Prikkeldraad
Rationalisatie en werkloosheid
Katholiekendag voor Noord-Limburg
DRIEPRAE-ADVIEZEN
EEN GROOTE BETOOGING
Valsch beroep
MAANDAG 30 OCTOBER
Jaarvergadering van de Vereeni-
ging voor de Staathuishoud
kunde en de Statistiek
Prijzen en loonen
Prae-advies prof. Cobbenhagen
Prae-advies dr. v. d. Waarden
Prae-advies Zaalberg
Het debat
Voor den eigen omroep
Replieken
Krachtig woord van aanbeveling
van den Aartsbisschop
POLITIERVITERFEESTEN TE UTRECHT
Ernstig auto-ongeluk
Vier jongelui bij een botsing uit
den wagen geslingerd
Vrouw levend verbrand
Raadselachtig geval te Rosmalen
Doodelijke aanrijding
Wielrijder stak plotseling den
weg over
DE BRUG TE ZALT-BOMMEL
Mr. Goseling bespreekt de poli
tieke richtlijnenMgr. Poels
bestrijdt het fascisme
Om de eenheid
Wat gedaan wordt
Economische politiek
Gezinspolitiek
Rede Mgr. Poels
Eenheid noodzakelijk
N.S.B. en fascisme
PROVINCIALE BEGROOTING
VAN NOORD-BRABANT
Sluitend zonder belasting-
verhooging
Zaterdag werd in het Gebouw voor K. en W.
te Utrecht gehouden de jaarvergadering van de
Vereeniging voor Staathuishoudkunde en Sta
tistiek.
De voorzitter, de heer H. A. Hartogh, richtte
een woord van welkom tot de talrijke aanwezi
gen, wijdde eenige woorden aan de nagedachte
nis van de gestorven leden, in het bijzonder Dr.
Hintzen en Prof. van Gijn. Nadat de secretaris
penningmeester zijn jaarverslag had voorgele
zen en nadat er een kascommissie was benoemd
ging de vergadering over tot het kiezen van
twee nieuwe leden in het bestuur. Herkozen
werd Prof. dr. J. M. Verrijn Stuart en gekozen
werd Mr. dr. L. F. H. Regout. De vergadering
besloot om de volgende vergadering te doen
plaatshebben in Den Haag. De lijst van de
voorgestelde nieuwe leden werd voorgelezen,
waarna ze tot lid werden bevorderd.
Het moment was aangebroken, waarop tot be
handeling der prae-adviezen werd overgegaan.
Prae-adviezen waren uitgebracht door de hee-
ren Prof. Dr. M. J. H.-Cobbenhagen, Dr.
Ir. Th. van der Waerden en door C. J. P.
Zaalberg over de volgende vragen:
le. leidt het streven naar arbeidsbespa
ring in het huidige productie-proces tot een
duurzame of een tijdelijke vermeerdering
van werkloosheid?
2e. zoo ja, is het dan binnen het kader
van de huidige economische orde mogelijk
en wenschelijk om dit gevolg te voorkomen?
De korte inhoud der prae-adviezen is als
volgt:
Rationalisatie is van grooten invloed op het
persoonlijk leven der menschen en is voor de
gemeenschap een bron van groote zorgen. Het
streven naar arbeidsbesparing zal er in een dy
namische maatschappij toe leiden om in de pro
ductie wijzigingen aan te brengen. Door de ver
vanging van menschelijke arbeidskrachten door
machines en door het invoeren van meer syste
matische arbeidsmethoden heeft er een bespa
ring van arbeid plaats. De inhoud van het be
grip rationalisatie hangt samen met het proces
van de zelfstandige wording der onderneming,
met de instandhouding der onderneming, haar
aanpassing aan veranderde omstandigheden. De
oriënteering op de bestaansmogelijkheid der on
derneming als zelfstandig doel heeft tengevolge
dat het welzijn der werknemers op het tweede
plan geraakt. Het is mogelijk om bij invoering
van machines of van een gewijzigde organisatie
en toch met behoud van hetzelfde aantal ar
beiders tot hoogere productiviteit te komen. Uit
schakeling van arbeidskrachten en vermeerde
ring der productie zijn de kenmerken van ar
beidsbesparing geworden. De motieven voor ar
beidsbesparing zijn meestal kostenverlaging en
winstvergrooting. De z.g. compensatietheorieën
huldigen de opvatting dat de werkloosheid, die
door arbeidsbesparing wordt veroorzaakt, na
eenigen tijd wordt opgeheven door een nieuwe
vergrooting der werkgelegenheid, welke ver
grooting weer een gevolg is van de invoering
der arbeidsbesparing.
