Mogelijkheden in het Noorden Stadsnieuws Groningen en de afsluitdijk WOENSDAG 8 NOVEMBER 1927 1928 1929 1930 1931 14.289 13.457 8.265 14.040 21.869 2.453 2.091 505 1.806 2.635 FAILLISSEMENTEN MUZIEK HAARL. BACHVEREENIGING DE „SP AARNEST ROOM' WEGGEBRACHT? FILMNIEUWS Cavalcade" Straf kwijtgescholden CENTRAAL COMITÉ VOOR WERKLOOZEN TAPVERBOD OP ZONDAG MORGEN NIEUW SEINHUIS Wordt te Halfweg gebouwd Frauduleus beheer van waterschappen TENNIS Na de „mogelijkheden van den af sluitdijk" overwogen te hebben voor het veeteeltgewest Friesland, willen wij ook nog eenige beschouwing wijden aan de economische structuur van Groningen en den invloed dien de nieuwe verkeersweg daarop kan uitoefenen. Vanzelfsprekend is deze altijd geringer dan die ten aanzien van Friesland, daar de route over den dijk slechts in aanmerking komt voor het ver keer met Noord-Holland, en deze verbinding met Amsterdam b.v. al niet veel korter meer is dan die via Amersfoort en Hilver sum. De drogere kleibodem van Groningen leent zich beter dan die van Friesland voor landbouw, en de provincie is dan ook een van onze voornaamste graangebieden. Nu is het zeer wel mogelijk dat ondanks den kolossalen wereld-graanvoorraad en dank zij de autarkie die thans alom als hoogste eco nomische wijsheid wordt verkondigd, dit graanareaal groote tijden tegemoet gaat, dat de eeuwenoude Groningsche Koren markt voor het gehele land van belang zal worden, doch het graanvervoer, dat over wegend per water plaats vindt, zal o. i. nooit groot nut van den nieuwen autoweg kunnen krijgen, tenzij de prijs in de toe komst zoo ver wordt opgedreven, dat ook voor graan het duurdere autovervoer loo- nend zal worden. In dit verband mag ge wezen worden op de enorme toename der tarwe-teelt in de noordelijke provinciën, on der invloed van de crisis-tarwewet, welke blijkt uit het volgende overzicht: Hectaren bebouwd met tarwe Groningen Friesland Deze uitbreiding van het tarwe-areaal is gegaan ten koste van de meeste andere culturen, speciaal van de andere graansoor ten en van fabrieksaardappelen. Van meer belang kan de nieuwe ver keersweg wellicht zijn voor de groenteteelt, die in Groningen een belangrijk bestaans middel voor de bevolking is. Ook hier valt een uitbreiding der bebouwing te constatee- ren: in 1931 bedroeg voor Groningen de totaal met groenten bebouwde oppervlakte 10.552 H. A. tegen 9.259 H. A. in 1930. Het is ons bekend dat er destijds plannen be stonden bij de groentetelers om collectief hun producten per vrachtauto over den dijk te gaan vervoeren, doch het lijkt ons te be twijfelen of er veel zal komen van afzet in Noord, en Zuid-Holland, waar men met de eigen tuinbouwproducten al geen raad weet. Meer reëel lijkt ons echter de mogelijk heid van aanvoer van kunstmeststoffen over den afsluitdijk. Voorheen werd zwa velzure ammoniak voornamelijk uit Duitschland langs den Rijn, het Merwede- Kanaal en de Zuiderzee aangevoerd om vanuit Harlingen over het heele gewest ge distribueerd te worden. Nu deze waterweg door den afsluitdijk is afgesneden, lijkt het ons niet onwaarschijn lijk dat de meststoffen vanuit de Hoiland- sche havens over den afsluitdijk naar de plaats van bestemming worden gebracht. Gelijk in Friesland de industrie in nauw verband staat met de veeteelt, is zij in Gro ningen geheel afhankelijk van den land bouw. De meest kenmerkende landbouwin dustrieën zijn de aardappelmeel- en stroo- cartonfabricage, die in de Veenkoloniën ge vestigd zijn. Nauw verband met den graan bouw hield ook de bierbrouwerij die in het begin der vorige eeuw in Groningen flo reerde. Over de veenkoloniën bezitten we een schat van gegevens in het pas verschenen standaardwerk van Dr. H. J. Keuning: „De Groninger Veenkoloniën", waaraan we in het volgende een en ander ontleenen. De veenkoloniale landbouwindustriën zijn ty pisch regionaal georiënteerd voor hun grondstoffenaanvoer. De aardappelmeelfa brieken, die overwegend op coöperatieve basis worden gefinancierd, betrekken al hun aanvoer uit de veenkoloniën zelf, de car- tonfabrieken slechts voor twee vijfden, doch de overige grondstof komt geheel uit het kleigebied der provincie. De aanvoer der aardappelen geschiedt geheel langs de ka nalen, de aanvoer van stroo deels ook per vrachtauto. In verband met de slechte omstandighe den voor de bloembollenteelt in Noord-Hol land ligt het voor de hand dat een belang rijk deel der geestgronden aldaar vrij komt voor aardappelteelt. Ook