ft ONZE PATRONEN Handwerken van vi VOOR DE KEUKEN Nuttige wenken ralenwerk als versiering Saucijsbroodjes Wy hébben in onze vorige vrouwenbladzijde verteld van onze nieuwe regeling om- treat ie patronen die van de in ons blad voorkomende japonnen, mantels enz. ver krijgbaar zullen zijn tegen den buitengewoonen lagen prijs van 20 en 35 ets. Maar wij hebben in die mededeeling ook duidelijk gezegd, dat die goedkoope patro nen-levering zou beginnen met de modellen voorkomend in ons volg end, dus het heden verschijnend nummer. Niettemin bereikten ons reeds zeer veel bestellingen van patronen van modellen uit ons vorige nummer, die dus nog niet onder de nieuwe regeling vallen en die dus ook nog tegen de oude prijzen moeten worden geleverd. Daar de abonné's echter slechts 20 o} 35 ets. zonden zijn de gevraagde patronen niet te leveren. Wij hebben de betreffende brieven dus even ter zijde gelegd in afwachting van nader bericht der inzendsters, wien wij hierbij verzoeken alsnog een ander model uit het album ,.Winterweelde" of uit onze Vrouwenbladzijde van heden te willen kiezen, of ons te berichten dat zij het gezonden bedrag terug verlangen, waarop het haar zal worden toegezonden Het spijt ons dat ons bericht blijkbaar door vele lezeressen niet goed is gelezen; dut de nieuwe regeling eerst deze week inging stond er duidelijk in. DE REDACTIE. een klein goudgeel hart hebben, hetwelk denzelfden vorm bezit als de eigenlijke bloem en eveneens uit vilt geknipt is. Men legt bloem en hart op elkaar en een kruisje van zijde door het laatste houdt beide op de juiste plaats; de omtrek blijft dus ge heel los. Het kussen vertoont goudgele rondjes vilt, welke een bruinen zig-zag- rand van zijde kregen. Bruine glazen kraaltjes vormen de harten, terwijl de stengels donkergroen zijn. De looper op 't tafeltje is versierd met enkele takken len te bloesems. De pul op zichzelf is van bruin vilt en de bloempjes zijn wit en rose. Met een enkel steekje worden ze bij trosjes op- gehecht en hier en daar wordt een groen blaadje tusschen gewerkt. Dit laatste is met zijde geborduurd, evenals de takken. Voor dit laatst gegeven voorbeeld kunnen zelfs de allerkleinste stukjes vilt nog dienst doen. U zult verbaasd staan over 't prach tige effect hetwelk zulk vilt-handwerk op levert en ik ben erg bang, dat U zelfs aan nog niet afgedankte, hoeden zult beginnen (niet doen hoor!) èn om de prettige werk wijze èn om het prachtig resultaat. Mocht U nu nog kleine stukjes vilt overhouden, dan raad ik U, deze onder uw stoelen te plakken, ze zijn geluiddempend en zacht; het eerste bizonder prettig voor slaap- of kinderkamer, en het tweede zal uw karpet ten in goede conditie houden. En nu: succes met uw oude hoed! ETA TANGELDER De 2 54-jarige Joosje is altijd met een potlood in de weer en wil iedereen voor haar laten teekenen. Sommige letters kan ze werkelijk al lezen, b.v. A, O, K, M, enz. En nu probeert ze die zelf ook te schrijven. Ze heeft een belangstellende tante tot publiek en verkondigt: „Ik ga een A schrijven". Met 't tongetje tusschen de lipjes doet ze ingespannen pogingen om 't tot stand te brengen. Na een poosje komt ze er zegevierend mee aandragen. „Kijk eens!" „Maar je zou een A maken!" zegt de tante, „waar is die nou?!" Even staat ze beteuterd te kijken. Ze heeft wel eenige krabbeltjes gemaakt en voor haar zijn 't natuurlijk letters. Maar ze laat zich niet uit 't veld slaan en als de tante nog eens herhaalt: „Waar is die A nu, ik zie 'm niet?" zegt ze zegevierend: „Die zit nog in 't potlood!" Eens kreeg ze een plakje koek. 