Zes dagen leider der muiters Hoofddader Kawilarang vertelt „Maar hu is het uit!!! HET LEVEN AAN BOORD .RADIO-PR OGRA MM A DINSDAG 7 NOVEMBER ,tAls ze een bom gooien, zullen ze voor den eersten keer wel mis- gooien," zei korporaal Bosschart En daarna geschiedde het onvermijdelijke Het plan Acht uur 's avonds Stuurinrichting defect Alarm Waar gaat gy heen?.... Inspectie bij de officieren De muiters vergaderen Naar de ontknooping Woensdag 8 Nov. 1933 Wat zien die deuren eruit! De verf overal dof en met kras sen! Dat is toch al te bar!" Zorgt U van den beginne af er voor, dat niets in de huishouding verkeerd be handeld wordt, neemt U inplaats van grove schuurmid delen altijd het fijne VIM! Wat de microscoop toont LEVER'S ZEEP MIJ n.v„ VLAARDINGEN De bom EEN EIERCENTRALE? Bezwaren van den handel Overweg Overval te Numansdorp Een der daders voor den Hoogen Raad DE DUITSCHE VOLKS- STEMMING In ons land verblijfhoudende Duitschers kunnen meedoen PRIKPLANKEN iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiuiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiiiiiinininiiMiiiiniiiiiHiiiiininiiiHiiiininiHiiiuiniHinuiiiiniiiiiiiiiiiiiHiHiniiiiuHiniiiiiiniiiiniMiiiiiiiiiiiiiiiiuniiiiiiniiiu SOERABAJA, 6 Nov. (Aneta). De Zeekrijgsraad heeft aan de pers toegestaan om inzage te nemen van de 4000 folio-vellen, die betrekking hebben op het onderzoek inzake de muiterij aan boord van de „De Zeven Provinciën", in welk dossier de verhooren van beklaagden en getuigen zyn vervat, tengevolge waarvan het thans mogelijk is een geregeld verhaal te geven omtrent de visie en de handelingen van den hoofdmuiter J. K. Kawilarang, In- landsch matroos der eerste klasse: By het vertrek uit Soerabaja op 2 Januari 1933 was de stemming aan boord goed en dat if tot Sabang zoo gebleven. Bij de eerste aan komst te Sabang echter heeft Kawilarang het eerste symptoom opgemerkt van ontevredenheid. De aanleiding hiertoe werd gevormd door een circulaire inzake de korting der salarissen. Toen het schip uit Sabang vertrokken was kwam de bekendmaking af dat de korting op soldijen ook gold voor de Inlandsche schepe lingen. De korting werd erg zwaar gevonden en druk besproken. Hierop kwamen de berichten binnen omtrent de dienstweigering, die door Europeesche sche pelingen te Soerabaja was gepleegd. Bij deze gelegenheid hebben aan boord van „De Zeven Provinciën" de Inlandsche schepelingen hun ontevredenheid geuit over het feit dat deze dienstweigeraars te Malang in arrest waren ge steld. Op Donderdag 2 Februari kwam „De Zeven Provinciën" ten tweeden malen te Sabang aan. om des avonds weer voor Oleh-Leh ten anker te gaan. Den volgenden dag werden de persbe richten ontvangen over de 425 dienstweigeraars te Soerabaja en na 't lezen daarvan zag Kawi larang den korporaal-telegrafist Rumambi, den ziekenverpleger Oosal en den matroos der eer ste klasse Paradja bij een tafel staan. Zij waren de drie hoofdmulters, die allen in Straat Soenda gedood zijn toen de bom op de „De Zeven Provinciën" ontplofte. Aan die tafel gpraken deze drie schepelin gen over een plan om op Zaterdagavond 4 Februari om negen uur met de „Zeven Pro vinciën" onder stoom te gaan teneinde den Commandant der Marine te verzoeken om aan boord te komen en hem te vragen om de gearresteerde dienstweigeraars vrü te laten. Hierop werd afgesproken om het schip den volgenden avond om negen uur te overmeeste- rén. Kawilarang zou een stoot geven op de bootmansfluit als signaal dat de overmeestering zou beginnen. Hij verklaarde dat hij liever een stoot op de stoomfluit had willen geven, maar de anderen waren bang dat dit aan wal en op den gouvemementsstoomer „Aldebaran" hoor baar zou zijn. Kawilarang