Met wtAaal van den dag Het gif van een 400 miliioenen volk ONTELBARE SCHUIVERS HOE? DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Groot nieuws! Alle ahonné's S^MS" &£S^LSr2MgSSST!££S& f3 M.NOSTSS•SSffÏÏXXSfö&'S EToSS f750- ^Isr^f250.-^'^'%l'^JI25.-fZFTZXf50.-'^'Tl^f40.-,SZS'\'^S MAANDAG 9 OCTOBER Wie de opium niet ontberen kan, gaat den dood door krank zinnigheid tegemoet Opiumkitten dicht? De stratosfeer lokt bRA15fflA-vANVMKEriBURG> «5 A •iLEVERTRAAl LEEUWARDEN Dienstweigerende offi cier in hongerstaking Nazi-propaganda in Joego-Slavië Rhythmïsch mar- cheeren Nazi-kellners De vrouw in Egypte Ambtenarenstaking Geen-hoeden-mode 1 HEf DAAR 2E HEBBEN f JU 1ST UI T FREEDOM 0PGR BELD/EENDLMNBENDB WEEFT DAM EEN MAL INDL- |l BANK GEDAAN EM EEN 1 0R00TBEDRAD AAM GELD MEEGENOMEN Tze zeggen, da tzede richting NAAR HIER HEBBEN INGESLAGEN, ZE GCH0TEN OEM KASSIER NEER EN WLL- OEN DEN COMMISSARIS VAN POL! TIE TE LIJF GAAN, MAAR DATLU/OENH IE ZI/TI/N TWEE UöOTE WAGEN5/ YANl FREEDOM TOT HIER N MAAR TIEN KL LOMETER. ZE KUNNEN EU< 00GEM V/K HIER Z/JM. (HOEVEEL Hl BEN ZE 0 GEGAPT HOE ZAGEN ZE ER s-Zlezeggen (datZE MEER DAM twintig DO/ZEND UT DE WACHT GESLEEPT HEt BEN. HET WAS EEN BE/TOÉ CUT DE STAD. ER MOETENEG, TIEN OF TWAALFTAL VAND/E MET H0EVELEN WAREN ZE? •^/Wez/jm klaar om ze te omt^ HANGEN, ALS ZE MOCHTEN KOMENf HAAR ZE ZULLEN WEL W'JZER WEZEL US ZEDEN WEG NAAR H/ERGENDMED HEBBEN, ZDNEN ZE EERST WEL EEN andereplaats aandoen, het is EEM EENDE U/7 DE STAD, MDDL ZOO.'HET 2/jn slimme JÜMGEMS Maar. u< zou toch wel eemswA L LtN Z/EN DAT2E HIER HL/N SLAG) TRACHTTEN TE SLAAN. SS:,Ï! De onbloedige oplossing Weer 't oude liedje Te vroeg gesneden druiven zijn zuur Machine-geweren AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL HET GEVAL LEAVENWORTH DOOR ANNA K. GREEN Uit Kanton melden berichten, dat de re geering van de provincie Kwangsi beslo ten heeft een krachtige campagne te gaan voeren tegen het opiumschuiven. Deze campagne werd op 1 October j.l. ingezet. Het is n.l. gebleken dat het opium-schuiven den laatsten tijd ontzettend is toegenomen, hetgeen bij het toch reeds zoo verbreide euvel in den loop der jaren de ondergang van China zou be- teekenen. Tevens is het gebruik van opium en andere Verdoovende middelen strafbaar gesteld. De maatregel komt dus hierop neer, dat alle opium kitten en deze zijn ontelbaar zullen opge ruimd worden. Slechts enkele uitzonderingen zullen gemaakt worden en wel voor bepaalde personen, die tegen een hoogen prijs een spe ciale vergunning van de regeering kunnen krij gen. Wanneer men bedenkt, dat reeds in Neder- landsch Indië, waar het opium-verbruik zeer gunstig afsteekt tegen dat van andere landen en vooral van China, krasse maatregelen wor den genomen tegen het misbruik, om de volks gezondheid te beschermen, dan kan men na gaan, hoezeer het tijd werd, dat ook de Chi- neesche autoriteiten ingrijpen. China is een volk van 400 millioen zielen, dat niet alleen door oor logen en overstroomingen, niet alleen door hon gersnood en besmettelijke ziekten, maar even zeer door de opium wordt gedecimeerd. De opiumvelden van China behooren voor den vreemden toerist tot de bezienswaardighe den van het land. Als de opiumplanten in bloei staan en rijp zijn voor den oogst, trekt een groot aantal arbeiders erop uit om de opium te ver zamelen. Iedere plant wordt door twee mannen bezocht. Een van hen snijdt met een klein mes een kerf in den top van de plant, waaruit een wit vocht vloeit. De ander vangt het sap op in een klein kistje van berkenhout. Zijn deze kistjes vol, dan worden zij geledigd in een groo- te kist, die in de zon staat. De felle zonnehitte werkt na enkele uren in op het witte vocht, dat langzamerhand geel wordt en later bruin. Deze