Met wtAaal van den dag
Het gif van een 400 miliioenen volk
ONTELBARE SCHUIVERS
HOE?
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
Groot nieuws!
Alle ahonné's S^MS" &£S^LSr2MgSSST!££S& f3 M.NOSTSS•SSffÏÏXXSfö&'S EToSS f750- ^Isr^f250.-^'^'%l'^JI25.-fZFTZXf50.-'^'Tl^f40.-,SZS'\'^S
MAANDAG 9 OCTOBER
Wie de opium niet ontberen kan,
gaat den dood door krank
zinnigheid tegemoet
Opiumkitten dicht?
De stratosfeer lokt
bRA15fflA-vANVMKEriBURG>
«5 A •iLEVERTRAAl
LEEUWARDEN
Dienstweigerende offi
cier in hongerstaking
Nazi-propaganda in
Joego-Slavië
Rhythmïsch mar-
cheeren
Nazi-kellners
De vrouw in Egypte
Ambtenarenstaking
Geen-hoeden-mode
1 HEf DAAR 2E HEBBEN
f JU 1ST UI T FREEDOM 0PGR
BELD/EENDLMNBENDB
WEEFT DAM EEN MAL INDL-
|l BANK GEDAAN EM EEN
1 0R00TBEDRAD AAM
GELD MEEGENOMEN
Tze zeggen, da tzede richting
NAAR HIER HEBBEN INGESLAGEN, ZE
GCH0TEN OEM KASSIER NEER EN WLL-
OEN DEN COMMISSARIS VAN POL!
TIE TE LIJF GAAN, MAAR DATLU/OENH
IE ZI/TI/N TWEE UöOTE WAGEN5/ YANl
FREEDOM TOT HIER N MAAR TIEN KL
LOMETER. ZE KUNNEN EU< 00GEM
V/K HIER Z/JM.
(HOEVEEL Hl
BEN ZE 0
GEGAPT
HOE ZAGEN ZE ER
s-Zlezeggen
(datZE MEER DAM
twintig DO/ZEND UT
DE WACHT GESLEEPT HEt
BEN. HET WAS EEN BE/TOÉ
CUT DE STAD. ER MOETENEG,
TIEN OF TWAALFTAL VAND/E
MET H0EVELEN WAREN
ZE?
•^/Wez/jm klaar om ze te omt^
HANGEN, ALS ZE MOCHTEN KOMENf
HAAR ZE ZULLEN WEL W'JZER WEZEL
US ZEDEN WEG NAAR H/ERGENDMED
HEBBEN, ZDNEN ZE EERST WEL EEN
andereplaats aandoen, het is
EEM EENDE U/7 DE STAD, MDDL
ZOO.'HET 2/jn slimme JÜMGEMS
Maar. u< zou toch wel eemswA
L LtN Z/EN DAT2E HIER HL/N SLAG)
TRACHTTEN TE SLAAN.
SS:,Ï! De onbloedige
oplossing
Weer 't oude liedje
Te vroeg gesneden druiven
zijn zuur
Machine-geweren
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
HET GEVAL
LEAVENWORTH
DOOR ANNA K. GREEN
Uit Kanton melden berichten, dat de re
geering van de provincie Kwangsi beslo
ten heeft een krachtige campagne te
gaan voeren tegen het opiumschuiven. Deze
campagne werd op 1 October j.l. ingezet. Het
is n.l. gebleken dat het opium-schuiven den
laatsten tijd ontzettend is toegenomen, hetgeen
bij het toch reeds zoo verbreide euvel in den
loop der jaren de ondergang van China zou be-
teekenen.
Tevens is het gebruik van opium en andere
Verdoovende middelen strafbaar gesteld. De
maatregel komt dus hierop neer, dat alle opium
kitten en deze zijn ontelbaar zullen opge
ruimd worden. Slechts enkele uitzonderingen
zullen gemaakt worden en wel voor bepaalde
personen, die tegen een hoogen prijs een spe
ciale vergunning van de regeering kunnen krij
gen.
Wanneer men bedenkt, dat reeds in Neder-
landsch Indië, waar het opium-verbruik zeer
gunstig afsteekt tegen dat van andere landen
en vooral van China, krasse maatregelen wor
den genomen tegen het misbruik, om de volks
gezondheid te beschermen, dan kan men na
gaan, hoezeer het tijd werd, dat ook de Chi-
neesche autoriteiten ingrijpen. China is een volk
van 400 millioen zielen, dat niet alleen door oor
logen en overstroomingen, niet alleen door hon
gersnood en besmettelijke ziekten, maar even
zeer door de opium wordt gedecimeerd.