Prae-adviseur is van meening dat de arbeids
besparing geen krachten in het leven roept die
sterk genoeg zijn om de werkloozen weer allen
een plaats te geven in het productie-proces. De
werkloosheid door de arbeidsbesparingin het
leven geroepen, is geen tijdelijk verschijnsel, aat
vanzelf weer verdwijnt maar is een duurzame
toestand. Kunnen we voor de arbeidsbesparing
geen plaats vinden in de geordende reeks der
menschelijke doeleinden, dan is ze onaanvaard
baar. Beoordeelen we de arbeidsbesparing naar
haar onmiddellijke gevolgen, dan kan ze geen
Zedelijk goed worden genoemd. Het is derhalve
gewenscht om maatregelen te treffen die de ge
volgen van ongehinderde arbeidsbesparing on
gedaan maken. Dit is niet mogelijk zonder het
huidige economische stelsel in den grond te
veranderen. Daarom moet momenteel het tem
po van de invoering der arbeidsbesparing ge
remd worden en wel door onderling overleg,
door invoering van bedrijfsraden met een pu
bliekrechtelijk karakter, korteren arbeidstijd en
Vroegere pensionneering.
Het is nog niet mogelijk na te gaan welk deel
der werkloosheid gesteld moét worden op reke
ning van de vermelde arbeidsbesparing der laat
ste jaren. Prae-adviseur geeft een beschouwing
over de compensatietheorie en komt tot de con
clusie dat de bestrijding der theorie niet ge
slaagd mag heeten, waarmee echter ook de
juistheid der theorie nog niet bewezen is. De er
varing gedurende een tijdperk van 150 jaar
suggereert eenig vertrouwen in de toekomstige
inschakeling van thans uitgeschakelde arbeids
krachten. Voor dat deel der nijverheid, hetwelk
gericht is op voorziening in dagelijksche be-
noodigdheden is geen aanwijzing te vinden voor
een blijvend overtollig worden van arbeids
krachten. De verontrustende verschijnselen doen
zich in hoofdzaak voor bij de luxe-bedrijven en
bij die, welke productie-middelen voortbrengen.
Er moeten maatregelen genomen worden om te
zorgen dat de absorptie geleidelijk met de ratio
nalisatie verloopt. Voorwaarden voor doelmatig
ingrijpen zijn nationale en internationale kennis
van het bedrijfsleyen en de marktpositie. Het
particuliere bankwezen moet worden gecontro
leerd. Een centrale crediet-instelling zal leiding
moeten geven aan het credietwezen. De prae-
adviseur zou den werkgever willen verplichten
den arbeiders, die door rationalisatie overbodig
worden, gedurende zekeren tijd wachtgeld uit
te betalen. Voor de andere werkloozen heeft de
prae-adviseur een crisis-fonds uitgedacht, ge
vormd uit bijdragen van ondernemers en van
den Staat.
De voorbeelden uit 't verleden en het heden
toonen dat er arbeidsbesparing kan plaats heb
ben zonder dat de verhouding tusschen vraag
en aanbod op de arbeidsmarkt ongunstig wordt
verstoord. De werkloosheid is geen gevolg van
het bevredigd zijn van alle behoeften door een
gerationaliseerde industrie, want tallooze be
hoeften bleven onvervuld. Het verschijnsel dat
thans vele overtollige arbeiders geen nieuwe
plaats meer vinden is een gevolg van het sterke
streven naar besparing op de productiekosten.
Dat streven is ontstaan zoowel door de duurte
van den menschelijken arbeid als door den cri
sisnood. De vraag of de nadeelen der rationali
satie opgeheven moeten worden, is te beperken
tot die gevallen waarin de werklooze als werk-
zoekende in een andere positie verkeert dan zij
die door de normale fluctuaties op de arbeids
markt van werkgever moeten veranderen. Vaak
kan een vakbekwame, overbodig geworden ar
beider zich een andere vakkennis eigen maken.
Is het geval van plaatselijken aard dan rust op
den werkgever de moreele plicht te zorgen voor
de door zijn toedoen werkloos gêmaakte arbei
ders. De uitgestootenen door rationalisatie kun
nen in het algemeen door heropleiding of door
verplaatsing in het binnenland of naar het bui
tenland weer aan werk geholpen worden.
Bij de gedachtenwisseling kwam als eerste
spreker aan het woord J. P. DUYVERMAN
(Leiden). Spr. merkt op aan het adres van den
heer Zaalberg, dat men een arbeider niet zoo
gemakkelijk een ander beroep kan laten leeren
en dat verplaatsing van arbeiders naar het bui
tenland niet altijd mogelijk is. Wat het prae-
advies van prof. Cobbenhagen betreft merkt
spr. op dat deze is uitgegaan van een bepaalde
levensbeschouwing. De economie moet geen
ethisch oordeel geven. Spr. uit den wensch dat
er geen maatregelen genomen worden die een
domper zetten op moed en economisch inzicht.
Prof. Mr. W. C. MEES (Wageningen)De
kans op succes van de compensatietheorie is
niet groot. Spr. wil verhooging der prijzen en
verlaging der productiekosten en is een tegen
stander van opzettelijke productiebeperking.
Spr. waarschuwt tegen inflatie, maar ook tegen
reflatie of devaluatie. De loonen moeten stij
gen of dalen met de prijzen. Ook moet het ver
band tusschen prijzen en productiekosten wor
den hersteld.
