De omzetbelasting goedgekeurd
ZWARE LAST VOOR ONS VOLK
li
Slagers stellen zich te weer
Wie betaalt omzetbelasting
Te weinig boter
Ondernemersraad
ABSOLUTE NOODZAAK
VALSCHE PROPAGANDA
VOOR DE N.S.B.
PROTESTVERGADERING
TE UTRECHT
Bent U fabrikant?
DONDERDAG 26 OCTOBER
De vijf-en-tachtig millioen kunnen
onmogelijk op andere wijze
verkregen worden
Optimistische ramingen
Herziening Tarief wet?
De nieuwe belastingen
Dubbele streep
Nog een verklaring
VAN STEUN UITGESLOTEN
Stakende stucadoors van elders
EEN ..DUIVELSEILAND" IN AMERIKA
Een verlaging van het meng-
percentage zal binnenkort
noodzakelijk zijn
EIWITHOUDEND VEEVOEDER
GECONTINGENTEERD
HET AANTAL LUISTERAARS
IN NEDERLAND
De inkrimping van den rundvee
stapel en de bestemming van
het over te nemen vee
Krachtige resolutie
Een overzicht over de voornaam
ste bepalingen der omzetbe-
lastingwet 1933
Mr. P. J. Oud
Vier of tien procent
Hoeveel betalen?
Hoe men betaalt
Vrijstellingen
Verhaal op den kooper
Meer noodig voor den
export
Het Nederlandsch zout
Bouw van een fabriek te Hengelo
NED. SPOORWEGEN
Aanbesteding van IJselbrug
Oud-Minister Weiter wordt
voorzitter
LEVEND VEE NAAR ITALIË
Tijdelijk geen invoervergunningen
Binnenlandsche Kerkelijke
Leeningen
DEN HAAG, 25 October.
De omzetbelasting, die ver
moedelijk met ingang van 1 Januari
a.s. een last van circa 85 mil
lioen op ons volk zal gaan leggen,
is door de Eerste Kamer zonder
hoofdelijke stemming aanvaard.
De meeste oppositie heeft Minister OUD in
den Senaat ondervonden van den Katholieken
afgevaardigde VISSER, die tot in zijn repliek
bleef volhouden, dat men, alvorens deze indi
recte belasting in te voeren, eerst nog eens een
buitengewone heffing had moeten doen van de
inkomens van 30.000 en daarboven.
De Minister, die ook bij de Eerste Kamer in
druk maakte door zijn groote feitenkennis en
door de helderheid van zijn a l'improviste af
gestoken betoog, heeft daartegenover vooral als
argument aangevoerd, dat men zich bij zijne
beslissing, of nu de directe belastingen nog
maar eens moeten worden opgeschroefd dan
wel eene nieuwe bron op het gebied van de in
directe belastingen moet worden aangeboord,
niet zuiver en alleen moet laten leiden door
eenerzijds medelijden met de minvermogenden,
de werkloozen, de groote gezinnen, en ander
zijds door een zekere fiscale gretigheid tegen
over degenen, die ook thans nog na aftrek van
de zware directe belastingen jaarlijks groote
revenuën overhouden. Maar al te zeer wordt
voorbijgezien, dat de hoogere» inkomens ook een
belangrijke functie vervullen in het economi
sche leven der gemeenschap.
Ook de heer Visser, die voortdurend sprak
over degenen, die toch nog zulk een belangrijk
„verteerbaar inkomen" overhielden zelfs na be
taling van de zeer hooge belastingpercentage's,
zag volkomen voorbij, dat voor de kapitaalvor
ming nog verdere aantasting dezer inkomens
en vermogens funest zou zijn. Reeds in zijn
Memorie van Antwoord had de Minister voor
gerekend, dat van de hoogste toenemingen van
het inkomen uit arbeid reeds thans 45 pCt. be
lasting geheven wordt en dat voor het inko
men uit vermogen dit percentage zelfs tot 10
stijgen kan. Maakt men niet, aldus de Minister,
door hier nog verder te gaan, voor dengene,
die den Staat als participant voor 45 pCt. in
zijn winst naast zich ziet, maar die denzelfden
Staat zich volkomen afzijdig ziet houden, als er
verlies is, tenslotte den toestand zóó, dat hij
maar liever geen verdere risico's meer neemt en
er het bijltje bij neer legt? Met alle gevolgen
van dien voor ons economisch leven en voor
het bestaan van tal van anderen.