De opiumvelden van China behooren voor
den vreemden toerist tot de bezienswaardighe
den van het land. Als de opiumplanten in bloei
staan en rijp zijn voor den oogst, trekt een groot
aantal arbeiders erop uit om de opium te ver
zamelen. Iedere plant wordt door twee mannen
bezocht. Een van hen snijdt met een klein mes
een kerf in den top van de plant, waaruit een
wit vocht vloeit. De ander vangt het sap op in
een klein kistje van berkenhout. Zijn deze
kistjes vol, dan worden zij geledigd in een groo-
te kist, die in de zon staat. De felle zonnehitte
werkt na enkele uren in op het witte vocht, dat
langzamerhand geel wordt en later bruin. Deze
verandering van kleur gaat gepaard met een
dikker worden van de materie. Dit is de opium
in wording. In dezen staat echter is de smaak
van het verdoovingsmiddel ondraaglijk bitter.
Doch het bruine sap wordt boven het vuur ge
hangen en langzaam gekookt. Daardoor wordt
het water uit de brei verwijderd, die van bruin,
donker-bruin en tenslotte pikzwart wordt. Pas
dan kan de opium gebruikt worden in de spe
ciaal daarvoor bestemde pijpen, en wee hem,
die een regelmatig verbruiker wordt van het
zoete, maar uiterst gevaarlijke genotsmiddel.
Liever dan de gevolgen van het opium
schuiven in finesses te beschrijven, willen wij
het verhaal vertellen van een Rus, die, naar
China gevlucht, een slachtoffer van de opium
werd. Andrei, zoo was zijn voornaam, was, na
dat zijn vrouw door de bolsjewieken vermoord
was, naar China gekomen. Zijn vier kinderen
had hij niet meer gezien. Hij wis,t zelfs niet of
zij nog in leven waren. Door de ellende en de
wanhoop gedreven, greep hij naar de opium als
trooster in de droefheid. Zoo begint het vaak,
maar het einde is de troosteloosheid zelf.
Langzaam aan nafmen zijn krachten af en,
als alle opiumschuivers, viel hij nu en dan op
straat neer, niet bij machte zich op te richten.
Telkens als hij door iemand werd opgenomen
en verzorgd, beloofde hij de opium niet meer
te zullen aanraken. Maar even zooveel malen
bezweek hij weer. Na iedere belofte kwam hij
tot de erkenning, dat zij niet zou gehouden
worden en tenslotte ging aan iedere val vooraf
een weifeling in de keuze: opium of zelfmoord,
en hij koos opium. Andrei had een beschermer,
die hem van zijn noodlottigen hartstocht tracht
te af te brengen. Maar inplaats van naar zijn
raadgever te luisteren, gaf de Rus, zich steeds
meer over aan zijn kwaal en ging hij zelfs zoo
ver, dat hij zijn vriend verzocht hem te verge
zellen naar een opiumkit om hem daarna naar
huis te brengen. Uit medelijden beloofde de
vriend dit en s avonds trokken zij de Chineezen-
stad in, waar Andrei reeds maanden lang thuis
was. Voor een laag, donker huisje in een stin
kend nauw slop stonden zij stil. Door op een
verborgen knop te drukken, belde de bezoeker
aan en de deur ging geruischloos open. In de
gang brandde een vaag licht van 'n lantaren
Enkele vuile treden leidden naar een donkeren
hof, waar geen geluid te bekennen was. Op den
achtergrond stond een tuinhuisje en Andrei
klopte aan de deur, die zich met een spleet
opende. Een kaal geschoren Chinees gluurde
door de spleet en zijn bezoeker herkennend,
stiet hij de deur open. In het portaaltje duwde
de Chinees ergens tegen den muur en een ge
heime deur ging open, die toegang gaf tot een
groot, luxueus vertrek, dat met een Europeesch
comfort was ingericht. Hoeveel bedden?" vroeg
de Chinees. Andrei keek zijn begeleider vragend
aan. Deze schudde het hoofd, maar vroeg toen
naar den prijs: Vijf Amerikaansche dollars,
vooruit te btealen! Andrei volgde na een be
schaamden groet een Chineeschen boy naar een
nevenvertrek. Intusschen vroeg de ander den
eigenaar een kijkje te mogen nemen in het be
drijf. Aan één zijde van de gang lagen drie
kleine kamertjes, die door een gordijn werden
afgesloten. Dit waren de z.g. opiumkamertjes,
die op een smalle strook na geheel door een
ligbank in beslag Werden genomen. Daar liggen
de rijken en de armen, de ouden en de jongen,
die verslaafd zijn aan het gif, dat hun zoete
droomen bezorgt, maar hen onherroepelijk naai
den ondergang voert. In een van die kamertjes
lag een van de rijkste kooplieden van China,
de bezitter van vele miliioenen Amerikaansche
dollars. Met sloome gewoontegebaren maken de
rookers hun toebereidselen. Zij stoppen lang
zaam hun pijp, na het klompje opium eenigen
tijd in de hand op en neer gerold te hebben,
tot kleine balletjes, die zij voorzichtig met een
naald in den pijpekop leggen. Dan steken zij de
pijp aan, terwijl zij voortdurend met de naald
een opening maken om de lucht toegang te ge
ven. Na enkele trekken is de pijp leeg en de
rooker begint opnieuw met zijn manipulaties. Er
zijn rookers, die in één nacht dertig pijpen sa-
voureeren, alvorens zich aan den slaap over te
geven om de verrukkelijke vizioenen te beleven.
