De wijnbouw in het Moezeldal
<Ket vettiaal van den da§
I!
V olksvergiftiging
IDe ma" *mder I
GOEDE VOORUITZICHTEN
Het idiale Reinigingsmiddel voor
Vaatwerk, Huis- en KeukengereiI
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
DE KLEINE
HET SPOOKHUIS Annie is niet loslippig
POKOM
ZATERDAG 11 NOVEMBER
HET GEVAL
LEAVENWORTH
De Roberner 1933 belooft iets bij
zonders te worden; misschien
zal de 21 er wijn nog over
troffen worden
Ook hier laat de
zich gelden
crisis
DOOR ANNA K. CREEN
UI 53.
,De koop van verdoovingsmidde-
len wordt met alle mogelijke
middelen begunstigd"
Een der grootste bron
nen van inkomsten
Dierentuinen en vlieg
machines
alles watje weet over oie ce-\
enfin, we zuluen zm
„Juffrouw Mary is in het salon," zei hij.
Een machtig water
vliegtuig
KUNSTMES
I UP Bendien.Rjlconfatr N
aarden
Midden in het wünbouwgebied ligt het
plaatsje Kobern, aan de route Koblenz
Trier. Het toeristenverkeer is des
zomers niet groot; de trek der vacantiegasten
gaat naar de midden-Moezel. Maar in de laat
ste week van October is Kobern niettemin vol
gasten: de wijn wordt door de agenten uit de
streek geproefd dat is te zeggen het zooeven
uitgeperste druivensap, dat nog wijn worden
moet de most. Terwijl op de hellingen der
bergen de inwoners van Kobern nog bezig zijn
om de druiven te plukken, worden beneden al
zaken gedaan.
De zomer was prachtig, nadat de lente slecht
geweest is. Zoo zijn er dit jaar weinig druiven,
maar die weinige hangen groot en goudgeel on
der de wingerdbladeren. Het geheele dorp heeft
de handen vol in de eigen of in vreemde wijn
gaarden; eerst moet men. op de soms steile hel
lingen klauterend, de trossen plukken en de
teilen vol vruchten naar beneden dragen, dan
wordt soms al op den wachtenden wagen,
waar een druivenpers en een vat staan de
oogst geperst, en dan begint het kelderen,
waarbij de most steeds in nieuwe vaten gestort
wordt, tot het geheele zaksel eruit is.
Met zulk een drukte zijn er in Kobern geen
werkloozen meer- Trouwens, ook in de overige
maanden van het jaar niet. In den wingerd is
altijd werk, zelfs 's winters, wanneer de grond
verzorgd moet worden en met steenen bedekt,
die in het zonneseizoen de warmte zullen moe
ten opzamelen en weerkaatsen en zoodoende
de temperatuur voor de planten gunstiger ma
ken. De eigenaars van een kleinen wingerd geven
zich niet de moeite van zelf wijn te maken: zij
verkoopen de druiven per pond. (De prijs is
dit Jaar 22 pfennig, betrekkelijk hoog, hetgeen
een gevolg van den kwantitatief slechten oogst
is). Maar wie zooveel druiven heeft staan, dat
hij een paar vaten wijn kan maken, doet het
doorgaans. Met trots schenken de herbergiers
hun eigen wijn de Koberner is een uitsteken
de Moezel maar ook de wingerdeigenaars, die
geen herberg hebben, mogen twee maanden van
het jaar hun eigen product laten proeven. Om
dit kenbaar te maken hangen zij een bos groen
voor hun huisdeur, een „Strauss", en de huis
kamers waar men aldus kan binnengaan om er
wijn te drinken, heeten „Strausswirtschaften".
De wijngaardeniers in Kobern en in de om
geving hebben behalve hun wijnbergen ook nog
velden, waar zij groenten en koren verbouwen,
want van den wijn alleen kunnen zij niet leven.
