gezags verhoudingen omver wil werpen. Wij verwijzen voor het debat naar het verslag. Het werd een politiek tournooi in ouden vorm. De heer Visser zeide, er trotsch op te zijn, dat van Haarlem uit zooveel eerste maatregelen zijn genomen tegen het extremisme. Tot kwart voor twaalf duurde de strijd en zoo kalm als de middag was geweest, zoo bewogen was de avond. Een motie van den heer Peper om het besluit van B. en W. ongedaan te maken, werd verworpen met 20—9 stemmen. Een jaar geleden zou een der gelijk debat ondenkbaar geweest zijn, maar het bewijst wel, dat ook hier het verzet tegen het communisme in korten tijd krachtig is ge groeid. Het was knapjes vol in het „Notarishuis" gis terenmiddag toen vijf vrachtstoomschepen en vier motorvrachtschepen van de failliete W. Bus' Stoombootmaatschappij, die zooveel jaren een geregelden vrachtbeurtdienst onderhield van Haarlem naar Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, enz. werden geveild. Om deze in Haarlem zelden voorgekomen gelegenheid, troonde de Haarlemsche kanton rechter, Mr. Del Baere, overeenkomstig de wet bij den afslager, terwijl in de overvolle zaal een Markervisscher naast een „sjieke meneer", ronde zeelui naast deftige vertegenwoordigers, grijs- en kaalkoppen naast vlasbaarden gezeten waren. Leutige commentaar was van zelfsprekend niet van de lucht en op de niet zeer vlekkeloos-witte wanden leek het portret van een hoofschen rid der en beeldige juffer, als een vlag op een mod derschuit Overigens kringelde de rook van sigaretten en sigaren zich gezellig en gestadig uit de monden der aanwezigen en veroorzaakte zooals altijd lastige hoestbuien. Het geval begon met de voorlezing der veilings- voorwaarden en „stilte" geroep. Nadat dit een tonige en langdradige zaakje geëindigd was deed de afslager het nog eens voor de aandach tig luisterende „goegemeente" over. Toen kwamen de vragen los. De verkoop bleek vrij van de betaling van hypotheek en schulden te zijn, maar wel zou een strijkgeld van 25 tot 40 voor den hoogsten bieder, 10 pCt. opgeld en een onkostenbedrag varieerend van 75 tot 180, geheven worden, maar dat zou bij elk nummer „ampart" gezegd worden Dót hadden allen begrepen en als ze het niet begrepen hebben dan zullen ze het wel leeren! luidde een opmerking) en daarna had er een volksverhuizing plaats omdat de achtersten „niks konden hooren." Het motorvrachtschip „Spaarnestroom", ge bouwd in 1926. groot 95733 ton, was het eerst aan de beurt en werd ingezet op 1000. Dit be drag liep met 200 tegelijk op, bleef lang op 2900 staan, snelde daarna naar 3900. Een maal, andermaal.... hier, 4000, 4100, 4200, enz. Het bedrag steeg tenslotte met tel kens 100 opslag tot 4600, waarop het defini tief bleef staan. Mis hoor! De afslager begon nu met 5000 er boven op te gooien, toen 4000, 3000, enz. tot 1800, 1600, 1400, 1200. „Mijn", zei de vertegenwoordiger van N.V. J. en A. v. d. Schuyt's Stoombootreederij te Rotterdam, die thans den aienst van „Bus" waarneemt en aan deze reederij werd het schip ook inderdaad voor totaal 5800, met strijkgeld en onkosten be taling enz., toegekend. De medeopbieders en lui ster- en praatgragen konden er niet over uit dat zooveel voor het schip geboden was! De een vond het nog geen 4000 waard, de ander nou ja, 4050, maar dan ook geen cent meer! Zoo ging het op precies dezelfde wijze met de andere schepen, zoodat toen om half vijf (de vei ling begon om 3 uur) allen weer de frissche lucht opzochten, na veel loven en bieden en veel ver bazing over de hooge prijzen, de volgende ver- koopen tot stand waren gekomen: N.V. v. d. Schuyt's Reederij te