Crisiscomité luidt de noodklok I Wijziging Lager Onderwijswet Een indrukwekkende radio-avond Een „vlagincident" PRINSES JULIANA VOOR DE MICROFOON MEENING DER TWEEDE KAMER Een fantastisch verhaal WOENSDAG 4 OCTOBER Inzet der nationale herfstcampagne welke den algemeenen nood moet helpen lenigen Dringend beroep op ajlen Rede voorzitter van Citters H. K. H. Prinses Juliana Penningmeester E. E. Menten De Kroonprinses spreekt NED. BROEDERSCHAP VAN MAKELAARS De makelaardij in de crisis Ernstige bezwaren tegen de voor gestelde korting van den over gangstermijn Welke gedragslijn volgt de Regeering? Een Nederlander beweert over gehaald te zijn tot brand stichting in den Rijksdag Niet geloofwaardig Vliegveld Limburg In beginsel ertoe besloten BRANDSTICHTING IN EEN ZIEKENHUIS BOERDERIJ AFGEBRAND Veertien fascisten voor de Utrecht- sche rechtbank Veldslag op de Leusder Heide iJeiuigenverhoor Uitstel van executie Wijziging der steunregeling gaat in op 1 November Moord in den Ypolder Begrafenis slachtoffer lllllllllllllllllllllllillllllllllllllllillllllllillllllllllllllllillllllllllllllliuiillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllillillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliilllllllllllllllllllllllillillllllilllllllllillllllllllillllllillllllllllllllliiiiiiiiiiiii Ter inleiding van de inzame- lingsweek van het Nationaal Crisis- Comité is Dinsdagavond door den K.R.O. en de A.V.R.O. een bij zonder programma uitgezonden, waarbij ook Prinses Juliana het woord heeft gevoerd. Om kwart over acht opende de voorzitter van het Nationaal Crisis-Comité, Jhr. S. van Citters dezen radio-avond. Voor de derde maal, aldus spr., komen wij tot U. De gevolgen van de crisis doen zich nog on verzwakt gevoelen, vooral in die kringen, waar over in het algemeen de zorgen van de diverse organen van Maatschappelijk Hulpbetoon zich nog niet uitstrekken. Hier en daar moge er dank zij ook de van regeeringswege genomen maatregelen eenig licht gaan schijnen, aan andere zijden pakken de donkere wolken drei gend samen. Onze, d.w.z. uw steun, Nederlan ders, kan nog niet gemist worden. Zoolang de regeering ons noodig heeft blijven wij op onzen post, vertrouwend, dat het Nederlandsche volk ook dit jaar weder achter ons zal staan. Waar echter de vorm der door ons georgani seerde steunverleening zoo verscheiden is en moet zijn, zou het wel een wonder zijn, indien critiek uitbleef. Maar ik zou aan allen, die zich in dit opzicht bezwaard voelen, toch willen vragen: onze wijze van steunverleening is zoo omvangrijk en door de bemoeiingen der plaat selijke comité's zóó verscheiden, dat er aliicht iets is, waarmede ge u niet kunt vereenigen, er toch wel veel meer moet zijn waarmede ge in stemt. B.v. het verleenen van steun in natura via de plaatselijke comité's. Op die wijze wer den door ons ter beschikking van de plaatse lijke comité's gesteld in de afgeloopen periode, o.m. 5885 ton eierkolen: deze verzending zou een trein vorderen van 589 wagons. Verder werden door ons ter beschikking van plaatselijke comité's gesteld ruim 15000 wollen dekens, bijna 9000 paar schoenen, waarvan het Tgrootste gedeelte vetleeren, 28000 paar kousen, 90.000 stuks tricot goed, 14500 K-G. rijst, 25000 stuks luiers, 64000 pakjes kindermeel enz. Ik doe maar enkele grepen. Laat men toch niet voor bijzien, dat wanneer men zijn bijdrage onthoudt omdat er in ons systeem van steunverleening iets is waarmede men niet instemt, men dan tevens schade doet aan de uitdeeling van al datgene wat men nooddruftigen niet gaarne zou onthouden. Het verleenen van steun aan het organiseeren van kampen voor jeugdige werkloozen heeft nogal eens tot critiek aanleiding gegeven. Het is daarom wellicht goed daarover het licht nog eens te doen schijnen. De jeugdleiders van alle richtingen zijn het er vrijwel over eens, dat onder hetgeen men ten behoeve van de jeugdige werkloozen kan doen, boven aan staat het onderbrengen in kampen onder goede leiding. Wie zich goed indenkt het lot van deze jonge mannen, die weken en maan den den sloopenden invloed ondergaan van het gedoemd zijn tot leegstaan en die toch arbeid zoo bijzonder noodig hebben, omdat voor hen het werken tevens opvoeding en scholing in den arbeid beteekent, die begrijpt het nut, het op heffende en opbouwende van het werk dier