Twee brandstichters gezien? Japan waarschuwt ij fe ft ft ft.® i I WAT GETUIGE THALER VERKLAARDE DE JOODSCHE KWESTIE Het nieuws van heden DE BAROMETER mm i VEREEN IG DE KATHOLIEKE PERS BUREAUX; NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 WOENSDAG 11 OCTOBER 1938 ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling DAGBLAD UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 RSWMiV De vraag wordt gesteld of hij een schaduw voor een tweeden persoon aanzag Van der Lubbe weer vóór Dr. Sack: Ik houd het voor mijn plicht, den Het Weeriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ Dimitrof weer de zaal uit Verklaring van Sneevliet Als de Russische journalisten nog langer critiek uitoefenenzul len ze Japan moeten verlaten BIJ ONTPLOFFING GEDOOD Toenemende spanning Martinez Barrios, premier van het nieuwe Spaansche Kabinet Passagiersvliegtuig verongelukt Zeven menschen gedood VIADUCT TE MILAAN INGESTORT DE RECHTSZAAL TE BERLIJN Bij het afbreken van het oude Centraalstation te Milaan stortte een oud viaduct in elkander. Met donderend geraas kwam het gevaarte naar beneden. Tot dusver zijn zes dooden er onder uitgehaald Van der Lubbe en de andere verdachten in het Rijksdagbrandproces staan thans op de plaats des onheils zelf. Hierboven de zaal der voormalige begrootingscom- missie van den Rijksdag, waarin thans het Rijksgerechtshof zetelt Debatten te Genève besloten met de aanvaarding der Fransche resolutie Hoe Duitschland er over denkt De tarweoverschotten in Amerika Uitvoer met staatssubsidie De sterrenregen ook te Leningrad DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN Gaat Kroonprins Otto zich verloven? Ex-keizerin Zita naar Italië Fransche kabinetsraad HAARLEMSCHE COURANT ZES EN VIJFTIGSTE JAARCANC No. 18501 Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 cf.; ingez. mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek BERLIJN, 10 Oct. Na den eersten getuige, den student Ploeter verklaart opperwacht meester Buwert, dat een burger hem ongeveer vijf minuten over negenen gewaarschuwd had. Zij liepen naar por taal I en zagen door het tweede raam ben Zuiden van het portaal, dat ingeslagen was, een vlam. Ik nam aan dat een jalouzie brandde. Hij had den man, die hem gewaar schuwd had, gezegd even naar den post aan den Brandenburger Tor te loopen en te melden, dat er brand was. De man was toen ook on middellijk weggegaan. Getuige Ploeter: „Mij is dat niet gezegd." Getuige Buwert: „Het kan ook de andere burger, Thaler, zijn geweest. Ongeveer twee minuten later zag ik in den kelder achter het matglas voor het raam een zich voortbewegende lichtschijn, alsof iemand met een fakkel in de hand liep. Het licht bewoog zich snel in de richting van de Simonstrasse. Ik rende mee en trok mijn revolver, omdat ik inzag, dat er iets niet in den haak was." President: „Dat had u toch al eerder moeten inzien." Getuige: „Ik kon niet weten, dat ik met brandstichting te doen had." President: V. d. Lubbe beweerde, dat het een zakdoek was, wat achter hem aansleepte. U spreekt van een fakkel. Getuige: Ja, wat ik zag, was hooger. Daarom hield ik het voor een fakkel. Een man heb ik heelemaal niet gezien. Verder verklaart getuige dat, nadat hij geschoten had, hij van de ba lustrade sprong. Hij liep vervolgens naar het venster waarin hij geschoten had. Het licht was echter verdwenen. Getuige liep nu weer de bordestrap op, waar hij wachtmeester Poeschel zag. Hij stuurde deze naar portaal V, om den brand te melden. Ongeveer om 9.17 uur arri veerde de politie-officier Lateit met zijn beambten voor den Rijksdag. De