ij ruwe handen PUR0L Uit de wereld van de film De muiters voor den Zeekrijgsraad De smalfilm HUN GEEST VERGIFTIGD I V? VERKEERD INGELICHT DONDERDAG 2 NOVEMBER Daar geen letsel werd toegebracht kan met vrijheidsstraf als hoofd straf worden volstaan Critiek op kweekschool te Makassar Kis"-jongens ONEERLIJKE PENNING- MEESTER Oud-wethouder staat terecht EEN GEVAARLIJK OOGENBLIK MMi DE STAIU\G DER KATOENSPINNERS IN AMERIKA I ''Slfl' mtÊmm r CONCOURS HIPPIQUE TE GENEVE Vijf Nederlander» plaatsen zich Moedige amateurs op het gevaar lijke pad De wedstrijd 1933 HET GRENSINCIDENT TE KERKRADE Schietlustige Duitsche beambten CONFLICT IN DEN K.N.A.S.B.? Amsterdamsche vereenigingen voorloopig uitgetreden MEISJE MET FANTASIE Onwaar verhaal over aanranding Ned. Paneuropa Vereeniging De Minister heeft geenzins het plan de werkverschaffing te verminderen Voorkeur voor arbeid boven steun De steunverlaging Nog drie weken uitstel voor de groote steden? Ook België neemt maat regelen De verhouding tusschen Regeering en ambtenaren Doodvonnis in duistere affaire SOERABAJA, 1 Nov. (Aneta). De berechting van de muiters van de „De Zeven Provinciën" in de zitting van den Zeekrijgsraad van gisteren leverde nog de volgende bijzonderheden op: De negentien hoofdschuldigen komen onder strenge bewaking de rechtszaal binnen. Toen hunne namen werden afgeroepen riepen zij om beurten „Present" en vervolgens namen zij plaats op vier banken tegenover de tafel, waaraan de Krijgsraad gezeteld was. De beklaagden zijn allen jong. Hunne leef tijden varieeren tusschen de 20 en 34 jaar. Alleen de tweede beklaagde, de Inlandsch" kwartiermeester R. Tuhumena, is een man van boven de 30. Klokslag negen uur weerklinkt het comman do „Geeft acht". Op dit commando staan alle aanwezigen in de zaal op, ook de beklaagden en brengen het militaire saluut. De President van den Zeekrijgsraad, kapitein luitenant ter Zee C. J. O. Dorren, geeft hier op het sein, dat men zal plaatsnemen. De toespraak waarmede de President de zit ting opent, wordt door de geheele zaal onder de grootste stilte aangehoord. In deze redevoering heeft de President ook het feit besproken, dat straks geoordeeld zal moeten worden over de officieren. En hij zeide daarbij, dat, hoewel nor maliter van lederen officier moet geëischt wor den, dat de plicht tot handhaving tot in den dood by hem te allen tyde het zwaarst moet wegen, toch veel gevraagd zal worden van de wijsheid van den Zeekrijgsraad om by de waar deering van den schuldvraag de betrokken per- sooniykheden en de heerschende omstandig heden op de juiste beteekenis te schatten. Ook in de weermacht, aldus de President, braken nieuwere denkbeelden baan, maakten velen zich het begrip eigen, dat „avec la disci pline il y a des accomodements". De beklaagden luisteren aandachtig naar de toespraak van den President en de voorlezing van de ten laste legging. Er is een tolk aanwezig, die desgewenscht ge raadpleegd kan worden. Alleen de beklaagde Wahap, Inlandsch ma troos der eerste klasse, verzoekt voorhouding In de Maleische taal. was gewapend, toen hij op Zondag 5 Februari van den luitenant ter zee der tweede klasse H. L. van Boven de uitlevering van eenige schepe lingen vorderde, dat toen de Inlandsche kwar tiermeester R. Tuhumena de navigatie voerde, de Inlandsche matroos der eerste klasse Manu- putti voorzien was van een geladen pistool, dat de Inlandsche matroos der derde klasse Rame- ian een schot met scherp uit een geweer loste toen eenige officieren over het tentdek snelden om zich naar voren te begeven. Ten aanzien van de strafmaat betoogt de fiscaal, dat met vryheidsstraf als hoofdstraf kan worden volstaan nu aan geen der aanwezige