Mogelijkheden in het Noorden
Stadsnieuws
Groningen en de afsluitdijk
WOENSDAG 8 NOVEMBER
1927
1928
1929
1930
1931
14.289
13.457
8.265
14.040
21.869
2.453
2.091
505
1.806
2.635
FAILLISSEMENTEN
MUZIEK
HAARL. BACHVEREENIGING
DE „SP AARNEST ROOM'
WEGGEBRACHT?
FILMNIEUWS
Cavalcade"
Straf kwijtgescholden
CENTRAAL COMITÉ VOOR
WERKLOOZEN
TAPVERBOD OP ZONDAG
MORGEN
NIEUW SEINHUIS
Wordt te Halfweg gebouwd
Frauduleus beheer van
waterschappen
TENNIS
Na de „mogelijkheden van den af
sluitdijk" overwogen te hebben voor
het veeteeltgewest Friesland, willen
wij ook nog eenige beschouwing wijden aan
de economische structuur van Groningen
en den invloed dien de nieuwe verkeersweg
daarop kan uitoefenen. Vanzelfsprekend is
deze altijd geringer dan die ten aanzien
van Friesland, daar de route over den dijk
slechts in aanmerking komt voor het ver
keer met Noord-Holland, en deze verbinding
met Amsterdam b.v. al niet veel korter
meer is dan die via Amersfoort en Hilver
sum.
De drogere kleibodem van Groningen
leent zich beter dan die van Friesland voor
landbouw, en de provincie is dan ook een
van onze voornaamste graangebieden. Nu
is het zeer wel mogelijk dat ondanks den
kolossalen wereld-graanvoorraad en dank zij
de autarkie die thans alom als hoogste eco
nomische wijsheid wordt verkondigd, dit
graanareaal groote tijden tegemoet gaat,
dat de eeuwenoude Groningsche Koren
markt voor het gehele land van belang zal
worden, doch het graanvervoer, dat over
wegend per water plaats vindt, zal o. i.
nooit groot nut van den nieuwen autoweg
kunnen krijgen, tenzij de prijs in de toe
komst zoo ver wordt opgedreven, dat ook
voor graan het duurdere autovervoer loo-
nend zal worden. In dit verband mag ge
wezen worden op de enorme toename der
tarwe-teelt in de noordelijke provinciën, on
der invloed van de crisis-tarwewet, welke
blijkt uit het volgende overzicht:
Hectaren bebouwd
met tarwe Groningen Friesland
Deze uitbreiding van het tarwe-areaal is
gegaan ten koste van de meeste andere
culturen, speciaal van de andere graansoor
ten en van fabrieksaardappelen.
Van meer belang kan de nieuwe ver
keersweg wellicht zijn voor de groenteteelt,
die in Groningen een belangrijk bestaans
middel voor de bevolking is. Ook hier valt
een uitbreiding der bebouwing te constatee-
ren: in 1931 bedroeg voor Groningen de
totaal met groenten bebouwde oppervlakte
10.552 H. A. tegen 9.259 H. A. in 1930. Het
is ons bekend dat er destijds plannen be
stonden bij de groentetelers om collectief
hun producten per vrachtauto over den dijk
te gaan vervoeren, doch het lijkt ons te be
twijfelen of er veel zal komen van afzet in
Noord, en Zuid-Holland, waar men met de
eigen tuinbouwproducten al geen raad weet.
Meer reëel lijkt ons echter de mogelijk
heid van aanvoer van kunstmeststoffen
over den afsluitdijk. Voorheen werd zwa
velzure ammoniak voornamelijk uit
Duitschland langs den Rijn, het Merwede-
Kanaal en de Zuiderzee aangevoerd om
vanuit Harlingen over het heele gewest ge
distribueerd te worden.
Nu deze waterweg door den afsluitdijk is
afgesneden, lijkt het ons niet onwaarschijn
lijk dat de meststoffen vanuit de Hoiland-
sche havens over den afsluitdijk naar de
plaats van bestemming worden gebracht.
Gelijk in Friesland de industrie in nauw
verband staat met de veeteelt, is zij in Gro
ningen geheel afhankelijk van den land
bouw. De meest kenmerkende landbouwin
dustrieën zijn de aardappelmeel- en stroo-
cartonfabricage, die in de Veenkoloniën ge
vestigd zijn. Nauw verband met den graan
bouw hield ook de bierbrouwerij die in het
begin der vorige eeuw in Groningen flo
reerde.
Over de veenkoloniën bezitten we een
schat van gegevens in het pas verschenen
standaardwerk van Dr. H. J. Keuning: „De
Groninger Veenkoloniën", waaraan we in
het volgende een en ander ontleenen. De
veenkoloniale landbouwindustriën zijn ty
pisch regionaal georiënteerd voor hun
grondstoffenaanvoer. De aardappelmeelfa
brieken, die overwegend op coöperatieve
basis worden gefinancierd, betrekken al hun
aanvoer uit de veenkoloniën zelf, de car-
tonfabrieken slechts voor twee vijfden, doch
de overige grondstof komt geheel uit het
kleigebied der provincie. De aanvoer der
aardappelen geschiedt geheel langs de ka
nalen, de aanvoer van stroo deels ook per
vrachtauto.