brandweer kwam naar schatting 3 5 minuten later. Dimitrof: Waar bemerkte getuige, dat er van brandstichting sprake was? Getuige: Dat bemerkte ik eerst, toen ik naar het venster liep. Dr. Sack: Heeft getuige meteen geschoten? Getuige: Neen. Zoolang het schijnsel niet bewoog, had het schieten geen zin. Aan het voorlaatste venster stond de fakkel echter een cogenblik stil. Toen schoot ik naar binnen. Hierop werd een half uur gepauzeerd. BERLIJN, 10 Oct. Na de pauze in het Rijksdagbrandproces dat thans te Ber lijn wordt gevoerd wordt de 21-jarige zetter Thaler als getuige gehoord. Ik kwam, zoo verhaalde hij, van den Brandenburger Tor af en passeerde den Rijksdag om naar het Lehrterstation te gaan. Op den hoek van het gebouw, voor ik bij het hoofdpoïtaal kwam, hoorde ik luid rinkelen. Toen ik in de ricrting van het la waai keek, had ik den indruk, als of twee menschen naast het hoofdportaal een ven ster inklommen. De eene was juist het in geslagen venster binnengekropen, op het gezicht van den ander viel juist nog de schijn van den lantaren vanaf den hoek van den Rijksdag. Ik was wel op tamelijk verren afstand, en toen klom ook hij naar binnen. Ik liep naar den hoek terug en riep den po litieagent toe, welke ik kort tevoren aan den hoek van den Rijksdag had ingehaald, dat hij naar mij toe zou komen, omdat iemand naar binnen klom. Toen ik terugkeerde, was er reeds een Schupo en een andere heer. Toen brandde het boven reeds. President: Van waaruit zag u de mannen dan naar binnen klimmen? Getuige: Toen ik het rinkelen hoorde, liep ik den oprit naar het hoofdportaal op, ornaat ik van beneden niets kon zien. Ik klom ook nog op den rand van den oprit. President: Welk venster was dan ingeslagen? Getuige: Het eerste venster naast het hoofd portaal. President: De student Floeter was er niet ze ker van, of het het eerste of het tweede ven- Ster was. U zoudt dus twee personen hebben gezien? Getuige: Ik meende twee personen te zien. Een was in gebukte houding achter de balustra de van het balcon bij het naar binnen klimmen, terwijl de eerste persoon reeds binnen was. Ik zag nog even het gezicht van den tweede. Wel licht heeft hij zich omgekeerd, omdat hij gezien of gehoord had, dat ik den oprit opliep. Op de vraag of de naar binnen klimmende man iets in de hand had, verklaarde getuige, dat het op dat oogenblik nog volkomen donker was. Het gezicht van den tweeden persoon had hü als helle witte ylek gezien. Een schaduw kon Het Rijksdaggebouw, binnen welks muren thans het brandstichtings proces wordt voortgezet. het niet geweest zijn, daar de andere reeds aan den binnenkant van het venster was. Ook had hij geenerlei vuur gezien, dat een schaduw af had kunnen werpen. Op verdere vragen verklaarde getuige, dat door drie vensters van de restaurantszaal een vuurschijnsel te zien was: het had in lichte mate gebrand. Volgens de meening van ge tuige moet het aan de andere zijde van de zaal gebrand hebben, terwijl kort daarop ook aan de vensters een vuurschijnsel was opgevlamd. De president wijst er hier op, das deze voor stelling met die van beklaagde v. d. Lubbe overeenkwam, die verklaarde eerst de portières aan de deur en dan die aan de vensters te heb ben aangestoken. Wat den tijd betreft, verklaart getuige, dat het op zijn armbandhorloge 9.10 was, toen hij den Schupo-wachtmeester ont moette. Het rinkelen van de ruit hoorde hij on geveer twee minuten eerder. Op verdere vragen verklaart getuige, beslist den indruk te hebben gehad, alsof twee men schen met fakkels door de vertrekken liepen. Getuige gelooft niet, dat het branaende doeken