Crisiscomité luidt de noodklok
I
Wijziging Lager Onderwijswet
Een indrukwekkende radio-avond
Een „vlagincident"
PRINSES JULIANA VOOR
DE MICROFOON
MEENING DER TWEEDE
KAMER
Een fantastisch
verhaal
WOENSDAG 4 OCTOBER
Inzet der nationale herfstcampagne
welke den algemeenen nood
moet helpen lenigen
Dringend beroep op
ajlen
Rede voorzitter van Citters
H. K. H. Prinses Juliana
Penningmeester E. E. Menten
De Kroonprinses spreekt
NED. BROEDERSCHAP VAN
MAKELAARS
De makelaardij in de crisis
Ernstige bezwaren tegen de voor
gestelde korting van den over
gangstermijn
Welke gedragslijn volgt
de Regeering?
Een Nederlander beweert over
gehaald te zijn tot brand
stichting in den Rijksdag
Niet geloofwaardig
Vliegveld Limburg
In beginsel ertoe besloten
BRANDSTICHTING IN EEN
ZIEKENHUIS
BOERDERIJ AFGEBRAND
Veertien fascisten voor de Utrecht-
sche rechtbank
Veldslag op de Leusder
Heide
iJeiuigenverhoor
Uitstel van executie
Wijziging der steunregeling gaat
in op 1 November
Moord in den Ypolder
Begrafenis slachtoffer
lllllllllllllllllllllllillllllllllllllllillllllllillllllllllllllllillllllllllllllliuiillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllillillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliilllllllllllllllllllllllillillllllilllllllllillllllllllillllllillllllllllllllliiiiiiiiiiiii
Ter inleiding van de inzame-
lingsweek van het Nationaal Crisis-
Comité is Dinsdagavond door den
K.R.O. en de A.V.R.O. een bij
zonder programma uitgezonden,
waarbij ook Prinses Juliana het
woord heeft gevoerd.
Om kwart over acht opende de voorzitter
van het Nationaal Crisis-Comité, Jhr. S. van
Citters dezen radio-avond.
Voor de derde maal, aldus spr., komen wij tot
U. De gevolgen van de crisis doen zich nog on
verzwakt gevoelen, vooral in die kringen, waar
over in het algemeen de zorgen van de diverse
organen van Maatschappelijk Hulpbetoon zich
nog niet uitstrekken. Hier en daar moge er
dank zij ook de van regeeringswege genomen
maatregelen eenig licht gaan schijnen, aan
andere zijden pakken de donkere wolken drei
gend samen. Onze, d.w.z. uw steun, Nederlan
ders, kan nog niet gemist worden. Zoolang de
regeering ons noodig heeft blijven wij op onzen
post, vertrouwend, dat het Nederlandsche volk
ook dit jaar weder achter ons zal staan.
Waar echter de vorm der door ons georgani
seerde steunverleening zoo verscheiden is en
moet zijn, zou het wel een wonder zijn, indien
critiek uitbleef. Maar ik zou aan allen, die zich
in dit opzicht bezwaard voelen, toch willen
vragen: onze wijze van steunverleening is zoo
omvangrijk en door de bemoeiingen der plaat
selijke comité's zóó verscheiden, dat er aliicht
iets is, waarmede ge u niet kunt vereenigen, er
toch wel veel meer moet zijn waarmede ge in
stemt. B.v. het verleenen van steun in natura
via de plaatselijke comité's. Op die wijze wer
den door ons ter beschikking van de plaatse
lijke comité's gesteld in de afgeloopen periode,
o.m. 5885 ton eierkolen: deze verzending zou een
trein vorderen van 589 wagons.
Verder werden door ons ter beschikking van
plaatselijke comité's gesteld ruim 15000 wollen
dekens, bijna 9000 paar schoenen, waarvan het
Tgrootste gedeelte vetleeren, 28000 paar kousen,
90.000 stuks tricot goed, 14500 K-G. rijst, 25000
stuks luiers, 64000 pakjes kindermeel enz. Ik doe
maar enkele grepen. Laat men toch niet voor
bijzien, dat wanneer men zijn bijdrage onthoudt
omdat er in ons systeem van steunverleening
iets is waarmede men niet instemt, men dan
tevens schade doet aan de uitdeeling van al
datgene wat men nooddruftigen niet gaarne zou
onthouden.
Het verleenen van steun aan het organiseeren
van kampen voor jeugdige werkloozen heeft
nogal eens tot critiek aanleiding gegeven. Het
is daarom wellicht goed daarover het licht nog
eens te doen schijnen.
De jeugdleiders van alle richtingen zijn het
er vrijwel over eens, dat onder hetgeen men ten
behoeve van de jeugdige werkloozen kan doen,
boven aan staat het onderbrengen in kampen
onder goede leiding. Wie zich goed indenkt het
lot van deze jonge mannen, die weken en maan
den den sloopenden invloed ondergaan van het
gedoemd zijn tot leegstaan en die toch arbeid
zoo bijzonder noodig hebben, omdat voor hen
het werken tevens opvoeding en scholing in den
arbeid beteekent, die begrijpt het nut, het op
heffende en opbouwende van het werk dier
kampen. Het N.C.C. steunt dat werk door aan
de vereenigingen, onverschillig van welke rich
ting, welke bij de Landelijke Commissie ter be
strijding van de gevolgen der jeugdwerkloosheid
zijn aangesloten, een bijdrage te geven voor
elkeen in een georganiseerd werkloozenkamp op
genomen.