In verband met de slechte omstandighe
den voor de bloembollenteelt in Noord-Hol
land ligt het voor de hand dat een belang
rijk deel der geestgronden aldaar vrij komt
voor aardappelteelt. Ook in de Wieringer-
meer worden aardappelen verbouwd. Of
schoon deze goede eigenlijk té goede
gronden in de eerste plaats voor den
teelt van consumptieaardappelen zijn aan
gewezen, willen we toch de mogelijkheid
van betrekking dezer gebieden binnen de
sfeer der Veenkoloniale aardappelmeelin-
dustrie even aanstippen. De vervoerkosten
zouden hier een ernstig woordje meespre
ken: deze zijn voor het vervoer van aard
appelen betrekkelijk zeer hoog, daar vol
gens Dr. Keuning uit 1 H.L. aardappelen
van 60 K.G. slechts 11 K.G. meel kan wor-
defi bereid. Intusschen is het vervoer te wa
ter, vooral in de Veenkoloniën zelf, ook
zeer duur, dank zij het fantastisch groote
aantal bruggen en sluizen dat de vaart op
de kanalen aldaar belemmert. Dr. Keuning
geeft als voorbeeld de vaart van Hooge
zand naar Bareveld, waarbij 37 beweegbare
bruggen en 2 sluizen gepasseerd moeten
worden, hetgeen aan een schip van 100
ton aan brug- en sluisgelden f 7.38 /2 kost.
Waar op de landwegen verreweg de meeste
tollen in de laatste twee jaren zijn opgehe
ven, heeft het autoverkeer langs de overi
gens zeer onvoldoende wegen in de veen
koloniën toch een belangrijken voorsprong.
Beide industrieën werken voor een zeer
belangrijk deel voor den export. Van het
geproduceerde aardappelmeel wordt gemid
deld twee derden uitgevoerd, van het stroo-
carton 85 pCt. Het eerste product gaat voor
een groot deel naar Groot-Brittannië, dan
volgen Italië, België, de Vereenigde Staten
en Frankrijk. De stroocarton-export ge
schiedt voor een overwegend deel naar
Groot-Brittannië en naar de verschillende
andere deelen van het British Common
wealth. Vooral voor deze laatste groep van
exportlanden kan vervoer naar een onzer
groote zeehavens en gebruikmaking van den
dijk noodzakelijk en nuttig blijken. De ex
port naar Groot-Brittannië zelf gaat over
Delfzijl.
Voor de binnenlandsche consumptie der
veenkoloniale producten, het vervoer van
de uit het aardappelmeel bereide glucose
naar suikerwerkfabrieken, koekbakkerijen
en jamfabrieken, en van het carton naar
alle fabrieken die deze stof als emballage
of anderszins benutten, zal de kortere ver
binding met Noord-Holland zeker van
groot belang zijn. De veelheid der aanwen
dingen van deze producten maakt het ech
ter moeilijk, voor dit verkeer meer in bij
zonderheden te treden.
Er is echter nog een groot bezwaar ver
bonden aan het verkeer over den afsluit
dijk, en dat is de jammerlijke toestand
waarin vooral aan de oostzijde de toegangs
wegen verkeeren. De Friesche Kamer van
Koophandel heeft daarop in een adres aan
den minister van Waterstaat in 1930 reeds
de aandacht gevestigd. Het gaat in hoofd
zaak om twee verbindingen: die van Zu
rig met Leeuwarden en die van Zurig met
Sneek, het centrum van den Zuid-Oost
hoek. In het eerstgenoemde traject moet in
de eerste plaats verbeterd worden het ge
deelte Zurig-Harlingen, dat over den Zee
dijk loopt en rijk is aan alle nadeelen die
aan een dijkweg eigen zijn. De reizigers die
per autobus van Leeuwarden naar Amster
dam gaan, moeten dan ook in Harlingen in
een klein busje overstappen, omdat met
een groote bus op dezen weg die toch waar
lijk van primair belang is, niet te manoeu
vreeren valt. Intusschen is met de verbete
ring van dit weggedeelte reeds een begin
gemaakt. Maar ook de traversen door Har
lingen en Franeker laten alles te wenschen
over. Het kost heel wat chauffeurs.acroba-
tiek om de groote Ato-bussen te Harlingen
door de St. Jacobusstraat en te Franeker
door de Dijkstraat te wringen. Een parkeer
verbod in deze straten, waar een enkele
„aan den kant" gezette auto het geheele
verkeer kan stopzetten, is al het minste wat
men hier doen moet. De weg Zurig—Sneek.
bestaat niet!
Wie dat traject per auto wil afleggen,
moet zijn weg kiezen óf over Pingjum, óf
over Makkum, die in geen van beide geval
len over rozen leidt. Een directe verbinding
via Witmarsum en verder door naar Hee
renveen staat op het wegenplan en zal,
naar wij hopen, niet te lang op zich laten
wachten, daar hierdoor een groot deel van
de mogelijkheden van den afsluitdijk spe
ciaal voor den veehandel verloren zoude
gaan. Ook aan de Westzijde zal met be
spoediging van den aanleg van den gepro-
jecteerden weg AmsterdamPurmerend
Den Oever nuttig werk verricht worden.
De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem
heeft op 7 November j.l. failliet verklaard:
W. Slobbé, winkelbediende, wonende te
Haarlem, Gen. Cronjéstraat 52 r. Curator Mr.
W. de Rijke, alhier.
Aid. Buis Kzn., koopman, wonende te Nieuw-
Vennep, Haarlemmermeer. Curator Mr. L. U.
Rengers Hora Siccama, alhier.