J. VAN DUSSELDORP (Den Haag) bracht
hulde aan de prae-adviseurs en had vooral
sympathie voor het advies van den heer Zaal
berg. Het streven naar arbeidsbesparing leidt
tot tijdelijke, niet tot blijvende werkloosheid.
De wet van vraag en aanbod zal op natuurlijke
wijze voor het herstel zorg dragen. De over
heid is de hoofdoorzaak van de overproductie
en de werkloosheid.
Mr. R. VAN GENECHTEN (Utrecht): De
kunstmatige opvoering van het loonpeil deed een
abnormaal groot belang ontstaan bij het ver
vangen van arbeid door kapitaal. De vrije prijs
vorming zal groote welvaart brengen.
C. NOBEL (Haarlem)Werkloosheid treedt
alleen op in een deflatie-periode. Het genees
middel is herstel van het evenwicht tusschen
prijzen en loonen. Bij evenwicht is er voor alle
arbeiders werk.
Ir. A. BAARS (Den Haag). Spr. meent dat
de methode van behandeling door prof. Cob
benhagen toegepast niet juist is. Zijn prae-
advies is te abstract en schijnbaar logisch. In
de economie moet men zich aan de feiten hou
den. Het vraagstuk dat aan de orde is is een
vraagstuk van evenwicht. Dat vraagstuk is niet
door redeneering op te lossen, maar alleen
doof het opstellen van mathematische verge
lijkingen.
Mej. MARIE HEINEN (Den Haag) was van
meening dat te weinig rekening is gehouden
met psychische factoren door de prae-adviseurs.
De producent moet een dienaar der gemeen
schap zijn en ook de mentaliteit der arbeiders
moet veranderen.
H. TALENS (Apeldoorn)De rentepolitiek
der banken is de oorzaak der werkloosheid. De
rentestand moet verlaagd. Spr. wil een heel an
der monetair stelsel. Hij wil een internationale
circulatiebank die de rente regelt.
Prof. Dr. J. A. VERAART (Den Haag): De
ondernemer moet gedwongen worden tot con-
stitutionaliteit. De ondernemers missen verant
woordelijkheid tegenover de arbeiders. Daarom
moet er boven den ondernemer een macht
komen te staan, die rekening houdt met den
arbeid. Het bedrijf in zijn geheel moet tot
grondslag genomen ter bepaling der economi
sche eenheden. De werkgever moet gebonden
zijn aan de arbeiders, die hij in tijden van
hoogconjunctuur heeft aangeworven.
G. FOSTHUMA (Bloemendaal)heeft be
zwaar tegen de formuleering der vragen, welke
een verband suggereeren tusschen rationalisatie
en werkloosheid. Rationalisatie schept op den
duur een tendenz tot vergrooting der werkge
legenheid. De rationalisatie heeft niet tot de
huidige werkloosheid bijgedragen.
Dr. F. M. WIBAyT (Amsterdam) verheugt
zich over het prae-advies van Dr. van der
Waerden. Er is geen aanwijzing voor een blij
vend overtollig worden der arbeidskrachten, on
danks de rationalisatie. Het prae-advies van
prof. Cobbenhagen heeft het hart van spr. ge
stolen. Ook spr. is van meening dat de in
richting der maatschappij moet voldoen aan
een cultuurideaal. De huidige maatschappelijke
orde kan dit hooge cultuurdoel niet hebben.
Daarom is er een omwenteling noodig. Wat de
bedrijfsraden betreft merkt spr. cp. dat het
consumentenbelang het laatste woord moet
spreken in de bedrijfsraden.
Q. F. EVELEIN (Eindhoven) wijst op het
verschijnsel, dat de vakbonden in het bezit zijn
van groote kapitalen. Deze kapitalen dienen
om de macht der arbeiders te vergrooten. Dat
is een gevaar voor den ondernemer, die het
risico tracht te beperken door uitschakeling
van den arbeider en invoering van mechani
satie.
Dr. G. C. S. VAN DORP (Katwijk aan Zee)
De rationalisatie is geen oorzaak van werk
loosheid. De crisis veroorzaakte de werkloos
heid. De crisis kan opgelost door stabilisatie
van de waarde van het geld. Inflatie en de
flatie moeten vermeden worden, want deze ver
wekken of armoede of onrechtmatige winsten.
de andere prae-adviezen. Spr. is van meening
dat er nog veel onderconsumptie is op de
wereld. Een vermeerdering der productie zal
nog noodig zijn. Wat de heropleiding betreft
van werklooze arbeiders, merkt spr. op dat
een bekwaam vakman meestal vatbaar is voor
scholing. Ook is verplaatsing van arbeidskrach
ten niet zoo moeilijk. Wat de loonhoogte be
treft, als loonsverlaging tengevolge heeft dat
er meer werk is, dan beteekent loonsverlaging
een directe verhooging van de welvaart der
arbeiders. Spr. is van meening dat de land
bouw te veel wordt gesteund. Daardoor is
Nederland een duurte-eiland geworden.
