STAATSCOMMISSIE VERLANGD Bezuinigingen bij Justitie Erkenning «Daar word je wanhopig; van! Door Kath. Kamer- 7 fractie DE ZEDENVERWILDERING R.K MELKHANDELAREN WOENSDAG 25 OCTOBER Indische pensioen fondsen Het politie-optreden in zake de kansspelen De zoutontginning in Overijsel Voor den kleinhandel Voorloopig verslag over het ont werp tot tijdelijke staking der uitkeeringen MGR. M. BRANS O. M. CAP. NAAR ROME VERSLAGGEVER WILDE DEN GROET NIET BRENGEN Het relletje tijdens de N.S.B.verga- dering te Roermond Hofbericht en veilig reinigt Wat de microscoop toonts Het lak van het presenteerblad is vol schrammen, vol krassen! Men schaamt zich er voor, gas ten daarop iets aan te bieden U moet beter voor Uw dingen zorgen! U moet geen scherpe poetsmiddelen gebruiken, maar alleen VIM, dat alles snel Veertig jaar liefhebberijtooneel Voorloopig verslag der Tweede Kamer over de Justitie- begrooting Vereen. Haagsche Spelers Geen nieuwe concessies RAADSLEDEN LIEPEN WEG Gestoorde zitting te IJsselmonde DE LEENING-PROMOTOR In hooger beroep dezelfde straf opgelegd INDISCHE VERLOFGANGERS Internationale rijbewijzen Actueele zuivelaangelegenheden besproken op de najaarsver gadering te Leiden De minimumprijs Steun aan margarinemengers LUITENANT VOOR DEN STRAFRECHTER Ernstige autobotsing veroorzaakt Sweepstake-loten verkocht aangebracht om deze aan te passen aan den nieuwen tijd. Samenstelling, verkiezing en werkwijze van de Tweede Kamer, opheffing of handhaving van de Eerste Kamer of wijziging van het karakter van dat college, opheffing of handhaving dan wel hervorming van den Raad van State met behoud in elk geval, in wel ken vorm ook, van de afdeeling contentieus de positie van den minister-president en die van den minister van Financiën, de verhou ding tusschen het rijk in Europa en de over- zeesche gebiedsdeelen, de persoonlijke of col lectieve ministerieele verantwoordelijkheid, de staatsrechtelijke verhouding van gemeenten en provinciën tot het rijk, individualistisch of or ganisch kiesrecht, het al of niet handhaven van den stemplicht, de eischen voor het lid maatschap der verschillende publiekrechtelijke lichamen, het zijn alle onderwerpen van groot actueel belang, welke door zulk een commissie aan de orde zouden behooren te worden ge steld. Op deze wijze zou ook aan het licht kunnen treden wat er concreets ligt in datgene wat thans onberedeneerd in veler harten leeft en vaak alleen in even vage als luide leuzen tot uiting komt. Het is al eenige tientallen van jaren geleden, dat de Fransche académi. cien Brunetière het vermaard geble ven woord sprak: de wetenschap is failliet! Welbeschouwd was het woord in zijn al gemeenheid onjuist. Niet de wetenschap als zoodanig, die zich bepaalde tot haar eigen sfeer en haar eigen taak, had bankroet geslagen, maar wel de dwaselijk verafgode wetenschap, waarvoor men de alleenheerschappij op geestelijk ge bied had opgeëischt, die alles kon en alles vermocht en geen plaats meer overliet, naar men meende, voor den godsdienst. Die „wetenschap" had ook in het oog der wereld en ook voor hen, die, overigens niet tot de „clericalen" konden worden gerekend, haar onmacht getoond, om het laatste en beslissende woord te spreken over de hoogste levensvragen. En deze onmacht was het waarop Bru- netière's vonnis doelde. Wij dachten aan zijn uitspraak bij de rede, welke minister Marchant te Nijmegen heeft gehouden. De heer Marchant dien men thans wel van een zeer merkwaardige zijde leert ken nen sprak onlangs reeds in de Kamer met verdiende ironie over de Fransche be windslieden, die in het begin dezer eeuw hun anti-clericalisme etaleerden door te verzekeren, dat zij de lichten aan den he mel gingen dooven! Thans spaarde hij de „of' '--»1e" weten schap, welke zich hier te la. sen mono polie had verzekerd en daardoor was ver wend, zijn critiek niet. En hij zette kort en klaar uiteen, hoe ongerijmd de wijze is geweest, waarop men de wetenschap tegenover den godsdienst had gesteld, en betoogde dat de godsdienst niet aan de wetenschap is gesubordineerd; wel omgekeerd. Het standpunt van den leider onzer vrij zinnig-democraten is wel zeer verschillend van dat der Fransche