Rechter-Commissaris is Mr. Th. F. Raedt.
Opgeheven zijn de volgende faillissementen:
I. Vleeschhouwer, wonende te Haarlem. Cu
rator Mr. J. H. C. Slotemaker, alhier.
P. Terol, wonende te Zandvoort, Spoorbuurt-
straat 3. Curator Mr. Dr. A. F. H. Schreurs,
alhier.
P. Donker, wonende te Heemstede. Curator
Mr. G. E. Mellema, alhier.
Vernietigd op grond van verzet:
Lammers, garagehouder, wonende te Heem
stede. Curator itlr. L. Ali Cohen, alhier.
Geëindigd wegens het verbindend worden der
eenige uitdeelingslijst de volgende faillisse
menten
de N. V. Bouwbedrijf voorheen Meinema en
Posma, gevestigd te IJmuiden, gem. Velsen.
Curator Mr. A. H. J. Merens, alhier.
de N. V. Maatschappij tot exploitatie van
winkelzaken „Aurum" te IJmuiden. Curator
Mr. A. Bruch, alhier.
Na afwijzing van het verzet het volgend fail
lissement uitgesproken:
de N. V. Industrieele Handels Mij. „Albitu-
men", gevestigd te Zaandam, kantoor houden
de te Koog a/d. Zaan. Curator Mr. K. v. Gif
fen, alhier.
Voor het verkrijgen van een toegangsbewijs
moet worden overgelegd het bewijs van in
schrijving van de Arbeidsbeurs en het contri
butieboekje of contributiekaart. Ongeorgani
seerden moeten bij het bewijs van inschrijving
van de Arbeidsbeurs de uitkeeringskaart over
leggen.
De regeling is in handen van het Centraal
Comité.
Dirigent: Henri v. Goudoever.
Soliste: Ruth Posselt
Door de ziekte van Dr. Mengelberg en van
Anrooy treden hunne orkesten onder leiding
van gastdirigenten. Hierdoor worden we in de
gelegenheid gesteld met andere, onbekende di
rigenten kennis te maken.
Zoo concerteerde thans het Residentie-orkest
onder directie van Henri van Goudoever voor
de leden der Bachvereeniging.
Van Goudoever heeft in betrekkelijk korten
tijd 'n schitterende carrière gemaakt. Binnen
een vijftiental jaren trad hij op als orkest- en
solocellist, muzikaal assistent te Bayreuth, or
kest- en operadirigent te Coblenz, gastdirigent
te Parijs en na den dood van Evert Cornelis
als leider van het Utrechtsch Stedelijk Orkest.
Voorts schreef hij werken voor orkest, die een
gunstig onthaal vonden (v. G. was destijds
leerling van Joh. Wagenaar).
Gezien de praestaties van v. G. op dit con
cert, verwondert deze carrière ons niet. Zijn
slagvaardigheid en beheersching dwingen be
wondering af. Hij leidt het orkest als een ge
routineerd dirigent en kent de werken tot in
de finesses. Alleen misten we wel eens de groo
te lijn en was in den aanvang de forte-klank
te geweldig, waardoor bü crescendo geen climax
meer werd verkregen.
De keuze van v. Goudoever was voor dit
Bachconcert gevallen op de ouverture „Cyrano
de Bergerac" van zijn leermeester en Strauss'
„Don Quichote", terwijl de soliste het viool
concert van Dvorak speelde.
Tegen deze keuze maken we eenig bezwaar,
niet zoozeer om de werken zelf, dan wel dat
ze voor een jaar geleden reeds zijn uitgevoerd.
Het aantal Bachconcerten is niet groot, zoodat
herhalingen, althans zoo spoedig, niet welkom
zijn.
Van Strauss hadden we trouwens liever iets
anders gehoord. De laatste jaren werden van
hem Tijl Uilenspiegel en Don Quichote ge
speeld. Zijn de Strauss-orkestwerken met tra
gische onderwerpen, zooals Macbeth, Tod und
Verklarung, Also sprach Zarathustra voor de
Haarlemsche programma's minder geschikt?
De onderwerpen der andere twee werken zijn
wel eenigszins amusanter, doch daarom nog
niet aantrekkelijker.
Toch kan men van een Don Quichote ge
nieten, als men niet louter het oog gericht
houdt op het humoristische van het onder
werp. Ook dit werk bevat een zekere tragiek.
Het is de tragiek van een idealist. Het idealis
me werkt hier als het ware noodlottig, het
slaat te pletter tegen de nuchtere wereld.
De klankverhoudingen waren niet zoo over
wogen, de kleurschakeeringen iets minder fraai
als bij het Amsterdamsch orkest, terwijl enkele
malen de spanning eenigermate verslapte. Ove
rigens was er in het spel en de karakterisee-
ring veel te prijzen, niet in het minst bij de
solisten: van Isterdael, cellist en Devert, altist.
De Ouverture verkreeg op een enkele te
groote klankexpansie na een prachtige vertol
king. Wat is dat toch kerngezonde muziek, die
boeit en immer voldoet. Jammer, dat de Hol-
landsche orkestlitteratuur zoo weinig van zulke
waardevolle werken bezit.
De solo-violiste Ruth Posselt, een jonge Ame-
rikaansche, heeft ons versteld doen staan door
haar enorme techniek, forschen streek (eerder
mannelijk dan vrouwelijk), prachtvollen, groo-
ten toon en de ongedwongenheid, waarmede zij
alles, ook het passage-werk speelt.