Rotterdam, (reeds genoemd) kocht q.q. bij afslag de motor vrachtschepen Wilhelmina V, groot 54443 ton, voor 1550; en Wilhelmina II, groot 55820 ton, voor 1200. Beide schepen werden ingezet op resp. 400 en 500 en voor beide werd met animo geboden, zóó zelfs dat een der heeren uit riep: „De menschen lijken wel gek!" Wilhelmina II zou in normale tijden naar schatting 8500 opgebracht hebben, maar werd nu door velen nog niet eens 500 waard geacht. Het kan verkeeren, zei de dichter Brederode reeds in de vijftiende eeuw. Het vierde motorschip „Lastdrager V", groot 66.333 ton, werd ingezet voor ƒ700 en na lang op 1900 gestaan te hebben tenslotte bij afslag verkocht voor 2010, aan De Boer te Zaandam. Die 10 had de afslager dank zij zijn afslag van 3000, tot 10 van n.b. den zelfden kooper, die het schip bij opbod reeds ge kocht had, weten los te krijgen! Voor de vrachtstoomschepen v'as de animo niet zóó groot. De „Cruquius", gebouwd in 1923, groot 93804 ton, met 100 P.K. motor, had 10 jaar geleden 36.000 gekost, werd thans ingezet op 500 en na heel vs'at vlugge sprongen in den verkoopsprijs bij afslag verkocht aan v. Hens- bergen te Blaricum voor 2100. Een beste boot, die het wel waard is, was de algemeene opinie. De „Leeghwater" (ook 'n goede boot), gebouwd in 1923 en groot 93804 ton werd ingezet op 1000 en na een afwisselend traag en vlot opbod en even snellen afslag verkocht voor 2350 aan De Graaf q.q. te Voorschoten. Met de onkosten mee bedraagt de verkoopsprijs dus f 2695. Tien jaar geleden zou men er misschien 30.000 voor geboden hebben.... De „Stad Haarlem", gebouwd in 1916 en groot 99732 ton, werd ingezet op 800 en zoo voor f 1600 afgemijnd zijn, als niet iemand vóór den hamerslag van den afslager nog juist 25 meer" geroepen had, waarna het opbod onder al gemeen gelach weer doorging en tenslotte op 1700 bleef staan, 1700 bleef het ook bij den afslag. H. Krijger te Haarlem was de kooper en w'ard geprezen om zijn kooplust, want „er gingen een boel appelen in de schuit.Voor onkosten enz. komt er nog 180 op den verkoopsprijs. De „Lastdrager I", gebouwd in 1922, groot 103273 ton en gekost hebbende ongeveer 30000, werd ingezet op 100O en bij afslag verkocht voor 2050 aan J. Krans te Schiedam, die met onkosten mede 2340 als verkoopsprijs moet be talen. De „Lastdrager VI" tenslotte, gebouwd in 1918 en groot 94924 ton, raakte de curator in het fail lissement voor 1450 na opbod (afslag had geen resultaat) aan W. Heersma te Haarlem kwijt, die zich eenige malen een schip voor zijn neus had moeten laten voorbijgaan, maar thans zijn an kers op dit schip kon vastgooien! Dit schuitje had men 10 jaar geleden met on geveer 20.000 betaald, naar wij zoo hier en daar van experts in het vak hoorden Toen allen zich over den opgebroken Zijlweg verspreidden, herinnerde een stratenmaker zich plotseling, dat de „booten van Bus" dien middag geveild zouden worden.... Aan het jaarverslag van de Kon. Ned. Hoog ovens en Staalfabrieken over het boekjaar 1932/33 ontleenen wij nog het volgende: De productie van bijproducten der kolen- destillatie nam, in verband met de geringere kooksproductie van het afgeloopen boekjaar, af en bedroeg eveneens 85 pet. van de normale productie-capaciteit. De enorme achteruitgang van de productie van ijzer en staal in de wereld is tot staan ge komen en heeft plaats gemaakt voor een pro ductietoeneming, die in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika eerst na den val van den dollar in April van dit jaar inzette, doch daar na groote proporties heeft aangenomen. In de Europeesche productielanden kon een geringe vermeerdering van de