Die velden liggen gedeeltelijk aan de minder
gunstige berghellingen, gedeeltelijk boven op
den berg, en het is een mooi gezicht, wanneer
men op deze rijke culturen kijkt. Omdat in deze
streek nog andere producten dan enkel druiven
verbouwd worden, zijn de bewoners niet zoo
arm als bijvoorbeeld hun buren van het mid-
den-Moezel-gebied, in de streek van Berns
Castel. Want hier is de wijnbouw het eenige
middel van bestaan; de bergen zijn namelijk voor
wijn uitstekend geschikt en voor den overigen
landbouw in het geheel niet. Een wijngaarde
nier in dit gebied maakt, wanneer het jaar goed
is geweest, ongeveer 3600 Liter wijn. Rekent
men nu een doorsneeprijs van 60 Pfennig per
Liter, dan zijn de inkomsten daarvan ruim
tweeduizend Mark. Daarvan moet hij zijn dure
chemicaliën betalen, vitriool, kunstmest
de vaten, die jaarlijks hersteld moeten worden,
en de arbeidsloonen- Gewoonlijk zitten de wijn
bouwers dan ook voor den oogst al danig in de
schuld, en. is de verdienste nauwelijks vol
doende, om die te betalen. In de laatste jaren
Hoe opgewonden ik was, blijkt wel hieruit, dat
ik weer een fout maakte. Ik deed namelijk de
buitendeur op slot; bovendien vergat ik den
sleutel van de studeerkamer, die nog steeds in
mijn zak zat, weg te gooien. Het Hjkbleeke, van
angst vertrokken gelaat van Hannah vervolgde
mij. Ik was bang, dat zij iets doms zou doen; dat
Zij vanzelf terug zou komen of dat zij zou wor
den teruggebracht. Ik vreesde, dat ik haar den
volgenden dag onderaan de trap zou zien staan,
met verwilderde oogen en vertrokken gelaat. Hei,
was een nachtmerrie!
Ik voelde dat ik gevaar liep, zoolang die brie
ven en de sleutel in mijn bezit waren. Maar hoe
moest ik ze kwijt raken? Ik durfde myn kamer
niet uitgaan of mijn raam openmaken. Iemand
moest het eens zien en het zich later herinne
ren! Toch begreep ik, dat er iets moest gebeu
ren. Ik bedwong mijn ziekelijken angst, haalde
de brieven uit mijn zak, koos den gevaarlijksten
van de twee uit dat was die, die door mijnheer
Leavenworth was geschreven kauwde hem
tot pap en verborg dat in een hoek van het ver
trek. Maar de andere was met bloed bespat en
niets, zelfs niet het besef dat mijn veiligheid er
van afhing, kon mij er toe bewegen om er op te
kauwen. Tot den ochtend hield ik hem in mijn
gebalde vuist.
De dageraad bracht weer hoop. Ik stond kalm
en rustig op. Ik had bedacht wat ik met den
brief en den sleutel moest doen. Ze verbergen?
Neen, zeker niet. Ik wilde ze integendeel goed
in het zicht leggen, zoodat men ze dadelijk zou
ontdekken. Ik sneed den brief in reepen en wierp
die in een vaas, die op de logeerkamer stond.
Ik was van plan, den sleutel weer in het sleu
telgat te steken, maar Juffrouw Eleonore kwam
vlak achter mij naar beneden en maakte het on
mogelijk. Ik wist hem niettemin ergens in de
gang kwijt te raken. Zeer opgelucht ging ik heel
gewoon de eetkamer binnen. Mary was er al; zij
zag er bleek en ellendig uit. Ik had bijna lust
om te lachen, toen ik dacht aan haar bevrijding
is het steeds slechter gegaan, en moest de
Staat bijspringen. Het is enkele jaren geleden,
dat de wijngaardeniers te Bern-Castel, die ge
plaagd werden door veel te zware belastingen,
toen zij zagen dat zij geen bestaan meer had
den, zelfs al werkten ze het heele jaar door,
vol woede en wanhoop naar de belastingkan
toren gestormd zijn en hier een waren aanval
deden, waarbij veel splinters van tafels en ruiten
vlogen. Dat heeft blijkbaar indruk gemaakt, en
de Staat is toen begonnen met kwijtschelding
van verschillende belastingen zoowel als met
directe subsidies. Doch de crisis schreed inmid'
dels voort, en ook de zorgen van de Regeering
vermochten niet, de wijnbouwers in beteren
doen te brengen. Er moesten andere verdien-
mogelijkheden gevonden worden. Op een vrij
grootscheepsche manier heeft de Regeering
toen getracht, om de wijnbouwers tot ooftbouw
te bewegen- In Duitschland is deze min of
meer verwilderd, en de boeren planten en
snoeien maar op eigen gelegenheid. De ooft
bouw, die sterk gepropageerd werd, liet men
door vakmenschen ook uit Holland hebben
verschillende krachten meegewerkt zoo ra
tioneel mogelijk uitvoeren, en in de landbouw
scholen werd nauwkeurig onderzocht, welke
vruchtsoorten in dat klimaat en in de gegeven
aarde het beste geteeld werden. De wijnbouwers
kregen dit onderricht gratis, en op die manier
gebeurde het, dat in de midden-Moe zei-streek
en bijzonder ook in het grootste wynbouwge-
bied in den Rheingau nieuwe en moderne boom
gaarden ontstonden. Tegelijkertijd echter heeft
men in heel Duitschland groote propaganda ge
maakt voor de inheemsche wijnsoorten. Het
ging wel eenigszins ten koste van het bier, maar
het is een feit, dat voor den oorlog de wijn een
volksdrank was, en eerst later door het bier
werd verdrongen. Toen kostte een liter wijn
zestig tot tachtig pfennig! In de laatste drie
jaren is echter de dure Duitsche moezel- en
rynweer weer tot op een peil van zeventig tot
tachtig pfennig per liter gedaald, en ook op
het oogenblik kan men nog voor een Mark uit
stekenden wijn krijgen. Het gevolg van de
propaganda was, dat de wijnconsumptie sterk
toenam en de prijzen weer iets hooger kwamen;
allerwegen werden nieuwe wijnlokalen geopend.