Een ander kamertje was het droompaleis van
een achttienjarig Chineesch meisje, dat met half
gesloten oogen naar de zoldering staarde en
onverstaanbare wóórden fluisterde. ,,Het mooiste
meisje van Tsjitsikar", verklaarde de eigenaar,
„zy bemint een jongen ingenieur, die m Euro
pa gestudeerd heeft en die sinds een paar da
gen teruggekeerd is. Doch haar vader wil haar
morgen uithuwelijken aan een ouden, rijken
rechter, die voor haar reeds 40.000 dollar heeft
betaald. Dezen prijs kan de ingenieur niet beta
len en in haar vertwijfeling is zij naar hier ge
komen om vergetelheid te zoeken voor enkele
uren."
Een volgend vertrek. Een oude Chinees, hard
geel in het gelaat, lag op zijn bed uitgestrekt.
Hij was eens een der beroemdste artsen van
China. Na den dood van zijn vrouw werd hij
opiumschuiver. Hij zal het niet lang meer zijn.
De dood wacht op hem. Verderop een man,
bleek en mager. Terwijl hij in den slaap zijn
vizioenen genoot, liep het bloed hem uit den
mond. Hij was een lijder aan voortdurende
bloedspuwingen. Het was een bekend geleerde,
die steeds tot den morgen in de opiumkit bleef
en dan door zijn oude moeder werd gehaald.
Zijn. moeder keurt zijn verslaafheid goed, omdat
zij meent, dat niets anders hem zooveel ver
lichting kan geven.
Eens kwam een rijke Amerikaansche naar de
kit. Zij rookte den ganschen nacht en ging
's morgens opgewekt weg tot stomme verbazing
van de sterksten onder de rookers.
Wee hem, die het schuiven niet meer ont
wennen kan. Zijn uiteindelijk lot is de dood
door krankzinnigheid, voorafgegaan door hevige
en voortdurende pijnen in den ruggegraat. Nie
mand vervloekt het schuiven dan ook zoozeer
als juist diegenen, die het niet meer kunnen
laten.
Maar de bezitter van de opiumkit zelf was
ook een hartstochtelijk rooker. Hij heeft zich
echter kunnen losrukken uit de betoovering en
genas, volkomen. Hij paste daarbij een simpele
methode toe door iedere pijp, die hij rookte te
verdunnen. Tenslotte nad de pijp vrijwel geen
smaak en dus ook geen gevolgen meer. Hij ver
baasde zich dan ook, dat niet alle opiumslaven
die hun eigen hartstocht verachten, deze metho
de toepassen. Doch zelfs daarvoor ontbreekt hun
de energie. Kunnen zij eenmaal besluiten krach
tig tegen hun behoefte te strijden, dan genezen
zij niet alleen van de opium maar ook van den
alcohol en de tabak. Doch deze zijn groote,
zeer groote uitzonderingen. De meesten, vrijwel
allen, zijn reddeloos verloren.
MOSKOU, 7 Oct. Gisteren is begonnen met
de voorbereiding van de tweede stratosfeer-
vlucht, die op 22 October in de nabijheid van
Moskou zal plaats vinden. De ballon „U.S.S.R."
is hiervoor van Kolomna naar Moskou over
gebracht.
Men wil verder een nieuwen ballon bouwen,
welke alle hoogterecords zal slaan.
De Fransche reserve-officier bij de marine,
Marcel Gregoixe, die verleden week veroor
deeld was tot negen maanden gevangenisstraf
door den marine-krijgsraad te Cherbourg, we
gens dienstweigering, is thans een honger
staking begonnen. Hij weigert iets te nuttigen
behalve een paar lepels soep.