bedrijvigheid reeds worden opgemerkt in het laatste kwartaal van 1932. Deze verbetering won verder veld, zonder nochtans groote afmetingen aan te ne men. Wij slaagden er ook in het afgeloopen boek jaar in, de ruwijzerproductie van ons bedrijf bevredigend te handhaven, ofschoon de leve ringen op de Nederlandsche markt nog verder achteruit gingen. Wij leverden voor Neder- landsch verbruik slechts 25.803 ton, voor export 219.746 ton, zoodat bijna 90 pet. van onze ruw ijzerproductie moest worden geëxporteerd. Bij den enormen achteruitgang van het ruwyzer- verbruik in het algemeen en van den interna tionalen ruwijzerhandel in het bijzonder, moest ons aandeel in den totalen ruwijzerexport nog verder toenemen. De volgende cijfers doen dit duidelijk zien: In 1929 oedroeg de ruwijzerexport van ons bedrijf 15 pet. van den gezamenlijken export van Duitschland, Frankrijk, Engeland, België- Luxemburg en Amerika. In 1933 was dit percen tage gestegen tot 60. Met andere woorden: ons bedrijf wist sinds 1929 zijn export te handha ven, ofschoon de wereldmarkt van ruwijzer tot op een kwart terug ging. Het spreekt vanzelf, dat een dergelijk resultaat slechts kon worden verkregen, dank zij de ontplooiing van groote activiteit op de voor den afzet van ons ruw ijzer nog toegankelijke exportmarkten. Bevre digende opbrengsten konden natuurlijk niet worden verkregen; wat bereikt werd is echter, dat de werkgelegenheid behouden bleef en dat ook de nevenbedrijven hun arbeid konden voortzetten. Het dient hier echter vermeld te worden, dat wij niet gerust kunnen zijn op de toekomst. Het internationale handelsverkeer wordt on tegenzeggelijk steeds beperkter. Overal viert het nationalisme hoogtij en trachten de verschil lende volksgemeenschappen hun moeilijkheden, en in het bijzonder het werkloosheidsprobleem, te overwinnen, o.a. door de nationale markt te reserveeren voor het nationale productiever mogen, waarbij het productievermogen zoo noo- dig voor de behoeften van de eigen markt wordt uitgebreid of daaraan wordt aangepast. Onder deze omstandigheden wordt het al ot niet handhaven van een belangrijke export positie zooals de onze steeds minder beheerscht door het normale concurrentie-principe, t.w. de levering van goede waar tegen lagen prijs, en steeds meer afhankelijk van buitenlandsche overheidsmaatregelen, waartegen geen particu lier verweer mogelijk is en die met één slag de bestaansmogelijkheid van een exporteerend be drijf kunnen vernietigen. Waar de Nederlandsche regeering tracht er voor te waken, dat de export van het land zoo goed mogelijk gehandhaafd blijft, hopen wij dat zij zoo noodig ook op de bres zal staan wanneer het er om gaat den Nederlandschen export van ruwijzer te verdedigen. Intusschen blijven wij het oog er op gericht houden, dat in de toekomst het geproduceerde ruwijzer in meerdere mate verwerkt moet wor den tot ijzeren en stalen voorwerpen, die in Nederland verbruikt worden. Veel voorbereidend werk om tot dit doel te geraken werd ook in het afgeloopen jaar door ons verricht Eenige contracten die betrekking hebben op den aankoop van Zweedsche ertsen hebben nog een geldigheidsduur van eenige jaren. Bij het huidig prijsniveau brengen deze contracten ver lies en voor het loopende boekjaar moet dan ook opnieuw een bedrag gereserveerd worden en wel van 300.000.