en andere fanatici, die het geloof uit de wereld wilden bannen en wier „wijsheid" ook in de wetenschap allerminst steun vindt. Het is onwijsheid. Geloof en wetenschap staan geenszins vijandig tegenover elkaar. Zij sluiten elkander niet uit, maar kun nen en moeten harmonisch samengaan. De katholieken hebben nooit iets anders, nooit het tegenovergestelde beweerd. En het is verheugend te kunnen consta- teeren, dat het bestaansrecht eener eigen, katholieke universiteit volmondige erken ning vindt ook bij mannen, die buiten de Kerk staan. P. S. Ook met het beroepstooneel had hij contact. Wanneer men in plankenland plotseling een in va1 Ier noodig had, wist men hem te vinden. Zoo heeft hij bij de vertooningen van „Het kind van de liefde" met mevr. MannBouwmeester meegedaan en ook bij Eduard Verkade trad hij wel eens op. Voorts heeft hij medegewerkt aan de openluchtspelen op het landgoed van mevr. GrotheTwiss te Hilversum, die een zekere vermaardheid genoten. Op 19 December as. wordt het jubileum van den heer Schinkel her dacht met een feestvoorstelling te Haarlem, later zal men het te Amsterdam vieren. Verschenen is het verslag der Tweede Kamer inzake de wetsontwerpen tijdelijke staking van de jaarlijksche uitkeeringen ten laste van de Indische geldmiddelen aan pensioenfondsen voor Europeesche en inlandsche burgerlijke en militaire landsdienaren in Nederlandsch-Indië enz. Hieraan wordt ontleend, dat men over het algemeen van oordeel was, dat deze wetsont werpen moesten en ook konden worden aan vaard, hoewel er uiteraard bezwaren tegen kunnen worden ingebracht. Deze tijdelijke op schorting van de jaarlijksche uitkeeringen aan de Indische pensioenfondsen beteekent niet anders dan een verschuiving van lasten. Vreest de regeering niet, dat in 1935 en daarop vol gende jaren de begrooting een dergelijken last nog niet heeft kunnen dragen, zoodat de op schorting nog langer zal moeten duren? Volgens eenige leden is het niet geheel juist te zeggen, zooals de memorie van toelichting doet, dat door de voorgestelde opschorting niet wordt gepraejudicieerd ten aanzien van de gedragslijn in de toekomst, wat de wijze van financieren der pensioenen aangaat. Door de opschorting zal ook in de toekomst niet meer gevolgd kunnen worden de financieringswijze, aangegeven in de wet van 25 Juli 1918, tenzij de regeering verwacht, dat 1935 en volgende jaren zich zooveel gunstiger laten aanzien dan 1934, dat boven de thans gestaakte stortingen bovendien een achterstand van 40 millioen benevens rente daarvan zou kunnen worden ingehaald. Zijn Hoogw. Excellentie Mgr. Mathias Brans O.M.Cap., tit. Bisschop van Coma en Aposto lisch Vicaris van Padang, is Dinsdagmorgen naar Rome vertrokken, om zijn bezoek te bren gen aan den H. Stoel. Zijn Hoogw. Exc. wordt op zijn reis vergezeld door den Hoogeerw. Pater Albertus, Gardiaan te Langeweg. In „Het Volk" van Dinsdagavond wraakt de correspondent in dat blad, die de dupe is ge weest van een hardhandige fascistische be handeling tijdens een vergadering der N.S.B. te Roermond, de verklaring, die de „Limburger Koerier" van dat geval heeft gegeven. Zoodra het Wilhelmus gezongen werd, stond de verslaggever op, zooals steeds in vergade ringen van tegenstanders bij zulke plechtighe den. Juist is, dat hij het Wilhelmus niet mee zong; hij wilde zeker niet eraan meedoen om dat lied als reclamemiddel van fascisten te doen bezigen. Men mishandelde hem uitslui tend, omdat hij weigerde te voldoen aan het bevel om den fascistengroet te brengen. H. M. de Koningin is voornemens heden avond van Den Haag naar Het Loo terug te keeren. 