in de Wieringer- meer worden aardappelen verbouwd. Of schoon deze goede eigenlijk té goede gronden in de eerste plaats voor den teelt van consumptieaardappelen zijn aan gewezen, willen we toch de mogelijkheid van betrekking dezer gebieden binnen de sfeer der Veenkoloniale aardappelmeelin- dustrie even aanstippen. De vervoerkosten zouden hier een ernstig woordje meespre ken: deze zijn voor het vervoer van aard appelen betrekkelijk zeer hoog, daar vol gens Dr. Keuning uit 1 H.L. aardappelen van 60 K.G. slechts 11 K.G. meel kan wor- defi bereid. Intusschen is het vervoer te wa ter, vooral in de Veenkoloniën zelf, ook zeer duur, dank zij het fantastisch groote aantal bruggen en sluizen dat de vaart op de kanalen aldaar belemmert. Dr. Keuning geeft als voorbeeld de vaart van Hooge zand naar Bareveld, waarbij 37 beweegbare bruggen en 2 sluizen gepasseerd moeten worden, hetgeen aan een schip van 100 ton aan brug- en sluisgelden f 7.38 /2 kost. Waar op de landwegen verreweg de meeste tollen in de laatste twee jaren zijn opgehe ven, heeft het autoverkeer langs de overi gens zeer onvoldoende wegen in de veen koloniën toch een belangrijken voorsprong. Beide industrieën werken voor een zeer belangrijk deel voor den export. Van het geproduceerde aardappelmeel wordt gemid deld twee derden uitgevoerd, van het stroo- carton 85 pCt. Het eerste product gaat voor een groot deel naar Groot-Brittannië, dan volgen Italië, België, de Vereenigde Staten en Frankrijk. De stroocarton-export ge schiedt voor een overwegend deel naar Groot-Brittannië en naar de verschillende andere deelen van het British Common wealth. Vooral voor deze laatste groep van exportlanden kan vervoer naar een onzer groote zeehavens en gebruikmaking van den dijk noodzakelijk en nuttig blijken. De ex port naar Groot-Brittannië zelf gaat over Delfzijl. Voor de binnenlandsche consumptie der veenkoloniale producten, het vervoer van de uit het aardappelmeel bereide glucose naar suikerwerkfabrieken, koekbakkerijen en jamfabrieken, en van het carton naar alle fabrieken die deze stof als emballage of anderszins benutten, zal de kortere ver binding met Noord-Holland zeker van groot belang zijn. De veelheid der aanwen dingen van deze producten maakt het ech ter moeilijk, voor dit verkeer meer in bij zonderheden te treden. Er is echter nog een groot bezwaar ver bonden aan het verkeer over den afsluit dijk, en dat is de jammerlijke toestand waarin vooral aan de oostzijde de toegangs wegen verkeeren. De Friesche Kamer van Koophandel heeft daarop in een adres aan den minister van Waterstaat in 1930 reeds de aandacht gevestigd. Het gaat in hoofd zaak om twee verbindingen: die van Zu rig met Leeuwarden en die van Zurig met Sneek, het centrum van den Zuid-Oost hoek. In het eerstgenoemde traject moet in de eerste plaats verbeterd worden het ge deelte Zurig-Harlingen, dat over den Zee dijk loopt en rijk is aan alle nadeelen die aan een dijkweg eigen zijn. De reizigers die per autobus van Leeuwarden naar Amster dam gaan, moeten dan ook in Harlingen in een klein busje overstappen, omdat met een groote bus op dezen weg die toch waar lijk van primair belang is, niet te manoeu vreeren valt. Intusschen is met de verbete ring van dit weggedeelte reeds een begin gemaakt. Maar ook de traversen door Har lingen en Franeker laten alles te wenschen over. Het kost heel wat chauffeurs.acroba- tiek om de groote Ato-bussen te Harlingen door de St. Jacobusstraat en te Franeker door de Dijkstraat te wringen. Een parkeer verbod in deze straten, waar een enkele „aan den kant" gezette auto het geheele verkeer kan stopzetten, is al het minste wat men hier doen moet. De weg Zurig—Sneek. bestaat niet! Wie dat traject per auto wil afleggen, moet zijn weg kiezen óf over Pingjum, óf over Makkum, die in geen van beide geval len over rozen leidt. Een directe verbinding via Witmarsum en verder door naar Hee renveen staat op het wegenplan en zal, naar wij hopen, niet te lang op zich laten wachten, daar hierdoor een groot deel van de mogelijkheden van den afsluitdijk spe ciaal voor den veehandel verloren zoude gaan. Ook aan de Westzijde zal met be spoediging van den aanleg van den gepro- jecteerden weg AmsterdamPurmerend Den Oever nuttig werk verricht worden. De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem heeft op 7 November j.l. failliet verklaard: W. Slobbé, winkelbediende, wonende te Haarlem, Gen. Cronjéstraat 52 r. Curator