Het N.C.C steunt niet het werk van vereeni
gingen in het algemeen, maar alleen bemoeiin
gen welke een vereeniging speciaal ten behoeve
van jeugdige crisiswerkloozen op zich neemt.
Voor het jaar 1933 werd voor dezen steun f 25.000
beschikbaar gesteld.
Om echter dit werk naast de algemeene
steunverleening te kunnen voortzetten, zullen
onze middelen op peil moeten worden gehouden
en uitgebreid.
Steeds worden middelen geboden om met iets,
wat zoo weinig moeite en geld vergt aan het
crisiswerk mede te doen. Mogen er dan in het
steunjaar, dat met dezen Radio-avond wordt
ingeluid, eens heel veel Nederlanders zijn, wier
beginsel mede brengt ons krachtig te steunen
omdat onze wijze van steunverleening elemen
ten bevat waarmede zij zich gereedelijk kunnen
vereenigen.
Na een tweetal nummers gramofoonmuziek
sprak mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra, vice-
voorzitter van het Nat. Crisis-Comité met als
onderwerp: „Dingen, die voorkomen".
De geleerde monniken, aldus spreker, die in
vorige eeuwen van hun studeercellen uit de
wereld verrijkten met de producten van hun
rustloozen hersenarbeid hebben nimmer kunnen
vermoeden dat er een tijd zou komen, waarin
eveneens een enkeling, ook vanuit een cel, het
voorwerp van zijn gedachten onmiddellijk aan
duizenden van zijn medemenschen zou kunnen
kenbaar maken.
Vanuit de spreekcel in de radio-studio is het
nu mogelijk enkele indrukken mede te deelen,
welke wij sedert de oprichting van het Natio
naal Crisis-Comité hebben opgedaan, en iets van
onzen arbeid voor zoover niet reeds be
kend te openbaren, en het is mij een voor
recht die gunst gedurende eenige oogenbliken
te benutten.
Allereerst richtte spr. zich tegen allerlei ge
ruchten omtrent de werkwijze van het Comité,
welke uit een groot tekort aan logica voort
komen.
Duizenden b.v. zou de meubileering der bu
reaux hebben gekost.
Wanneer men nu weet, dat het Paleis aan
den Kneuterdijk no. 20 te 's Gravenhage, waar
wij gevestigd zijn, door Hare Majesteit de Ko
ningin gratis te onzer beschikking werd gesteld,
dat een Haagsch ingezetene zoo welwillend was
ons ter aanvulling eenig meubilair in bruik-
leen te geven, en dat voor het aanschaffen van
papier en andere schrijfbehoeften, voor enkele
tweedehands schrijfmachines en voor den aan
leg van een paar telefoonaansluitingen een zeer
matig bedrag door het Departement van Bin-
nenlandsche Zaken werd gefourneerd, en dat
er tot den dag van heden voor de onkosten van
onze sobere administratie geen cent werd geput
uit het kapitaal, dat uit de vrijgevigheid van
onze mede-Nederlanders bijeenkwam, wijl deze
kosten door genoemd Departement werden ge
dragen.... zietwat blijft er dan over van
dat onware gerucht, dat voorzeker niet werd
geboren uit het verlangen om het Nationaal
Crisis-Comité in een gunstig daglicht te stellen.
En deze fantasie ging nog wel verder, zoodat
een belasting op „de booze tongen" een ruim
gebied zou kunnen bestrijken, al zal deze bron
van inkomsten wel nooit worden aangeboord.
Gelukkig kunnen wij ook andere geluiden
doen hooren en er zijn feiten te over om aan
te toonen dat de crisishulp ditmaal geen fan
tasie doch werkelijkheid tot heden in veler
lei plaatsen nuttig effect sorteert.
Ijverige krachten hebben daartoe allerwegen
samengewerkt, en ligt het voor de hand dat
in de grootere gemeenten de goed geoutilleerde
diensten van Maatschappelijk Hulpbetoon en
Kerkelijke Instellingen hunne voorlichting bij
het onderzoeken van crisisgevallen hebben kun
nen en willen beschikbaar stellen, in kleinere
plaatsen was de activiteit en de tact van de
enkelingen het middel om de gevallen op te
sporen en de behoeften te bepalen van den in
crisisnood verkeerenden medemensch.
Treffende, ja ontroerende gevallen hebben
zich daarbij voorgedaan.
Credietsteun aan kleine neringdoenden werd
in enkele grootere gemeenten in samenwerking
met voorschotten van Kamers van Koophandel
en elders in combinatie met plaatselijke co
mité's en particulieren verleend.
