ft
ONZE PATRONEN
Handwerken van
vi
VOOR DE KEUKEN
Nuttige wenken
ralenwerk als
versiering
Saucijsbroodjes
Wy hébben in onze vorige vrouwenbladzijde verteld van onze nieuwe regeling om-
treat ie patronen die van de in ons blad voorkomende japonnen, mantels enz. ver
krijgbaar zullen zijn tegen den buitengewoonen lagen prijs van 20 en 35 ets.
Maar wij hebben in die mededeeling ook duidelijk gezegd, dat die goedkoope patro
nen-levering zou beginnen met de modellen voorkomend in ons volg end, dus het
heden verschijnend nummer.
Niettemin bereikten ons reeds zeer veel bestellingen van patronen van modellen uit
ons vorige nummer, die dus nog niet onder de nieuwe regeling vallen en die dus ook
nog tegen de oude prijzen moeten worden geleverd.
Daar de abonné's echter slechts 20 o} 35 ets. zonden zijn de gevraagde patronen
niet te leveren.
Wij hebben de betreffende brieven dus even ter zijde gelegd in afwachting van
nader bericht der inzendsters, wien wij hierbij verzoeken alsnog een ander model
uit het album ,.Winterweelde" of uit onze Vrouwenbladzijde van heden te willen
kiezen, of ons te berichten dat zij het gezonden bedrag terug verlangen, waarop
het haar zal worden toegezonden
Het spijt ons dat ons bericht blijkbaar door vele lezeressen niet goed is gelezen;
dut de nieuwe regeling eerst deze week inging stond er duidelijk in.
DE REDACTIE.
een klein goudgeel hart hebben, hetwelk
denzelfden vorm bezit als de eigenlijke
bloem en eveneens uit vilt geknipt is. Men
legt bloem en hart op elkaar en een kruisje
van zijde door het laatste houdt beide op
de juiste plaats; de omtrek blijft dus ge
heel los. Het kussen vertoont goudgele
rondjes vilt, welke een bruinen zig-zag-
rand van zijde kregen. Bruine glazen
kraaltjes vormen de harten, terwijl de
stengels donkergroen zijn. De looper op 't
tafeltje is versierd met enkele takken len
te bloesems. De pul op zichzelf is van bruin
vilt en de bloempjes zijn wit en rose. Met
een enkel steekje worden ze bij trosjes op-
gehecht en hier en daar wordt een groen
blaadje tusschen gewerkt. Dit laatste is
met zijde geborduurd, evenals de takken.
Voor dit laatst gegeven voorbeeld kunnen
zelfs de allerkleinste stukjes vilt nog dienst
doen. U zult verbaasd staan over 't prach
tige effect hetwelk zulk vilt-handwerk op
levert en ik ben erg bang, dat U zelfs aan
nog niet afgedankte, hoeden zult beginnen
(niet doen hoor!) èn om de prettige werk
wijze èn om het prachtig resultaat. Mocht
U nu nog kleine stukjes vilt overhouden,
dan raad ik U, deze onder uw stoelen te
plakken, ze zijn geluiddempend en zacht;
het eerste bizonder prettig voor slaap- of
kinderkamer, en het tweede zal uw karpet
ten in goede conditie houden. En nu: succes
met uw oude hoed!
ETA TANGELDER
De 2 54-jarige Joosje is altijd met een
potlood in de weer en wil iedereen
voor haar laten teekenen. Sommige
letters kan ze werkelijk al lezen, b.v. A, O,
K, M, enz. En nu probeert ze die zelf ook
te schrijven. Ze heeft een belangstellende
tante tot publiek en verkondigt: „Ik ga een
A schrijven". Met 't tongetje tusschen de
lipjes doet ze ingespannen pogingen om 't
tot stand te brengen. Na een poosje komt
ze er zegevierend mee aandragen. „Kijk
eens!"
„Maar je zou een A maken!" zegt de
tante, „waar is die nou?!"
Even staat ze beteuterd te kijken. Ze
heeft wel eenige krabbeltjes gemaakt en
voor haar zijn 't natuurlijk letters. Maar
ze laat zich niet uit 't veld slaan en als de
tante nog eens herhaalt: „Waar is die A
nu, ik zie 'm niet?" zegt ze zegevierend:
„Die zit nog in 't potlood!"
Eens kreeg ze een plakje koek. 't Was
gemberkoek en haar moeder had de gem
ber er uit gehaald, omdat ze daar niet van
hield. Er scheen echter nog een snippertje
vergeten te zijn, want op 'n gegeven oogen-
blik trekt ze een heel vies snuitje en zegt
half huilend: „Pijn in m'n mond. Mama
moet er poeier op doen, dan gaat 't over!"