Voor de wijnbouwers was het goede resultaat,
dat zij tenminste hun oude jaargangen wijn,
die onverkocht in de kelders lagen, kwijt kon
den worden. Doch, zooals gezegd, de toestand
der wijnbouwers is nog steeds critiek, en in
hoeverre al deze maatregelen voor de toekomst
van invloed zullen zijn, moet men afwachten.
Inmiddels zeggen de Kobernsche wijnbouwers,
dat de 1933er wijn iets bijzonders zal worden,
zoo een zomer is er in geen jaren geweest; mis
schien zal de 21er wijn nog overtroffen worden,
en dat ware een heele prestatie!
Vervaardigd in de Persi l-Fabrickcn
l„ OsicKnuiiii f- Co i Handel Mij. N.V.,A'dam. Fabrieken te Julphaasbij Utrecht.
Men zal zich herinneren, dat dezer dagen in
het Raadgevend Opiumcomité van den Vol
kenbond o. a. van Amerikaansche zijde scherpe
protesten zijn geuit tegen de bedenkelijke uit
breiding van de opiumproductie in Mandsjoe-
rije, welken in flagranten strijd komt met de
Haagsche Opiumconventie van 1912.
Van een bijzonderen correspondent ontvan
gen wij omtrent dit euvel nog eenige nadere
gegevens, die wij hier laten volgen:
De regeering van Peng Tien, een der pro
vincies van Mandsjoekwo, heeft thans te Moek-
den een centraal opiumdepot gevestigd. Dit
depot zal meer dan 40 verkoopbureaux van het
verdoovende kruid voorzien.
De verkoop van verdoovingsmiddelen wordt
met alle mogelijke midde'en begunstigd. Voor
een machtiging voor détailverkoop behoeft
slechts een garantie van 500 yen betaald te
worden, afgezien dan van de in Mandsjoekwo
nog gebruikelijke vergoeding aan ambtenaren,
die wel niet verplicht is, doch zonder welke
men toch practisch niets kan beginnen. Be
halve de evenbedoelde machtiging heeft men
dan nog een algemeene vergunning noodig, die
5000 yen kost. Zoo'n verkoopbureau zet gemid-
de'd 200 Fen (1 Fen is c.a. 3.5 Gr.) per dag om
en voor een Fen opium wordt c.a. 0.40 yen
gemaakt.
Alleen reeds in Moekden bedraagt het aantal
officieel bekend staande opiumschuivers
20.000. De opiumrookers, die in de vele clan
destine gelegenheden schuiven, zijn in dit cijfer
niet begrepen.
Naast een hoeveelheid opium, die uit Perzië
wordt ingevoerd, wordt alle opiumpapaver in
Mandsjoekwo zelf geproduceerd. Het product
wordt in Dairen voor het verbruik verwerkt, om
daarna weer naar Mandsjoerije gezonden te
worden.
Niet alleen in Feng Tien, doch ook in de
andere Mandsjoerijsche provincies a's Kirin en
Heilungkian, zijn soortgelijke opiumorganisaties
als boven omschreven.
De opiumverkoop vormt een van de voor
naamste bronnen van inkomsten van de re
geering van Mandsjoekwo. Dit is echter niet
de eenige reden, waarom het opiumverbruik
bevorderd wordt. Het nieuwe régime tracht zich
namelijk ook met den opiumverkoop in be
paalde kringen populair te maken. Iedere wel
denkende in Mandsjoerije ergert zich echter
aan deze van regeeringswege bevorderde volks
vergiftiging.
Kort geleden is in een dierentuin in Enge
land een waarschuwingsteeken aangebracht
voor vliegmachines, om te vermijden, dat de
dieren zouden schrikken door te laag vliegende
toestellen. Op het grasperk van een onmiddel
lijk aan den dierentuin grenzend terrein is de
reuzen-figuur van een leeuw ingegraven en met
een dikke krijtlaag bestreken, ozedat het van
boven af lijkt, alsof er een geweldige leeuw op
het gras ligt.
k zou graag uw naam willen weten voor
het vreemdelingenboek, zei de hotelportier,
tot den heer, die juist een kamer bespro
ken had.