verandering van kleur gaat gepaard met een dikker worden van de materie. Dit is de opium in wording. In dezen staat echter is de smaak van het verdoovingsmiddel ondraaglijk bitter. Doch het bruine sap wordt boven het vuur ge hangen en langzaam gekookt. Daardoor wordt het water uit de brei verwijderd, die van bruin, donker-bruin en tenslotte pikzwart wordt. Pas dan kan de opium gebruikt worden in de spe ciaal daarvoor bestemde pijpen, en wee hem, die een regelmatig verbruiker wordt van het zoete, maar uiterst gevaarlijke genotsmiddel. Liever dan de gevolgen van het opium schuiven in finesses te beschrijven, willen wij het verhaal vertellen van een Rus, die, naar China gevlucht, een slachtoffer van de opium werd. Andrei, zoo was zijn voornaam, was, na dat zijn vrouw door de bolsjewieken vermoord was, naar China gekomen. Zijn vier kinderen had hij niet meer gezien. Hij wis,t zelfs niet of zij nog in leven waren. Door de ellende en de wanhoop gedreven, greep hij naar de opium als trooster in de droefheid. Zoo begint het vaak, maar het einde is de troosteloosheid zelf. Langzaam aan nafmen zijn krachten af en, als alle opiumschuivers, viel hij nu en dan op straat neer, niet bij machte zich op te richten. Telkens als hij door iemand werd opgenomen en verzorgd, beloofde hij de opium niet meer te zullen aanraken. Maar even zooveel malen bezweek hij weer. Na iedere belofte kwam hij tot de erkenning, dat zij niet zou gehouden worden en tenslotte ging aan iedere val vooraf een weifeling in de keuze: opium of zelfmoord, en hij koos opium. Andrei had een beschermer, die hem van zijn noodlottigen hartstocht tracht te af te brengen. Maar inplaats van naar zijn raadgever te luisteren, gaf de Rus, zich steeds meer over aan zijn kwaal en ging hij zelfs zoo ver, dat hij zijn vriend verzocht hem te verge zellen naar een opiumkit om hem daarna naar huis te brengen. Uit medelijden beloofde de vriend dit en s avonds trokken zij de Chineezen- stad in, waar Andrei reeds maanden lang thuis was. Voor een laag, donker huisje in een stin kend nauw slop stonden zij stil. Door op een verborgen knop te drukken, belde de bezoeker aan en de deur ging geruischloos open. In de gang brandde een vaag licht van 'n lantaren Enkele vuile treden leidden naar een donkeren hof, waar geen geluid te bekennen was. Op den achtergrond stond een tuinhuisje en Andrei klopte aan de deur, die zich met een spleet opende. Een kaal geschoren Chinees gluurde door de spleet en zijn bezoeker herkennend, stiet hij de deur open. In het portaaltje duwde de Chinees ergens tegen den muur en een ge heime deur ging open, die toegang gaf tot een groot, luxueus vertrek, dat met een Europeesch comfort was ingericht. Hoeveel bedden?" vroeg de Chinees. Andrei keek zijn begeleider vragend aan. Deze schudde het hoofd, maar vroeg toen naar den prijs: Vijf Amerikaansche dollars, vooruit te btealen! Andrei volgde na een be schaamden groet een Chineeschen boy naar een nevenvertrek. Intusschen vroeg de ander den eigenaar een kijkje te mogen nemen in het be drijf. Aan één zijde van de gang lagen drie kleine kamertjes, die door een gordijn werden afgesloten. Dit waren de z.g. opiumkamertjes, die op een smalle strook na geheel door een ligbank in beslag Werden genomen. Daar liggen de rijken en de armen, de ouden en de jongen, die verslaafd zijn aan het gif, dat hun zoete droomen bezorgt, maar hen onherroepelijk naai den ondergang voert. In een van die kamertjes lag een van de rijkste kooplieden van China, de bezitter van vele miliioenen Amerikaansche dollars. Met sloome gewoontegebaren maken de rookers hun toebereidselen. Zij stoppen lang zaam hun pijp, na het klompje opium eenigen tijd in de hand op en neer gerold te hebben, tot kleine