Minister Oud, die overigens in zijn jarenlange
parlementaire loopbaan allerminst blijk gaf,
dat hij voorstander is van opvoering der indi
recte verbruiksbelastingen, moest thans de ab
solute noodzakelijkheid van deze omzetbelas
ting nog eens met nadruk vaststellen, omdat
by de directe belastingen uit inkomen en ver
mogen het hoogtepunt in het algemeen reeds
bereikt, zoo al niet overschreden is. Uit de di
recte belastingen zou trouwens ten hoogste nog
5 a 6 millioen te persen zijn.
Deze omstandigheid, dat de 85 millioen, die
de omzetbelasting moet opbrengen, onmogelijk
op andere wyze kunnen worden verkregen,
heeft dan ook by alle fracties en sprekers den
doorslag gegeven.
Behalve den heer Visser spraken van katho
lieke zyde de heeren mr. VAN LANSCHOT en
BLOMJOUS. Beiden hebben bij dit ontwerp
in herinnering gebracht de episode in de
Eerste Kamer in het begin van dit jaar, toen
de Katholieke fractie haar stem aan de 30 op
centen op sommige tariefposten en aan de
20 opcenten op den suikeraccijns afhankelijk
stelde van minister de Geer's toezegging, dat
zoo groot mogeiyke spoed zou worden gezet
achter de technische herziening van de Tarief-
wet.
Beiden poogden thans van den bewinds
man eene verklaring los te krijgen, dat die
herziening zou worden benut, om door
hooger tarieven aan ons bedrijfsleven
meerdere bescherming te waarborgen. De
heffing van specifieke rechten zou volgens
den heer Blomjous behalve groot nut voor
den. binnenlandschen producent wel 30
40 millioen voor den fiscus opbrengen en
veel beter werken dan retorsie, clearing en
contingen teering.
Mr. van Lanschot heeft den minister op
den man af een tweetal vragen gesteld, die ons
wel wat buiten de orde leken en bovendien
minder gelukkig, omdat de regeering bezig is
aan haar antwoord op wat de Tweede Kamer
in het Voorlooplg Versla over Hoofdstuk I
over heel het regeerbeleid te berde bracht.
De leider der Katholieke fractie vroeg, of de
regeering bezwaar had tegen matige verhoo
ging van het tarief, en, zoo ja, of die alge-
meene bedenking dan óók gold ten aanzien
van het tarief op hier te lande niet geprodu
ceerde goederen. Maar minister Oud liet zich
hierover niet positief uit. Hü legde er nadruk
op, dat het compromis met minister de fleer
alleen een technische herziening der Tariefwet
betroffen had, die ongeveer 20 millioen zou
moeten opbrengen ter compensatie van wat
men toen ter vermüding van een conflict voor
één jaar wilde aanvaarden. En ten aanzien
van een eventueele wijziging van het karakter
der Tariefwet bepaalde hü zich ertoe, terug
te grijpen naar de regeeringsverklaring van
het kabinet-Coljjn, waarin stond, dat ten aan
zien van onze economische politiek tegenover
het buitenland geen enkel middel bü voorbaat
werd uitgesloten.
Mr. VAN LANSCHOT, die overigens reeds
thans tot den minister een woord van warme
hulde sprak voor zyne Millioenennota, heeft
zich ook even op het gebied van het algemeen
financieel beleid gewaagd met eenige pessi
mistische klanken. Hy gewaagde van een
tegenvaller van 50 millioen bij het Invalidi-
teitsfonds en meende, dat de minister ten aan
zien der raming van de opbrengst zyner
nieuwe belastingen nog te optimistisch was
geweest. Tegeiyk waarschuwde hy alvast te
gen de „"erschrikkelyk groote onbillykheden",
die eventueel aan de crisisinkomstenbelasting
op geiyk of nagenoeg gehjk gebleven inkomens
kunnen vastzitten. Inderdaad!
