Zes dagen leider der muiters
Hoofddader Kawilarang vertelt
„Maar hu is het uit!!!
HET LEVEN AAN BOORD
.RADIO-PR OGRA MM A
DINSDAG 7 NOVEMBER
,tAls ze een bom gooien, zullen ze
voor den eersten keer wel mis-
gooien," zei korporaal
Bosschart
En daarna geschiedde
het onvermijdelijke
Het plan
Acht uur 's avonds
Stuurinrichting defect
Alarm
Waar gaat gy heen?....
Inspectie bij de officieren
De muiters vergaderen
Naar de ontknooping
Woensdag 8 Nov. 1933
Wat zien die deuren eruit! De
verf overal dof en met kras
sen! Dat is toch al te bar!"
Zorgt U van den beginne
af er voor, dat niets in de
huishouding verkeerd be
handeld wordt, neemt U
inplaats van grove schuurmid
delen altijd het fijne VIM!
Wat de microscoop toont
LEVER'S ZEEP MIJ n.v„
VLAARDINGEN
De bom
EEN EIERCENTRALE?
Bezwaren van den handel
Overweg
Overval te Numansdorp
Een der daders voor den
Hoogen Raad
DE DUITSCHE VOLKS-
STEMMING
In ons land verblijfhoudende
Duitschers kunnen meedoen
PRIKPLANKEN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiuiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiiiiiinininiiMiiiiniiiiiHiiiiininiiiHiiiininiHiiiuiniHinuiiiiniiiiiiiiiiiiiHiHiniiiiuHiniiiiiiniiiiniMiiiiiiiiiiiiiiiiuniiiiiiniiiu
SOERABAJA, 6 Nov. (Aneta).
De Zeekrijgsraad heeft aan de pers
toegestaan om inzage te nemen van
de 4000 folio-vellen, die betrekking
hebben op het onderzoek inzake de
muiterij aan boord van de „De
Zeven Provinciën", in welk dossier
de verhooren van beklaagden en
getuigen zyn vervat, tengevolge
waarvan het thans mogelijk is een
geregeld verhaal te geven omtrent
de visie en de handelingen van den
hoofdmuiter J. K. Kawilarang, In-
landsch matroos der eerste klasse:
By het vertrek uit Soerabaja op 2 Januari
1933 was de stemming aan boord goed en dat
if tot Sabang zoo gebleven. Bij de eerste aan
komst te Sabang echter heeft Kawilarang het
eerste symptoom opgemerkt van ontevredenheid.
De aanleiding hiertoe werd gevormd door een
circulaire inzake de korting der salarissen.
Toen het schip uit Sabang vertrokken was
kwam de bekendmaking af dat de korting op
soldijen ook gold voor de Inlandsche schepe
lingen. De korting werd erg zwaar gevonden en
druk besproken.
Hierop kwamen de berichten binnen omtrent
de dienstweigering, die door Europeesche sche
pelingen te Soerabaja was gepleegd. Bij deze
gelegenheid hebben aan boord van „De Zeven
Provinciën" de Inlandsche schepelingen hun
ontevredenheid geuit over het feit dat deze
dienstweigeraars te Malang in arrest waren ge
steld.
Op Donderdag 2 Februari kwam „De Zeven
Provinciën" ten tweeden malen te Sabang aan.
om des avonds weer voor Oleh-Leh ten anker
te gaan. Den volgenden dag werden de persbe
richten ontvangen over de 425 dienstweigeraars
te Soerabaja en na 't lezen daarvan zag Kawi
larang den korporaal-telegrafist Rumambi, den
ziekenverpleger Oosal en den matroos der eer
ste klasse Paradja bij een tafel staan.
Zij waren de drie hoofdmulters, die allen in
Straat Soenda gedood zijn toen de bom op de
„De Zeven Provinciën" ontplofte.
Aan die tafel gpraken deze drie schepelin
gen over een plan om op Zaterdagavond 4
Februari om negen uur met de „Zeven Pro
vinciën" onder stoom te gaan teneinde den
Commandant der Marine te verzoeken om
aan boord te komen en hem te vragen om
de gearresteerde dienstweigeraars vrü te
laten.
Hierop werd afgesproken om het schip den
volgenden avond om negen uur te overmeeste-
rén. Kawilarang zou een stoot geven op de
bootmansfluit als signaal dat de overmeestering
zou beginnen. Hij verklaarde dat hij liever een
stoot op de stoomfluit had willen geven, maar
de anderen waren bang dat dit aan wal en op
den gouvemementsstoomer „Aldebaran" hoor
baar zou zijn. Kawilarang zelf kon dit niets
schelen.