De hulp aan de binnenscnippers bedroeg on
geveer 26 duizend gulden, individueel bere
kend, uiteraard bescheiden, maar toch voor
ziende in de meest noodige behoeften.
Ook aan de beeldende kunstenaars en toon
kunstenaars werd in aanvuhing van het ruime
bedrag, dat door het tentoonstellen van Harer
Majesteit's schilderwerken bijeenkwam, nog
belangrijke hulp verstrekt, en er is thans een
werkloozenverzekering voor eerstgenoemden in
bewerking, waaraan ook wij onze coöperatie
hopen te verleenen.
Meerdere jongelieden werden in staat gesteld
hunne studie voort te zetten en het zal wel
niet noodig zijn te verzekeren, dat ook de
jeugdige werkloozen in hooge mate onze aan
dacht hadden.
Voor zoover aan deze jonge menschen tot
welke richting zij ook behooren, eenige ont
spanning in de verschillende kampen kan wor
den geschonken, hebben wij aan dezen sympa
thieken socialen maatregel met vreugde mede
gewerkt.
Ook voor de kindervoeding in Suriname,
welk in een schrijnende behoefte voorziet, werd
aan den tijdelijk hier te lande vertoevenden
voorzitter van het desbetreffende comité een
geldsom toegekend.
Voordat de Regeering begon zich het crisis-
lot van den landbouw aan te trekken, hebben
wij door medewerking van het Centraal Bureau
uit het Nederlandsch Landt ouwcomité en van
de Katholieke Coöperatieve Landbouw- en
Tuindersbonden aan noodlijdende kleine boe
ren zwavelzuren ammoniak als kunstmest te
gen verjaagde prijzen kunnen distribueeren.
Zulks geschiedde in het begin van 1932, door
aankoop bij de Staatsmijnen en wel» vooi een
bedrag van rond 88.000
In datzelfde jaar hielpen wij de kleine tuin
ders met ammonsalpeter tot een waarde van
10.000.
In samenwerking met het In- en Verkoop
bureau van Tuinbouwproducten te Alkmaar,
werden onverkoopbare groenten voor rekening
van de plaatselijke comité's in Amsterdam,
Rotterdam, 's Gravenhage Gouda, Delft en
Haarlem ingekocht en onder behoeftigen ge
distribueerd.
Hiermede is een massaal antwoord gegeven
op de telkens terugkeerende vraag: „Wat doet
het Nationaal Crisiscomité toch eigenlijk?"
Onze plicht om alleen zooveel doenlijk te
steunen wordt uitgeoefend met Uw medehulp.
Tot dusver is het Nederlandsch volk zijn
traditie van offervaardigheid getrouw gebleven.
Maar de winter staat voor de deur. Onze
nieuwe campagne begint en wij hebben veel
noodig.
Na een Oud-Holland-Potpourri werd uitge
sproken de Radio-rede van Mr. E. E. Menten,
penningmeester van het Nationaal Crisis Co
mité, die als penningmeester voor de eerste
maal sinds de oprichting van ons comité in 1931
zijn erkentelijkheid uitsprak voor de wijze
waarop in meerdere of mindere mate door allen
en in bijzondere mate door enkelen geantwoord
is op de vele en verschillende beroepen op
hem gedaan.
Zonder dit algemeen medeleven van diegenen
onder de landgenooten, die veelal geheel buiten
hun schuld met moeilijkheden te kampen heb
ben, die niet te voorzien zijn geweest, ware
het ten eenenmale onmogelijk geweest, die
taak te vervullen.
Weet wel, aldus spr., dat gij allen, hoe klein
uw bijdrage ook moge zijn, de zuilen zijt, waar
op ons Crisiswerk steunt; wij zullen voortgaan
steeds nieuwe wegen te zoeken om tot u door
te dringen en wij weten, dat wij veel van u
vragen, doch wij rekenen er op, dat wij u in
steeds breedere scharen bereid zullen vinden
ons naar draagkracht te steunen.
Tot nu toe ontving het Nationaal Crisis Co
mité aan giften f 1.558.570.H. K. H. Prinses
Juliana blijft voortgaan het Comité, dat zij in
het leven riep krachtdadig en regelmatig met
zeer belangrijke giften te steunen. Van particu
lieren en instelingen, zoowel hier te lande als
van overzee, werd ontvangen f 826.000.Een
bijzonder woord van dank meen ik hier te moe
ten richten tot al diegenen, die vanuit afgele
gen posten in de overzeesche gewesten zonder
eenigen directen aandrang, ons regelmatig hun
bijdragen doen toekomen.
De periodieke automatische giro-overschrij
vingen brachten ons f 192.750. Ik beveel deze
wijze van steunen dringend bij u aan, omdat
het ons gebleken is, dat zij voor u de minst
voelbare uitgave voor ons de meest regelma
tige inkomst beteekent.
Van de ongeveer 800 plaatselijke Crisis Co
mité's ontvingen wij f 316.000.
De tol op den Zuiderzee-afsluitdijk, ten be
hoeve van het N.C.C. geheven, doch nu beëin
digd, bracht f 104.000 op.