— om dit verlies te dekken. Wat de markt voor bijproducten betreft kan het volgende worden vermeld: De opbrengst van onze teerproductie was na genoeg gelijk aan die van het vorige jaar. De benzolmarkt was in doorsnee gunstiger, doch in den laatsten tijd weer zwakker. De opbrengst van ammoniumsulfaat was, niettegenstaande het internationaal accoord tusschen de Europeesche producenten, zeer on bevredigend. Onze deelnemingen in aanverwante onder nemingen gaven ook in dit jaar nagenoeg geen inkomsten. CementfabriekIJmuiden (Cemij) N.V. De financieele resultaten over 1932 waren amper voldoende om de kosten van het bedrijf zonder de afschrijvingen te dekken. De strijd op de Nederlandsche markt duurt nog steeds vcort, de prijzen vertoonen dientengevolge nog geen herstel. Wij mogen evenwel tevreden zijn, dat de geproduceerde cement steeds beter kon wor den afgezet, zoodat sinds den aanvang van dit jaar met min of meer volle capaciteit kon wor den geproduceerd. Wij zien dan ook, voor zoo ver deze onderneming betreft, de toekomst met vertrouwen tegemoet. N.V. Teerbedrijf Uithoorn. Besloten werd om over het boekjaar 1932 geen dividend uit te keeren. Belangrijk is, dat een nationaal teerverwer- kingscontract tot stand kon komen tusschen de teerdestillateurs eenerzijds en de overgroote meerderheid der gasfabrikanten anderzijds. Hierdoor zal zeker bereikt worden, dat meer geregelde verhoudingen op de markt van teer en teerproducten zullen ontstaan. Maatschappij tot Exploitatie van Kooksoven- gassen (Mekog) N.V. Het bruto bedrijfsover- schot over het boekjaar 1932 werd voor afschrij vingen bestemd. Voor het bemestingsseizoen 1933/'34 zijn de bestaande overeenkomsten tusschen de Euro peesche producenten verlengd; met de produ centen in andere werélddeelen echter is nog geen samenwerking verkregen. De vooruitzich ten zijn dan ook niet rooskleurig. Het verlies over het afgeloopen boekjaar zal moeten worden overgebracht naar nieuwe reke ning, waardoor het saldo verlies op de balans tot ƒ3.667.476.51 stijgt. Dezer dagen had de jaarlijkshe vergadering van agenten der arbeidsbemiddeling in het district Haarlem plaats onder leiding van den directeur der Districts-Arbeidsbeurs, den heer J. Vader. De vergadering was druk bezocht en werd behalve door alle agenten, bijgewoond door den heer Hazelhof, als vertegenwoordiger van den directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde ling, door den Wethouder voor de Werkloos heidsbestrijding, tevens voorzitter van de Com missie van Toezicht op de Arbeidsbeurs der ge meente Haarlem, den heer W. J. B. van Liemt, verder door de heeren ir. H. J. M. Bekkers, J H. Niemöller, C. v d. Winden en S. M. de Leeuw, leden van de Commissie van Toezicht op de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Haarlem, door den voorzitter der Commissie van Toezicht op het Agentschap te Zandvoort, door wethouders uit de gemeenten Beverwijk en Hillegom, en door vertegenwoordigers van Com missies voor ontwikkeling van jeugdige werk loozen te Heemstede en Zandvoort. De voormiddagbijeenkomst was in hoofdzaak gewijd aan de bespreking van een aantal vragen, die zich in verband met de Arbeids- bemiddelingswet voordeden, benevens van een voorstel omtrent de samenwerking van de agentschappen met de Districts-Arbeidsbeurs en onderling. In den namddag hield de heer W. F. Jansen, secretaris van de Commissie voor jeugdige werk loozen te Haarlem na een gezamenlijk be zoek aan de vakcursussen voor jeugdige werk loozen der gemeente Haarlem in de daarvoor ingerichte werkplaatsen een inleiding over het onderwerp: „Zorg voor jeugdige werkloo zen", terwijl ten slotte de heer W. F. Detiger, directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Amsterdam en secretaris van de Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van den arbeid voor onvolwaardige arbeidskrachten (A.V.O.) het onderwerp: „De arbeidsbemiddeling