Ze heeft een prentenboek met dieren.
Samen met haar moeder zit ze erin t? le
zen. „Dat is een musch, die heeft twee
pootjes; dat is een olifant, die heeft vier
pooten, en deze tijger, heeft die maar twee
pooten, nee, die moet toch ook vier poo
ten hebben!" „Waar zijn die andere
toch?" vraagt haar moeder. (Op het plaatje
waren er maar twee pooten te zien). Joosje
hoeft niet lang te denken over die pooten,
Ze heeft haar antwoord al klaar: „Die
andere pooten heeft hij thuisgelaten!"
Van mijn zolderkapstok bengelden
drie oude, afgedankte vilthoeden:
een beige, grijs en wit, maar nu zoo
verkleurd, dat ik den beigen van den grij
zen nauwelijks wist te onderscheiden.
Goed voor den vuilnisbak, zegt U? Wel
zeker! Een vrije middag en twee pakjes
koudwaterverf waren voldoende om hun
groezelige bollen een rozerood en licht
groen tintje te geven. Wat er nu uit te fa-
briceeren viel? Te veel om op te noemen.
Kijkt U maar eens naar onze teekening.
Vraagt Uw theetafel niet om een nieuwen
warmer? Zou die leuke looper niet erg
mooi zijn voor uw laag bijzettafeltje? En
dat veel gebruikte kussen op uw divan kon
dat niet eens een ander gezicht krijgen?
Natuurlijk, U kunt even goed als ik dit al
les gebruiken. En als ik U nu nog vertel
dat U al deze leuke dingen zonder moeite
en kosten machtig kunt worden door mid
del van afgedankte vilthoeden, zult U dan
nog zeggen: de vuilnisbak? Neen hè? Het
is zoo'n prettig werkje om met een scherpe
schaar uit het gekleurde vilt bloemen en
bladeren te knippen en deze dan op een
of andere stof te appliceeren. Dit laatste
moet niet als bij andere stofsoorten met
een dichten festonsteek gebeuren, neen,
hier en daar, op geregelden afstand een
steekje, is voldoende; vilt kan immers niet
rafelen. Op onze teekening vindt U de
werkwijze bij ieder voorwerp duidelijk
weergegeven. Koffiewarmer vertoont twee
takken herfstblaren in roode en groene
tinten. De takken zelf worden met bruine
zijde geborduurd met perlé-garen. Twee
dezer viltbladen boven op de muts doen
dienst als aanpakker. De theemuts is ge
tooid met een krans van rose bloemen, die
Wie zelf sausijsbroodjes wil bakken,
wage zich niet direct aan 'n product
van bladerdeeg, zooals onze banket
bakkers dat afleveren. Bladerdeeg eischt 'n
langdurige bewerking, waarvoor vooral rou
tine wordt geëischt en die daarom bij de
meeste huisvrouwen op teleurstelling zou
uitloopen. Maakt men echter sausijsbrood
jes van korstdeeg, dan kan men, bij zorg
vuldige bewerking, verzekerd zijn van
succes. In plaats van het luchtige blader
deeg om 'n peuterig klein stukje worst,
verkrijgt men dan 'n iets steviger deeg om
wat meer vulsel heen, 'n product dus dat
bij zeer velen in den smaak zal vallen.
Mijn huisgenooten verkiezen het in elk ge
val boven het banketbakkersproduct.
Voor het deeg heeft men noodig: 1 ons
bloem, 75 gram boter, 'n weinig zout en
ongeveer y2 a 54 d.L. water.
De hoeveelheid water is nooit precies op
te geven, daar de eene soort bloem iets
meer water opneemt dan de andere. De
beginnelinge kan beter het deeg eenigs-
zins aan den vochtigen kant houden. Men
kan het te vochtige deeg makkelijker ver
beteren door het bijvoegen van bloem dan
het te droge door het bijvoegen van wa
ter.
Nu de bereiding. Men doet bloem en bo
ter op 'n bord en snijdt de boter, met twee
mesjes, door de bloem tot 'n grofkorrelige
massa. Dan voegt men er het zout bij en
de hoeveelheid water die men denkt noo
dig te hebben. Dit alles schept men nu met
beide mesjes goed door elkaar, zonder er
met de handen aan te raken. Deegplaat op
tafel wordt dan dun bestrooid met bloem,
evenals de deegrol. Verder legt men 'n
hoopje bloem klaar om als voorraad te
dienen.
