Prikkeldraad Rationalisatie en werkloosheid Katholiekendag voor Noord-Limburg DRIEPRAE-ADVIEZEN EEN GROOTE BETOOGING Valsch beroep MAANDAG 30 OCTOBER Jaarvergadering van de Vereeni- ging voor de Staathuishoud kunde en de Statistiek Prijzen en loonen Prae-advies prof. Cobbenhagen Prae-advies dr. v. d. Waarden Prae-advies Zaalberg Het debat Voor den eigen omroep Replieken Krachtig woord van aanbeveling van den Aartsbisschop POLITIERVITERFEESTEN TE UTRECHT Ernstig auto-ongeluk Vier jongelui bij een botsing uit den wagen geslingerd Vrouw levend verbrand Raadselachtig geval te Rosmalen Doodelijke aanrijding Wielrijder stak plotseling den weg over DE BRUG TE ZALT-BOMMEL Mr. Goseling bespreekt de poli tieke richtlijnenMgr. Poels bestrijdt het fascisme Om de eenheid Wat gedaan wordt Economische politiek Gezinspolitiek Rede Mgr. Poels Eenheid noodzakelijk N.S.B. en fascisme PROVINCIALE BEGROOTING VAN NOORD-BRABANT Sluitend zonder belasting- verhooging Zaterdag werd in het Gebouw voor K. en W. te Utrecht gehouden de jaarvergadering van de Vereeniging voor Staathuishoudkunde en Sta tistiek. De voorzitter, de heer H. A. Hartogh, richtte een woord van welkom tot de talrijke aanwezi gen, wijdde eenige woorden aan de nagedachte nis van de gestorven leden, in het bijzonder Dr. Hintzen en Prof. van Gijn. Nadat de secretaris penningmeester zijn jaarverslag had voorgele zen en nadat er een kascommissie was benoemd ging de vergadering over tot het kiezen van twee nieuwe leden in het bestuur. Herkozen werd Prof. dr. J. M. Verrijn Stuart en gekozen werd Mr. dr. L. F. H. Regout. De vergadering besloot om de volgende vergadering te doen plaatshebben in Den Haag. De lijst van de voorgestelde nieuwe leden werd voorgelezen, waarna ze tot lid werden bevorderd. Het moment was aangebroken, waarop tot be handeling der prae-adviezen werd overgegaan. Prae-adviezen waren uitgebracht door de hee- ren Prof. Dr. M. J. H.-Cobbenhagen, Dr. Ir. Th. van der Waerden en door C. J. P. Zaalberg over de volgende vragen: le. leidt het streven naar arbeidsbespa ring in het huidige productie-proces tot een duurzame of een tijdelijke vermeerdering van werkloosheid? 2e. zoo ja, is het dan binnen het kader van de huidige economische orde mogelijk en wenschelijk om dit gevolg te voorkomen? De korte inhoud der prae-adviezen is als volgt: Rationalisatie is van grooten invloed op het persoonlijk leven der menschen en is voor de gemeenschap een bron van groote zorgen. Het streven naar arbeidsbesparing zal er in een dy namische maatschappij toe leiden om in de pro ductie wijzigingen aan te brengen. Door de ver vanging van menschelijke arbeidskrachten door machines en door het invoeren van meer syste matische arbeidsmethoden heeft er een bespa ring van arbeid plaats. De inhoud van het be grip rationalisatie hangt samen met het proces van de zelfstandige wording der onderneming, met de instandhouding der onderneming, haar aanpassing aan veranderde omstandigheden. De oriënteering op de bestaansmogelijkheid der on derneming als zelfstandig doel heeft tengevolge dat het welzijn der werknemers op het tweede plan geraakt. Het is mogelijk om bij invoering van machines of van een gewijzigde organisatie en toch met behoud van hetzelfde aantal ar beiders tot hoogere productiviteit te komen. Uit schakeling van arbeidskrachten en vermeerde ring der productie zijn de kenmerken van ar beidsbesparing geworden. De motieven voor ar beidsbesparing zijn meestal kostenverlaging en winstvergrooting. De z.g. compensatietheorieën huldigen de opvatting dat de werkloosheid, die door arbeidsbesparing wordt veroorzaakt, na eenigen tijd wordt opgeheven door een nieuwe vergrooting der werkgelegenheid, welke ver grooting weer een gevolg is van de invoering der arbeidsbesparing. Prae-adviseur is van meening dat de arbeids besparing geen krachten in het leven roept die sterk genoeg zijn om de werkloozen weer allen een plaats te geven in het productie-proces. De werkloosheid door de arbeidsbesparingin het leven geroepen, is geen tijdelijk verschijnsel, aat vanzelf weer verdwijnt maar is een duurzame toestand. Kunnen we voor de arbeidsbesparing geen plaats vinden in de geordende reeks der menschelijke doeleinden, dan is ze onaanvaard baar. Beoordeelen we de arbeidsbesparing naar haar onmiddellijke