zelf kon dit niets schelen. Toen hij klaar was ging hij weer naar het Inlandersrverblijf om met de drie hierboven genoemde hoofd-aanleggers en met zekeren Basir, een Inlandschen schepeling, die ook bij den bomaanval gedood is, verdere besprekingen te voeren. Bij die besprekingen werd besloten om alles te doen teneinde wapens in handen te krijgen, daarna het schip te overmeesteren en vervol gens de officieren en onderofficieren gevangen te zetten onder bedreiging met de vuurwapenen. Op Zaterdagmorgen 4 Februari werden ver dere besprekingen gevoerd. Hierbij werd afge sproken dat de passagierende schepelingen 'savonds om zeven uur,aan boord moesten te- rugkeeren. Dit alles werd aan de stokers sn de anderen medegedeeld. Kawilarang verklaart dat hij niet weet of de Europeesche stokers dit hebben gehoord. Hij is aan wal gegaan en op den steiger te Oleh-Leh heeft hij nogmaals de Inlandsche schepelingen ingescherpt om dien avond om zeven uur aan boord terug te zijn. Vervolgens heeft Kawilarang tot half zeven te Koeta Radja gepassagierd. Daarna stapte hij in een autobus om samen met Gosal naar Oleh-Leh terug te rijden. Onderweg werden verschillende schepelingen in de autobus op gepikt, waaronder ook Paradja, die trouwens staande aan den weg verzocht om de autobus te laten stoppen. Op dezen tocht passeerde de autobus in het park van Koeta Radja een lui tenant-kolonel van de landmacht. Bij het pas- seeren van dezen overste riep Paradja dien of ficier toe: „Zeventien procent". Kawi larang zeide dat de overste dit moet hebben gehoord. Later werd in de autobus gezamenlijk het lied: „Indonesia, ons vaderland" gezongen. Alle personen aie in de autobus aanwezig waren wisten waarom men naar boord terug ging. Hier werd den Inlandschen matroos der eer ste klasse Wahap opgedragen om bij de an kerspil te komen en de Inlandsche matroos Manaputty moest als roerganger optreden. Intusschen was het acht uur 's avonds ge worden Ik ontmoette, aldus vertelt Kawilarang ver der, Paradja, die mij vertelde dat de Europea nen er reeds van wisten en dat hij de sleutels van de geweerrekken en van de munitieberg plaats reeds in zijn bezit had. Iets voor negen uur, het uur waarop de „De Zeven Provinciën" zou moeten vertrekken, deelde Paracja aan Kawi'arang mede, dat het schip nog niet kon vertrekken, omdat men de patronen voor de geweren nog niet had be machtigd. Maar tegen half tien overhandigde Gosal tien houders elk van vijf geweerpatronen aan Kawilarang en deelde hem bij die gelegenheid Luitenant ter zee der derde klasse baron De Vos van Steenwijk, die bij den overval licht gewond werd mede, dat Paradja was ontdekt door den offi cier van de wacht. Kawilarang vertelde nog tijdens het verhoor dat de marinier Van der Laak hem omstreeks negen uur den raad heeft gegeven om voor zichtig te zijn met den korporaal, opdat deze niet zou bemerken dat men met de „De Zeven Provinciën" onder stoom wilde gaan. Volgens de verklaringen van Kawilarang heeft Van der Laak hem verteld, dat de Eu ropeesche schepelingen al van de zaak afwis ten en dat zij er mede accoord gingen. Later kwam Paradja nog weer bij Kawila rang, die toen voor een 28 c.M.-kanon lag om te vertellen dat hij was ontdekt door den tam boer De Bree, die den officier van de wacht had gewaarschuwd. Toen trok Paradja zijn blauwe werkkiel uit om zich te vermommen en verborg zich achter het 28 c-M.