Men wentelt het deeg eerst door die
bloem om het van buiten droog te ma
ken. Dan legt men het op de deegplaat
en plat het voorzichtig af met de deegrol.
Men keert het dan om en rolt het, op 'n
andere plek, aan den anderen kant. Zoo
keert men eenige malen het deeg om, legt
het op een andere plek en rolt het meer
en meer uit tot het een dunne lap gewor
den is. Dan laat men het deeg ongeveer
'n half uur rustig liggen.
Na den rusttijd, waar
in het deeg gelegenheid
krijgt om te krimpen,
vouwt men den lap in
drieën of vieren, rolt
hem nog eens uit en her
haalt deze bewerking ten
tweeden male. Er komt
daardoor lucht in het deeg,
die later bij het bakken
uitzet. Om dit te bereiken
mag het deeg echter niet
warm en kleverig worden.
Daarom moet men het
deeg vlug bewerken, in een
koele omgeving, met goed
Het herfstseizoen van de mode heeft
haar intrede gedaan met allerlei
nieuwe kleine details van het toilet.
De groote lijn heeft zij hetzelfde gelaten.
De rokken zijn nog glad en even lang als
het vorig jaar, de taille is in sommige ge
vallen iets lager, doch bij de meeste cos
tumes blijft zij op de natuurlijke plaats.
Doch de mouwen! Hierin is een bonte ver
scheidenheid, die velen niet kunnen appre-
cieeren en, wat erger is, waarvan lang niet
alle dames gebruik kunnen maken, want
de kleine wat gezette typen zullen met die
groote ballon- of zakmouwen een slecht
figuur maken. Laten zij zich dus de weelde
van dit modesnufje ontzeggen en liever een
eenvoudig costume nemen als no. 511. De
japon is van crêpe marocain, met 'n glad
de mouw en een breede plissée uit de hals
uitsnijding. De rok heeft een puntig heup
stuk en is iets klokkend van voren. Wij
willen niet zeggen dat dit model niet ge
schikt is voor slanke dames. Natuurlijk zal
het die, zoo noodig, nóg slanker maken.
Fig. 509. Keurige wintermantel van wol
velours, met losse bontsjaal, die aan beide
kanten door de stof gestoken is. De kleine
doorgestikte klepjes op de mouwen geven
een modem cachet en zullen zwaardere
dames toch niet al te breed maken.
Fig. 510. Typische mantel in raglan mo
del met aangezetten staanden sjaalkraag.
Om de wijde pelerine-achtige mouwen zijn
breede randen bont gezet. Wanneer wij 'n
japon van dezelfde stof nemen, wat zeer
modern is, komen de mouwen onder die
van den mantel uit. Wij kunnen echter ook
bij het bestellen van het patroon een wat
langere raglan-mouw vragen.
POLA
koude, harde boter en met 'n lichte hand.
Dit deeg kan ook tevoren worden klaar
gemaakt, zoodat men op den dag van het
bakken zelf enkel nog maar de laatste
handgrepen behoeft te verrichten.
Voor een hoeveelheid deeg, als hier
boven aangegeven, neemt men, voor de
vulling, 2 ons varkensgehakt of kalfsge
hakt, dat men smakelijk aanmaakt met
peper, zout, noot en 'n weinig in melk ge
weekt brood of paneermeel.
Van het bladerdeeg rolt men 'n langen,
smallen lap, dien men verdeelt in langwer
pige stukjes. Op elk stukje legt men 'n
rolletje van het aangemaakte gehakt; men
rolt het deeg daar omheen en plakt het
aan den onderkant en langs de zijkanten
dicht met een weinig water. Dan bestrijkt
men de bovenkanten van de sausijsjes met
geklopt ei en bakt ze, in 'n heeten oven,
in ongeveer 25 minuten gaar.
Zoodra ze uit den oven zijn bestrijkt men
Ze, door middel van 'n kwastje, vlug met
Water, waardoor ze mooi glimmend wor
den.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL
J. C. B. te B. Neen mevrouw, Maggi-
blokjes mag U op vastendagen niet ge
bruiken; zij bevatten n.l. vleesch-extract.
Maggi-aroma, dat geheel uit plantaar
dige stoffen bestaat, echter wel.