Mr. W. de Rijke, alhier. Aid. Buis Kzn., koopman, wonende te Nieuw- Vennep, Haarlemmermeer. Curator Mr. L. U. Rengers Hora Siccama, alhier. Rechter-Commissaris is Mr. Th. F. Raedt. Opgeheven zijn de volgende faillissementen: I. Vleeschhouwer, wonende te Haarlem. Cu rator Mr. J. H. C. Slotemaker, alhier. P. Terol, wonende te Zandvoort, Spoorbuurt- straat 3. Curator Mr. Dr. A. F. H. Schreurs, alhier. P. Donker, wonende te Heemstede. Curator Mr. G. E. Mellema, alhier. Vernietigd op grond van verzet: Lammers, garagehouder, wonende te Heem stede. Curator itlr. L. Ali Cohen, alhier. Geëindigd wegens het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst de volgende faillisse menten de N. V. Bouwbedrijf voorheen Meinema en Posma, gevestigd te IJmuiden, gem. Velsen. Curator Mr. A. H. J. Merens, alhier. de N. V. Maatschappij tot exploitatie van winkelzaken „Aurum" te IJmuiden. Curator Mr. A. Bruch, alhier. Na afwijzing van het verzet het volgend fail lissement uitgesproken: de N. V. Industrieele Handels Mij. „Albitu- men", gevestigd te Zaandam, kantoor houden de te Koog a/d. Zaan. Curator Mr. K. v. Gif fen, alhier. Voor het verkrijgen van een toegangsbewijs moet worden overgelegd het bewijs van in schrijving van de Arbeidsbeurs en het contri butieboekje of contributiekaart. Ongeorgani seerden moeten bij het bewijs van inschrijving van de Arbeidsbeurs de uitkeeringskaart over leggen. De regeling is in handen van het Centraal Comité. Dirigent: Henri v. Goudoever. Soliste: Ruth Posselt Door de ziekte van Dr. Mengelberg en van Anrooy treden hunne orkesten onder leiding van gastdirigenten. Hierdoor worden we in de gelegenheid gesteld met andere, onbekende di rigenten kennis te maken. Zoo concerteerde thans het Residentie-orkest onder directie van Henri van Goudoever voor de leden der Bachvereeniging. Van Goudoever heeft in betrekkelijk korten tijd 'n schitterende carrière gemaakt. Binnen een vijftiental jaren trad hij op als orkest- en solocellist, muzikaal assistent te Bayreuth, or kest- en operadirigent te Coblenz, gastdirigent te Parijs en na den dood van Evert Cornelis als leider van het Utrechtsch Stedelijk Orkest. Voorts schreef hij werken voor orkest, die een gunstig onthaal vonden (v. G. was destijds leerling van Joh. Wagenaar). Gezien de praestaties van v. G. op dit con cert, verwondert deze carrière ons niet. Zijn slagvaardigheid en beheersching dwingen be wondering af. Hij leidt het orkest als een ge routineerd dirigent en kent de werken tot in de finesses. Alleen misten we wel eens de groo te lijn en was in den aanvang de forte-klank te geweldig, waardoor bü crescendo geen climax meer werd verkregen. De keuze van v. Goudoever was voor dit Bachconcert gevallen op de ouverture „Cyrano de Bergerac" van zijn leermeester en Strauss' „Don Quichote", terwijl de soliste het viool concert van Dvorak speelde. Tegen deze keuze maken we eenig bezwaar, niet zoozeer om de werken zelf, dan wel dat ze voor een jaar geleden reeds zijn uitgevoerd. Het aantal Bachconcerten is niet groot, zoodat herhalingen, althans zoo spoedig, niet welkom zijn. Van Strauss hadden we trouwens liever iets anders gehoord. De laatste jaren werden van hem Tijl Uilenspiegel en Don Quichote ge speeld. Zijn de Strauss-orkestwerken met tra gische onderwerpen, zooals Macbeth, Tod und Verklarung, Also sprach Zarathustra voor de Haarlemsche programma's minder geschikt? De onderwerpen der andere twee werken zijn wel eenigszins amusanter, doch daarom nog niet aantrekkelijker. Toch kan men van een Don Quichote ge nieten, als men niet louter het oog gericht houdt op het humoristische van het onder werp. Ook dit werk bevat een zekere tragiek. Het is de tragiek van een idealist. Het idealis me werkt hier als het ware noodlottig, het slaat te pletter tegen de nuchtere wereld. De klankverhoudingen waren niet zoo over wogen, de kleurschakeeringen iets minder fraai als bij het Amsterdamsch orkest, terwijl enkele malen de spanning eenigermate verslapte. Ove rigens was er in het spel en de karakterisee- ring veel te prijzen, niet in het minst bij de solisten: van Isterdael, cellist en Devert, altist. De Ouverture verkreeg op een enkele te groote klankexpansie na een prachtige vertol king. Wat is dat toch kerngezonde muziek, die boeit en immer voldoet. Jammer, dat de Hol- landsche orkestlitteratuur zoo weinig van zulke waardevolle werken bezit. De solo-violiste Ruth Posselt, een jonge