-kanon. Om 10 uur gaf Kawilarang een scherpen stoot op de bootsmansfluit. Hij deed dit nadat hij had gezien dat op het voordek alle lichten reeds waren gedoofd en dat de schepe lingen zich naar het achterdek be gaven aldus de orders opvolgend. Kawilarang ging toen van het sto- kersverblijf naar het verblijf van de Europeanen om ook daar een fluit- stoot te geven. By het verblijf van de Inlanders heeft hij niet gefloten omdat men daar reeds was begonnen. Kawilarang zette de machine-telegraaf op halve kracht vooruit en gelastte den roer ganger: „Bakboord". Kawilarang verklaart vervolgens dat op dit oogenblik de roerganger hem heeft gerappor teerd dat hij het stuurrad niet kon bewegen. Bovendien draaide de „De Zeven Provinciën een weinig stuurboord uit. Daarom heeft Ka wilarang de telegraaf stopgezet en de machine kamer gewaarschuwd met het verzoek om de stuurinrichting in te koppelen. Aangezien Kawilarang begreep dat hij met de sloepen op de bakspieren niet kon varen heeft hij last gegeven om de sloepen te hijschen. De machine-telegrafen werden weer op halve kracht vooruit gezet, waarop de ,.De Zeven Provinciën" onder stoom ging, ma noeuvreerend met de machines. Toen dit ge beurd was ontdekte Kawilarang aan stuur boord en aan bakboord op de vleugels van de brug schildwachten, gewapend met geweer en bajonet. Bovendien zag hij een gewapende schildwacht naar het lichtdek gaan en ook een schildwacht op het bordes van den commando- toren. Even later zag hij een zoeklicht schijnen. Alle sloepen werden geheschen, behalve de kapi teinssloep. Op advies van Paradja was het hij schen van deze sloep tot later uitgesteld. De ,.De Zeven Provinciën'' stoomde toen op met een vaart van drie mijlen. Op dit oogenblik hoorde Kawi larang op den gouvemementsstoo mer „Aldebaran" alarm fluiten. Vanaf het lichtdek werd geroepen dat de „Aldebaran" onder stoom ging. Hierna hoorde Kawilarang dat er geroepen werd dat de 7K c.M.- kanonnen moesten worden geladen. Hy heeft deze woorden herhaald. Kawilarang heeft toen aan Parad ja gevraagd hoe dat was en hy hoor" de dat het TVt c.M.-kanon aan bak boord onder de brug gereed was om te vuren. Op een gegeven moment kwam Paradja, die met een pistool gewapend was, vertellen dat bij de radio-hut twee officieren stonden. Kawila rang is toen ongewapend naar het tentdek ge gaan om te zien welke officieren dat waren. Op het tentdek gekomen zag hij bij de radio-hut zes met geweren gewapende Inlanders staan, zoomede den luitenant ter zee 3e klasse De Vos van Steenwyk met nog een anderen officier. By deze officieren stond de korporaal-machinist Bosschart te praten. Kawilarang is toen weer teruggegaan naar de brug, waar een gewapen de schildwacht kwam vertellen, dat een paar officieren wilden komen spreken met hen, die de leiding hadden Paradja zeide toen tot den schildwacht, dat dit nu niet kon maar wel den volgenden dag. Een poosje later werd op de brug door den tamboer Bakker een radio-gram gebracht van den volgenden inhoud: „WAAR GAAT GIJ HEEN, WAT IS UW DOEL, EN WAT ZIJN UW PLANNEN?" Kawilarang stak het telegram in zyn zak. Dit telegram is niet beantwoord. Inmiddels voer de „De Zeven Provinciën" in Noord-Westely ke richting Kawilarang werd als leider van de navigatie afgelost door den kwartiermeester Tuhumena, die tezamen met den Inlandschen matroos der eerste klasse Parinussa het schip navigeerde. Later werd order gegeven de kapiteinssloep te hyschen. Kawilarang vond, dat het niet vlug ge noeg ging en hij nam de leiding by het spil, waarbij vijf officieren (hierbij waren geen onderofficieren aanwezig) toekeken, zonder te protesteeren. Kawilarang zegt, dat hij niet wist dat deze menschen toestem ming hadden gekregen om op de cam pagne te komen. Nadat de sloepen waren geheschen ging de „De Zeven Provinciën", die al dien tijd had gestopt, weer onder stoom. Kawilarang zag nog op tafel in het verblijf van de Inlanders een kist met ge weerpatronen staan en ongeveer 80 gewe ren, waarvan er