4 Ce woon schuurmid* del, SO mooi vergroot Grove stukken mine raal zijn de oorzaak van die akelige kras sen en schrammen. Wereldberoemd teint gingsmiddel VIM, SO maal vergroot. De be- standdeelen geven een fijn en zacht poetsmiddel Daarom krast VIM nooit Bewijzen nevenstaande af beeldingen niet hoezeer het Nederlandsche reinigings middel VIM de gewone schuurmiddelen overtreft? VIM, in de practische strooibus, is uiterst bil lijk. De gewone bus kost slechts 20 cents, de groote bus slechts 37£ cents- LEVER'S ZEEP MIJ nv. VLAARDING EN Het pas uitgekomen Voorloopig Ver slag over het Eerste Hoofdstuk van de Begrooting is buitengewoon belangrijk ook voor het bepalen van den koers, dien onze staatkunde in dit gewichtig tijdperk zal volgen. Men kan er den krachtigen toon in beluisteren van de Katholieke Kamerfractie, die vrij van verantwoordelijkheid voor de daden van dit extra-parlementaire Kabinet, met hel der staatsman-inzicht en durf opkomt voor de hervormingen en maatregelen, die van het Manifest zulk een principieel en leiding gevend document hebben gemaakt. Er wordt niet verzwegen, dat de Troonrede perspectief voor de toekomst miste en een teleurstelling is geweest voor degenen, die economischen opbouw verlangen door be drijfsorganisatie enz. De psychologisch juiste toon werd in de Troonrede gemist „in een tijd als dien, waarin wij thans leven, passen uitingen, waaruit blijkt, dat de Regeering begrijpt, wat er in het volk leeft en waarvan bezieling kan uitgaan, ook een veelszins nuchter volk als het onze heeft daaraan behoefte." Uit het Verslag blijkt niet, wie de op merking hebben gemaakt, dat de minister van Koloniën te veel tijd aan internationale conferenties verdoet in een tijd, waarin de Ned. Indische vraagstukken zooveel zorg vereischen, en of het niet de voorkeur ver dient, dat de heer Colijn zou worden be noemd tot Minister zonder portefeuille. Maar zeker mocht men wenschen, dat de invloed van den Minister-President ook be trokken werd bij de groote vraagstukken, welke zijn kabinet heeft op te lossen, met name de economische, waarover hij te Genève en elders stellige, principieele over tuigingen pleegt voor te dragen. Een belangrijke passus in het V.V. is die, waarin „verscheiden leden" welke men kan gissen tot de katholieke fractie te behooren, opkomen voor het instellen van een staats commissie, om dringende hervormingen voor te bereiden. Wij lezen daar: Verscheidene leden geven te kennen, dat hun bezorgdheid over den huidigen algemeenen economischen, socialen en politieken toestand nog vergroot is door de omstandigheden, dat uit de Troonrede niet is gebleken, dat de Regeering aan alle problemen, welke die toestand in het leven roept, voldoende aandacht schenkt. Zij blijkt meer dan voor iets anders oog te hebben voor de economische moeilijkheden, waarin ons land verkeert, en als het hoogst en allereerst noodige te beschouwen het sluitend maken van de begrooting. Ongetwijfeld zijn dit beide uiterst belangrijke zaken, welke groote aandacht ver dienen. Zij mogen de aandacht echter niet zoo danig gespannen houden, dat andere quaesties van fundamenteel belang daardoor in het ge drang komen. Naar de meening der leden, hier aan het woord, kan men den huidigen toestand het best vergelijken met dien omtrent het jaar 1848. Toen was er revolutiedreiging alom. De zich meerderjarig voelende volken eischten medezeggenschap in het Landsbestuur. De roep om vrijheid ging van land tot land. Eenige groote leuzen vervulden de geesten. Het was, nadat het individualisme in 1789 doorgebro ken was op sociaal en economisch terrein, in 1848 de doorbraak op het gebied der staat kunde. Zoo had het individualisme over het geheele terrein de overwinning behaald. Op het oogenblik leven wij in een tijdperk van evenzeer bewogen karakter. Thans keert zich echter een felle reactie op sociaal, economisch en politiek gebied tegen datzelfde individualisme. Allereerst uit deze reactie zich in een onmatige critiek op het parlementaire stelsel, op hetgeen men dan bij voorkeur noemt de liberale demo cratie of het demo-liberalisme. Daarbij komen ook allerlei reactionnaire instincten tot uiting. In Italië en Duitschland heeft dat reeds geleid tot een volslagen omwenteling. De parlementaire democratie is daar vervangen door een dicta tuur, welke streeft naar den corporatieven staat, waarin de souvereine wil van één man het volk regeeren zal. Een gelijk streven komt ook in ons land op. De economische ontredde ring en daarnevens een geestelijke en zede lijke verwildering hebben den grond rijp ge maakt voor dezen revolutiebouw. Vooral jonge menschen, middenstanders, landbouwers en intellectueelen blijken evenals elders ook hier door dezen geest