officieren of onderofficieren eenig letsel is toe gebracht. In zijn pleidooi heeft de verdediger van de eerste 17 beklaagden de officier van admini stratie der tweede klasse H. C. van 't Hof uit eengezet, dat de kwalificatie van het misdryf als „muitery aan boord van een oorlogsvaar tuig, zich ergens bevindend waar geen onmid dellijke hulp verkrijgbaar is" onjuist moet wor den genoemd, aangezien in de onmiddellijke na bijheid van Oleh-Leh wel degelijk zeer behoor- lyke hulp te verkrijgen was. Pleiter kwalificeert deze muiterij niet als revolutionnair, doch ais een onbezonnen daad, begaan door menschen met een ver giftigden geest, waarbij hun inzicht in de militaire plichten is vertroebeld. Bovendien zouden deze Inlandsche beklaag den niet tot hun daad zijn gekomen, indien zij niet hadden kunnen rekenen op de afzijdigheid van de Europeesche schepelingen. Het verloop heeft aangetoond, dat die afzij digheid overging in een daadwerkelijke hulp. Tenslotte wijst de verdediger er op, dat de be ïnvloeding door de personeelsbonden voor In landsch Marine-personeel wellicht nog funester gevolgen had dan by het Europeescne personeel. SOERABAJA, 1 Nov. (Aneta) Hedenmorgen heeft de Zeekrygsraad de berechting voortgezet van de eerste groep der beklaagden. De raadsman voor twee beklaagden, de offi cier van administratie der tweede klasse B G. A. Mahieu, bepleitte vrijspraak voor den In- landschen matroos-telegrafist Soewarso, als zijn de onschuldig aan het hem ten iaste gelegde. Voorts pleitte de verdediger de uiterste cle mentie voor den beklaagde Ardani alias Dig- dodarmo, Inlandsch matroos der tweede klasse. Spreker zette uiteen, dat beide beklaag den gehandeld hebben onder den dwang van hun leiders. Hy wees op den verderfe- lijken invloed van de Kweekschool voor In landsch Marine-personeel te Makassar op het karakter van de Inlanders en betoogde: „Met ethiek vormt men geen militairen uit Inlandsche kweekelingen". Na een breedvoerige repliek van den fiscaal, den officier van administratie der tweede klasse L. P. van Boven, verzoekt de raadsman uitstel van dupliek, hetgeen wordt toegestaan. Hedenochtend voortzetting. BATAVIA, 1 Nov. (Aneta). Een persgesprek dat de luitenant ter zee le klasse Meyer by zyn aankomst in Nederland heeft toegestaan aan een van de Hollandsche bladen, heeft scherpe com mentaar uitgelokt bij de Indische pers. Zoo schryft het „Nieuws van den Dag v. N.-I." een artikel, waarin wordt uiteen gezet dat, in tegen stelling met de be weringen van den heer Meyer, van een onjuiste voorlichting van de pers inzake de affaire van de „De Zeven Provinciën" geen sprake is. De „Locomotief" bevat een hoofdartikel, waar in het blad tot zyn leedwezen constateert dat het interview bewyst: „Dat er volkomen niets veranderd is, dat er in bepaalde Marine-kringen een mentaliteit heerscht, die met lamlendig nauwelyks voldoende gekarakteriseerd is en dat onze kranigste zee-officieren niet kunnen goed maken wat sommigen van hen met groote hard nekkigheid blijven bederven." Het Amsterdamsche Gerechtshof zette Dins dag de behandeling voort van de strafzaak tegen den oud-wethouder van Den Helder, O. C. A de Z. Verd. was door de arrondissements rechtbank tc Alkmaar veroordeeld tot één jaar en zes maanden gevangenisstraf, met aftrek van zeven maanden voorarrest wegens verduis tering. Als penningmeester van den Bond van Kor poraals en minder marinepersoneel zou de man in het tijdperk Januari 1923 tot Aug. 1931 omstreeks 20.000 hebben verduisterd. Verd. ontkende zich aan de verduisteringen te hebben schuldig gemaakt. Op 6 Sept. diende de zaak in hooger be roep; het Hof achtte het na de verhooren als nog noodig enkele