Karwahne boos op Dimitrof
k
Het nieuws van heden
DE BULGAAR KRIJGT EEN
WAARSCHUWING
PAINLEVE GESTORVEN
DE BAROMETER
VEREENIG DE KATHOLIEKE PERS
BUREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen per week 25 cent;
per kwartaal f 3.25; per post, per
kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling
MAANDAG 30 OCTOBER 1933
DACBLAD UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866
Getuige von Weberstedt heeft op
27 Febr. een scherpe bijtende
lucht in kamer 51 waar
genomen
Tanef moet zijn jas aan
trekken
De gebroken ruit
Het WeeriiiiKmiiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiii
HET CHRISTUS-KONING-CONGRES TE MAINZ
MACON" THUIS
Na talrijke proefvluchten is het groote, nieuwe Amerikaansche marinelucht
schip „Macon", dat tweemaal zoo groot is als de „Graf Zeppelin", op zijn stand
plaats te Sunnyvale Californiëaangekomen
Prof. Calmette over
leden
Nobelpri j s voor Piccard
Groot politicus en beroemd kenner
der relativiteitstheorie van
Einstein
Vijftien maal minister
ïn het hol van den leeuw
Engelsch kustvaartuig
verdwenen
BERICHT
Woensdagfeestdag van Aller
heiligenzal de NIEUWE HAAR
LEMSCHE COURANT NIET ver
schijnen.
DE DIRECTIE
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN
Opwinding in Palestina
Militaire vliegtuigen boven
Jeruzalem
DE „ZEP" WEER NAAR HUIS
ZES EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 18517
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 d.; ingez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor
de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek
BERLIJN, 28 Oct. Als eerste getuige wordt
in de zitting van heden gehoord de journalist
Oehme, die overeenkomstig zijn gewoonte ook
op 27 Februari in den Rijksdag was. Getuige
verklaart, dat het tusschen 3 en 4 uur kan
geweest zijn.
De president wijst er op, dat Oehme aan
vankelijk door Torgler was genoemd als de
gene, met wien hij gespreken had, toen Kar
wahne, Frey en Kroyer voorbij kwamen. Later
noemde Torgler als zoodanig Florin.
Oehme verklaart het uitgesloten te achten,
dat hij reeds omstreeks 2>i of 3 uur in den
Rijksdag is geweest. Ook kon hij zich onmoge
lijk herinneren, dat hij tijdens zijn gesprek met
Torgler in de antichambre van de begrootings-
zaal Karwahne, Frey en Kroyer had zien pas-
seeren. Verder bevestigt getuige, dat hjj na
den brand met Torgler heeft getelefoneerd.
Deze had hem om zijn advies gevraagd, of hij
(Torgler) zichzelf bij de politie zou aanmelden,
daar men zijn naam met den Rijksdagbrand
in verbinding had gebracht.
Oehme had geantwoord, dat het in het be
lang der communistische partij was, dat
Torgler zich de politie ter beschikking stelde.
Een der assessoren wijst getuige er op, dat hij
vroeger tegenover de politie had verklaard, nooit
vóór 4 uur in den Rijkdag verschenen te zijn.
Hiermee was zijn thans afgelegde verklaring
niet in overeenstemming.
Getuige: Ter wille mijner persoonlijke vei
ligheid heb ik destijds wellicht een zelfs be
wust onjuiste verklaring afgelegd.
Torgler: Toen wij Maandag 27 Februari in
den Rijksdag kwamen, heeft u mij toen niet
voor een maaltijd uitgenoodigd?
De voorzitter verzoekt, de vragen niet zoo
suggestief te stellen.
Oehme: Dat is wel mogelijk, daar ik dit her.
haaldelük deed. Verder herinnert getuige zich,
dat Torgler zeer verontwaardigd was over het
feit, dat men op hem de verdenking van de
brandstichting kon laden. Of dit reeds tijdens
het gesprek in den nacht of tijdens 'het ge
sprek op den volgenden morgen het geval was,
kan hij niet met zekerheid zeggen. Hij wist
niet of een dergelijke verdenking reeds 's nachts
werd geuit. Verder verklaart getuige een jas
te bezitten, die beantwoordt aan de beschrij
ving, gisteren door getuige Denschei gegeven.
Het was dus mogelijk, dat Denschei hem met
deze jas in gesprek met Torgler had gezien.
