Karwahne boos op Dimitrof k Het nieuws van heden DE BULGAAR KRIJGT EEN WAARSCHUWING PAINLEVE GESTORVEN DE BAROMETER VEREENIG DE KATHOLIEKE PERS BUREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling MAANDAG 30 OCTOBER 1933 DACBLAD UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 Getuige von Weberstedt heeft op 27 Febr. een scherpe bijtende lucht in kamer 51 waar genomen Tanef moet zijn jas aan trekken De gebroken ruit Het WeeriiiiKmiiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiii HET CHRISTUS-KONING-CONGRES TE MAINZ MACON" THUIS Na talrijke proefvluchten is het groote, nieuwe Amerikaansche marinelucht schip „Macon", dat tweemaal zoo groot is als de „Graf Zeppelin", op zijn stand plaats te Sunnyvale Californiëaangekomen Prof. Calmette over leden Nobelpri j s voor Piccard Groot politicus en beroemd kenner der relativiteitstheorie van Einstein Vijftien maal minister ïn het hol van den leeuw Engelsch kustvaartuig verdwenen BERICHT Woensdagfeestdag van Aller heiligenzal de NIEUWE HAAR LEMSCHE COURANT NIET ver schijnen. DE DIRECTIE DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN Opwinding in Palestina Militaire vliegtuigen boven Jeruzalem DE „ZEP" WEER NAAR HUIS ZES EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 18517 NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 d.; ingez. mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek BERLIJN, 28 Oct. Als eerste getuige wordt in de zitting van heden gehoord de journalist Oehme, die overeenkomstig zijn gewoonte ook op 27 Februari in den Rijksdag was. Getuige verklaart, dat het tusschen 3 en 4 uur kan geweest zijn. De president wijst er op, dat Oehme aan vankelijk door Torgler was genoemd als de gene, met wien hij gespreken had, toen Kar wahne, Frey en Kroyer voorbij kwamen. Later noemde Torgler als zoodanig Florin. Oehme verklaart het uitgesloten te achten, dat hij reeds omstreeks 2>i of 3 uur in den Rijksdag is geweest. Ook kon hij zich onmoge lijk herinneren, dat hij tijdens zijn gesprek met Torgler in de antichambre van de begrootings- zaal Karwahne, Frey en Kroyer had zien pas- seeren. Verder bevestigt getuige, dat hjj na den brand met Torgler heeft getelefoneerd. Deze had hem om zijn advies gevraagd, of hij (Torgler) zichzelf bij de politie zou aanmelden, daar men zijn naam met den Rijksdagbrand in verbinding had gebracht. Oehme had geantwoord, dat het in het be lang der communistische partij was, dat Torgler zich de politie ter beschikking stelde. Een der assessoren wijst getuige er op, dat hij vroeger tegenover de politie had verklaard, nooit vóór 4 uur in den Rijkdag verschenen te zijn. Hiermee was zijn thans afgelegde verklaring niet in overeenstemming. Getuige: Ter wille mijner persoonlijke vei ligheid heb ik destijds wellicht een zelfs be wust onjuiste verklaring afgelegd. Torgler: Toen wij Maandag 27 Februari in den Rijksdag kwamen, heeft u mij toen niet voor een maaltijd uitgenoodigd? De voorzitter verzoekt, de vragen niet zoo suggestief te stellen. Oehme: Dat is wel mogelijk, daar ik dit her. haaldelük deed. Verder herinnert getuige zich, dat Torgler zeer verontwaardigd was over het feit, dat men op hem de verdenking van de brandstichting kon laden. Of dit reeds tijdens het gesprek in den nacht of tijdens 'het ge sprek op den volgenden morgen het geval was, kan hij niet met zekerheid zeggen. Hij wist niet of een dergelijke verdenking reeds 's nachts werd geuit. Verder verklaart getuige een jas te bezitten, die beantwoordt aan de beschrij ving, gisteren door getuige Denschei gegeven. Het