getuigen te dagvaarden. In de vorige zitting werd o.m. gehoord de accoun tant Engelgeer, die een boekenonderzoek had ingesteld. De sergeant-schryver Haak verklaar de, dat ny als secretaris van het afdeelings- bestuur van den bond in Indië herhaaldeiyk geld heeft gestuurd aan het hoofdbestuur te Den Helder, waarvoor hij quitanties ontving, geteekend door den heer Groothof, niet door verdachte. Vandaag wordt eerst gehoord de heer Jore, oud korporaal-machinist by de Kon. Marine. Getuige was in Juni 1930 voorzitter van den Bond van Korporaals der Marine. Get. was door den boekhouder Groothof ge waarschuwd. dat er een groot kastekort was. De cyfers van de boeken en de inhoud van de Bij motorwedstrijden te Londen reed een met twee personen bemand motorrijwiel tegen de afscheiding. Men ziet duidelijk, dat de toeschouwers zich het gevaar nog niet bewust waren, toen onze fotograaf de opname maakte Uit de voorlezingen biykt nog, dat de Inland sche kwartiermeester Tuhumena, toen de „De Zeven Provinciën" te Oleh-Leh lag, een geweer heeft genomen en dit met scherp heeft geladen, onder het zeggen van de woorden: „Ik zal jullie Kisjongens, die nog niet zoo bedreven zyn, eens laten zien hoe je je geweer moet laden." (Ver- moedeiyk is met kisjongens bedoeld jongens af komstig van de Kweekschool voor Inlandsche Marine-Schepelingen) Uit de verklaringen, afkomstig van den lui tenant ter Zee der tweede klasse H. L. van Bo ven biykt nog, dat de officieren aan boord van de „De Zeven Provinciën" met verlangen heb ben uitgezien naar de komst van het eskader, dat het muiterschip tegemoet zou varen, en dat deze officieren door het lange uitbiyven van dit eskader en door hunne onzekerheid omtrent de situatie te Soerabaja vreesden voor een ver ergering van den toestand. Naarmate de verklaringen zijn voorgelezen worden die achtereenvolgens door de beklaag den onderteekend. Hierop wordt een pauze gehouden. SOERABAJA, 1 Nov. (Aneta) Het requisitoir van den fiscaal by den Zeekrijgsraad, den offi cier van administratie der tweede klasse L. P. van Boven, in de zaak van de 19 eerste beklaag den, bevatte nog een aantal by zonderheden, waaromtrent nog kan worden gemeld, dat zy allereerst een uiteenzetting bevatten, waarom deze 19 beklaagden als eersten werden voor geroepen. Zij toch, aldus spreker, zyn de ontwerpers van het plan om eigenmachtig met de „De Zeven Provinciën" onder stoom te gaan en naar Soerabaja terug te keeren. Dit initia tief is geheel afkomstig van inlandsche schepelingen, waarby echter gerekend werd op den steun, althans op het uitblijven van tegenstand van de zijde der Europeesche schepelingen. Het plan slaagde zooals het werd beraamd, dank zij den grooten invloed van de oudere inlandsche schepelingen op de jongere en mede dank zjj het feit, dat de officieren en onderofficieren aan boord zich door de groote overmacht der gewapende schepelingen er van lieten weerhouden tot geweld over te gaan. De luitenant ter zee tweede klasse H. L. van Boven wees er de muitery-leiders Paradja, J Hendrik en de korporaal Bosschart Zondag morgen 5 Februari op, dat zy Soerabaja met de „De Zeven Provinciën" nimmer zouden berei ken, waarop in den namiddag van dienzelfden dag het bekende radio-gram werd gezonden, waarin werd gezegd, dat de muiters in overleg met de officieren besloten hadden voor Soera baja het schip over te geven en den comman dant met vollen eerbied aan boord te ontvan gen. De fiscaal acht echter hierdoor de doelstel ling, n.l. het bewerkstelligen van de bevryding der te Soerabaja gearresteerde kameraden nog niet opgegeven. Dit biykt, aldus het requisitoir, ook uit den r andrang, dien de korporaal Bosschart op