Dit kon echter niet op den dag van den brand
zijn geweest.
Bij de verdere behandeling van het Rijksdag
proces verklaart getuige Oehme, dat hij bij de
laatste betooging van den Reichsbanner in de
Lustgarten een opdracht had, den Reichsban-
nerleider Heeltermann een voorstel te overhan
digen om Torgler in de gelegenheid te stellen
een verklaring af te leggen over de toekomstige
eenheidsactie.
Torgler vraagt of Oehme zich niet vergist,
want get. was geen lid van de communistische
partij, zoodat het zeer onwaarschijnlijk was, dat
men hem een opdracht zou gegeven hebben.
Get. Oehme: „Het was Koeren, die mij ver
zocht contact te zoeken met de Reichsbanner-
leiding. Inderdaad ben ik geen lid van de com
munistische partij geweest, ben ik het niet
en zal ik het, met mijn opvattingen, ook niet
worden." (Vroolijkheid).
Vervolgens wordt getuige Gutsche gehoord,
die vroeger bij de soc.-dem. fractie als chauf
feur werkzaam was. Op verzoek van dr. Sack is
hij opgeroepen, daar men hem voor v. d. -iubbe
zou hebben kunnen aanzien.
Getuige kan zich slechts herinneren, om
streeks 3 uur bij portaal II Torgler met hoed en
jas te hebben aangetroffen. Hij liep achter Torg
ler naar de boven verdieping, doch volgde hem
niet tot aan de anti-chambre der begrootings-
zaal, daar de soc.-dem. fractiekamers daar voor
liggen, verder verklaart getuige, Torgler herhaal
delijk met twee zeer gevulde tasschen het ge
bouw te hebben binnen zien komen.
Vervolgens verklaart de vroegere soc.-dem
fractie-secretaris Jakubowitz, zoowel 's ochtends
als 's avonds Torgler in de anti-chambre te heb
ben gezien, doch niet in gezelschap.
Hierop worden eerst v. d. Lubbe en de getuige
Gutsche voor de rechterstafel geleid, waarop
achtereenvolgens de getuigen Karwahne, Frey
en Kroyer worden binnengeroepen, wien de
vraag wordt gesteld, of zij een verwisseling van
V. d. Lubbe met Gutsche mogelijk achten.
Alle getuigen antwoorden op deze vraag: Dat
is uitgesloten.
Getuige Frey wijst op het groote verschil tus
schen de grove trekken van Van der Lubbe en
het gelaat van getuige Gutsche.
Jacubowitz wordt dan met de drie getuigen
geconfronteerd. Karwahne verklaart ook thans
dat een persoonsverwisseling onmogelijk is.
Men kan Jacubowitz met zijn slanke figuur niet
verwisselen met Van der Lubbe; ook al droeg
die toen ter tijd zijn haar veel langer, een ver
gissing is en blijft buitengesloten.
Getuige Frey en Kroyer zetten uitvoerig uit
een waarom zij een verwisseling van Van der
Lubbe met Jakubowitz onmogelijk achten.
Dimitrof: Hoe komt het dat Karwahne al
leen Van der Lubbe precies gezien heeft en Po-
pof f niet? Dat Frey alleen Popoff gezien heeft
en Van der Lubbe niet? Dat Kroyer alleen Van
der Lubbe gezien heeft en Popoff niet? Ik vind
die heele getuige-geschiedenis nogal vreemd en
een beetje verdacht.
BERLIJN, 28 Oct. Op de scherpe vragen, die
beklaagde Dimitrof aan Karwahne stelt, ant
woordt getuige: Dimitrof heeft twijfel geuit
over onze geloofwaardigheid en gemeend er op
te moeten Wijzen, dat men hier met afgespro
ken werk te doen heeft. Ik moet mij er beslist
tegen verzetten, dat deze verdachte mij voor
de rechtbank nog langer beleedigt.
De president wijst getuige er op, dat Dimi
trof reeds veelvuldig beteugeld is, maar dat
anderzijds ook de verdachten zich zoo ruim
mogelijk moeten kunnen verdedigen.
Dimitrof wil terstond nog eenige vragen
stellen, doch de president ontneemt hem het
woord en dreigt hem van verdere deelneming
aan de zitting uit te sluiten, als hij zich niet
aan de instructies van den president houdt.