verscheidene waren geladen. Uit het verdere relaas blykt, dat ook de kwartiermeester Grootjans voor de navigatie was ingedeeld, maar aangezien Kawilarang hem niet vertrouwde, werd de navigatie gevoerd door het hierboven genoemde trio. De marinier Steffens zorgde geregeld voor de wachtbriefjes. Op Zondagmorgen had Tuhumena wacht. Dien Zondagmorgen werd een wit schip zicht baar. Later werd dit herkend als de gouveme mentsstoomer „Aldebaran". Het achtervolgende schip liep steeds meer op de „De Zeven Provinciën" in. Kawilarang ver klaart, dat hy zyn kyker op den achtervolger richtte en een sein van drie vlaggen zag waaien, dat de beteekenis bleek te hebben: „IK WENSCH U TE SPREKEN." De matroos Ardani ging naar boven en even later woei van de „De Zeven Provinciën" een vlaggesein dat de beteekenis had van: „IK ZAL OP DE BOOTEN SCHIETEN DIE TRACHTEN LANGSZIJ TE KOMEN." Kawilarang had voor dit sein geen order ge geven. Wel had hy gezegd dat het spreken van de „De Zeven Provinciën" met de „Aldebaran" door middel van seinen kon geschieden. Later zag Kawilarang weer een ander sein van de „De Zeven Provincian" waaien, dat zoo iets beteekende als: „IK KAN NIET...." Hierna kwam Rumambi, een der hoofdaan- leggers, die door de bom gevallen is, op de brug mededeelen, dat er geen seinen meer mochten worden geheschen zonder toestemming van de bemanning. Vanaf dat oogenblik, aldus gaat het verhaal verder, zakte de „Aldebaran" en voer nu ver der achter de „De Zeven Provinciën" aan. Kawilarang hoorde het sluitstuk van een kanon openmaken. Toen schreeuwde hy onmid dellijk naar beneden: „Niet schieten wanneer ik daarvoor geen order geef." Buiten boord kijkend zag hij enkele kanonnen gebakst en de noodige granaten gereed liggen, naar zijn schatting wel dertig stuks. Bij het ondergaan van de zon haalde Tuhu mena de vlag neer. Dit had steeds plaats zooals gewoonlijk. De tamboer Bakker blies dan de noodige signalen en bij het sein „stilte" maakte iedereen front naar de vlag. Kawilarang zegt in zijn relaas dat hy gedu rende de reis geregeld inspectie heeft gehouden bij de officieren, teneinde te zien of alles goed ging. Hy was daarby steeds ongewapend. Het was de bedoeling het schip in goeden staat over te geven. Al dien tijd dacht Kawilarang dat men ongestoord naar Soerabaja zou kunnen doorstoomen. Hy werd door de bemanning aangeduid als „onze commandant". Hy maakte geregeld zyne avondronden en toen hij daarby eenmaal werd tegengehouden door den luitenant Koppen zeide hy dit ook. Hierop werd luitenant Van Boven opgehaald, die hem .niet wilde doorlaten en hem vroeg of hy bang was voor brandgevaar. Toen Kawila rang hierop bevestigend antwoordde, zeide lui tenant Van Boven dat dit niet noodig was en voorts dat er een afspraak was volgens welke het gedeelte van het schip achter schot 102 voor de officieren was en het overige gedeelte voor de bemanning. Hierop vervolgde Kawilarang zijn ronde. Na deze ronde kreeg Kawilarang van Paradja opdracht om achteruit te gaan en daar vier schepelingen om te halen, omtrent wie verden kingen van onbetrouwbaarheid bestonden, daar zij zich op het achterdek bij de officieren be vonden. Paradja ging zelf mee en zeide, dat Kawilarang het pistool in de hand moest nemen. Bij schot 102 stond een officier wien Kawila rang mededeelde, dat hij vier verdachten kwam ophalen. Luitenant Van Boven kwam er bij en beloofde, dat hij alle vier vooruit zou sturen. Tijdens dit gesprek had Kawilarang ook het pistool in de rechterhand tegen de heup, met den loop naar voren en een weinig naar beneden gericht. Luitenant Van Boven zeide, dat hij voor dit pistool niet bang was. Hy was zelf ongewa' pend. Op Maandag deelde Paradja