Ame- rikaansche, heeft ons versteld doen staan door haar enorme techniek, forschen streek (eerder mannelijk dan vrouwelijk), prachtvollen, groo- ten toon en de ongedwongenheid, waarmede zij alles, ook het passage-werk speelt. Geboeid en ontroerd heeft ze ons echter niet. Nu biedt het concert van Dvorak de soliste daartoe zeer weinig gelegenheid, doch we had den in het Adagio toch eenige verdieping in het spel verwacht. Het bleef bij fijn, voornaam musioeeren. Het meest troffen ons nog de beide thema's der finale, die dan ook eigenlijk het meest sprekend zijn van het geheele werk. De aanwezigen toonden zich zeer ingenomen met het spel der soliste en waardeerden de lei ding van v. Goudoever. Ook bij het solospel was deze te loven. O. K. De machinist vertelt ook van de Rijnstroom Omtrent het onderzoek der recherche in de geruchtmakende affaire van het „wegbrengen" van den stoomtrawler de „Spaarnestroom" IJm. 65, weet „Het Volk" nog het volgende te mel den: Twee der arrestanten, de 52-jarige machinist Jb. K. uit Amsterdam en de 21-jarige 2e machi nist D. B., die wegens een ander feit reeds in Veenhuizen gedetineerd was, hebben een volle dige bekentenis afgelegd. De verklaring van K. hebben wij reeds vermeld: die van B. wijkt slechts in enkele opzichten hiervan af. Volgens B. is de reeds hopeloos kapotte en telkens ha perende machine, in opdracht van schipper D. op den bewusten avond in Juni op gron dige wijze geheel vernield, voordat de trawler tot zinken werd gebracht. De machine is een voudig met geweld stukgeslagen, waarvoor o.a. een zwaar gewicht gebezigd is. De jeugdige B., die dit karwei opknapte, deed dit naar hij be kende in tegenwoordigheid van den schipper, die er in de machinekamer bij moet hebben staan lachen, toen de meest vitale onderdeelen der machine uit elkaar vlogen. De beide broers, eigenaars van de „Spaarne stroom", de schipper en de stuurman D. uit Egmond aan Zee, die na hun aanhouding voor- loopig zijn gehoord, ontkennen tot dusverre, dat er met den trawler iets anders zou zijn gebeurd, dan wat schipper D. voor den Raad van de Scheepvaart heeft verklaard. Het bewijsmateriaal tegen hem, óók buiten de bekentenis van den len en 2en machinist, is echter van zoo overstelpenden aard, dat de ze ontkenning op den duur wel moeilijk zal zijn vol te houden. De „Urania" nu is destijds door den reeder P. gekocht voor den prijs van 3000, De „Urania" is herdoopt in „Spaarnestroom" en aan de ge broeders D. verkocht voor 16.000, waarvan aan den reeder P. 5000 contant moest worden be taald. De maatschappelijke positie van de gebroe ders D. is zóó, dat zij het kapitaal niet hebben om een trawler voor 16.000 te koopen en daar op 5000 contant te betalen, mitsgaders de ver dere lasten van verzekering, loon-uitbetaling aan de bemanning enz. voor hun rekening te nemen. Er is dan ook, dat staat wel vast, om die ƒ5000 aan den reeder P. te kunnen betalen, hypotheek genomen. Ook omtrent hetgeen zich aan boord van de „Rijnstroom" heeft afgespeeld, heeft de machi nist K. merkwaardige dingen meegedeeld. Deze feiten betreffen de tweede en volgende reis van de „Rijnstroom", nadat de Raad voor de Scheepvaart het vergaan van de „Spaarne stroom" behandeld had. Dienaangaande ver klaarde de machinist K. het volgende: „Ik kreeg direct een andere boot, de „Rijn stroom" en kon geen kwaad doen. Dat ging zoo door tot de uitspraak was gedaan. Toen ver anderden de reeders van gedrag. De uitspraak was, zooals men weet, en de verzekering moest duizenden gulden betalen. Ik vertrok weer met de „Rijnstroom", doch voordat ik vertrok, kwam de directeur, zoon van den reeder, bij mij in tegenwoordigheid van den schipper van de „Rijnstroom" en zei: „Meester, denk om de vei ligheid". Ja," zei de schipper, „als je hem niet vast zet, kunnen we wel thuis blijven, want dan van gen we niets." De tweede machinist kwam naar mij toe en zei: „Meester, wat moeten wij doen?" Ik zei: „Laat niets merken, wees voorzichtig, de ketel is al een paar maal gelascht." Na eenige dagen gestoomd te hebben, stop ten wij om uit te zetten, voor te gaan visschen. Toen wij uitgezet haden, ging ik naar de kooi, mijn wacht was om en de tweede machinist ging dienst doen. Na een paar uren kwam de schipper bij mij en zei: „Meester, wij liggen bij na stil en de tweede machinist weigert te sto ken." Ik sprong mijn kooi uit en ging naar de ma chinekamer, keek op den manometer en zag, dat de ketel op de hoogste toegestane