Geboeid en ontroerd heeft ze ons echter niet.
Nu biedt het concert van Dvorak de soliste
daartoe zeer weinig gelegenheid, doch we had
den in het Adagio toch eenige verdieping in
het spel verwacht. Het bleef bij fijn, voornaam
musioeeren. Het meest troffen ons nog de
beide thema's der finale, die dan ook eigenlijk
het meest sprekend zijn van het geheele werk.
De aanwezigen toonden zich zeer ingenomen
met het spel der soliste en waardeerden de lei
ding van v. Goudoever. Ook bij het solospel was
deze te loven.
O. K.
De machinist vertelt ook van de
Rijnstroom
Omtrent het onderzoek der recherche in de
geruchtmakende affaire van het „wegbrengen"
van den stoomtrawler de „Spaarnestroom" IJm.
65, weet „Het Volk" nog het volgende te mel
den:
Twee der arrestanten, de 52-jarige machinist
Jb. K. uit Amsterdam en de 21-jarige 2e machi
nist D. B., die wegens een ander feit reeds in
Veenhuizen gedetineerd was, hebben een volle
dige bekentenis afgelegd. De verklaring van
K. hebben wij reeds vermeld: die van B. wijkt
slechts in enkele opzichten hiervan af. Volgens
B. is de reeds hopeloos kapotte en telkens ha
perende machine, in opdracht van schipper
D. op den bewusten avond in Juni op gron
dige wijze geheel vernield, voordat de trawler
tot zinken werd gebracht. De machine is een
voudig met geweld stukgeslagen, waarvoor o.a.
een zwaar gewicht gebezigd is. De jeugdige B.,
die dit karwei opknapte, deed dit naar hij be
kende in tegenwoordigheid van den schipper,
die er in de machinekamer bij moet hebben
staan lachen, toen de meest vitale onderdeelen
der machine uit elkaar vlogen.
De beide broers, eigenaars van de „Spaarne
stroom", de schipper en de stuurman D. uit
Egmond aan Zee, die na hun aanhouding voor-
loopig zijn gehoord, ontkennen tot dusverre, dat
er met den trawler iets anders zou zijn gebeurd,
dan wat schipper D. voor den Raad van de
Scheepvaart heeft verklaard.
Het bewijsmateriaal tegen hem, óók buiten
de bekentenis van den len en 2en machinist,
is echter van zoo overstelpenden aard, dat de
ze ontkenning op den duur wel moeilijk zal zijn
vol te houden.
De „Urania" nu is destijds door den reeder P.
gekocht voor den prijs van 3000, De „Urania"
is herdoopt in „Spaarnestroom" en aan de ge
broeders D. verkocht voor 16.000, waarvan aan
den reeder P. 5000 contant moest worden be
taald.
De maatschappelijke positie van de gebroe
ders D. is zóó, dat zij het kapitaal niet hebben
om een trawler voor 16.000 te koopen en daar
op 5000 contant te betalen, mitsgaders de ver
dere lasten van verzekering, loon-uitbetaling
aan de bemanning enz. voor hun rekening te
nemen. Er is dan ook, dat staat wel vast, om
die ƒ5000 aan den reeder P. te kunnen betalen,
hypotheek genomen.
Ook omtrent hetgeen zich aan boord van de
„Rijnstroom" heeft afgespeeld, heeft de machi
nist K. merkwaardige dingen meegedeeld.
Deze feiten betreffen de tweede en volgende
reis van de „Rijnstroom", nadat de Raad voor
de Scheepvaart het vergaan van de „Spaarne
stroom" behandeld had. Dienaangaande ver
klaarde de machinist K. het volgende:
„Ik kreeg direct een andere boot, de „Rijn
stroom" en kon geen kwaad doen. Dat ging zoo
door tot de uitspraak was gedaan. Toen ver
anderden de reeders van gedrag. De uitspraak
was, zooals men weet, en de verzekering moest
duizenden gulden betalen. Ik vertrok weer met
de „Rijnstroom", doch voordat ik vertrok, kwam
de directeur, zoon van den reeder, bij mij in
tegenwoordigheid van den schipper van de
„Rijnstroom" en zei: „Meester, denk om de vei
ligheid".
Ja," zei de schipper, „als je hem niet vast
zet, kunnen we wel thuis blijven, want dan van
gen we niets."
De tweede machinist kwam naar mij toe en
zei: „Meester, wat moeten wij doen?" Ik zei:
„Laat niets merken, wees voorzichtig, de ketel
is al een paar maal gelascht."
Na eenige dagen gestoomd te hebben, stop
ten wij om uit te zetten, voor te gaan visschen.
Toen wij uitgezet haden, ging ik naar de kooi,
mijn wacht was om en de tweede machinist
ging dienst doen. Na een paar uren kwam de
schipper bij mij en zei: „Meester, wij liggen bij
na stil en de tweede machinist weigert te sto
ken."
Ik sprong mijn kooi uit en ging naar de ma
chinekamer, keek op den manometer en zag,
dat de ketel op de hoogste toegestane stoom-
spanning stond. De tweede machinist weigerde
om hooger te stoken. De toestand bleef zoo;
eenige dagen later gingen wij naar huis. Er werd
mij niets gezegd.
Den volgenden dag moest ik weer naar zee.
Ik kwam te IJmuiden en vernam, dat de tweede
machinist ontslagen was wegens dienstweige
ring, doch die man ging naar zijn bond toe.