Hoe gebruikt het Nationaal Crisis Comité dit
geld?
In de allereerste plaats door uitkeeringen in
geld, niet aan personen, doch aan Crisis-Co-
mité's. Tot nu toe werd zoo uitgekeerd
f 636.000.
In de tweede plaats door uitkeeringen in na
tura, waarbij er zooveel mogelijk gezorgd wordt
dat deze hulp in goederen niet den kleinhandel
benadeelt.
Mogen deze enkele cijfers u een verder beeld
gegeven hebben van den omvang der crisis-
steun en moge dit voor u een aansporing zijn
voort te gaan naar kunnen mede te werken.
Op Mr. Menten's rede volgde het aloud
„Wilhelmus" en dan weerklonk helder en
duidelijk door de microfoon de stem van
onze Kroonprinses, die de oprichtster is ge
weest van het Nationaal Crisis-Comité.
De Prinses sprak woordelijk:
„Het Nationaal Crisis Comité bestaat nu bij
na twee jaar. Het is dankbaar voor de waar
deering en de medewerking, die het gevonden
heeft, en dit des te meer, waar, ondanks het
zich wijzigen van de omstandigheden, het
voortbestaan ervan evenzeer geboden blijft. De
Regsering verzoekt ons hierom, met ons werk
voort te gaan.
Wij staan op dit oogenblik voor den winter,
èn voor een week, waarin door het beele land
voor het Crisis Comité zal worden ingezameld.
De inkomsten van het nationale comité waren
van de oprichting, aan het eind van November
1931. tot 31 December 1932 rond 1.190.000 en
over de eerste acht maanden van 1933 360.000.
Daai'entegen zijn over de overeenkomstige pe
rioden de uitgaven geweest ƒ487.000, afgezien
van een groote uitgave voor kunstmest en
346.000. De noodzaak gebiedt ons dus, u te
vragen om vernieuwde hulp.
Het is een terneerdrukkende gedachte, hoe
weinig het Nationaal Crisis Comité kan doen,
hoe laag de uitkeeringen zijn, hoe klein nog
maar de kring is waarin het werkt. Maar aan
den anderen kant, ik begon er mee het te zeg
gen, een gevoel van dankbaarheid komt op voor
de ondervonden deelneming in ons streven.
Vanuit alle kringen is men ons met zijn hulp
tegemoet gekomen. Dit geschiedde in drieërlei
opzicht:
materieel door hen, die ons in geld of in na
tura hun bijdragen deden toekomen, en velen
doen dit niet slechts eenmaal, maar herhaal
delijk, en soms in dien aantrekkelijken vorm
van geregeld een deel van uit arbeid verkregen
inkomsten af te staan;
moreel door hen, die ons door hun woord of
invloed bijstonden, of het juiste licht op ons
werk lieten schijnen, waarbij de pers veelvuldig
op verdienstelijke wijze voorging;
tenslotte door diegenen, die als leden of me
dewerkers van het nationale of de plaatselijke
crisiscomité's met eigen arbeidskracht deze
groote en fijne taak hielpen uitvoeren groot
en fijn, niet alleen organisatorisch, maar ook
zeer zeker ideëel.
Het is voor mij een voorrecht van hieruit al
len, die in welken vorm ook ons werk steunden,
met warmen dank te kunnen begroeten. Een
bijzonder woord hiei-bij tot de zeer velen, die
met groote volharding of bewonderenswaardige
vindingrijkheid de inzamelingsweek vrucht
dragend wisten, en opnieuw weten te maken.
Al deze medewerkers zullen evenwel de eer
sten zijn, die toegeven, hoe weinig het is, dat
er nog maar gedaan kan worden.
De mooie impuls van saamhoorigheidsgevoel,
dat den laatsten tijd algemeen boven komt,
moge het zijne doen om dit, zoo breed mogelijk
gebaseerde, werk nieuwe levenskracht te ver
leenen, om in menig bestaan milder omstandig
heden te bereiden in de plaats van zeer be
zwarende.
Ge hebt vernomen, hoe groot het totaalbe
drag, en hoe klein de afzonderlijke bijdragen
tegelijk zouden kunnen zijn.
Maar hoe meer ge ons geeft, hoe meer kun
nen wij doen!
Onze inzamelingsactie maakt het zeer gemak
kelijk, zelfs de zwakste goede voornemens om
ons financieel bij te staan in daden om te zet-,
ten! Laat niemand denken, dat zijn bijdrage
voor ons van geen belang is.
Ik eindig tenslotte met den wensch, dat gij,
die luistert, dat ons Volk, met al de voldoening,
die hierbij mogelijk is, terug zal kunnen zien op
de nationale inzamelingsweek, tot beloomng
van hen, die er de omvangrijke uitvoering van
verrichten en tot dankbaarheid van degenen,
die het allerzwaarst lijden onder den algemee
nen nood. Een mogelijkheid die te verzachten
staat open."