gevolgen, dan kan ze geen Zedelijk goed worden genoemd. Het is derhalve gewenscht om maatregelen te treffen die de ge volgen van ongehinderde arbeidsbesparing on gedaan maken. Dit is niet mogelijk zonder het huidige economische stelsel in den grond te veranderen. Daarom moet momenteel het tem po van de invoering der arbeidsbesparing ge remd worden en wel door onderling overleg, door invoering van bedrijfsraden met een pu bliekrechtelijk karakter, korteren arbeidstijd en Vroegere pensionneering. Het is nog niet mogelijk na te gaan welk deel der werkloosheid gesteld moét worden op reke ning van de vermelde arbeidsbesparing der laat ste jaren. Prae-adviseur geeft een beschouwing over de compensatietheorie en komt tot de con clusie dat de bestrijding der theorie niet ge slaagd mag heeten, waarmee echter ook de juistheid der theorie nog niet bewezen is. De er varing gedurende een tijdperk van 150 jaar suggereert eenig vertrouwen in de toekomstige inschakeling van thans uitgeschakelde arbeids krachten. Voor dat deel der nijverheid, hetwelk gericht is op voorziening in dagelijksche be- noodigdheden is geen aanwijzing te vinden voor een blijvend overtollig worden van arbeids krachten. De verontrustende verschijnselen doen zich in hoofdzaak voor bij de luxe-bedrijven en bij die, welke productie-middelen voortbrengen. Er moeten maatregelen genomen worden om te zorgen dat de absorptie geleidelijk met de ratio nalisatie verloopt. Voorwaarden voor doelmatig ingrijpen zijn nationale en internationale kennis van het bedrijfsleyen en de marktpositie. Het particuliere bankwezen moet worden gecontro leerd. Een centrale crediet-instelling zal leiding moeten geven aan het credietwezen. De prae- adviseur zou den werkgever willen verplichten den arbeiders, die door rationalisatie overbodig worden, gedurende zekeren tijd wachtgeld uit te betalen. Voor de andere werkloozen heeft de prae-adviseur een crisis-fonds uitgedacht, ge vormd uit bijdragen van ondernemers en van den Staat. De voorbeelden uit 't verleden en het heden toonen dat er arbeidsbesparing kan plaats heb ben zonder dat de verhouding tusschen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ongunstig wordt verstoord. De werkloosheid is geen gevolg van het bevredigd zijn van alle behoeften door een gerationaliseerde industrie, want tallooze be hoeften bleven onvervuld. Het verschijnsel dat thans vele overtollige arbeiders geen nieuwe plaats meer vinden is een gevolg van het sterke streven naar besparing op de productiekosten. Dat streven is ontstaan zoowel door de duurte van den menschelijken arbeid als door den cri sisnood. De vraag of de nadeelen der rationali satie opgeheven moeten worden, is te beperken tot die gevallen waarin de werklooze als werk- zoekende in een andere positie verkeert dan zij die door de normale fluctuaties op de arbeids markt van werkgever moeten veranderen. Vaak kan een vakbekwame, overbodig geworden ar beider zich een andere vakkennis eigen maken. Is het geval van plaatselijken aard dan rust op den werkgever de moreele plicht te zorgen voor de door zijn toedoen werkloos gêmaakte arbei ders. De uitgestootenen door rationalisatie kun nen in het algemeen door heropleiding of door verplaatsing in het binnenland of naar het bui tenland weer aan werk geholpen worden. Bij de gedachtenwisseling kwam als eerste spreker aan het woord J. P. DUYVERMAN (Leiden). Spr. merkt op aan het adres van den heer Zaalberg, dat men een arbeider niet zoo gemakkelijk een ander beroep kan laten leeren en dat verplaatsing van arbeiders naar het bui tenland niet altijd mogelijk is. Wat het prae- advies van prof. Cobbenhagen betreft merkt spr. op dat deze is uitgegaan van een bepaalde levensbeschouwing. De economie moet geen ethisch oordeel geven. Spr. uit den wensch dat er geen maatregelen genomen worden die een domper zetten op moed en economisch inzicht. Prof. Mr. W. C. MEES (Wageningen)De kans op succes van de compensatietheorie is niet groot. Spr. wil verhooging der prijzen en verlaging der productiekosten en is een tegen stander van opzettelijke productiebeperking. Spr. waarschuwt tegen inflatie, maar ook tegen reflatie of devaluatie. De loonen moeten stij gen of dalen met de prijzen. Ook moet het ver band tusschen prijzen en productiekosten wor den hersteld. J. VAN