Prikkeldraad EEEKB DIAMANT WERK VOOR DE JEUGD Niet machteloos toezien Vlissingen: Neerlands Scheldehaven HET GODSVERLANGEN ZAL ZEGEVIEREN EEN NATIONAAL BELANG Bak- en Braadvet Het groote project WOENSDAG 8 NOVEMBER DE WITTE-KRUIS- UITLOTINGEN DE HAVEN VAN VLISSINGEN Gezicht op de nieuwe haven. Op den voorgrond de drie aanlegpontons van de veren naar Breskens en Terneuzen en van de Mij. ZeelandGeheel rechts het steenkolenbedrijf der S. H.V. Voor het behoud der goede zeden Oud-minister Donner beleedigd BOERDERIJ IN BRAND Twee beschouwingen in conflict Een groote toekomst Uit vroeger tijd De nieuwe haven Overheid en ambtenaar Mogelijkheden van de haven 45 ets p. pond 22| ets p. half pond Over het brandend vraagstuk der werk verschaffing aan de werklooze jeugd gaven wij een vorige maal in een persgesprek met Praeses van Galen de richtlijnen aan voor een oplossing. In den zelfden geest schrijft ons thans drs. J. C. van Wijk, secretaris van het Centraal Co mité voor Jeugdige Werkloozen te Amster dam: Langdurige jeugdwerkloosheid beteekent, afgezien van het loon, een gemis aan gele genheid tot oefening om vakbekwaamheid of tenminste routine voor eenig werk te verkrijgen, hetwelk als regel alleen kan ge schieden op jeugdigen leeftijd, n.l. in den leertijd. Het beteekent, dat de leegloopende jeugd In de ontwikkelingsjaren niet kan leer en zich naar geest en lichaam in te stellen op arbeid en daarom voor een groot deel ook op lateren leeftijd voor vollen normalen ar beid ongeschikt is. De ongeschiktheid tot eenigen arbeid wordt versterkt naar mate de jeugd, die zich niet op arbeid instelt we gens gebrek aan idealisme, perspectief en kommer, in een psychische depressie gaat verkeeren, zooals reeds lang geschied is, of, nog erger, moreel ondergaat. Voor de werklooze jeugd bestaat geen idealisme, al was het alleen reeds wegens het gemis aan een taak, en geen perspec tief, omdat er geen toekomst is. Kommer echter bestaat er in overvloed, omdat de werklooze jongen dikwijls verkeert in een huisgezin, waar ook vader geen werk heeft en dus armoede is, omdat hij voor de voor ziening in allerlei direct persoonlijke be hoeften steeds zijn hand moet ophouden en zich een bedeljongen voelt en omdat hij als minderwaardig beschouwd wordt, wijl hij niet werkt. De kern van de bestrijding der jeugd werkloosheid kan dan ook alleen bestaan in het verschaffen van werk, waarbij zooveel mogelijk rekening gehouden wordt met het onderhouden der vakbekwaamheid, Aan dezen eisch voldoen het beste de vak scholen voor jeugdige werkloozen, waar practisch werk verricht wordt; deze vak scholen zouden nog belangrijk uitgebreid kunnen worden, indien er voldoende geld aanwezig was. In de practijk is het echter zeer moeilijk of onmogelijk voor bepaalde categorieën als technisch personeel, handels-, kantoor winkel- en magazijnbedienden, enz., tijdens de werkloosheid in hun branche practi- schen arbeid te vinden, waardoor tegelijk hun vakbekwaamheid onderhouden wordt, zoodat voor deze personen gewone han denarbeid moet worden gezocht, terwijl daarbij op bepaalde tijden gelegenheid dient gegeven te worden voor theoretische scho ling. De groote rest der jeugdige werkloozen, welke geen lust heeft of er geen belang bij heeft vakcursussen te volgen, dient, op straffe van alle geschiktheid tot arbeid te verliezen, er weder toe gebracht te worden handarbeid te verrichten. Ieder, die maar eenigszins op de hoogte is met den droevigen toestand der werk looze jeugd, begrijpt, dat aan dit werk eeni- ge vergoeding moet verbonden zijn. De Landelijke Commissie ter bestrijding van de gevolgen der Jeugdwerkloosheid heeft deze zaak onder de oogen gezien en eenige werkobjecten genoemd, welke ge schikt zouden zijn om ze te doen uitvoeren door jeugdige werkloozen; ik matig mij