Twee brandstichters gezien?
Japan waarschuwt
ij fe ft ft ft.® i I
WAT GETUIGE THALER
VERKLAARDE
DE JOODSCHE KWESTIE
Het nieuws van heden
DE BAROMETER
mm i
VEREEN IG DE KATHOLIEKE PERS
BUREAUX; NASSAULAAN 51 - TEL. 13866
WOENSDAG 11 OCTOBER 1938
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen per week 25 cent;
per kwartaal f 3.25; per post, per
kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling
DAGBLAD UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866
RSWMiV
De vraag wordt gesteld of hij een
schaduw voor een tweeden
persoon aanzag
Van der Lubbe weer vóór
Dr. Sack: Ik houd het voor mijn plicht, den
Het Weeriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
Dimitrof weer de zaal uit
Verklaring van Sneevliet
Als de Russische journalisten nog
langer critiek uitoefenenzul
len ze Japan moeten
verlaten
BIJ ONTPLOFFING GEDOOD
Toenemende spanning
Martinez Barrios, premier van
het nieuwe Spaansche Kabinet
Passagiersvliegtuig
verongelukt
Zeven menschen gedood
VIADUCT TE MILAAN INGESTORT
DE RECHTSZAAL TE BERLIJN
Bij het afbreken van het oude Centraalstation te Milaan stortte een oud viaduct
in elkander. Met donderend geraas kwam het gevaarte naar beneden. Tot dusver
zijn zes dooden er onder uitgehaald
Van der Lubbe en de andere verdachten in het Rijksdagbrandproces staan thans
op de plaats des onheils zelf. Hierboven de zaal der voormalige begrootingscom-
missie van den Rijksdag, waarin thans het Rijksgerechtshof zetelt
Debatten te Genève besloten met
de aanvaarding der Fransche
resolutie
Hoe Duitschland er over
denkt
De tarweoverschotten
in Amerika
Uitvoer met staatssubsidie
De sterrenregen ook te
Leningrad
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN
Gaat Kroonprins Otto
zich verloven?
Ex-keizerin Zita naar Italië
Fransche kabinetsraad
HAARLEMSCHE COURANT
ZES EN VIJFTIGSTE JAARCANC No. 18501
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 cf.; ingez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor
de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek
BERLIJN, 10 Oct. Na den eersten getuige,
den student Ploeter verklaart opperwacht
meester Buwert, dat een burger hem
ongeveer vijf minuten over negenen
gewaarschuwd had. Zij liepen naar por
taal I en zagen door het tweede raam
ben Zuiden van het portaal, dat ingeslagen
was, een vlam. Ik nam aan dat een jalouzie
brandde. Hij had den man, die hem gewaar
schuwd had, gezegd even naar den post aan
den Brandenburger Tor te loopen en te melden,
dat er brand was. De man was toen ook on
middellijk weggegaan.
Getuige Ploeter: „Mij is dat niet gezegd."
Getuige Buwert: „Het kan ook de andere
burger, Thaler, zijn geweest. Ongeveer twee
minuten later zag ik in den kelder achter het
matglas voor het raam een zich voortbewegende
lichtschijn, alsof iemand met een fakkel in de
hand liep. Het licht bewoog zich snel in de
richting van de Simonstrasse. Ik rende mee
en trok mijn revolver, omdat ik inzag, dat er
iets niet in den haak was."
President: „Dat had u toch al eerder moeten
inzien."
Getuige: „Ik kon niet weten, dat ik met
brandstichting te doen had."
President: V. d. Lubbe beweerde, dat het
een zakdoek was, wat achter hem aansleepte.
U spreekt van een fakkel.
Getuige: Ja, wat ik zag, was hooger. Daarom
hield ik het voor een fakkel. Een man heb ik
heelemaal niet gezien. Verder verklaart getuige
dat, nadat hij geschoten had, hij van de ba
lustrade sprong. Hij liep vervolgens naar het
venster waarin hij geschoten had. Het licht was
echter verdwenen. Getuige liep nu weer de
bordestrap op, waar hij wachtmeester Poeschel
zag. Hij stuurde deze naar portaal V, om den
brand te melden. Ongeveer om 9.17 uur arri
veerde de politie-officier Lateit met zijn
beambten voor den Rijksdag. De brandweer
kwam naar schatting 3 5 minuten later.