De voorzitter bracht dank aan de prae-advi
seurs en sloot de bijeenkomst. Na afloop was er
een diner.
Prof. COBBENHAGEN Tilburg: Ratinalisatie
mag geen einddoel worden evenals materieele
welvaart geen einddoel is. We moeten streven
naar een maatschappij waarin we allen goede
menschen kunnen zijn. Spr. is geen tegenstan
der van rationalisatie maar een voorstander
van getemperde rationalisatie. Rationalisatie is
een instrument dat we moeten heffen boven
de technische orde, dat we dienstbaar moeten
maken aan het cultuurideaal. Er is aan spr.
verweten dat hij te weinig feiten geeft. Spr.
wijst er op dat feiten moeten worden geïnter
preteerd en dat interpretatie gevaren met zich
meebrengt. Bovendien bevatten de feiten ele
menten die we niet kunnen overzien. De deduc
tieve methode moet door de feiten worden ge
controleerd.
Na rationalisatie volgt geen automatische
aanpassing. Daarom moeten er maatregelen
genomen worden om de bezwaren der rationa
lisatie te ondervangen. Wat den beroepsarbeid
betreft, dat is niet het hoogste ideaal van den
mensch. We moeten ook aan andere dingen
aandacht schenken. Om dat te leeren is goed
onderwijs noodzakelijk.
Dr. VAN DER WAERDEN .wijst nogmaals
op het onderscheid tusschen conjunctuurgevoe
lige en andere bedrijven. Overdreven rationali
satie vergroot de werkloosheid. Vroeger waren
de arbeiders niet georganiseerd en hadden lage
loonen kwam er toen een crisis dan ont
stond er honger ontstaat er nu een crisis
dan is er slechts een langzame daling der
loonen en uitkeeringgn aan de werkloozen. De
hoogte der loonen is niet de oorzaak van den
langen duur der crisis. Men wil een crisisfonds.
Daar zal echter een lange voorbereiding voor
noodig zijn. Spr. ontkent dat er een tekort is
geweest aan kapitaalvorming, zooals een der
sprekers beweerde.
Spr. pleit evenals Prof. Cobbenhagen voor
breideling der rationalisatie.
C. J. P. ZAALBERG heeft waardeering voor
Zondag is in alle kerken van het Aartsbisdom
een schrijven van den Aartsbisschop Z. H. Exc.
Mgr. J. H. G. Jansen voorgelezen, waarin krach
tig wordt aangespoord den Katholieke Radio
Omroep te steunen.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop heeft tevens Zon
dagavond voor de K. R. O.-microfoon een korte
inleiding gehouden voor de groote propaganda-
actie, die de K. R. O. in het aartsbisdom gaat
beginnen.
De K. R. O. heeft veel steun noodig, zegt Mgr.
Jansen, omdat hij een zwaren strijd te strijden
heeft en het kost enorm veel geld om paraat te
blijven in dien strijd.
En toch zijn er nog katholieken, die wel in
staat zijn den K. R. O. te steunen, maar hei
niet deen.
De K. R. O. is de luidspreker der goede ge
dachte. Hij is een machtig middel om Gods Rijk
te verbreiden.
„Als gij gebruik maakt van de radio, maak
er dan een goed gebruik van door naar den
K. R. O. te luisteren. Het radio-toestel in uw
kamer is iets neutraals, maar het houdt op
neutraal te zijn, zoodra gij het aanzet en luistert
of laat luisteren."
De Aartsbisschop besluit: „ieder katholiek, die
daartoe in staat is, wordt lid of donateur van
den K. R. O.; maakt hij gebruik van de radio,
dan abonneert hij zich op den Katholieke
Radio-Gids en ten derde ieder katholiek, die ge
bruik maakt van de radio, make er een goed
gebruik van door slechts den K. R. O. te beluis
teren of te laten beluisteren en van den K. R. O.
maakt hij gebruik met zelfbeheersching, opdat
de plichten van zijn staat er niet onder lijden.
Te Utrecht zijn Zaterdag politieruiterfeesten gehouden, die groote "belangstelling
trokken. Tijdens het nummer „de beste politie-patrouïlleP moesten d)e deel
nemers tusschen een spelend muziekcorrps rijden. We zien hier de Rotterdam-
sche politie aan den tand gevoéld
Zondagavond omstreeks half twaalf heeft even
buiten het dorp Ede, ter hoogte van „Kern-
heim" een ernstig auto-ongeluk plaats gehad.
Vier jongelui uit Veenendaal hadden aldaar een
auto gehuurd en keerden op genoemd tijdstip,
na in Ede gedanst te hebben, huiswaarts. Waar
schijnlijk tengevolge van den mist is de wagen,
die bestuurd werd door den 20-jarigen F. van
Rijswijk, tegen een boom gereden, dw'ars over
den weg geslingerd en aan de andere rijde tegen
een tweeden boom gebotst. De vier inzittenden
werden er uit geslingerd. Twee van hen, de 20-
jarige F. van Rijswijk en de 23-jarige G. v. d.