Toen hij klaar was ging hij weer naar het
Inlandersrverblijf om met de drie hierboven
genoemde hoofd-aanleggers en met zekeren
Basir, een Inlandschen schepeling, die ook bij
den bomaanval gedood is, verdere besprekingen
te voeren.
Bij die besprekingen werd besloten om alles
te doen teneinde wapens in handen te krijgen,
daarna het schip te overmeesteren en vervol
gens de officieren en onderofficieren gevangen
te zetten onder bedreiging met de vuurwapenen.
Op Zaterdagmorgen 4 Februari werden ver
dere besprekingen gevoerd. Hierbij werd afge
sproken dat de passagierende schepelingen
'savonds om zeven uur,aan boord moesten te-
rugkeeren. Dit alles werd aan de stokers sn
de anderen medegedeeld. Kawilarang verklaart
dat hij niet weet of de Europeesche stokers dit
hebben gehoord. Hij is aan wal gegaan en op
den steiger te Oleh-Leh heeft hij nogmaals de
Inlandsche schepelingen ingescherpt om dien
avond om zeven uur aan boord terug te zijn.
Vervolgens heeft Kawilarang tot half zeven
te Koeta Radja gepassagierd. Daarna stapte
hij in een autobus om samen met Gosal naar
Oleh-Leh terug te rijden. Onderweg werden
verschillende schepelingen in de autobus op
gepikt, waaronder ook Paradja, die trouwens
staande aan den weg verzocht om de autobus
te laten stoppen. Op dezen tocht passeerde de
autobus in het park van Koeta Radja een lui
tenant-kolonel van de landmacht. Bij het pas-
seeren van dezen overste riep Paradja dien of
ficier toe: „Zeventien procent". Kawi
larang zeide dat de overste dit moet hebben
gehoord.
Later werd in de autobus gezamenlijk het
lied: „Indonesia, ons vaderland" gezongen. Alle
personen aie in de autobus aanwezig waren
wisten waarom men naar boord terug ging.
Hier werd den Inlandschen matroos der eer
ste klasse Wahap opgedragen om bij de an
kerspil te komen en de Inlandsche matroos
Manaputty moest als roerganger optreden.
Intusschen was het acht uur 's avonds ge
worden
Ik ontmoette, aldus vertelt Kawilarang ver
der, Paradja, die mij vertelde dat de Europea
nen er reeds van wisten en dat hij de sleutels
van de geweerrekken en van de munitieberg
plaats reeds in zijn bezit had.
Iets voor negen uur, het uur waarop de
„De Zeven Provinciën" zou moeten vertrekken,
deelde Paracja aan Kawi'arang mede, dat het
schip nog niet kon vertrekken, omdat men de
patronen voor de geweren nog niet had be
machtigd.
Maar tegen half tien overhandigde Gosal
tien houders elk van vijf geweerpatronen aan
Kawilarang en deelde hem bij die gelegenheid
Luitenant ter zee der derde klasse baron
De Vos van Steenwijk, die bij den overval
licht gewond werd
mede, dat Paradja was ontdekt door den offi
cier van de wacht.
Kawilarang vertelde nog tijdens het verhoor
dat de marinier Van der Laak hem omstreeks
negen uur den raad heeft gegeven om voor
zichtig te zijn met den korporaal, opdat deze
niet zou bemerken dat men met de „De Zeven
Provinciën" onder stoom wilde gaan.
Volgens de verklaringen van Kawilarang
heeft Van der Laak hem verteld, dat de Eu
ropeesche schepelingen al van de zaak afwis
ten en dat zij er mede accoord gingen.
Later kwam Paradja nog weer bij Kawila
rang, die toen voor een 28 c.M.-kanon lag om
te vertellen dat hij was ontdekt door den tam
boer De Bree, die den officier van de wacht
had gewaarschuwd. Toen trok Paradja zijn
blauwe werkkiel uit om zich te vermommen en
verborg zich achter het 28 c-M.-kanon.
Om 10 uur gaf Kawilarang een
scherpen stoot op de bootsmansfluit.
Hij deed dit nadat hij had gezien
dat op het voordek alle lichten reeds
waren gedoofd en dat de schepe
lingen zich naar het achterdek be
gaven aldus de orders opvolgend.
Kawilarang ging toen van het sto-
kersverblijf naar het verblijf van de
Europeanen om ook daar een fluit-
stoot te geven.
By het verblijf van de Inlanders
heeft hij niet gefloten omdat men
daar reeds was begonnen.