Dimitrof: Waar bemerkte getuige, dat er van
brandstichting sprake was?
Getuige: Dat bemerkte ik eerst, toen ik naar
het venster liep.
Dr. Sack: Heeft getuige meteen geschoten?
Getuige: Neen. Zoolang het schijnsel niet
bewoog, had het schieten geen zin. Aan het
voorlaatste venster stond de fakkel echter een
cogenblik stil. Toen schoot ik naar binnen.
Hierop werd een half uur gepauzeerd.
BERLIJN, 10 Oct. Na de pauze in het
Rijksdagbrandproces dat thans te Ber
lijn wordt gevoerd wordt de 21-jarige
zetter Thaler als getuige gehoord.
Ik kwam, zoo verhaalde hij, van den
Brandenburger Tor af en passeerde den
Rijksdag om naar het Lehrterstation te
gaan. Op den hoek van het gebouw, voor ik
bij het hoofdpoïtaal kwam, hoorde ik luid
rinkelen. Toen ik in de ricrting van het la
waai keek, had ik den indruk, als of twee
menschen naast het hoofdportaal een ven
ster inklommen. De eene was juist het in
geslagen venster binnengekropen, op het
gezicht van den ander viel juist nog de
schijn van den lantaren vanaf den hoek van
den Rijksdag. Ik was wel op tamelijk verren
afstand, en toen klom ook hij naar binnen.
Ik liep naar den hoek terug en riep den po
litieagent toe, welke ik kort tevoren aan den
hoek van den Rijksdag had ingehaald, dat hij
naar mij toe zou komen, omdat iemand naar
binnen klom.
Toen ik terugkeerde, was er reeds een Schupo
en een andere heer. Toen brandde het boven
reeds.
President: Van waaruit zag u de mannen dan
naar binnen klimmen?
Getuige: Toen ik het rinkelen hoorde, liep ik
den oprit naar het hoofdportaal op, ornaat ik
van beneden niets kon zien. Ik klom ook nog op
den rand van den oprit.
President: Welk venster was dan ingeslagen?
Getuige: Het eerste venster naast het hoofd
portaal.
President: De student Floeter was er niet ze
ker van, of het het eerste of het tweede ven-
Ster was. U zoudt dus twee personen hebben
gezien?
Getuige: Ik meende twee personen te zien.
Een was in gebukte houding achter de balustra
de van het balcon bij het naar binnen klimmen,
terwijl de eerste persoon reeds binnen was. Ik
zag nog even het gezicht van den tweede. Wel
licht heeft hij zich omgekeerd, omdat hij gezien
of gehoord had, dat ik den oprit opliep.
Op de vraag of de naar binnen klimmende
man iets in de hand had, verklaarde getuige,
dat het op dat oogenblik nog volkomen donker
was. Het gezicht van den tweeden persoon had
hü als helle witte ylek gezien. Een schaduw kon
Het Rijksdaggebouw, binnen welks
muren thans het brandstichtings
proces wordt voortgezet.
het niet geweest zijn, daar de andere reeds aan
den binnenkant van het venster was. Ook had
hij geenerlei vuur gezien, dat een schaduw af
had kunnen werpen.
Op verdere vragen verklaarde getuige, dat
door drie vensters van de restaurantszaal een
vuurschijnsel te zien was: het had in lichte
mate gebrand. Volgens de meening van ge
tuige moet het aan de andere zijde van de zaal
gebrand hebben, terwijl kort daarop ook aan
de vensters een vuurschijnsel was opgevlamd.
De president wijst er hier op, das deze voor
stelling met die van beklaagde v. d. Lubbe
overeenkwam, die verklaarde eerst de portières
aan de deur en dan die aan de vensters te heb
ben aangestoken. Wat den tijd betreft, verklaart
getuige, dat het op zijn armbandhorloge 9.10
was, toen hij den Schupo-wachtmeester ont
moette. Het rinkelen van de ruit hoorde hij on
geveer twee minuten eerder.
Op verdere vragen verklaart getuige, beslist
den indruk te hebben gehad, alsof twee men
schen met fakkels door de vertrekken liepen.
Getuige gelooft niet, dat het branaende doeken
waren geweest, want dan zou het vuurverschijn-
sel niet zoo gelijkmatig en steeds op dezelfde
hoogte zijn geweest. Toen het „ueberfallkom-
mando" arriveerde, hoorde ik den politie-offi
cier tot zijn mannen zeggen: Het is 9.17 uur.