Dins- >'ig 7 Februari heeft uitgeoefend om den com mandant alsnog aan boord te nemen. De fiscaal wijst er nog op, dat allen, die pogen ;ch te verschoonen door te wyzen op de uitge- refende bedreiging met geweld, zich beroepen op reeds overleden personen. Alleen de beklaagde Ramelan, Inlandsch ma troos der derde klasse, noemt in dit verband den korporaal Bosschart. By de afmeting van de straf verzoekt de fiscaal rekening te houden met het feit, dat de eerste beklaagde, de Inlandsche matroos der cr"te '"'"cse J. K. Kawilarang, met een pistool In den Staat New Yersey is een algemeene staking onder de katoenspinners uitge broken. Onze foto geeft een straattooneel te Paterson weer. De stakers gingen de politie te lijf met steenen en vuurwapens. De politie op haar beurt schoot met machinegeweren en wierp met traangasbommen kas klopten niet. Get. is met den boekhouder naar verd. gegaan, hem werd een termijn van veertien dagen gegeven om de fouten op te sporen. Het biykt, dat verd. in Juni 1931 een bedrag van 1600 noodig voor een der leden, die naar Indië ging, om daar de belangen van den Bond te behartigen, niet in kas had. Verd. had toen 1000 van de bank gehaald, 600 fourneerde hy uit de kas. Er moest echter 10.000 in de kas zijn. Het vermogen van den bond bestond nog slechts uit de resteerende 5000, op de bank en elders geplaatst Verdachte houdt vol, dat die 18000 inder daad in kas waren, hij had ze echter niet on der zyn directe berusting Hij had aan Groo- hof en Jore gezegd, dat de financieele toestand van den bond zeer slecht was. Get. Jore ontkent dit echter. Verd. beweert, dat hy zijn verzekeringspolis heeft beleend, om het kastekort te dekken, tegen zijn medebe stuursleden had hij hiervan niet gesproken. Pres.: „Het schynt toch, dat u dat wilde verzwijgen." Vervolgens wordt de boekhouder Groothof gehoord. Get. is sedert 7 Mei 1920 in dienst van den Bond geweest; hij was heiast met een onderdeel van de boekhouding. Verd. hield ais administrateur toezicht. Controle van het bestuur was er niet. Een verslag werd uiterst onregelmatig uitgebracht, soms gingen er twee of drie jaar overheen vóór er weer een vers'ag werd uitgebracht. Get. heeft nooit gevraagd naar de 18 000 in kas, over de mogelijkheid van een goede be legging van dit groote bedrag heeft hij nooit gesproken. Bij de betalingen kwam echter stagnatie, ter wijl het kassaldo in de boeken steeds grooter werd. Tusschen verdachte en getuige Groothof ont wikkelt zich een debat over het al of niet aanwezig zijn van het kassaldo. Getuige van der Mast, bediende op het kan toor van den Bond, is wegens ziekte niet ver schenen, zyn verklaring, afgelegd voor de rechtbank te Alkmaar, wordt voorgelezen. Het woord is dan aan den procureur-generaal mr. A. baron van Harinxma thoe Slooten. Spr. zegt o.m. dat uit de balansen biykt, dat op 1 Juni 1928 het kassaldo 18.000 bedroeg. Verd- moest hiervan op de hoogte zyn. In 1931 moest dit saldo zyn opgeloopen tot 23 24.000. Hij heeft verzwegen, dat hij het kassaldo niet had, van een vergissing of een fout in de boek houding is geen sprake. Zeer gevaarlyk was het voor verd., dat hy zijn eigen kas bij bank en giro vermengde met die van den bond- Door den accountant is be rekend, dat de verduisterde som ten minste 18000 bedraagt. Het is zeer waarschijnlyk, dat verd. pl.m. 2000 per jaar uit de kas heeft verbruikt ten eigen bate. Spr. requireerde bevestiging van het vonnis van de rechtbank (anderhalf jaar met aftrek van voorarrest). Als verdediger trad op mr. Buiskool uit Schagen, die op juridische gronden vryspraak pleitte. Arrest 14 November. Woensdag is te Genève het groote Concours Hippique dat van 15 November gehouden