van on volwaardige arbeidskrachten" behandelde. Naar wij vernemen is de proef met invoering van buurtverkeer tusschen Den Haag en War mond geslaagd en heeft de Directie der N. S. besloten Warmond thans definitief te voegen bij het baanvak Den HaagLeiden, zoodat men voortaan ook van Den Haag en Voorschoten buurtverkeer naar Warmond zal kunnen krijgen. Gisteren is te Amsterdam de vijfde R.K. On derwijzersdag gehouden, georganiseerd door de afdeelingen Amsterdam, Haarlem, Zaandam, Aar- en Amstelstreek der St. Augustinusver- eeniging. Des morgens negen uur droeg mgr. dr. G. C. van Noort, deken van Amsterdam, in de St. Bonifaciuskerk de H. Mis op tot intentie van de deelnemers. Het knapenkoor onder leiding van kapelaan W. van Gastele zong de wisse lende gezangen. Om elf uur ving in de groote aula van het Koloniaal Instituut de ochtendbijeenkomst aan. Zaal en balcon waren tot in uiterste hoeken bezet. De voorzitter van het uitvoerend comité, de heer A. van Breukelen, opende de vergadering met een hartelijk welkom, in het bijzonder aan mgr. dr. van Noort, deken van Amsterdam, aan de inspecteurs in de inspecties Amsterdam en Haarlem, aan de heeren schoolopzieners Ade- ma, Veringa en Luyckx, den heer Vintges van de St. Vincentius-vereeniging, de verschillende vertegenwoordigde schoolbesturen, de heeren Brugman en Spelle, leden van het hoofdbestuur der St. Augustinusvereeniging en tenslotte aan de aanwezige eere-leden, de heeren Maartens uit Amsterdam en van Dam uit Ouderkerk. Met groote voldoening constateerde de voor zitter de groote belangstelling, welke men om wille der plaatsruimte zelfs had moeten rem men. Een volgende maal zal naar een nog grootere vergaderruimte worden uitgezien. Na het zingen van het Bondslied was het woord aan pater Felix Otten O. P., voor het uitspreken van het eerste deel zijner rede, ge titeld „Idealisme in de Opvoeding". De idëeele kan van het onderwijzersambt wordt door de Onderwijzersdagen zeer bevor derd. Men staat, vooral bij ons Katholieken, nogal nuchter en sceptisch tegenover het be grip idealist. Men beschouwt het teveel als illusie, men verwart het met utopie. Ideaal staat niet tegenover realiteit, het staat tegen over banaal. Idealen zijn levende en levenwek kende voorstellingen, iets volmaakts, ons ten voorbeeld gesteld, om ons te begeesteren en ons met groote kracht te bezielen. Wij, die staan op het betonnen fundament van ons geloof en onze wereldbeschouwing, moeten en kunnen volbloed idealisten zijn. Al leen ook als wij zelf idealisten zijn, kunnen wij de jeugd tot idealisme opvoeden. Ons wil- en streefvermogen moet daarbij gechauffeerd worden door het verstand. Met ons voorbeeld, meer dan met onze woor den, moeten wij de jeugd bezielen. In onzen barren tijd is toch ook veel moois In de jeugd is idealistisch streven. Er is echter ook veel leelijks in onzen tijd. De kern der geestelijke ontreddering, nauw verbonden aan de materieele, is, dat onze tijd te veel op het wereldsche, te weinig op het eeuwige is ge richt. Wij zitten nog midden in het practisch materialisme, dat voert tot banaliteit, tot on christelijke levenshouding, tot het tegenover gestelde van idealisme. Onder soepele, liefdevolle leiding dienen wij de moderne jeugd, die zelfstandiger is, ratio- neeler, opstandiger dan voorheen, te evoluee- ren in een snel tempo, het tempo van onzen tijd. Voor oogen moeten wij houden de waarde van de ziel van het kind. Wij moeten apostel zijn, geen ambtenaar; de kinderen begeestering bijbrengen voor den hemel, het levensdoel. In het volgroeiende lichaam ontplooit zich ook de ziel en daarom houdt de