DUSSELDORP (Den Haag) bracht hulde aan de prae-adviseurs en had vooral sympathie voor het advies van den heer Zaal berg. Het streven naar arbeidsbesparing leidt tot tijdelijke, niet tot blijvende werkloosheid. De wet van vraag en aanbod zal op natuurlijke wijze voor het herstel zorg dragen. De over heid is de hoofdoorzaak van de overproductie en de werkloosheid. Mr. R. VAN GENECHTEN (Utrecht): De kunstmatige opvoering van het loonpeil deed een abnormaal groot belang ontstaan bij het ver vangen van arbeid door kapitaal. De vrije prijs vorming zal groote welvaart brengen. C. NOBEL (Haarlem)Werkloosheid treedt alleen op in een deflatie-periode. Het genees middel is herstel van het evenwicht tusschen prijzen en loonen. Bij evenwicht is er voor alle arbeiders werk. Ir. A. BAARS (Den Haag). Spr. meent dat de methode van behandeling door prof. Cob benhagen toegepast niet juist is. Zijn prae- advies is te abstract en schijnbaar logisch. In de economie moet men zich aan de feiten hou den. Het vraagstuk dat aan de orde is is een vraagstuk van evenwicht. Dat vraagstuk is niet door redeneering op te lossen, maar alleen doof het opstellen van mathematische verge lijkingen. Mej. MARIE HEINEN (Den Haag) was van meening dat te weinig rekening is gehouden met psychische factoren door de prae-adviseurs. De producent moet een dienaar der gemeen schap zijn en ook de mentaliteit der arbeiders moet veranderen. H. TALENS (Apeldoorn)De rentepolitiek der banken is de oorzaak der werkloosheid. De rentestand moet verlaagd. Spr. wil een heel an der monetair stelsel. Hij wil een internationale circulatiebank die de rente regelt. Prof. Dr. J. A. VERAART (Den Haag): De ondernemer moet gedwongen worden tot con- stitutionaliteit. De ondernemers missen verant woordelijkheid tegenover de arbeiders. Daarom moet er boven den ondernemer een macht komen te staan, die rekening houdt met den arbeid. Het bedrijf in zijn geheel moet tot grondslag genomen ter bepaling der economi sche eenheden. De werkgever moet gebonden zijn aan de arbeiders, die hij in tijden van hoogconjunctuur heeft aangeworven. G. FOSTHUMA (Bloemendaal)heeft be zwaar tegen de formuleering der vragen, welke een verband suggereeren tusschen rationalisatie en werkloosheid. Rationalisatie schept op den duur een tendenz tot vergrooting der werkge legenheid. De rationalisatie heeft niet tot de huidige werkloosheid bijgedragen. Dr. F. M. WIBAyT (Amsterdam) verheugt zich over het prae-advies van Dr. van der Waerden. Er is geen aanwijzing voor een blij vend overtollig worden der arbeidskrachten, on danks de rationalisatie. Het prae-advies van prof. Cobbenhagen heeft het hart van spr. ge stolen. Ook spr. is van meening dat de in richting der maatschappij moet voldoen aan een cultuurideaal. De huidige maatschappelijke orde kan dit hooge cultuurdoel niet hebben. Daarom is er een omwenteling noodig. Wat de bedrijfsraden betreft merkt spr. cp. dat het consumentenbelang het laatste woord moet spreken in de bedrijfsraden. Q. F. EVELEIN (Eindhoven) wijst op het verschijnsel, dat de vakbonden in het bezit zijn van groote kapitalen. Deze kapitalen dienen om de macht der arbeiders te vergrooten. Dat is een gevaar voor den ondernemer, die het risico tracht te beperken door uitschakeling van den arbeider en invoering van mechani satie. Dr. G. C. S. VAN DORP (Katwijk aan Zee) De rationalisatie is geen oorzaak van werk loosheid. De crisis veroorzaakte de werkloos heid. De crisis kan opgelost door stabilisatie van de waarde van het geld. Inflatie en de flatie moeten vermeden worden, want deze ver wekken of armoede of onrechtmatige winsten. de andere prae-adviezen. Spr. is van meening dat er nog veel onderconsumptie is op de wereld. Een vermeerdering der productie zal nog noodig zijn. Wat de heropleiding betreft van werklooze arbeiders, merkt spr. op dat een bekwaam vakman meestal vatbaar is voor scholing. Ook is verplaatsing van arbeidskrach ten niet zoo moeilijk. Wat de loonhoogte be treft, als loonsverlaging tengevolge heeft dat er meer werk is, dan beteekent loonsverlaging een directe verhooging van de welvaart der arbeiders. Spr. is van meening dat de land bouw te veel wordt gesteund. Daardoor is Nederland een duurte-eiland geworden. De voorzitter bracht dank aan de prae-advi seurs en sloot de