Het Wien Neerlandsch Bloed" ging vooraf aan
den Nationalen Luisterwedstrijd, terwijl de
avond werd besloten met concerten door het
B.B.C.-Orkest en het Weensch Radio-Octet.
Dinsdagmorgen kwam in het Jaarbeursge
bouw te Utrecht bijeen de algemeene ledenver
gadering van de Ned. Broederschap van Make
laars, onder leiding van den voorzitter van het
hoofdbestuur, den heer Othoff, die niet een
opwekkend woord deze jaarlijksche bijeenkomst
opende.
Terwijl alle aanwezigen opstaan, herdenkt de
voorzitter den heer Weyling, die in het afge
loopen jaar de Broederschap door den dood
ontvallen is en die als lid van het hoofdbestuur
een krachtige steun was voor de vereeniging.
Aan mevrouw C. J. OnoleeCavaljé, die de
eerste vrouwelijke makelaar was en die thans
voor het eerst de jaarvergadering bijwoonde,
werd een fraaie ruiker rozen aangeboden.
Aan het voorloopig verslag der Tweede Ka
mer over het ontwerp tot wijziging van de wet
van 30 December 1932 en van de Lager Onder
wijswet wordt het volgende ontleend:
Verscheidene leden zouden het op prijs
stellen, als de regeering spoedig aan de Ka
mer mededeeling zou willen doen van de
gedragslijn, welke zij met betrekking tot
het lager onderwijs in zijn geheel denkt te
volgen. Dit ontwerp is reeds het derde bin
nen betrekkelijk korten tijd, waarbij de be
palingen betreffende dat onderwijs inciden
teel gewijzigd worden. Aan verdere voor
stellen tot wijziging dier bepalingen zal de
Kamer moeilijk haar goedkeuring kunnen
hechten, indien haar niet een inzicht in de
plannen der regeering wordt verschaft.
Eenige leden waren van oordeel, dat voor
t de bezuiniging, welker noodzakelijkheid zij
niet ontkenden, andere objecten dan het
onderwijs behooren te worden gekozen.
Zoozeer waren deze leden tegen elke aan
tasting van dit vitale volksbelang gekant,
dat zij aan dit ontwerp onder geen voor
waarde hun stem zouden kunnen geven.
Bij verscheidene leden bestond tegen de ver
korting van den overgangstermijn, gesteld in
art. XIV eerste lid der wet van 30 December
1932, welken maatregel zij met de regeering ais
de hoofdzaak van dit ontwerp beschouwden,
ernstig bezwaar. Volgens een persbericht heeft
de inspecteur van de onderwijzersopleiding on
langs het aantal onderwijzers, dat over drie
jaren werkloos zal zijn, geschat op 9000. Men
had van de regeering mogen verwachten, dat
zij al het mogelijke gedaan zou ht-bben om dat
getal aanzienlijk te doen dalen. Een der mid
delen daartoe zou zijn een belangrijke inkrim
ping van de opleiding. Dat middel zou tevens
het voordeel hebben, dat het aanstonds een
aanmerkelijke besparing voor het Rijk met zich
zou brengen. In stede van op die wijze de ver
mindering van het aantal werklooze onderwij
zers te bevorderen, komt de regeering thans
met een voorstel, dat het vervroegd werkloos
worden van eenige duizenden onderwijzers met
zich brengt. Bovendien zullen, indien dit voor
stel wet wordt, in den loop van 1934 de ge
meente- en schoolbesturen in ernstige moeilijk
heden geraken wat betreft de organisatie van
hun scholen.
Deze leden betreurden de indiening van het
in dit artikel vervatte voorstel ernstig. Zij had
den, gezien diens afwijzende houding als lid der
Kamer tegenover het ontwerp der wet van 30
December 1932, van den tegenwoordigen minis
ter van Onderwijs zulk een voorstel niet ver
wacht.
Sommigen hunner achtten eerder een ver
lenging dan een verkorting van den over
gangstermijn gewenscht.
Verscheidene andere leden, die het eveneens
niet zonder bedenking achtten, dat als gevolg
van den voorgestelden maatregel in oen loop
van 1934 weder eenige duizenden onderwijzers
werkloos zullen worden, wezen er intusschen
met nadruk op, dat die onderwijzers zonder de
voorgestelde verkorting van den overgangster
mijn, toch ook ontslagen hadden moeten wor
den. Alleen zou dat ontslag dan eerst op 1 Ja
nuari 1935 zijn ingegaan.
De eerst aan het woord zijnde leden merkten
hiertegenover op, dat dit laatste niet juist is.
Immers, voor een aantal hunner zou door be
noeming elders in den loop van 1934 entslag
wegens boventallig zijn kunnen worden voor
komen.
Door sommige leden werd er de aandacht op
gevestigd, dat de werkloosheid onder de onder
wijzers eveneens verminderd zou kunnen wor
den door hen, die den pensioengerechtigden
leeftijd hebben bereikt, te verplichten ontslag
te nemen.