Kawilarang zette de machine-telegraaf op
halve kracht vooruit en gelastte den roer
ganger: „Bakboord".
Kawilarang verklaart vervolgens dat op dit
oogenblik de roerganger hem heeft gerappor
teerd dat hij het stuurrad niet kon bewegen.
Bovendien draaide de „De Zeven Provinciën
een weinig stuurboord uit. Daarom heeft Ka
wilarang de telegraaf stopgezet en de machine
kamer gewaarschuwd met het verzoek om de
stuurinrichting in te koppelen.
Aangezien Kawilarang begreep dat hij met de
sloepen op de bakspieren niet kon varen heeft
hij last gegeven om de sloepen te hijschen.
De machine-telegrafen werden weer op
halve kracht vooruit gezet, waarop de ,.De
Zeven Provinciën" onder stoom ging, ma
noeuvreerend met de machines. Toen dit ge
beurd was ontdekte Kawilarang aan stuur
boord en aan bakboord op de vleugels van de
brug schildwachten, gewapend met geweer en
bajonet. Bovendien zag hij een gewapende
schildwacht naar het lichtdek gaan en ook een
schildwacht op het bordes van den commando-
toren.
Even later zag hij een zoeklicht schijnen. Alle
sloepen werden geheschen, behalve de kapi
teinssloep. Op advies van Paradja was het hij
schen van deze sloep tot later uitgesteld.
De ,.De Zeven Provinciën'' stoomde toen op
met een vaart van drie mijlen.
Op dit oogenblik hoorde Kawi
larang op den gouvemementsstoo
mer „Aldebaran" alarm fluiten.
Vanaf het lichtdek werd geroepen
dat de „Aldebaran" onder stoom
ging. Hierna hoorde Kawilarang dat
er geroepen werd dat de 7K c.M.-
kanonnen moesten worden geladen.
Hy heeft deze woorden herhaald.
Kawilarang heeft toen aan Parad
ja gevraagd hoe dat was en hy hoor"
de dat het TVt c.M.-kanon aan bak
boord onder de brug gereed was
om te vuren.
Op een gegeven moment kwam Paradja, die
met een pistool gewapend was, vertellen dat bij
de radio-hut twee officieren stonden. Kawila
rang is toen ongewapend naar het tentdek ge
gaan om te zien welke officieren dat waren. Op
het tentdek gekomen zag hij bij de radio-hut
zes met geweren gewapende Inlanders staan,
zoomede den luitenant ter zee 3e klasse De Vos
van Steenwyk met nog een anderen officier. By
deze officieren stond de korporaal-machinist
Bosschart te praten. Kawilarang is toen weer
teruggegaan naar de brug, waar een gewapen
de schildwacht kwam vertellen, dat een paar
officieren wilden komen spreken met hen, die
de leiding hadden
Paradja zeide toen tot den schildwacht, dat
dit nu niet kon maar wel den volgenden dag.
Een poosje later werd op de brug door den
tamboer Bakker een radio-gram gebracht van
den volgenden inhoud:
„WAAR GAAT GIJ HEEN, WAT IS UW
DOEL, EN WAT ZIJN UW PLANNEN?"
Kawilarang stak het telegram in zyn zak.
Dit telegram is niet beantwoord.
Inmiddels voer de „De Zeven Provinciën" in
Noord-Westely ke richting
Kawilarang werd als leider van de navigatie
afgelost door den kwartiermeester Tuhumena,
die tezamen met den Inlandschen matroos der
eerste klasse Parinussa het schip navigeerde.
Later werd order gegeven de kapiteinssloep
te hyschen.
Kawilarang vond, dat het niet vlug ge
noeg ging en hij nam de leiding by het
spil, waarbij vijf officieren (hierbij waren
geen onderofficieren aanwezig) toekeken,
zonder te protesteeren. Kawilarang zegt, dat
hij niet wist dat deze menschen toestem
ming hadden gekregen om op de cam
pagne te komen. Nadat de sloepen waren
geheschen ging de „De Zeven Provinciën",
die al dien tijd had gestopt, weer onder
stoom. Kawilarang zag nog op tafel in het
verblijf van de Inlanders een kist met ge
weerpatronen staan en ongeveer 80 gewe
ren, waarvan er verscheidene waren geladen.
Uit het verdere relaas blykt, dat ook de
kwartiermeester Grootjans voor de navigatie
was ingedeeld, maar aangezien Kawilarang hem
niet vertrouwde, werd de navigatie gevoerd
door het hierboven genoemde trio.
De marinier Steffens zorgde geregeld voor de
wachtbriefjes.