Na de pauze wordt de gewezen majoor von
Weberstedt voorgeroepen, die als perschef der
nat.-soc. tractie zijn werkkamer direct naast
de fractie-kamers der K. P. D. had.
Getuige verklaart, dat hij op 27 Februari
's middags tusschen 3 en 4, het kan ook half-
vijf geweest zijn, uit kamer 51, die tegenover
de communistische fractie-kamer ligt, een
scherpe, bijtende lucht waarnam, nog scher
per dan benzine of benzol. Op den vloer was
echter niets te zien. Ik vermoedde, aldus ge
tuige, dat er benzine uit een flesch was ge
stroomd en heb aan de zaak geen bijzondere
beteekenis gehecht. Den volgenden dag zeide
de journalist, dr. Droeschel mij, dat ook hi;
dien scherpen geur had waagenomen.
Getuige verhaalt dan van een tweede waar
neming, waarbij hij twee mannen ontmoette.
Op welken dag het was weet hij niet meer.
misschien den dag van den brand of een dei-
voorgaande dagen.
Precies op dezelfde plaats, als die ik zooeven
aanduidde, zegt hij, stiet ik op twee mannen,
een bijzonder breedgeschouderd, met een groo
te pet op, en de andere betrekkelijk klein met
een opvallend lange jas en een hoed, die diep
over het gezicht was getrokken. De tegenstel
ling werkte onwillekeurig lachwekkend. De
groote man had een tasch of een stuk bagage
op zijn linkerschouder.
Toen de rechter van instructie mij con
fronteerde met de verdachten, bleef ik
direct bij Tanef staan. In een seconde her
kende ik hem als dengene, die daarboven
gevangen zit.
President: Had Tanef bij de confronta
tie ook de lange overjas aan?
Getuige: Ja, dezelfde buitengewoon lange
jas.
De president vraagt getuige wanneer hij Van
der Lubbe het eerst heeft gezien.
Getuige: Ik ging de uitgebrande zaal voor
bij en zag daar den rechter van instructie,
verscheiden politie-agenten en midden in deze
groep een groote man aan den ketting. Ik
vroeg mij onmiddellijk af, waar ik dien man
al meer gezien kon hebben. Ik heb er echter
niet verder over gesproken, omdat ik niet ze
ker was van mijn zaak.
Den volgenden dag vroeg ik met dezen man
geconfronteerd te worden. Ik liet v. d. Lubbe,
opstaan en heb hem midden in z'n gezicht ge
zegd, dat hij de andere man was; hij betwistte
dit niet, maar maakte den indruk erg te schrik
ken.
President: U hebt hem destijds zonder twij
fel herkend als dengeen, die de kist heeft ge
dragen?
Getuige: Ja.
Getuige vertelt verder: Den morgen na den
brand ging ik naar den Rijksdag. Daarbij
kwam ik de kamers der K. P. D. voorbij en
trapte in een hoop scherven. Aan het glazen
dak daarboven ontbrak een groote ruit. Ik
ging naar de politie om dit mede te deelen.'Ik
ben met den commissaris naar de bedoelde
plaats gegaan. Intusschen waren de scherven
weggeveegd. Wij gingen een étage hooger en
namen een lange ladder. Toen zei de commis
saris: dat ik wel merkwaardig, bij dat venster
zijn voetsporen te zien. Het betrof een kamer
der communistische afgevaardigden.
In antwoord op verdere vragen zegt getuige,
dat 's avonds de ruit nog heel geweest moet
zijn, anders had hij het moeten zien.
De president: U hebt ook iets gezegd over
het openstaan der communistische fractie
kamer.
Getuige: Den volgenden dag passeerde ik
die kamer met dr. Droescher. Ik verwonderde
mij, dat de deur open stond en het viel ons
op, dat de kamer onberispelijk was opgeruimd;
terwijl er anders, naar het geruisch te oor-
deelen, twee schrijfmachines waren, stond er
nu niet één. Alleen de voorwerpen, die het
eigendom van den Rijksdag waren, stonden er
in; overigens was alles verwijderd. Men kreeg
den indruk, dat degenen
die hier hadden opge
ruimd, al wisten, dat zij
niet meer zouden terug-
keeren. De kasten waren
alle open.