waren geweest, want dan zou het vuurverschijn- sel niet zoo gelijkmatig en steeds op dezelfde hoogte zijn geweest. Toen het „ueberfallkom- mando" arriveerde, hoorde ik den politie-offi cier tot zijn mannen zeggen: Het is 9.17 uur. Meteen daarop arriveerde ook de brandweer. De mannen gingen het gebouw binnen en bluschten den brand. Daarna reden zij weer weg en alle omstanders gingen eveneens uit een. Ikzelf aldus getuige verder keerde me bij de zegezuil nog eens om en zag toen, dat er in den koepel vuur flakkerde. Terstond liep ik terug en riep de brandweer toe, dat het binnen nog brandde. Opperwachtmeester Buivert kent getuige Thaler niet terug. Hij verklaart zich de per soonsverwisseling als volgt: Ploeter is mij ach terna geloopen, waarop ik het venster inkeek. Toen ik weer naast me keek, stond daar deze heer (getuige Thaler). Ik meende toen, dat het dezelfde was. Nog eenmaal wordt dan de vraag behandeld, of Thaler misschien toch den schaduw van den naar binnen klimmenden voor een tweeden man heeft aangezien. De president stelt ten slotte voor, vanavond een onderzoek ter plaatse in te stellen. Dr. Teichert verzocht, om dan ook iemand met een brandenden fakkel beneden door de lokaliteiten te laten loopen, om te zien of misschien door een spiegelbeeld op de mat glasvensters den indruk ontstaat, dat er twee personen loopen. Procureur-generaal: Vroeger heeft Thaler ge zegd, dat er 2 a 3 meter tusschenruimte was tusschen de twee fakkels. Vandaag zegt hij, dat het slechts 1 meter geweest is. Thaler: Het nauwkeurig in meters aan te geven is natuurlijk moeilijk. Het was echter een duidelijke afstand. Dimitrof stelt weer vragen en poneert ver dachtmakingen. President: Wanneer u zoo doorgaat, zal ik geen aandacht meer aan u schenken. Dimitrof: In dit proces, mijnheer de presi dent, ben ik niet schuldenaar, maar schuld- eischer, dat zou President: Ik ontneem u het woord. Dimitrof: Ik protesteer. Thans wordt v. d. Lubbe voor de rechtertafel geleid. Deze is weer in de gebogen houding: nu eens antwoordt hij met ja, dan weer met neen. Dikwijls zwijgt hij en geeft dan weer verwarde antwoorden. Zijn verdediger, dr. Seuffert, vermaant den beklaagde: U staat, zooals wij uit de brieven van uw familieleden weten, op het standpunt: Ik zal mijn medeplichtigen nooit verraden en zal er steeds voor zorgen, dat zij nooit verraden worden. Wanneer u werkelijk gelooft, dat uw mede-beklaagden onrecht geschiedt, dan heeft u toch nu juist aanleiding, duidelijk uw mee ning te geven. Voorzitter: Bent u dien avond alleen door het venster geklommen? Van der Lubbe: Ja. Voorzitter: Heeft u den Rijksdag alleen in brand gestoken? Dimitrof interrumpeert: Dat ls onmogelijk, bestaat niet, idioot! Voorzitter: Houdt uw mond, ik ontneem u het woord. Ik vraag u, van der Lubbe, nogmaals: heeft u het alleen gedaan? Van der Lubbe: Ja. De Oberreichsanwalt: We hebben dat al een keer allemaal doorgepraat. Maar ik zou toch nog willen vragen: Hebben anderen het voor bereid. Hebben anderen u geholpen? Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen (be weging). f Dimitrof: Hij wil niet toegeven, dat hü maar een werktuig is geweest. Advocaat Dr. Sack: Dimitrof meent, dat v. d. Lubbe een door anderen misbruikt werktuig is geweest! Dimitrof: Zoo is het. H Verwachting: Krachtige tot stormachtigen, later afnemende Zuid- Westelijke tot Westelijken wind. Aanvan- H kelijk zwaar bewolkt, met regenbuien en kans op onweer, later opklarend en kouder. Hoogste stand: 763.0 te Weenen. zi Laagste stand: 731.2 te Andennes en =j Ingö. EE on op 6.19, onder 5.14. Licht E EE