Toen Gregoire zijn oproepingspapieren thuis
kreeg, had hij ze met een notitie, waarin hij
zijn redenen voor de dienstweigering vermeld
de, teruggezonden aan den Minister van Marine,
Sarraut.
Op last van de politie-autoriteiten hebben 25
Duitsche studenten bevel gekregen Joego-Slavië
te verlaten, daar zij nationaal-socialistische
propaganda voerden, tengevolge waarvan on
lusten ontstonden.
Een der socialistische leiders in Spanje,
Senor Largo Caballero, oud-minister van arbeid,
heeft verklaard er voorstander van te zijn de
socialisten op militaire wijze te drillen teneinde
over het kapitalisme te kunnen triomfeeren.
De oud-minister verklaarde, dat „rhythmisch
marcheeren" een van de meest noodzakelijke
trainingsoefeningen was.
De kellners in Duitschland zullen niet langer
het rok-costuum dragen, daar dit „buitenland-
sche import" is.
In plaats hiervan zullen zij een uniform dra
gen, dat meer in overeenstemming is met den
geest van den nationaal-socialistischen staat.
Dit uniform bestaat uit een lakensche broek,
een gewoon zwart colbertjasje en een ongesteven
wit hemd en heeft geen vest.
Een half stijve boord met een witte of zwarte
das voltooit het geheel.
Voor de eerste maal is aan een vrouwelijke
advocaat verlof gegeven voor de rechtbank te
Cairo te pleiten. Zij is de dochter van een
senator.
Reeds eenige maanden geleden toen zij afge
studeerd was en een verzoek indiende om aan
de rechtbank te worden toegelaten, hebben de
autoriteiten langdurig overwogen of aan een
Mohammedaansch meisje dit verlof kon worden
gegeven en tenslotte werd een meerderheid ge
vonden voor inwilliging van het verzoek.
üniiiiimiiiiiiMiiiiiimiiii
imiiiiimmminminiiiir.'
Hoe .wordt de winter dezen keert
Verwacht men kou en ijs?
Of brengt een zoele lentezon
Den winter van de wijs?
Ziedaar hetgeen men ieder jaar
I Zijn medemenschen vraagt.
I En daarom, dat men zich zoo licht
I Aan een voorspelling waagt.
i De kunst is moeilijk, dit staat vast
Als een betonnen muur.
i Vandaar, dat men zijn toevlucht
neemt
Tot teekens der natuur!
De bunzings tieren wonderbaar,
Dïis.... wordt het zeldzaam koud!
't Is moog'lijk, dat bij deze lucht
De zon het ook niet houdt!
Het is een reuzen-perenjaar,
Zoodat het zeker dooit....
i Wanneer althans de wintervorst
Geen roet in 't eten gooit!
i De eksteroogen steken weer,
Dit duidt op felle kou....
i Tenminste als men schoenen draagt,
Van voren niet te nauw!
De een spreekt van zijn rheumatiek,
1 Een ander van catarrh,
En opoe zegt: mijn kluwen wol
Zit telkens in de war
1 Dus.... ja, dan dooit het bij den een,
Of 't vriest haast ongekend....
Een and're uitspraak hoort men öök
i Bij 't zelfde mankement!
1 Dus.... doe gelijk dat boertje deed, f
I Die eens tot antwoord gaf:
De menschen zeggen mij te veel,
Ik wacht maar liever af!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiHif?
Volgens politieke waarnemers kan de han
gende salarisverlaging der Fransche rijksamb
tenaren een begrootingscrisis te weeg brengen.
Ofschoon een deel der ambtenaren wel bereid
is genoegen te nemen met een verlaging van
hun tractement, hebben vertegenwoordigers van
den ambtenarenbond, die 984.000 leden heeft,
verklaard, dat zij zich tegen iedere loonsver
laging zullen verzetten.
Reeds wordt gedreigd met het afkondigen
van een algemeene staking als de salarisverla
ging wordt uitgevoerd. Hierdoor zou het werk
in alle regeeringsdepartementen, bij de poste
rijen, de telefoon en de belasting komen stil te
leggen.
In de Vereenigde Staten is de gewoonte van
de heeren om geen hoeden te dragen zóó sterk
toegenomen, dat verscheidene hoedenfabrikanten
met den ondergang worden bedreigd.-
Op de jaarlyksche vergadering van de New
Jersey State Federation of Labour werd een
resolutie aangenomen, waarin de mode om met
ongedekt hoofd te loopen, scherp wordt veroor
deeld en het dragen van hoeden wordt aanbe
volen als een gezondheidsmaatregel.