Meteen daarop arriveerde ook de brandweer.
De mannen gingen het gebouw binnen en
bluschten den brand. Daarna reden zij weer
weg en alle omstanders gingen eveneens uit
een. Ikzelf aldus getuige verder keerde me
bij de zegezuil nog eens om en zag toen, dat er
in den koepel vuur flakkerde. Terstond liep ik
terug en riep de brandweer toe, dat het binnen
nog brandde.
Opperwachtmeester Buivert kent getuige
Thaler niet terug. Hij verklaart zich de per
soonsverwisseling als volgt: Ploeter is mij ach
terna geloopen, waarop ik het venster inkeek.
Toen ik weer naast me keek, stond daar deze
heer (getuige Thaler). Ik meende toen, dat het
dezelfde was.
Nog eenmaal wordt dan de vraag behandeld,
of Thaler misschien toch den schaduw van den
naar binnen klimmenden voor een tweeden
man heeft aangezien. De president stelt ten
slotte voor, vanavond een onderzoek ter plaatse
in te stellen. Dr. Teichert verzocht, om dan ook
iemand met een brandenden fakkel beneden
door de lokaliteiten te laten loopen, om te zien
of misschien door een spiegelbeeld op de mat
glasvensters den indruk ontstaat, dat er twee
personen loopen.
Procureur-generaal: Vroeger heeft Thaler ge
zegd, dat er 2 a 3 meter tusschenruimte was
tusschen de twee fakkels. Vandaag zegt hij, dat
het slechts 1 meter geweest is.
Thaler: Het nauwkeurig in meters aan te
geven is natuurlijk moeilijk. Het was echter
een duidelijke afstand.
Dimitrof stelt weer vragen en poneert ver
dachtmakingen.
President: Wanneer u zoo doorgaat, zal ik
geen aandacht meer aan u schenken.
Dimitrof: In dit proces, mijnheer de presi
dent, ben ik niet schuldenaar, maar schuld-
eischer, dat zou
President: Ik ontneem u het woord.
Dimitrof: Ik protesteer.
Thans wordt v. d. Lubbe voor de rechtertafel
geleid. Deze is weer in de gebogen houding: nu
eens antwoordt hij met ja, dan weer met neen.
Dikwijls zwijgt hij en geeft dan weer verwarde
antwoorden.
Zijn verdediger, dr. Seuffert, vermaant den
beklaagde: U staat, zooals wij uit de brieven
van uw familieleden weten, op het standpunt:
Ik zal mijn medeplichtigen nooit verraden en
zal er steeds voor zorgen, dat zij nooit verraden
worden. Wanneer u werkelijk gelooft, dat uw
mede-beklaagden onrecht geschiedt, dan heeft
u toch nu juist aanleiding, duidelijk uw mee
ning te geven.
Voorzitter: Bent u dien avond alleen door
het venster geklommen?
Van der Lubbe: Ja.
Voorzitter: Heeft u den Rijksdag alleen in
brand gestoken?
Dimitrof interrumpeert: Dat ls onmogelijk,
bestaat niet, idioot!
Voorzitter: Houdt uw mond, ik ontneem u
het woord.
Ik vraag u, van der Lubbe, nogmaals: heeft
u het alleen gedaan?
Van der Lubbe: Ja.
De Oberreichsanwalt: We hebben dat al een
keer allemaal doorgepraat. Maar ik zou toch
nog willen vragen: Hebben anderen het voor
bereid. Hebben anderen u geholpen?
Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen (be
weging). f
Dimitrof: Hij wil niet toegeven, dat hü maar
een werktuig is geweest.
Advocaat Dr. Sack: Dimitrof meent, dat v. d.
Lubbe een door anderen misbruikt werktuig is
geweest!
Dimitrof: Zoo is het.
H Verwachting: Krachtige tot
stormachtigen, later afnemende Zuid-
Westelijke tot Westelijken wind. Aanvan-
H kelijk zwaar bewolkt, met regenbuien en
kans op onweer, later opklarend en
kouder.
Hoogste stand: 763.0 te Weenen. zi
Laagste stand: 731.2 te Andennes en
=j Ingö. EE
on op 6.19, onder 5.14. Licht E
EE op 5.44. Laatste Kwartier 5.06 n.m.