balletjes, die zij voorzichtig met een naald in den pijpekop leggen. Dan steken zij de pijp aan, terwijl zij voortdurend met de naald een opening maken om de lucht toegang te ge ven. Na enkele trekken is de pijp leeg en de rooker begint opnieuw met zijn manipulaties. Er zijn rookers, die in één nacht dertig pijpen sa- voureeren, alvorens zich aan den slaap over te geven om de verrukkelijke vizioenen te beleven. Een ander kamertje was het droompaleis van een achttienjarig Chineesch meisje, dat met half gesloten oogen naar de zoldering staarde en onverstaanbare wóórden fluisterde. ,,Het mooiste meisje van Tsjitsikar", verklaarde de eigenaar, „zy bemint een jongen ingenieur, die m Euro pa gestudeerd heeft en die sinds een paar da gen teruggekeerd is. Doch haar vader wil haar morgen uithuwelijken aan een ouden, rijken rechter, die voor haar reeds 40.000 dollar heeft betaald. Dezen prijs kan de ingenieur niet beta len en in haar vertwijfeling is zij naar hier ge komen om vergetelheid te zoeken voor enkele uren." Een volgend vertrek. Een oude Chinees, hard geel in het gelaat, lag op zijn bed uitgestrekt. Hij was eens een der beroemdste artsen van China. Na den dood van zijn vrouw werd hij opiumschuiver. Hij zal het niet lang meer zijn. De dood wacht op hem. Verderop een man, bleek en mager. Terwijl hij in den slaap zijn vizioenen genoot, liep het bloed hem uit den mond. Hij was een lijder aan voortdurende bloedspuwingen. Het was een bekend geleerde, die steeds tot den morgen in de opiumkit bleef en dan door zijn oude moeder werd gehaald. Zijn. moeder keurt zijn verslaafheid goed, omdat zij meent, dat niets anders hem zooveel ver lichting kan geven. Eens kwam een rijke Amerikaansche naar de kit. Zij rookte den ganschen nacht en ging 's morgens opgewekt weg tot stomme verbazing van de sterksten onder de rookers. Wee hem, die het schuiven niet meer ont wennen kan. Zijn uiteindelijk lot is de dood door krankzinnigheid, voorafgegaan door hevige en voortdurende pijnen in den ruggegraat. Nie mand vervloekt het schuiven dan ook zoozeer als juist diegenen, die het niet meer kunnen laten. Maar de bezitter van de opiumkit zelf was ook een hartstochtelijk rooker. Hij heeft zich echter kunnen losrukken uit de betoovering en genas, volkomen. Hij paste daarbij een simpele methode toe door iedere pijp, die hij rookte te verdunnen. Tenslotte nad de pijp vrijwel geen smaak en dus ook geen gevolgen meer. Hij ver baasde zich dan ook, dat niet alle opiumslaven die hun eigen hartstocht verachten, deze metho de toepassen. Doch zelfs daarvoor ontbreekt hun de energie. Kunnen zij eenmaal besluiten krach tig tegen hun behoefte te strijden, dan genezen zij niet alleen van de opium maar ook van den alcohol en de tabak. Doch deze zijn groote, zeer groote uitzonderingen. De meesten, vrijwel allen, zijn reddeloos verloren. MOSKOU, 7 Oct. Gisteren is begonnen met de voorbereiding van de tweede stratosfeer- vlucht, die op 22 October in de nabijheid van Moskou zal plaats vinden. De ballon „U.S.S.R." is hiervoor van Kolomna naar Moskou over gebracht. Men wil verder een nieuwen ballon bouwen, welke alle hoogterecords zal slaan. De Fransche reserve-officier bij de marine, Marcel Gregoixe, die verleden week veroor deeld was tot negen maanden gevangenisstraf door den marine-krijgsraad te Cherbourg, we gens dienstweigering, is thans een honger staking begonnen. Hij weigert iets te nuttigen behalve een paar lepels soep. Toen Gregoire zijn oproepingspapieren thuis kreeg, had hij ze met een notitie, waarin hij zijn redenen voor de dienstweigering vermeld de, teruggezonden aan den Minister van Marine, Sarraut. Op last van de politie-autoriteiten hebben 25 Duitsche studenten bevel gekregen Joego-Slavië