't Was gemberkoek en haar moeder had de gem ber er uit gehaald, omdat ze daar niet van hield. Er scheen echter nog een snippertje vergeten te zijn, want op 'n gegeven oogen- blik trekt ze een heel vies snuitje en zegt half huilend: „Pijn in m'n mond. Mama moet er poeier op doen, dan gaat 't over!" Ze heeft een prentenboek met dieren. Samen met haar moeder zit ze erin t? le zen. „Dat is een musch, die heeft twee pootjes; dat is een olifant, die heeft vier pooten, en deze tijger, heeft die maar twee pooten, nee, die moet toch ook vier poo ten hebben!" „Waar zijn die andere toch?" vraagt haar moeder. (Op het plaatje waren er maar twee pooten te zien). Joosje hoeft niet lang te denken over die pooten, Ze heeft haar antwoord al klaar: „Die andere pooten heeft hij thuisgelaten!" Van mijn zolderkapstok bengelden drie oude, afgedankte vilthoeden: een beige, grijs en wit, maar nu zoo verkleurd, dat ik den beigen van den grij zen nauwelijks wist te onderscheiden. Goed voor den vuilnisbak, zegt U? Wel zeker! Een vrije middag en twee pakjes koudwaterverf waren voldoende om hun groezelige bollen een rozerood en licht groen tintje te geven. Wat er nu uit te fa- briceeren viel? Te veel om op te noemen. Kijkt U maar eens naar onze teekening. Vraagt Uw theetafel niet om een nieuwen warmer? Zou die leuke looper niet erg mooi zijn voor uw laag bijzettafeltje? En dat veel gebruikte kussen op uw divan kon dat niet eens een ander gezicht krijgen? Natuurlijk, U kunt even goed als ik dit al les gebruiken. En als ik U nu nog vertel dat U al deze leuke dingen zonder moeite en kosten machtig kunt worden door mid del van afgedankte vilthoeden, zult U dan nog zeggen: de vuilnisbak? Neen hè? Het is zoo'n prettig werkje om met een scherpe schaar uit het gekleurde vilt bloemen en bladeren te knippen en deze dan op een of andere stof te appliceeren. Dit laatste moet niet als bij andere stofsoorten met een dichten festonsteek gebeuren, neen, hier en daar, op geregelden afstand een steekje, is voldoende; vilt kan immers niet rafelen. Op onze teekening vindt U de werkwijze bij ieder voorwerp duidelijk weergegeven. Koffiewarmer vertoont twee takken herfstblaren in roode en groene tinten. De takken zelf worden met bruine zijde geborduurd met perlé-garen. Twee dezer viltbladen boven op de muts doen dienst als aanpakker. De theemuts is ge tooid met een krans van rose bloemen, die Wie zelf sausijsbroodjes wil bakken, wage zich niet direct aan 'n product van bladerdeeg, zooals onze banket bakkers dat afleveren. Bladerdeeg eischt 'n langdurige bewerking, waarvoor vooral rou tine wordt geëischt en die daarom bij de meeste huisvrouwen op teleurstelling zou uitloopen. Maakt men echter sausijsbrood jes van korstdeeg, dan kan men, bij zorg vuldige bewerking, verzekerd zijn van succes. In plaats van het luchtige blader deeg om 'n peuterig klein stukje worst, verkrijgt men dan 'n iets steviger deeg om wat meer vulsel heen, 'n product dus dat bij zeer velen in den smaak zal vallen. Mijn huisgenooten verkiezen het in elk ge val boven het banketbakkersproduct. Voor het deeg heeft men noodig: 1 ons bloem, 75 gram boter, 'n weinig zout en ongeveer y2 a 54 d.L. water. De hoeveelheid water is nooit precies op te geven, daar de eene soort bloem iets meer water opneemt dan de andere. De beginnelinge kan beter het deeg eenigs- zins aan den vochtigen kant houden. Men kan het te vochtige deeg makkelijker ver beteren door het bijvoegen van bloem dan het te droge door het bijvoegen van wa ter. Nu de bereiding. Men doet bloem en bo ter op 'n bord en snijdt de boter, met twee mesjes, door de bloem tot 'n grofkorrelige massa. Dan voegt men er het zout bij en de hoeveelheid water die men denkt noo dig te hebben. Dit alles schept men nu met beide mesjes goed door elkaar, zonder er met de handen aan te raken. Deegplaat op tafel wordt dan dun bestrooid met bloem, evenals de deegrol. Verder legt men 'n