=j Geseind te De Bilt 11 October te 9-05 uur EE
EE aan alle posten: „Wordt verwacht storm
EE uit het Zuid-Westen." EE
Senaat hier op te wijzen en denk, dat de Ober
reichsanwalt van zijn kant hier zal ingrijpen.
Het getuigenverhoor wordt daarop voortge
zet.
BERLIJN, 11 Oct. De controle en bewaking
voor het Rijksdaggebouw was vandaag nog
scherper dan gisteren. Bij het begin van de
zitting valt het op, dat v. d. Lübbe's haar ge
friseerd js. Beklaagde Dimitrof staat op en wil
een vraag stellen. De voorzitter weigert, doch
Dimitrof spreekt door. De voorzitter ontneemt
hem het woord.
Dimitrof: Ik ben hier niet alleen beklaagde,
doch ook verdediger voor Dimitrof.
Na deze woorden trekt de Senaat zich in de
Raadskamer terug om te beraadslagen wat met
Dimitrof gedaan zal worden. Na een korte be
raadslaging keert de Senaat terug en de voor
zitter deelt mede, dat Dimitrof wegens her
haalde ongehoorzaamheid tegen de bevelen van
den voorzitter tot nader orde uit de zaal wordt
verwijderd.
Dimitrof protesteert opgewonden en reikt zijn
verdediger een briefje over met de woorden:
Deze vraag had ik willen stellen. Doet u het
alstublieft voor mij.
Dr. Teichert roept den beklaagde toe: Had u
mij dit liever vroeger gezegd.
De beklaagde wordt dan weggevoerd.
Als eerste getuige wordt heden dee politie-
luitenant Lateit gehoord, die het „ueberfall-
kommando" commandeerde, dat kwam aange
rukt toen alarm geslagen was. Hij verklaarde,
dat bü zijn aankomst in de benedenverdieping
van het Rijksdaggbouw alles donker was, in de
zittingszaal laaiden evenwel de vlammen rond
de plaats van den voorzitter. Getuige riep toen
onmiddellijk: „Brandstichting, pistolen trek
ken!" Toen hij naar portaal V terugkeerde,
kwam hem reeds een brandweerman tegemoet.
Getuige denkt, dat hij om ongeveer 9.20 uur
in de groote zittingszaal geweest moet zijn.
De rook ontwikkeling was zeer sterk: hier
brandde een looper, daar een papiermand. Ge
tuige liet de Zuidelijke vleugel afsluiten, ten
einde een stelselmatig onderzoek in te stel
len. In een van de wandelgangen vond hij een
sportpet, een zelfbinder en een stuk zeep.
Van der Lubbe zit bij deze verklaringen apa-
tisch op zijn plaats. Zijn verdediger moet hem
twee of drie keer de neus snuiten. Als men
hem zelf een zakdoek in de hand geeft, rea
geert beklaagde hier niet op.
Getuige Lateit verklaart verder, dat andere
politiemannen hem in het Rijksdaggebouw me
dedeelden, dat Van der Lubbe was gearresteerd
en naar de Brandenburgertor was overgebracht.
„Ik begaf mij toen daarheen en vroeg van
der Lubbe of de door mij gevonden zaken van
hem hoorden, hetgeen hij bevestigde. Ook be
vestigde hij, dat hij den Rijksdag in brand ge
stoken had. Vervolgens vroeg ik hem of hij het
Slot en den Dom in brand wilde steken. Hierop
antwoordde hij ook: Ja.
De Rotterdamsche Recherche heeft zich tele
fonisch in verbinding gesteld met het Kamerlid
Sneevliet om op verzoek van een uit Duitsch-
land overgekomen politiecommissaris vast te
stellen, wat er waar was van een bij de Duit-
sche autoriteiten schriftelijk uit Holland inge
komen bericht, dat de hoofdbeklaagde uit het
Leipziger proces, M. v. d. Lubbe, eens of meer
malen met Sneevliet reizen naar Duitschland
zou hebben gemaakt.
De heer Sneevliet deelt echter mee, dat hij
nimmer persoonlijk in aanraking met v. d.
Lubbe is geweest.
Te Osnabrück is de bekende raketten-onder
zoeker Tiling bij een ontploffing in zijn labora
torium ernstig gewond en later overleden.