Men vroeg of ik een verklaring wou afleggen,
dat de tweede machinist B. dienst had gewei
gerd, doch daar dat een leugen was, wilde ik
dat niet doen en zei alleen: ,,Hjj weigerde boven
De tijdkroniek van Frank Lloyd
Het is volkomen juist, dat een film publiek
trekt als er maar de noodige reclame voor ge
maakt wordt. Hoe meer reclame, hoe voller
bioscoopzalen. Dikwijls verlaat men dan na het
vertoonen van het „meesterwerk" zeer onvol
daan het gebouw.
Ook voor „Cavalcade" is druk op de tam-tam
geslagen, zóó intens zelfs, dat er maar weinig
menschen zullen zijn, die van dit „épos eener
generatie" niet gehoord hebben. Men late zich
daardoor echter ditmaal niet afschrikken, om
dat deze film inderdaad volle aandacht en be
langstelling mag hebben.
Naar het tooneelstuk „Cavalcade" van Noël
Coward, heeft de Amerikaansche Schot Frank
Lloyd de wereldgebeurtenissen tusschen 1899 en
1933 in een filmkroniek vastgelegd, die door
drongen is van den Engelschen geest. Hij heeft
tusschen al die blijdschap en ellende het in
tieme gezinsleven van een Engelsche aristocra-
De Minister van Waterstaat brengt ter ken
nis, dat bij Koninklijk besluit de bij vonnis van
het kantongerecht te Haarlem aan G. J. van den
Haak, wonende alhier, opgelegde bijkomende
straf van ontzegging van de bevoegdheid om
motorrijtuigen te besturen voor een termijn van
zes maanden, voor het nog niet verloopen ge
deelte van die bijkomende straf is kwijtge
scholden.
Reductie voor werkloozen bü
voetbalwedstrijden
Ook het bestuur van de H.F.C. Haarlem zal
voor de door haar eerste elftal' te spelen wed
strijden reductie verleenen op het toegangs
bewijs van werkloozen. In verband met bezwa
ren van technischen aard zullen deze toe
gangsbewijzen niet aan het terrein verkrijgbaar
zijn.
Reeds voor den wedstrijd HaarlemFeijen-
oord en vervolgens telkens des Zaterdagsmid
dags tusschen 4 en 5 uur zullen voor de Zon
dags te spelen wedstrijden kaarten verkrijg
baar zijn aan het Ontspanningsgebouw. Spaar-
ne 92
tische familie geweven en een edele vredesge-
dachte overtuigend naar voren laten treden.
Van de 59 tafereelen, die de regisseur heeft sa
mengesteld noemen we als massaal o.a. het
vertrek van de troepen naar den Boerenoorlog,
de begrafenis van koningin Victoria, het Vic
toria Station bij het uitbreken van den wereld
oorlog, Zeppelin-aanvallen op Londen, het
symbolisch marcheeren van soldaten door de 4
oorlogsjaren etc.
Waar mem echter pompeuse tafereelen zou ver
wachten, heeft de regisseur juist een uiterste,
maar daarom des te treffender soberheid be
tracht. Een voorbeeld: aan boord van een oce-
aanstoomer hangt een jong paar, op de huwe
lijksreis, over de reeling. Zij naderen New-
Foundland, het einde van de reis en kijken uit
over de nachtelijke zee. Zij voeren een opper-
vlakkigen dialoog over liefde en dood en op het
oogenblik, dat zij elkaar omhelzen, waaien en
kele motieven van het lied: „Nader, mijn God,
bij u" door de film. We denken even met te
leurstelling aan een goedkoop effect, dat de
ramp van de „Titanic" moet suggereeren en
bereiden ons voor op een scheepsramp in vol
len omvang. Het tweetal zweeft weg en het
beeldvlak wordt plotseling ingenomen door een
reddingsboei, waaropde naam „Titanic"
zichtbaar is. Het volgend beeld vertoont de
huiskamer der ouders, in wie het leed van de
„Titanic" in de cavalcade der jaren bezon
ken is.
Hoe sober is ook de begrafenis van Koningin
Victoria. Men ziet het publiek, men leest op
aller gezichten het verdriet, maar de lijkstoet
komt niet op het witte doek: men hoort slechts
de paardenhoeven, die door hun tempo een
volkomen suggestie geven.
Het is niet mogelijk alle bijzonderheden van
dit merkwaardige filmwerk op te sommen. Het
middelpunt van de geheele cavalcade is de moe
der, voortreffelijk gespeeld door Diana Wy-
nyard. Haar moederhart wordt in den loop der
tijden zwaar getroffen: de twee eenige zoons
worden haar ontnomen. Zij ziet de wereld ver
worden, zij is getuige van twee wreede oorlogen.
Tóch slaagt zij er in door haar alles overheer-
schende liefde de s,teun van haar man te blij
ven en het vertrouwen in de toekomst te be
houden. Men denke echter niet, dat hier een
misselijk-zoete „moeder"-creatie gegeven wordt!
Haar partner is Clive Brook, die niet bijzon
der op den voorgrond treedt, maar door sober
heid van spel destemeer imponeert.
De muzikale verzorging is uitmuntend. Niet
minder dan vijftig verschillende liederen wor
den ten gehoore gebracht w.o. „Tipperary",
„Madeion", Soldiers of the Queen", „Yankee
Doodle", etc.