hoopje bloem klaar om als voorraad te dienen. Men wentelt het deeg eerst door die bloem om het van buiten droog te ma ken. Dan legt men het op de deegplaat en plat het voorzichtig af met de deegrol. Men keert het dan om en rolt het, op 'n andere plek, aan den anderen kant. Zoo keert men eenige malen het deeg om, legt het op een andere plek en rolt het meer en meer uit tot het een dunne lap gewor den is. Dan laat men het deeg ongeveer 'n half uur rustig liggen. Na den rusttijd, waar in het deeg gelegenheid krijgt om te krimpen, vouwt men den lap in drieën of vieren, rolt hem nog eens uit en her haalt deze bewerking ten tweeden male. Er komt daardoor lucht in het deeg, die later bij het bakken uitzet. Om dit te bereiken mag het deeg echter niet warm en kleverig worden. Daarom moet men het deeg vlug bewerken, in een koele omgeving, met goed Het herfstseizoen van de mode heeft haar intrede gedaan met allerlei nieuwe kleine details van het toilet. De groote lijn heeft zij hetzelfde gelaten. De rokken zijn nog glad en even lang als het vorig jaar, de taille is in sommige ge vallen iets lager, doch bij de meeste cos tumes blijft zij op de natuurlijke plaats. Doch de mouwen! Hierin is een bonte ver scheidenheid, die velen niet kunnen appre- cieeren en, wat erger is, waarvan lang niet alle dames gebruik kunnen maken, want de kleine wat gezette typen zullen met die groote ballon- of zakmouwen een slecht figuur maken. Laten zij zich dus de weelde van dit modesnufje ontzeggen en liever een eenvoudig costume nemen als no. 511. De japon is van crêpe marocain, met 'n glad de mouw en een breede plissée uit de hals uitsnijding. De rok heeft een puntig heup stuk en is iets klokkend van voren. Wij willen niet zeggen dat dit model niet ge schikt is voor slanke dames. Natuurlijk zal het die, zoo noodig, nóg slanker maken. Fig. 509. Keurige wintermantel van wol velours, met losse bontsjaal, die aan beide kanten door de stof gestoken is. De kleine doorgestikte klepjes op de mouwen geven een modem cachet en zullen zwaardere dames toch niet al te breed maken. Fig. 510. Typische mantel in raglan mo del met aangezetten staanden sjaalkraag. Om de wijde pelerine-achtige mouwen zijn breede randen bont gezet. Wanneer wij 'n japon van dezelfde stof nemen, wat zeer modern is, komen de mouwen onder die van den mantel uit. Wij kunnen echter ook bij het bestellen van het patroon een wat langere raglan-mouw vragen. POLA koude, harde boter en met 'n lichte hand. Dit deeg kan ook tevoren worden klaar gemaakt, zoodat men op den dag van het bakken zelf enkel nog maar de laatste handgrepen behoeft te verrichten. Voor een hoeveelheid deeg, als hier boven aangegeven, neemt men, voor de vulling, 2 ons varkensgehakt of kalfsge hakt, dat men smakelijk aanmaakt met peper, zout, noot en 'n weinig in melk ge weekt brood of paneermeel. Van het bladerdeeg rolt men 'n langen, smallen lap, dien men verdeelt in langwer pige stukjes. Op elk stukje legt men 'n rolletje van het aangemaakte gehakt; men rolt het deeg daar omheen en plakt het aan den onderkant en langs de zijkanten dicht met een weinig water. Dan bestrijkt men de bovenkanten van de sausijsjes met geklopt ei en bakt ze, in 'n heeten oven, in ongeveer 25 minuten gaar. Zoodra ze uit den oven zijn bestrijkt men Ze, door middel van 'n kwastje, vlug met Water, waardoor ze mooi glimmend wor den. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL J. C. B. te B. Neen mevrouw, Maggi- blokjes mag U op vastendagen niet ge bruiken; zij bevatten n.l. vleesch-extract. Maggi-aroma, dat geheel uit plantaar dige stoffen bestaat, echter wel. A. K.