geen oordeel aan over de geschiktheid van sommige dezer werkobjecten; integendeel, ik hoop, dat eenige ervan uitgevoerd wor den. Doch er is geen sprake van, dat hier mede de kwestie der jeugdwerkloosheid ook maar eenigszins opgelost wordt. Aan deze werkverschaffing kleven twee groote gebreken: primo: het is geen werk voor de massa, en secundo: de jeugd zou bij het meeste van dit werk niet beseffen, dat men werkelijk waardevol werk verricht. Er is m. i. slechts één oplossing mogelijk en dat is werkverschaffing voor jeugdige werkloozen. Wij moeten openlijk de vraag durven stellen, wat belangrijker is, de werk verschaffing voor volwassenen of de werk verschaffing voor jeugdige personen. Na tuurlijk is het van belang werkgelegenheid te verschaffen aan alle werkloozen, doch wanneer er slechts- beperkte werkgelegen heid bestaat, dan mag met klem worden aangedrongen om hiervan een deel be schikbaar te stellen voor de jongeren. De volwassenen hebben werken geleerd, heb ben routine gekregen, en zij zijn daarom na een werkloosheid van eenige jaren, al is er eenige verslapping ingetreden, weer vrij spoedig aan normaal werken gewend; de jongeren echter hebben in hun ontwikke lingsjaren geen werken geleerd, hebben in hun leertijd geen routine verkregen en zul len daarom veelal op lateren leeftijd onge schikt zijn tot een normale arbeidspresta tie. Wij behoeven niet te zeggen, wat dit beteekent voor het toekomstige gezin, voor de Maatschappij en voor ons land. Men dient derhalve voor de werklooze jeugd groote werkobjecten te kiezen, welke door hun aard meer geschikt zijn voor de jeugd, en waarbij deze het besef heeft, dat zij grootsch en nuttig werk verricht. Naar schatting zijn er in Nederland tus- schen de 60 en 100.000 jongere werkloozen, waarvan het belangrijkste deel in onze groote steden. Er zullen derhalve meerdere groote werk objecten noodig zijn, doch m. i. kan met recht als een belangrijk werkobject, dat aan bovengenoemde eischen voldoet, genoemd worden het aanleggen van een zeeweg van IJmuiden tot Scheveningen en zoo moge lijk tot den Hoek van Holland. De afstand van IJmuiden tot Schevenin gen bedraagt pl.m. 44 K.M., waarvan pl.m 8 K.M. reeds verhard is. Blijft voor dit tra. ject dus over 36 K.M. Het uitzetten van den weg kan verricht worden door jeugdige technici en werkloo ze ingenieurs. De zandverzetting kan ge heel het werk zijn van jeugdige werkloozen, terwijl de verharding en het overige werk, uitgezonderd het bestraten, door jeugdige werkloozen kan worden uitgevoerd. Alleen aan dit gedeelte zouden pl.m. 1500 jeugdi ge werkloozen een vol jaar kunnen werken. Wanneer telkens elke groep na een maand gewerkt te hebben, gedurende de volgende maand in de plaats harer inwo ning gelegenheid verkreeg om ontwikke lingscursussen te volgen, en dan weer te rugkeerde, zouden hieraan 3000 jonge men- schen gewerkt hebben. Op dezelfde manier zou gewerkt kunnen worden van Kijkduin naar den Hoek met jeugdige werkloozen uit Rotterdam en uit het Westland. De kosten voor de 36 K. M. bovenge noemd zouden zijn voor de benoodigde ma terialen voor een weg, 28 M. breed, n. 1. aan de landzijde ruiterpad, rijweg, rijwiel pad, wandelpad en afzetting, afgezien van het benoodigde gereedschap, plus onkosten aan eet- en slaapgelegenheden, opslag plaatsen, teeken- en administratiebureaux enz., maaltijden, vergoeding per week a 5.per jeugdigen werklooze, plus een bedrag voor de leiders, globaal geraamd 3.000.000. Waarom stopzetting? In aansluiting aan het bericht omtrent de stopzetting van de uitloting der Premieleening 1888 der Noord-Hollandsche Vereeniging Het Witte Kruis kunnen wij nog het volgende me- dedeelen: De contante waarde van de verplichtingen der vereeniging, berekend op 4 pet. basis per 1 April 1934, bedraagt f 3.482.379. Dit