wordt, aangevangen. Aan dit ruiterfeest wordt deelgenomen door 8 landen met 56 ruiters en 136 paarden. Begonnen werd met een springconcours om den „Prix de l'Etrie" Winnaar werd de Duit- scher Holst met 0 fouten in 46 2/5 sec. Ten huize van den heer J. C. Mol (Multifilm te Haarlem) den kundigen maker van de te recht befaamde films over kristallen, bloemen en microscopische diersoorten, heeft dezer dagen de keuring plaats gehad van de films, die in gezonden waren voor den nationalen wedstryd van dit jaar. De permanente jury der Neder- landsche Smalfilmliga, bestaande uit de hee- ren A. van Domburg, M. K. H. Franken, L. J. Jordaan, J. C. Mol en G. J. Teunissen, heeft een inzending van niet minder dan twintig films te beoordeelen gehad en werd evenals het vorige jaar ook thans weer na enkele minder verhef fende smalfilm-prestaties, voor haar moeite be loond by het aanschouwen van meer dan een verrassend en gaaf experiment. De wedstrijd omvatte vijf groepen, te weten: Groep A: Films naar het bekroonde scenario „Illusie" van Rico J. Bulthuis, 's-Gravenhage (bekroond door het tijdschrift „Filmliga"). Groep B: Films naar een scenario (speelfilms) vry ter keuze van den maker, gesonoriseerd. Groep C: als B. echter niet gesonoriseerd. Groep D: Documentaire films (reis, folklore, natuur, kinderfilms, reportage, enz.) gesonori seerd. Groep E: Als D. echter niet gesonoriseerd. In alle groepen konden films van de formaten 8. 9.5 en 16 m m. mededingen, hetgeen zy dan ook hebben gedaan. Naar het scenario „Illusie" waren niet min der dan drie films vervaardigd, waarvan de film, vervaardigd door vier leden van de Eind- hovensche afdeeling der Smalfilmliga, bekroond werd. In de serie speelfilms-met-geluid is geen be kroning gevallen, waaruit men gelieve af te lei den, dat de jury een maatstaf aanlegde, meer rekening houdende met de gezonde toepassing van de film, ook op het smalle celluloid, dan met de goede bedoeling der inzenders, 'n stand punt, dat het eenige juiste dient genoemd te worden., wanneer men het Wel meent met de film. De groep C. daarentegen, de stomme speel films dus, kreeg een bekroning in de film „Ca- mera-avontuurv an P. Reinders. In de serie ge- sonoriseerde documentaire kon slechts een twee de prys veroverd worden, togekend aan de film „Schoolreisje". In de stomme documentaire ten slotte viel de eerste prys als vanzelf op de su perieure film „Kleuterschool" van Carré, den zelfde, die het vorige jaar in samenwerking met Scheffer „De Straat" bekroond zag. Hiermede zyn de voornaamste accenten uit dezen wedstryd genoemd, maar er zouden ko lommen te schryven zyn over de velerlei aspec ten, die de pogingen dezer filmamateurs op roepen. Daar is allereerst het opmerkelyk ver- schynsel, dat de drie films, die gemaakt werden naar het scenario „Illusie", een dusdanige over eenkomst vertoonen, dat men reeds hierin een bewys mag zien voor de stelling, dat het sce nario een grooten invloed op de filmrealisatie hebben kan, terwijl anderzyds ontelbare nuan ces de verschillen in de creatieve eigenschap pen doch bleef by de andere achter in de di- drie inzendingen door een zuivere keuze der ty pen doch bleef ly de anderen achter in de di recte toepassing der filmische mogelykheden, o.a. door zuiverder rhythmiek. De wyze waarop de prijswinnaars het psychologisch hoogtepunt met een byzonderen, hoewel onopvallenden nadruk wisten te belichten en als een point d'argue, even aanhielden, bleef den anderen in zendingen vreemd. Zoo trof men by den een een bewonderenswaardige vrymoedigheid tegen over het voorgeschreven scenario, terwyi de an der zich door den scenarist te zeer de wet liet voorschrijven. Niettemin waren