A. K.—P.
tusschen dit plooitje instikt over een lengte
van 5 c.M. aan den verkeerden kant, zoodat
ge niets van het stiksel te zien krijgt. De
rafels aan de kappen naait ge even op de
nachtjapon vast, zoodat men, wanneer deze
opstaat, deze ook niet kan zien. De ceintuur
sluit op den rug met een grooten strik.
DINY
Damesnachtjapon
Maten: bovenwijdte: 100 c.M„ lengte
130 c.M. Benoodigd: 3.20 M. soepele
stof van 80 c.M. breedte. Van boven
staande nachtjapon teekent ge het patroon
op de aangegeven maten, waarna ge het
op de vaste lijnen uitknipt. Hierna legt ge
het op de stof, waarna ge alles met een
naad uitknipt, terwijl ge onderaan nog een
3 c.M. breeden zoom bij rekent. Wanneer ge
alles hebt geknipt, stikt ge in het midden
van den schouder, zoowel aan den voor
als aan den achterkant, drie smalle plooi
tjes in, pl.m. 15 c.M. lang. Hierna kunt ge
de schouder- en zijnaden met een platten
naad verbinden, waarna ge ook onderaan
een 3 c.M. breeden zoom in kunt maken.
De armsgaten en den hals werkt ge af met
een schuine bies, welke ge 254 c.M. breed
knipt en op den verkeerden kant langs
stikt. Dan wordt de naad op den kant ge
nomen, waarna ge de bies op den goeden
kant plat stikt. De onderkant van de kap
wordt op dezelfde manier afgewerkt. Den
bovenkant slaat ge in, waarna ge dezen op
de daarvoor op de teekening aangegeven
lijn opstikt. De ceintuur knipt ge 120 c.M.
lang en 12 c.M. breed en dan twee van deze
stukken. Ge werkt ze af met een heel smal
zoompje, terwijl ge de uiteinden puntig bij
laat loopen. Het andere einde rimpelt ge
in, waarna ge in de taille op 10 c-M. vanaf
middenvoor aan beide kanten de ceintuur
Gebreide slobbroek voor kind van
drie jaar ongeveer
Men breit met vierdraads wol op naal
den no. 3 in de rondte.
Voor den bovenkant worden, in het
rond, 160 st. opgezet. Voor de stevigheid
breit men de eerste 4 toeren met dubbelen
draad, 1 r. 1 aver. Daarna breit men 'n
gaatjestoer voor hët doorhalen van 'n elas
tiek en daarna nog 4 toeren 1 r. 1 aver,
voor den boord.
Verder kan men, zoo men wil, r. breien,
maar de broek sluit mooier aan, wanneer
men aldoor 1 r. 1 aver, blijft breien. In elk
geval breit men na deze 9 toeren nog 29
toeren recht door. Dan begint het meerde
ren voor ruimte aan den achterkant. Uit
den 80sten en uit den
Sisten èt. van den toer
breit men nu in elk 2 st. 4
toeren overbreien. In den
daaropvolgenden toer breit
men 2 st. in den 81sten en
82sten st. Weer 4 toeren
overbreien en daarna
meerderen in den 82sten en
83sten st. Deze meerderin
gen maakt men in het ge
heel 6 keer. Na elke meer
dering 4 toeren overbreien.
Na de 6e meerdering heeft
men 174 st. in 't rond,
waarop men nog 28 a 30
toeren breit.
Daarna verdeelt men de
steken voor de pijpen. Men
neemt 84 st. voor de linker-
pijp. Tusschen beide pijpen
in worden, aan weerszijden,
3 st. afgekant. De pijpen
breit men eveneens in de rondte. In den
4den toer begint het minderen bij den pijp-
naad. Hiervoor breit men op één na de
twee eerste en op één na de twee laatste
st. van den toer samen. Deze minderingen
herhaalt men nog 7 keer. Na elke minde
ring 3 toeren overbreien. Dan mindert
men, op dezelfde wijze, nog 9 keer, waarbij
men na elke mindering 2 toeren overbreit.
Na de laatste mindering breit men nog
ongeveer 60 toeren. Dan volgt de verdee
ling der steken voor het voetblad. Men
heeft nog 50 steken op de naalden, waar
van men 26 st. afkant voor den achter
kant.
Voor het voetblad breit men op de ove
rige 24 st., in heen- en weergaande toeren,
nog 16 toeren. Daarbij breit men, om den
anderen toer, aan het begin en aan het
einde van de naald, 2 st. samen. Er zijn
dan ten slotte nog 8 st. over, die men af
kant.
Dan breit men, op de overgebleven 84
st., de tweede pijp op dezelfde manier.