kampen. Het N.C.C. steunt dat werk door aan de vereenigingen, onverschillig van welke rich ting, welke bij de Landelijke Commissie ter be strijding van de gevolgen der jeugdwerkloosheid zijn aangesloten, een bijdrage te geven voor elkeen in een georganiseerd werkloozenkamp op genomen. Het N.C.C steunt niet het werk van vereeni gingen in het algemeen, maar alleen bemoeiin gen welke een vereeniging speciaal ten behoeve van jeugdige crisiswerkloozen op zich neemt. Voor het jaar 1933 werd voor dezen steun f 25.000 beschikbaar gesteld. Om echter dit werk naast de algemeene steunverleening te kunnen voortzetten, zullen onze middelen op peil moeten worden gehouden en uitgebreid. Steeds worden middelen geboden om met iets, wat zoo weinig moeite en geld vergt aan het crisiswerk mede te doen. Mogen er dan in het steunjaar, dat met dezen Radio-avond wordt ingeluid, eens heel veel Nederlanders zijn, wier beginsel mede brengt ons krachtig te steunen omdat onze wijze van steunverleening elemen ten bevat waarmede zij zich gereedelijk kunnen vereenigen. Na een tweetal nummers gramofoonmuziek sprak mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra, vice- voorzitter van het Nat. Crisis-Comité met als onderwerp: „Dingen, die voorkomen". De geleerde monniken, aldus spreker, die in vorige eeuwen van hun studeercellen uit de wereld verrijkten met de producten van hun rustloozen hersenarbeid hebben nimmer kunnen vermoeden dat er een tijd zou komen, waarin eveneens een enkeling, ook vanuit een cel, het voorwerp van zijn gedachten onmiddellijk aan duizenden van zijn medemenschen zou kunnen kenbaar maken. Vanuit de spreekcel in de radio-studio is het nu mogelijk enkele indrukken mede te deelen, welke wij sedert de oprichting van het Natio naal Crisis-Comité hebben opgedaan, en iets van onzen arbeid voor zoover niet reeds be kend te openbaren, en het is mij een voor recht die gunst gedurende eenige oogenbliken te benutten. Allereerst richtte spr. zich tegen allerlei ge ruchten omtrent de werkwijze van het Comité, welke uit een groot tekort aan logica voort komen. Duizenden b.v. zou de meubileering der bu reaux hebben gekost. Wanneer men nu weet, dat het Paleis aan den Kneuterdijk no. 20 te 's Gravenhage, waar wij gevestigd zijn, door Hare Majesteit de Ko ningin gratis te onzer beschikking werd gesteld, dat een Haagsch ingezetene zoo welwillend was ons ter aanvulling eenig meubilair in bruik- leen te geven, en dat voor het aanschaffen van papier en andere schrijfbehoeften, voor enkele tweedehands schrijfmachines en voor den aan leg van een paar telefoonaansluitingen een zeer matig bedrag door het Departement van Bin- nenlandsche Zaken werd gefourneerd, en dat er tot den dag van heden voor de onkosten van onze sobere administratie geen cent werd geput uit het kapitaal, dat uit de vrijgevigheid van onze mede-Nederlanders bijeenkwam, wijl deze kosten door genoemd Departement werden ge dragen.... zietwat blijft er dan over van dat onware gerucht, dat voorzeker niet werd geboren uit het verlangen om het Nationaal Crisis-Comité in een gunstig daglicht te stellen. En deze fantasie ging nog wel verder, zoodat een belasting op „de booze tongen" een ruim gebied zou kunnen bestrijken, al zal deze bron van inkomsten wel nooit worden aangeboord. Gelukkig kunnen wij ook andere geluiden doen hooren en er zijn feiten te over om aan te toonen dat de crisishulp ditmaal geen fan tasie doch werkelijkheid tot heden in veler lei plaatsen nuttig effect sorteert. Ijverige krachten hebben daartoe allerwegen samengewerkt, en ligt het voor de hand dat in de grootere gemeenten de goed geoutilleerde diensten van Maatschappelijk Hulpbetoon en Kerkelijke Instellingen hunne voorlichting bij het onderzoeken van crisisgevallen hebben kun nen en willen beschikbaar stellen, in kleinere plaatsen was de activiteit en de tact van de enkelingen het middel om de gevallen op te sporen en de behoeften te bepalen van den in crisisnood verkeerenden medemensch. Treffende, ja ontroerende gevallen hebben zich daarbij voorgedaan. Credietsteun aan kleine neringdoenden werd in enkele grootere gemeenten in samenwerking met voorschotten van Kamers van Koophandel en elders in combinatie met plaatselijke co mité's en particulieren verleend. De hulp aan de binnenscnippers bedroeg on geveer 26 