Op Zondagmorgen had Tuhumena wacht.
Dien Zondagmorgen werd een wit schip zicht
baar. Later werd dit herkend als de gouveme
mentsstoomer „Aldebaran".
Het achtervolgende schip liep steeds meer op
de „De Zeven Provinciën" in. Kawilarang ver
klaart, dat hy zyn kyker op den achtervolger
richtte en een sein van drie vlaggen zag waaien,
dat de beteekenis bleek te hebben:
„IK WENSCH U TE SPREKEN."
De matroos Ardani ging naar boven en even
later woei van de „De Zeven Provinciën" een
vlaggesein dat de beteekenis had van:
„IK ZAL OP DE BOOTEN SCHIETEN DIE
TRACHTEN LANGSZIJ TE KOMEN."
Kawilarang had voor dit sein geen order ge
geven. Wel had hy gezegd dat het spreken van
de „De Zeven Provinciën" met de „Aldebaran"
door middel van seinen kon geschieden.
Later zag Kawilarang weer een ander sein
van de „De Zeven Provincian" waaien, dat zoo
iets beteekende als:
„IK KAN NIET...."
Hierna kwam Rumambi, een der hoofdaan-
leggers, die door de bom gevallen is, op de
brug mededeelen, dat er geen seinen meer
mochten worden geheschen zonder toestemming
van de bemanning.
Vanaf dat oogenblik, aldus gaat het verhaal
verder, zakte de „Aldebaran" en voer nu ver
der achter de „De Zeven Provinciën" aan.
Kawilarang hoorde het sluitstuk van een
kanon openmaken. Toen schreeuwde hy onmid
dellijk naar beneden: „Niet schieten wanneer
ik daarvoor geen order geef."
Buiten boord kijkend zag hij enkele kanonnen
gebakst en de noodige granaten gereed liggen,
naar zijn schatting wel dertig stuks.
Bij het ondergaan van de zon haalde Tuhu
mena de vlag neer. Dit had steeds plaats zooals
gewoonlijk. De tamboer Bakker blies dan de
noodige signalen en bij het sein „stilte" maakte
iedereen front naar de vlag.
Kawilarang zegt in zijn relaas dat hy gedu
rende de reis geregeld inspectie heeft gehouden
bij de officieren, teneinde te zien of alles goed
ging. Hy was daarby steeds ongewapend. Het
was de bedoeling het schip in goeden staat over
te geven. Al dien tijd dacht Kawilarang dat
men ongestoord naar Soerabaja zou kunnen
doorstoomen.
Hy werd door de bemanning aangeduid als
„onze commandant". Hy maakte geregeld zyne
avondronden en toen hij daarby eenmaal werd
tegengehouden door den luitenant Koppen
zeide hy dit ook.
Hierop werd luitenant Van Boven opgehaald,
die hem .niet wilde doorlaten en hem vroeg of
hy bang was voor brandgevaar. Toen Kawila
rang hierop bevestigend antwoordde, zeide lui
tenant Van Boven dat dit niet noodig was en
voorts dat er een afspraak was volgens welke
het gedeelte van het schip achter schot 102
voor de officieren was en het overige gedeelte
voor de bemanning.
Hierop vervolgde Kawilarang zijn ronde.
Na deze ronde kreeg Kawilarang van Paradja
opdracht om achteruit te gaan en daar vier
schepelingen om te halen, omtrent wie verden
kingen van onbetrouwbaarheid bestonden, daar
zij zich op het achterdek bij de officieren be
vonden. Paradja ging zelf mee en zeide, dat
Kawilarang het pistool in de hand moest
nemen.
Bij schot 102 stond een officier wien Kawila
rang mededeelde, dat hij vier verdachten kwam
ophalen. Luitenant Van Boven kwam er bij en
beloofde, dat hij alle vier vooruit zou sturen.
Tijdens dit gesprek had Kawilarang ook het
pistool in de rechterhand tegen de heup, met
den loop naar voren en een weinig naar beneden
gericht.
Luitenant Van Boven zeide, dat hij voor dit
pistool niet bang was. Hy was zelf ongewa'
pend.
Op Maandag deelde Paradja mede, dat er geen
rangen meer aan boord bestonden en geen ver
schil tusschen schepelingen. Dien middag bleek
het telegram aan de wereldpers radiografisch
te zijn uitgezonden, waarin de bemanning van
de „De Zeven Provinciën" hare bedoelingen be
kend stelde.
Luitenant Dekker kwam dien dag op de brug
Hij keek naar den koers en zeide dat hij Kawi
larang wilde spreken. Hij vroeg Kawilarang of
deze vond dat het lang genoeg had geduurd.