op 5.44. Laatste Kwartier 5.06 n.m. =j Geseind te De Bilt 11 October te 9-05 uur EE EE aan alle posten: „Wordt verwacht storm EE uit het Zuid-Westen." EE Senaat hier op te wijzen en denk, dat de Ober reichsanwalt van zijn kant hier zal ingrijpen. Het getuigenverhoor wordt daarop voortge zet. BERLIJN, 11 Oct. De controle en bewaking voor het Rijksdaggebouw was vandaag nog scherper dan gisteren. Bij het begin van de zitting valt het op, dat v. d. Lübbe's haar ge friseerd js. Beklaagde Dimitrof staat op en wil een vraag stellen. De voorzitter weigert, doch Dimitrof spreekt door. De voorzitter ontneemt hem het woord. Dimitrof: Ik ben hier niet alleen beklaagde, doch ook verdediger voor Dimitrof. Na deze woorden trekt de Senaat zich in de Raadskamer terug om te beraadslagen wat met Dimitrof gedaan zal worden. Na een korte be raadslaging keert de Senaat terug en de voor zitter deelt mede, dat Dimitrof wegens her haalde ongehoorzaamheid tegen de bevelen van den voorzitter tot nader orde uit de zaal wordt verwijderd. Dimitrof protesteert opgewonden en reikt zijn verdediger een briefje over met de woorden: Deze vraag had ik willen stellen. Doet u het alstublieft voor mij. Dr. Teichert roept den beklaagde toe: Had u mij dit liever vroeger gezegd. De beklaagde wordt dan weggevoerd. Als eerste getuige wordt heden dee politie- luitenant Lateit gehoord, die het „ueberfall- kommando" commandeerde, dat kwam aange rukt toen alarm geslagen was. Hij verklaarde, dat bü zijn aankomst in de benedenverdieping van het Rijksdaggbouw alles donker was, in de zittingszaal laaiden evenwel de vlammen rond de plaats van den voorzitter. Getuige riep toen onmiddellijk: „Brandstichting, pistolen trek ken!" Toen hij naar portaal V terugkeerde, kwam hem reeds een brandweerman tegemoet. Getuige denkt, dat hij om ongeveer 9.20 uur in de groote zittingszaal geweest moet zijn. De rook ontwikkeling was zeer sterk: hier brandde een looper, daar een papiermand. Ge tuige liet de Zuidelijke vleugel afsluiten, ten einde een stelselmatig onderzoek in te stel len. In een van de wandelgangen vond hij een sportpet, een zelfbinder en een stuk zeep. Van der Lubbe zit bij deze verklaringen apa- tisch op zijn plaats. Zijn verdediger moet hem twee of drie keer de neus snuiten. Als men hem zelf een zakdoek in de hand geeft, rea geert beklaagde hier niet op. Getuige Lateit verklaart verder, dat andere politiemannen hem in het Rijksdaggebouw me dedeelden, dat Van der Lubbe was gearresteerd en naar de Brandenburgertor was overgebracht. „Ik begaf mij toen daarheen en vroeg van der Lubbe of de door mij gevonden zaken van hem hoorden, hetgeen hij bevestigde. Ook be vestigde hij, dat hij den Rijksdag in brand ge stoken had. Vervolgens vroeg ik hem of hij het Slot en den Dom in brand wilde steken. Hierop antwoordde hij ook: Ja. De Rotterdamsche Recherche heeft zich tele fonisch in verbinding gesteld met het Kamerlid Sneevliet om op verzoek van een uit Duitsch- land overgekomen politiecommissaris vast te stellen, wat er waar was van een bij de Duit- sche autoriteiten schriftelijk uit Holland inge komen bericht, dat de hoofdbeklaagde uit het Leipziger proces, M. v. d. Lubbe, eens of meer malen met Sneevliet reizen naar Duitschland zou hebben gemaakt. De heer Sneevliet deelt echter mee, dat hij nimmer persoonlijk in aanraking met v. d. Lubbe is geweest. Te Osnabrück is de bekende raketten-onder zoeker Tiling bij een ontploffing in zijn labora torium ernstig gewond en later overleden. TOKIO, 10 October. (V.D.) Dinsdagochtend heeft een zitting van het Japansche kabinet plaats