was dus mogelijk, dat Denschei hem met deze jas in gesprek met Torgler had gezien. Dit kon echter niet op den dag van den brand zijn geweest. Bij de verdere behandeling van het Rijksdag proces verklaart getuige Oehme, dat hij bij de laatste betooging van den Reichsbanner in de Lustgarten een opdracht had, den Reichsban- nerleider Heeltermann een voorstel te overhan digen om Torgler in de gelegenheid te stellen een verklaring af te leggen over de toekomstige eenheidsactie. Torgler vraagt of Oehme zich niet vergist, want get. was geen lid van de communistische partij, zoodat het zeer onwaarschijnlijk was, dat men hem een opdracht zou gegeven hebben. Get. Oehme: „Het was Koeren, die mij ver zocht contact te zoeken met de Reichsbanner- leiding. Inderdaad ben ik geen lid van de com munistische partij geweest, ben ik het niet en zal ik het, met mijn opvattingen, ook niet worden." (Vroolijkheid). Vervolgens wordt getuige Gutsche gehoord, die vroeger bij de soc.-dem. fractie als chauf feur werkzaam was. Op verzoek van dr. Sack is hij opgeroepen, daar men hem voor v. d. -iubbe zou hebben kunnen aanzien. Getuige kan zich slechts herinneren, om streeks 3 uur bij portaal II Torgler met hoed en jas te hebben aangetroffen. Hij liep achter Torg ler naar de boven verdieping, doch volgde hem niet tot aan de anti-chambre der begrootings- zaal, daar de soc.-dem. fractiekamers daar voor liggen, verder verklaart getuige, Torgler herhaal delijk met twee zeer gevulde tasschen het ge bouw te hebben binnen zien komen. Vervolgens verklaart de vroegere soc.-dem fractie-secretaris Jakubowitz, zoowel 's ochtends als 's avonds Torgler in de anti-chambre te heb ben gezien, doch niet in gezelschap. Hierop worden eerst v. d. Lubbe en de getuige Gutsche voor de rechterstafel geleid, waarop achtereenvolgens de getuigen Karwahne, Frey en Kroyer worden binnengeroepen, wien de vraag wordt gesteld, of zij een verwisseling van V. d. Lubbe met Gutsche mogelijk achten. Alle getuigen antwoorden op deze vraag: Dat is uitgesloten. Getuige Frey wijst op het groote verschil tus schen de grove trekken van Van der Lubbe en het gelaat van getuige Gutsche. Jacubowitz wordt dan met de drie getuigen geconfronteerd. Karwahne verklaart ook thans dat een persoonsverwisseling onmogelijk is. Men kan Jacubowitz met zijn slanke figuur niet verwisselen met Van der Lubbe; ook al droeg die toen ter tijd zijn haar veel langer, een ver gissing is en blijft buitengesloten. Getuige Frey en Kroyer zetten uitvoerig uit een waarom zij een verwisseling van Van der Lubbe met Jakubowitz onmogelijk achten. Dimitrof: Hoe komt het dat Karwahne al leen Van der Lubbe precies gezien heeft en Po- pof f niet? Dat Frey alleen Popoff gezien heeft en Van der Lubbe niet? Dat Kroyer alleen Van der Lubbe gezien heeft en Popoff niet? Ik vind die heele getuige-geschiedenis nogal vreemd en een beetje verdacht. BERLIJN, 28 Oct. Op de scherpe vragen, die beklaagde Dimitrof aan Karwahne stelt, ant woordt getuige: Dimitrof heeft twijfel geuit over onze geloofwaardigheid en gemeend er op te moeten Wijzen, dat men hier met afgespro ken werk te doen heeft. Ik moet mij er beslist tegen verzetten, dat deze verdachte mij voor de rechtbank nog langer beleedigt. De president wijst getuige er op, dat Dimi trof reeds veelvuldig beteugeld is, maar dat anderzijds ook de verdachten zich zoo ruim mogelijk moeten kunnen verdedigen. Dimitrof wil terstond nog eenige vragen stellen, doch de president ontneemt hem het woord en dreigt hem van verdere deelneming aan de zitting uit te sluiten, als hij zich niet aan de instructies van den president houdt. Na de pauze wordt de gewezen majoor von Weberstedt voorgeroepen, die als perschef der nat.