Deze had hierop geantwoord: „Ja, dat vind
ik ook".
Luitenant Dekker vroeg of men den com
mandant en de officieren aan boord wilde
nemen. Hierop hebben Kawilarang en Paradja
geantwoord dat de bemanning dit moest be
slissen. Luitenant Dekker heeft er toen op ge
wezen dat er een gevaarlyke koers werd ge
stuurd. Kawilarang begreep, dat hiermede de
Banjak-eilanden werden bedoeld, doch Parad
ja antwoordde, dat de reis tot dusver goed ver-
loopen was, zoodat het niet noodig was den
Commandant aan boord te laten komen.
Luitenant Dekker verzocht dadelijk met de
bemanning over het een en ander te spreken,
doch Paradja wenschte dat luitenant Dekker
eerst naar de campagne terug zou gaan, waar
op deze officier door den marinier Van der
Laak naar de campagne werd gebracht.
Hierna heeft een vergadering plaatsgevonden
met de bemanning en daar viel het besluit om
den commandant niet aan boord te nemen. Pa
radja deelde dit besluit van de vergadering aan
de officieren mede, doch luitenant Van Boven
wilde het niet gelooven en wilde naar voren
komen om zelf met de bemanning te spreken.
Toen de schepelingen luitenant Van Boven
zagen aankomen, drongen velen bij de deur
bijeen, blykbaar met de bedoeling om dezen
officier te beletten in het verblyf te komen.
Luitenant Van Boven heeft toen de beman
ning toegesproken en zijn woorden werden door
Paradja in het Maleisch vertaald.
In antwoord op de rede van den luitenant
Van Boven riep de bemanning als antwoord:
„TIDA, SATOE HARI DIMOEKA SOERA
BAJA" (Neen, een dag voor Soerabaja.)
LATER, OP DINSDAG, BLEEK DAT ZICH
AAN BOORD TWEE PARTIJEN BEVONDEN.
Kawilarang achtte het noodzakeiyk, dat opnieuw
vergaderd zou worden en hy deelde dit mede
aan den korporaal Bosschart, omdat die des
morgens enkele uren had gepraat in de toen
gehouden bijeenkomst en bij die gelegenheid
gedaan had weten te krygen dat de meerder
heid van de bemanning gestemd had voor toe
lating van den commandant aan boord.
De korporaal Bosschart vond dit goed, waar
op men opnieuw byeenkwam.
Ardani alias Digdodarmo, Inlandsch matroos
der tweede klasse, betoogde opgewonden, dat de
persberichten niet geloofd moesten worden en
leugens waren. De bemanning besliste, dat de
commandant een dag voor aankomst te Soe
rabaja aan boord zou worden toegelaten. Den
volgenden dag werden de wapens gecontroleerd,
opdat niets zou ontbreken by de overgave.
Intusschen was er niets meer gezien van
den achtervolgenden gouvemementsstoo
mer „Aldebaran". Later echter merkte men
den gouvemementsstoomer „Eridanus" op,
die de „Zeven Provinciën" bleef volgen. Op
Vrydag 10 Februari vertoefde Kawilarang
op de brug met den korporaal Bosschart en
toen hoorde hij dezen zeggen: „Als ze een
..HUIZEN (1875 M.) NCRV 8 u. Schriftlez.
en meditatie. 8.15 Gram.muz. 10.30
Morgendienst door Ds. J. F. W. Erdmann.
11 uur Plano-recital door Hans de Bock.
12 uur Politieberichten. 12.15 Gramof.-
muzlek. 12.30 Kwintet o.l.v. P. v. d.
Hurk. 2 uur De Falla-programma, gram.-
muzlek. 2.30 Voor Jeugdige postzegel
verzamelaars. J. Ordelman. 3 uur Con
cert. 5 uur Kinderuurtje. 6 uur Land-
bouw-halfuurtje door P. v. d. Heuvel: „De
consumptie-aardappel-regeling". 6.30 A.
J Herwig: „De rozen in den tuin". 7 u.
Politieberichten. 7.15 Ned. Chr. Persbur.
7.30 Gramofoonmuzlek. 7.45 P.T.T.-
kwartlertje. Mej. dr. R. Biegel: „Psycho
technische keuring van chauffeurs". 8
uur Gramofoonmuziek. 8.15 Arnh. Or
kestver. o.l.v. Jaap Spaanderman: S. Brlll,
cello. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Gram.-
muziek. 11.30 Sluiting.
HILVERSUM. (296 M.) VARA. 8 uur.