TOKIO, 10 October. (V.D.) Dinsdagochtend
heeft een zitting van het Japansche kabinet
plaats gevonden, waarin de minister van Bui-
tenlandsche Zaken, Sjirota, rapport uitbracht
over den buitenlandsch politieken toestand. In
het bijzonder werden besproken de betrekkin
gen van Japan tot Mandsjoekwo en Rusland en
een standpunt bepaald nopens de recente Rus
sische publicaties inzake de „geheime" Japan
sche documenten" in het conflict betreffende
den Mandsjoerijschen spoorweg.
Het verluidt, dat de Japansche regeering
heeft besloten in verband met de berichtgeving
van het Sovjet-Russische telegraafagentschap
in Japan een strenge waarschuwing uit te
spreken.
Ingeval het telegraafagentschap der Sovjet
Unie en de vertegenwoordigers der Sovjetpers
in Japan verder critiek oefenen op de Japan
sche politiek, op een wijze, welke geen reke
ning houdt met het nationale prestige der Ja
pansche regeering, dan zou Japan er bij deze
persvertegenwoordigers op moeten aandringen
„vrijwillig" uit Japan te vertrekken.
Naar te Tokio verluidt heeft de Russische
directeur-generaal van den Oost-Chineeschen
spoorweg precies tegenovergestelde bevelen ge
geven als de Mandsjoerijsche onder-directeur,
tengevolge waarvan het spoorwegverkeer groote
moeilijkheden ondervond. De autoriteiten van
Mandsjoekwo overwegen maatregelen hier
tegen.
Volgens een mededeeling uit Charbin heeft
de Mandsjoerijsche politie Dinsdag alle kwali
teiten van het administratiegebouw der Chi-
neesche Oosterspoorwegmaatschappij openge
broken, welke vroeger door de Russische amb
tenaren waren bezet. De opengebroken kamers
werden doorzocht en zullen thans ter beschik
king worden gesteld van de Mandsjoerijsche
ambtenaren, wier positie intusschen niet wordt
erkend door de Sovjetregeering.
Bovendien heeft de Mandsjoerijsche regee
ring Dinsdag van de Sovjet-Russische leiding
der spoorwegmaatschappij geëischt, dat alle
nieuwbenoemde Mandsjoerijsche ambtenaren
in functie zullen treden en de mogelijkheid
moeten hebben de werkzaamheden op de spoor
lijn te controleeren.
CHESTERTON (Indiana) 11 Oct. (Reuter)
Aan boord van een passagiersvliegtuig van de
lijn New York-Chicago heeft even buiten de
stad een ontploffing plaats gehad, waardoor het
toestel brandend omlaag stortte.
Vier passagiers en drie leden van de beman
ning werden op slag gedood.
I-s-
GENÈVE, 10 Oct. De politieke commissie der
Volkenbondsvergadering heeft vandaag het
groote debat inzake de Minderheden- en de
Joodsche kwestie beëindigd. Overeenkomstig
het voorstel der sub-commissie werd de Fran
sche resolutie aangenomen.
De Duitsche delegatie keurde het eerste en
derde deel goed.
De resolutie zal thans de Volkenbondsver
gadering ter fine van definitieve goedkeuring
worden voorgelegd.
Het eerste deel der resolutie houdt in:
De plenaire vergadering van den Volkenbond
neemt de in de resolutie van 21 September
1922 uitgesproken principieele aanbevelingen in
zake de minderhedenbescherming aan en
spreekt de hoop uit, dat de tegenover den
Volkenbond door geenerlei aanvullende ver
plichtingen op het gebied der minderheden ge
bonden staten nochtans tegenover hun minder
heden naar ras, religie en taal de gelijke graad
van gerechtigheid en tolerantie zullen toe
passen, welke wordt geëischt bij de verdragen
inzake de minderhedenbescherming en krach
tens de geheele houding van den Volkenbond.
In het tweede deel wordt verklaard: De Vol
kenbondsvergadering is van meening, dat de
in het eerste gedeelte naar voren gebrachte
principes zonder uitzondering betrekkingen
moeten hebben op alle categorieën staatsonder-
danen, welke zich van de meerderheid der be
volking onderscheiden door ras, taal of religie.