duizend gulden, individueel bere kend, uiteraard bescheiden, maar toch voor ziende in de meest noodige behoeften. Ook aan de beeldende kunstenaars en toon kunstenaars werd in aanvuhing van het ruime bedrag, dat door het tentoonstellen van Harer Majesteit's schilderwerken bijeenkwam, nog belangrijke hulp verstrekt, en er is thans een werkloozenverzekering voor eerstgenoemden in bewerking, waaraan ook wij onze coöperatie hopen te verleenen. Meerdere jongelieden werden in staat gesteld hunne studie voort te zetten en het zal wel niet noodig zijn te verzekeren, dat ook de jeugdige werkloozen in hooge mate onze aan dacht hadden. Voor zoover aan deze jonge menschen tot welke richting zij ook behooren, eenige ont spanning in de verschillende kampen kan wor den geschonken, hebben wij aan dezen sympa thieken socialen maatregel met vreugde mede gewerkt. Ook voor de kindervoeding in Suriname, welk in een schrijnende behoefte voorziet, werd aan den tijdelijk hier te lande vertoevenden voorzitter van het desbetreffende comité een geldsom toegekend. Voordat de Regeering begon zich het crisis- lot van den landbouw aan te trekken, hebben wij door medewerking van het Centraal Bureau uit het Nederlandsch Landt ouwcomité en van de Katholieke Coöperatieve Landbouw- en Tuindersbonden aan noodlijdende kleine boe ren zwavelzuren ammoniak als kunstmest te gen verjaagde prijzen kunnen distribueeren. Zulks geschiedde in het begin van 1932, door aankoop bij de Staatsmijnen en wel» vooi een bedrag van rond 88.000 In datzelfde jaar hielpen wij de kleine tuin ders met ammonsalpeter tot een waarde van 10.000. In samenwerking met het In- en Verkoop bureau van Tuinbouwproducten te Alkmaar, werden onverkoopbare groenten voor rekening van de plaatselijke comité's in Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage Gouda, Delft en Haarlem ingekocht en onder behoeftigen ge distribueerd. Hiermede is een massaal antwoord gegeven op de telkens terugkeerende vraag: „Wat doet het Nationaal Crisiscomité toch eigenlijk?" Onze plicht om alleen zooveel doenlijk te steunen wordt uitgeoefend met Uw medehulp. Tot dusver is het Nederlandsch volk zijn traditie van offervaardigheid getrouw gebleven. Maar de winter staat voor de deur. Onze nieuwe campagne begint en wij hebben veel noodig. Na een Oud-Holland-Potpourri werd uitge sproken de Radio-rede van Mr. E. E. Menten, penningmeester van het Nationaal Crisis Co mité, die als penningmeester voor de eerste maal sinds de oprichting van ons comité in 1931 zijn erkentelijkheid uitsprak voor de wijze waarop in meerdere of mindere mate door allen en in bijzondere mate door enkelen geantwoord is op de vele en verschillende beroepen op hem gedaan. Zonder dit algemeen medeleven van diegenen onder de landgenooten, die veelal geheel buiten hun schuld met moeilijkheden te kampen heb ben, die niet te voorzien zijn geweest, ware het ten eenenmale onmogelijk geweest, die taak te vervullen. Weet wel, aldus spr., dat gij allen, hoe klein uw bijdrage ook moge zijn, de zuilen zijt, waar op ons Crisiswerk steunt; wij zullen voortgaan steeds nieuwe wegen te zoeken om tot u door te dringen en wij weten, dat wij veel van u vragen, doch wij rekenen er op, dat wij u in steeds breedere scharen bereid zullen vinden ons naar draagkracht te steunen. Tot nu toe ontving het Nationaal Crisis Co mité aan giften f 1.558.570.H. K. H. Prinses Juliana blijft voortgaan het Comité, dat zij in het leven riep krachtdadig en regelmatig met zeer belangrijke giften te steunen. Van particu lieren en instelingen, zoowel hier te lande als van overzee, werd ontvangen f 826.000.Een bijzonder woord van dank meen ik hier te moe ten richten tot al diegenen, die vanuit afgele gen posten in de overzeesche gewesten zonder eenigen directen aandrang, ons regelmatig hun bijdragen doen toekomen. De periodieke automatische giro-overschrij vingen brachten ons f 192.750. Ik beveel deze wijze van steunen dringend bij u aan, omdat het ons gebleken is, dat zij voor u de minst voelbare uitgave voor ons de meest regelma tige inkomst beteekent. Van de ongeveer 800 plaatselijke Crisis Co mité's ontvingen wij f 316.000. De tol op den Zuiderzee-afsluitdijk, ten be hoeve van het N.C.C. geheven, doch nu beëin digd, bracht f 104.000 op. Hoe gebruikt het Nationaal Crisis Comité dit geld? In