beteekent dus, dat er op 1 April 1934 f 3.482.379 moet zijn om aan alle toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Ieder jaar wordt van de fondsen rente ge kweekt, terwijl jaarlijks slechts f 61.450 in de eerste vijf jaar en f 72.350 in de daarop vol gende vijf jaren een overschot aan rente wordt gekweekt, waardoor de fondsen in 1944 zoo danig moeten zijn aangegroeid, dat de ver sterkte aflossing mogelijk is. Hieruit volgt, dat, als er op 1 April 1934 min der dan f 3.482.379 aanwezig is, de houders van loten, welke in April 1952 betaalbaar zijn, niets en de houders van loten, die in April 1951 betaalbaar zijn, slechts een klein gedeelte zullen krijgen van wat hun toekomt. Zij, die het geluk hebben eerder uit te loten, zouden op deze wijze worden bevoordeeld ten koste van hen, wier loten later uitloten, Waar de beheerders der fondsen te behartiging van de belangen van alle lotenhouders tot taak hebben, moeten zij tegen deze ongelijkheid waken. Noodzakelijk volgt hieruit de stopzet ting der uitloting, totdat de fondsen tot een bedrag van f 3.482.379 zullen zijn aangegroeid. Er zijn namelijk door de fondsen aanmerke lijke verliezen geleden, vroeger in Oostenrijk- sche, Duitsche en Russische waarden. Thans zijn daarbij gekomen koersverliezen op dollar obligaties. Er zijn in de fondsen 292.000 dol lar-obligaties. De stopzetting is vooral daarom noodzake lijk, omdat, zooals uit het vorenstaande blijkt, de fondsen jaarlijks uit het renteoverschot moeten groeien en deze groei door de ver minderde opbrengst onvoldoende is geworden. Bij voortzetting der uitloting zou het tekort dus ieder jaar grooter worden. De behandeling der aangelegenheden, de pre mieleening betreffende, is in handen gesteld van den juridischen adviseur der vereeniging, mr. L. G. van Dam, advocaat en procureur te Haarlem. Tot hem kan men zich verder wenden omtrent deze aangelegenheid. Dringend beroep op de drie chris telijke partijen van ons parlement Na zich eerst tot verschillende gemeenteraden te hebben gewend, heeft thans de Gooische Ac tiegroep tegen volksverwildering 'n nieuwen stap ondernomen door een uitvoerig gedocumenteerd schrijven te richten aan de anti-revolutionnaire, christelijk-historische en roomsch-katholieke ka merfracties, alsmede aan de besturen van deze drie christelijke partijen. In dit schrijven wordt als uitgangspunt gesteld dat een driest optredende, onbeschaamde min derheid, haar met de christelijke moraal strij dige zedelijkheidstheorieën aan de meerderheid oplegt. Aan deze overheersching van de minder heidsopvatting kan paal en perk worden gesteld. Bij eendrachtig willen is van machteloosheid geen sprake. Overal in de besturen van land, ge west en stad kan de stem van de aanhangers der christelijke wereldbeschouwing doordringen. Het adres herinnert er aan, dat de aanhangers der christelijke partijen welsprekende cijfers van hun meerderheidsinvloed in de officieele statis tiek bezitten. Ons land telt 590 leden der provinciale staten, waarvan 82 anti-revolutionnairen, 70 christelijk- historischen en 180 roomsch-katholieken. In de gedeputeerde staten, die in totaal 64 leden tellen, bezit de anti-revolutionnaire partij 10 vertegenwoordigers; de christelijk-histori sche 6 en de katholieke 26! Wat de gemeenteraden betreft, het aantal wet houders bedraagt 2238, waarvan 345 anti-revolu tionnairen, 253 christelijk-historischen en 900 katholieken; van de 10989 raadsleden behooren er tot de anti-revolutionnaire partij 1459; tot de christelijk-historische partij 1172 en tot de R.K. Staatspartij 4106. Bij het bezien van deze cijfers rijst de vraag, of wij ons wel bewust zijn van den invloed, die bij goede organisatie, bij krachtige leiding en bij gedocumenteerde voorlichting, in de verschillen de bestuursinstanties kan