aangegrepen. Hoezeer de le den, hier aan het woord, aan het parlemen taire stelsel meenden te moeten vasthouden en zoowel op principieele als op practische gron den alle strevingen naar dictatuur met beslist heid afwezen, meenden zij toch, dat het on verstandig zou zijn te willen beweren, dat de uitgeoefende critiek steeds en in elk opzicht ongegrond is. Het valt niet tegen te spreken, dat ook in ons land de doorwerking van het individualisme geleid heeft tot toestanden en instellingen, welke voor duchtige herziening in aanmerking komen. In het maatschappelijk leven was de reactie tegen het extreme indivi dualisme reeds sinds lang en geleidelijk sterker merkbaar. Op economisch gebied waren kartels, trusts, concerns, op sociaal ge bied coöperaties en vereenigingen van arbei ders, werkgevers, middenstanders, landbouwers, de meest op den voorgrond tredende uitingen van den terugkeer van de te ver gedreven in dividualistische opvatting van de persoonlijke vrijheid en de daarop berustende onbeperkte vrije concurrentie. De, maatschappij streefde met innerlijke kracht naar haar wederorgani- satie. Het is begrijpelijk, dat deze geest van herleefd saamhoorigheidsgevoel ook tot uiting wil komen op staatkundig terrein. Het ware gevaarlijk, de oogen voor dezen elementairen ontwikkelingsgang gesloten te houden. In 1848 heeft men in ons land begrepen wat de tijd eischte en heeft men, terwijl rondom ons bloe dige omwentelingen plaats grepen, langs rustigen, legalen weg de groote hervormingen tot stand gebracht, waardoor onze staats instellingen werden aangepast aan de ge- Wijzigde mentaliteit der bevolking. De leden, hier aan het woord, herinnerden er nog aan, hos ook in het jaar 1918 een zelfde weg werd gevolgd. In dat jaar, toen in ver schillende landen het socialisme scheen te staan aan den vooravond van de overwinning en de socialisatie-gedachte in breede kringen aanhangers had gevonden, heeft de .regsering tijdig een breed samengestelde Staatscom missie in het leven geroepen, welke onder de bekwame leiding van den heer Nolens het ge heele socialisatie-vraagstuk heeft onderzocht en haar bevindingen in een belangrijk, nog steeds bestudeerenswaard rapport heeft neerge legd, waarvan o.m. de huidige Bedrijfsraden- wet het directe practische resultaat is geweest. Met kracht drongen deze leden er op aan, dat ook thans een veelzijdig samengestelde Staats commissie zal worden benoemd met de op- opdracht, te onderzoeken, welke wijzigingen in onze staatsinstellingen zouden moeten worden Op 19 December as. herdenkt de heer A. Schinkel den dag, dat hij veertig jaren rond wandelt in de wereld van het liefhebberijtoo- neel. De heer Schinkel is een dillettant, die Aan het voorloopig verslag der Tweede- Ka mer over de Justitiebegrooting wordt het vol gende ontleend: Het bevreemdde sommige leden, dat deze mi nister, die op 11 Maart 1927 de bekende motie indiende, welke motie leidde tot niet-opheffing van een groot aantal kantongerechten, thans een voorstel tot opheffing van verscheidene ge rechten aankondigt. Sommige leden uitten opnieuw de klacht, dat de behandeling van aanvragen om naturalisatie soms zeer lang duurt; zij spraken van termijnen van tien jaar. Andere leden achtten de klachten over lan gen duur van behandeling der aanvragen over dreven. Zij achten het overigens speciaal in dezen tijd, nu zooveel vreemdelingen zich in ons land vestigen en maatregelen betreffende het werken van vreemdelingen hier te lande aan hangig zijn, geboden, bij de verleening van het Nederlanderschap buitengewoon voorzichtig te werk te gaan. Met klem werd aangedrongen op spoedige indiening van een wetsontwerp betreffende het executierecht. Eenige leden vestigden de aandacht van den Minister op een emstigen misstand, die met betrekking tot de advocatuur bezig is zich te I zijn tooneelspel met ernst en liefde beoefent, niet alleen als acteur, maar ook als regisseur o. a. van de bekende rederijkerskamer „Jacoo Cremer" te Haarlem. De Vereenigde Haagsche Spelers zijn uitge- noodigd te Antwerpen een opvoering te geven van het bekende blijspel van Cammerlehr en Ebermayer: Lachende contanten. ontwikkelen: personen, die door