de allereerste plaats door uitkeeringen in geld, niet aan personen, doch aan Crisis-Co- mité's. Tot nu toe werd zoo uitgekeerd f 636.000. In de tweede plaats door uitkeeringen in na tura, waarbij er zooveel mogelijk gezorgd wordt dat deze hulp in goederen niet den kleinhandel benadeelt. Mogen deze enkele cijfers u een verder beeld gegeven hebben van den omvang der crisis- steun en moge dit voor u een aansporing zijn voort te gaan naar kunnen mede te werken. Op Mr. Menten's rede volgde het aloud „Wilhelmus" en dan weerklonk helder en duidelijk door de microfoon de stem van onze Kroonprinses, die de oprichtster is ge weest van het Nationaal Crisis-Comité. De Prinses sprak woordelijk: „Het Nationaal Crisis Comité bestaat nu bij na twee jaar. Het is dankbaar voor de waar deering en de medewerking, die het gevonden heeft, en dit des te meer, waar, ondanks het zich wijzigen van de omstandigheden, het voortbestaan ervan evenzeer geboden blijft. De Regsering verzoekt ons hierom, met ons werk voort te gaan. Wij staan op dit oogenblik voor den winter, èn voor een week, waarin door het beele land voor het Crisis Comité zal worden ingezameld. De inkomsten van het nationale comité waren van de oprichting, aan het eind van November 1931. tot 31 December 1932 rond 1.190.000 en over de eerste acht maanden van 1933 360.000. Daai'entegen zijn over de overeenkomstige pe rioden de uitgaven geweest ƒ487.000, afgezien van een groote uitgave voor kunstmest en 346.000. De noodzaak gebiedt ons dus, u te vragen om vernieuwde hulp. Het is een terneerdrukkende gedachte, hoe weinig het Nationaal Crisis Comité kan doen, hoe laag de uitkeeringen zijn, hoe klein nog maar de kring is waarin het werkt. Maar aan den anderen kant, ik begon er mee het te zeg gen, een gevoel van dankbaarheid komt op voor de ondervonden deelneming in ons streven. Vanuit alle kringen is men ons met zijn hulp tegemoet gekomen. Dit geschiedde in drieërlei opzicht: materieel door hen, die ons in geld of in na tura hun bijdragen deden toekomen, en velen doen dit niet slechts eenmaal, maar herhaal delijk, en soms in dien aantrekkelijken vorm van geregeld een deel van uit arbeid verkregen inkomsten af te staan; moreel door hen, die ons door hun woord of invloed bijstonden, of het juiste licht op ons werk lieten schijnen, waarbij de pers veelvuldig op verdienstelijke wijze voorging; tenslotte door diegenen, die als leden of me dewerkers van het nationale of de plaatselijke crisiscomité's met eigen arbeidskracht deze groote en fijne taak hielpen uitvoeren groot en fijn, niet alleen organisatorisch, maar ook zeer zeker ideëel. Het is voor mij een voorrecht van hieruit al len, die in welken vorm ook ons werk steunden, met warmen dank te kunnen begroeten. Een bijzonder woord hiei-bij tot de zeer velen, die met groote volharding of bewonderenswaardige vindingrijkheid de inzamelingsweek vrucht dragend wisten, en opnieuw weten te maken. Al deze medewerkers zullen evenwel de eer sten zijn, die toegeven, hoe weinig het is, dat er nog maar gedaan kan worden. De mooie impuls van saamhoorigheidsgevoel, dat den laatsten tijd algemeen boven komt, moge het zijne doen om dit, zoo breed mogelijk gebaseerde, werk nieuwe levenskracht te ver leenen, om in menig bestaan milder omstandig heden te bereiden in de plaats van zeer be zwarende. Ge hebt vernomen, hoe groot het totaalbe drag, en hoe klein de afzonderlijke bijdragen tegelijk zouden kunnen zijn. Maar hoe meer ge ons geeft, hoe meer kun nen wij doen! Onze inzamelingsactie maakt het zeer gemak kelijk, zelfs de zwakste goede voornemens om ons financieel bij te staan in daden om te zet-, ten! Laat niemand denken, dat zijn bijdrage voor ons van geen belang is. Ik eindig tenslotte met den wensch, dat gij, die luistert, dat ons Volk, met al de voldoening, die hierbij mogelijk is, terug zal kunnen zien op de nationale inzamelingsweek, tot beloomng van hen, die er de omvangrijke uitvoering van verrichten en tot dankbaarheid van degenen, die het allerzwaarst lijden onder den algemee nen nood. Een mogelijkheid die te verzachten staat open." Het Wien Neerlandsch Bloed" ging vooraf aan den Nationalen Luisterwedstrijd, terwijl de avond werd besloten met concerten door het B.B.C.