uitgaan van de ver tegenwoordigers der christelijke groepen! Het doel van het schrijven aan de drie chris telijke partijen is dan ook te bereiken, dat door den steun van deze partijen een krachtige actie wordt ingezet om de optredende volksverwilde ring nog tijdig tot stilstand te brengen. Vervolgens wordt uitvoerig feiten-materiaal ter beschikking van de besturen gesteld. Uit den aard der zaak is nóch dit feitenmate riaal nóch de hier aan vastgeknoopte beschou wing geschikt voor uitvoerige vermelding in de kolommen van een dagblad. In 't algemeen mag worden geconstateerd dat de Gooische Actiegroep wel een dergelijke hoe veelheid van indrukwekkende argumenten heeft bijeen gebracht, dat het niet zal nalaten de over tuiging te vestigen, dat de overheid, nóch de landsoverheid, nóch de gemeentelijke, langer mag talmen met krachtig ingrijpen. Accountant R. H. in hooger beroep dezelfde straf opgelegd Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft he den arrest gewezen in de zaak tegen den 45- jarigen accountant R. H„ gewezen hoofd van den Rijksaccountantsdienst te Rotterdam, die door de rechtbank aldaar wegens beleediging van den oud-minister van Justitie, mr. J. Don ner, is veroordeeld tot veertien dagen gevan genisstraf. Het gerechtshof heeft, met vernietiging van het vonnis van de rechtbank, den vrdachte schuldig verklaard aan eenvoudige beleediging van een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie en het vonnis, wat de straf betreft, bevestigd. Veel vee omgekomen Hedenmorgen is de kapitale boerderij van den heer A. Fikse, gelegen tusschen Barneveld en Scherpenzeel door brand geheel vernield. De inboedel ging mede verloren, terwijl een groote voorraad graan een prooi der vlammen werd. Voorts zijn 20 koeien, 1 stier en 2 paarden in de vlammen omgekomen. Een naast de boerderij gelegen schuur kon behouden blijven. Persoonlijke ongevallen kwa men niet voor. De schade, die aanzienlijk is, wordt door verzekering gedekt. Redevoering van Max van Poll over het Nationaal-Socialisme en de Katholieken Voor de Katholiek-Democratische Studieclub te !s-Gravenhage heeft Dinsdagavond de heer Max van Poll een voordracht gehouden over het Nationaal-Socialisme en de Katho lieken. Spreker begon met de aandacht er op te vestigen, dat er in de nationaal-socialistische beweging zeer velen zijn, die van de leerstel lingen der partij op principieele punten afwij ken. De beweging is dan ook niet meer dan een groot reservoir, waar de menschen zich toe aangetrokken gevoelen, ook al op grond van de mystieke kracht, welke er van uitgaat. Deze mystieke kracht heeft reeds vaak in het leven en in de geschiedenis van het Duitsche volk een belangrijke rol gespeeld. De geweldige groei van de beweging is te verklaren, wanneer men hem ziet als een uitbarsting van energie, welke in de geschiedenis van Duitschland zeer dikwijls te constateeren is na een groote in zinking. Ook hier ziet men de opleving, nadat de eerste neerdrukkende sentimenten van den wereldoorlog uitgewerkt waren. Bij de beoor deeling van het nationaal-socialisme moet men dan ook niet in de eerste plaats vragen naar een logisch doordacht program. Niet de ver standelijke gevoelens, doch de volkshartstoch ten drijven millioenen naar de beweging. Uitvoerig, aan de hand van zijn boek „Mein Kampf", schetste de heer van Poll vervolgens de levensgeschiedenis van Adolf Hitler, daarbij aantoonend, dat er in de kinder- en jon gelingsjaren van Hitier momenten geweest zijn, welke voor zijn gansche verdere leven, voor zijn geheele levens- en wereldbeschouwing van be slissende beteekenis zijn geweest. Hitier grijpt overal de elementen voor zijn program, maar daarbij weet hij uitnemend wat in de ziel van het Duitsche volk leeft. En dat hij deze snaren juist weet te roeren, is het