Poel, hadden zeer ernstige verwondingen opge-
loopen en zijn, nadat de eerste hulp verleend
was, in bewusteloozen toestand naar het Diaco
nessen Huis te Arnhem overgebracht. De beide
anderen, de 23-jarige C. Balderman en de 20-
jarige G. Diepeveen, bleken minder ernstige
verwondingen te hebben opgeloopen. Zij konden
later huiswaarts keeren. De commissaris van
politie uit Ede, de heer H. P. J. Hulsman, was
spoedig ter plaatse, trof onmiddellijk de noo-
dige maatregelen en stelde een uitgebreid onder
zoek in. De auto is in beslag genomen.
Zondagavond omstreeks acht uur ontdekte
men, dat een roggemijt, die in het veld stond in
de nabijheid van de hoeve „De Tweeberg" te
Rosmalen, in brand stond. Onmiddellijk gingen
omwonenden er heen, daar men tevens meende
hulpgeschrei gehoord te hebben. Bij nadering
van de mijt vond men daar het verkoolde lijk
van een vrouwspersoon liggen. Haar identiteit
kon nog niet worden vastgesteld. De politie heeft
de zaak in onderzoek. De roggemijt heeft men,
daar geen gevaar bestond voor overslaan naar
de boerderij, rustig laten uitbranden.
Zondagavond omstreeks tien uur stak een
wielrijderin de Zeelsterstraat te Eindhoven
plotseling den weg over, zonder een teeken te
hebben gegeven.
Hij werd gegrepen door een hem achterop
rijdenden auto en op slag gedood. Uit het po-
litie-onderzoek is komen vast te staan, dat het
slachtoffer de veertig-jarige F. v. Vught, een
onverlichte fiets bereed.
Tevens is gebleken, dat de remmen van den
auto in orde waren. Den bestuurder treft geen
schuld.
Het plan voor een optocht van vrachtauto's,
welken de B. B. N., Bond van Bedrijfsautohou
ders in Nederland in verband met de offi-
cieele opening van de brug te Zalt-Bommel,
welke op 18 November a.s. om 12 uur van de
Waardenburgsche zijde door Z. E. den Minis
ter van Waterstaat zal plaats vinden, organi
seert, belooft schitterend te zullen slagen, daar
van vele bedrijfsautohouders bewijzen van sym
pathie zijn binnengekomen. Als centra voor
verzameling der bedrijfsauto's zijn uitgekomen:
Utrecht, Culemborg, Geldermalsen, Waarden
burg, Eindhoven, Tilburg en 's Hertogenbosch.
Op den eersten Katholiekendag voor Noord-
Limburg, welke Zondagmiddag onder voorzit
terschap van den heer Klaassen in de veiling
hal te Venlo plaats had, waar naar schatting
ongeveer 7000 menschen aanwezig waren, heb
ben het woord gevoerd mr. C. M. J. F. Gose
ling, voorzitter van de R. K. Staatspartij en
Mgr. H. A. Poels, aalmoezenier van den arbeid
in Limburg.
Zijn rede aanvangende met een beschouwing
over den stoffelijken nood, die heden heerscht,
achtte mr. Goseling daarvan het meest be
nauwend de jeugdwerkloosheid. Niettemin moe
ten wij erkennen, dat wij het in Nederland
nog veel minder slecht hebben dan elders ter
wereld. De geestelijke ellende, die daarnaast
heerscht, uit zich vooral in een grenzenlooze
verwarring des geestes. Wij katholieken moe
ten ons hecht baseeren op den geestelijken
grondslag, dien wij hebben in ons geloof.
Bij het streven naar een gelukkiger maat
schappij moet men zich niet laten misleiden
door nieuwe leiders, die zich thans aandienen,
en omtrent wier kennen noch kunnen iets be
kend is. De meest radicale hervormer is de
Paus in zijn encyclieken, die aandringt op her
vorming van den mensch zelf. Het gevaarlijke
van de „nieuwe leiders" is, dat zij het beginsel
waarvan alle hervorming moet uitgaan: de
mensch in zijn verhouding tot God, uit het oog
verliezen. Een gefundeerd Godsvertrouwen
moet echter bij ons het streven naar hervor
ming bezielen. Ook werkelijke discipline kan
slechts bestaan in den geest van Gods liefde,
want niets anders is in staat, ons eendrachtig
te maken. AI het andere noemde spr. geeste
lijk „Ersatz" en on-Nederlandsch. Hij wees
vervolgens op-de groote waarde van het lee-
ken-apostolaat als middel om tot de hervor
ming der maatschappij te geraken.