Gramofoonmuzlek. 9.30 Onze keuken
door P. J. Kers Jr. 10 uur VPRO Mor-
genwyding. 10.15 VARA Uitzending voor
de arbeiders ln de continubedryven, Frans
Nienhuysy draagt voor. VARA Klein Or
kest o.l.v. H. de Groot. 12 uur De No
tenkrakers o.l.v. Daaf Wins. 2 uur Rust
poos. 2.15 Gramofoonmuzlek. 3 uur
Voor de kinderen. 5.30 Trio Favoriet.
6.30 R.V.U. 7 uur VARA Kapitalisme,
socialisme en socialisatie, door mevr. Hilda
VerweyJonker. 7.20 VARA-Orkest o.
1. v. H. de Groot. 8 uur J. J. de Roode:
„Het 15-jarig bestaan van de Dultsche re
publiek". 8.15 VARA-Orkest o.l.v. H. de
Groot. 9 uur „De Machlen". Een volks
drama door Herman Heyermans. Voor de
microfoon gereed gemaakt door Frank van
Duin. Op te voeren door het VARA-Too-
Orkest olv H. de Groot. 10.20 Vaz Dlas
neel o.l.v. W. van Capellen. 9.40 VARA-
en Varia. 10.35 Muzikaal allerlei door
Cor Steyn, orgel en piano. Joop Cariqulst,
banjo-guitaar. Jan Vogel piano. Julius Ha
genaar Jr., trompet. Jan Mulder, saxophoon
Eugène Charmon, zang. 11 uur Gramo
foonmuzlek. 12 uur Sluiting,
LUXEMBURG. (1191 M.) 7.50 Luxem-
burgsche avond; Kinderconcert. 8.40
Concert. 9.20 Vocaal concert door Nlko-
laas Schuh. 1.50 Orkestconcert.
BRUSSEL. (509 M.) 12.20 Orkestconcert
olv Lexis. 1.30 Gramofoonmuzlek.
6.35 Pianospel. 7.35 Gramofoonmuzlek.
.20 Orkestconc. olv Arth. Meulemans.
KALUNDBORG. (1153 M.) 11.20 Strijk
orkest o.l.v. Arnold Nielsen. 2.20 Gramo
foonmuziek 2.50 Orkestconcert o.l.v.
Launy Grohndahl. 10.25 Dansmuziek.
BERLIJN. (419 M.) 7.25 Populair con
cert o.l.v. Max Hüsgen. 9.20 Gramofoon
muziek.
HAMBURG. (372 M.) 3.20 Concert door
het Noragorkest o.l.v. José Eibenschutz.
5.20 Gevarieerd programma. 9.40 Popu
lair concert.
LANGENBERG. (472 M.) 11.20 Gramo
foonmuziek. 12.55 Populair concert.
5.20 Populair programma. 7.30 Concert
door het orkest van den Westduitschen
omroep o.l.v. Buschkötter.
DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelcon
cert. 1.05 Concert door het Western Stu
dio-orkest o.l.v. Frank Thomas. 3.20
Pianospel. 3.35 Concert van Bourne
mouth door het Stedeiyk orkest o.l.v. Go-
wen. 5.05 Concert door het Arthurkwin-
tet. 8.35 concert in de Queens Hall.
B.B.C.-koor. 11 uur Roy Fox en zyn
Band.
PARIJS (EIFFEL, 1446 M.) 8.35 Concert
o.l'.v E.. Flament.
PARIJS, (R. 1725 M.) 8.05 Gramofoon
muzlek. 12.35 Gramofoonmuzlek.
12.50 Orgelconcert. 1.25 Gramofoonmu
ziek. 7 40 Gramofoonmuziek. 9.05
Concert door het orkest van de colonné-
orkesten.
MILAAN (331 M.) 4.30 Kamermuziek.
6.20 Gramofoonmuzlek.
ROME. (441 M.) 7.20 Gramofoonmuziek.
8.20 Opera—uitzending.
WEENEN. (517 M.) 6.20 Cellorecital.
7.35 Operetteconcert door het omroeporkest
o.l.v. Joseph Horzer. 9.50 Populair con
cert.
WARSCHAU. (1411 M.) 4.25 Vioolrecital.