bewijs van den ge weldigen groei van het nationaal-socialisme. Het nationaal-socialisme heeft de grootheid der natie tot doel. Daarop is het streven der be- Na langen strijd heeft de stad thans een haven, toeganke lijk voor de grootste zeeschepen AIzoo wij in overweging genomen hebbende, dat verbetering van de haven van Vlis singen in het algemeen belang noodig is...." aldus de wet van 25 Juli 1919, waarbij de uitbreiding van deze haven gelast werd. Inderdaad is een volwaardige Nederland- sche Scheldehaven van meer dan regionaal be lang, daar het gaat om de handhaving van het Nederlandsch karakter van en de Nederland- sche souvereiniteit op de Westerschelde. Al te vaak immers wordt in het buitenland propa ganda gemaakt voor de gedachte, dat deze sou vereiniteit een anachronisme is en dat ook de Scheldemond geïnternationaliseerd behoort te v/orden. Niet doelmatiger kan deze propaganda weersproken worden dan door het Nederland- sche belang bij de vaart op den zeearm te ver sterken. Dat hiertoe goede mogelijkheden be staan, en dat de haven van Vlissingen de beste" gelegenheid biedt, heeft de burgemeester der stad, de heer C. A. van Woelderen, ons vorige week uiteengezet en gedemonstreerd op een daartoe georganiseerde excursie. Aanleiding hiertoe was het verschijnen van een lijvig boekwerk van dr. Erich A. Kautz: „Der Ha fen von Vlissingen. Seine Stellung und Entwick- lingsaussichten im internationalen Verkehr." Dit standaardwerk, in nauwe samenwerking met den heer Van Woelderen geschreven, en uitgegeven door het Institut für Weltwirtschaft und Seeverkehr te Kiel, zal op groote schaal worden verspreid in binnen- en buitenland vandaar de Duitsche taal om de aandacht van belanghebbenden op de nieuwe diepe haven aan den ingang van de Schelde te vestigen. Gelegen aan de zuidpunt van het eiland Walcheren, juist waar de beide vaargeulen, die den toegang vormen tot de Westerschelde, het Oostgat en de Wielingen, zich vereenigen, en de stroom een breedte heeft van vier km., was Vlissingen reeds in de middeleeuwen op de zee en de zeevaart georiënteerd. In den aanvang beperkte deze zich in hoofdzaak tot vischvangst I en in den tachtig-jarigen oorlog tot een zeer profijtelijke kaapvaart. Later in de gouden eeuw der Republiek, toen de afsluiting van de Schelde de concurrentie van Antwerpen uitsloot, had de stad een groot aandeel in den wereldhandel, die Holland en Zeeland een machtspositie verschafte. Iedereen weet hoe de aanblik van de Oost- en West- Indië-vaarders op de reede van Vlissingen in den jongen Michiel de Ruyter dien trek naar de zee en naar groote daden opwekte, die hem tot in onze dagen doen voortleven in de er kentelijkheid der natie en in een bronzen stand beeld op het winderigste punt van diezelfde reede. De Fransche tijd, die noodlottig was voor onzen geheelen handel, was dit zeer bijzonder voor Vlissingen, dat niet alleen getroffen werd door de decreten van den „bevrienden" keizer Napoleon, maar ook door de granaten van de in 1809 op Walcheren gelande Engelsche troe pen. Van dezen laatsten slag heeft de stad zich in de geheele negentiende eeuw niet kunnen herstellen, te meer daar in denzelfden tijd de Schelde weer vrij werd voor Antwerpen, dat tot snellen bloei kwam. Nadat in 1865 het kanaal door Walcheren was aangelegd, kreeg de stad in 1874 haar twee binnenhavens, gelegen binnen de dubbele schutsluis die het kanaal met de zee verbindt. De buitenhaven, die vóór deze sluizen ligt, bleef daarnaast slechts dienst doen als ligplaats voor de schepen der maatschappij „Zeeland" en als „wachtkamer" voor de sche pen die wenschten geschut te worden. Ofschjon Vlissingen nooit meer zijn oude welvaart terug kreeg, bleef het toch een belangrijke positie be houden door de laatstgenoemde maatschappij en door het bedrijf der