„Ja. dat is nou juist het lastige van het ge
val, antwoordde de aangesprokene, „ik weet
namelijk niet wie ik ben."
De portier glimlachte en legde het boek
neer: „Hier bovenaan op de eerste bladzijde
kunt u het zettyen. Uw naam en de plaats waar
u vandaan komt."
Maar de gast lachte niet. „Heusch," zei hij,
„ik weet er niets van."
Toen riep de portier den chef en de chef
riep den eigenaar, maar noch de een noch de
ander kon iets te weten komen en daarom riep
men de hulp in van een jongen dokter, die in
de nabijheid woonde.
„U weet uw naam dus niet?" vroeg de dok
ter.
„Nee, dokter, absoluut niet."
„En ook uw oorspronkelijke woonplaats
niet?"
„Ook dat niet, dokter."
„Hoe bent u hierheen gekomen?"
„Ik wou dat ik het wist, dokter."
„Hebt u geen brieven bij u, die de zaak dui
delijker kunnen maken?"
„Helaas niet, dokter. Ik heb niets bij me
dat me eenige herinnering geeft."
„Tja," zei de dokter, dat is een merkwaar
dig voorbeeld van plotseling en algeheel ge
heugenverlies. Blijft u voorloopig nog hier?"
„Ja, dokter, ik moet toch ergens zijn."
„Goed, dan zal ik uw geval met genoegen
behandelen. Ik ben specialist en ik denk wel
u te kunnen genezen. Komt u vanmiddag
eens bij me."
In de volgende men trachtten de portier, de
chef, de eigenaar, het kamermeisje, een kell-
ner en twee gasten, ieder volgens een eigen
methode het geheugen van den vreemdeling
op te frisschen.
Het gelukte niet.
Des middags begaf hij zich naar den dokter.
Deze stelde hem 379 vragen en hij noteerde
zorgvuldig de antwoorden. Geen van deze ant
woorden bracht hem een stap verder
,,'t Is een moeilijk geval," zei de dokter,
„maar we behoeven niet te wanhopen. Komt
u morgenmiddag op denzelfden tijd terug."
Den volgenden dag stelde de dokter 413 vra
gen, waaronder de meest waanzinnige. Het
resultaat bleef uit. Maar de geneesheer was
jong en volhardend en hij zette ook de vol
gende dagen zijn onderzoekingen voort. Hij
hield het drie weken vol en nam alleen Za
terdagmiddags en Zondags vrij. Toen de man
zonder geheugen zevenduizend achthonderd en
zestien vragen had beantwoord was men nog
altijd even ver.
„Het spijt mij vreeselijk," zei de dokter,
„maar ik sta hier voor een raadsel en ik kan
u niet helpen, .probeert u het eens met het
eten van zoute Omring op uw nuchtere maag.
Ik krijg f 75 van u."
Aan het eind van de week stelde de man
zich onder de hoede van een anderen specia
list. Die keek hem heel lang aan en vroeg toen
plotseling: „Houdt u van muziek?"
„Ik kan geen muziek hooren, dokter," was
het antwoord, „ik vind het de meest weerzin
wekkende uitvinding. Muziek maakt me dol."
„Dan bent u musicus," zei de dokter met
beslistheid en hij spoedde zich naar zijn pa
théfoon en zette een plaat op. Door de kamer
klonk de klagende melodie van „Mijn dierbaar
ouderhuis."
CA ZITTEN ANNIE EN VERTEL ME
VONDEN TW!NT/O-DOLLARBILJET
TEN. HET GEHEIMZINNIG GEVAL
KAN DAARDOOR OPGEHELDERD I
WORDEN. MAAR JE MOET OOK
ALLES VERTELLEN,N/EWERZVVO-,
CE"N
EEN OUDE BOOM !M
DIE KLOOF B'J HET
SPOOKHUIS WAAIDE
OM VER EN TOEN
WERD EEN SOORT
HOL Z/CHT&AAR.
EN AL OATQELO
WAS ER IN.
JA, IK W£El\
AL WAAR
D/T ONCEVEER
is: WE KUN
NEN DE PLEK
WEL VINDEN
MAAR SPREEK ER MET GEEN
WERVELING OVER. ANN>6AALLES
HANGT AF VAN 'ONISTHJZVHJOEN.