Verdachte Tanef wordt
thans voor de tafels der
rechters geleid. Getuige
herkent hem positief.
De president vraagt
Tanef, of hij destijds zulk
een lange jas gedragen
heeft, waarop Tanef door
zijn tolk laat antwoorden:
Getuige vergist zich of
hij zegt de waarheid
niet."
De president: Ik vraag
u, of u een zoo lange jas gedragen hebt.
Tanef: Ik heb maar één jas en die heb ik
ook nu nog. Hij moet thans zijn jas aantrek
ken en ook zijn* hoed opzetten.
Getuige Weberstedt: Hij is het. Als men
Tanef
Verwachting: Krachtige
tot matigen, in het Noorden wellicht tij- jj|
delijk stormachtige, Westelijke tot Zuid- E;
E= Westelijken wind, betrokken tot zwaar-
of half bewolkt, waarschijnlijk regen-
buien, veel zachter des nachts, overdag
weinig verandering in temperatuur.
Hoogste stand: 765.6 te La Coruna.
Laagste stand: 733.9 te Kopenhagen.
1 STORMWAARSCHUWINGSDIENST g
|1 Geseind van De Bilt, hedenmorgen
7.50 uur aan de posten van Delfzijl tot
Hoek van Holland: „Weest op Uw hoede"
Zon op 6.53
2
onder 4.34 - Licht op 5.04
November V. M.
rnilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
hem een keer in zijn leven heeft gezien, dan
vergeet men hem niet meer.
Ook v. d. Lubbe wordt voorgeleid; slechts
met moeite slaagt men er in hem te doen op
staan. Hij moet naast Tanef gaan staan, maar
daar hij zijn hoofd zoo diep gebogen houdt,
lijkt hij even groot als de Bulgaar. Na herhaal
de energieke aanmaningen slaagt men er in v.
d. Lubbe het hoofd te doen opheffen en hem
een d kken bundel acten, dien de kist moet voor
stellen, op den schouder te doen nemen.
Getuige Weberstedt: Precies zooals ik het
gezien heb.
President: U verzekert ook thans, dat het
deze twee geweest zijn?
Getuige: Zeer beslist.
Bij het verdere verhoor blijkt het noodza
kelijk opnieuw een onderzoek in loco in te
stellen naar de plaats, waar de glasscherven
lagen en de kamers daarboven.
Na dit onderzoek wordt de inspecteur van
het Rijksdaggebouw, Soranowitz, nogmaals ge
hoord. Hij vertelt o a. dat hij in de uitgebrande
zaal midden tusschen een groep menschen een
grooten man zag staan, die met een ketting ge
boeid was. Get. was naast den man gaan staan
en had zich direct afgevraagd waar hij hem
meer had gezien. Den volgenden dag was hij
tot de overtuiging gekomen, dat het de man
was, dien hij met de kist had zien loopen. Hij
was toen naar den rechter van instructie ge
gaan en was geconfronteerd met Van der
Lubbe, wien hij zijn vermoeden had gezegd.
President: U hebt toch ook ergens een ge
broken ruit gezien, nietwaar?
Get.: Op den ochtend na den brand kwam
ik de kamer van de communisten voorbij. Ik
trapte op scherven, keek naar boven en zag,
dat uit het glazen dak een ruit ontbrak. Ik
heb mijn bevinding direct aan de politie mede
gedeeld. De president merkt daarbij op, dat de
ruit in ieder geval den vorigen avond om 8 uur
nog niet stuk kon geweest zijn, omdat de
lampenist daarvan niets had gezien.
G-et. Weberstedt verklaart met stelligheid,
dat Tanef de man in de lange jas is geweest.
Torgler merkt nog op, dat in de akte van
beschuldiging gesproken wordt van .scherven
voor de kamer van afgevaardigde Torgler."
Tanef verklaart nogmaals via den tolk. dat
get. zich of vergist of opzettelijk onwaarheid
spreekt.
Get. Weberstedt met scherpe stem: Ik zou
u er op opmerkzaam willen maken, dat een
Duitsch oud-officier niet liegt!
Tanef verklaart dan verder, dat hij nooit
in het Rijksdaggebouw is geweest. Hij
spreekt geen woord Duitsch en het zou toch
wel zeer zonderling zijn, wanneer hij met
Van der Lubbe, tegenover wien hij zich niet
verstaanbaar kon maken, in het Rijksdag
gebouw zou zijn binnengegaan.