-soc. tractie zijn werkkamer direct naast de fractie-kamers der K. P. D. had. Getuige verklaart, dat hij op 27 Februari 's middags tusschen 3 en 4, het kan ook half- vijf geweest zijn, uit kamer 51, die tegenover de communistische fractie-kamer ligt, een scherpe, bijtende lucht waarnam, nog scher per dan benzine of benzol. Op den vloer was echter niets te zien. Ik vermoedde, aldus ge tuige, dat er benzine uit een flesch was ge stroomd en heb aan de zaak geen bijzondere beteekenis gehecht. Den volgenden dag zeide de journalist, dr. Droeschel mij, dat ook hi; dien scherpen geur had waagenomen. Getuige verhaalt dan van een tweede waar neming, waarbij hij twee mannen ontmoette. Op welken dag het was weet hij niet meer. misschien den dag van den brand of een dei- voorgaande dagen. Precies op dezelfde plaats, als die ik zooeven aanduidde, zegt hij, stiet ik op twee mannen, een bijzonder breedgeschouderd, met een groo te pet op, en de andere betrekkelijk klein met een opvallend lange jas en een hoed, die diep over het gezicht was getrokken. De tegenstel ling werkte onwillekeurig lachwekkend. De groote man had een tasch of een stuk bagage op zijn linkerschouder. Toen de rechter van instructie mij con fronteerde met de verdachten, bleef ik direct bij Tanef staan. In een seconde her kende ik hem als dengene, die daarboven gevangen zit. President: Had Tanef bij de confronta tie ook de lange overjas aan? Getuige: Ja, dezelfde buitengewoon lange jas. De president vraagt getuige wanneer hij Van der Lubbe het eerst heeft gezien. Getuige: Ik ging de uitgebrande zaal voor bij en zag daar den rechter van instructie, verscheiden politie-agenten en midden in deze groep een groote man aan den ketting. Ik vroeg mij onmiddellijk af, waar ik dien man al meer gezien kon hebben. Ik heb er echter niet verder over gesproken, omdat ik niet ze ker was van mijn zaak. Den volgenden dag vroeg ik met dezen man geconfronteerd te worden. Ik liet v. d. Lubbe, opstaan en heb hem midden in z'n gezicht ge zegd, dat hij de andere man was; hij betwistte dit niet, maar maakte den indruk erg te schrik ken. President: U hebt hem destijds zonder twij fel herkend als dengeen, die de kist heeft ge dragen? Getuige: Ja. Getuige vertelt verder: Den morgen na den brand ging ik naar den Rijksdag. Daarbij kwam ik de kamers der K. P. D. voorbij en trapte in een hoop scherven. Aan het glazen dak daarboven ontbrak een groote ruit. Ik ging naar de politie om dit mede te deelen.'Ik ben met den commissaris naar de bedoelde plaats gegaan. Intusschen waren de scherven weggeveegd. Wij gingen een étage hooger en namen een lange ladder. Toen zei de commis saris: dat ik wel merkwaardig, bij dat venster zijn voetsporen te zien. Het betrof een kamer der communistische afgevaardigden. In antwoord op verdere vragen zegt getuige, dat 's avonds de ruit nog heel geweest moet zijn, anders had hij het moeten zien. De president: U hebt ook iets gezegd over het openstaan der communistische fractie kamer. Getuige: Den volgenden dag passeerde ik die kamer met dr. Droescher. Ik verwonderde mij, dat de deur open stond en het viel ons op, dat de kamer onberispelijk was opgeruimd; terwijl er anders, naar het geruisch te oor- deelen, twee schrijfmachines waren, stond er nu niet één. Alleen de voorwerpen, die het eigendom van den Rijksdag waren, stonden er in; overigens was alles verwijderd. Men kreeg den indruk, dat degenen