De Minister heeft zich en hij had daarin
geen ongelyk over de andere financieele
maatregelen niet uitgelaten. Alleen heeft hy
eenige woorden gewijd aan de door sommigen
buiten de Kamer aangeprezen heffing in eens,
omdat die eventueel een opbrengst zou kunnen
hebben, die zou opwegen tegen die van, de om
zetbelasting. Met zyn plaatsgenoot, Mr. SLIN-
GENBERG, achtte de Minister echter zulk eene
heffing in eens alléén op haar plaats in een
tydperk van stijgende conjunctuur, waarin zij
benut zou kunnen worden om een voor de schat
kist zeer moeilijken tyd af te sluiten. Na den
oorlog heeft het Kamerlid Oud dan ook zulk
een heffing verdedigd. t
De Vrijheidsbonder DROOGLEEVER FOR-
TUYN heeft in een kort, maar zeer verdienste-
iyk betoog twee dingen onderstreept. Ten eer
ste dat steeds de bezuiniging voorop moet staan
uitspraak, waarbij Minister Oud zich van
heeler harte aansloot. En ten tweede, dat in
het verleden de financieele gestie en heel het
beleid van de Overheid veel te veel aangeleund
heeft tegen de directe belastingheffing. Ook de
heer Blomjous had voordien reeds beklemtoond,
hoe de conjunctuur-gevoeligheid der directe be
lastingen, vooral als daarby sterke progressie
wordt toegepast, de openbare kassen plotseling
voor geweldige verliezen plaatst, wanneer crisis
en malaise de inkomens en vermogens sterk
doen slinken.
De Christelijk-Historische afgevaardigde TER
HAAR gaf opnieuw biyk, dat hy één der meest
verstokte aanhangers van den vrijhandel is,
door te spreken van de „ter onzaliger ure" af
gedwongen herziening der Tariefwet en van de
„onverzadigbare begeerten van dr. Kortenhorst
en zyn vrienden." En dr. Wibaut deed ietwat
boos tegen Minister Oud, omdat deze in zyn
Memorie van Antwoord geen globale opgave had
willen geven van de opbrengst der indirecte be
lastingen. Minister Oud heeft vergeefs getracht
dezen veteraan te overtuigen, dat hy daarvoor
goede motieven had. Primo immers zou deze
globale opgave op zichzelf al weinig zeggen, om
dat in ons stelsel van indirecte belastingen ver
schillende heffingen voorkomen b.v. het ze
gelrecht op effecten, de dividend- en tantième
belasting die met de door dr. Wibaut in be
scherming genomen „kleine luyden" zeer weinig
te maken hebben. En secundo zegt zelfs een
opgave van de opbrengst der zuivere verbruiks
belastingen niets omtrent den druk, dien zy
uitoefenen. Men zou daarvoor moeten weten,
hoeveel iedere contribuabele van die opbrengst
voor zijn rekening neemt.
Mr. VAN LANSCHOT heeft nog eens gewe
zen op de groote voordeelen, die voor het Ne-
derlandsche volk hebben vastgezeten aan het
feit, dat deze omzetbelasting den thans door
sommigen zoo gesmaden weg door het Parle
ment heeft moeten afleggen. Dit feit zal inder
daad menigen fascist een aardig sommetje per
jaar besparen!
De redacteur-verslaggever, die voor ons de
vergadering van de N.S.B. te Alkmaar bij
woonde, waarin de heer Vlekke zyn inmiddels
energiek tegengesproken bekende bewering om
trent Mgr. Aengenent en de N.S.B. uitte, ver
zekert ons naar aanleiding van 's heeren
Vlekke's wel wat late en dan nog slechts ge-
deelteiyke „rechtzetting" nadrukkelijk:
„De woorden van den heer Vlekke heb ik
nauwkeurig opgeteekend; blijkens myn ge
schrift heeft de heer Vlekke duidelijk in één
verband het z.g. gesprek van Mgr. Aengenent
weergegeven met deze woorden:
„De N.S.B. is voor katholieken niet verboden;
ik verbied ze niet, kan ze niet verbieden; jullie
fascistische leer is niet in stryd met de katho
lieke beginselen."
Ik heb mijn aanteekening van deze passage,
die ik bewaard had, er nog eens speciaal op na
gekeken.
Uit het betoog van den heer Vlekke was ab
soluut niet op te maken, dat hy aan de woor
den van Mgr. Aengenent zyn eigen meening
vastknoopte, die hy dan met de drie laatste
zinnen van het hierboven-aangehaalde zou heb
ben vertolkt."
Naar wy van bevoegde zyde vernemen moe
ten alle stucadoors van elders, die opgeroepen
waren voor werk in Amsterdam en die dat niet
hebben aanvaard, krachtens beslissing van den
minister van Sociale Zaken van allen steun
worden uitgesloten.