bijeenkomst. Na afloop was er een diner. Prof. COBBENHAGEN Tilburg: Ratinalisatie mag geen einddoel worden evenals materieele welvaart geen einddoel is. We moeten streven naar een maatschappij waarin we allen goede menschen kunnen zijn. Spr. is geen tegenstan der van rationalisatie maar een voorstander van getemperde rationalisatie. Rationalisatie is een instrument dat we moeten heffen boven de technische orde, dat we dienstbaar moeten maken aan het cultuurideaal. Er is aan spr. verweten dat hij te weinig feiten geeft. Spr. wijst er op dat feiten moeten worden geïnter preteerd en dat interpretatie gevaren met zich meebrengt. Bovendien bevatten de feiten ele menten die we niet kunnen overzien. De deduc tieve methode moet door de feiten worden ge controleerd. Na rationalisatie volgt geen automatische aanpassing. Daarom moeten er maatregelen genomen worden om de bezwaren der rationa lisatie te ondervangen. Wat den beroepsarbeid betreft, dat is niet het hoogste ideaal van den mensch. We moeten ook aan andere dingen aandacht schenken. Om dat te leeren is goed onderwijs noodzakelijk. Dr. VAN DER WAERDEN .wijst nogmaals op het onderscheid tusschen conjunctuurgevoe lige en andere bedrijven. Overdreven rationali satie vergroot de werkloosheid. Vroeger waren de arbeiders niet georganiseerd en hadden lage loonen kwam er toen een crisis dan ont stond er honger ontstaat er nu een crisis dan is er slechts een langzame daling der loonen en uitkeeringgn aan de werkloozen. De hoogte der loonen is niet de oorzaak van den langen duur der crisis. Men wil een crisisfonds. Daar zal echter een lange voorbereiding voor noodig zijn. Spr. ontkent dat er een tekort is geweest aan kapitaalvorming, zooals een der sprekers beweerde. Spr. pleit evenals Prof. Cobbenhagen voor breideling der rationalisatie. C. J. P. ZAALBERG heeft waardeering voor Zondag is in alle kerken van het Aartsbisdom een schrijven van den Aartsbisschop Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen voorgelezen, waarin krach tig wordt aangespoord den Katholieke Radio Omroep te steunen. Z. H. Exc. de Aartsbisschop heeft tevens Zon dagavond voor de K. R. O.-microfoon een korte inleiding gehouden voor de groote propaganda- actie, die de K. R. O. in het aartsbisdom gaat beginnen. De K. R. O. heeft veel steun noodig, zegt Mgr. Jansen, omdat hij een zwaren strijd te strijden heeft en het kost enorm veel geld om paraat te blijven in dien strijd. En toch zijn er nog katholieken, die wel in staat zijn den K. R. O. te steunen, maar hei niet deen. De K. R. O. is de luidspreker der goede ge dachte. Hij is een machtig middel om Gods Rijk te verbreiden. „Als gij gebruik maakt van de radio, maak er dan een goed gebruik van door naar den K. R. O. te luisteren. Het radio-toestel in uw kamer is iets neutraals, maar het houdt op neutraal te zijn, zoodra gij het aanzet en luistert of laat luisteren." De Aartsbisschop besluit: „ieder katholiek, die daartoe in staat is, wordt lid of donateur van den K. R. O.; maakt hij gebruik van de radio, dan abonneert hij zich op den Katholieke Radio-Gids en ten derde ieder katholiek, die ge bruik maakt van de radio, make er een goed gebruik van door slechts den K. R. O. te beluis teren of te laten beluisteren en van den K. R. O. maakt hij gebruik met zelfbeheersching, opdat de plichten van zijn staat er niet onder lijden. Te Utrecht zijn Zaterdag politieruiterfeesten gehouden, die groote "belangstelling trokken. Tijdens het nummer „de beste politie-patrouïlleP moesten d)e deel nemers tusschen een spelend muziekcorrps rijden. We zien hier de Rotterdam- sche politie aan den tand gevoéld Zondagavond omstreeks half twaalf heeft even buiten het dorp Ede, ter hoogte van „Kern- heim" een ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Vier jongelui uit Veenendaal hadden aldaar een auto gehuurd en keerden op genoemd tijdstip, na in Ede gedanst te hebben, huiswaarts. Waar schijnlijk tengevolge van den mist is de wagen, die bestuurd werd door den 20-jarigen F. van Rijswijk, tegen een boom gereden, dw'ars over den weg geslingerd en aan de andere rijde tegen een tweeden boom gebotst. De vier inzittenden werden er uit geslingerd. Twee van hen, de 20- jarige F. van Rijswijk en de 23-jarige G. v. d. Poel, hadden zeer ernstige verwondingen opge- loopen