scheepsbouwmaatschap pij „De Schelde", dat gevestigd is aan een derde binnenhaven, gelegen aan het kanaal tegenover de twee andere. De vestiging zoowel van den Nederlandschen als van den Belgischen loodsdienst, en van een marinedetachement, droeg er ook het hare toe bij om Vlissingen te behoeden voor het lot, een doode s^td te worden. Een toeneming van het handelsverkeer, waarvoor de havens eigen lijk gebouwd waren, bleef echter uit en de werken verouderden langzamerhand zonder dat zij het resultaat afwierpen dat er van verwacht was. Zelfs werden de sluizen te klein voor de schepen die „De Schelde" op haar werven moest bouwen, zoodat ook dit bedrijf daardoor bij zijn tijd ten achter dreigde te geraken. Zoo stonden de zaken, toen in 1914 de ge meente Vlissingen het beheer over de haven van de maatschappij „de Schelde" overnam. Terstond werden plannen gemaakt om door uitbreiding en verbetering der werken de kan sen, die het moderne Scheldeverkeer bood, niet aan zich voorbij te laten gaan, De ontwikkeling van Vlissingen als aanloop haven, waarvoor de ligging het meest gunstig is, vereischte een diepe haven, direct vanuit zee te bereiken. Zoo lag het voor de hand, dat de verbetering in hoofdzaak moest bestaan in een uitbreiding van de buitenhaven. Daarnaast moesten nieuwe sluizen gebouwd worden om de ontwikkeling van de scheepsbouwmaatschap pij „De Schelde" niet te belemmeren. De oorlog heeft alle plannen vier jaar opgehouden. Doch ook daarna heeft de uitvoering der werken nog heel wat voeten in de aarde gehad, en het heeft den energieken burgemeester een jaren- langen strijd gekost om de havenuitbreiding, waartoe bij de wet die wij in den aanvang van dit artikel citeerden, was besloten, voortgang te doen vinden. Intusschen is die strijd gewon nen, en 17 April 1931 is de vergroote buiten haven door H. M. de Koningin plechtig ge opend. Onder leiding van burgemeester van Woel deren hebben wij de nieuwe werken bezichtigd. De haven ligt aan den Oostkant van de stad en heeft den vorm van een rechthoek, 1300 M. lang en 225 M. breed en ligt met haar open kant een der korte zijden naar het Zui den, waar zij op de Westerschelde uitmondt. Haar binnenvarende, vindt men ter linkerzijde allereerst de nieuwe keersluis, die toegang geeft tot het kanaal door Walcheren en de binnen havens, een diepte heeft van 7.30 M. N.A.P. en 35 M. breed is: breeder dan de sluizen wel ke het Panama-kanaal afsluiten. Voorbij de sluizen liggen verder drie pontons: aanleg plaatsen voor de maatschappij Zeeland en voor de veerbooten op Breskens en Terneuzen, die in directe verbinding staan met het station. Verder de haven in strekt zich, eveneens ter linkerzijde, een kaaimuur uit van 350 M. lengte, terwijl er ruimte over is om hem later met nog 25 M. te verlengen. De Noord- en Oostzijde van de haven zijn door een dijk omgeven. Wij brachten ook een bezoek aan het kolen station der Steenkolen Handels Vereeniging, dat hier gevestigd is op een ponton ter rechterzijde aan den ingang van de haven. De directeur, de heer Van Everdingen, toonde ons de „Parata- de geweldige bunkermachine, die daar gemeerd ligt. De haven is bij eb nog meer dan 10 M. diep, zoodat de grootste schepen het grootste schip te Antwerpen, de „Belgenland", heeft 9.30 M. diepgang hier altijd kunnen aanloopen. Het wachten is op een N. V. Intusschen, ofschoon de haven reeds 21/, jaar gereed ligt, is het havenbedrijf nog steeds niet in werking. Er is n.l. nog in het geheel geen outillage. Aan de kade staan twee prachtige, ruime opslagloodsen, die aan weerszijden met den spoorweg in verbinding staan, doch kranen, bruggen en alles wat verder tot de uitrusting van een moderne haven behoort, ontbreken. Het geld om deze zaken aan te schaffen, is er: de N.V., die de haven zal exploiteeren, beschikt