5.40 Populaire muziek. 9.50 Dansmuziek.
10.25 Dansmuziek.'
BEROMÜNSTER. (460 M.) 8.30 Concert
door het omroeporkest o.l.v. H. Hofman.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VERWIJZEN WIJ NAAR DEN
KATHOLIEKEN RADIOGIDS
Gewoon schuurmid
del, S0 maal vergroot
Grove stukken mine
raal zyn de oorzaak
van die akelige kras-
Wereldberoemd reini
gingsmiddel VIM50
maal vergroot. De be-
standdeelen geven een
fijn en zacht poetsmiddel^
sen en schrammen. Daar om krast VIM nooit
Bewijzen nevenstaande af
beeldingen niet hoezeer het
Nederlandsche reinigingsmid
del VIM de gewone schuur
middelen overtreft VI M,
in de practische strooibus,
is uiterst billijk. De gewone
bus kost slechts 20 cents, de
groote bus slechts 37 k cents.
bom gooien, zullen ze voor den eersten keer
wel misgooien".
Kawilarang zegt dat hij toen nog niet be
greep waar zulk een bom vandaan zou ko
men, want hij had nog geen vliegtuigen ge
zien. Bosschart had ook nog gezegd: „Als je
iets ziet, moet je direct stoppen, want je
kan niet winnen tegen zooveel schepen."
Toen heeft Kawilarang gevraagd of de
menschen op de brug dan misschien bericht
hadden gekregen dat er een bom zou wor
den gegooid.
Hierop overhandigde Rumambi
hem een telegram dat het ultimatum
bevatte. Nadat Kawilarang het be
richt vernomen had nam Rumambi
hem het bericht weer uit de handen.
Rumambi nam daarop een pistool
en verklaarde dat hij op dat oogen
blik de commandant was en dat
iedereen, die niet naar hem luister
de zou worden neergeschoten.
De korporaal Bosschart had intusschen de
brug verlaten. Rumambi was verder baas öp de
brug, wat ook al bleek uit het feit dat, toen
Kawilarang den roerganger order gaf „stuur
boord uitgaan" Rumambi dadelijk zeide: „Bak
boord het roer".
Voorts gaf hij een sein van drie vlaggen,
waarop de sleepboot die in de buurt was con
tra-sein gaf. De sleepboot ging voor de „De
Zeven Provinciën" uitvaren.
Kawilarang vertelt dat er toen plotseling van
de bovenbrug werd geschreeuwd: „Vliegtui
gen in de lucht."
Kawilarang zag een vliegtuig boven de „De
Zeven Provinciën". Hy zag het met het bloote
oog en keek er ook naar met den kijker.
Paradja had nog tegen hem gezegd, over het
ultimatum, dat dit maar bangmakerij was en
dat ze toch geen bom gooien op een schip dat
onder de Nederlandsche vlag voer.
Toen Kawilarang het vliegtuig boven de
De Zeven Provinciën" zag bemerkte hij onder
het vliegtuig iets dat op rook leek. Hierop
hoorde hy een soort gesis langs zich heen
gaan
Toen viel de bom langs den brugvleugel aar-
bakboord.
Op het tentdek waar de bom viel stonden
vele muiters. Kawilarang was erg duizelig en
begaf zich van de brug naar den ziekenboea.
Onderweg zag hy op het dek eenige dooden
liggen.
In den ziekenboeg trof hij den luitenant Rey-
nierse aan, met een pistool, waarmede hij de
gewonden bedreigde.
De korporaal Bosschart zeide tegen dezen
officier, dat hij zyn revolver maar moest op
bergen, want dat er reeds dooden genoeg wa
ren.
Hierna ging luitenant Reynierse weg.
Kawilarang is toen verbonden en overge
bracht naar de „Gouden Leeuw" en tenslotte
naar de „Java". Tijdens de vaart daarheen
zag hy de witte vlag aan het voorstag van de
brug van de „De Zeven Provinciën" waaien.
Hij verklaarde dat hij vrijwillig met de muiterij
had meegedaan uit medelijden met zijn te Soe
rabaja opgesloten kameraden. Hy had verwacht
dat zy door het uitvaren van de „De Zeven
Provinciën" in vryheid zouden worden gesteld.
Op uitnoodiging van een twintigtal exporteurs
vergaderden Zaterdag te Utrecht de eierhande-
laren uit alle provinciën. Voorzitter A. Borggreve
uit Silvolde gaf een resumé van de plannen, die
in Regeeringskringen zouden bestaan over een
eventueel te vormen Eiercentrale.
De vergadering was van oordeel, dat zulk een
centrale onnoodig was en dat het beter zou zijn,
den handel geheel vrij te laten, opdat de wal het
schip zoude keeren. Algemeen werd gevoeld,
dat er tusschen de handelaren en de expor
teurs meer samenwerking moet zyn.