alle drie de in zendingen van „Illusie" interessant en voor amateurs verdienstelijk, hetgeen men te meer waardeert als men, zooals schryver dezes, een niet zeer groote bewondering voor het scenario kan hebben. Het hoogtepunt van den wedstrijd was dit is de subjectieve meening van een jurylid Carré's film „Kleuterschool", waarin het prach tige materiaal dat in kinderen schuilt, meester- iyk werd verwerkt. Deze film, die evenals „De Straat" het vorige jaar te lang van adem is, verraadt overigens een zeer zuiver gevoel voor tempo en rhythme, een juiste appreciatie van het détail en een opmerkelijken kijk op de ver bindingen van close-up en long-shot, waardoor men ontkomt aan het gevoel in een enge ruimte opgesloten te zyn, die men in dit geval een school in de meeste gevallen een atelier zou noemen. Dat de film te lang is, is inderdaad een feit, maar tegelyk een bewys. dat Carré zijn spelen met het filminstrument niet spoe dig moe is en wat méér zegt: dat hij zijn in strument langer dan noodig is in bedwang weet te houden. Het element amateurisme is in deze film nauwelyks, in alle andere films duidelyk merkbaar. In sommige pogingen als b.v. „Oud- Delft" en „Vossius op parade" ontbreekt ten eenenmale het begrip van film, dat immers zelfs door de grootste technische tekortkomingen heen baan breekt. Hier echter werkt een gebrek aan zelfbeheersching („Oud-Delft") met talryke herhalingen en een te veel aan zelfoverschatting („Vossius") doodelyk op een jury, die reeds door enkele verdiensteiyke pogingen hoopvol gestemd was. Eenzelfde gevoel van wanhoop overvalt den beoordeelaar wanneer hy ziet, hoe een amateur pogingen doet om de „Vamp" op de smaliilm te introduceeren, zooals in „Le vens" geschiedde, waar een imitctie-Jean Har low jammerlijk aan haar eind komt.... In het algemeen echter mogen we vaststellen, dat ook deze nationale wedstrijd een bewijs is van moedig pogen met goede resultaten van het werk onzer Nederlandsche smalfilmers. Wien wij in den komenden internationalen stryd alle succes toewenschen. Onze landgenoot ritmeester Schimmelketel wist zich met „Ernica" vierde te plaatsen, even eens met 0 fouten in een tijd van 50 sec., ter wyl luitenant Greter met „Fiksie" de tiende plaats bezette met 3K fout in 1 min. 5 4/5 sec. Het parcours was zeer zwaar, hoewel het niet hoog was. Slechts 8 deelnemers waaronder ritmeester Schummelketel konden het parcours zonder fouten afleggen. In totaal wisten zich 22 deelnemers te plaatsen, waaronder vijf Ne- deVanders, n.l. ritmeester Schummelketel met „Ernica", luitenant Greter met „Fiksie", rit meester Schummelketel met „Feldblume", lui tenant van Lennep met „Danseuse Rose" en luitenant Greter met „Piccolo Amore", hetgeen dus een mooi resultaat is. De uitslagen waren als volgt: 1. kapitein Filipponi (Italië) 0 fouten 49 3/5 2/5 sec. 2. kapitein Filipponi (Italië) O fouten 49 3/5 sec. 3. luitenant de Castries (Frankryk) 0 fouten 49 4/5 sec. 4. ritmeester Schummelketel (Nederland) met „Ernica" 0 fouten 50 sec. 10. luitenant Greter (Nederland) met „Fik sie" 3>i fouten 1 min. 5 4/5 sec. 16. ritmeester Schummelketel met „Feldblu me" 4 ft. 50 2/5 sec. 21. luitenant van Lenneo (Nederland) met „Danseuse Rose". 