den Raad van Toezicht wegens malversaties of wangedrag van het tableau der advocaten geschrapt zijn, blijven als zaakwaarnemer gevestigd en oefenen op die wijze hun praktijk rustig verder uit, waarbij zij door grootscheepsche reclame het onwetende publiek tot zich trekken, terwijl het maken van reclame aan de advocaten niet geoorloofd is. Het publiek wordt hiervan de dupe. Acht de Minister den tijd niet gekomen aan zulke ge schrapte advocaten het uitoefenen van elke rechtspraktijk onmogelijk te maken? Sommige leden drongen aan op krachtig op treden tegen elke propaganda, die ongehoor zaamheid aan de wetten des Rijks, in-gevaar- brenging van de veiligheid van den Staat of bedreiging ten doel heeft. Vele leden waren van meening, dat strenger moet worden opgetreden tegen de verschijnselen, welke uiting zijn van de verwildering onzer ze den. Zoo werd gewezen op de excessen van het strand- en badleven, op verspreiding van onze delijke lectuur, op het voorkomen van schan dalen, bijv. ter gelegenheid van de Kaagweek, op het feit, dat men 's avonds langs de wegen steeds meer auto's kan aantreffen, waarin pa ren zich onbehoorlijk gedragen. Met betrekking tot de z.g. natuurbaden, welke in den laatsten tijd allerwege worden opgericht, vroegen sommige leden den Minister of deze niet van oordeel is dat zulke inrichtingen, vooral op het platteland, gevaren voor de openbare zedelijkheid meebrengen. Ook werden strengere maatregelen gevraagd tegen de propaganda voor het toepassen van neo-malthusiaansche middelen. Van verschillende zijden werden maatregelen gevraagd om het weerzinwekkende euvel te be strijden, dat buitenlandsche vrouwen door het aangaan van schijnhuwelijken met Nederland sche mannen bereiken, dat zij haar „beroep" in Nederland veilig kunnen uitoefenen, zonder aan uitwijking bloot te staan. Verscheidene leden spraken hun afkeuring uit over het feit, dat de politie inzake de kansspe- De Kroon heeft thans een beslissing geno men in zake de aanvrage van 19 Juli 1929 van de N.V. Koninklijke Nederlandsche Zout- industrie te Boekelo, om concessie onder de benaming „Twenthe-Rijn" voor de ontginning van zoutlagen in de gemeenten Hengelo (Overijsel) en Lonneker over een oppervlakte van ongeveer 4745 hectaren, en de in con currentie hiermede Ingediende aanvrage van 8 November 1929 van de N.V. Nederlandsche Maatschappij tot het verrichten van Mijnbouw- kundige Werken, gevestigd te Haarlem en kan- toorhoudende te Heerlen, om concessie onder de benaming „Tubantia" voor de ontginning van zoutlagen (steen- en kalizouten) in de gemeenten Hengelo en Lonneker over een op pervlakte van ongeveer 1900 hectaren. Na overwogen te hebben, dat de aanwezigheid en ontginbaarheid van steenzout in het ge heele terrein, waarvoor concessie is gevraagd, door de N. V. Kon. Ned. Zoutindustrie door middel van de door haar verrichte boringen is aangetoond, en dat een verdeeling van het terrein in twee concessievelden niet wensche- lijk is en dat bij het doen van een keuze uit de concessieaanvragers de voorkeur dient te worden gegeven aan de N.V. Kon. Ned. Zout industrie, die in de nabijheid reeds een zout mijn ontgint en een chemisch proefbedrijf heeft, en den meesten waarborg biedt voor een goede ontginning van de zoutlagen, terwijl zij bovendien vindster van de delfstof in den zin van de artikelen 16 en 46 van de wet van 21 April 1810 in het geheele terrein is, heeft de Kroon, met afwijzing van de aanvraag van de N.V. Ned- Mij. tot het verrichten van Mijn- bouwkundige Werken, aan de N.V. Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo onder de benaming „Twenthe-Rijn" concessie verleend voor de ontginning van steenzout en de winning van zout uit zouthoudend bodemwater over een oppervlakten van ge veer 4745 hectaren. Bij den aanvang van de Dinsdagavond ge houden Raadsvergadering van IJsselmonde heeft de heer C. in het Veld (c. h.) den voor zitter, burgemeester B. P. Hazenberg, verzocht, in verband met het feit, dat door mr. van Trigt een klacht wegens valschheid in ge schrifte was ingediend en mede in verband met zijn beleid van den laatsten tijd, het pre sidium neer te leggen. Toen de burgemeester hierop, zonder den spreker te beantwoorden, de notulen aan de orde stelde, verlieten tien van de dertien raads leden onmiddellijk de vergadering. Slechts twee a.