In de Jazz-scène wordt een nieuwe schlager
gezongen: „The twentieth Century Blue."
De film besluit met de woorden: Moge de we
reld waardigheid, grootheid en vrede terug vin
den! De gebeurtenissen in het bijna afgeloopen
jaar hebben dezen wensch geen werkelijkheid
gemaakt.
Daarom alleen al' is „Cavalcade" zoo'n bui
tengewoon werk, daarom ook raden wij een
ieder aan de film te gaan zien. De tijdkroniek
zal velen te denken geven!
„Cavalcade" komt van Vrijdag af in het
Luxor Theater.
V. w.
de rooie streep te stoken" (dat is de hoogste
spanning, die de wet toelaat). De reeder zag,
dat hij vast liep en.... het ontslag werd in
getrokken.
Wij vertrokken weder naar zee. Op zee kwam
de stuurman naar mij toe en zei: „Meester,
verraad mij niet; kijk goed uit. Het is je laatste
reis."
Wij gingen weer aan het visschen. Terwijl
ik weder rust had, liep het schip vast. Later,
toen ik dienst had, hoorde ik, dat er een mijn
in het net had gezeten en alles gekapt was.
Een tweede net werd klaargemaakt en op de
zelfde plaats uitgezet. Dat ging natuurlijk ook
te niet. De matrozen moesten dag en nacht
werken om telkens te trachten weer nieuwe net
ten klaar te maken en telkens werd er weer op
denzelfden omtrek uitgezet.
Zoo ging het tot alles vernietigd was en het
heele magazijn van het schip leeg was.
De schipper zei: „Alles is toch voor de ver
zekering. Pakken jullie nou je boeltje maar,
want hij gaat toch den hoek in."
Bij binnenkomst kwam ik op het kantoor. P-
zei: „Nou, een mooie reis. Het is gelukkig nog
voor de verzekering, want het is zijn laatste
reis, dat hij nog voor de verzekering liep. Je
begrijpt wel, wij leggen hem op. Alles is ont
slagen. Hier is je getuigenschrift."
Dit was het einde, het voorloopige einde al
thans, voor de bemanning,, zoowel van ce
„Spaarnestroom" als van de „Rijnstroom". De
onderkruipers werden bedankt en moesten maar
zien hoe zij van „den steun" verder het leven
zouden rekken.
Voor de eigenaars van de „Spaarnestroom"
en voor dè reeders van de „Rijnstroom" zorgde
de.... verzekering. Maar, of de gezinnen van
de gebroeders D„ na de uitspraak van den Raad
voor de Scheepvaart, veel van de uitgekeerde
verzekeringssom hebben gezien
Er is meer dan één reden om daaraan te twij
felen.
Opheffing gevraagd
De afd. Haarlem van den Nieuwen Nederland-
schen Bond van Koffiehuishoudsters en Slijters
„Nienebokos" heeft een adres aan den raad ge
richt. waarin gezegd wordt, dat hier nog altijd
geldt het z.g. tapverbod op Zondagmorgen
(„juist de tijd, die daarvoor het meest winstge
vend is"), het verkoopen van sterken drank in
het klein in voor het publiek toegankelijke lo-
caliteiten is verboden.
Een dergelijk verbod kan zich nimmer uit
strekken over localiteiten, die niet voor het
publiek toegankelijk zijn, dus geldt niet voor
sociëteiten en om die reden kan het moeilijk
een democratische maatregel heeten, wijl de
meest gegoeden, die in sociëteiten kunnen ver
keeren, er zich niets van behoeven aan te
trekken.
Daarentegen wordt, aldus het adres, de een
voudige burger, ook als hij steeds de matigheid
betracht en zich nimmer schuldig gemaakt
heeft aan eenig misbruik van sterken drank,
er door getroffen en behandeld als iemand,
die niet voldoende op zichzelf kan passen.
Meermalen zijn koffiehuishoudsters, die aan
het verlangen van hun bezoekers gevolg meen
den te moeten geven, wegens overtreding van
het tapverbod gestraft.
Een botte weigering van de exploitanten van
koffiehuizen, om aan zulk een verzoek te vol
doen, valt hun niet zoo gemakkelijk, omdat
de kans dan zeer groot is, dat zij, aan wie ster
ken drank geweigerd wordt, zich naar een an
dere inrichting begeven, waar men wel geneigd
is dergelijke verzoeken in te willigen.
In deze buitengewoon slechte tijden kan, zoo
meent adressante, dit nadeel moeilijk langer
worden gedragen.
De inkomsten nemen sterk af, terwijl de op
het bedrijf drukkende lasten, zooals belastingen
e.a., niet dalen, noch de koopprijzen der waren,
die in zulke zaken worden verkocht.
Adressante gevoelt zich genoopt met klem bij
den raad er op aan te dringen, thans een einde
te willen maken aan dit verbod, voor zoover dit
geldt voor den Zondagmorgen.