die hier hadden opge ruimd, al wisten, dat zij niet meer zouden terug- keeren. De kasten waren alle open. Verdachte Tanef wordt thans voor de tafels der rechters geleid. Getuige herkent hem positief. De president vraagt Tanef, of hij destijds zulk een lange jas gedragen heeft, waarop Tanef door zijn tolk laat antwoorden: Getuige vergist zich of hij zegt de waarheid niet." De president: Ik vraag u, of u een zoo lange jas gedragen hebt. Tanef: Ik heb maar één jas en die heb ik ook nu nog. Hij moet thans zijn jas aantrek ken en ook zijn* hoed opzetten. Getuige Weberstedt: Hij is het. Als men Tanef Verwachting: Krachtige tot matigen, in het Noorden wellicht tij- jj| delijk stormachtige, Westelijke tot Zuid- E; E= Westelijken wind, betrokken tot zwaar- of half bewolkt, waarschijnlijk regen- buien, veel zachter des nachts, overdag weinig verandering in temperatuur. Hoogste stand: 765.6 te La Coruna. Laagste stand: 733.9 te Kopenhagen. 1 STORMWAARSCHUWINGSDIENST g |1 Geseind van De Bilt, hedenmorgen 7.50 uur aan de posten van Delfzijl tot Hoek van Holland: „Weest op Uw hoede" Zon op 6.53 2 onder 4.34 - Licht op 5.04 November V. M. rnilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH hem een keer in zijn leven heeft gezien, dan vergeet men hem niet meer. Ook v. d. Lubbe wordt voorgeleid; slechts met moeite slaagt men er in hem te doen op staan. Hij moet naast Tanef gaan staan, maar daar hij zijn hoofd zoo diep gebogen houdt, lijkt hij even groot als de Bulgaar. Na herhaal de energieke aanmaningen slaagt men er in v. d. Lubbe het hoofd te doen opheffen en hem een d kken bundel acten, dien de kist moet voor stellen, op den schouder te doen nemen. Getuige Weberstedt: Precies zooals ik het gezien heb. President: U verzekert ook thans, dat het deze twee geweest zijn? Getuige: Zeer beslist. Bij het verdere verhoor blijkt het noodza kelijk opnieuw een onderzoek in loco in te stellen naar de plaats, waar de glasscherven lagen en de kamers daarboven. Na dit onderzoek wordt de inspecteur van het Rijksdaggebouw, Soranowitz, nogmaals ge hoord. Hij vertelt o a. dat hij in de uitgebrande zaal midden tusschen een groep menschen een grooten man zag staan, die met een ketting ge boeid was. Get. was naast den man gaan staan en had zich direct afgevraagd waar hij hem meer had gezien. Den volgenden dag was hij tot de overtuiging gekomen, dat het de man was, dien hij met de kist had zien loopen. Hij was toen naar den rechter van instructie ge gaan en was geconfronteerd met Van der Lubbe, wien hij zijn vermoeden had gezegd. President: U hebt toch ook ergens een ge broken ruit gezien, nietwaar? Get.: Op den ochtend na den brand kwam ik de kamer van de communisten voorbij. Ik trapte op scherven, keek naar boven en zag, dat uit het glazen dak een ruit ontbrak. Ik heb mijn bevinding direct aan de politie mede gedeeld. De president merkt daarbij op, dat de ruit in ieder geval den vorigen avond om 8 uur nog niet stuk kon geweest zijn, omdat de lampenist daarvan niets had gezien. G-et. Weberstedt verklaart met stelligheid, dat Tanef de man in de lange jas is geweest. Torgler merkt nog op, dat in de akte van beschuldiging gesproken wordt van .scherven voor de kamer van afgevaardigde Torgler." Tanef verklaart nogmaals via den tolk. dat get. zich of vergist of opzettelijk onwaarheid spreekt. Get. Weberstedt met scherpe stem: Ik zou u er op opmerkzaam willen maken, dat een Duitsch oud-officier niet liegt! Tanef verklaart dan verder, dat hij nooit in het Rijksdaggebouw is geweest. Hij spreekt geen woord Duitsch en het zou toch wel zeer zonderling zijn, wanneer hij met Van der Lubbe, tegenover wien hij zich niet verstaanbaar kon maken, in het Rijksdag gebouw zou zijn binnengegaan. Verd. Torgler vraagt dan nog, of de soc.