te verlaten, daar zij nationaal-socialistische propaganda voerden, tengevolge waarvan on lusten ontstonden. Een der socialistische leiders in Spanje, Senor Largo Caballero, oud-minister van arbeid, heeft verklaard er voorstander van te zijn de socialisten op militaire wijze te drillen teneinde over het kapitalisme te kunnen triomfeeren. De oud-minister verklaarde, dat „rhythmisch marcheeren" een van de meest noodzakelijke trainingsoefeningen was. De kellners in Duitschland zullen niet langer het rok-costuum dragen, daar dit „buitenland- sche import" is. In plaats hiervan zullen zij een uniform dra gen, dat meer in overeenstemming is met den geest van den nationaal-socialistischen staat. Dit uniform bestaat uit een lakensche broek, een gewoon zwart colbertjasje en een ongesteven wit hemd en heeft geen vest. Een half stijve boord met een witte of zwarte das voltooit het geheel. Voor de eerste maal is aan een vrouwelijke advocaat verlof gegeven voor de rechtbank te Cairo te pleiten. Zij is de dochter van een senator. Reeds eenige maanden geleden toen zij afge studeerd was en een verzoek indiende om aan de rechtbank te worden toegelaten, hebben de autoriteiten langdurig overwogen of aan een Mohammedaansch meisje dit verlof kon worden gegeven en tenslotte werd een meerderheid ge vonden voor inwilliging van het verzoek. üniiiiimiiiiiiMiiiiiimiiii imiiiiimmminminiiiir.' Hoe .wordt de winter dezen keert Verwacht men kou en ijs? Of brengt een zoele lentezon Den winter van de wijs? Ziedaar hetgeen men ieder jaar I Zijn medemenschen vraagt. I En daarom, dat men zich zoo licht I Aan een voorspelling waagt. i De kunst is moeilijk, dit staat vast Als een betonnen muur. i Vandaar, dat men zijn toevlucht neemt Tot teekens der natuur! De bunzings tieren wonderbaar, Dïis.... wordt het zeldzaam koud! 't Is moog'lijk, dat bij deze lucht De zon het ook niet houdt! Het is een reuzen-perenjaar, Zoodat het zeker dooit.... i Wanneer althans de wintervorst Geen roet in 't eten gooit! i De eksteroogen steken weer, Dit duidt op felle kou.... i Tenminste als men schoenen draagt, Van voren niet te nauw! De een spreekt van zijn rheumatiek, 1 Een ander van catarrh, En opoe zegt: mijn kluwen wol Zit telkens in de war 1 Dus.... ja, dan dooit het bij den een, Of 't vriest haast ongekend.... Een and're uitspraak hoort men öök i Bij 't zelfde mankement! 1 Dus.... doe gelijk dat boertje deed, f I Die eens tot antwoord gaf: De menschen zeggen mij te veel, Ik wacht maar liever af! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiHif? Volgens politieke waarnemers kan de han gende salarisverlaging der Fransche rijksamb tenaren een begrootingscrisis te weeg brengen. Ofschoon een deel der ambtenaren wel bereid is genoegen te nemen met een verlaging van hun tractement, hebben vertegenwoordigers van den ambtenarenbond, die 984.000 leden heeft, verklaard, dat zij zich tegen iedere loonsver laging zullen verzetten. Reeds wordt gedreigd met het afkondigen van een algemeene staking als de salarisverla ging wordt uitgevoerd. Hierdoor zou het werk in alle regeeringsdepartementen, bij de poste rijen, de telefoon en de belasting komen stil te leggen. In de Vereenigde Staten is de gewoonte van de heeren om geen hoeden te dragen zóó sterk toegenomen, dat verscheidene hoedenfabrikanten met den ondergang worden bedreigd.