Na aldus den heerscchenden nood en de nood
zakelijkheid van hervorming voorop gesteld te
hebben, stelde mr. Goseling de vraag: „wat
wordt er gedaan?" Hij verwacht niet, dat de
beantwoording daarvan allen zal bevredigen,
doch merkt reeds van te voren daartegen op,
dat het verkeerd is, te verwachten, dat ande
ren, hetzij partij of Staat, alles voor ons in
orde zullen maken. Zelf moeten de katholieken
medewerken tot leniging en verzachting van
den nood, in een geest van waren gemeen
schapszin en naastenliefde. Vertrouwen ook is
noodig in de zelfgekozen leiders. Er is geen re
den om aan te nemen, dat leiders, die de con
trole van een parlement missen, het beter zul
len doen. In een korte beschouwing van wat
door de partij op maatschappelijk en politiek
terrein reeds verricht is, herdacht spr. zijn
voorganger in het partijvoorzitterschap, Mgr.
Dr. Nolens. Reeds deze staatsman had gewe
zen op de moeilijkheden, die in de toekomst
voor de katholieken ook in Nederland zouden
rijzen, en hen van te voren reeds opgewekt,
zich bij de oplossing daarvan immer voor
oogen te stellen het antwoord, dat de cate
chismus geeft op de vraag „Waartoe zijn wij
op aarde?" en de uitwerking, die de Pausen
in hun encyclieken van dat antwoord gegeven
hebben.
Bij zijn bespreking van de politieke richt-
'iinen in de komende maanden wil mr. Gose
ling als uitgangspunt nemen het manifest van
de R. K. Staatspartij. Hij merkt daarbij op, dat
het wel noodzakelijk is, eerst een werkschema
samen te stellen alvorens tot daden over te
gaan.
Op economisch gebied hangt thans van
onze handelspolitiek benauwend veel af.
Zij zal gebaseerd moeten zijn op het begin
sel van wederkeerigheid. De binnenland-
sche markt voor de eigen producten en de
eigen producten voor de binnenlandsche
markt: dat zal het uitgangspunt voor onzen
economischen opbouw moeten zijn. De ver
wezenlijking daarvan zal moeten geschie
den door contingenteering en aanpassing
der douanetarieven, desnoods door gebruik
te maken van retorsiebevoegdheden. Aan alle
takken van volksbestaan moet eenige ver
lichting worden gebracht en het is de moei
lijke taak der regeering, daarbij geen on
billijkheden te begaan. Voor alles moet als
doel in het oog gehouden worden: werkver
ruiming. speciaal voor de jeugd. Daartoe
moet het plan van groote openbare wer
ken met kracht worden uitgevoerd.
Voor den maatschappelijken opbouw heeft
de bedrijfsradenwet-Verschuur reeds den eer
sten stap gezet. Bij de uitvoering der landbouw-
crisiswet zal men in meerdere mate dan tot
nog toe geschied is, de bedrijfsgenooten moe
ten betrekken. Bij de steunmaatregelen, te ne
men voor de industrie, zal dat van meet af aan
moeten geschieden. Doch dit alles houdt nog
niet in verwezenlijking van J. A. Dit is slechts
te bereiken door verbetering der zeden.
Ook ons staatstelsel zal wijziging moeten
ondergaan doch spr. acht het onverant
woord, deze aangelegenheid thans reeds met
allerlei leuzen onder het volk te brengen.
Ter verlichting van den middenstand zullen
maatregelen worden getroffen op het gebied der
winkelsluitingswet, de automatenverordening,
het middenstandserediet, het cadeau- en het
afbetalingsstelel, De minister van economische
zaken heeft daaromtrent pas hoopgevende me-
dedeelingen in den middenstand gedaan.
Het gezag zal met kracht gehandhaafd wor
den. Alleen hij, die het gezag erkent als van
God komend, kan den gezagsdrager zien in zijn
rechten en in zijn zwaren plicht. Alles moet
daarbij worden tegengegaan wat zou kunnen
aanranden de positie van ons nationale ko
ningschap.
Gezinspolitiek zal voorshands gevoerd wor
den op vier punten: le. door herziening van de
inkomstenbelastingwet. Daarmede kan niet ge
wacht worden tot in feite een sluitende begroo
ting is verkregen; 2e. door een billijker school
geldregeling; 3e. door verbod van arbeid voor
de gehuwde vrouw, dat echter moet worden
voorafgegaan door een wettelijke regeling der
huisindustrie, en 4e. door vaststelling van spe
ciale steunnormen voor groote gezinnen, ook
waar het geldt de werkverschaffing.
Het rapport der Commissie-Romme, dat de
zer dagen zal verschijnen, zal in dezen de
grondslag zijn voor verderen arbeid.
De verhoogde lasten welke, thans weer door
de omzetbelasting, op het volk worden gelegd,
maken het verder noodzakelijk om een deel der
eerste levensbehoeften tegen goedkoopere prijzen
voor noodlijdenden verkrijgbaar te stellen,
evenals dit thans met de margarine geschiedt.
Het welslagen van het werk der RJ5. Staats
partij, aldus besloot nier. Goseling zijn rede,
hangt tenslotte af van de leiders en de wer
kers in de plaatselijke afdeelingen, en van hun
vertrouwen in de partijleiding. Zij moeten
thans met spoed, maar tevens met bezinning
aan den arbeid gaan, in het bewustzijn, dat de
verantwoordelijkheid voor de toekomst van Ne
derland op hun schouders rust.