De voorzitter hield een rede, waarin hij o.a.
verklaarde dat aan de mannen moet worden
geleerd om hoeden te dragen daar anders de
hoeden-industrie wordt bedreigd.
Ik weet niet hoe het komt," vertelde detec
tive OMalone,,, maar ik heb altijd een zwak
gehad voor Italianen. Overal waar ik er
voor in de gelegenheid ben, zoek ik hun gezel
schap. Ik denk dat het komt omdat ze zoo
heel veel van ons ras verschillen. Wy Noord-
Amerikanen zijn wel in alles tegenovergesteld
aan het Italiaansche volk. Al moet ik daar met
een aan toevoegen, dat de Italiaansche emi
granten, zooals al hun soortgenooten, zich heel
sterk aan den Amerikaanschen volksaard aan
passen.
In Europa wordt wel eens beweerd, dat dit
het gevolg is van onze standaardiseering. Maar
hoe het ook zy, het is heel verklaarbaar dat
ik op mijn reis naar Rome, nu al eenige jaren
geleden, kennis maakte met Guiseppe Marini,
een jongen Italiaan uit Napels, die op de terug
reis was naar zijn vaderland.
Zoozeer is het een tweede natuur van me ge
worden om me met andere menschen te be
moeien een gevolg van myn beroep dat
ik me dadelijk begon af te vragen wat Marini
weer naar Italië terug trok. Zooals alle Italia
nen, was hij naar de United States gekomen
met de bedoeling millionnair te worden, maar
hy had het nog niet verder gebracht dan kell-
ner.
Van fortuin maken was geen sprake geweest.
Had hij dan heimwee? Dat zou dan wel heel
erg geweest moeten zyn, want gewoonlijk kun
nen alle emigranten daar tegen, omdat zij in
Amerika steeds voldoende landgenooten ont
moeten. Vooral met Italianen is dit het geval.
Bovendien, Marini zag er heelemaal niet uit
als iemand die heimwee heeft. Integendeel, hij
scheen de eerste dagen na het vertrek uit New-
York hevig opgewonden, mompelde onsamen
hangende woorden, balde vaak de vuisten, kort
om, gedroeg zich als iemand die ten prooi is
aan een vreeselijke woede. Hy kon soms uren
lang over de reeling hangen, turend naar den
horizon, terwijl zijn donkere oogen fonkelden
van haat. Een vreesehjke haat, die gericht leek
tegen iets of iemand die zich achter dien hori
zon in Italië? bevond.
Langzaam maar zeker won ik zyn vertrou-
wén en tenslotte maakte hy mij deelgenoot van
zijn ellende.
Vier jaar geleden had Guiseppe Marini de
stad Napels verlaten, om te emigreeren naar
Amerika. Hij liet in Italië een verloofde achter,
die met droge, maar brandende oogen het schip
nakeek. Maria heette ze. En als ze maar half
zoo mooi geweest was als Guiseppe haar be
schreef, dan was ze nog een uitgezochte schoon
heid.
Met haar beeld voor den geest, kwam Marini
in New-York aan, gereed om deze Amerikaan
sche metropolis te veroveren als het moest. Hij
begon te zoeken naar werk, vond een baantje
en van nu af aan sloofde hij dag-in dag-uit
om het geld bij elkaar te brengen, dat Maria
en hem in staat zou stellen te kunnen trouwen.
Op zijn zolderkamertje boven zijn bed hing
haar portret.
Gestadig groeiden zijn spaarduitjes en even
gestadig nam het aantal brieven toe, die Maria
hem schreef. Elke brief was een opbeuring en
een troost, die hem sterk maakte, om den ver
woeden strijd om het bestaan te kunnen vol
houden. Totdat op een somberen dag een brief
kwam, waarin Maria een toespeling maakte op
de nog steeds onbereikte rijkdommen van Gui
seppe en tegelijkertijd liet doorschemeren dat
zij haar liefde had overgebracht op een jonge
man in Napels, die daar een fruitzaak dreef.
Guiseppe was verdoofd, verblind door den slag.
Een paar dagen lang sleepte hy zich met de
grootste moeite door het restaurant, waar hij
werkte, en werd tengevolge daarvan ontslagen.
Zijn woede verdubbelde. Hy zwoer eeuwigen
haat aan zijn ontrouwe Maria en aan haar
nieuwen minnaar, kocht twee revolvers en tien
patronen en besloot naar Napels te gaan.
En zoo kwam ik uit zijn eigen mond tot de
ontdekking dat ik de vriendschap had gezocht
van een man, die een moord met voorbedach
ten rade in den zin had en door zijn gruwelijke
wraakplannen zoozeer werd bezeten, dat het
leven aan boord hem een hel leek.