- dem. Rijksdagfractie in de dagen voor den brand misschien een kist heeft ontvangen. Get. Gutsche geeft hierop het antwoord: De dames van het secretariaat van de soc.-dem. fractie hadden wijn besteld. Het kwam in een kist uit Rijnland, omdat dat goedkooper was. Dr. Werner informeert belangstellend, hoeveel flesschen er dan wel gestuurd waren. Get.: Er waren hij rekent na twee.... vierzes dames. „Nou, zeggen we, zestig flesschen ongeveer!" (Groote vroolijkheid in de zaal.) „Een knecht van een expeditiefirma heeft ze gebracht. Het was een man met een zwart- leeren schort voor." Raadsheer Kunders: Kan die kist, waarover we hier gesproken hebben, die 60 flesschen heb ben bevat? Get.: Absoluut uitgesloten. De kist die ik gezien heb, zou hoogstens 6 of 8 flesschen kun nen bevatten. De behandeling wordt daarna verdaagd tot Maandag. BERLIJN, 30 Oct. (V- D.) Heden begnt de vierde week van proces-zittingen te Berlijn, zoodat met de ongeveer veertien dagen te Leip zig, bijna anderhalve maand reeds met het Rijksdagbrandproces gemoeid is. Bij den aanvang van de zitting verzoekt Torgler een verklaring te mogen afleggen om een belangrijke mededeelin te doen. Op ver zoek van den voorzitter wordt deze verklaring echter uitgesteld tot na het getuigenverhoor. De eerste getuige is een zekere Soenke, bij Te Mainz is een Christus-Koning-Congres gehouden. Op onze foto ziet men op de eerste rij van rechts naar links: Mgr. Kaller, bisschop van Ermland; Mgr. dr. Ludwig Mario Hugo, bisschop van Mainz; Mgr. Saric, aartsbisschop van Sarajewo en Mgr. Johannes Rosz uit Japan. wien de beklaagde Tanef aan het eind van Fe bruari eenige dagen in huis heeft gewoond. Hij verklaart, dat hij op 24, 25 of 26 Februari Tanef, dien hij in 1920 te Boekarest door een vriend had leer kennen, in de Friedrichstrasse bij het station had getroffen. Op Tanef's mede- deeling, dat hij geen woning had, bood Soenke hem aan, eenige dagen bij hem te komen lo- geeren. Waarheen Tanef daarna getrokken is, weet get. niet. Tanef had geen bagage en ook verder niets bij zich. Naar aanleiding van ver schillende vragen verklaart get. tenslotte, dat Tanef een pak met levensmiddelen bij zich had gehad. Of hij aan het station bagage had staan, kan get. niet zeggen. Tanef heeft onge veer acht 'dagen bij hem in huis gewoond. Soenke deelt nog mede, dat hij het Duitsch niet volkomen machtig is, aangezien hij welis waar van nationaliteit Duitscher is, maar in de Kaukasus is geboren. Uit verschill de vragen blijkt echter, voor namelijk uit de verklaring van Popof, dat Tar.ef bij aankomst te Berlijn Popof heeft ont moet en dat Soenko een bekende van Popof was. Popof heeft Tanef toen bij Soene onder gebracht, en Soeke moet tenslotte toegeven, dat hij Tanef niet uit Roemenië kent en dat hij hem niet op straat heeft ontmoet, doch dat hij b hem is gebracht door een bekende van Popof. President: „U hebt bewust een meineed af gelegd. Ik heb u gevraagd of u Tanef op straat hebt ontmoet en u hebt opzettelk ja gezegd." Get. Soenke: „Ik ben mij niet bewust dat ik reeds den eed heb afgelegd." President: „U hebt mij gezegd, dat u bereid was, de belofte te doen." Ge-t Soenke: „Nu herinner ik me dat." President: ,Ik wensch hier geen woord meer aan te verliezen." De procureur-generaal dr. Wer ner verzoekt dan de arrestatie van getuige Soenke, dien hij ervan ver denkt, meineed