Mgr. Poels, terstond hierop volgende, zeide,
dat het hem verdroot, te moeten spreken over
iets, dat hij niet gaarne in Venlo ziet. Wat op
het oogenblik aan de orde is, heeft meer dan
louter politieke beteekenis: in Noord-Limburg
zijn groote groepen van menschen die meenen
aan de R.K. Staatspartij den rug te moeten
toekeeren. Alvorens zich af te vragen of daartoe
wel reden is, stelde spr. voorop dat men van
politieke partijen vaak dingen verlangt, die on
mogelijk zijn. De oplossing der wereldcrisis ligt
niet louter op politiek terrein. Voor alles zullen
wij noodig hebben den socialen arbeid van stille
werkers, die zich zuiver uit naastenliefde tot sla
ven van de gemeenschap maken. Op hun geest
drift moeten wij kunnen rekenen: zij bezielen de
massa met hun liefde voor het volk en hun
afschuw van het onrecht.
Daarnaast moet men altijd bij alle politieke
kwesties het katholieke beginsel en het natio
nale beginsel gelijkelijk voorop stellen. Ook wij
willen, aldus spr., handhaving van het gezag
en ook wij keeren ons tegen de excessen van
de democratie, en willen spoedige verbetering
van misstanden op deze punten.
Vervolgens stelde spr. de vraag: is er reden
om aan de partij den rug toe te keeren? Nooit
is er een tijd geweest waarin het meer noodig
was dan nu om aaneengesloten te biijven. Vol
doende reden daartoe is reeds het woord van
den Paus aan Mgr. Aengenent: „Blijft één op
politiek terren." Niet zonder reden werd deze
raad gegeven. De vragen waarover het in de
politiek gaat raken zeer dikwijls onze katho
lieke wereldopvatting. Het katholicisme staat op
het oogenblik in de geheele wereld in het mid
denpunt van den geestelijken strijd.
Die strijd eischt met dringende noodzakelijk
heid eenheid ter verdediging van- het katholiek
beginsel. Daartoe biedt alleen de Staatspartij
afdoende garantie. Dit blijkt uit hetgeen reeds
bereikt is. „Waar ter wereld hebben de katho
lieken wat wij op het oogenblik hebben, vooral
op sociaal gebied?", aldus mgr. Poels. Daarom
moeten wij met erkenning van de Nationale
saamhoorigheid, ons nauwer aaneensluiten.
De tegenwoordige economische tosstand,
meende spr. is onhoudbaar. Dat ondervinden
alle bedrijfsgroepen. De diepste oorzaak daar
van is, dat onze maatschappij on-christelijk is.
Wij willen radicale hervormingen in deze maat
schappij: verbetering allereerst van den mensch
zelf. Op sociaal-economisch gebied eischen wij
de corporatieve maatschappij en daarnaast een
radicale hervorming van de volksvertegenwoor
diging. Dat wilden wij reeds vóórdat de fascis
ten als groep bestonden.
Maar niemand kan dit in zeer korten tijd tot
stand brengen. Er hangen vele internationale
problemen mede samen. Maar vooral vordert
een dergelijke hervorming van de maatschappij
tijd, omdat de geest der menschen zelf moet
worden omgevormd in Christelijken zin. Men
moet vertrouwen hebben in de leiding van de
Om te protesteeren tegen de wegblazing
van de Internationale uit den aether
heeft het bestuur van de V. A. R- A.
een pamflet verspreid, waarin met een beroep
op de demokratie en de vrijheid ach en wee
geroepen wordt over de snoodheid van de re
geering, die het verbod gelastte, althans tole
reert.
Met een beroep op de demokratie en de vrij
heid!
Uit welk beroep alweer duidelijk blijkt, dat
de heeren van de begrippen demokratie en
vrijheid niet de minste tenzij dan een radi
caal verkeerde notie hebben.
Demokratie en vrijheid, dat zijn voor de
rood opgevoede massa tooverformules, krach
tens welke men zich vrijwel alles in deze we
reld permitteeren mag. mits dit alles strekke
tot meerdere eer en glorie van de sociaal-de-
mokratie en tot koestering van het egoïsme in
den mensch.
Met een beroep op demokrate en vrijheid
eischen de heeren voor zich het recht op, ons
volk te misleiden, te begeesteren voor ramp
spoed-brengende idealen, te vervullen met re-
volutionnair sentiment, te prikkelen tot revo-
lutionnair verzet-
Met een beroep op democratie en vrijheid
eischen zij, niet gehinderd te worden in hun
bestrijding van den godsdienst, in hun onder
mijning van de goede zeden door de prediking
van een bedenkelijke, vaak schandelijke moraal,
door de prediking van vrijen omgang in de
jaren der jeugd, door het verweer tegen alles,
wat van Christelijke zijde wordt beproefd om de
openbare onzedelijkheid te bestrijden.