en zijn, nadat de eerste hulp verleend was, in bewusteloozen toestand naar het Diaco nessen Huis te Arnhem overgebracht. De beide anderen, de 23-jarige C. Balderman en de 20- jarige G. Diepeveen, bleken minder ernstige verwondingen te hebben opgeloopen. Zij konden later huiswaarts keeren. De commissaris van politie uit Ede, de heer H. P. J. Hulsman, was spoedig ter plaatse, trof onmiddellijk de noo- dige maatregelen en stelde een uitgebreid onder zoek in. De auto is in beslag genomen. Zondagavond omstreeks acht uur ontdekte men, dat een roggemijt, die in het veld stond in de nabijheid van de hoeve „De Tweeberg" te Rosmalen, in brand stond. Onmiddellijk gingen omwonenden er heen, daar men tevens meende hulpgeschrei gehoord te hebben. Bij nadering van de mijt vond men daar het verkoolde lijk van een vrouwspersoon liggen. Haar identiteit kon nog niet worden vastgesteld. De politie heeft de zaak in onderzoek. De roggemijt heeft men, daar geen gevaar bestond voor overslaan naar de boerderij, rustig laten uitbranden. Zondagavond omstreeks tien uur stak een wielrijderin de Zeelsterstraat te Eindhoven plotseling den weg over, zonder een teeken te hebben gegeven. Hij werd gegrepen door een hem achterop rijdenden auto en op slag gedood. Uit het po- litie-onderzoek is komen vast te staan, dat het slachtoffer de veertig-jarige F. v. Vught, een onverlichte fiets bereed. Tevens is gebleken, dat de remmen van den auto in orde waren. Den bestuurder treft geen schuld. Het plan voor een optocht van vrachtauto's, welken de B. B. N., Bond van Bedrijfsautohou ders in Nederland in verband met de offi- cieele opening van de brug te Zalt-Bommel, welke op 18 November a.s. om 12 uur van de Waardenburgsche zijde door Z. E. den Minis ter van Waterstaat zal plaats vinden, organi seert, belooft schitterend te zullen slagen, daar van vele bedrijfsautohouders bewijzen van sym pathie zijn binnengekomen. Als centra voor verzameling der bedrijfsauto's zijn uitgekomen: Utrecht, Culemborg, Geldermalsen, Waarden burg, Eindhoven, Tilburg en 's Hertogenbosch. Op den eersten Katholiekendag voor Noord- Limburg, welke Zondagmiddag onder voorzit terschap van den heer Klaassen in de veiling hal te Venlo plaats had, waar naar schatting ongeveer 7000 menschen aanwezig waren, heb ben het woord gevoerd mr. C. M. J. F. Gose ling, voorzitter van de R. K. Staatspartij en Mgr. H. A. Poels, aalmoezenier van den arbeid in Limburg. Zijn rede aanvangende met een beschouwing over den stoffelijken nood, die heden heerscht, achtte mr. Goseling daarvan het meest be nauwend de jeugdwerkloosheid. Niettemin moe ten wij erkennen, dat wij het in Nederland nog veel minder slecht hebben dan elders ter wereld. De geestelijke ellende, die daarnaast heerscht, uit zich vooral in een grenzenlooze verwarring des geestes. Wij katholieken moe ten ons hecht baseeren op den geestelijken grondslag, dien wij hebben in ons geloof. Bij het streven naar een gelukkiger maat schappij moet men zich niet laten misleiden door nieuwe leiders, die zich thans aandienen, en omtrent wier kennen noch kunnen iets be kend is. De meest radicale hervormer is de Paus in zijn encyclieken, die aandringt op her vorming van den mensch zelf. Het gevaarlijke van de „nieuwe leiders" is, dat zij het beginsel waarvan alle hervorming moet uitgaan: de mensch in zijn verhouding tot God, uit het oog verliezen. Een gefundeerd Godsvertrouwen moet echter bij ons het streven naar hervor ming bezielen. Ook werkelijke discipline kan slechts bestaan in den geest van Gods liefde, want niets anders is in staat, ons eendrachtig te maken. AI het andere noemde spr. geeste lijk „Ersatz" en on-Nederlandsch. Hij wees vervolgens op-de groote waarde van het lee- ken-apostolaat als middel om tot de hervor ming der maatschappij te geraken. Na aldus den heerscchenden nood en de nood zakelijkheid van hervorming voorop gesteld te hebben, stelde mr. Goseling de vraag: „wat wordt er gedaan?" Hij verwacht niet, dat de beantwoording daarvan allen zal bevredigen, doch merkt reeds van te voren daartegen op, dat het verkeerd is, te verwachten, dat ande ren, hetzij partij of Staat, alles voor ons in orde zullen maken. Zelf moeten de katholieken medewerken tot leniging en verzachting van den nood, in een geest van waren gemeen schapszin en