Intusschen blijken reeds veel arbeiders van
buiten het werk te hebben aanvaarde hetgeen
niet te verwonderen valt, daar alle organisaties
de stucadoorsstaking te Amsterdam afkeuren en
achter de werkende arbeiders staan.
mM,
Het Alcatraz-eïland bij San Francisco, dat omgeven wordt door kolkrijke wateren, is
bestemd als deportatie-oord voor een 600-tal als onverbeterlijk beschouwde
misdadigers.
Volgens de „Telegraaf" is de contingenteering
in voorbereiding van eiwithoudend veevoeder
als veekoeken en dergeiyke.
De contingenteeringscommissie heeft de be
langhebbenden reeds gehoord. Naar verwacht
wordt, zal deze contingenteering spoedig haar
beslag krijgen.
Op 1 October 1933 bedroeg het aantal aan
gegeven radio-ontvanginrichtingen 316.956.
Het aantal aangeslotenen aan radio-distri
butie-centrales bedroeg 297 041, hetgeen in to
taal neerkomt op 74 luisteraars per 1000 in
woners.
Op Woensdag 25 October werd door de com
missie van overleg, samengesteld uit den Ned.
Slagershond, den Ned. R. K- Hanzebond van
Slagerspatroons, den Ned. Grossiersbond voor
den Vleeschhandel, een vergadering belegd te
Utrecht in de groote zaal van de Handelsbeurs
te Utrecht op de Maxiaplaats.
De zaal was geheel gevuld met slagers en
grossiers, toen de voorzitter, de heer J. v. d.
Veer, lid van den Ned. Slagershond, de aan
wezigen welkom heette. Spr. hoopte dat het
een waardige vergadering zou worden en gaf
vervolgens een lange uiteenzetting van de po
gingen door de comm. van overleg gedaan om
de belangen der slagers veilig te stellen bij
de regeering. Vooral de extra heffing van 200
procent boven het accijns op het geslacht en
de plannen om het vleesch dat door de be
sparing van den rundveestapel wordt gepro
duceerd in blik te verwerken heeft de slagers
genoodzaakt zich te weer te stellen. De com
missie had al de crisis rundveecentrale het voor
stel gedaan om een gedeelte van het overtol
lige vleesch in te laten vriezen en daarmee het
Argentijnsche vleesch te beconcurreeren, het
slechtste gedeelte in destructors te laten ver
nietigen en de middelmaat op goedkoope wijze
te distribueeren onder die gedeelten van de be
volking die daar behoefte aan hebben. Voor
deze plannen was de regeering niet te vinden.
Aanvankelijk was de regeering van plan om
het vleesch tot cornedbeef te laten verwerken
en dit te trachten af te zetten in het buien-
land. De commissie heeft bereikt dat dit plan
niet door is gegaan. Evenwel wil de regeering
nu het vleesch op andere wijze laten verwerken
in blik en ook dat mag niet geschieden. Het
vleesch zal gedistribueerd worden, maar spr.
vraagt zich af waarom dat in blik moet ge
beuren en waarom er geen versch vleesch wordt
gedistribueerd.
Het Nederlandsche volk is afkeerig van
vleesch in blik. Wat de heffing betreft van
200 pet., dat zou aanvankelijk 300 pet. zijn.
Er is al bereikt dat het nu 200 pet. wordt.
Ook dit is nog een ramp voor de slagers,
want de consumenten kunnen het niet be
talen
Vervolgens werden enkele telegrammen voor
gelezen. In een van de telegrammen werd de
wensch geuit dat een bekende vleesch-in-blik-
fabrikant met zyn kornuiten in een concentra
tiekamp zou worden opgesloten-
Van de gelegenheid om vragen te stellen
werd door velen gebruik gemaakt.
De heer Van Leeuwen uit Rotterdam stel-
Nu de Omzetbelastingwet door den Senaat
is aangenomen, hjkt het ons voor vele lezers
nuttig en belangrijk een overzicht te geven
van de voornaamste bepalingen dezer wet, zoo
als zij, na vruchtbaar overleg tusschen den
Minister' en de beide Kamers, uit de smederij
van het Parlement te voorschyn is gekomen.
Een omzetbelasting wordt geheven van eiken
fabrikant, die goederen levert hier te lande.