te hebben gepleegd. Na een korte onderbreking van het verhoor deelt de president dr. Buenger mede: „In het officieele procesverbaal is vastgesteld dat get. Soenke zich door de verklaring, dat hij Tanef uit Roemenië kent, hem toevallig op straat heeft getroffen en hem logies heeft aangebo den, en dat hij geen koffer voor hem heeft afgehaald of zich daarvan niets herinnert, on der verdenking heeft gebracht, meineed te heb ben gepleegd, aangezien hij zelf op vragen heeft togegeven, dat hij op dit punt bewust onwaar heid heeft gezegd. Reeds heb ik bevel gegev tot voorloo- pige aanhouding van get. Soenke, en zal hij door de politie worden vastgehouden tot het arrestatiebevel tegen hem is uitge vaardigd. Hierna werd get. Soenke door twee Schupo- beambten weggevoerd. (Gedeeltelijk gecorrigeerd) PARIJS, 29 Oct. (V. D.) Professor Albert Cal mette is op 70-jarigen leeftijd overleden. In 1886 werd hij tot arts bevorderd. Tijdens den oorlog werd hij benoemd tot plaatsvervan. gend directeur van het Instituut Pasteur te Parijs. Hij was lid van de Academie van We tenschappen. Zijn naam is nauw verbonden met het serum tegen tuberculose, het bekende B. C. G.-vaccin. Calmetie heeft tal van werken op geneeskundig gebied gepubliceerd In Duitschland is de naam Calmette veel genoemd in verband met het proces te Lübeck. STOCKHOLM, 28 Oct. Naar „Allehanda" mededeelt zou men het plan hebben, den Nobel prijs voor Natuurkunde dit jaar toe te kennen aan den stratosfeeronderzoeker prof. August Piccard. Ook de Nobelprijs voor Natuurkunde van het jaar 1932 staat nog ter beschikking. Als candi- daat voor dezen prijs wordt in de pers genoemd de Amerikaan prof Bridgeman. Het Nobelprijscomité is heden bijeengekomen en zal zijn officieel rapport voorleggen aan de Zweedsche Academie voor Wetenschappen. De publicatie volgt eerst in November. PARIJS, 29 October (V. D.) Painlevé is van. ochtend te zijnen huize op bijna 70-jarigen leef tijd overleden. Paul Painlevé, professor in de wiskunde te Parijs, lid van de Academie van Wetenschappen, is op 5 December 1863 te Parijs geboren. Van 1910'28 was hij afgevaardigde voor het de partement van de Seine, later voor Ain. In 1915 werd hij minister van Onderwijs in het kabinet Briand, vervolgens minister van Oorlog in het kabinet Ribot (1917), dien hij in hetzelfde jaar als minister-president opvolgde. In Mei 1924 werd hij president van de Kamer. In April 1925 werd de thans ontslapene voor de tweede maal belast met de vorming van een regeering, waarin hij achtereenvolgens de por tefeuilles van Oorlog en Financiën bezette. In de daaropvolgende regeering-Briand bleet Painlevé aan het hoofd van het departement van oorlog, zoo ook in de regeeringen Herriot (1926), Poincaré (1926'29) en Briand (1929). Ook in het kabinet-Steeg werd Painlevé, die re- publikeinsch-socialist was, minister van Oor log. Paul Painlevé, die ook in wetenschappelijke kringen een groote vermaardheid genoot, o.m. als kenner van de relativiteitstheorie van Ein stein, waarover hij tal van lezingen heeft ge. houden, heeft in het jaar 1925 het ministerie voor de uitvindingen ingesteld. Zijn verstrooid heid was spreekwoordelijk. Zoo is van hem een anecdote bekend, volgens welke hjj om twee uur 's middags een lezing zou houden over de relativiteitstheorie. Zeer toevallig was de pro fessor veel te vroeg in de zaal aanwezig en herhaaldelijk keek hij dan ook op zijn horloge. Opeens holde hij weg en vroeg aan de garde robe zijn jas en hoed. De zaal was intusschen geheel gevuld. Painlevé verklaart: Ik prakke. zeer er nu al tien