naastenliefde. Vertrouwen ook is noodig in de zelfgekozen leiders. Er is geen re den om aan te nemen, dat leiders, die de con trole van een parlement missen, het beter zul len doen. In een korte beschouwing van wat door de partij op maatschappelijk en politiek terrein reeds verricht is, herdacht spr. zijn voorganger in het partijvoorzitterschap, Mgr. Dr. Nolens. Reeds deze staatsman had gewe zen op de moeilijkheden, die in de toekomst voor de katholieken ook in Nederland zouden rijzen, en hen van te voren reeds opgewekt, zich bij de oplossing daarvan immer voor oogen te stellen het antwoord, dat de cate chismus geeft op de vraag „Waartoe zijn wij op aarde?" en de uitwerking, die de Pausen in hun encyclieken van dat antwoord gegeven hebben. Bij zijn bespreking van de politieke richt- 'iinen in de komende maanden wil mr. Gose ling als uitgangspunt nemen het manifest van de R. K. Staatspartij. Hij merkt daarbij op, dat het wel noodzakelijk is, eerst een werkschema samen te stellen alvorens tot daden over te gaan. Op economisch gebied hangt thans van onze handelspolitiek benauwend veel af. Zij zal gebaseerd moeten zijn op het begin sel van wederkeerigheid. De binnenland- sche markt voor de eigen producten en de eigen producten voor de binnenlandsche markt: dat zal het uitgangspunt voor onzen economischen opbouw moeten zijn. De ver wezenlijking daarvan zal moeten geschie den door contingenteering en aanpassing der douanetarieven, desnoods door gebruik te maken van retorsiebevoegdheden. Aan alle takken van volksbestaan moet eenige ver lichting worden gebracht en het is de moei lijke taak der regeering, daarbij geen on billijkheden te begaan. Voor alles moet als doel in het oog gehouden worden: werkver ruiming. speciaal voor de jeugd. Daartoe moet het plan van groote openbare wer ken met kracht worden uitgevoerd. Voor den maatschappelijken opbouw heeft de bedrijfsradenwet-Verschuur reeds den eer sten stap gezet. Bij de uitvoering der landbouw- crisiswet zal men in meerdere mate dan tot nog toe geschied is, de bedrijfsgenooten moe ten betrekken. Bij de steunmaatregelen, te ne men voor de industrie, zal dat van meet af aan moeten geschieden. Doch dit alles houdt nog niet in verwezenlijking van J. A. Dit is slechts te bereiken door verbetering der zeden. Ook ons staatstelsel zal wijziging moeten ondergaan doch spr. acht het onverant woord, deze aangelegenheid thans reeds met allerlei leuzen onder het volk te brengen. Ter verlichting van den middenstand zullen maatregelen worden getroffen op het gebied der winkelsluitingswet, de automatenverordening, het middenstandserediet, het cadeau- en het afbetalingsstelel, De minister van economische zaken heeft daaromtrent pas hoopgevende me- dedeelingen in den middenstand gedaan. Het gezag zal met kracht gehandhaafd wor den. Alleen hij, die het gezag erkent als van God komend, kan den gezagsdrager zien in zijn rechten en in zijn zwaren plicht. Alles moet daarbij worden tegengegaan wat zou kunnen aanranden de positie van ons nationale ko ningschap. Gezinspolitiek zal voorshands gevoerd wor den op vier punten: le. door herziening van de inkomstenbelastingwet. Daarmede kan niet ge wacht worden tot in feite een sluitende begroo ting is verkregen; 2e. door een billijker school geldregeling; 3e. door verbod van arbeid voor de gehuwde vrouw, dat echter moet worden voorafgegaan door een wettelijke regeling der huisindustrie, en 4e. door vaststelling van spe ciale steunnormen voor groote gezinnen, ook waar het geldt de werkverschaffing. Het rapport der Commissie-Romme, dat de zer dagen zal verschijnen, zal in dezen de grondslag zijn voor verderen arbeid. De verhoogde lasten welke, thans weer door de omzetbelasting, op het volk worden gelegd, maken het verder noodzakelijk om een deel der eerste levensbehoeften tegen goedkoopere prijzen voor noodlijdenden verkrijgbaar te stellen, evenals dit thans met de margarine geschiedt. Het welslagen van het werk der RJ5. Staats partij, aldus besloot nier. Goseling zijn rede, hangt tenslotte af van de leiders en de wer kers in de plaatselijke afdeelingen, en van hun vertrouwen in de partijleiding. Zij moeten thans met spoed, maar tevens met bezinning aan den arbeid gaan, in het bewustzijn, dat de verantwoordelijkheid voor de toekomst van Ne derland op hun