22. luitenant Greter (Nederland) met „Pic colo Amore" In verband met de reeds vermelde mededee- lingen van zekeren P. S. uit Bleyerheide, dat hij in de z.g. Beemden zou zyn beschoten door een Duitschen beambte, die zich op Nederlandsch gebied bevond, heeft de Kerkraadsche politie behalve S. nog een vier-tal personen gehoord. Uit het uitgebreide onderzoek is gebleken, dat in de aangifte van S. wel eenige overdryving, doch ook waarheid schuilt. Het voorgevallene by de grens heeft zich op twee tydstippen afgespeeld. Des morgens om half zeven werden S„ die alleen was, op Duitsch gebied door een Duitschen beambte twee kooitjes met vogeltjes ontnomen. Toen zouden reeds twee schoten gelost zijn. Circa tien uur bevond zich S. weer in de Beemden, nu met vier kameraden. S. had blykbaar de bedoeling van den beambte de in beslag genomen kooitjes en vogeltjes terug te vragen. Uit de verklaringen der vier getuigen, die op veertig meter afstand alles hebben ge hoord en gezien wat gebeurd is, moet gebleken zijn, dat de Duitsche beambte, nadat zyn hond S. had aangevallen vast staat niet of de hond zich heeft losgerukt of door den beambte werd losgelaten wel 15 M. op Nederlandsch gebied is geloopen in de richting van S. en ook een schot heeft gelost in diens richting, zoodat er inderdaad van een „grensincident" kan gespro ken worden. De Duitsche beambte beweert, niet op Ne derlandsch gebied te zijn geweest. AMSTERDAM, 1 November. In verband met de organisatie van de wedstryden om den Herfstbeker is eenigen tyd geleden verschil van meening ontstaan tusschen het bestuur van den Koninklijken Nederlandschen Amateur Schermbond en de Amsterdamsche scherm- clubs. Onderhandelingen inzake deze kwestie zyn gaande. Hangende deze kwestie zyn met ingang van 1 November, voorloopig de volgen de schermclubs uit den K.N.A.S.B. getreden: Amsterdamsche Schermclub, V.V.G.A., Incasso- bank, D.O.S., D.T.V., H.B.M. en D.O.S., terwijl ook de schermclub Het Gooi om dezelfde re denen voorloopig bedankt heeft voor het lid maatschap. Met uitzondering "an de Vereeni- ging Giandomenici betreft het hier dus alle Amsterdamsche schermvereenigingen. Naar wij voorts nog vernemen, zullen een dezer dagen verdere besprekingen worden gehouden. Moch ten de a.s. onderhandelingen een gunstig ver loop hebben, dan zullen de Amsterdamsche vereenigingen waarschyniyk weer tot den K.N. A.S.B. toetreden. Een zeventienjarig meisje heeft bij de politie te Gennep aangifte gedaan dat zy Dinsdag avond op den Hatertschenweg te Nijmegen was aangerand door een autobestuurder, die haar in den wagen gestopt zou hebben en meegeno men tot Bergen, waar hij haar langs den weg gelegd had. Het meisje is toen 's nachts van Bergen naar Gennep geloopen, waar zij zich bij de politie meldde. Zij kon slechts een vaag signalement van den chauffeur geven, het nummer van den beige wagen kende zij niet. Het meisje verklaarde, dat haar geen geweld was aangedaan. By nader informatie bij de politie bleek ons, dat het geheele verhaal der aanranding op phantasie berustte. De secretaris der Nederlandsche Paneuropa Vereeniging, Mr. L. J. van der Valk, zal op Vry- dag, 3 November des avonds om 6.15 voor den K.R.O., Station Huizen, Golflengte 1875 M. een causerie houden over Paneuropa. Naar aanleiding van een bericht in de „Vooruit" betreffende de werkverschaffing, waarin o.m. gezegd wordt, dat er stagnatie is in de goedkeuring van werkverschaffings plannen en dat de minister van sociale zaken den goedkooperen vorm van steunverleening de voorkeur geeft boven bevordering der werkver schaffing, hebben wy ons tot minister Slote- maker de Bruine gewend met het verzoek aan gaande deze gelegenheid nadere inlichtingen te willen verstrekken. De minister was hiertoe bereid en begon met er op te wijzen, dat hat hier bovenbedoelde be richt reeds eerder in de pers de ronde heeft gedaan. Hy merkte op, dat er blijkbaar menschen zijn, die toegang hebben tot de socialistische pers en die behoefte hebben aan legendevor ming. Op de vraag of er van het bericht dus niets waar is, antwoordde de minister als volgt: Het is best mogelyk, dat het onderzoek naar aanvragen voorloopig