Het wordt hoog tijd, dat in Nederland een
eind gemaakt wordt aan de huldiging der
valsche begrippen demokratie en vrijheid, aan
de huldiging van de caricatuur, tot welke de
socialisten deze verheven begrippen hebben
gemaakt.
Staatspartij en met vollen moed de toekomst in
zien. Het katholicisme is op dit oogenblik, als
het zijn roeping niet vervult, verantwoordelijk
voor een catastrofe. Het bovennatuurlijke is
losgerukt van het moderne leven: de wereld is
ontkerstend. Het bovennatuurlijke moet echter
niet beperkt blijven tot het kerkelijk terrein,
doch moet midden in de wereld staan en het
maatschappelijk leven der menschen beheer-
schen.
Ook in de jongeren moeten we in dit op
zicht vertrouwen hebben. De moeilijkheden zijn
zoo zwaar, dat tot de oplossing noodig is de
laaiende geestdrift der jongeren.
In dit verband wilde mgr. Poels zijn meening
geven over N. S. B. en fascisme. Het is voor
hem onbegrijpelijk dat er menschen zijn, die
verlangen naar de knoet. Spr. verwijst met
waardeering naar het artikel van dr. Van
Noort in „De Tijd". Wanneer het fascisme, zoo
als het artikel aantoont, bestaat in het verlan
gen naar den „sterken man," dan begrijpt spr.
niet hoe men in Nederland, een beschaafde na
tie, daarnaar verlangt. Bovendien zou het mo
gelijk zijn, dat we een dictator kregen, die niet
katholiek was. Wat moet er dan van de katho
lieke pers, van de katholieke organisaties wor
den wanneer in het parlement geen fractie ter
verdediging van de geloofsbelangen haar stem
kon doen hooren?
Het is tenslotte een kwestie van wereldbe
schouwing. Ook ir. Mussert erkent dat.
De vraag stellend „mogen katholieken geen
lid zijn van de N. S. B.?" zeide spr. dat zij, die
luisteren naar de bisschoppen, in de Staats
partij blijven. Katholieken, die beseffen wat
fascisme en nationaal-socialisme is, zullen zich
er ook niet bij aansluiten. Het Duitsche natio
naal-socialisme is onaanvaardbaar voor katho
lieken. Weliswaar is het thans niet meer in
Duitschland verboden om lid te worden van de
N.S.D.A.P., doch dit verbod is slechts opgehe
ven, omdat Hitier beloofd heeft, nooit iets te
zullen doen tegen de Kerk. Ook de Paus heeft
het fascisme verboden, aldus Mgr. Poels, doch
om opportuniteitsredenen staat hij het lid
maatschap van- katholieken aan de fascisti
sche partij toe.
Spr. begrijpt niet waarom de regeering de
N.S.B. niet op de lijst der verboden vereenigin-
gen heeft gesteld. Hij begrijpt niet waarom vele
werkgevers deze partij steunen. De katholieke
partij is van zulk een groot belang voor het
katholieke leven, dat ook de priesters zich met
kracht moeten verzetten tegen iedere strooming
die deze parij uit de macht en uit het bestaan
wil stooten.
De hervorming der maatschappij moet ge
schieden in de standsorganisaties, door het
werken van ontwikkelingskemen, door de vor
ming van echte katholieken van de daad. Dan
zal het licht der katholiciteit schijnen over de
wereld en over de menschen.
Ook Mgr. Poels herinnerde aan het slot van
zijn rede aan de nagedachtenis van Mgr. No-
lens, om de Limburgers tot trouw op te wekken
aan het katholieke geloof, doch ook aan de ka
tholieke Staatspartij, in het volle besef van het
devies „Credo Pugno."
Verschenen is de begrooting 1934 voor de pro
vincie Noord Brabant.
Inkomsten en uitgaven zijn tegenover elkaar
geraamd tot een bedrag van 7.246.263.90.
Voor uitgaven ten behoeve der wegen is on
der voormeld bedrag begrepen 1.928.100;
voor buitengewone uitgaven 1.416 400; voor
aflossingen en renten der electriciteitsleeningen
f 1818.685. voor rente leening voor drinkwa
tervoorziening 36.562-50. Blijft voor gewone
uitgaven behoudens de uitgaven voor de wegen
1.230.653-44, voor onvoorziene uitgaven is ge
raamd 74.531.43.
Evenals vorig jaar hebben Ged. Staten de be-
grooting sluitend kunnen maken zonder be
las tingverhooging.
Het zooveel besproken en beschreven „weg
geld", een belasting op gebruik van rijwielen
op de wegen der provincie, is wederom gehand
haafd gebleven. De opbrengst van het weggeld
is geraamd op 475 000.
De opcenten op de hoofdsom der grondbelas
ting zijn vastgesteld op 28, gebouwd en onge
bouwd.
Ged. Staten stellen voor 14 opcenten te hef
fen op de vermogens- en 14 opcenten op de in
komstenbelasting voor 1934.