minuten over, wat ik moet doen, maar nu weet ik het, om twee uren moet ik een lezing houden. Ik heb nog net tijd om er met een taxi heen te gaan. Het moet een heel werk zijn geweest den ge leerde aan het verstand te brengen, dat hij al was, waar hij moest zijn. WEENEN, 28 October. (W. B.) Te Wiener Neustadt gaat het gerucht dat gisternacht een groep nationaal-socialisten het concentratie kamp te Wöllersdorf, waarin eenige dagen ge leden een aantal Nazi's waren opgesloten, zijn binnengedrongen. Ondanks de schoten, die de wacht op hen loste is het hun gelukt twee ka meraden te' bevrijden en ongedeerd te ont komen. Het gerucht wordt echter door de politie tegengesproken. LONDEN, 30 Oct. Het Engelsche kunst vaartuig „Victor" dat uit Hayle in Cornwall naar Liverpool was uitgevaren, is sedert eeni ge dagen verdwenen. Andere schepen op dezelf de route hebben niets meer van de ..Victor" ge zien. Aan boord van het schip was een be manning van elf koppen. DE H. VADER UIT ZIJN BEZORGDHEID OVER DE TRAGE UITVOERING VAN HET DUITSCHE CONCORDAAT. Algemeene staking op Cuba. Prof. Calmette overleden. De anti-Joodsche onlusten in Palestina. Het Rijksdagbrandproces. Met wie sprak Torg ler? Overeenstemming inzake de Duitsche scrips. Paul Painlevé overleden. Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent te Rome aangekomen. Regeeringsvoorschriften inzake den werkloozen- steun 1933. Doodelijk verkeersongeluk te Enschede. Rotterdam en de crisis; een sluitende begroo ting. De gewijzigde C. A. O. in de typografie door den Katholieken bond aanvaard. Een verbod van scherpe perscritiek? Het Centraal Instituut NederlandDuitschland en de onderhandelingen met Duitschland; sa menstelling eener speciale commissie. Doodelijke aanrijding te Eindhoven. Stucadoorsstaking te Amsterdam opgeheven. LONDEN, 28 Oct. Naar hier verluidt, is de opwinding onder de Arabieren overgeslagen naar Trans-Jordanië, waar de autoriteiten eveneens militaire maatregelen moesten ne men. De politie heeft heden het vuur heropend op de demonstreerende Arabieren te Jaffa en te Naboeloes. Het aantal dooden is gestegen tot 23 en dat der gewonden tot meer dan 200. In alle grootere steden van Palestina worden de stra ten bewaakt door troepen met gepantserde auto's. Te Naboeloes trachtten 2000 Arabieren het gebouw der politie en een Engelsch bankfiliaal te bestormen. Te Jaffa waren sterke militaire af deelingen geconcentreerd, die door de straten patrouil leeren en geposteerd zijn op de daken der re- geeringsgebouwen. De Arabieren legden barri caden aan van vrachtwagens. Te Jeruzalem zijn alle Mohammedaansche zaken gesloten. De Arabiersche taxichauffeurs hebben de staking geproclameerd. Een groote menigte demonstreerde vandaag voor de re- geeringsgebouwen en moest door de politie wor den verstrooid. Later vlogen achttien militaire vliegtuigen boven de stad. Te Jaffa werd de begrafenis van de slacht offers van gisteren door een groote menigte bijgewoond. JERUZALEM, 28 Oct. (V.D.) Officieel wordt medegedeeld, dat de Hooge Commissaris heden de Arabische Executieve Commissie heeft ont vangen en haar heeft verzekerd, dat in Pa lestina een parlement zal worden opgericht, waarin de Arabieren niet de minderheid zullen hebben. De regeering zal echter in handen van den Hoogen Commissaris blijven. NEW YORK, 28 Oct. De „Graf Zeppelin" is Zaterdagmiddag te Akron gestart naar Se- villa. De route gaat via New York. Aan boord bevinden zich 14 passagiers. Stand op Maandag 1 uur n.m.: 746 Vorige stand: 740

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 1