gevonden, waarin de minister van Bui- tenlandsche Zaken, Sjirota, rapport uitbracht over den buitenlandsch politieken toestand. In het bijzonder werden besproken de betrekkin gen van Japan tot Mandsjoekwo en Rusland en een standpunt bepaald nopens de recente Rus sische publicaties inzake de „geheime" Japan sche documenten" in het conflict betreffende den Mandsjoerijschen spoorweg. Het verluidt, dat de Japansche regeering heeft besloten in verband met de berichtgeving van het Sovjet-Russische telegraafagentschap in Japan een strenge waarschuwing uit te spreken. Ingeval het telegraafagentschap der Sovjet Unie en de vertegenwoordigers der Sovjetpers in Japan verder critiek oefenen op de Japan sche politiek, op een wijze, welke geen reke ning houdt met het nationale prestige der Ja pansche regeering, dan zou Japan er bij deze persvertegenwoordigers op moeten aandringen „vrijwillig" uit Japan te vertrekken. Naar te Tokio verluidt heeft de Russische directeur-generaal van den Oost-Chineeschen spoorweg precies tegenovergestelde bevelen ge geven als de Mandsjoerijsche onder-directeur, tengevolge waarvan het spoorwegverkeer groote moeilijkheden ondervond. De autoriteiten van Mandsjoekwo overwegen maatregelen hier tegen. Volgens een mededeeling uit Charbin heeft de Mandsjoerijsche politie Dinsdag alle kwali teiten van het administratiegebouw der Chi- neesche Oosterspoorwegmaatschappij openge broken, welke vroeger door de Russische amb tenaren waren bezet. De opengebroken kamers werden doorzocht en zullen thans ter beschik king worden gesteld van de Mandsjoerijsche ambtenaren, wier positie intusschen niet wordt erkend door de Sovjetregeering. Bovendien heeft de Mandsjoerijsche regee ring Dinsdag van de Sovjet-Russische leiding der spoorwegmaatschappij geëischt, dat alle nieuwbenoemde Mandsjoerijsche ambtenaren in functie zullen treden en de mogelijkheid moeten hebben de werkzaamheden op de spoor lijn te controleeren. CHESTERTON (Indiana) 11 Oct. (Reuter) Aan boord van een passagiersvliegtuig van de lijn New York-Chicago heeft even buiten de stad een ontploffing plaats gehad, waardoor het toestel brandend omlaag stortte. Vier passagiers en drie leden van de beman ning werden op slag gedood. I-s- GENÈVE, 10 Oct. De politieke commissie der Volkenbondsvergadering heeft vandaag het groote debat inzake de Minderheden- en de Joodsche kwestie beëindigd. Overeenkomstig het voorstel der sub-commissie werd de Fran sche resolutie aangenomen. De Duitsche delegatie keurde het eerste en derde deel goed. De resolutie zal thans de Volkenbondsver gadering ter fine van definitieve goedkeuring worden voorgelegd. Het eerste deel der resolutie houdt in: De plenaire vergadering van den Volkenbond neemt de in de resolutie van 21 September 1922 uitgesproken principieele aanbevelingen in zake de minderhedenbescherming aan en spreekt de hoop uit, dat de tegenover den Volkenbond door geenerlei aanvullende ver plichtingen op het gebied der minderheden ge bonden staten nochtans tegenover hun minder heden naar ras, religie en taal de gelijke graad van gerechtigheid en tolerantie zullen toe passen, welke wordt geëischt bij de verdragen inzake de minderhedenbescherming en krach tens de geheele houding van den Volkenbond. In het tweede deel wordt verklaard: De Vol kenbondsvergadering is van meening, dat de in het eerste gedeelte naar voren gebrachte principes zonder uitzondering betrekkingen moeten hebben op alle categorieën staatsonder- danen, welke zich van de meerderheid der be volking onderscheiden door ras, taal of religie. Krachtens hef derde gedeelte