-Orkest en het Weensch Radio-Octet. Dinsdagmorgen kwam in het Jaarbeursge bouw te Utrecht bijeen de algemeene ledenver gadering van de Ned. Broederschap van Make laars, onder leiding van den voorzitter van het hoofdbestuur, den heer Othoff, die niet een opwekkend woord deze jaarlijksche bijeenkomst opende. Terwijl alle aanwezigen opstaan, herdenkt de voorzitter den heer Weyling, die in het afge loopen jaar de Broederschap door den dood ontvallen is en die als lid van het hoofdbestuur een krachtige steun was voor de vereeniging. Aan mevrouw C. J. OnoleeCavaljé, die de eerste vrouwelijke makelaar was en die thans voor het eerst de jaarvergadering bijwoonde, werd een fraaie ruiker rozen aangeboden. Aan het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over het ontwerp tot wijziging van de wet van 30 December 1932 en van de Lager Onder wijswet wordt het volgende ontleend: Verscheidene leden zouden het op prijs stellen, als de regeering spoedig aan de Ka mer mededeeling zou willen doen van de gedragslijn, welke zij met betrekking tot het lager onderwijs in zijn geheel denkt te volgen. Dit ontwerp is reeds het derde bin nen betrekkelijk korten tijd, waarbij de be palingen betreffende dat onderwijs inciden teel gewijzigd worden. Aan verdere voor stellen tot wijziging dier bepalingen zal de Kamer moeilijk haar goedkeuring kunnen hechten, indien haar niet een inzicht in de plannen der regeering wordt verschaft. Eenige leden waren van oordeel, dat voor t de bezuiniging, welker noodzakelijkheid zij niet ontkenden, andere objecten dan het onderwijs behooren te worden gekozen. Zoozeer waren deze leden tegen elke aan tasting van dit vitale volksbelang gekant, dat zij aan dit ontwerp onder geen voor waarde hun stem zouden kunnen geven. Bij verscheidene leden bestond tegen de ver korting van den overgangstermijn, gesteld in art. XIV eerste lid der wet van 30 December 1932, welken maatregel zij met de regeering ais de hoofdzaak van dit ontwerp beschouwden, ernstig bezwaar. Volgens een persbericht heeft de inspecteur van de onderwijzersopleiding on langs het aantal onderwijzers, dat over drie jaren werkloos zal zijn, geschat op 9000. Men had van de regeering mogen verwachten, dat zij al het mogelijke gedaan zou ht-bben om dat getal aanzienlijk te doen dalen. Een der mid delen daartoe zou zijn een belangrijke inkrim ping van de opleiding. Dat middel zou tevens het voordeel hebben, dat het aanstonds een aanmerkelijke besparing voor het Rijk met zich zou brengen. In stede van op die wijze de ver mindering van het aantal werklooze onderwij zers te bevorderen, komt de regeering thans met een voorstel, dat het vervroegd werkloos worden van eenige duizenden onderwijzers met zich brengt. Bovendien zullen, indien dit voor stel wet wordt, in den loop van 1934 de ge meente- en schoolbesturen in ernstige moeilijk heden geraken wat betreft de organisatie van hun scholen. Deze leden betreurden de indiening van het in dit artikel vervatte voorstel ernstig. Zij had den, gezien diens afwijzende houding als lid der Kamer tegenover het ontwerp der wet van 30 December 1932, van den tegenwoordigen minis ter van Onderwijs zulk een voorstel niet ver wacht. Sommigen hunner achtten eerder een ver lenging dan een verkorting van den over gangstermijn gewenscht. Verscheidene andere leden, die het eveneens niet zonder bedenking achtten, dat als gevolg van den voorgestelden maatregel in oen loop van 1934 weder eenige duizenden onderwijzers werkloos zullen worden, wezen er intusschen met nadruk op, dat die onderwijzers zonder de voorgestelde verkorting van den overgangster mijn, toch ook ontslagen hadden moeten wor den. Alleen zou dat ontslag dan eerst op 1 Ja nuari 1935 zijn ingegaan. De eerst aan het woord zijnde leden merkten hiertegenover op, dat dit laatste niet juist is. Immers, voor een aantal hunner zou door be noeming elders in den loop van 1934 entslag wegens boventallig zijn kunnen worden voor komen. Door sommige leden werd er de aandacht op gevestigd, dat de werkloosheid onder de onder wijzers eveneens verminderd zou kunnen wor den door hen, die den pensioengerechtigden leeftijd hebben bereikt, te verplichten ontslag te nemen. Enkele andere leden, die het aan de voorge stelde regeling verbonden bezwaar van ver grooting der werkloosheid bijzonder ernstig achtten, zouden gaarne zien, dat in de richting van een verplicht