Verd. Torgler vraagt dan nog, of de soc.-
dem. Rijksdagfractie in de dagen voor den
brand misschien een kist heeft ontvangen. Get.
Gutsche geeft hierop het antwoord: De dames
van het secretariaat van de soc.-dem. fractie
hadden wijn besteld. Het kwam in een kist
uit Rijnland, omdat dat goedkooper was. Dr.
Werner informeert belangstellend, hoeveel
flesschen er dan wel gestuurd waren.
Get.: Er waren hij rekent na twee....
vierzes dames. „Nou, zeggen we, zestig
flesschen ongeveer!" (Groote vroolijkheid in de
zaal.) „Een knecht van een expeditiefirma heeft
ze gebracht. Het was een man met een zwart-
leeren schort voor."
Raadsheer Kunders: Kan die kist, waarover
we hier gesproken hebben, die 60 flesschen heb
ben bevat?
Get.: Absoluut uitgesloten. De kist die ik
gezien heb, zou hoogstens 6 of 8 flesschen kun
nen bevatten.
De behandeling wordt daarna verdaagd tot
Maandag.
BERLIJN, 30 Oct. (V- D.) Heden begnt de
vierde week van proces-zittingen te Berlijn,
zoodat met de ongeveer veertien dagen te Leip
zig, bijna anderhalve maand reeds met het
Rijksdagbrandproces gemoeid is.
Bij den aanvang van de zitting verzoekt
Torgler een verklaring te mogen afleggen om
een belangrijke mededeelin te doen. Op ver
zoek van den voorzitter wordt deze verklaring
echter uitgesteld tot na het getuigenverhoor.
De eerste getuige is een zekere Soenke, bij
Te Mainz is een Christus-Koning-Congres gehouden. Op onze foto ziet men op de
eerste rij van rechts naar links: Mgr. Kaller, bisschop van Ermland; Mgr. dr.
Ludwig Mario Hugo, bisschop van Mainz; Mgr. Saric, aartsbisschop van Sarajewo en
Mgr. Johannes Rosz uit Japan.
wien de beklaagde Tanef aan het eind van Fe
bruari eenige dagen in huis heeft gewoond.
Hij verklaart, dat hij op 24, 25 of 26 Februari
Tanef, dien hij in 1920 te Boekarest door een
vriend had leer kennen, in de Friedrichstrasse
bij het station had getroffen. Op Tanef's mede-
deeling, dat hij geen woning had, bood Soenke
hem aan, eenige dagen bij hem te komen lo-
geeren. Waarheen Tanef daarna getrokken is,
weet get. niet. Tanef had geen bagage en ook
verder niets bij zich. Naar aanleiding van ver
schillende vragen verklaart get. tenslotte, dat
Tanef een pak met levensmiddelen bij zich
had gehad. Of hij aan het station bagage had
staan, kan get. niet zeggen. Tanef heeft onge
veer acht 'dagen bij hem in huis gewoond.
Soenke deelt nog mede, dat hij het Duitsch
niet volkomen machtig is, aangezien hij welis
waar van nationaliteit Duitscher is, maar in
de Kaukasus is geboren.
Uit verschill de vragen blijkt echter, voor
namelijk uit de verklaring van Popof, dat
Tar.ef bij aankomst te Berlijn Popof heeft ont
moet en dat Soenko een bekende van Popof
was. Popof heeft Tanef toen bij Soene onder
gebracht, en Soeke moet tenslotte toegeven, dat
hij Tanef niet uit Roemenië kent en dat hij
hem niet op straat heeft ontmoet, doch dat hij
b hem is gebracht door een bekende van Popof.
President: „U hebt bewust een meineed af
gelegd. Ik heb u gevraagd of u Tanef op straat
hebt ontmoet en u hebt opzettelk ja gezegd."
Get. Soenke: „Ik ben mij niet bewust dat ik
reeds den eed heb afgelegd."
President: „U hebt mij gezegd, dat u bereid
was, de belofte te doen."
Ge-t Soenke: „Nu herinner ik me dat."
President: ,Ik wensch hier geen woord meer
aan te verliezen."