verzoekt de Volkenbondsvergadering den Secretaris-Gene raal van den Volkenbond de protocollen be treffende de onderhandelingen van de poli tieke commissie inzake de minderhedenkwestie toe te zenden aan den Volkenbondsraad. By de slotbeschouwing verklaarde de Duit sche gedelegeerde, H. Keiler, dat de Duitsche delegatie van meening is, dat de resolutie slechts van toepassing moet zijn op de eigen lijke minderheden. Uit de onderhandelingen in de politieke commissie en de sub-commissie hiervan is gebleken, dat de resolutie in hoofd zaak beoogt de behandeling der Joden in Duitschland binnen het bereik der resolutie te doen zyn. Dit is, volgens Von Keiler, in tegen spraak met de principieele opvatting der Duit sche delegatie. Volgens de delegatie behoort de betreffende kwestie tot de competentie der Duitsche binnenlandsche wetgeving. Duitschland heeft het tweede gedeelte der resolutie verworpen. Alle andere mogendheden hebben de geheele motie goedgekeurd. WASHINGTON, 11 Oct. (Reuter.) De minis ter van landbouw, Wallace, heeft de overeen- koms tot steunverleening aan de tarwemarkt onderteekend. By deze overeenkomst zal de ex port van het tarwesurplus in het Noordwesten der V. S„ ten bedrage van ongeveer 35 millioen bushels, worden gesubsidieerd. De export zal onmiddellijk een aanvang nemen. LENINGRAD, 10 Oct. (V.D.) In den nacht op 10 October is alhier een sterrenregen waar genomen over het geheele uitspansel, doch voomameiyk tuseschen de sterrenbeelden de Lier, de Zwaan en Pegasus. De sterren vielen in reeks gedurende vijf of z^s seconden. De aarde was letteriyk omringd door een zwerm meteoren. De Fransche resolutie inzake de minderheden- en de joodsche kwestie door de politieke com missie der Volkenbondsvergadering goedgekeurd. De Russisch-Japansche spanning. De Sovjet pers krijgt een waarschuwing van Japan. Eerste proceszitting in het Rijksdaggebouw. Getuigenverhoor geopend. De Vestiging van bnitenlandsche zakenlieden in ons land. De demonstratie te Kootwijk. De 1875 M. om- roepzender, werkende met een zijband. Inkrimping van den rundveestapel. De Sociale Studiedagen te Bergen. Gasontploffing in mijnschacht in Ned.-Indië; twee dooden geborgen, vermoedelijk nog drie onder de puinhoopen. De Merapi werkt hevig. Bloedbad in een café tijdens de kermis te Nij megen. Zwendel met aandeelen ontdekt. Twee mijnwerkers verongelukt in de Oranje Nassaumijn III. WEENEN, 11 Oct. CV. D.) De reis van ex-keizerin Zita naar Italié, die vergezeld wordt door haar broer, den Prins van Bourbon, zou in verband staan met een aanstaande verloving van Kroonprins Otto met Prinses Maria, de jongste dochter van het Italiaansche Koningspaar. Ondanks het verzet van Engelsche zijde tegen het herstel der Habsburgers, zou Mussolini besloten hebben te yveren voor het huweiyk van Kroonprins Otto met Prinses Maria. PARIJS, 10 October. (V. D.) De Fransche ministers zijn Dinsdag in kabinetsraad bijeenge komen. waarin Daladier rapport uitbracht over den stand der besprekingen te Genève. Daladier herhaalde tegenover zijn collega's de instruc ties, welke hy den minister van Buitenland- sche Zaken heeft gegeven en welke ten doel hebben dat deze zich nauwkeurig zal houden aan de overeenkomsten, die te Parijs zyn geslo ten tusschen de vertegenwoordigers van Enge land, Frankryk en Amerika. In het officieele communiqué wordt er op gewezen, dat de mi nisters de uiteenzetting van Daladier onvoor waardelijk hebben goedgekeurd. I V V V\\t VU\Ml;l.ll')'D' 7 -s#? Stand op Woensdag 1 uur n.m.: 741 Vorige stand 740

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 1