ALS DIE ROOVERS N/ET3 VAN je
ONTDEKKING HOOREN DAN IS ER
VEEL KANS DAT WE HhN KUNNEN
BETRAPPENALS ZE TERUG KOEREN
OM we ER OP ROOF U/T TE DAAN
DUS O ENK ER AANt MONDJE DICHTi
MISSCHIEN HAD IK HEM HOETEN
TEOOEN, PATIK AL DAT6ELD WEGNAM
EN ER6ÈNS ANDERS VERBORGEN HEB,
MAAR HU VROEG ER NIET NAAR IK
ANTWOORDDE HEM OP AL 2 N VRAGEN.
WAAROM ZOU IK HEM MEER VERTEL
LEM DAN STRIKT NOOP/O IS
en aan den dag, waarop ik zou bekennen, dat ik
haar bevrijder was.
Maar weldra werd er alarm gemaakt. Ik ge
droeg mij net zoo als ik gedaan zou hebben,
wanneer ik de schuldige niet was geweest. Trou
wens, niemand verdacht mij en er was in het
heele huis geen enkel bewijs tegen mij. Ik deed
dus alles wat mijn plicht was; ik waarschuwde
de politie en ik ging naar mijnheer Veeley.
Bij het onderzoek antwoordde ik zoo open
hartig mogelijk; Immers, de grootste fout van
lieden in mijn positie is, dat zü te veel liegen; zij
raken verward in allerlei bijkomstigheden. Maar
helaas! Ik had alleen aan mijn eigen veiligheid
gedacht en ik had niet voorzien, dat Mary nu in
de gevaarlijke positie kwam, van de eenige te
zijn, die uit de misdaad profijt trok. Ik begreep
dit, toen een van de juryleden, uit de hoeveel
heid sherry die er nog in het glas was, de ge
volgtrekking maakte, dat mijnheer Leavenworth
korten tijd na mijn vertrek moest zijn vermoord.
En welk een bewijs tegen haar leverde ik, toen
Ik bekende, dat ik het geruisch van een japon
in de gang had gehoordDat de jury dacht, dat
het juffrouw Eleonore was geweest, stelde mü
niet gerust, want zij had heelemaal niets met
den moord te maken, zoodat ik er zeker van was,
dat men haar niet lang zou verdenken. Maar
Mary! Zoodra maar iets de aandacht op haar
vestigde, zat zij in de knel! Toen begon ik te
liegen om mijn fout goed te maken. Ik moest
toegeven, dat er tusschen mijnheer Leavenworth
en één van zijn nichten ongenoegen bestond.
Dezen last wierp ik op Eleonore, daar zij hem
wel kon dragen. Om dezelfde reden ontkende lk,
dat mijnheer Leavenworth een brief had gekre
gen, die eenig licht op de misdaad zou kunnen
werpen,
De gevolgen van deze leugens waren ernstiger
dan ik had voorzien. Ieder nieuw getuigenis
bracht nieuwe feiten aan het licht die schenen
te wijzen in de richting die ik had aangeduid.
Zoo ontdekte men. dat een bewoner van het
huis de misdaad had moeten plegen met mijn
heer Leavenworth's revolver. Dat bracht mij er
toe, te vertellen, dat ik eenige dagen vroeger
juffrouw Eleonore het wapen had leeren han-
teeren.
Ik was bang voor hetgeen de meisjes in hun
onschuld zouden zeggen, wanneer zij werden on
dervraagd. Maar er was tusschen hen iets voor
gevallen, dat hen op verschillende wijze beïn
vloedde. Niet zonder reden verdacht Eleonore
haar nicht van de misdaad; dat had zij haar
ook gezegd. Uit angst voor de bewijzen, die tegen
haar aangevoerd konden worden besloot Mary
alles wat men tegen haar zou kunnen aanvoe
ren te ontkennen. Zij rekende er op dat Eleo
nore haar niet in het verderf zou willen storten.
Dit kwam ook uit want hoewel door Mary's hou
ding de feiten voor Eleonore zeer bezwarend
leken, weerlegde zij niet alleen Mary's woorden
niet maar zij weigerde zelfs te spreken, toen het
antwoord bezwarend zou zijn geweest voor haar
nicht.
De brief en de sleutel bleven gevaarlijk. Eerst
was ik van plan geweqst, ze te vernietigen, maar
toen de detective met den zakdoek aankwam,
werd ik zoo bang, dat ik onder een cf ander
voorwendsel opstond en naar de tweede verdie
ping ging. Ik nam den sleutel uit zijn schuil
plaats en de papiersnippers uit de vaas, waar
ik ze ln had gedaan en ging naar Mary's ka
mer, waar ik een vuur dacht te vinden. Tot
mijn groote teleurstelling lag er in den haard
alleen nog wat smeulende asch. Ik stond voor
den haard, niet wetend wat te doen, toen ik
iemand hoorde aankomen. Ik wilde niet dat
iemand mij in deze kamer zag, wierp daarom de
snippers in den haard en ging naar de deur.