„Fabrikant" noemt de wet ieder, ,,die hier
te lande goederen teelt, voorbrengt, vervaar
digt, bereidt of bewerkt of een of meer dezer
handelingen in zyn beroep doet verrichten."
Onder deze omschrijving vallen dus niet al
leen zy, die in het gewone spraakgebruik „fa
brikant" worden genoemd, doch allen, die in
hun beroep op een of andere manier goederen
van aard doen veranderen: een boer b.v. en
een kleine ambachtsman, een schoenmaker of
een gmiH en zelfs een restauranthouder, die
spijzen „bereidt."
„Goederen" noemt de wet alles wat rut zijn
aard roerend is. Krachtens deze omschrijving
vallen dus reeds buiten de omzetbelasting: on
roerende goederen, zooals grond, huizen, boo-
men, onafgeplukte vruchten en dergelijke. En
vervolgens; schepen, effecten, rechten, diensten
e.d. Bovendien stelt de wet uitdrukkelijk een
aantal met name genoemde „goederen" vrij
van belasting. De ïyst yan deze goederen be
vat o.m. producten van landbouw en vee
teelt, brood, boeken, dag- en weekbladen, gas
en electriciteit voor openbare verlichting, goud,
water en zout. Deze ïyst is aan de wet toegevoegd
en dient men afzonderiyk te raadplegen.
„Leveren." Daarmede wordt bedoeld: gewoon
of in huurkoop verkoopen. Voor goederen die
in commisies of naar filialen worden gezonden
wordt dus geen omzetbelasting betaald. Andere
vormen van eigendomsoverdracht, schenkingen
byvoorbeeld, worden wèl beschouwd als leve
ringen. Evenals het feit, dat een fabrikant
goederen uit zyn bedrijfsvoorraad neemt voor
eigen gebruik. In deze beide gevallen moet dus
wel omzetbelasting worden betaald.
„Hier te lande" moet worden geleverd. De
wetgever heeft nJ. niet bedoeld den export die
tóch al moeilijkheden genoeg heeft, zwaardere
lasten op te leggen.
De omzetbelasting bedraagt vier procent,
behalve voor een aantal goederen waarop
ter vervanging van de weeldebelasting tien
procent wordt geheven. De ïyst van deze goe
deren is eveneens aan de wet toegevoegd, zy
bevat 54 nummers waaronder b.v. siervoorwer
pen voor huishoudelijk gebruik (beelden, vazen
enz.), amateur-fototoestellen, verschillende elec-
trische apparaten, jachtwapenen, kano's, lede
ren koffers en garnituren, lyfsieraden, luidspre
kers radio-toestellen, sigarenaanstekers, smo
king-, rok- en galakleeding, toilet- en reukwa
ter, vulpenhouders enz. enz. Ook deze ïyst
dient men na te slaan.
Het percentage wordt geheven van den ver-
koopprys, waarby alle kosten moeten gerekend
worden, die de fabrikant vergoed krijgt, als
porti e.d.
Indien noodig, heeft afronding van het ver
schuldigde bedrag plaats naar boven op heele
centen.
De algemeene regel is dat de fabrikant aan
de omzetbelasting voldoet door middel van ze
gels, die hy OP de factuurs moet plakken. Waar
die zegels verkrygbaar zullen zijn en in welke
waarde, dat wordt nog nader geregeld.
In drie gevallen behoeft geen zegel te wor
den geplakt doch bepaalt de inspecteur der ac-
cijnzen een aanslag, aien de fabrikant ineens
betaalt, ni.: 1. wanneer een fabrikant voor
eigen gebruik over goederen uit zyn bedrijfs
voorraad beschikt; 2. wanneer hy levert aan
particulieren en 3. wanneer hy speciale toe
stemming van den Minister heeft gekregen om
het zegelplakken na te laten.
Vervolgens is de fabrikant verplicht om ter-
wille van den goeden gang van zaken:
aan zijn kooper een factuur uit te reiken;
van die factuur een tweede exemplaar te be
waren;
deze dubbele exemplaren in te schrijven in
een register;
register en dubbele twee jaar lang te be
waren en den daartoe gemachtigden ambtena
ren inzage in deze stukken te verleenen.