- Op de jaarlyksche vergadering van de New Jersey State Federation of Labour werd een resolutie aangenomen, waarin de mode om met ongedekt hoofd te loopen, scherp wordt veroor deeld en het dragen van hoeden wordt aanbe volen als een gezondheidsmaatregel. De voorzitter hield een rede, waarin hij o.a. verklaarde dat aan de mannen moet worden geleerd om hoeden te dragen daar anders de hoeden-industrie wordt bedreigd. Ik weet niet hoe het komt," vertelde detec tive OMalone,,, maar ik heb altijd een zwak gehad voor Italianen. Overal waar ik er voor in de gelegenheid ben, zoek ik hun gezel schap. Ik denk dat het komt omdat ze zoo heel veel van ons ras verschillen. Wy Noord- Amerikanen zijn wel in alles tegenovergesteld aan het Italiaansche volk. Al moet ik daar met een aan toevoegen, dat de Italiaansche emi granten, zooals al hun soortgenooten, zich heel sterk aan den Amerikaanschen volksaard aan passen. In Europa wordt wel eens beweerd, dat dit het gevolg is van onze standaardiseering. Maar hoe het ook zy, het is heel verklaarbaar dat ik op mijn reis naar Rome, nu al eenige jaren geleden, kennis maakte met Guiseppe Marini, een jongen Italiaan uit Napels, die op de terug reis was naar zijn vaderland. Zoozeer is het een tweede natuur van me ge worden om me met andere menschen te be moeien een gevolg van myn beroep dat ik me dadelijk begon af te vragen wat Marini weer naar Italië terug trok. Zooals alle Italia nen, was hij naar de United States gekomen met de bedoeling millionnair te worden, maar hy had het nog niet verder gebracht dan kell- ner. Van fortuin maken was geen sprake geweest. Had hij dan heimwee? Dat zou dan wel heel erg geweest moeten zyn, want gewoonlijk kun nen alle emigranten daar tegen, omdat zij in Amerika steeds voldoende landgenooten ont moeten. Vooral met Italianen is dit het geval. Bovendien, Marini zag er heelemaal niet uit als iemand die heimwee heeft. Integendeel, hij scheen de eerste dagen na het vertrek uit New- York hevig opgewonden, mompelde onsamen hangende woorden, balde vaak de vuisten, kort om, gedroeg zich als iemand die ten prooi is aan een vreeselijke woede. Hy kon soms uren lang over de reeling hangen, turend naar den horizon, terwijl zijn donkere oogen fonkelden van haat. Een vreesehjke haat, die gericht leek tegen iets of iemand die zich achter dien hori zon in Italië? bevond. Langzaam maar zeker won ik zyn vertrou- wén en tenslotte maakte hy mij deelgenoot van zijn ellende. Vier jaar geleden had Guiseppe Marini de stad Napels verlaten, om te emigreeren naar Amerika. Hij liet in Italië een verloofde achter, die met droge, maar brandende oogen het schip nakeek. Maria heette ze. En als ze maar half zoo mooi geweest was als Guiseppe haar be schreef, dan was ze nog een uitgezochte schoon heid. Met haar beeld voor den geest, kwam Marini in New-York aan, gereed om deze Amerikaan sche metropolis te veroveren als het moest. Hij begon te zoeken naar werk, vond een baantje en van nu af aan sloofde hij dag-in dag-uit om het geld bij elkaar te brengen, dat Maria en hem in staat zou stellen te kunnen trouwen. Op zijn zolderkamertje boven zijn bed hing haar portret. Gestadig groeiden zijn spaarduitjes en even gestadig nam het aantal brieven toe, die Maria hem schreef. Elke brief was een opbeuring en een troost, die hem sterk maakte, om den ver woeden strijd om het bestaan te kunnen vol houden. Totdat op een somberen dag een brief kwam, waarin Maria een toespeling maakte op de nog steeds onbereikte rijkdommen van Gui seppe en tegelijkertijd liet doorschemeren dat zij haar liefde had overgebracht op een jonge man in Napels, die daar een fruitzaak dreef. Guiseppe was verdoofd, verblind door den slag. Een paar dagen lang sleepte hy zich met de grootste moeite door het restaurant, waar hij werkte, en werd tengevolge daarvan ontslagen. Zijn woede verdubbelde. Hy zwoer eeuwigen haat aan zijn ontrouwe Maria en aan haar nieuwen minnaar, kocht twee revolvers en tien patronen en besloot naar Napels te gaan. En zoo kwam ik uit zijn eigen mond tot de ontdekking dat ik de vriendschap had gezocht van een man, die een moord met voorbedach ten