-r. raadsleden bleven zitten. Een raads lid was afwezig. De vergadering werd hierna verdaagd. Het Haagsche Gerechtshof heeft hedenoch tend arrest gewezen in een zaak tegen den 41- jarigen gankier I. L., thans gedetineerd, die door de Haagsche rechtbank terzake van ver duistering ten nadeele van verschillende bui tenlandsche kerkelijke leeningen is veroordeeld tot 1% jaar gevangenisstraf met aftrek van drie maanden voorarrest. Het Hof, opnieuw rechtdoende, veroordeelde verdachte tot VA jaar gevangenisstraf met af trek van zes maanden prev. hechtenis. De A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, vestigt op verzoek van den Minister van Wa terstaat de aandacht op het feit, dat de rege ling, volgens welke buitenlanders, tijdelijk in Nederland vertoevende en in het bezit van een internationaal rijbewijs, of internationaal be wijs voor het motorrijtuig, geen dergelijke Nederlandsche papieren noodig hebben, ook geldt voor in Nederlandsch-Indië woonachtige personen. Het is herhaaldelijk voorgekomen, dat Indi sche verlofgangers van de politie hier te lan de mededeeling ontvingen, dat die internatio nale bewijzen voor hen niet geldig waren. Deze opvatting is echter onjuist. len zoo weinig krachtig is opgetreden en bijv. te Scheveningen eerst op den laatsten avond heeft ingegrepen. Zij meenden dat het kansspel in ieder geval door zijn „aanhang" een beden kelijke sfeer schept en reeds daarom verboden dient to worden. Andere leden zouden het niet onjuist vinden, indien de mogelijkheid tot het beoefenen van zulke spelen uitsluitend in de badplaatsen ge durende het zomerseizoen geopend bleef. Sommige leden herhaalden hun reeds vaker uitgesproken meening, dat de positie van vreem delingen hier te lande onvoldoende geregeld is en drongen op herziening aan. In ieder geval zouden zij wenschen dat geen uitzettingen plaats hadden, zonder dat het Departement van Justi tie daarin gesend is. In verband met laster en leugen in sommige nieuwsbladen, waartegen gerechtelijke vervolging weinig baat, vestigden enkele leden de aandacht op het in Oostenrijk bestaande en daar, naar zij meenden te weten, inzonderheid preventief, gunstig werkende „droit de réponse", krachtens welk recht men op dezelfde plaats, waar in een courant een onjuiste mededeeling heeft gestaan, een tegenspraak kan plaatsen, welke de courant verplicht is op te nemen. Gevraagd werd of de regeering invoering van een zoodanig recht wil bevorderen, althans overwegen. Sommige leden wezen op een beschikking van den kantonrechter te Harlingen, op een tot hem gericht verzoek om in de wachtkamer van het kantongerecht aldaar een kaart op te hangen met een Friesch opschrift van de volgende be- teekenis: „Wie gewoon is Friesch te spreken, behoeft dit hier niet na te laten." In deze be schikking werd o.m. overwogen: „dat geen wet het gebruik van de Friesche taal in de recht zaal verbiedt en daaruit impliciet volgt dat aan zoodanige Friezen, die zich gemakkelijker in het Friesch uiten, het mogelijk behoort te zijn als Nederlandsche onderdanen gebruik te maken van een in Nederland gesproken en geschreven taal." Deze leden vroegen of een kantonrechter bevoegd is te bepalen, dat naast de officieele taal des Rijks een andere taal wordt toegelaten. Acht de Minister dit geen teeken van verkeerd separatisme? Enkele leden stelden de vraag waarom juist bij het Gerechtshof te Amsterdam de bezetting met twee raadsheeren moest worden verminderd. In café-restaurant „Zomerzorg" te Leiden is Dinsdagmiddag de najaarsbondsvergadering ge houden van den R.K. Bond van Handelaren in Melk en Melkproducten. Deze vergadering viel samen met de viering van het twintig-jarig bestaan van de afd. Leiden van bovengenoemden bond- De voorz. van de Leidsche afdeeling „St. Paschalis", de heer J. P. v. d. Holst, sprak, na dat de vergadering met den chr. groet was ge opend, een welkomstwoord tot hoofdbestuur en leden. De bondsvoorzitter, de heer G J. Suijker uit Rotterdam, dankte den heer v. d. Holst voor