De wet gaat uit van het standpunt eener
éénmalige heffing aan de bron. Vrijgesteld van
belasting zijn dus alle goederen die door een
fabrikant zonder nadere bewerking worden
verkocht. Vrijgesteld zijn ook de grond- en
hulpstoffen die bij de bewerking van een pro
duct noodig zijn, zooals meel voor een bakker,
papier voor een handelsdrukker, stoffen voor
een kleermaker en verder brandstof, electrische
energie en verpakkingsmiddelen e.d.
Ook fabrikanten, die slechts een klein ge
deelte van de goederen die zy verkoopen, zelf
vervaardigen uit grondstoffen, waarvoor reeds
omzetbelasting is betaald, kunnen door of na
mens den Minister worden vrijgesteld van om
zetbelasting.
De wet bedoelt een algemeene verbruiksbe
lasting op te leggen en geeft dus den fabrikant
uitdrukkelijk het recht en zelfs den plicht om
het bedrag, dat hy aan omzetbelasting be
taalde, in rekening te brengen aan zyn afne
mers. De kooper is zelfs mede aansprakeiyk
wanneer er geen of te weinig belasting is be
taald.
Om ook de goederen, die van het buitenland
worden ingevoerd in geiyke mate te treffen als
de in het eigen land voortgebrachte, worden
deze naar den zelfden maatstaf belast met een
bijzonder invoerrecht van eveneens 4% voor
gewone goederen, opgenomen in de reeds ver
melde lijst. Voor grondstoffen is de mogelyk-
heid opengelaten het bijzonder invoerrecht te
vervangen door een compenseerend invoerrecht
van resp. 1 en 2% in plaats van 4 en 10.
Tenslotte: Een uitstekend overzicht van de
geheele wet, systematisch gerangschikt, met
verklarende aanteekeningen en met den letter
lijken tekst, benevens de genoemde ïysten
alles samen in 100 bladzijden werd reeds, uit
gegeven door Mr. I. van der Spek by W. J.
Thieme en Cie. te Zutphen.
Het boekje is getiteld: „De omzetbelasting-
wet 1933 voor iedereen verklaard."
Wij maakten er bij het samenstellen van dit
overzicht dankbaar gebruik van.
de voor om een comité van actie op te richten
en om propaganda te maken door middel van
advertenties in de pers.
De heer Pijl uit Amsterdam sprak de wensch
uit dat de Bond advies zou inwinnen van de
afdeelingen. De commissie heeft alles gedaan
wat mogelijk was. De ongeorganiseerde slagers
zijn de schuld van al de ellende-
De heer Felsenboer uit Amsterdam zeide dat
de groot-industrie bevoorrecht wordt door de
regeering ten koste van het kleine slagers-
bedrijf.
De heer ter Heide uit Rotterdam raadt den
slagers aan alle geoorloofde middelen aan
te wenden om de heffing van 200 pet. onge
daan te maken. De commissie van overleg
moet door blijven werken, maar actiever en
scherper.
Nadat nog vele aanwezigen woorden van
verontwaardiging hadden laten klinken stelde
de heer van Leeuwen uit Rotterdam nogmaals
voor om een comité van actie op te richten.
De voorzitter antwoordde dat de commissie
van overleg niet accoord gaat met dat voor
stel, omdat de commissie van overleg wel
zelf kan doen wat de heer van Leeuwen van
een comité van actie verwacht. De voorzitter
las toen een resolutie voor, die als volgt luidde:
De buitengewone vergadering van leden
van den Nederlandschen Slagershond, den
Ned. R. K- Hanzebond van Slagerspatroons
en den Ned. Grossiersbond voor den
Vleeschhandel, 25 October te Utrecht ge
houden;
kennis genomen hebbende van de uiteen
zetting van het werk der commissie van
overleg, samengesteld uit genoemde bon
den;
spreekt haar groote teleurstelling en ver
ontwaardiging uit over het feit dat de
Crisis-Rundveecentrale het contact met de
Commissie van Overleg heeft verbroken, op
grond van het beleggen eener persconferen
tie door genoemde commisseie, waarby
naar de overtuiging van de vergadering de
Commissie van Overleg met het volste
recht voor de publieke opinie haar stand
punt heeft verklaard, ten opzichte van de
inkrimping van den rundveestapel en de be
stemming van het door de Regeering over
te nemen vee.
De vergadering geeft haar volkomen in
stemming met de handelingen door de
Commissie van Overleg verricht, dus ook
ten aanzien van de plannen door de Com
missie van Overleg by den Minister van
Economische zaken en de Crisis Rundvee
Centrale ingediend, terzake de distributie
van het vleesch der af te slachten runderen,
in verschen toestand via het slagers- en
grossiersbedrijf, zulks zijnde in het alge
meen belang.