Naar wü vernemen, zal door de Directie der
Nederlandsche Spoorwegen in den loop van
deze maand nog worden overgegaan tot het in
het openbaar aanbesteden van het bouwen van
een nieuw seinhuis met bijkomende werken te
Halfweg (gemeente Haarlemmerliede)
Gevonden dieren en voorwerpen
Terug te bekomen bij: Brunning Jansstraat
87, autolantaarn; Kremer Weltevredenstraat 9,
autokenteeken; Hermus Oranjestraat 136, lees
boek; Pesmaar, Weverstraat 136, schoolétui;
„Brederoodeduin" Bloemendaal, hond; Zuuren-
donk, Kleverlaan 30, handschoen; V. d. Bogaard,
Kolkstraat 12 zw., hond; Dierenasyl Ridder
straat 11, 2 honden; Zandberg, Saenredam-
straat 79 zwart, handschoen; Meerman, Scho-
terweg 66 zwart, hondje; Meyer, J. Nieuwenhui-
zenstr. 13, idem; Senus, Fuhrhopstraat 29, hond;
Weber, Floresstraat 8, hoed; Moser, Colensostr.
54, handschoen; Ling, Papentorenvest 56, kaart
van een der ziekenhuizen; V. d. Meulen, Brou
wersvaart 108a, muts; De Vries, Marnixplein 13,
portem. met inh.; Seegers, K. van Manderstraat
93, idem; De Winter, Wicherstraat 17, rijw. bel.
plaatje; Elzinga, Romolenstraat 48, idem; Van
Dam, N. Geldeloozepad 32, idem; Dammers, Vel-
serstraat 18 rood, rekenliniaalKusman, Rol
landstraat 79, rozenkrans; Selman, Koning
straat 38. idem; Rooijers, Olmanstr. 57, rijw. bel.
plaatje; Van Wees, Anjelierstraat 32, sleutel;
Kelderman, Twijnderslaan 23, taschje; Engelen
berg, Zonnebloemstraat 43, idem; Nolet, Flores
straat 103, idem; Ophuysen, A. de Jongestr. 35,
vulpotlood; Van Polder, Brouwersstraat 43E,
idem; Koster, K. Rozenstraat 1, zakje met geld.
Buckman, Kleverparkweg 148, actentasch.
Hoogenes, Nagtzaamplein 15, armband. V. d.
Weiden, Saenredamstraat 47, idem. V. d. Ho
ven, Glasblazerstraat 12, bril met montuur.
Wassenaar, v. Oosten de Bruynstraat 79, cein
tuur. Den Engelse, Gaelstraat 4, etui school-
schrijfbehoeften. Schutger, Spaarnelaan 15,
etui inh. geld. Philippo, Slaperdijk 72, geit
(bok). St. Jacob's Godshuis, Hagestraat, bank
biljet. Koster, Kennemerstraat 4rd„ hand-
ischoen. Koenekoop, Celebesstraat 4, idem. Koks,
Wilgenstraat 30, idem. Hilarius, Leidschevaart
90, idem. Jansen, Vosmaerstraat 40, hond. Van
Beek, Spaanschevaartstraat 92, idem. Bur. van
Politie Smedestraat 9, kinderhandschoen. Dek
ker, Ripperdapark 15, jongensjas en das. Ja-
link, Gaelstraat 57, tramkaart. Kennel Fauna,
Parklaan 119, 5 katten. Pater, Zomervaart 60,
muts. Karselins, Wouwermanstraat 3zw., mand
je met lof. V. Kesteren, Oostvest 28, nummer
plaat. V. d. Aar, Westergracht 53, pop in doos.
Koning, Schouwtjesplein 10, portemonnaie.
Schmidt, Voorweg 43a, Heemstede, ryw.bel.-
plaatje. V. Leeuwen, Dubb. Buurt 13 b rd., ro
zenkrans in etui. Weber, PreangersCraat 29, da-
mesring. Giesker, De Clercqstraat 101 b, rijwiel.
Eken, Nauwe Geldeloozepad 15, rozenkrans.
Bur. v. Pol. Smedestraat 9, stok van landme
ter. Kotman, Oude Raamstraat 10, schooltasch.
Steenkist, Hoogerwoerdstraat 46, werkpak.
Controle in Noord-Holland
De controle van Ged. Staten van Noord-Hol
land over de boeken en kassen van onderschei
dene waterschappen in de provincie heeft aan
het licht gebracht, dat in eenige gevallen frau
duleus beheer heeft plaats gevonden. In totaal
beliep de fraude meer dan 27.000, doch door
krachtig optreden van Ged. Staten zijn de te
korten bijna alle aangezuiverd uit de bezittin
gen van de betrokken penningmeesters of uit
hun zekerheidsstelling of ook wel door borgen.
Zooals men weet, schrijft de „Telegraaf", geeft
het nieuwe algemeen waterschapsreglement
voor Noord-Holland aan Ged. Staten de be
voegdheid, contróle uit te oefenen over boeken
en kas van de penningmeesters der water
schappen. Ged. Staten maken sedert eenige
maanden van deze bevoegdheid gebruik en hoe
nuttig en noodzakelijk dit moet worden geacht
bleek wel uit de tot dusver opgedane ervarin
gen.
Het aantal vanwege de provinciale griffie op
genomen kassen en onderzochte administraties
was tot nu toe omstreeks honderd. In niet min
der dan een vierde gedeelte daarvan werd de
waterschapskas niet afzonderlijk bewaard, doch
waren de gelden van het waterschap met de
particuliere middelen van den beheerder ver
mengd.
Soms ging dat over duizenden guldens. Meer
malen ook waren de kassen van verschillende
polders, bij één functionaris berustende, door-
eengemengd.