zijn woorden. Spr. uitte zijn beste wenschen voor het welslagen der vergadering. Nadat de voorzitter de Leidsche afdeeling met haar vierde lustrum had gelukgewenscht, werd tot behandeling der agenda overgegaan. De secretaris doet eenige mededeelingen over gevoerde correspondentie met de Crisis Zuivel Centrale inzake den minimumprijs. Hier werd geen resultaat bereikt, waarop het bestuur zich rechtstreeks tot Minister Verschuur heeft ge wend. In zijn antwoord deelt de Minister mede, dat de minimumprijs gemiddeld op 3 cent was vastgesteld. In den afgeloopen zomer werd 3% cent uitbetaald, dus cent teveel. Nu is het 2% of H te weinig. Werd er dus eerst te veel ge geven, dan moet men nu met iets minder ook maar genoegen nemen. Ten overvloede wordt er nog bijgevoegd, dat men zich aan de gewijzigde omstandigheden moet aanpassen. Het schrijven wordt daarop aangehouden tot de behandeling der afdeelings-voorstellen. Aan de orde kwam vervolgens de bespreking van de consumptiemelkregeling. De heer Helsloot (bestuur) wees op de ver schillende ongunstige bepalingen in het oude contract. Voor Noord Holland bepleitte hij af schaffing van de 20 pCt. boven den tax in de z.g. wintermaanden. Verder stelde hij voor, dat bij aanvaarding van het contract, dat de veehouder al de melk, die hy wint, moet afleveren ook aan degenen, die een contract hebben. De voorz. wijst er in dit verband op, dat de Crisis Zuivel Centrale de bepalingen in zeer korten tijd heeft opgesteld. Zij zal, bij vernieu wing der contracten, wel met de practijk reke ning houden. Van de afd. Rotterdam was een voorstel in gekomen tot steun aan de margarine-mengers, zoodat ze dan voor denzelfden prijs zouden kunnen leveren als de Unie, in den vorm van het vaststellen door de regeering van een mi nimumprijs voor mengers. Het H.B. is van meening, dat een actie alleen dan eenige kans van slagen heeft, als verzocht wordt aan de regeering, dat ingeval van geen levering, of van levering voor te hoogen prijs, alsdan een dergelijke leverantie wordt overge heveld of uitgevoerd door de margarine- fabrieken. De heer v. Zwieten (bestuur) zet het prae- advies van het H.B. nader uiteen en zegt voor. loopig weinig heil te zien in bedoeld voorstel. Spr. zou willen adviseeren de Zuivel Centrale te verzoeken, dat iemand, die van zijn grossiers te weinig ontvangt, dit kwantum rechtstreeks van de fabriek betrekt. Naar aanleiding hiervan ontspon zich nog een langdurige discussie, waarbij R'dam nog pre ciseerde, dat zij den prijs voor afname van meiangeurs op 1.02 a 1-04 wilde vastgesteld zien. De heer v. Zwieten kantte zich echter sterk tegen het vaststellen van een prijs. Het praeadvies van het H. B. werd tenslotte aangenomen. Hierna kwam in behandeling een voorstel van de afd. Amsterdam, waarin betoogd wordt, dat de productie van melange voor het komende winterseizoen worde opgevoerd- Dit voorstel werd teruggenomen, omdat, gezien de bespre kingen over den huidigen toestand, hier geen resultaat met dit voorstel zou worden bereikt. Amsterdam stelde vervolgens voor een pro testvergadering te houden, uitgeschreven door den Bond, teneinde de bestaande grieven op radicale wijze te laten doordringen in het oor van den betrokken minister. De minimumprijs, vastgesteld op 9 cent, wordt nog niet verhoogd, trots alle gegeven adviezen en gedane ver zoeken. Het hoofdbestuur wil wel een protestverga dering organiseeren, mits daaraan het geheele bedrijf, -w. de melkinrichtingen enz- medewer ken. De heer Helsloot (A'dam) lichtte het voorstel nader toe, waarop de heer v. d. Walle (Den Haag) betoogde, dat hij in een protestverga dering weinig heil zag, terwijl anderen aan voerden, dat men aan een maximumprijs van 9 cent niets heeft. Deze prijs is juist voldoende om de concurrenten te laten leven. De voorz. drong er op aan, dat alle afdee- lingen, zoo mogelijk plaatselijk, tezamen met de melkinrichtingen, bij de Crisis Zuivel Cen trale om een hoogeren prijs aandringen. De afd. Amsterdam handhaafde haar voor ste,1 waarop de heer v. d. Holst (Leiden) be toogde, dat een protestvergadering dan eerst recht heeft, indien men alle middelen heeft aangewend om verandering