Daartoe werd een landelijke Vereeniging van
Eierenexporteurs opgericht, waarvoor reeds 73
leden werden ingeschreven. In het bestuur wer
den gekozen: A. Borggreve, exporteur te Sil
volde, D. van Ree, exporteur te Amerongen en
L. Zijp, directeur der Eierveiling te Amsterdam.
Voorts werd besloten te bevoegder plaatse de
bezwaren tegen Centralisatie kenbaar te maken
en hiervoor andere vereenigingen van Eierhan-
delaren uit te noodigen. Het gevormde bestuur
werd gemachtigd de daartoe noodige stappen te
doen.
Verder werden eenige besprekingen gewyd aan
de financieele bevoorrechting der grootere ex
porteurs door het Nederl. Eiercontróle-bureau te
Beekbergen, welke houding voor de kleinere Ex
porteurs zeer nadeelig bleek te zyn.
Zoo nu en dan en nog dezer
dagen lezen we over de drama's
van de onbewaakte overwegen. Een
auto met een gezin wordt door een
trein gegrepen en de onbewaakte
overweg is de overweg geworden
van het leven naar den dood.
De gedachte bekruipt ons, dat ook
deze overweg onbewaakt kan zijn en
dat zij, die hem niet meer ontloopen
kunnen, -plotseling en zonder voorbe
reiding den groeten stap moeten
doen. Levens worden afgesneden,
banden worden uit elkaar gerukt. Wie
overblijft, draagt zijn leven lang de
verschrikkelijke herinnering mee aan
den slag, die hem trof en zij, die
het leven lieten en de eeuwigheid
binnengingen, hebben onherstelbaar
het eeuwig geluk of het tegendeel
gevonden. Het treuren over hen heeft
geen zin meer in het licht der eeuwig
heid en alleen in het licht der men-
schelijkheid is het treuren over de
dooden edel. Maar- de adel uff-n deze
droefheid eischt het gebed voor hen,
van wie we toch liefst véronderstel-
len, dat zij voor God verschenen met
voor hem vergeeflijke schulden be
laden die slechts een tijdelijke boe-
ted^enivn noodzakelijk maken.
De onbewaakte overweg van ons
leven naar de eeuwigheid! Hier hel
pen geen maatregelen van autoritei
ten. Hier helpen alleen onze eigen
maatregelen die bestaan moeten in
de zuivere verhouding tot God en een
voortdurend bewaken van onze zwak
heden, opdat zij niet de overhand
krijgen in ons leven.
Bewaak den overweg van het
leven naar den dood.
De advocaat-generaal by den Hoogen Raad
concludeerde gisteren tot verwerping van het
beroep van F. L„ die als een van de daders van
den roofoverval te Numansdorp, waarbij de
landbouwer J. de Reus werd doodgeschoten in
den avond van 3 Januari 1933, door het ge
rechtshof te 'sGravenhage is veroordeeld tot
twaalf jaren gevangenisstraf.
De Hooge Raad zal arrest wijzen op 13 No
vember.
Men verzoekt ons het volgende mede te
deelen:
Het is te verwachten, dat een groot aantal
in Nederland wonende Duitschers zullen gaan
deelnemen aan de op 12 November a.s. te hou
den Rijksdagverkiezingen en Volksstemming,
uitgeschreven door de Duitsche Regeering.
In de passen van deze deelnemers wordt door
de betrokken Duitsche consulaire ambtenaren
een aanteekening omtrent de verstrekking van
een stembiljet benevens een visum voor uitreis
gesteld.
Vermits onder dit aantal deelnemers een be-
langryk deel zal zyn, dat als werknemer hier
te lande verblijf houdt, zou aan de hlerbedoelde
personen een arbeldsverklaring moeten worden
afgegeven. Zulks komt evenwel om meerdere
redenen ln het onderhavige geval niet wensche-
lyk voor.
Mitsdien is bepaald, dat de Duitsche deelne
mers aan de op 12 November a.s. te houden ver
kiezingen voor zoover die hier te lande be
reids werkzaam zyn niet voorzien behoe
ven te zijn van de voorgeschreven arbelds
verklaring. zy worden by terugkeer naar
Nederland op of eenige dagen na 12 November
a.s. doorgelaten, op vertoon van hun paspoort,
voorzien van het visum voor uitreis en van de
bovenbedoelde aanteekening.
De Hooge Raad te 's Gravenhage heeft ver
worpen het cassatieberoep van S. S., exploitant
van prikplanken, die wegens overtreding van
de loterijwet door de rechtbank te Amsterdam
is veroordeeld tot een voorwaardelijke hechte-
nisstraf van drie weken en een geldboete van
300 gulden.