Krachtens hef derde gedeelte verzoekt de
Volkenbondsvergadering den Secretaris-Gene
raal van den Volkenbond de protocollen be
treffende de onderhandelingen van de poli
tieke commissie inzake de minderhedenkwestie
toe te zenden aan den Volkenbondsraad.
By de slotbeschouwing verklaarde de Duit
sche gedelegeerde, H. Keiler, dat de Duitsche
delegatie van meening is, dat de resolutie
slechts van toepassing moet zijn op de eigen
lijke minderheden. Uit de onderhandelingen in
de politieke commissie en de sub-commissie
hiervan is gebleken, dat de resolutie in hoofd
zaak beoogt de behandeling der Joden in
Duitschland binnen het bereik der resolutie te
doen zyn. Dit is, volgens Von Keiler, in tegen
spraak met de principieele opvatting der Duit
sche delegatie. Volgens de delegatie behoort
de betreffende kwestie tot de competentie der
Duitsche binnenlandsche wetgeving.
Duitschland heeft het tweede gedeelte der
resolutie verworpen. Alle andere mogendheden
hebben de geheele motie goedgekeurd.
WASHINGTON, 11 Oct. (Reuter.) De minis
ter van landbouw, Wallace, heeft de overeen-
koms tot steunverleening aan de tarwemarkt
onderteekend. By deze overeenkomst zal de ex
port van het tarwesurplus in het Noordwesten
der V. S„ ten bedrage van ongeveer 35 millioen
bushels, worden gesubsidieerd. De export zal
onmiddellijk een aanvang nemen.
LENINGRAD, 10 Oct. (V.D.) In den nacht
op 10 October is alhier een sterrenregen waar
genomen over het geheele uitspansel, doch
voomameiyk tuseschen de sterrenbeelden de
Lier, de Zwaan en Pegasus. De sterren vielen
in reeks gedurende vijf of z^s seconden. De
aarde was letteriyk omringd door een zwerm
meteoren.
De Fransche resolutie inzake de minderheden-
en de joodsche kwestie door de politieke com
missie der Volkenbondsvergadering goedgekeurd.
De Russisch-Japansche spanning. De Sovjet
pers krijgt een waarschuwing van Japan.
Eerste proceszitting in het Rijksdaggebouw.
Getuigenverhoor geopend.
De Vestiging van bnitenlandsche zakenlieden
in ons land.
De demonstratie te Kootwijk. De 1875 M. om-
roepzender, werkende met een zijband.
Inkrimping van den rundveestapel.
De Sociale Studiedagen te Bergen.
Gasontploffing in mijnschacht in Ned.-Indië;
twee dooden geborgen, vermoedelijk nog drie
onder de puinhoopen.
De Merapi werkt hevig.
Bloedbad in een café tijdens de kermis te Nij
megen.
Zwendel met aandeelen ontdekt.
Twee mijnwerkers verongelukt in de Oranje
Nassaumijn III.
WEENEN, 11 Oct. CV. D.) De reis van
ex-keizerin Zita naar Italié, die vergezeld
wordt door haar broer, den Prins van
Bourbon, zou in verband staan met een
aanstaande verloving van Kroonprins Otto
met Prinses Maria, de jongste dochter van
het Italiaansche Koningspaar.
Ondanks het verzet van Engelsche zijde
tegen het herstel der Habsburgers, zou
Mussolini besloten hebben te yveren voor
het huweiyk van Kroonprins Otto met
Prinses Maria.
PARIJS, 10 October. (V. D.) De Fransche
ministers zijn Dinsdag in kabinetsraad bijeenge
komen. waarin Daladier rapport uitbracht over
den stand der besprekingen te Genève. Daladier
herhaalde tegenover zijn collega's de instruc
ties, welke hy den minister van Buitenland-
sche Zaken heeft gegeven en welke ten doel
hebben dat deze zich nauwkeurig zal houden
aan de overeenkomsten, die te Parijs zyn geslo
ten tusschen de vertegenwoordigers van Enge
land, Frankryk en Amerika. In het officieele
communiqué wordt er op gewezen, dat de mi
nisters de uiteenzetting van Daladier onvoor
waardelijk hebben goedgekeurd.
I V V V\\t VU\Ml;l.ll')'D' 7 -s#?
Stand op Woensdag 1 uur n.m.: 741
Vorige stand 740