ontslag nog iets verder zou worden gegaan, bijv. in dien zin, dat uiter aard als noodmaatregel alle onderwijzers van 60 jaar en ouder gepensionneerd zouden wor den. Verscheidene leden verklaarden tegen ver wezenlijking van dit laatste denkbeeld ernstig bezwaar te hebben, zoolang niet een zelfde regel voor alle ambtenaren zou zijn gesteld. De raming op ruim 2 y2 millioen gulden van de bezuiniging, welke de regeering zich voorstelt met de verkorting van den over gangstermijn te verkrijgen, achtten ver scheidene leden te hoog, en naar hun mee ning zoü de werkelijke bezuiniging op niet meer dan 35 pet. van het door de regeering genoemde bedrag mogen worden gesteld. Andere leden merkten op, dat de financieele nood thans zoo hoog is gestegen, dat, ook al mocht de bezuiniging minder groot blijken te zijn dan geraamd is, deze maatregel, welke toch in elk geval tot een niet onaanzienlijke bespa ring zal leiden, behoort te worden aanvaard. Vele leden verklaarden tegen den inhoud van artikel IV overwegend bezwaar te hebben. Het aangesloten zijn van scholen toch by een zelfde commissie van beroep waarborgt geenszins ge- ïykheid van richting. Algemeen vreesden deze leden, dat van deze wijziging de vorming van kleine commissies van beroep het gevolg zou zijn. Daardoor zal het beoogde doel grootendeels worden gemist, het instituut der rechtspraak door de commis sies van beroep grondig bedorven en de orga nisatie van het bijzonder onderwijs geschaad Intusschen verklaarden zij, dat zij, gezien den toestand van 's Lands financiën, op zich zelf aan een voorstel, strekkende tot een snellere herplaatsing der wachtgelders by het bijzonder onderwijs, hun medewerking wilden verleenen zy moesten die medewerking echter van twee voorwaarden afhankelijk stellen. In de eerste plaats behoort de vrijheid van richting vol komen onaangetast te blyven. En in de tweede plaats behoort een maatregel als deze van tyde- lijken aard te zün en niet langer van kracht te zijn dan de gelijksoortige voor het openbaar onderwijs, welke tot 1 Januari 1937 zal gelden. Uit het jaarverslag bleek, dat het uitgeven van een eigen orgaan in verband met de slechte tijdsomstandigheden nog niet mogelijk was ge worden. Vanaf 1932 zal aan hen, die slagen voor het makelaars-examen, geen diploma meer worden verstrekt, maar een certificaat. Dit wordt dan na de beëediging als makelaar tegen een di ploma ingewisseld. Het ledental der Broederschap liep dit jaar terug tot 161. Onder dankzegging werd hierna het jaar verslag goedgekeurd. Bij de bestuursverkiezing werden herkozen de heeren van Zeil en de Boer, terwijl in de vaca ture van wijlen den heer Weyling werd be noemd de heer Willems uit Venlo. In de middagvergadering sprak de heer H. J. Roest, lid van het Ned. Instituut voor accoun tants te Hilversum over: „De makelaardy in de crisis". Spreker betoogde, dat ook in de makelaardij de crisis zich zwaar doet gelden, mede doordat velen, uit andere branches, zich in de jaren van bloef op de makelaardy hebben geworpen, zoo dat er thans een groot overcompleet is aan ma kelaars. Van veel meer belang voor den makelaar is de vraag dan het aanbod. Dit hangt nauw sa men met het vraagstuk der huurverlaging. waarop spreker uitvoerig ingaat en waarbij hij tot de conclusie komt, dat voor de mogelijkheid van goedkoope arbeiderswoningen het allereerst noodig is, dat de gemeenten hun grondprijzen verlagen. Spr. vreest, dat de aanbouw van deze woningen gemakkeiyker zal worden gemaakt voor de bouwvereenigingen. Het is voor de ma kelaardy van het grootste belang, dat dezelfde faciliteiten zullen worden verleend aan parti culiere bouwers. De tweede spreker was de heer de Boer, lid van het hoofdbestuur, die zich in het bijzonder richtte tegen de misstanden in de makelaardij, waarby hij een wetteiyke bescherming vroeg voor de beëedigde makelaars en scherp de beun hazerij in het makelaarsvak hekelde. Door een voudige samenwerking, maar dan ook over de geheele linie, zou volgens spr. een gedragslijn zijn te bepalen, welke èn voor het publiek èn voor den makelaar te aanvaarden is. zonder eenig nadeel voor beide partijen, integendeel tot voordeel van de betrokkenen en waardoor de beunhazerij zich te pletter zou loopen tegen het „eenheidsfront der makelaars". In het „Klever Kreisblatt" komt een sensa tioneel