Tot slot worden er elastieken onder de
voetstukken genaaid en 'n elastiek of koord
door den gaatjestoer van den boord ge
regen.
DORA.
CORRESPONDENTIE
Mevr. B. V. Bij het patroon voor ge
breid damesvest staat, zoowel voor den rug
als voor de voorpanden, opgegeven dat
men moet beginnen met 6 toeren rechts,
dus 3 ribbels. Hebt U echter, per abuis, bij
den rug 6 ribbels gebreid, dan doet U dit
eenvoudig eveneens bij de voorpanden.
Mevr. H. Een patroon voor een ge
haakt gordijn heb ik, tot m'n spijt, niet.
U zou daar echter het een of andere pa
troon van filetwerk voor kunnen gebrui
ken.
Mevr. W. B. Aan een bepaald patroon
voor het maken van kinderkousjes uit de
beenstukken van dameskousen kan ik U,
tot m'n spijt, niet helpen. Wel moet er zulk
een patroon bestaan. Kan een der andere
dames hier misschien helpen?
't Wordt langzamerhand weer tijd voor
lange kousen voor onze jongens en meis
jes. Een kort plooirokje met heel lange
kousen staat echt pittig voor ons dochter
tje. Jammer is 't, dat we voor extra lange
kousen meestal in de dure soorten verval
len. Vooral van wollen, omdat die spoedig
slijten, zouden we dan voor 'n heel kapi
taaltje noodig hebben! 't Meest practische
is 't dan ook steeds een of twee maten
grooter te nemen dan uw kindje past. Het
been is dan prachtig lang. Den voet
maken we kleiner door het teenstuk van de
kous af te knotten. Het voorste puntige ge
deelte (ca. 3 c.M.) kan gerust vervallen,
omdat de kindervoet nog breeder en korter
is dan 't model van de kousen, die we klaar
koopen.
Als we het stukje eraf hebben geknipt,
naaien we den voet weer dicht met een
overhandschen steek.
Boorden voor jumpers en truien worden
meestal één recht één averecht gebreid.
Om te voorkomen dat ze spoedig uitrekken,
kan men bij den rechten steek den achter
kant van den steek nemen inplaats van,
zooals gewoon, den voorkant. Hierdoor
wordt de boord veel steviger.
Menige vrouw ontdekt wel eens eenige
haartjes Dij den mond of kin, die ze liever
verwijderd zou zien, zonder nu weer zoo
ijdel te zijn om daarvoor naar 'n schoon
heidsinstituut te stappen.
Een eenvoudig middeltje om deze on
zichtbaar te maken, is een watje met wa
terstof super-oxyde 3 pet., waarmee men
's morgens en 's avonds de betreffende
plekjes even aanstipt. Spoedig verbleeken
de haartjes van kleur en worden zoo bros,
dat zij afbreken.
Bij gebrek aan paneermeel of beschuit
kruimels kan men croquetjes e.d. ook goed
bakken door ze in gewoon meel of haver
mout te wentelen. In het laatste geval
wordt het buitenste laagje wat oneffen,
doch bezwaarlijk is dat noch voor smaak,
noch voor uiterlijk.
Velen laten zich bij het uitzoeken van
behang vaak verleiden om voor een kin
derkamer speciaal „kinderbehang" uit te
zoeken. U weet wel, dat behang met pop
petjes en beestjes, 't Ziet er dan ook erg
aardig uit, maar als 't kamertje eenmaal
behangen is, blijkt 't altijd erg druk te zijn.
'n Eenvoudig effen papier in lichte kleur,
liefst afwaschbaar, zal stellig veel beter
voldoen, vooral als men er een paar mooie
duidelijke platen van goede teekenaars (er
is buitengewoon veel keus) ophangt. De
kamer blijft dan rustig en we kunnen de
platen nog eens verwisselen. Want 't kind
vindt steeds weer bekoring in iets nieuws
en dat missen we juist bij het „kinderbe
hang". Dan toch immers ziet het dezelfde
voorstellingen van kindertjes met ballen en
hoepels enz. tot in de oneindigheid her
haald.
Er zijn wel mooie wandfriezen, doch
die zijn meerendeels zeer duur.
De grootste vliegenplaag is gelukkig weer
voorbij. Maar die plaaggeesten hebben nog
heel wat werk achtergelaten.