De procureur-generaal dr. Wer
ner verzoekt dan de arrestatie van
getuige Soenke, dien hij ervan ver
denkt, meineed te hebben gepleegd.
Na een korte onderbreking van het verhoor
deelt de president dr. Buenger mede: „In het
officieele procesverbaal is vastgesteld dat get.
Soenke zich door de verklaring, dat hij Tanef
uit Roemenië kent, hem toevallig op straat
heeft getroffen en hem logies heeft aangebo
den, en dat hij geen koffer voor hem heeft
afgehaald of zich daarvan niets herinnert, on
der verdenking heeft gebracht, meineed te heb
ben gepleegd, aangezien hij zelf op vragen heeft
togegeven, dat hij op dit punt bewust onwaar
heid heeft gezegd.
Reeds heb ik bevel gegev tot voorloo-
pige aanhouding van get. Soenke, en zal
hij door de politie worden vastgehouden
tot het arrestatiebevel tegen hem is uitge
vaardigd.
Hierna werd get. Soenke door twee Schupo-
beambten weggevoerd.
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
PARIJS, 29 Oct. (V. D.) Professor Albert Cal
mette is op 70-jarigen leeftijd overleden.
In 1886 werd hij tot arts bevorderd. Tijdens
den oorlog werd hij benoemd tot plaatsvervan.
gend directeur van het Instituut Pasteur te
Parijs. Hij was lid van de Academie van We
tenschappen. Zijn naam is nauw verbonden
met het serum tegen tuberculose, het bekende
B. C. G.-vaccin. Calmetie heeft tal van werken
op geneeskundig gebied gepubliceerd In
Duitschland is de naam Calmette veel genoemd
in verband met het proces te Lübeck.
STOCKHOLM, 28 Oct. Naar „Allehanda"
mededeelt zou men het plan hebben, den Nobel
prijs voor Natuurkunde dit jaar toe te kennen
aan den stratosfeeronderzoeker prof. August
Piccard.
Ook de Nobelprijs voor Natuurkunde van het
jaar 1932 staat nog ter beschikking. Als candi-
daat voor dezen prijs wordt in de pers genoemd
de Amerikaan prof Bridgeman.
Het Nobelprijscomité is heden bijeengekomen
en zal zijn officieel rapport voorleggen aan de
Zweedsche Academie voor Wetenschappen. De
publicatie volgt eerst in November.
PARIJS, 29 October (V. D.) Painlevé is van.
ochtend te zijnen huize op bijna 70-jarigen leef
tijd overleden.
Paul Painlevé, professor in de wiskunde te
Parijs, lid van de Academie van Wetenschappen,
is op 5 December 1863 te Parijs geboren. Van
1910'28 was hij afgevaardigde voor het de
partement van de Seine, later voor Ain.
In 1915 werd hij minister van Onderwijs in
het kabinet Briand, vervolgens minister van
Oorlog in het kabinet Ribot (1917), dien hij in
hetzelfde jaar als minister-president opvolgde.
In Mei 1924 werd hij president van de Kamer.
In April 1925 werd de thans ontslapene voor
de tweede maal belast met de vorming van een
regeering, waarin hij achtereenvolgens de por
tefeuilles van Oorlog en Financiën bezette. In
de daaropvolgende regeering-Briand bleet
Painlevé aan het hoofd van het departement
van oorlog, zoo ook in de regeeringen Herriot
(1926), Poincaré (1926'29) en Briand (1929).
Ook in het kabinet-Steeg werd Painlevé, die re-
publikeinsch-socialist was, minister van Oor
log.
Paul Painlevé, die ook in wetenschappelijke
kringen een groote vermaardheid genoot, o.m.
als kenner van de relativiteitstheorie van Ein
stein, waarover hij tal van lezingen heeft ge.
houden, heeft in het jaar 1925 het ministerie
voor de uitvindingen ingesteld. Zijn verstrooid
heid was spreekwoordelijk. Zoo is van hem een
anecdote bekend, volgens welke hjj om twee
uur 's middags een lezing zou houden over de
relativiteitstheorie. Zeer toevallig was de pro
fessor veel te vroeg in de zaal aanwezig en
herhaaldelijk keek hij dan ook op zijn horloge.