verhaal voor over nieuwe onthullingen in verband met dAi brand in den Ryusdag, waarbij een Nederlander, afkomstig uit Nieu- wenhagen en laatstelijk verblijvende te Oss, betrokken zou zyn. Het relaas in het blad luidt als volgt: Dooi den inspecteur van politie te Oss wera aan de politieke politie te Kleef medegedeeld, dat zich aldaar een Nederlander had aangemeld die be langrijke mededeelingen betreffende de brand stichtingen in den Rijksdag zou kjinnen doen. Direct begaven zich de burgemeester van Kleef met den gemeente-scretaris en een inspecteur van politie naar Oss. Zij hebben daar een lang durig onderhoud gehad met den metselaar Jo- han Haan geheeten, afkomstig uit Nieuweha- gen. Zij werden tijdens dit verhoor welwillend geassisteerd door de Nederlandsche politie. Het verhaal zelf van Haan komt daarop neer, dat hij door een aarts-revolutionnair zou zyn overgehaald om voor 1000 Mark den Rijksdag in brand te steken en de „Siegerallee" in de lucht te laten springen. Na deze mededeelingen, die Haan in het Ne derlandsch aan den inspecteur deed, verklaarde hij zich onder zekere voorwaarden bereid rr.ede naar Duitschland te gaan. In Kleef aangeko men werd hü in een hotel aldaar onderge bracht, waarop de politieke politie te Kleef nogmaals een protocol, doch nu in het Duitsch opnam. Ook hier weer deed Haan volmaakt dezelfde mededeelingen, waarop de politieke politie de geheime staatspolitie te Berlijn op belde, die Zondag een commissaris van de cri- mineele politie naar Kleef zond. Nadat Haan nog eens alles uitvoerig bevestigd had, besloot de Berlijnsche ambtenaar hem mede naar Ber lijn te nemen, waar het verdere onderzoek zal plaats vinden. Wy ontleenen dit bericht aan de „Telegraaf" en zijn met dit blad van meening, dat het ge heele verhaal fantastisch is. In het gebouw van het Provinciaal Bestuur van Limburg te Maastricht werd Dinsdagmid dag een vergadering gehouden van burgemees ters van Zuid-Limburg ten Zuiden van Sittard, afgevaardigden der Kamer van Koophandel, Vereenigingen voor Vreemdelingenverkeer en andere genoodigden. In deze vergadering werd in principe besloten tot het vestigen van een vliegveld in Zuid- Limburg onder de gemeenten Beek en Ulestra- ten, welk terrein door de K.L.M. geschikt is verklaard. Voor de rechtbank te Rotterdam heeft terecht gestaan een 27-jarige leerling-verpleger uit Schiedam, wien ten laste was gelegd, dat hü uit het kantoortje van het ziekenhuis voor scheeps- en tropische ziekten aan de Oosterkade te Rot terdam op 26 Juni een geldkistje met ruim f 6 en een klein bedrag aan postzegels heeft weg genomen. Vervolgens heeft hy brand gesticht op den zolder van het ziekenhuis, waardoor gevaar voor goederen was ontstaan en levens gevaar voor personen was te duchten. Het O.M. eischte vier jaren gevangenisstraf met aftrek van het preventief. Dinsdagmorgen brak een felle brand uit in de boerdery, bewoond door den heer E. Galetzka, eigendom van de firma C. J. P. Stegeman en Co., gelegen aan den Boxbergerweg te Deven ter. De bewoners waren afwezig en toen om wonenden den brand ontdekten had het vuur reeds 'n flinken omvang aangenomen. De brand weer was spoedig ter plaatse en wist na een uur hard werken, het vuur meester te worden. De boerdery is geheel uitgebrand. Een groote party hooi, alsmede een deel van het huisraad ging verloren. De oorzaak van den brand is onbe kend. Verzekering dekt de schade. Voor de Utrechtsche Arrondissementsrecht bank waren Dinsdagmiddag gedagvaard negen tien fascisten uit Arnhem, tegen wie een ver volging was ingesteld wegens het weg maken en vernielen van een vlag. Van de negentien gedagvaarden waren er veertien verschenen; overvullend de verdach- tenbank, welke niet op berging van zulke men- schenmassa's is berekend. Buiten een student, die de samenstelling der dagvaarding bestreed, bekende deze menigte eerst het haar ten laste gelegde. Deswege werden den student vragen betref fende deze historie gesteld. Hy deelde mede dat den 14en Juni op de Leusder Hei een treffen had plaats gevonden tusschen de zwarte troepen waartoe hy behoort en tegenstanders. Hoe de vechtparty precies ontstaan is, weet verdachte niet; vermoedelijk aldus de student, „door provoceerend optreden van de tegenstanders". Nadat deze veldslag beëindigd was. met de smadeiyke vlucht van den vyand, is