De vergadering spreekt het volste ver
trouwen uit in de gevoerde leiding van de
Commissie van Overleg en draagt haar op,
om op den reeds ingeslagen weg voort te
gaan.
De vergadering besluit deze resolutie ter
kennis te brengen van de Regeering, van
de Crisis Rundveecentrale en de pers;
gaat over tot de orde van den dag.
De resolutie werd met enthousiasme en da
verend applaus ontvangen, waarna de heer J.
v. d- Veer de verzekering gaf dat er nu voort
aan niet meer verzocht, maar dat er geëischt
zal worden.
De vergadering, die zeer rumoerig was werd
daarna gesloten.
Overal heerscht botertekort, schrijft het offi-
cieele orgaan der F. N. Z. Uit het buitenland
valt een toenemende vraag naar boter te con-
stateeren.
In de eerste plaats uit Duitschland, waar de
regeering aan de olie- en vetcentrale opdracht
gaf een extra kwantum boter van 500 a 600 ton
te importeeren tegen wereldmarktprijs. Ook
Nederland kwam daarvoor in aanmerking, doch
gezien de byzondere voorwaarden waaronder
deze levering gevraagd werd, kon hierover nog
geen beslissing worden genomen. In Denemar
ken schijnt men intusschen met de levering van
een extra kwantum te zijn begonnen.
Door de commissie voor den Nederlandsch-
Zuid-Afrikaanschen Handel werd een telegram
uit Zuid-Afrika ontvangen, waarin om telegra
fische offerte van boter uit Nederland wordt
gevraagd. België overweegt, zoals bekend, om
vanwege het tekort aan boter in de maand No
vember het botercontingent aanzienlijk op te
voeren.
Inmiddels is de Nederlandsche markt niet
zoodanig van versche boter voorzien, dat aan
al deze aanvragen voldaan zou kunnen worden
zonder de binnenlandsche botervoorziening in
de war te sturen. Het zal daarom in de eerste
plaats noodig zyn dat men het mengpercen-
tage in de margarine verlaagt, opdat er weer
boter voor export disponibel komt.
Onder den titel „Geen menging van boter in
margarine" komt in het laatstverschenen num
mer van de Deensche „Maelkeritidende" een
bericht voor, waarin wordt medegedeeld, dat
Nederla'nd tot die landen behoort, welke een
menggebod van boter in margarine hebben in
gevoerd, ten einde den afzet van boter te bevor
deren. De schrijver voegt hieraan toe, dat tegen
dit menggebod langzamerhand in landbouw-
kringen een sterke oppositie is ontstaan, welke
opheffing daarvan voorstaat. Daarna deelt hy
mede, dat ook in Denemarken dit vraagstuk
ter sprake geweest is. Het resultaat was, dat
men daar nog steeds van oordeel is, dat het 't
meest juiste standpunt is, een reine vlag te
toonen en zuivelproducten en surrogaten scherp
uit elkaar te houden.
Zooals bekend, heeft Duitschland zijn han
delsverdrag met Finland#en de daarbij behoo-
rende aanvullende overeenkomsten opgezegd
tegen het einde van dit jaar. Daarmede wordt
dus een toestand geliquideerd, welke vooral met
betrekking tot den invoer in Duitschland van
boter en kaas, aanhoudend tot de grootste moei-
lykheden met de belangrykste leveranciersian-
den van Duitschland, zooals Nederland, heeft
geleid.
In verband met de verleende concessie aan
de Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo voor de
ontginning van steenzout en de winning van
zouthoudend bodemwater op het terrein onder
Hengelo en Lonnelcer, weet „Het Handelsblad"
nog mee te deelen, dat de Kon. Ned. Zout-hi'
dustrie inderdaad 't voornemen heeft over te gaan
tot de exploitatie van het gebied, waarvoor
thans concessie is verkregen. Tot dat doel zal in
de gemeente Hengelo een zoutfabriek worden
gebouwd.