—P. tusschen dit plooitje instikt over een lengte van 5 c.M. aan den verkeerden kant, zoodat ge niets van het stiksel te zien krijgt. De rafels aan de kappen naait ge even op de nachtjapon vast, zoodat men, wanneer deze opstaat, deze ook niet kan zien. De ceintuur sluit op den rug met een grooten strik. DINY Damesnachtjapon Maten: bovenwijdte: 100 c.M„ lengte 130 c.M. Benoodigd: 3.20 M. soepele stof van 80 c.M. breedte. Van boven staande nachtjapon teekent ge het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Hierna legt ge het op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt, terwijl ge onderaan nog een 3 c.M. breeden zoom bij rekent. Wanneer ge alles hebt geknipt, stikt ge in het midden van den schouder, zoowel aan den voor als aan den achterkant, drie smalle plooi tjes in, pl.m. 15 c.M. lang. Hierna kunt ge de schouder- en zijnaden met een platten naad verbinden, waarna ge ook onderaan een 3 c.M. breeden zoom in kunt maken. De armsgaten en den hals werkt ge af met een schuine bies, welke ge 254 c.M. breed knipt en op den verkeerden kant langs stikt. Dan wordt de naad op den kant ge nomen, waarna ge de bies op den goeden kant plat stikt. De onderkant van de kap wordt op dezelfde manier afgewerkt. Den bovenkant slaat ge in, waarna ge dezen op de daarvoor op de teekening aangegeven lijn opstikt. De ceintuur knipt ge 120 c.M. lang en 12 c.M. breed en dan twee van deze stukken. Ge werkt ze af met een heel smal zoompje, terwijl ge de uiteinden puntig bij laat loopen. Het andere einde rimpelt ge in, waarna ge in de taille op 10 c-M. vanaf middenvoor aan beide kanten de ceintuur Gebreide slobbroek voor kind van drie jaar ongeveer Men breit met vierdraads wol op naal den no. 3 in de rondte. Voor den bovenkant worden, in het rond, 160 st. opgezet. Voor de stevigheid breit men de eerste 4 toeren met dubbelen draad, 1 r. 1 aver. Daarna breit men 'n gaatjestoer voor hët doorhalen van 'n elas tiek en daarna nog 4 toeren 1 r. 1 aver, voor den boord. Verder kan men, zoo men wil, r. breien, maar de broek sluit mooier aan, wanneer men aldoor 1 r. 1 aver, blijft breien. In elk geval breit men na deze 9 toeren nog 29 toeren recht door. Dan begint het meerde ren voor ruimte aan den achterkant. Uit den 80sten en uit den Sisten èt. van den toer breit men nu in elk 2 st. 4 toeren overbreien. In den daaropvolgenden toer breit men 2 st. in den 81sten en 82sten st. Weer 4 toeren overbreien en daarna meerderen in den 82sten en 83sten st. Deze meerderin gen maakt men in het ge heel 6 keer. Na elke meer dering 4 toeren overbreien. Na de 6e meerdering heeft men 174 st. in 't rond, waarop men nog 28 a 30 toeren breit. Daarna verdeelt men de steken voor de pijpen. Men neemt 84 st. voor de linker- pijp. Tusschen beide pijpen in worden, aan weerszijden, 3 st. afgekant. De pijpen breit men eveneens in de rondte. In den 4den toer begint het minderen bij den pijp- naad. Hiervoor breit men op één na de twee eerste en op één na de twee laatste st. van den toer samen. Deze minderingen herhaalt men nog 7 keer. Na elke minde ring 3 toeren overbreien. Dan mindert men, op dezelfde wijze, nog 9 keer, waarbij men na elke mindering 2 toeren overbreit. Na de laatste mindering breit men nog ongeveer 60 toeren. Dan volgt de verdee ling der steken voor het voetblad. Men heeft nog 50 steken op de naalden, waar van men 26 st. afkant voor den achter kant. Voor het voetblad breit men op de ove rige 24 st., in heen- en weergaande toeren, nog 16 toeren. Daarbij breit men, om den anderen toer, aan het begin en aan het einde van de naald, 2 st. samen. Er zijn dan ten slotte nog 8 st. over, die men af kant. Dan breit men, op de overgebleven 84 st., de tweede pijp op dezelfde manier. Tot slot worden er elastieken onder de voetstukken genaaid en 'n elastiek of koord door den gaatjestoer van den boord ge regen. DORA. CORRESPONDENTIE