te krijgen. Langs organisatorischen weg moeten de redelijke eischen onder de oogen der betrokkenen wor den gebracht. Nadat de heer v. Zwieten nog een uiteenzet ting van de situatie had gegeven, werd het praeadvies van het H- B. aangenomen. De geestelijk adviseur van den Bond, pater H. Brandsma uit Delft, verkreeg hierna het woord en feliciteerde de afd. Leiden, die reeds 20 jaar geleden de stem des Pausen volgde en zich katholiek organiseerde. Spr. wijst dan op de voordeelen, die de R.K. organisatie biedt en somt op in welken vorm de geestelijke en stoffelijke belangen der leden steeds zijn behartigd, terwijl spr. besluit met den wensch, dat een terugblik in het verleden moge aanzetten moedig voort te gaan op den ingeslagen weg, daarbij voor oogen houdend het voorbeeld van St. Paschalis, den heilien schaap herder. Hierna werd voortgegaan met de verdere be- behandeling der afdeelingsvoorstellen. Leiden stelde voor een actie te ontwikkelen bij de Crisis Zuivel Centrale en de regeering, waardoor een advies, gegeven door de Commis sie van Bijstand ter plaatse, ook worden opge volgd. De heer Doeswijk lichtte het voorstel toe en zei, dat op het oogenblik melkvergunningen worden uitgegeven aan werkloozen die tegen een minimumprijs werken. Daar kan een ge vestigd melkhandelaar niet tegen op. Het voorstel werd door het H- B. overgeno men ter onderzoek. Verder stelde Leiden voor. dat een actie wordt ontwikkeld bij de Crisis Zuivel Centrale, opdat in de Commissie van Bijstand de bona fide kleinhandel meer recht word wedervaren. De heer Doeswijk lichtte hierbij toe, dat de kleinhandelaren tegenover de melkinrichtingen onevenredig vertegenwoordigd zijn. De voorz. zegt, dat dit voorstel in het bestuur zal worden overwogen. Tot plaats voor de volgende bondsvergadering wordt IJmuiden aangewezen. Na de vergadering werd een gemeenschap pelijk diner gehouden, terwijl de dag werd be sloten met een feestavond ter gelegenheid van het vierde lustrum der Leidsche afdeeling. Voor den Krijgsraad te Den Bosch had zich te verantwoorden C. C. S., 30 jaar, uit Rotter dam, reserve le luitenant der le Bat., 3e Reg. Veldartillerie te Breda. Beklaagde had op 16 JUni 1933 in den voormiddag te Ginneken ge reden met een vaart van 90 K.M. per uur. De wagen slingerde. De luitenant was niet in staat behoorlijk te chauffeeren, want hij was dronken. Gevolg was, dat beklaagde ba plaats van voor een anderen auto links uit te wijken, met groote kracht tegen dien wagen is opge reden, waardoor beide auto's zeer ernstig wer den beschadigd. Beklaagde ontkende dronken te zijn geweest. Hij had slechts enkele consumpties gebruikt, van half 8 tot half 10 een glas bier een 3 bor rels en hij gebruikte onderwijl ook een paar boterhammen. De verdediger, mr. Schölvink wilde vier ge tuigen a décharge voorbrengen, die zouden komen getuigen, dat beklaagde niet dronken was. De auditeur militair vond geen termen, die getuigen te hooren. Zelfs als spr. het dronken zijn laat varen, dan nog is er bewijs genoeg om beklaagde te veroordeelen wegens het door te groote snelheid het verkeer in gevaar brengen en waardoor een botsing plaats had. Spr. wees er op, dat het een officier niet voegt 's avonds in een café te gaan zitten drinken. De eisch luidde 100.boete of 50 dagen hechtenisstraf. De verdediger pleitte vrijspraak. Uitspraak van den Krijgsraad 50 boete subs 50 dagen hechtenis. De Krijgsraad nam aan, dat beklaagde niet dronken was. Voor den Rotterdamschen kantonrechter mr. J. H. v. d. Meulen, heeft terechtgestaan, wegens overtreding van de Lotertjwet, de 25-jarig» aardappelhandelaar H. v. d. V. Aan verdachte was ten laste gelegd, dat hij op verschillende tijdstippen in November 1932 voor het publiek de gelegenheid had opengesteld deel te nemen aan de Irish Free State Hospital Sweepstake. Verdachte was niet verschenen. Het O. M. achtte aan de hand van het ge tuigenverhoor het ten laste gelegde bewezen en eischte een geldboete van 3000 subs, drie maanden hechtenis. De kantonrechter, onmiddellijk vonnis wij zende, veroordeelde verdachte tot 1500 boete subs, negentig dagen hechtenis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5