opvoeding van het lichaam nauw contact met de opvoeding van de ziel. Zijn wij, onderwijzers, niet al te veel intel lectualistisch geweest; hebben wij naast het verstand ook wel den wil gevormd en opge voed. De hartstochten mag men niet dooden doch zij moeten geregeld worden door verstand en wil. De zielsontwikkeling in haar streven is een ideaal. Het offer, de ascese, geven aan de ziel haar diepgang. Offergeest leidt tot offer- vreugde. Over dit ideaal staat het geloof, niet als een doode formule, maar als een levende zielekracht. De eeuwigheidsgedachte maakt 't leven mooi, geeft het achtergrond, 't Geeft vreugde in onze zielen, dat wij onderwijzers zijn en van de jeugd menschen kunnen maken, die God dienen en daardoor heerschen. Wij moeten weg uit het katholicisme der passivi teit. Wy kunnen hooger en dieper: wij moeten worden bewuste katholieken, die gebroken hebben met de sleur en weten waarom. De rede van pater Otten werd hier onder broken voor pianospel van mej. Suze ten Na pel, die ten gehoore bracht „Impromptu no. 4 in As-dur" van Fr. Schubert en „De Valse" van Chopin. In het tweede deel van zijn rede wekte pater Otten zijn gehoor op om zich bij het opvoe dingswerk te laten leiden door de voorschriften en vermaningen der H. Kerk, luisterend naar het woord van bisschoppen en priesters, daarby indachtig, dat ook de priesters menschen zyn, waaraan wij geen bovennatuuriyke eischen mogen stellen. De ouderen onder ons hebben vaak te veel geschermd met de deugd der voorzichtigheid. Er is ook nog by de jongeren een deugd van sterkte. Beide hebben haar uitwassen, resp. inertie en overmoed. Laten wij samen komen in deze vier deugden: voorzichtigheid, sterkte, rechtvaardigheid en matigheid. Onderwys is moeilijk en zenuwsloopend, maar ook heerlijk-mooi. Laten wij met nieu wen moed, yver en bezieling onze taak gaan vervullen, onbezweken en onvervaard, 't Wem zal dan zyn een apostolaat, een vreugde in het laven en voor de eeuwigheid. Vóór de vergadering en tydens de pauze be zochten de deelnemers een tentoonstelling van leermiddelen, welke in enkele zalen van het In stituut was ingericht. In de namiddagbijeenkomst sprak Felix Timmermans over „Pieter Breughel", terwyi de tenor Vincent Bers, aan de piano begeleid door mej. C. van Bers, enkele zangnummers ten ge hoore bracht. Weet u, wat een probaat middel is om aan een wantoestand geen einde gemaakt te krygen? 11111 Het probate middel bestaat hierin, dat alle direct en indirect geïnteresseerden den wan toestand maken tot een onderwerp van voort durende, felle, hardnekkige discussie: men draagt zorg, dat er in gesprekken, op vergade ringen, in de pers en overal elders en altyd over den wantoestand gekankerd wordt; by- zondere aanbeveling verdient het, commissies in het leven te roepen, die er de voorgeschiedenis en het verloop van registreeren, die met afschuw de diepte en den omvang van het kwaad hebben te meten en krachtige prae-adviezen moeten uitbrengen: hoe het kwaad met wortel en al moet worden uitgeroeid; van uitnemend belang is het ook, dat hier en daar moties en resoluties tegen het kwaad worden aangenomen en dat er proclomaties tegen afgekondigd wor den, heusch, dat is de beste methode. Bewijs? Het kwaad: de cumulatie van functies en pensioenen. Wat is daar niet tegen gekankerd! Niet alleen onder brave katholieken, maar niet minder ook onder dito tegenstanders. Gevolg: heel de wereld is ervan overtuigd, dat cumulatie een der ellendigste kwalen onzer geëerbiedigde samenleving is. Dus (en ziehier nu het beste bewys voor de probaatheid van het middel!) de zaak blijft by 't oude en de