stoom- spanning stond. De tweede machinist weigerde om hooger te stoken. De toestand bleef zoo; eenige dagen later gingen wij naar huis. Er werd mij niets gezegd. Den volgenden dag moest ik weer naar zee. Ik kwam te IJmuiden en vernam, dat de tweede machinist ontslagen was wegens dienstweige ring, doch die man ging naar zijn bond toe. Men vroeg of ik een verklaring wou afleggen, dat de tweede machinist B. dienst had gewei gerd, doch daar dat een leugen was, wilde ik dat niet doen en zei alleen: ,,Hjj weigerde boven De tijdkroniek van Frank Lloyd Het is volkomen juist, dat een film publiek trekt als er maar de noodige reclame voor ge maakt wordt. Hoe meer reclame, hoe voller bioscoopzalen. Dikwijls verlaat men dan na het vertoonen van het „meesterwerk" zeer onvol daan het gebouw. Ook voor „Cavalcade" is druk op de tam-tam geslagen, zóó intens zelfs, dat er maar weinig menschen zullen zijn, die van dit „épos eener generatie" niet gehoord hebben. Men late zich daardoor echter ditmaal niet afschrikken, om dat deze film inderdaad volle aandacht en be langstelling mag hebben. Naar het tooneelstuk „Cavalcade" van Noël Coward, heeft de Amerikaansche Schot Frank Lloyd de wereldgebeurtenissen tusschen 1899 en 1933 in een filmkroniek vastgelegd, die door drongen is van den Engelschen geest. Hij heeft tusschen al die blijdschap en ellende het in tieme gezinsleven van een Engelsche aristocra- De Minister van Waterstaat brengt ter ken nis, dat bij Koninklijk besluit de bij vonnis van het kantongerecht te Haarlem aan G. J. van den Haak, wonende alhier, opgelegde bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor een termijn van zes maanden, voor het nog niet verloopen ge deelte van die bijkomende straf is kwijtge scholden. Reductie voor werkloozen bü voetbalwedstrijden Ook het bestuur van de H.F.C. Haarlem zal voor de door haar eerste elftal' te spelen wed strijden reductie verleenen op het toegangs bewijs van werkloozen. In verband met bezwa ren van technischen aard zullen deze toe gangsbewijzen niet aan het terrein verkrijgbaar zijn. Reeds voor den wedstrijd HaarlemFeijen- oord en vervolgens telkens des Zaterdagsmid dags tusschen 4 en 5 uur zullen voor de Zon dags te spelen wedstrijden kaarten verkrijg baar zijn aan het Ontspanningsgebouw. Spaar- ne 92 tische familie geweven en een edele vredesge- dachte overtuigend naar voren laten treden. Van de 59 tafereelen, die de regisseur heeft sa mengesteld noemen we als massaal o.a. het vertrek van de troepen naar den Boerenoorlog, de begrafenis van koningin Victoria, het Vic toria Station bij het uitbreken van den wereld oorlog, Zeppelin-aanvallen op Londen, het symbolisch marcheeren van soldaten door de 4 oorlogsjaren etc. Waar mem echter pompeuse tafereelen zou ver wachten, heeft de regisseur juist een uiterste, maar daarom des te treffender soberheid be tracht. Een voorbeeld: aan boord van een oce- aanstoomer hangt een jong paar, op de huwe lijksreis, over de reeling. Zij naderen New- Foundland, het einde van de reis en kijken uit over de nachtelijke zee. Zij voeren een opper- vlakkigen dialoog over liefde en dood en op het oogenblik, dat zij elkaar omhelzen, waaien en kele motieven van het lied: „Nader, mijn God, bij u" door de film. We denken even met te leurstelling aan een goedkoop effect, dat de ramp van de „Titanic" moet suggereeren en bereiden ons voor op een scheepsramp in vol len omvang. Het tweetal zweeft weg en het beeldvlak wordt plotseling ingenomen door een reddingsboei, waaropde naam „Titanic" zichtbaar is. Het volgend beeld vertoont de huiskamer der ouders, in wie het leed van de „Titanic" in de cavalcade der jaren bezon ken is. Hoe sober is ook de begrafenis van Koningin Victoria. Men ziet het publiek, men leest op aller gezichten het verdriet, maar de lijkstoet komt niet op het witte doek: men hoort slechts de paardenhoeven, die door hun tempo een volkomen suggestie geven. Het is niet mogelijk alle bijzonderheden van dit merkwaardige filmwerk op te sommen. Het middelpunt van de geheele cavalcade is de moe der, voortreffelijk gespeeld door Diana Wy- nyard. Haar moederhart wordt in den loop der tijden zwaar getroffen: de twee eenige zoons worden haar ontnomen. Zij ziet de wereld ver worden, zij is getuige van twee wreede oorlogen. Tóch slaagt zij er in door haar alles overheer- schende liefde de s,teun van haar man te blij ven en het vertrouwen in de toekomst te be houden. Men