Enkele andere leden, die het aan de voorge
stelde regeling verbonden bezwaar van ver
grooting der werkloosheid bijzonder ernstig
achtten, zouden gaarne zien, dat in de richting
van een verplicht ontslag nog iets verder zou
worden gegaan, bijv. in dien zin, dat uiter
aard als noodmaatregel alle onderwijzers van
60 jaar en ouder gepensionneerd zouden wor
den.
Verscheidene leden verklaarden tegen ver
wezenlijking van dit laatste denkbeeld ernstig
bezwaar te hebben, zoolang niet een zelfde
regel voor alle ambtenaren zou zijn gesteld.
De raming op ruim 2 y2 millioen gulden
van de bezuiniging, welke de regeering zich
voorstelt met de verkorting van den over
gangstermijn te verkrijgen, achtten ver
scheidene leden te hoog, en naar hun mee
ning zoü de werkelijke bezuiniging op niet
meer dan 35 pet. van het door de regeering
genoemde bedrag mogen worden gesteld.
Andere leden merkten op, dat de financieele
nood thans zoo hoog is gestegen, dat, ook al
mocht de bezuiniging minder groot blijken te
zijn dan geraamd is, deze maatregel, welke toch
in elk geval tot een niet onaanzienlijke bespa
ring zal leiden, behoort te worden aanvaard.
Vele leden verklaarden tegen den inhoud van
artikel IV overwegend bezwaar te hebben. Het
aangesloten zijn van scholen toch by een zelfde
commissie van beroep waarborgt geenszins ge-
ïykheid van richting.
Algemeen vreesden deze leden, dat van deze
wijziging de vorming van kleine commissies
van beroep het gevolg zou zijn. Daardoor zal
het beoogde doel grootendeels worden gemist,
het instituut der rechtspraak door de commis
sies van beroep grondig bedorven en de orga
nisatie van het bijzonder onderwijs geschaad
Intusschen verklaarden zij, dat zij, gezien den
toestand van 's Lands financiën, op zich zelf
aan een voorstel, strekkende tot een snellere
herplaatsing der wachtgelders by het bijzonder
onderwijs, hun medewerking wilden verleenen
zy moesten die medewerking echter van twee
voorwaarden afhankelijk stellen. In de eerste
plaats behoort de vrijheid van richting vol
komen onaangetast te blyven. En in de tweede
plaats behoort een maatregel als deze van tyde-
lijken aard te zün en niet langer van kracht te
zijn dan de gelijksoortige voor het openbaar
onderwijs, welke tot 1 Januari 1937 zal gelden.
Uit het jaarverslag bleek, dat het uitgeven
van een eigen orgaan in verband met de slechte
tijdsomstandigheden nog niet mogelijk was ge
worden.
Vanaf 1932 zal aan hen, die slagen voor het
makelaars-examen, geen diploma meer worden
verstrekt, maar een certificaat. Dit wordt dan
na de beëediging als makelaar tegen een di
ploma ingewisseld.
Het ledental der Broederschap liep dit jaar
terug tot 161.
Onder dankzegging werd hierna het jaar
verslag goedgekeurd.
Bij de bestuursverkiezing werden herkozen de
heeren van Zeil en de Boer, terwijl in de vaca
ture van wijlen den heer Weyling werd be
noemd de heer Willems uit Venlo.
In de middagvergadering sprak de heer H. J.
Roest, lid van het Ned. Instituut voor accoun
tants te Hilversum over: „De makelaardy in de
crisis".
Spreker betoogde, dat ook in de makelaardij
de crisis zich zwaar doet gelden, mede doordat
velen, uit andere branches, zich in de jaren van
bloef op de makelaardy hebben geworpen, zoo
dat er thans een groot overcompleet is aan ma
kelaars.
Van veel meer belang voor den makelaar is
de vraag dan het aanbod. Dit hangt nauw sa
men met het vraagstuk der huurverlaging.
waarop spreker uitvoerig ingaat en waarbij hij
tot de conclusie komt, dat voor de mogelijkheid
van goedkoope arbeiderswoningen het allereerst
noodig is, dat de gemeenten hun grondprijzen
verlagen. Spr. vreest, dat de aanbouw van deze
woningen gemakkeiyker zal worden gemaakt
voor de bouwvereenigingen. Het is voor de ma
kelaardy van het grootste belang, dat dezelfde
faciliteiten zullen worden verleend aan parti
culiere bouwers.
De tweede spreker was de heer de Boer, lid
van het hoofdbestuur, die zich in het bijzonder
richtte tegen de misstanden in de makelaardij,
waarby hij een wetteiyke bescherming vroeg
voor de beëedigde makelaars en scherp de beun
hazerij in het makelaarsvak hekelde. Door een
voudige samenwerking, maar dan ook over de
geheele linie, zou volgens spr. een gedragslijn
zijn te bepalen, welke èn voor het publiek èn
voor den makelaar te aanvaarden is. zonder
eenig nadeel voor beide partijen, integendeel
tot voordeel van de betrokkenen en waardoor
de beunhazerij zich te pletter zou loopen tegen
het „eenheidsfront der makelaars".