mede, dat er geen rangen meer aan boord bestonden en geen ver schil tusschen schepelingen. Dien middag bleek het telegram aan de wereldpers radiografisch te zijn uitgezonden, waarin de bemanning van de „De Zeven Provinciën" hare bedoelingen be kend stelde. Luitenant Dekker kwam dien dag op de brug Hij keek naar den koers en zeide dat hij Kawi larang wilde spreken. Hij vroeg Kawilarang of deze vond dat het lang genoeg had geduurd. Deze had hierop geantwoord: „Ja, dat vind ik ook". Luitenant Dekker vroeg of men den com mandant en de officieren aan boord wilde nemen. Hierop hebben Kawilarang en Paradja geantwoord dat de bemanning dit moest be slissen. Luitenant Dekker heeft er toen op ge wezen dat er een gevaarlyke koers werd ge stuurd. Kawilarang begreep, dat hiermede de Banjak-eilanden werden bedoeld, doch Parad ja antwoordde, dat de reis tot dusver goed ver- loopen was, zoodat het niet noodig was den Commandant aan boord te laten komen. Luitenant Dekker verzocht dadelijk met de bemanning over het een en ander te spreken, doch Paradja wenschte dat luitenant Dekker eerst naar de campagne terug zou gaan, waar op deze officier door den marinier Van der Laak naar de campagne werd gebracht. Hierna heeft een vergadering plaatsgevonden met de bemanning en daar viel het besluit om den commandant niet aan boord te nemen. Pa radja deelde dit besluit van de vergadering aan de officieren mede, doch luitenant Van Boven wilde het niet gelooven en wilde naar voren komen om zelf met de bemanning te spreken. Toen de schepelingen luitenant Van Boven zagen aankomen, drongen velen bij de deur bijeen, blykbaar met de bedoeling om dezen officier te beletten in het verblyf te komen. Luitenant Van Boven heeft toen de beman ning toegesproken en zijn woorden werden door Paradja in het Maleisch vertaald. In antwoord op de rede van den luitenant Van Boven riep de bemanning als antwoord: „TIDA, SATOE HARI DIMOEKA SOERA BAJA" (Neen, een dag voor Soerabaja.) LATER, OP DINSDAG, BLEEK DAT ZICH AAN BOORD TWEE PARTIJEN BEVONDEN. Kawilarang achtte het noodzakeiyk, dat opnieuw vergaderd zou worden en hy deelde dit mede aan den korporaal Bosschart, omdat die des morgens enkele uren had gepraat in de toen gehouden bijeenkomst en bij die gelegenheid gedaan had weten te krygen dat de meerder heid van de bemanning gestemd had voor toe lating van den commandant aan boord. De korporaal Bosschart vond dit goed, waar op men opnieuw byeenkwam. Ardani alias Digdodarmo, Inlandsch matroos der tweede klasse, betoogde opgewonden, dat de persberichten niet geloofd moesten worden en leugens waren. De bemanning besliste, dat de commandant een dag voor aankomst te Soe rabaja aan boord zou worden toegelaten. Den volgenden dag werden de wapens gecontroleerd, opdat niets zou ontbreken by de overgave. Intusschen was er niets meer gezien van den achtervolgenden gouvemementsstoo mer „Aldebaran". Later echter merkte men den gouvemementsstoomer „Eridanus" op, die de „Zeven Provinciën" bleef volgen. Op Vrydag 10 Februari vertoefde Kawilarang op de brug met den korporaal Bosschart en toen hoorde hij dezen zeggen: „Als ze een ..HUIZEN (1875 M.) NCRV 8 u. Schriftlez. en meditatie. 8.15 Gram.muz. 10.30 Morgendienst door Ds. J. F. W. Erdmann. 11 uur Plano-recital door Hans de Bock. 12 uur Politieberichten. 12.15 Gramof.- muzlek. 12.30 Kwintet o.l.v. P. v. d. Hurk. 2 uur De Falla-programma, gram.- muzlek. 2.30 Voor Jeugdige postzegel verzamelaars. J. Ordelman. 3 uur Con cert. 5 uur Kinderuurtje. 6 uur Land- bouw-halfuurtje door P. v. d. Heuvel: „De consumptie-aardappel-regeling". 6.30 A. J Herwig: „De rozen in den tuin". 7 u. Politieberichten. 7.15 Ned. Chr. Persbur. 