thans reeds over 300.000. Aan deze N.V. ne men Rijk en Gemeente ieder voor een derde deel. De overige aandeelen zijn in handen van De belofte, dat het gezag met gepaste strengheid zou worden gehandhaafd, wordt door het nieuwe kabinet gehouden. Heel wat ergerlijke uitwassen zijn met vaste hand weggesneden en nog veel meer neigingen daartoe in de kiem gesmoord. Wij herinneren ons nog wel, hoe vlug de socialistische burgemeester van Koog-Zaandijk bakzeil haalde, toen de regeering hem berichtte geen genoegen te nemen met zijn poging, ver boden lectuur onder het marine-personeel te verspreiden. Een onderwijzer-wachtgelder besteedde te Krommenie zijn vrijen tijd om kinderen met het communisme te besmetten; hij werd ge schrapt als wachtgelder en hetzelfde trof dezer dagen een gewezen militair, die in Purmerend het revolutionnaire klavier luidruchtig be speelde. Van nog verdere strekking is het nieuwe be sluit van den ministerraad, dat de ambtenaar zich zal hebben te onthouden van elke open bare actie tegen de overheid; hierdoor toch zal het publiek het ontstichtende schouwspel bespaard blijv'en, dat menschen, die het gezag moeten helpen schragen, er zelf als leeuwen tegen op staan. Het is niet van merkwaardigheid ontbloot, hoe de verschillende organisaties dit besluit ontvin gen. Terwijl de katholieke en christelijke bon den het als iets dat vanzelf spreekt opnamen, stoven de socialistische organisaties er met op gezette veeren op af. Als er nog eenige twijfel bestaan had voor wie het schoentje was be stemd, dan was die wel spoedig opgeheven. Het N.V.V. is aan het briefschrijven gegaan en het zoogenaamd modern comité ter beharti ging van de belangen van Overheidspersoneel is aan het spoedvergaderen geslagen. Alsof er geen wetten zijn, waaraan ieder staatsburger zich heeft te houden, sprak het comité als zijn meening uit, dat de persoonlijke vrijheid van den ambtenaar was aangetast. Het fraaiste komt evenwel nog! Het comité verzette zich er tegen, dat de regeering aan het bepaalde in artikel 105 van het Algemeen Rijks ambtenarenreglement geen gevolg heeft gege ven. Dit artikel schrijft nadrukkelijk voor, dat de Centrale commissie voor georganiseerd over leg aangelegenheden van algemeen belang voor den rechtstoestand van ambtenaren moet be handelen alvorens het bevoegd gezag ter zake een beslissing neemt. Het comité heeft zich daarom tot den voorzitter van genoemde com missie gewend, met het verzoek te willen be vorderen, dat het desbetreffende besluit van den Ministerraad alsnog in het georganiseerd overleg bij het Rijk aan de orde zou worden gesteld De spoed waarmede de vergadering was be legd, werd zeker oorzaak, dat de bezonnenheid in de verdrukking geraakte. Wij zouden ten minste wel eens willen weten, wat het met den rechtstoestand van den ambtenaar heeft te maken, wanneer de Overheid het logisch ver bod uitvaardigt; logisch vooral in dezen ge spannen tijd, dat haar eigen dienaren niet tegen haar op heftige en grove manier mogen ageeren. Wanneer men in socialistische kringen zulke gezagsondermijning als een recht beschouwt, dan is men toch wèl ver van het rechte pad afgedwaald. verschillende belanghebbenden: de spoorwegen, de provincie, de K. v. K. te Middelburg, de S.H.V. en „De Schelde.". Men wacht nu nog slechts op de benoeming van een geschikten directeur, dan kan de haven worden uitgerust en het spel beginnen. Dr. Kautz wijdt een belangrijk deel van zijn boek aan de ontwikkelingsmogelijkheden, die de Vlissinger haven voor de toekomst biedt. De be- belangrijkste kansen liggen natuurlijk in de geografische ligging als voorhaven van Ant werpen. Reeds thans biedt Vlissingen voor het passagiers- en postverkeer voordeelen ten op zichte van Antwerpen, door het kortere traject en de groote veiligheid en zekerheid