schouders rust. Mgr. Poels, terstond hierop volgende, zeide, dat het hem verdroot, te moeten spreken over iets, dat hij niet gaarne in Venlo ziet. Wat op het oogenblik aan de orde is, heeft meer dan louter politieke beteekenis: in Noord-Limburg zijn groote groepen van menschen die meenen aan de R.K. Staatspartij den rug te moeten toekeeren. Alvorens zich af te vragen of daartoe wel reden is, stelde spr. voorop dat men van politieke partijen vaak dingen verlangt, die on mogelijk zijn. De oplossing der wereldcrisis ligt niet louter op politiek terrein. Voor alles zullen wij noodig hebben den socialen arbeid van stille werkers, die zich zuiver uit naastenliefde tot sla ven van de gemeenschap maken. Op hun geest drift moeten wij kunnen rekenen: zij bezielen de massa met hun liefde voor het volk en hun afschuw van het onrecht. Daarnaast moet men altijd bij alle politieke kwesties het katholieke beginsel en het natio nale beginsel gelijkelijk voorop stellen. Ook wij willen, aldus spr., handhaving van het gezag en ook wij keeren ons tegen de excessen van de democratie, en willen spoedige verbetering van misstanden op deze punten. Vervolgens stelde spr. de vraag: is er reden om aan de partij den rug toe te keeren? Nooit is er een tijd geweest waarin het meer noodig was dan nu om aaneengesloten te biijven. Vol doende reden daartoe is reeds het woord van den Paus aan Mgr. Aengenent: „Blijft één op politiek terren." Niet zonder reden werd deze raad gegeven. De vragen waarover het in de politiek gaat raken zeer dikwijls onze katho lieke wereldopvatting. Het katholicisme staat op het oogenblik in de geheele wereld in het mid denpunt van den geestelijken strijd. Die strijd eischt met dringende noodzakelijk heid eenheid ter verdediging van- het katholiek beginsel. Daartoe biedt alleen de Staatspartij afdoende garantie. Dit blijkt uit hetgeen reeds bereikt is. „Waar ter wereld hebben de katho lieken wat wij op het oogenblik hebben, vooral op sociaal gebied?", aldus mgr. Poels. Daarom moeten wij met erkenning van de Nationale saamhoorigheid, ons nauwer aaneensluiten. De tegenwoordige economische tosstand, meende spr. is onhoudbaar. Dat ondervinden alle bedrijfsgroepen. De diepste oorzaak daar van is, dat onze maatschappij on-christelijk is. Wij willen radicale hervormingen in deze maat schappij: verbetering allereerst van den mensch zelf. Op sociaal-economisch gebied eischen wij de corporatieve maatschappij en daarnaast een radicale hervorming van de volksvertegenwoor diging. Dat wilden wij reeds vóórdat de fascis ten als groep bestonden. Maar niemand kan dit in zeer korten tijd tot stand brengen. Er hangen vele internationale problemen mede samen. Maar vooral vordert een dergelijke hervorming van de maatschappij tijd, omdat de geest der menschen zelf moet worden omgevormd in Christelijken zin. Men moet vertrouwen hebben in de leiding van de Om te protesteeren tegen de wegblazing van de Internationale uit den aether heeft het bestuur van de V. A. R- A. een pamflet verspreid, waarin met een beroep op de demokratie en de vrijheid ach en wee geroepen wordt over de snoodheid van de re geering, die het verbod gelastte, althans tole reert. Met een beroep op de demokratie en de vrij heid! Uit welk beroep alweer duidelijk blijkt, dat de heeren van de begrippen demokratie en vrijheid niet de minste tenzij dan een radi caal verkeerde notie hebben. Demokratie en vrijheid, dat zijn voor de rood opgevoede massa tooverformules, krach tens welke men zich vrijwel alles in deze we reld permitteeren mag. mits dit alles strekke tot meerdere eer en glorie van de sociaal-de- mokratie en tot koestering van het egoïsme in den mensch. Met een beroep op demokrate en vrijheid eischen de heeren voor zich het recht op, ons volk te misleiden, te begeesteren voor ramp spoed-brengende idealen, te vervullen met re- volutionnair sentiment, te prikkelen tot revo- lutionnair verzet- Met een beroep op democratie en vrijheid eischen zij, niet gehinderd te worden in hun bestrijding van den godsdienst, in hun onder mijning van de goede zeden door de prediking van een bedenkelijke, vaak schandelijke moraal, door de prediking van vrijen omgang in de jaren der jeugd, door het verweer tegen alles, wat van Christelijke zijde wordt beproefd om de openbare onzedelijkheid