denke echter niet, dat hier een misselijk-zoete „moeder"-creatie gegeven wordt! Haar partner is Clive Brook, die niet bijzon der op den voorgrond treedt, maar door sober heid van spel destemeer imponeert. De muzikale verzorging is uitmuntend. Niet minder dan vijftig verschillende liederen wor den ten gehoore gebracht w.o. „Tipperary", „Madeion", Soldiers of the Queen", „Yankee Doodle", etc. In de Jazz-scène wordt een nieuwe schlager gezongen: „The twentieth Century Blue." De film besluit met de woorden: Moge de we reld waardigheid, grootheid en vrede terug vin den! De gebeurtenissen in het bijna afgeloopen jaar hebben dezen wensch geen werkelijkheid gemaakt. Daarom alleen al' is „Cavalcade" zoo'n bui tengewoon werk, daarom ook raden wij een ieder aan de film te gaan zien. De tijdkroniek zal velen te denken geven! „Cavalcade" komt van Vrijdag af in het Luxor Theater. V. w. de rooie streep te stoken" (dat is de hoogste spanning, die de wet toelaat). De reeder zag, dat hij vast liep en.... het ontslag werd in getrokken. Wij vertrokken weder naar zee. Op zee kwam de stuurman naar mij toe en zei: „Meester, verraad mij niet; kijk goed uit. Het is je laatste reis." Wij gingen weer aan het visschen. Terwijl ik weder rust had, liep het schip vast. Later, toen ik dienst had, hoorde ik, dat er een mijn in het net had gezeten en alles gekapt was. Een tweede net werd klaargemaakt en op de zelfde plaats uitgezet. Dat ging natuurlijk ook te niet. De matrozen moesten dag en nacht werken om telkens te trachten weer nieuwe net ten klaar te maken en telkens werd er weer op denzelfden omtrek uitgezet. Zoo ging het tot alles vernietigd was en het heele magazijn van het schip leeg was. De schipper zei: „Alles is toch voor de ver zekering. Pakken jullie nou je boeltje maar, want hij gaat toch den hoek in." Bij binnenkomst kwam ik op het kantoor. P- zei: „Nou, een mooie reis. Het is gelukkig nog voor de verzekering, want het is zijn laatste reis, dat hij nog voor de verzekering liep. Je begrijpt wel, wij leggen hem op. Alles is ont slagen. Hier is je getuigenschrift." Dit was het einde, het voorloopige einde al thans, voor de bemanning,, zoowel van ce „Spaarnestroom" als van de „Rijnstroom". De onderkruipers werden bedankt en moesten maar zien hoe zij van „den steun" verder het leven zouden rekken. Voor de eigenaars van de „Spaarnestroom" en voor dè reeders van de „Rijnstroom" zorgde de.... verzekering. Maar, of de gezinnen van de gebroeders D„ na de uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart, veel van de uitgekeerde verzekeringssom hebben gezien Er is meer dan één reden om daaraan te twij felen. Opheffing gevraagd De afd. Haarlem van den Nieuwen Nederland- schen Bond van Koffiehuishoudsters en Slijters „Nienebokos" heeft een adres aan den raad ge richt. waarin gezegd wordt, dat hier nog altijd geldt het z.g. tapverbod op Zondagmorgen („juist de tijd, die daarvoor het meest winstge vend is"), het verkoopen van sterken drank in het klein in voor het publiek toegankelijke lo- caliteiten is verboden. Een dergelijk verbod kan zich nimmer uit strekken over localiteiten, die niet voor het publiek toegankelijk zijn, dus geldt niet voor sociëteiten en om die reden kan het moeilijk een democratische maatregel heeten, wijl de meest gegoeden, die in sociëteiten kunnen ver keeren, er zich niets van behoeven aan te trekken. Daarentegen wordt, aldus het adres, de een voudige burger, ook als hij steeds de matigheid betracht en zich nimmer schuldig gemaakt heeft aan eenig misbruik van sterken drank, er door getroffen en behandeld als iemand, die niet voldoende op zichzelf kan passen. Meermalen zijn koffiehuishoudsters, die aan het verlangen van hun bezoekers gevolg meen den te moeten geven, wegens overtreding van het tapverbod gestraft. Een botte weigering van de exploitanten van koffiehuizen, om aan zulk een verzoek te vol doen, valt hun niet zoo gemakkelijk, omdat de kans dan zeer groot is, dat zij, aan wie ster ken drank geweigerd wordt, zich naar een an dere inrichting begeven, waar men wel geneigd is dergelijke verzoeken in te willigen. In deze buitengewoon slechte tijden kan, zoo meent adressante, dit nadeel moeilijk langer worden gedragen. De inkomsten nemen sterk af, terwijl de op het bedrijf drukkende lasten, zooals belastingen e.a., niet dalen, noch de koopprijzen der waren, die in zulke zaken worden verkocht. Adressante gevoelt zich genoopt met klem