men daar op naar een tent getrokken waarbij een vlag was opgehangen met de Dageraad-emblemen, met de bedoeling, den tentbewoner te wyzen op het grievende en het uittartende van deze vlag. Bij het zien der zwarte schare zou de Dageraadman hun de vlag hebben toegewor pen. Hij zou dus niet stormenderhand zyn ver overd. President: „Ja, dat zegt u." Verdachte: Toen hij ons zag, zal hy gedre ven door zijn kwaad geweten de vlag hebben gestreken. Deze emblemen waren van een be weging welke schadelijk is voor de cultuur en hte bewustzyn van ons Nederlandsche volk. President: Ik zal mij hier met u niet in dis puut begeven; de politiek moet hier buiten blyven. De verdachte zeide nogmaals met klem, dat het niet van te voren was afgesproken, die vlag weg te halen. De raadsheer Mr. Kaars Sijpesteijn: Waarom trok u er dan met de heele troep heen? Verdachte bleef hierop een positief antwoord schuldig. Hierop nader ondervraagd, wisten de ande re gedaagden zich niet meer te herinneren of er om die vlag is gevraagd en wie haar heeft opgeraapt. Wel wist een van hen te vertellen dat een vrouw tot den tentbewoner had ge roepen: „Geef die vlag!" Als eerste getuige werd de kampbewoner ge hoord. Hy zeide den 5den Juni met eenige fa milie-leden op de Leusder Heide te hebben ge kampeerd. Hy had een door hem zelf ontwor pen vlag in een boom opgehangen, op eenigen afstand van de tent. Twee der gedaagde fascisten zijn bij hem ge komen en eischten de vlag op. Toen getuige dit niet wilde doen werd een sein gegeven aan een troep fascisten welke op den weg stond en die toen in stormpas nader kwam. Getuige stelde daarop voor, de vlag in te ha len en op te bergen. Hij klom in den boom om het doek los te maken. Toen hü hiermede doen de was riepen de fascisten „hier de vlag, aan ons de vlag". Aangezien volgens getuige de fascisten gewapend waren geweest met stokken, heeft de man aan dien eisch voldaan. Verontwaardiging by de verdachten; een hun ner noemde de zooeven afgelegde verklaring een pertinente leugen. Door den advocaat der verdachten Mr. Boen ders, ondervraagd, zeide de getuige dat hy nog had geprobeerd de vlag kapot te scheuren. Hy ontkende lid van de Dageraad te zün; de vlag gaf evenmin de emblemen dezer beweging weer. De student zeide, dat zü niet bewapend wa ren geweest; tegen de reglementen in had slechts een der leden een ploertendooder ge dragen. Van een signaal heeft deze verdachte niets gezien. Een der rechters: U heeft over het algemeen niet erg veel gezien (hilariteit). Getuige biyft erby, dat eenige der fascisten stokken hadden meegevoerd. De volgende getuige had met den vorigen op den bewusten datum gekampeerd, zyn verkla ringen kwamen geheel met de reeds afgelegde overeen. Alleen zeide hü dat eenige fascisten de reeds naar beneden gegooide vlag, welke echter in de onderste takken was blyven han gen met geweld hadden losgerukt. Mr. Frima werd tenslotte gehoord als ge tuige a décharge. Hij zeide dien dag met zyn vrouw een fiets tocht te hebben ondernomen. Met hem reden eenige fascisten mede. zy stapten af, toen de bewuste vlag zichtbaar werd, en begaven zich naar den boom, waarin deze bevestigd was. Signalen heeft Mr. Frima gehoord noch ge zien. Mr. Kaars: „Zy gingen dus eensgezind op de vlag af als stieren op den rooden lap." Getuige heeft de vlag nog gezien; zy was toen gescheurd. Van schreeuwen of roepen heeft getuige niets gehoord. De Officier van Justitie requisitoir nemend, achtte het ten laste gelegde bewezen en eischte tegen ieder der verdachten f 10 boete. De raadsman, Mr. Boenders, noemde het voorgevallene vry onbeteekenend en achtte daarenboven van geen der verdachten het ten- laste gelegde bewezen. Deswege pleitte hü voor vryspraak Uitspraak over veertien dagen. De minister van Sociale Zaken heeft, naar „Het Volk" meldt, nader bepaald, dat de nieuwe regeling voor de werkloozenuitkeeringen, die op 1 October zou ingaan, wordt verschoven tot 1 November. Onder groote belangstelling is Dinsdagmid dag op de Protestantsche Begraafplaats te Slo- terdyk het stoffelyk overschot ter aarde besteld van den 25-jarigen landbouwer Gerrit v. d. Hoeven, die de vorige week het slachtoffer werd van een lafhartigen moordaanslag.^ Veel tuinbouwers en boeren gaven van hun belangstelling blijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5