Kijken we eens oplettend rond, dan
zien we de lampekappen bezaaid met zwar
te stipjes, die we ook op de gebeitste en
gepolitoerde meubels terugvinden. Hout
kunnen we weer vlekvrij maken met een
lapje met petroleum. Ltmpekappen, zijden
kleedjes, enz. worden gereinigd in zeepsop,
als ze daar tegen bestand zijn en anders
voorzichtig in koud water, vermengd met
een beetje ammonia.
Oude wollen of katoenen franje, b.v. van
oude spreien of tafelkleedjes, kan nog
goede diensten bewijzen als vulling van
speldenkussentjes, popjes, enz. Hetzelfde
geldt voor oude kousen, welke voor dit
doel in stukjes geknipt kunnen worden.
Een vleeschmolen, die erg stroef gaat en
daarbij zoo'n onaangenaam piepend ge
luid geeft, wat de meeste dames niet kun
nen verdragen, kunnen we op een zeer
eenvoudige manier weer normaal doen
functionneeren, zonder hem uit elkaar te
halen. We nemen een gewoon stukje wit
tebrood en doopen dit eventjes in slaolie.
Als we dit door den molen halen, is hij
automatisch gesmeerd en zullen we geen
last meer hebben van roest of stroefheid.
Als we foto's in het foto-album plak
ken, gebeurt het vaak, dat de reeds op
geplakte hoekjes niet op de juiste plaats
blijken te zijn bevestigd. Een klein hulp
middel kan hier goede diensten bewijzen.
We leggen het kiekje op de daarvoor be
stemde plaats en trekken met een potlood
de vier hoekjes even om. Op die manier
zijn in 't vervolg vergissingen uitgesloten!
Een uitstekende laag om een kapok
matras te beschermen tegen scherpe spi
ralen van de onderliggende matras vor
men eenige kranter^ desgewenscht op el
kaar geplakt, doch noodig is dit niet.
Dit kralenwerk is eenvoudig en goed
koop en heeft het aanzien juist het
tegenovergestelde te zijn.
't Kan gemaakt worden op verschillende
artikelen van hout, aardewerk of glas. U
heeft noodig een paar kleuren emaille-verf
goudlijn of onderlaag voor goudpoeder, -n
collectie gekleurde kralen, een tube sterke
lijm, een lange fijne naald, twee kleine
penseelen, een fleschje spiritusvernis en 'n
vochtig doekje.
Wanneer het geheele oppervlak gedeco
reerd moet worden, is de eerste stap: schil
deren met emaille-verf of met onderlaag
voor het goudpoeder, waarvoor U goudlij m
of kleefverf kunt gebruiken. Laat den on
dergrond voor het goudpoeder niet geheel
drogen, doch wanneer deze nog kleverig is,
strooit men het goudpoeder op en strijkt
het dan regelmatig over het oppervlak met
een schoon droog penseel of een watje.
Laat een en ander goed drogen en
wanneer het overtollige poeder daarna af
geschud wordt, doet U met een droog pen
seel de oppervlakte nog eens na, om de
achtergebleven deeltjes goud te verwijde
ren. Trek dan met behulp van carbonpa
pier een motief over op Uw doosje, vaasje
of ander voorwerp en neem een eenvoudig
motief voor de eerste poging.
Schilder het ontwerp over met wat ster
ke lijm. Prik vervolgens met een naald zoo
veel kralen op, als er op gaan en leg ze op
het kleverige gedeelte; leg ze op hun plaats
dicht tegen elkaar met de punt van de
naald en draai ze zoo, dat de gaatjes niet
te zien zijn. Veeg de naald steeds aan het
doekje af, zoodat het werk niet door vieze
moeten leelijk wordt.
Wanneer het heele werk opgevuld is,
maakt U een omlijning van donkere kra
len. Rondom het motief kimt U het opper
vlak op dezelfde manier opvullen met blan
ke glasparels. Rondom het motief kunt U
ook het voorwerp goud laten, of wanneer
met emaille-verf geschilderd, laat U de
kralenvulling rondom ook weg.
Wanneer het geheele motief bewerkt is,
vernist men over alles heen met spiritus
vernis.
Wanneer U het werk op glas wilt doen,
kunt U de teekening aan den binnenkant
plakken, dit op den buitenkant opschilde
ren met goudlij m, daarna met goudpoeder
opstrooien, de deelen, als dit droog is, met
lijm besmeren en vervolgens de kralen op
brengen.
Het glazen voorwerp kan dan met een
mooie kleur van binnen geschilderd wor
den, daarbij zorgende, dat de achtergrond
een goede kleur voor het motief vormt.
ANEMOON
ff
DIE VROCJW IE mHAAR HUISHOUDING
0