Mevr. B. V. Bij het patroon voor ge breid damesvest staat, zoowel voor den rug als voor de voorpanden, opgegeven dat men moet beginnen met 6 toeren rechts, dus 3 ribbels. Hebt U echter, per abuis, bij den rug 6 ribbels gebreid, dan doet U dit eenvoudig eveneens bij de voorpanden. Mevr. H. Een patroon voor een ge haakt gordijn heb ik, tot m'n spijt, niet. U zou daar echter het een of andere pa troon van filetwerk voor kunnen gebrui ken. Mevr. W. B. Aan een bepaald patroon voor het maken van kinderkousjes uit de beenstukken van dameskousen kan ik U, tot m'n spijt, niet helpen. Wel moet er zulk een patroon bestaan. Kan een der andere dames hier misschien helpen? 't Wordt langzamerhand weer tijd voor lange kousen voor onze jongens en meis jes. Een kort plooirokje met heel lange kousen staat echt pittig voor ons dochter tje. Jammer is 't, dat we voor extra lange kousen meestal in de dure soorten verval len. Vooral van wollen, omdat die spoedig slijten, zouden we dan voor 'n heel kapi taaltje noodig hebben! 't Meest practische is 't dan ook steeds een of twee maten grooter te nemen dan uw kindje past. Het been is dan prachtig lang. Den voet maken we kleiner door het teenstuk van de kous af te knotten. Het voorste puntige ge deelte (ca. 3 c.M.) kan gerust vervallen, omdat de kindervoet nog breeder en korter is dan 't model van de kousen, die we klaar koopen. Als we het stukje eraf hebben geknipt, naaien we den voet weer dicht met een overhandschen steek. Boorden voor jumpers en truien worden meestal één recht één averecht gebreid. Om te voorkomen dat ze spoedig uitrekken, kan men bij den rechten steek den achter kant van den steek nemen inplaats van, zooals gewoon, den voorkant. Hierdoor wordt de boord veel steviger. Menige vrouw ontdekt wel eens eenige haartjes Dij den mond of kin, die ze liever verwijderd zou zien, zonder nu weer zoo ijdel te zijn om daarvoor naar 'n schoon heidsinstituut te stappen. Een eenvoudig middeltje om deze on zichtbaar te maken, is een watje met wa terstof super-oxyde 3 pet., waarmee men 's morgens en 's avonds de betreffende plekjes even aanstipt. Spoedig verbleeken de haartjes van kleur en worden zoo bros, dat zij afbreken. Bij gebrek aan paneermeel of beschuit kruimels kan men croquetjes e.d. ook goed bakken door ze in gewoon meel of haver mout te wentelen. In het laatste geval wordt het buitenste laagje wat oneffen, doch bezwaarlijk is dat noch voor smaak, noch voor uiterlijk. Velen laten zich bij het uitzoeken van behang vaak verleiden om voor een kin derkamer speciaal „kinderbehang" uit te zoeken. U weet wel, dat behang met pop petjes en beestjes, 't Ziet er dan ook erg aardig uit, maar als 't kamertje eenmaal behangen is, blijkt 't altijd erg druk te zijn. 'n Eenvoudig effen papier in lichte kleur, liefst afwaschbaar, zal stellig veel beter voldoen, vooral als men er een paar mooie duidelijke platen van goede teekenaars (er is buitengewoon veel keus) ophangt. De kamer blijft dan rustig en we kunnen de platen nog eens verwisselen. Want 't kind vindt steeds weer bekoring in iets nieuws en dat missen we juist bij het „kinderbe hang". Dan toch immers ziet het dezelfde voorstellingen van kindertjes met ballen en hoepels enz. tot in de oneindigheid her haald. Er zijn wel mooie wandfriezen, doch die zijn meerendeels zeer duur. De grootste vliegenplaag is gelukkig weer voorbij. Maar die plaaggeesten hebben nog heel wat werk achtergelaten. Kijken we eens oplettend rond, dan zien we de lampekappen bezaaid met zwar te stipjes, die we ook op de gebeitste en gepolitoerde meubels terugvinden. Hout kunnen we weer vlekvrij maken met een lapje met petroleum. Ltmpekappen, zijden kleedjes, enz. worden gereinigd in zeepsop, als ze daar tegen bestand