In het „Klever Kreisblatt" komt een sensa
tioneel verhaal voor over nieuwe onthullingen
in verband met dAi brand in den Ryusdag,
waarbij een Nederlander, afkomstig uit Nieu-
wenhagen en laatstelijk verblijvende te Oss,
betrokken zou zyn.
Het relaas in het blad luidt als volgt: Dooi
den inspecteur van politie te Oss wera aan de
politieke politie te Kleef medegedeeld, dat zich
aldaar een Nederlander had aangemeld die be
langrijke mededeelingen betreffende de brand
stichtingen in den Rijksdag zou kjinnen doen.
Direct begaven zich de burgemeester van Kleef
met den gemeente-scretaris en een inspecteur
van politie naar Oss. Zij hebben daar een lang
durig onderhoud gehad met den metselaar Jo-
han Haan geheeten, afkomstig uit Nieuweha-
gen. Zij werden tijdens dit verhoor welwillend
geassisteerd door de Nederlandsche politie.
Het verhaal zelf van Haan komt daarop neer,
dat hij door een aarts-revolutionnair zou zyn
overgehaald om voor 1000 Mark den Rijksdag
in brand te steken en de „Siegerallee" in de
lucht te laten springen.
Na deze mededeelingen, die Haan in het Ne
derlandsch aan den inspecteur deed, verklaarde
hij zich onder zekere voorwaarden bereid rr.ede
naar Duitschland te gaan. In Kleef aangeko
men werd hü in een hotel aldaar onderge
bracht, waarop de politieke politie te Kleef
nogmaals een protocol, doch nu in het Duitsch
opnam. Ook hier weer deed Haan volmaakt
dezelfde mededeelingen, waarop de politieke
politie de geheime staatspolitie te Berlijn op
belde, die Zondag een commissaris van de cri-
mineele politie naar Kleef zond. Nadat Haan
nog eens alles uitvoerig bevestigd had, besloot
de Berlijnsche ambtenaar hem mede naar Ber
lijn te nemen, waar het verdere onderzoek zal
plaats vinden.
Wy ontleenen dit bericht aan de „Telegraaf"
en zijn met dit blad van meening, dat het ge
heele verhaal fantastisch is.
In het gebouw van het Provinciaal Bestuur
van Limburg te Maastricht werd Dinsdagmid
dag een vergadering gehouden van burgemees
ters van Zuid-Limburg ten Zuiden van Sittard,
afgevaardigden der Kamer van Koophandel,
Vereenigingen voor Vreemdelingenverkeer en
andere genoodigden.
In deze vergadering werd in principe besloten
tot het vestigen van een vliegveld in Zuid-
Limburg onder de gemeenten Beek en Ulestra-
ten, welk terrein door de K.L.M. geschikt is
verklaard.
Voor de rechtbank te Rotterdam heeft terecht
gestaan een 27-jarige leerling-verpleger uit
Schiedam, wien ten laste was gelegd, dat hü uit
het kantoortje van het ziekenhuis voor scheeps-
en tropische ziekten aan de Oosterkade te Rot
terdam op 26 Juni een geldkistje met ruim f 6
en een klein bedrag aan postzegels heeft weg
genomen. Vervolgens heeft hy brand gesticht
op den zolder van het ziekenhuis, waardoor
gevaar voor goederen was ontstaan en levens
gevaar voor personen was te duchten.
Het O.M. eischte vier jaren gevangenisstraf
met aftrek van het preventief.
Dinsdagmorgen brak een felle brand uit in de
boerdery, bewoond door den heer E. Galetzka,
eigendom van de firma C. J. P. Stegeman en
Co., gelegen aan den Boxbergerweg te Deven
ter. De bewoners waren afwezig en toen om
wonenden den brand ontdekten had het vuur
reeds 'n flinken omvang aangenomen. De brand
weer was spoedig ter plaatse en wist na een uur
hard werken, het vuur meester te worden. De
boerdery is geheel uitgebrand. Een groote party
hooi, alsmede een deel van het huisraad ging
verloren. De oorzaak van den brand is onbe
kend. Verzekering dekt de schade.
Voor de Utrechtsche Arrondissementsrecht
bank waren Dinsdagmiddag gedagvaard negen
tien fascisten uit Arnhem, tegen wie een ver
volging was ingesteld wegens het weg maken
en vernielen van een vlag.
Van de negentien gedagvaarden waren er
veertien verschenen; overvullend de verdach-
tenbank, welke niet op berging van zulke men-
schenmassa's is berekend.
Buiten een student, die de samenstelling der
dagvaarding bestreed, bekende deze menigte
eerst het haar ten laste gelegde.
Deswege werden den student vragen betref
fende deze historie gesteld.
Hy deelde mede dat den 14en Juni op de
Leusder Hei een treffen had plaats gevonden
tusschen de zwarte troepen waartoe hy behoort
en tegenstanders. Hoe de vechtparty precies
ontstaan is, weet verdachte niet; vermoedelijk
aldus de student, „door provoceerend optreden
van de tegenstanders".