„Ik heb op haar gebouwd en voor haar ge-
werkt.Wat was haar taak? Slechts wachten tot
M
de dag zou komen, waarop we konden trouwen.
Is wachten dan zoo vreeselijk voor vrouwen?
Erger dan ronddolen in een vreemd land,
hier werkend, daar wat verdienend, om op die
manier een som gelds by eikaar te krygen, waar
mee we zaken konden gaan doen?
Ze heeft me verraden. Lafhartig verraden. En
daarvoor bestaat
slechts één straf.
maar in de hel,
want voordat ze
op aarde ge- i
trouwd zal zijn,
heb ik haar ai vermoord.
Heel zpn donkere kop was 'n felle beweging,
toen hy dat zei. De oogen glinsterden van nau
welijks bedwongen haat.
Inderdaad, ik herhaal het, wij Noord-Ameri
kanen zyn meer nuchter, kalmer, zelfs mag ik
wel zeggen bezadigder dan Italianen. By ons
spat niet in één oogwenk het vuur van den
hartstocht omhoog. Maaraan dat oordeel
moet ik thans toevoegen dat je eerst wel een
halve eeuw met Italianen moet omgaan, voor
dat je aan hun gewoonten gewend bent.
De dag duurde lang en de dagen aan boord
waren leeg. Zelfs die ontzaglijke haat van Ma
rini kon toch de vervelende dagen niet geheel
vullen. Hy zocht troost en gezelschap bü een
jonge dame, die al van den eersten dag aan
boord verliefd op hem geweest was. De dagen
werden prettig, de avonden romantisch. En het
gevolg was dat de ontrouwe Maria naar nieu
wen minnaar kon trouwen. Ze trouwde den
zelfden dag als Guiseppe met zyn nieuwe ver
loofde.
De druiven zün over 't algemeen te zuur,
hetgeen den verkoop zeer belemmert, schryft
het orgaan van het Centraal Bureau v. d. Vei
lingen.
Was het nu een euvel, dat niet te verhelpen
was, dan zou dit op zyn hoogst ernstig betreurd
kunnen worden.
Dit is evenwel niet het geval. Te vroeg snij
den en onvoldoende uitdunnen zyn hier de
oorzaken.
Druiven koopen in een winkel is een groot
risico. Tallooze malen xomt men bekocht uit,
ook al is de prijs laag, omdat de druiven niet
te genieten blijken, al zagen zij er nog zoo
prachtig uit!
Het is ten eenenmale onbegrijpelijk hoe
weinig de druiventelers doordrongen zijn van
het feit dat zij met zure druiven een anti-pro-
paganda voeren, die iedere poging tot stimu
leering van den afzet te niet doet.
Vorige jaren is men er wel toe overgegaan
om een bepaalden datum vast te stellen, waar
vóór geen koude druiven ter veiling mochten
worden aangevoerd. Dit verhelpt echter alleen
maar het te vroeg snijden en is een maatregel
die veel te algemeen is, omdat de toestand by
iederen tuinder verschillend is.
Daarom moet bij den aanvoer aan de veilin
gen streng gekeurd worden en iedere party
die niet voldoende ryp is, moet worden ge
weigerd.
Wij hebben reeds jarenlang op dit aambeeld
gehamerd: het is onbegrijpelyk. dat de Bond
Westland de koe nooit by de horens heeft
gepakt.
Thans zitten de druivenkweekers met de ge
volgen van dit gemis aan organisatiegeest,
namelyk de treurig lage pryzen; het is een
nieuw bewys van het spreekwoordWie niet
hooren wil, moet voelen.
Het is voor ons echter de vraag of de Re
geering waar zij toch reeds in de noodzake
lijkheid is gekomen om in het bedrijfsleven
in te grijpen hier niet de behulpzame hand
moet bieden, waar het eigen initiatief tekort
schoot.
Het kan de redding en het behoud zyn der
Nederlandsche druivencultuur!
De leider van het bureau voor het opsporen
van misdadigers te Sacramento (Califomië),
Clarence Morrill, heeft vastgesteld, dat er in
Californië 1039 machinegeweren zijn, terwyi
slechts 390 vergunningen zyn uitgereikt voor het
bezitten van zulk een wapen.
De meeste van deze 39 machinegeweren zyn
in het bezit van filmmaatschappyen, terwyi ook
Douglas Fairbanks over een machinegeweer be
schikt om zyn villa „Pickfair" tegen indringers
te beschermen.