iets meer tyd neemt aan gezien by de voorbereiding thans ook het ad vies van enkele deskundige instanties wordt ingewonnen, hetgeen vroeger niet het geval was. Reeds met het oog op de juiste financie ring van de beperkte rijksmiddelen, beveelt deze gewyzigde werkmethode zich aan. Voorts wil ik er de aandacht op vestigen, dat het buitengewoon opvallend is hoe vlot 'men in noodlijdende gemeenten is met het indienen van aanvragen. Ook worden er dikwyls plannen ingediend,, waarvan een zeer belangryk deel van het geld aan materiaal wordt uitgegeven. Het is duide lyk, dat in deze en andere gevallen een nauw keurig onderzoek noodig is. Dit heeft evenwel niet te maken met de stelling van de „Vooruit", als zou ik er naar streven om de werkverschaf fing door steunverleening te vervangen. Daarvan is letterlyk geen woord waar. Ieder eenvoudig lezer van het bericht zal dit onmiddellyk bemerken. Er staat, dat de minis ter aan den Directeur-generaal voor de Steun verleening en Werkverschaffing beloften doet maar dat geen daden volgen. Sedert myn optreden zijn er eenige honderden suhsidie-aanvragen afgehandeld. Hieronder is een groot ondrdeel van het Twente-Rynkanaal, waarby de machinale arbeid zooveel mogelyk vervangen wordt door handenarbeid, om op deze wijze den grooter aantal arbeiders te werk te kunnen stellen. Het aantal tewerkgestelden bedraagt op dit oogenblik ongeveer veertigduizend en beweegt zich nog steeds in stygende lyn. Wanneer er plannen moeten worden afgewe zen, dan zeggen wij dat dadelyk. Zoethouden met beloften is hier geen gewoonte. Bovendien heeft men nog zeer onlangs in de pers kunnen lezen, dat in Gelderland op myn initiatief door Ged. Staten er ernstig naar wordt gestreefd om het aantal tewerkgestelden in onderscheidene gemeenten uit te breiden. Niet alleen in Gelder land is het streven van het departement op dat doel gericht. Ook voor andere streken zyn wy uiterst waakzaam. Dit is dus precies het te gendeel van wat de „Vooruit" wil doen gelooven. Ook mij is het volkomen bekend, dat werk verschaffing uit moreele overweging verre de voorkeur verdient boven steunverleening". By de conferentie van de wethouders der groote gemeenten was, zooals men zich zal her inneren, de datum van ingang voor de verla ging va nden werkloozensteun op heden ge steld. By informatie is echter aan „Het Volk" ge bleken, dat het departement van Sociale Za ken aan de gemeenten een overgangstermyn heeft toegestaan om de verlaging met eenige geleidelykheid in te voeren. Deze termyn heeft een lengte vani drie we ken en gaat op 1 November a.s. in. Bij den dienst van Maatschappelyk Hulpbe toon in Den Haag was men Dinsdag nog niet in het bezit van de officieele, departemen tale toestemming. Zoodra men die echter ontvangen heeft, zal overleg met de verschillende organisaties plaats vinden. BRUSSEL, 31 Oct. (V. D.) De Belgische re geering heeft den ambtenaren het lidmaat schap verboden van organisaties, wier actie tegen den staat gericht is. Deze maatregel richt zich voornamelyk tegen de Vlaamsche Nationaal-Socialisten, de z.g. Dinaso's en de communisten. AIX EN PROVENCE, 31 Oct. In de zaak tegen de gezusters Schmidt en den advocaat Carret is laatstgenoemde ter dood veroordeeld. Voor de gezusters waren verzachtende omstan digheden aanwezig. Zij werden tot tien jaar eenzame opsluiting veroordeeld. De andere be trokkenen werden vrijgesproken. Het betreft hier een veelvoudige moord- en bedrogaffaire. De uit een Beiersche officiers familie afkomstige gezusters waren betrokken in een serie duistere moorden en bedriegeryen, die den advocaat millioenen francs opleverden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10