Nadat deze veldslag beëindigd was. met de
smadeiyke vlucht van den vyand, is men daar
op naar een tent getrokken waarbij een vlag
was opgehangen met de Dageraad-emblemen,
met de bedoeling, den tentbewoner te wyzen
op het grievende en het uittartende van deze
vlag. Bij het zien der zwarte schare zou de
Dageraadman hun de vlag hebben toegewor
pen. Hij zou dus niet stormenderhand zyn ver
overd.
President: „Ja, dat zegt u."
Verdachte: Toen hij ons zag, zal hy gedre
ven door zijn kwaad geweten de vlag hebben
gestreken. Deze emblemen waren van een be
weging welke schadelijk is voor de cultuur en
hte bewustzyn van ons Nederlandsche volk.
President: Ik zal mij hier met u niet in dis
puut begeven; de politiek moet hier buiten
blyven.
De verdachte zeide nogmaals met klem, dat
het niet van te voren was afgesproken, die vlag
weg te halen.
De raadsheer Mr. Kaars Sijpesteijn: Waarom
trok u er dan met de heele troep heen?
Verdachte bleef hierop een positief antwoord
schuldig.
Hierop nader ondervraagd, wisten de ande
re gedaagden zich niet meer te herinneren of
er om die vlag is gevraagd en wie haar heeft
opgeraapt. Wel wist een van hen te vertellen
dat een vrouw tot den tentbewoner had ge
roepen: „Geef die vlag!"
Als eerste getuige werd de kampbewoner ge
hoord. Hy zeide den 5den Juni met eenige fa
milie-leden op de Leusder Heide te hebben ge
kampeerd. Hy had een door hem zelf ontwor
pen vlag in een boom opgehangen, op eenigen
afstand van de tent.
Twee der gedaagde fascisten zijn bij hem ge
komen en eischten de vlag op. Toen getuige dit
niet wilde doen werd een sein gegeven aan een
troep fascisten welke op den weg stond en die
toen in stormpas nader kwam.
Getuige stelde daarop voor, de vlag in te ha
len en op te bergen. Hij klom in den boom om
het doek los te maken. Toen hü hiermede doen
de was riepen de fascisten „hier de vlag, aan
ons de vlag". Aangezien volgens getuige
de fascisten gewapend waren geweest met
stokken, heeft de man aan dien eisch voldaan.
Verontwaardiging by de verdachten; een hun
ner noemde de zooeven afgelegde verklaring een
pertinente leugen.
Door den advocaat der verdachten Mr. Boen
ders, ondervraagd, zeide de getuige dat hy nog
had geprobeerd de vlag kapot te scheuren. Hy
ontkende lid van de Dageraad te zün; de vlag
gaf evenmin de emblemen dezer beweging weer.
De student zeide, dat zü niet bewapend wa
ren geweest; tegen de reglementen in had
slechts een der leden een ploertendooder ge
dragen. Van een signaal heeft deze verdachte
niets gezien.
Een der rechters: U heeft over het algemeen
niet erg veel gezien (hilariteit).
Getuige biyft erby, dat eenige der fascisten
stokken hadden meegevoerd.
De volgende getuige had met den vorigen op
den bewusten datum gekampeerd, zyn verkla
ringen kwamen geheel met de reeds afgelegde
overeen. Alleen zeide hü dat eenige fascisten
de reeds naar beneden gegooide vlag, welke
echter in de onderste takken was blyven han
gen met geweld hadden losgerukt.
Mr. Frima werd tenslotte gehoord als ge
tuige a décharge.
Hij zeide dien dag met zyn vrouw een fiets
tocht te hebben ondernomen.
Met hem reden eenige fascisten mede. zy
stapten af, toen de bewuste vlag zichtbaar
werd, en begaven zich naar den boom, waarin
deze bevestigd was.
Signalen heeft Mr. Frima gehoord noch ge
zien.
Mr. Kaars: „Zy gingen dus eensgezind op
de vlag af als stieren op den rooden lap."
Getuige heeft de vlag nog gezien; zy was
toen gescheurd. Van schreeuwen of roepen heeft
getuige niets gehoord.
De Officier van Justitie requisitoir nemend,
achtte het ten laste gelegde bewezen en eischte
tegen ieder der verdachten f 10 boete.
De raadsman, Mr. Boenders, noemde het
voorgevallene vry onbeteekenend en achtte
daarenboven van geen der verdachten het ten-
laste gelegde bewezen. Deswege pleitte hü voor
vryspraak
Uitspraak over veertien dagen.
De minister van Sociale Zaken heeft, naar
„Het Volk" meldt, nader bepaald, dat de nieuwe
regeling voor de werkloozenuitkeeringen, die op
1 October zou ingaan, wordt verschoven tot
1 November.
Onder groote belangstelling is Dinsdagmid
dag op de Protestantsche Begraafplaats te Slo-
terdyk het stoffelyk overschot ter aarde besteld
van den 25-jarigen landbouwer Gerrit v. d.
Hoeven, die de vorige week het slachtoffer
werd van een lafhartigen moordaanslag.^
Veel tuinbouwers en boeren gaven van hun
belangstelling blijk.