rade in den zin had en door zijn gruwelijke wraakplannen zoozeer werd bezeten, dat het leven aan boord hem een hel leek. „Ik heb op haar gebouwd en voor haar ge- werkt.Wat was haar taak? Slechts wachten tot M de dag zou komen, waarop we konden trouwen. Is wachten dan zoo vreeselijk voor vrouwen? Erger dan ronddolen in een vreemd land, hier werkend, daar wat verdienend, om op die manier een som gelds by eikaar te krygen, waar mee we zaken konden gaan doen? Ze heeft me verraden. Lafhartig verraden. En daarvoor bestaat slechts één straf. maar in de hel, want voordat ze op aarde ge- i trouwd zal zijn, heb ik haar ai vermoord. Heel zpn donkere kop was 'n felle beweging, toen hy dat zei. De oogen glinsterden van nau welijks bedwongen haat. Inderdaad, ik herhaal het, wij Noord-Ameri kanen zyn meer nuchter, kalmer, zelfs mag ik wel zeggen bezadigder dan Italianen. By ons spat niet in één oogwenk het vuur van den hartstocht omhoog. Maaraan dat oordeel moet ik thans toevoegen dat je eerst wel een halve eeuw met Italianen moet omgaan, voor dat je aan hun gewoonten gewend bent. De dag duurde lang en de dagen aan boord waren leeg. Zelfs die ontzaglijke haat van Ma rini kon toch de vervelende dagen niet geheel vullen. Hy zocht troost en gezelschap bü een jonge dame, die al van den eersten dag aan boord verliefd op hem geweest was. De dagen werden prettig, de avonden romantisch. En het gevolg was dat de ontrouwe Maria naar nieu wen minnaar kon trouwen. Ze trouwde den zelfden dag als Guiseppe met zyn nieuwe ver loofde. De druiven zün over 't algemeen te zuur, hetgeen den verkoop zeer belemmert, schryft het orgaan van het Centraal Bureau v. d. Vei lingen. Was het nu een euvel, dat niet te verhelpen was, dan zou dit op zyn hoogst ernstig betreurd kunnen worden. Dit is evenwel niet het geval. Te vroeg snij den en onvoldoende uitdunnen zyn hier de oorzaken. Druiven koopen in een winkel is een groot risico. Tallooze malen xomt men bekocht uit, ook al is de prijs laag, omdat de druiven niet te genieten blijken, al zagen zij er nog zoo prachtig uit! Het is ten eenenmale onbegrijpelijk hoe weinig de druiventelers doordrongen zijn van het feit dat zij met zure druiven een anti-pro- paganda voeren, die iedere poging tot stimu leering van den afzet te niet doet. Vorige jaren is men er wel toe overgegaan om een bepaalden datum vast te stellen, waar vóór geen koude druiven ter veiling mochten worden aangevoerd. Dit verhelpt echter alleen maar het te vroeg snijden en is een maatregel die veel te algemeen is, omdat de toestand by iederen tuinder verschillend is. Daarom moet bij den aanvoer aan de veilin gen streng gekeurd worden en iedere party die niet voldoende ryp is, moet worden ge weigerd. Wij hebben reeds jarenlang op dit aambeeld gehamerd: het is onbegrijpelyk. dat de Bond Westland de koe nooit by de horens heeft gepakt. Thans zitten de druivenkweekers met de ge volgen van dit gemis aan organisatiegeest, namelyk de treurig lage pryzen; het is een nieuw bewys van het spreekwoordWie niet hooren wil, moet voelen. Het is voor ons echter de vraag of de Re geering waar zij toch reeds in de noodzake lijkheid is gekomen om in het bedrijfsleven in te grijpen hier niet de behulpzame hand moet bieden, waar het eigen initiatief tekort schoot. Het kan de redding en het behoud zyn der Nederlandsche druivencultuur! De leider van het bureau voor het opsporen van misdadigers te Sacramento (Califomië), Clarence Morrill, heeft vastgesteld, dat er in Californië 1039 machinegeweren zijn, terwyi slechts 390 vergunningen zyn uitgereikt voor het bezitten van zulk een wapen. De meeste van deze 39 machinegeweren zyn in het bezit van filmmaatschappyen, terwyi ook Douglas Fairbanks over een machinegeweer