bij den raad er op aan te dringen, thans een einde te willen maken aan dit verbod, voor zoover dit geldt voor den Zondagmorgen. Naar wü vernemen, zal door de Directie der Nederlandsche Spoorwegen in den loop van deze maand nog worden overgegaan tot het in het openbaar aanbesteden van het bouwen van een nieuw seinhuis met bijkomende werken te Halfweg (gemeente Haarlemmerliede) Gevonden dieren en voorwerpen Terug te bekomen bij: Brunning Jansstraat 87, autolantaarn; Kremer Weltevredenstraat 9, autokenteeken; Hermus Oranjestraat 136, lees boek; Pesmaar, Weverstraat 136, schoolétui; „Brederoodeduin" Bloemendaal, hond; Zuuren- donk, Kleverlaan 30, handschoen; V. d. Bogaard, Kolkstraat 12 zw., hond; Dierenasyl Ridder straat 11, 2 honden; Zandberg, Saenredam- straat 79 zwart, handschoen; Meerman, Scho- terweg 66 zwart, hondje; Meyer, J. Nieuwenhui- zenstr. 13, idem; Senus, Fuhrhopstraat 29, hond; Weber, Floresstraat 8, hoed; Moser, Colensostr. 54, handschoen; Ling, Papentorenvest 56, kaart van een der ziekenhuizen; V. d. Meulen, Brou wersvaart 108a, muts; De Vries, Marnixplein 13, portem. met inh.; Seegers, K. van Manderstraat 93, idem; De Winter, Wicherstraat 17, rijw. bel. plaatje; Elzinga, Romolenstraat 48, idem; Van Dam, N. Geldeloozepad 32, idem; Dammers, Vel- serstraat 18 rood, rekenliniaalKusman, Rol landstraat 79, rozenkrans; Selman, Koning straat 38. idem; Rooijers, Olmanstr. 57, rijw. bel. plaatje; Van Wees, Anjelierstraat 32, sleutel; Kelderman, Twijnderslaan 23, taschje; Engelen berg, Zonnebloemstraat 43, idem; Nolet, Flores straat 103, idem; Ophuysen, A. de Jongestr. 35, vulpotlood; Van Polder, Brouwersstraat 43E, idem; Koster, K. Rozenstraat 1, zakje met geld. Buckman, Kleverparkweg 148, actentasch. Hoogenes, Nagtzaamplein 15, armband. V. d. Weiden, Saenredamstraat 47, idem. V. d. Ho ven, Glasblazerstraat 12, bril met montuur. Wassenaar, v. Oosten de Bruynstraat 79, cein tuur. Den Engelse, Gaelstraat 4, etui school- schrijfbehoeften. Schutger, Spaarnelaan 15, etui inh. geld. Philippo, Slaperdijk 72, geit (bok). St. Jacob's Godshuis, Hagestraat, bank biljet. Koster, Kennemerstraat 4rd„ hand- ischoen. Koenekoop, Celebesstraat 4, idem. Koks, Wilgenstraat 30, idem. Hilarius, Leidschevaart 90, idem. Jansen, Vosmaerstraat 40, hond. Van Beek, Spaanschevaartstraat 92, idem. Bur. van Politie Smedestraat 9, kinderhandschoen. Dek ker, Ripperdapark 15, jongensjas en das. Ja- link, Gaelstraat 57, tramkaart. Kennel Fauna, Parklaan 119, 5 katten. Pater, Zomervaart 60, muts. Karselins, Wouwermanstraat 3zw., mand je met lof. V. Kesteren, Oostvest 28, nummer plaat. V. d. Aar, Westergracht 53, pop in doos. Koning, Schouwtjesplein 10, portemonnaie. Schmidt, Voorweg 43a, Heemstede, ryw.bel.- plaatje. V. Leeuwen, Dubb. Buurt 13 b rd., ro zenkrans in etui. Weber, PreangersCraat 29, da- mesring. Giesker, De Clercqstraat 101 b, rijwiel. Eken, Nauwe Geldeloozepad 15, rozenkrans. Bur. v. Pol. Smedestraat 9, stok van landme ter. Kotman, Oude Raamstraat 10, schooltasch. Steenkist, Hoogerwoerdstraat 46, werkpak. Controle in Noord-Holland De controle van Ged. Staten van Noord-Hol land over de boeken en kassen van onderschei dene waterschappen in de provincie heeft aan het licht gebracht, dat in eenige gevallen frau duleus beheer heeft plaats gevonden. In totaal beliep de fraude meer dan 27.000, doch door krachtig optreden van Ged. Staten zijn de te korten bijna alle aangezuiverd uit de bezittin gen van de betrokken penningmeesters of uit hun zekerheidsstelling of ook wel door borgen. Zooals men weet, schrijft de „Telegraaf", geeft het nieuwe algemeen waterschapsreglement voor Noord-Holland aan Ged. Staten de be voegdheid, contróle uit te oefenen over boeken en kas van de penningmeesters der water schappen. Ged. Staten maken sedert eenige maanden van deze bevoegdheid gebruik en hoe nuttig en noodzakelijk dit moet worden geacht bleek wel uit de tot dusver opgedane ervarin gen. Het aantal vanwege de provinciale griffie op genomen kassen en onderzochte administraties was tot nu toe omstreeks honderd. In niet min der dan een vierde gedeelte daarvan werd de waterschapskas niet afzonderlijk bewaard, doch waren de gelden van het waterschap met de particuliere middelen van den beheerder ver mengd. Soms ging dat over duizenden guldens. Meer malen ook waren de kassen van verschillende polders, bij één functionaris berustende, door- eengemengd. Neemt men in aanmerking de