Ik was echter zoo zenuwachtig, dat de sleutel
uit mijn handen viel en onder een stoel rolde.
Verschrikt stond ik stil, maar de voetstappen
naderden meer en meer; ik verloor mijn kalmte
en vluchtte. Ik was nauwelijks op mijn kamer,
toen ik Eleonore met twee dienstboden boven
zag komen en de kamer van Mary zag binnen
gaan. Dat stelde mij gerust: zij zou den sleutel
zien en hem wel weten te verbergen. Alleen Han
nah bleef een voortdurende bedreiging voor mijn
veiligheid.
Ondertusschen had ik de zekerheid gekregen,
dat ik er ten opzichte van Mary niet op vooruit
was gegaan. Zij toonde een grooten afschuw
voor de daad die haar het vermogen van haar
oom in den schoot had geworpen en onder in
vloed van mijnheer Raymond legde zij verschei
dene van haar eigenaardigheden af, waarop
ik mijn hoop om de belooning voor mijn daad
te krijgen had gebouwd. Deze ontdekking maakte
mij gek. Hoe vaak heb ik onder den arbeid de
pen niet neergelegd, met het gevoel, dat ik mü
niet langer kon bedwingen! Maar telkens her
nam ik myn taak weer. Mynheer Raymond
toonde er zich vaak over verbaasd, dat ik rustig
in den stoel van mijn overleden meester zat,
maar dat was myn eenige redding. Alleen door
steeds aan den moord te denken, kon lk de ge
dachte verdragen, dat ik er niet het gewenschte
gevolg mee bereikt had.
Op een avond ging ik met mynheer Raymond
de trap af en zag toen in het salon een onbe
kende, die Mary aankeek op een manier die my
zou hebben doen barsten van jaloezie, zelfs als
ik hem niet deze woorden had hooren zeggen:
„Wat je ook zegt of doet, je bent myn vrouw,
dat weet Je!"
Dat was een openbaring! Dus al myn moeite
was voor niets geweest. Een ander had haar al
veroverd! Ik voelde den waanzin in my groeien.
Ik vroeg mynheer Raymond, wie dat was; en
toen ik hoorde dat het Clavering was, verloor ik
alle voorzichtigheid uit het oog en in een oogen
blik van verwarring, duidde ik hem aan als
den moordenaar van mynheer Leavenworth Ik
had wel dadeiyk die onvoorzichtige woorden
willen terugnemen. Door dien man te beschuldi
gen had ik alleen maar bereikt, dat de aandacht
op mijzelf gevestigd werd. Maar het was te laat.
Na den heelen nacht te hebben nagedacht, kon
ik een tamehjk aannemelyke verklaring geven
van myn uitlating van den vorigen dag: ik gaf
er een geheimzinnig tintje aan en verzon een
verhaal van een merkwaardigen droom.
Ik zou niet op dien weg zyn voortgegaan, als
ik niet bemerkt had, dat mijnheer Raymond om
de een of andere reden Clavering verdacht. En
toen ik ook nog twee bedienden afluisterde, die
beweerden dat zij op den avond van den moord
Clavering hadden zien binnenkomen, maar hem
niet hadden zien weggaan, besloot ik door te
zetten. Wat kon ik al niet bereiken met zoo'n
uitgangspunt!
Alleen over Hannah zat ik in verlegenheid. Als
zy eenmaal van de aarde verdwenen was. kon
lk naar hartelust myn haat op Clavering bot
vieren. Maar hoe moest ik haar dooden? Ik vond
er niets anders op, dan haar zelfmoord te laten
plegen. Nauwelyks was dit plan by my opgeko
men of ik haastte mij om het te volbrengen. Ik
sloot my op in myn kamer er. schreef aan Han
nah in drukletters, want zy had my verteld dat
zy geen loopend schrift kon lezen. Ik maakte
gebruik van haar domheid, haar genegenheid
en haar Iersche bijgeloovigheid en vertelde haar,
dat ik eiken nacht van haar droomde; ik vroeg
haar of zy ook van my droomde. Ik voegde er
bij, dat ik, voor het geval dit niet zoo was, er
een toovermiddel bij deed dat, wanneer zij het
volgens mijn aanwyzingen gebruikte (die hierin
bestonden, dat zy eerst myn brief moest ver
branden, dan de ingesloten enveloppe in haar
hand moest houden, het poeder doorslikken en
dan naar bed gaan) haar de prachtigste droo-
men zou verschaffen. Het bijgevoegde poeder
was een doodehjk vergif en de enveloppe bevatte,
zooals u weet, de aanklacht tegen Clavering. Ik
sloot dit alles in een tweede enveloppe, zette een
kruis in den hoek en zond den brief naar me
vrouw Belden.