Opeens holde hij weg en vroeg aan de garde
robe zijn jas en hoed. De zaal was intusschen
geheel gevuld. Painlevé verklaart: Ik prakke.
zeer er nu al tien minuten over, wat ik moet
doen, maar nu weet ik het, om twee uren moet
ik een lezing houden. Ik heb nog net tijd om er
met een taxi heen te gaan.
Het moet een heel werk zijn geweest den ge
leerde aan het verstand te brengen, dat hij al
was, waar hij moest zijn.
WEENEN, 28 October. (W. B.) Te Wiener
Neustadt gaat het gerucht dat gisternacht een
groep nationaal-socialisten het concentratie
kamp te Wöllersdorf, waarin eenige dagen ge
leden een aantal Nazi's waren opgesloten, zijn
binnengedrongen. Ondanks de schoten, die de
wacht op hen loste is het hun gelukt twee ka
meraden te' bevrijden en ongedeerd te ont
komen.
Het gerucht wordt echter door de politie
tegengesproken.
LONDEN, 30 Oct. Het Engelsche kunst
vaartuig „Victor" dat uit Hayle in Cornwall
naar Liverpool was uitgevaren, is sedert eeni
ge dagen verdwenen. Andere schepen op dezelf
de route hebben niets meer van de ..Victor" ge
zien. Aan boord van het schip was een be
manning van elf koppen.
DE H. VADER UIT ZIJN BEZORGDHEID
OVER DE TRAGE UITVOERING VAN HET
DUITSCHE CONCORDAAT.
Algemeene staking op Cuba.
Prof. Calmette overleden.
De anti-Joodsche onlusten in Palestina.
Het Rijksdagbrandproces. Met wie sprak Torg
ler?
Overeenstemming inzake de Duitsche scrips.
Paul Painlevé overleden.
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent te Rome
aangekomen.
Regeeringsvoorschriften inzake den werkloozen-
steun 1933.
Doodelijk verkeersongeluk te Enschede.
Rotterdam en de crisis; een sluitende begroo
ting.
De gewijzigde C. A. O. in de typografie door
den Katholieken bond aanvaard.
Een verbod van scherpe perscritiek?
Het Centraal Instituut NederlandDuitschland
en de onderhandelingen met Duitschland; sa
menstelling eener speciale commissie.
Doodelijke aanrijding te Eindhoven.
Stucadoorsstaking te Amsterdam opgeheven.
LONDEN, 28 Oct. Naar hier verluidt, is
de opwinding onder de Arabieren overgeslagen
naar Trans-Jordanië, waar de autoriteiten
eveneens militaire maatregelen moesten ne
men.
De politie heeft heden het vuur heropend op
de demonstreerende Arabieren te Jaffa en te
Naboeloes. Het aantal dooden is gestegen tot 23
en dat der gewonden tot meer dan 200. In alle
grootere steden van Palestina worden de stra
ten bewaakt door troepen met gepantserde
auto's.
Te Naboeloes trachtten 2000 Arabieren het
gebouw der politie en een Engelsch bankfiliaal
te bestormen.
Te Jaffa waren sterke militaire af deelingen
geconcentreerd, die door de straten patrouil
leeren en geposteerd zijn op de daken der re-
geeringsgebouwen. De Arabieren legden barri
caden aan van vrachtwagens.
Te Jeruzalem zijn alle Mohammedaansche
zaken gesloten. De Arabiersche taxichauffeurs
hebben de staking geproclameerd. Een groote
menigte demonstreerde vandaag voor de re-
geeringsgebouwen en moest door de politie wor
den verstrooid. Later vlogen achttien militaire
vliegtuigen boven de stad.
Te Jaffa werd de begrafenis van de slacht
offers van gisteren door een groote menigte
bijgewoond.
JERUZALEM, 28 Oct. (V.D.) Officieel wordt
medegedeeld, dat de Hooge Commissaris heden
de Arabische Executieve Commissie heeft ont
vangen en haar heeft verzekerd, dat in Pa
lestina een parlement zal worden opgericht,
waarin de Arabieren niet de minderheid zullen
hebben. De regeering zal echter in handen van
den Hoogen Commissaris blijven.
NEW YORK, 28 Oct. De „Graf Zeppelin" is
Zaterdagmiddag te Akron gestart naar Se-
villa. De route gaat via New York. Aan boord
bevinden zich 14 passagiers.
Stand op Maandag 1 uur n.m.: 746
Vorige stand: 740