belangrijke pre ventieve werking, welke uitgaat van de we tenschap, dat plotseling en natuurlijk zonder voorafgaande waarschuwing kascontröle uit Haarlem kan plaats hebben, dan blijkt wel het groote nut van dezen nieuwen maatregel van het provinciaal bestuur, en dat vooral in deze tijden van financieelen druk, waarin het gevaar voor fraude niet denkbeeldig is. Badhuizen „Witte Kruis" Het aantal genomen baden in de afgeloopen maand October was; Badhuis Koudenhorn: 929 mannen, 463 vrou wen, 101 baden werkloozen, 1493 totaal. Badhuis Leidscheplein1416 mannen, 810 vrouwen, 746 schoolbaden, 149 baden werkloo- loozen, 3121 totaal. Badhuis Schotersingel: 2110 mannen, 953 vrouwen, 622 schoolbaden, 175 baden werkloo zen, 3860 totaal. Badhuis Hofdijkplein: 1491 mannen, 699 vrouwen, 1131 schoolbaden, 157 baden werkloo zen, 3478 totaal. Badhuis van Egmondstraat: 1621 mannen, 962 vrouwen, 889 schoolbaden, 220 baden werk loozen, 3692 totaal. Ontheffing winkelsluiting Burgemeester en Wethouders van Haarlem maken bekend, dat zij ten aanzien van de win kels op den door de Vereeniging „Het Blok kenhuis" op 22, 23 en 24 November 1933 in het gebouw van den Haarlemschen Kegelbond te houden bazar ingevolge dè Winkelsluitingswet 1930 Stbl. No. 460 ontheffing hebben verleend van de verbodsbepaling van die wet in dier voege, dat die winkels op bovengenoemde data nè des namiddags 8 uur tot des namiddags 10.30 uur voor het publiek mogen geopend blij ven, daarin mag worden verkocht en het ver kochte medegenomen. Wedstrijden overdekte banen Krelagehuis Dinsdagavond werden de eerste wedstrijden op de overdekte banen in het Krelagehuis ge houden tusschen een viertal bekende ama teurs en een viertal Nederlandsche oefenmees- ters. De belangstelling voor deze wedstrijden, waarvan de netto-opbrengst ten bate van het Crisis-comité komt, was bevredigend. Gespeeld werden 4 enkelspelen en 2 dubbel spelen. Op baan 1 werd begonnen met het belang rijkste enkelspel, van onzen nationalen kam pioen H. Timmer tegen den kampioen der oefenmeesters, J. Goedraad. Goedraad begon met zijn service te winnen, maar hierna speel de Timmer te sterk voor Goedraad, waarbij bleek, dat Timmer inderdaad veel sterker is gaan serveeren. Timmer kwam op 5—1 in de le set met set point, maar een fraaie drop shot van Goedraad bracht redding, waarna ook de game voor Timmer verloren ging. Met 62 wist Timmer echter de le set te winnen. In de 2e set speelde Goedraad, die in de le set nogal te lange ballen gaf, die juist over de base line gingen, voorzichtiger. Tot 33 ging het spel gelijk op, maar Timmer won vervol gens 3 games om hierna de 3e set met 62 te winnen. M. Wetselaar had inmiddels op baan 2 Wei- brandts regelmatig met 63, 63 geslagen. Jhr. H. van Riemsdijk ontging tegen Hem mes de verwachte nederlaag niet al was een score 6—1, 60 hooger dan verwacht. Hughan speelde tegen Waasdorp een spannende par ty, won de le set met 97 om de volgende sets met 86, 1210 te verliezen. Op het kritieke moment verloor Hughan in de final set zün service en alle inspanning met zyn bekend vaak fantastisch en ook riskant spel baatte niet. Waasdorp bracht den stand van den wedstrijd op 22. Ook in de dubbelspelen werden de punten gedeeld. H. Timmer speelde met Hughan tegen J. Goedraad en Hemmes. Ook in deze party was Timmer de beste speler, die vooral aan het net van Hughan goeden steun ontving. Goed raad viel wel wat tegen in het dubbelspel. Hemmes was veel beter op dreef en vooral zyn serveeren en smashes waren uitstekend verzorgd. In deze party bleek, dat de installa tie in het Krelagehuis uitstekend is. Het snel lere spel in een heeren-dubbel kon goed tot zijn recht komen en meerdere fraaie volley duels hadden aller belangstelling. In 3 sets wonnen Timmer en Hughan deze vlotte partij. Wetselaar en jhr. v. Riemsdük werden in vier sets geslagen door Waasdorp en Weibrandts. Met 33 eindigde deze wedstrijd onbeslist. Onder de aanwezigen was om. de Nederl. tennis-expert by uitnemendheid, de heer G. J. Scheurleer. De volledige uitslagen zyn: Enkelspelen H. Timmer sl. J. Goedraad 62, 6—3, 6—2. T. Hughan versl. van Waasdorp 97, 68, 1012. Jhr. H. van Riemsdyk verl van Hem mes 16, 06. M. Wetselaar sl. Weibrandts 6—3, 6—3. Dubbelspelen H. Timmer en T. Hjjghan sl. J. Goedraad en Hemmes 64, 63, 2. M. Wetselaar en Jhr. H. van Riemsdyk verl. van Waasdorp en Weibrandts 0—6, 36, 6—3, 36.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3