7.30 Gramofoonmuzlek. 7.45 P.T.T.- kwartlertje. Mej. dr. R. Biegel: „Psycho technische keuring van chauffeurs". 8 uur Gramofoonmuziek. 8.15 Arnh. Or kestver. o.l.v. Jaap Spaanderman: S. Brlll, cello. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Gram.- muziek. 11.30 Sluiting. HILVERSUM. (296 M.) VARA. 8 uur. Gramofoonmuzlek. 9.30 Onze keuken door P. J. Kers Jr. 10 uur VPRO Mor- genwyding. 10.15 VARA Uitzending voor de arbeiders ln de continubedryven, Frans Nienhuysy draagt voor. VARA Klein Or kest o.l.v. H. de Groot. 12 uur De No tenkrakers o.l.v. Daaf Wins. 2 uur Rust poos. 2.15 Gramofoonmuzlek. 3 uur Voor de kinderen. 5.30 Trio Favoriet. 6.30 R.V.U. 7 uur VARA Kapitalisme, socialisme en socialisatie, door mevr. Hilda VerweyJonker. 7.20 VARA-Orkest o. 1. v. H. de Groot. 8 uur J. J. de Roode: „Het 15-jarig bestaan van de Dultsche re publiek". 8.15 VARA-Orkest o.l.v. H. de Groot. 9 uur „De Machlen". Een volks drama door Herman Heyermans. Voor de microfoon gereed gemaakt door Frank van Duin. Op te voeren door het VARA-Too- Orkest olv H. de Groot. 10.20 Vaz Dlas neel o.l.v. W. van Capellen. 9.40 VARA- en Varia. 10.35 Muzikaal allerlei door Cor Steyn, orgel en piano. Joop Cariqulst, banjo-guitaar. Jan Vogel piano. Julius Ha genaar Jr., trompet. Jan Mulder, saxophoon Eugène Charmon, zang. 11 uur Gramo foonmuzlek. 12 uur Sluiting, LUXEMBURG. (1191 M.) 7.50 Luxem- burgsche avond; Kinderconcert. 8.40 Concert. 9.20 Vocaal concert door Nlko- laas Schuh. 1.50 Orkestconcert. BRUSSEL. (509 M.) 12.20 Orkestconcert olv Lexis. 1.30 Gramofoonmuzlek. 6.35 Pianospel. 7.35 Gramofoonmuzlek. .20 Orkestconc. olv Arth. Meulemans. KALUNDBORG. (1153 M.) 11.20 Strijk orkest o.l.v. Arnold Nielsen. 2.20 Gramo foonmuziek 2.50 Orkestconcert o.l.v. Launy Grohndahl. 10.25 Dansmuziek. BERLIJN. (419 M.) 7.25 Populair con cert o.l.v. Max Hüsgen. 9.20 Gramofoon muziek. HAMBURG. (372 M.) 3.20 Concert door het Noragorkest o.l.v. José Eibenschutz. 5.20 Gevarieerd programma. 9.40 Popu lair concert. LANGENBERG. (472 M.) 11.20 Gramo foonmuziek. 12.55 Populair concert. 5.20 Populair programma. 7.30 Concert door het orkest van den Westduitschen omroep o.l.v. Buschkötter. DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelcon cert. 1.05 Concert door het Western Stu dio-orkest o.l.v. Frank Thomas. 3.20 Pianospel. 3.35 Concert van Bourne mouth door het Stedeiyk orkest o.l.v. Go- wen. 5.05 Concert door het Arthurkwin- tet. 8.35 concert in de Queens Hall. B.B.C.-koor. 11 uur Roy Fox en zyn Band. PARIJS (EIFFEL, 1446 M.) 8.35 Concert o.l'.v E.. Flament. PARIJS, (R. 1725 M.) 8.05 Gramofoon muzlek. 12.35 Gramofoonmuzlek. 12.50 Orgelconcert. 1.25 Gramofoonmu ziek. 7 40 Gramofoonmuziek. 9.05 Concert door het orkest van de colonné- orkesten. MILAAN (331 M.) 4.30 Kamermuziek. 6.20 Gramofoonmuzlek. ROME. (441 M.) 7.20 Gramofoonmuziek. 8.20 Opera—uitzending. WEENEN. (517 M.) 6.20 Cellorecital. 7.35 Operetteconcert door het omroeporkest o.l.v. Joseph Horzer. 9.50 Populair con cert. WARSCHAU. (1411 M.) 4.25 Vioolrecital. 5.40 Populaire muziek. 9.50 Dansmuziek. 10.25 Dansmuziek.' BEROMÜNSTER. (460 M.) 8.30 Concert door het omroeporkest o.l.v. H. Hofman. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VERWIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Gewoon schuurmid del, S0 maal vergroot Grove stukken mine raal zyn de oorzaak van die akelige kras- Wereldberoemd reini gingsmiddel VIM50 maal vergroot. De be- standdeelen geven een fijn en zacht poetsmiddel^ sen en schrammen. Daar om krast VIM nooit Bewijzen nevenstaande af beeldingen niet hoezeer het Nederlandsche reinigingsmid del VIM de gewone schuur middelen overtreft VI M, in de practische strooibus, is uiterst billijk. De gewone bus kost slechts 20 cents, de groote bus slechts 37 k cents. bom gooien, zullen ze voor den eersten keer wel misgooien". Kawilarang zegt dat hij toen nog niet be greep waar zulk een bom vandaan zou ko men, want hij had nog geen vliegtuigen ge zien. Bosschart had ook nog gezegd: „Als je iets ziet, moet je direct stoppen, want je kan niet winnen tegen zooveel schepen." Toen heeft Kawilarang gevraagd of de menschen op de brug dan misschien bericht hadden gekregen dat er een bom zou wor den gegooid. Hierop overhandigde Rumambi hem een telegram dat het ultimatum bevatte. Nadat Kawilarang het be richt vernomen had nam Rumambi hem het bericht weer uit de handen. Rumambi nam daarop een pistool en verklaarde dat hij op dat oogen blik de commandant was en dat iedereen, die niet naar hem luister de zou worden neergeschoten. De korporaal Bosschart had intusschen de brug verlaten. Rumambi was verder baas öp de brug, wat ook al bleek uit het feit dat, toen Kawilarang den roerganger order gaf „stuur boord uitgaan" Rumambi dadelijk zeide: „Bak boord het roer". Voorts gaf hij een sein van drie vlaggen, waarop de sleepboot die in de buurt was con tra-sein gaf. De sleepboot ging voor de „De Zeven Provinciën" uitvaren. Kawilarang vertelt dat er toen plotseling van de bovenbrug werd geschreeuwd: „Vliegtui gen in de lucht." Kawilarang zag een vliegtuig boven de „De Zeven Provinciën". Hy zag het met het bloote oog en keek er ook naar met den kijker. Paradja had nog tegen hem gezegd, over het ultimatum, dat dit maar bangmakerij was en dat ze toch geen bom gooien op een schip dat onder de Nederlandsche vlag voer. Toen Kawilarang het vliegtuig boven de De Zeven Provinciën" zag bemerkte hij onder het vliegtuig iets dat op rook leek. Hierop hoorde hy een soort gesis langs zich heen gaan Toen viel de bom langs den brugvleugel aar- bakboord. Op het tentdek waar de bom viel stonden vele muiters. Kawilarang was erg duizelig en begaf zich van de brug naar den ziekenboea. Onderweg zag hy op het dek eenige dooden liggen. In den ziekenboeg trof hij den luitenant Rey- nierse aan, met een pistool, waarmede hij de gewonden bedreigde. De korporaal Bosschart zeide tegen dezen officier, dat hij zyn revolver maar moest op bergen, want dat er reeds dooden genoeg wa ren. Hierna ging luitenant Reynierse weg. Kawilarang is toen verbonden en overge bracht naar de „Gouden Leeuw" en tenslotte naar de „Java". Tijdens de vaart daarheen zag hy de witte vlag aan het voorstag van de brug van de „De Zeven Provinciën" waaien. Hij verklaarde dat hij vrijwillig met de muiterij had meegedaan uit medelijden met zijn te Soe rabaja opgesloten kameraden. Hy had verwacht dat zy door het uitvaren van de „De Zeven Provinciën" in vryheid zouden worden gesteld. Op uitnoodiging van een twintigtal exporteurs vergaderden Zaterdag te Utrecht de eierhande- laren uit alle provinciën. Voorzitter A. Borggreve uit Silvolde gaf een resumé van de plannen, die in Regeeringskringen zouden bestaan over een eventueel te vormen Eiercentrale. De vergadering was van oordeel, dat zulk een centrale onnoodig was en dat het beter zou zijn, den handel geheel vrij te laten, opdat de wal het schip zoude keeren. Algemeen werd gevoeld, dat er tusschen de handelaren en de expor teurs meer samenwerking moet zyn. Daartoe werd een landelijke Vereeniging van Eierenexporteurs opgericht, waarvoor reeds 73 leden werden ingeschreven. In het bestuur wer den gekozen: A. Borggreve, exporteur te Sil volde, D. van Ree, exporteur te Amerongen en L. Zijp, directeur der Eierveiling te Amsterdam. Voorts werd besloten te bevoegder plaatse de bezwaren tegen Centralisatie