Morrill is voornemens krachtige maatregelen
te nemen tegen het ongeoorloofde bezit van
machinegeweren.
„U gelooft dus, dat uw droom ook precies de
(omstandigheden weergaf waaronder hij plaats
greep?"
„Ja."
„Het Is jammer, dat hij niet vollediger was
en ons getoond heeft, hoe de moordenaar is ge
vlucht of hoe hy het huis heeft kunnen veria-
laten en hoe hy het is binnen gekomen."
Harwell kreeg een kleur en sprak:
„Dat is inderdaad jammer: ik zou ook wel
willen weten hoe Hannah is verdwenen en
waarom een heer, een vreemde, zich tot zulk
een misdaad heeft verlaagd."
Ik merkte, dat ik hem geërgerd had en hield
myn spottende opmerkingen voor mij. Ik vroeg
hem:
„Waarom noemt u hem een vreemde? Kent
u iedereen die by de familie Leavenworth komt,
zoo goed, dat u kunt zeggen, wie er vreemd is
en wie niet?"
„Ik ken alle vrienden van het huis, mijnheer
Raymond, en daar hoorde mynheer Clavering
niet toe."
„Vergezelde u mijnheer Leavenworth op zyn
reizen?." vroeg ik.
„Neen."
„Hy was toch zeker wel eens uit de stad?"
„Ja zeker."
„Zoudt u mij kunnen vertellen, waar hy met
de dames in Juli van het vorige jaar is ge
weest?"
„Ja, zij waren toen in R„ de bekende bad
plaats! O!" riep hij uit, toen hij merkte dat ik
myn wenkbrauwen fronste. „Hy heeft hen daar
zeker leeren kennen!"
„Mijnheer Harwell," vervolgde ik, „u verbergt
mij iets omtrent Clavering."
„Ik weet niets meer, dan ik u reeds verteld
heb; maar als u besloten bent om op dit onder
werp door te gaan
Hy zweeg en keek my wagend aan. Ik ant
woordde:
„Ik ben vast besloten, zooveel mogelijk om
trent Clavering te weten te komen."
Harwell hief het hoofd op en vervolgde:
„Dan zal ik u nog dit vertellen. Eenige dagen
geleden voor den moord schreef Clavering een
brief aan mijnheer Leavenworth die, naar ik
geloof, groote beroering verwekte in het gezin."
„Hoe weet u dat?"
„Ik opende hem bij ongeluk, Ik las namelyk
alle zakenbrieven van mijnheer Leavenworth en
deze, die verstuurd was door iemand, die de
gewoonten van mijnheer niet kende, droeg niet
het teekentje, dat steeds op zijn particuliere
correspondentie voorkwam."
„Was hij geteekend door Clavering?"
„Ja, Henry Ritchie Clavering."
„Hebt u hem gelezen?" vroeg IK vol span
ning.
De secretaris zweeg. Ik drong aan:
„Mynheer Harwell, nu geen misplaatste fyn-
gevoeligheid alstublieft! Hebt u den brief ge
lezen?"
„Ja, maar oppervlakkig. De schrijver beklaag
de zich over het gedrag van een van de nichten
van mijnheer Leavenworth. Meer herinner ik
mij niet."
„Welke nicht?"
„In den brief werd geen naam genoemd."
',',Wat dacht u er van?"
„Niets, mynheer. Ik trachtte het voorval te
vergeten."
„Maar u beweert, dat hy groote beroering ver
wekte in het gezin?"
„Dat merkte ik later, door de verandering in
hun houding."
„Waarom antwoordde u ontkennend, mijn-
heer Harwell, toen de coroner u vroeg of myn
heer Leavenworth een brief had ontvangen, die
in verband gebracht kon worden met de mis
daad?"
„Zoudt u in myn plaats over dezen brief
hebben gesproken, waarin men in de gegeven
omstandigheden ernstige verdenkingen zou
hebben gevonden tegen een van de dames Lea
venworth?"
Ik moest toegeven, dat de moeilykheid groot
was. Hy ging voort:
„Hoe kon ik weten, dat die brief zoo belang
rijk was, ik wist heelemaal niet wie Henry
Ritchie Clavering was!"
„Toch hechtte u er waarde aan, want Ik her
inner mij, dat u aarzelde, voordat u den coro
ner antwoordde."
„Dat is zoo: maar nu zou ik niet meer aar
zelen als men mij nog eens dezelfde vraag
stelde."
Er volgde een stilte. Ik liep op en neer door
myn kantoor. Eindelyk, lachend om de vrees
die het zonderlinge verhaal by mij had gewekt,
sprak ik:
„Dat is allemaal pure verbeelding."