zijn en anders voorzichtig in koud water, vermengd met een beetje ammonia. Oude wollen of katoenen franje, b.v. van oude spreien of tafelkleedjes, kan nog goede diensten bewijzen als vulling van speldenkussentjes, popjes, enz. Hetzelfde geldt voor oude kousen, welke voor dit doel in stukjes geknipt kunnen worden. Een vleeschmolen, die erg stroef gaat en daarbij zoo'n onaangenaam piepend ge luid geeft, wat de meeste dames niet kun nen verdragen, kunnen we op een zeer eenvoudige manier weer normaal doen functionneeren, zonder hem uit elkaar te halen. We nemen een gewoon stukje wit tebrood en doopen dit eventjes in slaolie. Als we dit door den molen halen, is hij automatisch gesmeerd en zullen we geen last meer hebben van roest of stroefheid. Als we foto's in het foto-album plak ken, gebeurt het vaak, dat de reeds op geplakte hoekjes niet op de juiste plaats blijken te zijn bevestigd. Een klein hulp middel kan hier goede diensten bewijzen. We leggen het kiekje op de daarvoor be stemde plaats en trekken met een potlood de vier hoekjes even om. Op die manier zijn in 't vervolg vergissingen uitgesloten! Een uitstekende laag om een kapok matras te beschermen tegen scherpe spi ralen van de onderliggende matras vor men eenige kranter^ desgewenscht op el kaar geplakt, doch noodig is dit niet. Dit kralenwerk is eenvoudig en goed koop en heeft het aanzien juist het tegenovergestelde te zijn. 't Kan gemaakt worden op verschillende artikelen van hout, aardewerk of glas. U heeft noodig een paar kleuren emaille-verf goudlijn of onderlaag voor goudpoeder, -n collectie gekleurde kralen, een tube sterke lijm, een lange fijne naald, twee kleine penseelen, een fleschje spiritusvernis en 'n vochtig doekje. Wanneer het geheele oppervlak gedeco reerd moet worden, is de eerste stap: schil deren met emaille-verf of met onderlaag voor het goudpoeder, waarvoor U goudlij m of kleefverf kunt gebruiken. Laat den on dergrond voor het goudpoeder niet geheel drogen, doch wanneer deze nog kleverig is, strooit men het goudpoeder op en strijkt het dan regelmatig over het oppervlak met een schoon droog penseel of een watje. Laat een en ander goed drogen en wanneer het overtollige poeder daarna af geschud wordt, doet U met een droog pen seel de oppervlakte nog eens na, om de achtergebleven deeltjes goud te verwijde ren. Trek dan met behulp van carbonpa pier een motief over op Uw doosje, vaasje of ander voorwerp en neem een eenvoudig motief voor de eerste poging. Schilder het ontwerp over met wat ster ke lijm. Prik vervolgens met een naald zoo veel kralen op, als er op gaan en leg ze op het kleverige gedeelte; leg ze op hun plaats dicht tegen elkaar met de punt van de naald en draai ze zoo, dat de gaatjes niet te zien zijn. Veeg de naald steeds aan het doekje af, zoodat het werk niet door vieze moeten leelijk wordt. Wanneer het heele werk opgevuld is, maakt U een omlijning van donkere kra len. Rondom het motief kimt U het opper vlak op dezelfde manier opvullen met blan ke glasparels. Rondom het motief kunt U ook het voorwerp goud laten, of wanneer met emaille-verf geschilderd, laat U de kralenvulling rondom ook weg. Wanneer het geheele motief bewerkt is, vernist men over alles heen met spiritus vernis. Wanneer U het werk op glas wilt doen, kunt U de teekening aan den binnenkant plakken, dit op den buitenkant opschilde ren met goudlij m, daarna met goudpoeder opstrooien, de deelen, als dit droog is, met lijm besmeren en vervolgens de kralen op brengen. Het glazen voorwerp kan dan met een mooie kleur van binnen geschilderd wor den, daarbij zorgende, dat de achtergrond een goede kleur voor het motief vormt. ANEMOON ff DIE VROCJW IE mHAAR HUISHOUDING 0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 7