kenbaar te maken en hiervoor andere vereenigingen van Eierhan- delaren uit te noodigen. Het gevormde bestuur werd gemachtigd de daartoe noodige stappen te doen. Verder werden eenige besprekingen gewyd aan de financieele bevoorrechting der grootere ex porteurs door het Nederl. Eiercontróle-bureau te Beekbergen, welke houding voor de kleinere Ex porteurs zeer nadeelig bleek te zyn. Zoo nu en dan en nog dezer dagen lezen we over de drama's van de onbewaakte overwegen. Een auto met een gezin wordt door een trein gegrepen en de onbewaakte overweg is de overweg geworden van het leven naar den dood. De gedachte bekruipt ons, dat ook deze overweg onbewaakt kan zijn en dat zij, die hem niet meer ontloopen kunnen, -plotseling en zonder voorbe reiding den groeten stap moeten doen. Levens worden afgesneden, banden worden uit elkaar gerukt. Wie overblijft, draagt zijn leven lang de verschrikkelijke herinnering mee aan den slag, die hem trof en zij, die het leven lieten en de eeuwigheid binnengingen, hebben onherstelbaar het eeuwig geluk of het tegendeel gevonden. Het treuren over hen heeft geen zin meer in het licht der eeuwig heid en alleen in het licht der men- schelijkheid is het treuren over de dooden edel. Maar- de adel uff-n deze droefheid eischt het gebed voor hen, van wie we toch liefst véronderstel- len, dat zij voor God verschenen met voor hem vergeeflijke schulden be laden die slechts een tijdelijke boe- ted^enivn noodzakelijk maken. De onbewaakte overweg van ons leven naar de eeuwigheid! Hier hel pen geen maatregelen van autoritei ten. Hier helpen alleen onze eigen maatregelen die bestaan moeten in de zuivere verhouding tot God en een voortdurend bewaken van onze zwak heden, opdat zij niet de overhand krijgen in ons leven. Bewaak den overweg van het leven naar den dood. De advocaat-generaal by den Hoogen Raad concludeerde gisteren tot verwerping van het beroep van F. L„ die als een van de daders van den roofoverval te Numansdorp, waarbij de landbouwer J. de Reus werd doodgeschoten in den avond van 3 Januari 1933, door het ge rechtshof te 'sGravenhage is veroordeeld tot twaalf jaren gevangenisstraf. De Hooge Raad zal arrest wijzen op 13 No vember. Men verzoekt ons het volgende mede te deelen: Het is te verwachten, dat een groot aantal in Nederland wonende Duitschers zullen gaan deelnemen aan de op 12 November a.s. te hou den Rijksdagverkiezingen en Volksstemming, uitgeschreven door de Duitsche Regeering. In de passen van deze deelnemers wordt door de betrokken Duitsche consulaire ambtenaren een aanteekening omtrent de verstrekking van een stembiljet benevens een visum voor uitreis gesteld. Vermits onder dit aantal deelnemers een be- langryk deel zal zyn, dat als werknemer hier te lande verblijf houdt, zou aan de hlerbedoelde personen een arbeldsverklaring moeten worden afgegeven. Zulks komt evenwel om meerdere redenen ln het onderhavige geval niet wensche- lyk voor. Mitsdien is bepaald, dat de Duitsche deelne mers aan de op 12 November a.s. te houden ver kiezingen voor zoover die hier te lande be reids werkzaam zyn niet voorzien behoe ven te zijn van de voorgeschreven arbelds verklaring. zy worden by terugkeer naar Nederland op of eenige dagen na 12 November a.s. doorgelaten, op vertoon van hun paspoort, voorzien van het visum voor uitreis en van de bovenbedoelde aanteekening. De Hooge Raad te 's Gravenhage heeft ver worpen het cassatieberoep van S. S., exploitant van prikplanken, die wegens overtreding van de loterijwet door de rechtbank te Amsterdam is veroordeeld tot een voorwaardelijke hechte- nisstraf van drie weken en een geldboete van 300 gulden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 6