be schikt om zyn villa „Pickfair" tegen indringers te beschermen. Morrill is voornemens krachtige maatregelen te nemen tegen het ongeoorloofde bezit van machinegeweren. „U gelooft dus, dat uw droom ook precies de (omstandigheden weergaf waaronder hij plaats greep?" „Ja." „Het Is jammer, dat hij niet vollediger was en ons getoond heeft, hoe de moordenaar is ge vlucht of hoe hy het huis heeft kunnen veria- laten en hoe hy het is binnen gekomen." Harwell kreeg een kleur en sprak: „Dat is inderdaad jammer: ik zou ook wel willen weten hoe Hannah is verdwenen en waarom een heer, een vreemde, zich tot zulk een misdaad heeft verlaagd." Ik merkte, dat ik hem geërgerd had en hield myn spottende opmerkingen voor mij. Ik vroeg hem: „Waarom noemt u hem een vreemde? Kent u iedereen die by de familie Leavenworth komt, zoo goed, dat u kunt zeggen, wie er vreemd is en wie niet?" „Ik ken alle vrienden van het huis, mijnheer Raymond, en daar hoorde mynheer Clavering niet toe." „Vergezelde u mijnheer Leavenworth op zyn reizen?." vroeg ik. „Neen." „Hy was toch zeker wel eens uit de stad?" „Ja zeker." „Zoudt u mij kunnen vertellen, waar hy met de dames in Juli van het vorige jaar is ge weest?" „Ja, zij waren toen in R„ de bekende bad plaats! O!" riep hij uit, toen hij merkte dat ik myn wenkbrauwen fronste. „Hy heeft hen daar zeker leeren kennen!" „Mijnheer Harwell," vervolgde ik, „u verbergt mij iets omtrent Clavering." „Ik weet niets meer, dan ik u reeds verteld heb; maar als u besloten bent om op dit onder werp door te gaan Hy zweeg en keek my wagend aan. Ik ant woordde: „Ik ben vast besloten, zooveel mogelijk om trent Clavering te weten te komen." Harwell hief het hoofd op en vervolgde: „Dan zal ik u nog dit vertellen. Eenige dagen geleden voor den moord schreef Clavering een brief aan mijnheer Leavenworth die, naar ik geloof, groote beroering verwekte in het gezin." „Hoe weet u dat?" „Ik opende hem bij ongeluk, Ik las namelyk alle zakenbrieven van mijnheer Leavenworth en deze, die verstuurd was door iemand, die de gewoonten van mijnheer niet kende, droeg niet het teekentje, dat steeds op zijn particuliere correspondentie voorkwam." „Was hij geteekend door Clavering?" „Ja, Henry Ritchie Clavering." „Hebt u hem gelezen?" vroeg IK vol span ning. De secretaris zweeg. Ik drong aan: „Mynheer Harwell, nu geen misplaatste fyn- gevoeligheid alstublieft! Hebt u den brief ge lezen?" „Ja, maar oppervlakkig. De schrijver beklaag de zich over het gedrag van een van de nichten van mijnheer Leavenworth. Meer herinner ik mij niet." „Welke nicht?" „In den brief werd geen naam genoemd." ',',Wat dacht u er van?" „Niets, mynheer. Ik trachtte het voorval te vergeten." „Maar u beweert, dat hy groote beroering ver wekte in het gezin?" „Dat merkte ik later, door de verandering in hun houding." „Waarom antwoordde u ontkennend, mijn- heer Harwell, toen de coroner u vroeg of myn heer Leavenworth een brief had ontvangen, die in verband gebracht kon worden met de mis daad?" „Zoudt u in myn plaats over dezen brief hebben gesproken, waarin men in de gegeven omstandigheden ernstige verdenkingen zou hebben gevonden tegen een van de dames Lea venworth?" Ik moest toegeven, dat de moeilykheid groot was. Hy ging voort: „Hoe kon ik weten, dat die brief zoo belang rijk was, ik wist heelemaal niet wie Henry Ritchie Clavering was!" „Toch hechtte u er waarde aan, want Ik her inner mij, dat u aarzelde, voordat u den coro ner antwoordde." „Dat is zoo: maar nu zou ik niet meer aar zelen als men mij nog eens dezelfde vraag stelde." Er volgde een stilte. Ik liep op en neer door myn kantoor. Eindelyk, lachend om de vrees die het zonderlinge verhaal by mij had gewekt, sprak ik: „Dat is allemaal pure verbeelding." „Dat kan