van de haven bij alle weersomstandigheden. De Schelde is een moeilijk vaarwater en bij mist blijven tal van schepen op de reede vóór Vlissingen liggen, om beter weer af te wachten. Soms telt men er, wanneer de mist optrekt, zoo wel zestig. Een goed geoutilleerde haven aan de reede zou wel licht menig schip er toe brengen reeds daar te landen en over te laden in binnenschepen. Voor een goede ontwikkeling van het passagiers- en postverkeer is echter een verbetering van het verkeer over land dringend noodig. Een directe spoorverbinding VlissingenAntwerpen en spe ciale goederentarieven zullen echter noodig zijn om dit voordeel geheel te kunnen uitbuiten. De Vlissingsche nieuwe haven zal voorloopig ook vooral massagoed moeten trachten te trek ken, dat in alle havens de basis vormt voor grooteren bloei en ontwikkeling. Hierbij biedt een jonge en nog kleine haven het voordeel, dat de bezoekers met veel meer égards worden behandeld. Het verkeer op de Schelde zal nog beduidend aan intensiteit toenemen, wanneer straks in 1935 het Albertkanaal geopend zal zijn en Ant werpen, maar ook Vlissingen, in directe scheeps verbinding met het Luiksche industriegebied zal staan. Ook voor een ferrydienst op Engeland zou de Vlissingsche haven mede door haar groote vei ligheid ten opzichte van mist, storm en ijsgang groota voordeelen bieden. Bijzonder gunstig ligt Vlissingen nog als bun kerstation. Wij noemden reeds het station der S.H.V., dat daar thans zes jaar gevestigd is en zich steeds uitbreidt. Vorig jaar hebben daar 360 schepen gebunkerd: op den dag dat wij er waren was men reeds bezig aan het 380ste van dit jaar. Onderhandelingen worden gevoerd om aan de Oostzijde van de nieuwe haven ook een laadstation voor stookolie te vestigen. In de prachtig gelegen woning van den burge meester, het „Wooldhuis", gelegen op het noor delijkste punt van den zeeboulevard, besloten we onze excursie. Een prachtig uitzicht heeft men van daar op den wijden Scheldemond, waarop het licht van de ondergaande zon een rooden glans wierp. En we hopen dat vele schepen, die in de toekomst de Vlissinger haven zullen aan doen, een even prettige herinnering daaraan zullen bewaren als wij thans hebben aan de stad en aan haar burgemeester, weging gericht en daaraan worden alle andere dingen ondergeschikt gemaakt. Daartegenover stelde spr. het communisme en het socialisme, dat tot eenig doel heeft het stoffelijk welzijn, en uitsluitend dat van ieder individu. Ook deze zorg voor het stoffelijk wel zijn leeft in een volk, wellicht op den duur nog sterker dan de idee van de grootheid der natie. Daarom is het te verwachten, dat deze beide beschouwingen met elkaar in conflict zullen komen. En wanneer dan alle andere grondsla gen zijn weggenomen, zal het communisme overwinnen. Als voorbeelden stelde spr. Lenin, den kouden verstandsmensch en Hitier, den gevoelsmensch tegenover elkaar. In den ko menden strijd zal ongetwijfeld het verstand over het gevoel zegevieren. Boven beide stroomingen staat echter het Godsverlangen, dat toch weer sterker zal zijn dan deze. Want hier gaat het om het eeuwig heil van de menschen, waartoe alle dingen dienen. En daarom rust op de Katholieken de taak om mede te werken de Katholieke ge loofsleer en zedeleer en ook de daaruit ge trokken consequenties op politiek, sociaal en economisch gebied sterker te maken, opdat in den strijd der machten het Godsverlangen zal zegevieren, tot eeuwig heil der menschheid. Zitting van den Marineraad De Marineraad houdt een zitting op Dins dag 14 November des voormiddags te 11 uur in het Departement van Defensie. Behandeld zal worden de aanvaring tus schen H.Ms. O XIII en het visschersvaartuig Hd 7 op 26 September 1933 in het Schulpen- gat. fVr7- B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5