te bestrijden. Het wordt hoog tijd, dat in Nederland een eind gemaakt wordt aan de huldiging der valsche begrippen demokratie en vrijheid, aan de huldiging van de caricatuur, tot welke de socialisten deze verheven begrippen hebben gemaakt. Staatspartij en met vollen moed de toekomst in zien. Het katholicisme is op dit oogenblik, als het zijn roeping niet vervult, verantwoordelijk voor een catastrofe. Het bovennatuurlijke is losgerukt van het moderne leven: de wereld is ontkerstend. Het bovennatuurlijke moet echter niet beperkt blijven tot het kerkelijk terrein, doch moet midden in de wereld staan en het maatschappelijk leven der menschen beheer- schen. Ook in de jongeren moeten we in dit op zicht vertrouwen hebben. De moeilijkheden zijn zoo zwaar, dat tot de oplossing noodig is de laaiende geestdrift der jongeren. In dit verband wilde mgr. Poels zijn meening geven over N. S. B. en fascisme. Het is voor hem onbegrijpelijk dat er menschen zijn, die verlangen naar de knoet. Spr. verwijst met waardeering naar het artikel van dr. Van Noort in „De Tijd". Wanneer het fascisme, zoo als het artikel aantoont, bestaat in het verlan gen naar den „sterken man," dan begrijpt spr. niet hoe men in Nederland, een beschaafde na tie, daarnaar verlangt. Bovendien zou het mo gelijk zijn, dat we een dictator kregen, die niet katholiek was. Wat moet er dan van de katho lieke pers, van de katholieke organisaties wor den wanneer in het parlement geen fractie ter verdediging van de geloofsbelangen haar stem kon doen hooren? Het is tenslotte een kwestie van wereldbe schouwing. Ook ir. Mussert erkent dat. De vraag stellend „mogen katholieken geen lid zijn van de N. S. B.?" zeide spr. dat zij, die luisteren naar de bisschoppen, in de Staats partij blijven. Katholieken, die beseffen wat fascisme en nationaal-socialisme is, zullen zich er ook niet bij aansluiten. Het Duitsche natio naal-socialisme is onaanvaardbaar voor katho lieken. Weliswaar is het thans niet meer in Duitschland verboden om lid te worden van de N.S.D.A.P., doch dit verbod is slechts opgehe ven, omdat Hitier beloofd heeft, nooit iets te zullen doen tegen de Kerk. Ook de Paus heeft het fascisme verboden, aldus Mgr. Poels, doch om opportuniteitsredenen staat hij het lid maatschap van- katholieken aan de fascisti sche partij toe. Spr. begrijpt niet waarom de regeering de N.S.B. niet op de lijst der verboden vereenigin- gen heeft gesteld. Hij begrijpt niet waarom vele werkgevers deze partij steunen. De katholieke partij is van zulk een groot belang voor het katholieke leven, dat ook de priesters zich met kracht moeten verzetten tegen iedere strooming die deze parij uit de macht en uit het bestaan wil stooten. De hervorming der maatschappij moet ge schieden in de standsorganisaties, door het werken van ontwikkelingskemen, door de vor ming van echte katholieken van de daad. Dan zal het licht der katholiciteit schijnen over de wereld en over de menschen. Ook Mgr. Poels herinnerde aan het slot van zijn rede aan de nagedachtenis van Mgr. No- lens, om de Limburgers tot trouw op te wekken aan het katholieke geloof, doch ook aan de ka tholieke Staatspartij, in het volle besef van het devies „Credo Pugno." Verschenen is de begrooting 1934 voor de pro vincie Noord Brabant. Inkomsten en uitgaven zijn tegenover elkaar geraamd tot een bedrag van 7.246.263.90. Voor uitgaven ten behoeve der wegen is on der voormeld bedrag begrepen 1.928.100; voor buitengewone uitgaven 1.416 400; voor aflossingen en renten der electriciteitsleeningen f 1818.685. voor rente leening voor drinkwa tervoorziening 36.562-50. Blijft voor gewone uitgaven behoudens de uitgaven voor de wegen 1.230.653-44, voor onvoorziene uitgaven is ge raamd 74.531.43. Evenals vorig jaar hebben Ged. Staten de be- grooting sluitend kunnen maken zonder be las tingverhooging. Het zooveel besproken en beschreven „weg geld", een belasting op gebruik van rijwielen op de wegen der provincie, is wederom gehand haafd gebleven. De opbrengst van het weggeld is geraamd op 475 000. De opcenten op de hoofdsom der grondbelas ting zijn vastgesteld op 28, gebouwd en onge bouwd. Ged. Staten stellen voor 14 opcenten te hef fen op de vermogens- en 14 opcenten op de in komstenbelasting voor 1934.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5