Neemt men in aanmerking de belangrijke pre
ventieve werking, welke uitgaat van de we
tenschap, dat plotseling en natuurlijk zonder
voorafgaande waarschuwing kascontröle uit
Haarlem kan plaats hebben, dan blijkt wel het
groote nut van dezen nieuwen maatregel van
het provinciaal bestuur, en dat vooral in deze
tijden van financieelen druk, waarin het gevaar
voor fraude niet denkbeeldig is.
Badhuizen „Witte Kruis"
Het aantal genomen baden in de afgeloopen
maand October was;
Badhuis Koudenhorn: 929 mannen, 463 vrou
wen, 101 baden werkloozen, 1493 totaal.
Badhuis Leidscheplein1416 mannen, 810
vrouwen, 746 schoolbaden, 149 baden werkloo-
loozen, 3121 totaal.
Badhuis Schotersingel: 2110 mannen, 953
vrouwen, 622 schoolbaden, 175 baden werkloo
zen, 3860 totaal.
Badhuis Hofdijkplein: 1491 mannen, 699
vrouwen, 1131 schoolbaden, 157 baden werkloo
zen, 3478 totaal.
Badhuis van Egmondstraat: 1621 mannen,
962 vrouwen, 889 schoolbaden, 220 baden werk
loozen, 3692 totaal.
Ontheffing winkelsluiting
Burgemeester en Wethouders van Haarlem
maken bekend, dat zij ten aanzien van de win
kels op den door de Vereeniging „Het Blok
kenhuis" op 22, 23 en 24 November 1933 in het
gebouw van den Haarlemschen Kegelbond te
houden bazar ingevolge dè Winkelsluitingswet
1930 Stbl. No. 460 ontheffing hebben verleend
van de verbodsbepaling van die wet in dier
voege, dat die winkels op bovengenoemde data
nè des namiddags 8 uur tot des namiddags
10.30 uur voor het publiek mogen geopend blij
ven, daarin mag worden verkocht en het ver
kochte medegenomen.
Wedstrijden overdekte banen
Krelagehuis
Dinsdagavond werden de eerste wedstrijden
op de overdekte banen in het Krelagehuis ge
houden tusschen een viertal bekende ama
teurs en een viertal Nederlandsche oefenmees-
ters. De belangstelling voor deze wedstrijden,
waarvan de netto-opbrengst ten bate van het
Crisis-comité komt, was bevredigend.
Gespeeld werden 4 enkelspelen en 2 dubbel
spelen.
Op baan 1 werd begonnen met het belang
rijkste enkelspel, van onzen nationalen kam
pioen H. Timmer tegen den kampioen der
oefenmeesters, J. Goedraad. Goedraad begon
met zijn service te winnen, maar hierna speel
de Timmer te sterk voor Goedraad, waarbij
bleek, dat Timmer inderdaad veel sterker is
gaan serveeren. Timmer kwam op 5—1 in de
le set met set point, maar een fraaie drop shot
van Goedraad bracht redding, waarna ook de
game voor Timmer verloren ging. Met 62
wist Timmer echter de le set te winnen. In
de 2e set speelde Goedraad, die in de le set
nogal te lange ballen gaf, die juist over de
base line gingen, voorzichtiger. Tot 33 ging
het spel gelijk op, maar Timmer won vervol
gens 3 games om hierna de 3e set met 62
te winnen.
M. Wetselaar had inmiddels op baan 2 Wei-
brandts regelmatig met 63, 63 geslagen.
Jhr. H. van Riemsdijk ontging tegen Hem
mes de verwachte nederlaag niet al was een
score 6—1, 60 hooger dan verwacht. Hughan
speelde tegen Waasdorp een spannende par
ty, won de le set met 97 om de volgende
sets met 86, 1210 te verliezen. Op het
kritieke moment verloor Hughan in de final
set zün service en alle inspanning met zyn
bekend vaak fantastisch en ook riskant spel
baatte niet. Waasdorp bracht den stand van
den wedstrijd op 22.
Ook in de dubbelspelen werden de punten
gedeeld.
H. Timmer speelde met Hughan tegen J.
Goedraad en Hemmes. Ook in deze party was
Timmer de beste speler, die vooral aan het
net van Hughan goeden steun ontving. Goed
raad viel wel wat tegen in het dubbelspel.
Hemmes was veel beter op dreef en vooral
zyn serveeren en smashes waren uitstekend
verzorgd. In deze party bleek, dat de installa
tie in het Krelagehuis uitstekend is. Het snel
lere spel in een heeren-dubbel kon goed tot
zijn recht komen en meerdere fraaie volley
duels hadden aller belangstelling. In 3 sets
wonnen Timmer en Hughan deze vlotte partij.
Wetselaar en jhr. v. Riemsdük werden in vier
sets geslagen door Waasdorp en Weibrandts.
Met 33 eindigde deze wedstrijd onbeslist.
Onder de aanwezigen was om. de Nederl.
tennis-expert by uitnemendheid, de heer G. J.
Scheurleer.
De volledige uitslagen zyn:
Enkelspelen
H. Timmer sl. J. Goedraad 62, 6—3, 6—2.
T. Hughan versl. van Waasdorp 97, 68,
1012. Jhr. H. van Riemsdyk verl van Hem
mes 16, 06. M. Wetselaar sl. Weibrandts
6—3, 6—3.
Dubbelspelen
H. Timmer en T. Hjjghan sl. J. Goedraad
en Hemmes 64, 63, 2. M. Wetselaar en
Jhr. H. van Riemsdyk verl. van Waasdorp en
Weibrandts 0—6, 36, 6—3, 36.