Gememoreerd zij nog, dat de Maatschappy
voor mijnbouwkundige werken te Heerlen on
geveer tezelfder tyd als de Kon. Ned. Zout
industrie boringen verrichtte in de omgeving
van Hengelo n.l. onder Oele. De Kon. Ned,
Zoutindustrie had echter reeds zout gevonden
vóór deze laatste maatschappy met haar werk
zaamheden gereed was. In 1929 is ook aan de
Mijnbouwmy. „Gelria" concessie verleend tot 't
etlploiteeren van een gebied onder Groenlo.
Tot exploitatie van dat gebied is het echter
nog niet gekomen.
Bü de Dinsdag door de Nederl. Spoorwegen
gehouden openbare aanbesteding van Bestek no.
1640 SS: het vervaardigen, leveren, stellen en
verven van den stalen bovenbouw met toebe-
hooren van een op den bestaanden onderbouw te
plaatsen nieuwe enkelsporige overbrugging van
den IJsel by Hattemerbroek en het sloopen van
den bestaanden bovenbouw, was de laagste ln-
schryver de N.V. Kon. Mij. „De Schelde" te
Vlissingen voor de somma van f 357.209, by ge
bruik van Nederlandsch gietstaal en f 351.709
by vrye keuze. Raming was f 442.000.
Naar wy vernemen zal met ingang van I No
vember als voorzitter van den Ondernemersraad
voor Nederlandsch-Indië optreden de heer Ch.
J. I. M. Weiter, oud-minister van Koloniën en
oud-vice-president van den Raad van Ned.-
Indië.
De heer Weiter volgt in het presidium van
den Ondernemersraad ir. Kalff, den tegenwoor-
digen minister van Waterstaat, op.
De Directie van den Landbouw deelt mede,
dat, in verband met den stand van het mond
en klauwzeer hier te lande, de Italiaansche re
geering de afgifte van invoervergunningen voor
levend vee, uit Nederland afkomstig, tydehjk
heeft gestaakt.
Het Kerkbestuur van de Parochie van de H.
Barbara te Rotterdam ziet zich door den nood
der tyden gedwongen een ernstig beroep op
obligatiehouders te doen.
Nadat reeds wijlen Pastoor Mersel, de stichter
der Parochie, zyn uiterste krachten had gegeven
om te zorgen, dat de parochie aan hare finan
cieele verplichtingen zou kunnen voldoen, by
welke poging hij ook zyn privé vermogen heeft
zien verloren gaan en nadat tenslotte deze voor
enkele jaren nog zoo krachtige Parochieherder
geheel terneer geslagen door de zware financieele
zorgen, die zijn lichamelyke krachten totaal heb
ben ondermynd, was hengegaan, werd Pastoor
W. G. Buren door den Bisschop van Haarlem
met de leiding der Parochie belast.
De nieuwe Pastoor zal naar best vermogen
trachten de parochie omhoog te voeren, maar
zal deze taak slechts dan naar behooren kunnen
vervullen, indien de financieele zorgen niet
zwaarder blijven drukken dan allernoodzake-
lykst en mogelyk is.
Daarom wendt de Parochieherder zich met de
overige leden van zyn kerkbestuur tot obligatie
houders met een dringende bede. De parochie
is n.l. onmogelijk meer in staat de rente van 5
procent op te brengen van de obligatieleening
van f 400.000, die in 1921 werd uitgegeven.
Helaas zyn de inkomsten der Parochie in de
laatste jaren tengevolge van de crisis-omstan
digheden zoo verschrikkelyk teruggeloopen, dat
aan betaling van 5 pCt. rente eenvoudig niet
meer te denken valt.
Gelijk bekend ligt de St. Barbarakerk in een
stadsdeel van Rotterdam, dat vrijwel geheel en
al wordt bewoond door arbeidersbevolking. Meer
dan de helft der Parochianen is ongeveer werk
loos en het ziet er inderdaad niet naar uit, dat
daarin spoedig een gunstige wending zal ko
men.
Terwyl elke Parochie hare inkomsten van
maand tot maand ziet terugloopen, heeft de ver
mindering van inkomsten by de St. Barbara
Parochie schrikwekkende afmetingen aangeno
men. En toch zal de St. Barbara Parochie haar
financieele verplichtingen tot betaling van
rente en aflossing moeten en ook blijven nako
men, indien de houders van de obligaties der
kerk hunnerzyds er toe zouden willen medewer
ken de rente van vyf tot vier procent te verla-
gen.
Het ligt in de bedoeling, dat reeds op 1 No
vember a.s. de verlaagde rente van 4 pCt. zal
kunnen worden betaald.