Verder heb lk niets te zeggen. Laat de muren
van deze gevangenis de rest vertellen. Ik ben
trouwens niet meer in staat om nog veel te
schrijven....
ZESDE HOOFDSTUK
Besluit
„Eleonore!" riep ik uit. „Ben je voorbereid op
groot nieuws? Op nieuws, dat je weer vrooiyk
zal doen kyken, dat weer kleur op je wangen zal
brengen en dat je de toekomst weer "ol hoop
tegemoet zal doen gaan? Wat is er?" voegde ik
er aan toe en boog my over haar heen, want zy
zag er uit of zy flauw zou vallen
„Ik weet het niet," zei zy zwakjes. „Ik vrees
dat ik het nieuws dat je goed noemt, niet zal
kunnen waardeeren."
Maar toen ik met alle tact waarover lk be
schikte, had aangetoond, dat niet Mary, maar
Harwell haar oom had vermoord, verzocht zy
mij om haar naar Mary te brengen
„Breng my alsjeblieft naar haar toe! Ik zal
geen rust meer hebben eer zy mij myn onrecht
vaardige beschuldiging heeft vergeven!"
Ik liet een rytuig voor komen en begeleidde
haar naar het huis op de Fifth Avenue.
„Mary zal my niet willen zien en zy heeft
groot geiyk," zei zy onderweg.
„Zoo 'n smaad vergeeft men niet. En toch
weet God. dat ik geiyk meende te hebben. O,
als jo eens wist
„Ik weet alles. Er waren zoo 'n overstelpende
massa bewyzen tegen haar, dat Mary er zelf
aan twijfelde of zij haar onschuld zou kunnen
bewyzen."
„Mary!" viel Eleonore mij in de rede. „Heeft
Mary dat gezegd?"
„Ja, vandaag nog."
„Wat moet zy dan veranderd zyn!"
Ik antwoordde niet. Ik wilde dat zy zelf de
groote verandering zou aanschouwen, die over
haar nicht was gekomen.
Toen het rytuig een paar minuten later voor
het huis, waaraan zooveel geheimen waren ver
bonden geweest, stilstond, leek Eleonore heel
kalm. Thomas deed open. Hy was blij dat hy
zyn meesteres weer zag.
iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiitiiiitiiifiiiif
,,'t Zegt me niks," merkte de vreemdeling
op.
„Volhouden," vond de dokter, en hij draaide
„Er is geen huisgezin op aard," „Grootvaders
klok," „Moeder's jongen," „Mammie waar ben
je" en het Friesche volkslied.
„Ziet u niet in gedachten een vrouw voor
u?" vroeg de dokter.
„Ik zie niemand, dokter," antwoordde de
man droevig, „ik hoor alleen akelige klanken."
„Geduld en nog eens geduld," adviseerde de
specialist, „dan komen wy er wel. Ga naar
huis, huur een gramofcon, luister zoolang naar
de muziek tot u iets meer weet en kom dan
terug."
Na veertien dagen kwam de man terug. Hy
had zestienhonderd acht en veertig verschil
lende liederen, orkeststukken, pistonsoli en
orgelopnamen laten afdraaien en zeven en
twintig maal was
er daarby een
door de omwo-
nenden. Maar met geheugen
zyn geheugen was l
het nog niets he- 1,1,1
ter gesteld.
„Dan heeft myn methode gefaald," zei de
dokter, „het spijt me heel erg. Probeert u het
eens met een klarinet. Ik kryg vyftlg gulden
van u."
Den volgenden dag adviseerde iemand hem
eens te gaan praten met den beroemden hel
derziende Dorussen, die enkele séances zou
houden.
De man zonder geheugen ging er heen. „Ik
ben kerngezond," zei hy, „en ik voel me ab
soluut niet ongelukkig, maar iedereen wil we
ten wie ik ben en hoe ik heet en dat kan ik
werkelijk niet zeggen, want ik weet het zelf
niet. Weet u het misschien?"
„Ja," zei de helderziende, „hoogstwaarschijn
lijk weet ik het wel. Gaat u maar eens zitten.
En terwyl de man in een fauteuil wachtte,
liep de telepaath onrustig van het eene einde
van de kamer naar het andere. Na tien minu
ten slaakte hy een diepen zucht. Hy kwam op
zijn bezoeker af en riep met doffe stem: „Uw
naam is DirksOtto Dirks. Verstaat u me
goed? Uw naam is Otto Dirks!"