wel," antwoordde Harwell. „Over dag ben ik een heel normaal mensch, weinig onder den invloed van fantasieën of voorge voelens. Bovendien besef ik even goed als u, hoe zwak een beschuldiging is, die gebaseerd is op een droom van een armen secretaris. Daar om heb ik ook gezwegen. Met droomen vangt men geen moordenaars. Maar denk hier wel aan, mynheer Raymond: als men ooit den moordenaar van mynheer Leavenworth ont dekt, dan zal het de man blijken te zijn, dien ik in myn droom heb gezien." Ik haalde diep adem. Op dit oogenblik was ik het met Harwell eens. Een gevoel van ver lichting en smart tegelijk, maakte zich van my meester bij de gedachte, dat Eleonore bevrijd zou worden van de verdenking die op haar rustte, om in een nog afschuwelijker toestand te geraken. De secretaris vervolgde als bij zichzelf: „Hy loopt vry rond en durft zelfs het huis te betreden, waar hy zijn afschuwelijk misdrijf heeft gepleegd. Maar de gerechtigheid zal zege vieren en vroeg of laat zal men het bewijs krij gen, dat mijn aanwyzing juist was. De stem die Trueman! Trueman! riep, was niet louter verbeelding! Door deze stem heeft de gerechtig heid my den schuldige aangewezen." Ik keek hem verbaasd aan; wist hy dan al, dat de politie Clavering op de hielen zat? Ik geloofde het niet, maar wilde my er toch van overtuigen. Ik zei dus: „U schynt nogal zeker van uw zaak te zijn; maar zeer waarschijnlyk zult u moeten inzien, dat u zich vergist hebt. Wat wij van Clavering weten, wijst er op, dat hy iemand is, waar niets op te zeggen valt." „Ik zal hem dan ook niet beschuldigen. Zijn naam zal nooit meer over mijn lippen komen. Ik ben niet gek, mijnheer Raymond! Ik ben tegen u slechts zoo openhartig geweest, om myn vreemd gedrag van gisteravond te verklaren; ik heb u dit alles alleen medegedeeld, omdat de omstandigheden my er toe dwongen." Hij drukte mij de hand en wilde heengaan. Ik moest hem nog vertellen, dat ik niet meer by hem kon komen en daarom zei ik: „Ik kan vanavond niet by u komen: ik weet zelfs niet, wanneer ik weer by juffrouw Mary aan huis zou kunnen komen. Persoonlijke over wegingen zullen mij een poosje van haar van daan houden. U zult zonder my het werk moe ten voortzetten, tenzij u hier zoudt willen ko men." „Dat kan heel goed." „Danverwacht ik u morgenavond." „Prachtig." Hij stond op het punt te vertrekken, toen er plotseling een idee by hem op kwam. Hij sprak: „Ik was van plan, dit onderwerp niet meer aan te roeren, maar ik wilde nog wel iets over dien Clavering weten. Zoudt u my willen ver tellen wat u van hem weet? Kent u hem, myn heer Raymond?" „Ik weet alleen hoe hy heet en waar hij woont." „Waar woont hij?" „Te Londen. Hy is Engelschman." „O zoo!" mompelde hy met een vreemden nadruk, beet zich op de lippen, en zei eindelyk, terwyl hy my strak aankeek: „Dat is een groote verrassing." „Een verrassing?'* „Ja, mijnheer Leavenworth kon geen Engel- schen zien. Dat was een van zijn eigenaardig heden. Hy liet zich nooit met een van hen in, als hy er niet toe genoodzaakt was." Dit stemde my tot nadenken. Harwell ver volgde: „Zyn haat tegen de Engelscben grensde aan waanzin. Als hij geweten had, dat een En gelschman dien brief geschreven had, zou hij hem zeker niet gelezen hebben. Hy placht te zeggen, dat, als hy een dochter had, hy liever zcu zien dat zy dood was, dan gehuwd met een Engelschman. U denkt misschien dat ik over drijf? Maar u kimt het aan mynheer Veeley vragen." „Dat is niet noodig, ik geloof u volkomen." .Niemand kende de oorzaak van dien afkeer. In zyn jeugd was hij eenigen tyd in Liverpool geweest en daar heeft hy ongetwijfeld gelegen heid gehad, het karakter en de gewoonten der Engelsehen te leeren kennen." (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13