gevallen van cumulatie ver meerderen zich dat 't een lieve lust is! t Is waar: Ir. Cramer van de S.DA.P. moest een veertje van jaarlijks 9000 laten, en de Haag- sche wethouder Drees bedankte wegens zyn benoeming tot Kamerlid, maar dat zyn dan ook vrijwel de eenigste slachtoffers van de /Hetze"; overigens biyven burgemeesters en wethouders van groote en kleine steden rustig jes lid der Tweede Kamer en gaat men hier en daar voort pensioenen en pensioenen op te stapelen, en dit laatste óók in kringen, waar den volke dag in dag uit vóórgepredikt wordt, dat de mensch met versmading van het aard- sche de Heer zal erin voorzien leven moet uit het beginsel. „De Morgen" heeft er dezer dagen op gewe zen, dat er in de laatste weken weer drie ge vallen zijn aan te wyzen van Kamerleden, die tot wethouder in een der grootste steden van ons land werden gekozen: de katholiek Feber te Den Haag; de Christelijk-Historicus Snoeck Henkemans in Den Haag; de liberaal Vos in Amsterdam. De heer Snoeck Henkemans ziet zelfs op 71- jarigen leeftyd nog kans, èn wethouder van Den Haag èn Kamerlid te zyn! Terwyi leden der rechteriyke macht op .jeugdigen" leeftyd zullen moeten gaan plaats maken, op com mando.... mede van Eerste en Tweede Kamer leden van 's heeren Snoeck Henkemans' leef tijd! Kunnen belangrijke functies als van burge meester, wethouder, gedeputeerde en Kamerlid in cumulatie behooriyk vervuld worden? Moet de burgemeester of de wethouder niet vaak absent zyn, omdat het Kamerlid moet optreden? Is het geen maatschappelijk, geen sociaal belang, dat ook anderen, ook jongeren, een kans krygen? Is het niet beter, dat twéé gezinnen behooriyk kunnen rondkomen dan één gezin dubbel-behooriyk? Is het niet van algemeen belang, dat pensioen-gerechtigden überhaupt niet langer hun evenmenschen in den weg staan? Wij weten bij voorbaat, welk antwoord de vox populi, de stem des volks, op al deze vragen geven zal, en naarmate nieuwe feiten zich voordoen, zal er sterker gekankerd, heviger gecommissied, onderzocht, gepraeadviseerd, ge- motied en geproclameerd worden. Maar des te sterker vreezen, des te heviger wanhopen wij dan ook. 4 October zal de Eerw. Zuster Alexia (mej. E. Boeree, uit Haarlem) van de Orde der Zusters van den H. Vincentius a Paulo den dag herdenken, waarop zij 25 jaar ge leden haar H. Profes sie deed. zy is thans werkzaam in het klooster te 's-Herto- genbosch. De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam heeft uitspraak gedaan inzake het lek worden en zinken van het stoomvisschersvaartuig „Spaarnestroom" IJM 65 op de Noordzee. De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van De conclusie waartoe de Raad kan komen is alleen deze, dat het breken van de kap der balans-as slechts mogelyk was doordat een der bewegende deelen van de luchtpomp of van de circulatiepomp moet zyn klemgeloopen, waarna tevens een breuk aan de pomplichamen moest volgen. De. waterinhoud dezer pompen heeft zich in een breeden straal in de machinekamer ontlast. Nu de inlaat-circulatie niet werd dicht gedraaid, kreeg de zee door de gebroken pomp lichamen een vrye verbinding met het inwen dige van het schip, met het bekende gevolg. Zoo is althans de ramp verklaarbaar. Den Raad hebben allerlei suggesties bereikt, welke op kwaadwilligheid zouden wyzen. Den Raad zijn echter geen feiten ter oore gekomen, waarop een conclusie in die richting zou kun nen steunen. Uit het verhoor der getuigen is dienaangaande ook niets gebleken. By' den inspecteur der directe belastingen al hier is aan gewetensgeld binnengekomen 276.08.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5