„DirksDirksU hebt gelijk, dat is
mijn naam," schreeuwde eensklaps de man.
„Luister. U woont in Boschhoven. U bent
filiaalhouder van een stokvischhandel. U hebt
ruzie met uw familie en thuis hebt u niks te
vertellen. Uw bovenburen hebben radio, die ze
den heelen dag laten spelen en het jongste
kind van uw rechterbuurman krijgt tandjes.
U hebt een stofzuiger, de werken van Vondel,
een winterjas en drie costumes op afbetaling
gekocht, maar u bent pas aan den tweeden
termyn. U hebt een dwangbevel van de be
lasting ontvangen en
„Houd op, houd op," kermde de man, „ik
herinner me alles weer."
„Klopt het?" vroeg de helderziende.
„Ja, het klopt," zei de wanhopige, „het klopt
precies.
„Hoeveel krygt u?"
„Tweehonderd gulden," glimlachte de hel
derziende.
„Hier hebt u ze," zei de man die zyn geheu
gen terugvond, „hier hebt u ze, maar vertelt
bet aan niemand verder."
„Ik beloof het u," verzekerde de telepaath,
terwyl hij de levensbeschrijving en het signa
lement van den verdwenen man, die hy ge
vonden had in een zuidelyk blad, wegborg.
Te Anacostia in de nabijheid van Washing
ton wordt op het oogenblik een watervliegtuig
gebouwd, dat bestemd is voor militaire doel
einden en een bijzonder groote capaciteit zal
hebben. Ook by het stormachtigste weer zal het
op zee kunnen dalen. De uursnelheid zal 240
K.M. bedragen. Het toestel is uitgerust met
verscheidene machinegeweren en kan twee ton
bommen met zich meevoeren.
de oplosbare
voor KAMERPLANTEN
verkrijgbaar In llesschen van 40 ct.,
i 1.75 en f 3.bij de bloem- en
zaadwinkels, met gratis aanwijzing
der verzorging van verschlll. planten
,Ik ga er dadelyk heen, ik kan niet langer
wachten," fluisterde zy my toe. Zy liet mijn arm
los, liep vlug de hall door en deed de deur van
het salon open.
„Mary!"
„Eleonore
De klank van die twee stemmen verried alles.
Een half uur later ging de deur van het vertrek
waar ik my had teruggetrokken, open, en Mary
kwam nederig en aarzelend naar my toe. zy had
voor altyd haar hooghartige houding afgelegd
„Mynheer Raymond," sprak zij, „ik kom uw
hulp inroepen onji Eleonore te overtuigen, dat zy
het vermogen moet aannemen dat haar toekomt,
omdat het testament
„Wacht eens even," viel ik haar in de rede.
„Hebt u alles goed overwogen? Bent u vast be
sloten om van uw erfenis ten gunste van uw
nicht afstand te doen?"
„Hoe kunt u my dat nog vragen?" zei zy op
verwijtenden toon.
Toen wij in het salon kwamen, zat Clavering
naast Eleonore. Hij stond dadelyk op en kwam
my tegemoet.
„Mynheer Raymond," begon hy, „wilt U mijn
verontschuldigingen aannemen? In een oogen
blik van verbijstering heb ik een bezoek bij u ge
bracht, dat ik ten zeerste betreur. Ik zou heel
bly zijn als u het wilde vergeten."
„Mijnheer Clavering, geen woord meer daar
over. Het feit waaraan u my herinnert, behoort
tot het verleden, dat ik zoo gauw mogeiyk wil
vergeten."
Eleonore bleef onwrikbaar in haar besluit, wat
betreft het vermogen, dat haar door een mis
daad zou toekomen Tenslotte wera er besloten,
dat men het zou gebruiken om een liefdadig
heidsinstelling te stichten. Toen dit geregeld
was, dachten wij aan onze vrienden en vooral
aan mynheer Veeley.
„Hy moet alles weten," zei Mary. „Hij heeft
ons altijd een vaderiyke genegenheid betoond."
In de boetvaardige stemming waarin zy was,
wilde zy de moeilijke taak op zich nemen, om
hem zelf alles te vertellen.
Maar Eleonore wilde er niets van weten.
„Neen, Mary," zei zy. „je hebt genoeg gele
den. Mynheer Raymond en ik zullen het gaan
vertellen.
Wij lieten hen biy en gelukkig achter en gin
gen heen.
Sedert dien dag heb ik geleefd in een droom
van geluk, waaruit ik nog niet ontwaakt ben.
EINDE.