„Dat kan wel," antwoordde Harwell. „Over
dag ben ik een heel normaal mensch, weinig
onder den invloed van fantasieën of voorge
voelens. Bovendien besef ik even goed als u,
hoe zwak een beschuldiging is, die gebaseerd is
op een droom van een armen secretaris. Daar
om heb ik ook gezwegen. Met droomen vangt
men geen moordenaars. Maar denk hier wel
aan, mynheer Raymond: als men ooit den
moordenaar van mynheer Leavenworth ont
dekt, dan zal het de man blijken te zijn, dien
ik in myn droom heb gezien."
Ik haalde diep adem. Op dit oogenblik was
ik het met Harwell eens. Een gevoel van ver
lichting en smart tegelijk, maakte zich van my
meester bij de gedachte, dat Eleonore bevrijd
zou worden van de verdenking die op haar
rustte, om in een nog afschuwelijker toestand
te geraken.
De secretaris vervolgde als bij zichzelf:
„Hy loopt vry rond en durft zelfs het huis
te betreden, waar hy zijn afschuwelijk misdrijf
heeft gepleegd. Maar de gerechtigheid zal zege
vieren en vroeg of laat zal men het bewijs krij
gen, dat mijn aanwyzing juist was. De stem
die Trueman! Trueman! riep, was niet louter
verbeelding! Door deze stem heeft de gerechtig
heid my den schuldige aangewezen."
Ik keek hem verbaasd aan; wist hy dan al,
dat de politie Clavering op de hielen zat? Ik
geloofde het niet, maar wilde my er toch van
overtuigen. Ik zei dus:
„U schynt nogal zeker van uw zaak te zijn;
maar zeer waarschijnlyk zult u moeten inzien,
dat u zich vergist hebt. Wat wij van Clavering
weten, wijst er op, dat hy iemand is, waar
niets op te zeggen valt."
„Ik zal hem dan ook niet beschuldigen. Zijn
naam zal nooit meer over mijn lippen komen.
Ik ben niet gek, mijnheer Raymond! Ik ben
tegen u slechts zoo openhartig geweest, om myn
vreemd gedrag van gisteravond te verklaren;
ik heb u dit alles alleen medegedeeld, omdat de
omstandigheden my er toe dwongen."
Hij drukte mij de hand en wilde heengaan. Ik
moest hem nog vertellen, dat ik niet meer by
hem kon komen en daarom zei ik:
„Ik kan vanavond niet by u komen: ik weet
zelfs niet, wanneer ik weer by juffrouw Mary
aan huis zou kunnen komen. Persoonlijke over
wegingen zullen mij een poosje van haar van
daan houden. U zult zonder my het werk moe
ten voortzetten, tenzij u hier zoudt willen ko
men."
„Dat kan heel goed."
„Danverwacht ik u morgenavond."
„Prachtig."
Hij stond op het punt te vertrekken, toen er
plotseling een idee by hem op kwam. Hij sprak:
„Ik was van plan, dit onderwerp niet meer
aan te roeren, maar ik wilde nog wel iets over
dien Clavering weten. Zoudt u my willen ver
tellen wat u van hem weet? Kent u hem, myn
heer Raymond?"
„Ik weet alleen hoe hy heet en waar hij
woont."
„Waar woont hij?"
„Te Londen. Hy is Engelschman."
„O zoo!" mompelde hy met een vreemden
nadruk, beet zich op de lippen, en zei eindelyk,
terwyl hy my strak aankeek:
„Dat is een groote verrassing."
„Een verrassing?'*
„Ja, mijnheer Leavenworth kon geen Engel-
schen zien. Dat was een van zijn eigenaardig
heden. Hy liet zich nooit met een van hen in,
als hy er niet toe genoodzaakt was."
Dit stemde my tot nadenken. Harwell ver
volgde:
„Zyn haat tegen de Engelscben grensde aan
waanzin. Als hij geweten had, dat een En
gelschman dien brief geschreven had, zou hij
hem zeker niet gelezen hebben. Hy placht te
zeggen, dat, als hy een dochter had, hy liever
zcu zien dat zy dood was, dan gehuwd met een
Engelschman. U denkt misschien dat ik over
drijf? Maar u kimt het aan mynheer Veeley
vragen."
„Dat is niet noodig, ik geloof u volkomen."
.Niemand kende de oorzaak van dien afkeer.
In zyn jeugd was hij eenigen tyd in Liverpool
geweest en daar heeft hy ongetwijfeld gelegen
heid gehad, het karakter en de gewoonten der
Engelsehen te leeren kennen."
(Wordt vervolgd),