De wijnbouw in het Moezeldal <Ket vettiaal van den da§ I! V olksvergiftiging IDe ma" *mder I GOEDE VOORUITZICHTEN Het idiale Reinigingsmiddel voor Vaatwerk, Huis- en KeukengereiI HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. DE KLEINE HET SPOOKHUIS Annie is niet loslippig POKOM ZATERDAG 11 NOVEMBER HET GEVAL LEAVENWORTH De Roberner 1933 belooft iets bij zonders te worden; misschien zal de 21 er wijn nog over troffen worden Ook hier laat de zich gelden crisis DOOR ANNA K. CREEN UI 53. ,De koop van verdoovingsmidde- len wordt met alle mogelijke middelen begunstigd" Een der grootste bron nen van inkomsten Dierentuinen en vlieg machines alles watje weet over oie ce-\ enfin, we zuluen zm „Juffrouw Mary is in het salon," zei hij. Een machtig water vliegtuig KUNSTMES I UP Bendien.Rjlconfatr N aarden Midden in het wünbouwgebied ligt het plaatsje Kobern, aan de route Koblenz Trier. Het toeristenverkeer is des zomers niet groot; de trek der vacantiegasten gaat naar de midden-Moezel. Maar in de laat ste week van October is Kobern niettemin vol gasten: de wijn wordt door de agenten uit de streek geproefd dat is te zeggen het zooeven uitgeperste druivensap, dat nog wijn worden moet de most. Terwijl op de hellingen der bergen de inwoners van Kobern nog bezig zijn om de druiven te plukken, worden beneden al zaken gedaan. De zomer was prachtig, nadat de lente slecht geweest is. Zoo zijn er dit jaar weinig druiven, maar die weinige hangen groot en goudgeel on der de wingerdbladeren. Het geheele dorp heeft de handen vol in de eigen of in vreemde wijn gaarden; eerst moet men. op de soms steile hel lingen klauterend, de trossen plukken en de teilen vol vruchten naar beneden dragen, dan wordt soms al op den wachtenden wagen, waar een druivenpers en een vat staan de oogst geperst, en dan begint het kelderen, waarbij de most steeds in nieuwe vaten gestort wordt, tot het geheele zaksel eruit is. Met zulk een drukte zijn er in Kobern geen werkloozen meer- Trouwens, ook in de overige maanden van het jaar niet. In den wingerd is altijd werk, zelfs 's winters, wanneer de grond verzorgd moet worden en met steenen bedekt, die in het zonneseizoen de warmte zullen moe ten opzamelen en weerkaatsen en zoodoende de temperatuur voor de planten gunstiger ma ken. De eigenaars van een kleinen wingerd geven zich niet de moeite van zelf wijn te maken: zij verkoopen de druiven per pond. (De prijs is dit Jaar 22 pfennig, betrekkelijk hoog, hetgeen een gevolg van den kwantitatief slechten oogst is). Maar wie zooveel druiven heeft staan, dat hij een paar vaten wijn kan maken, doet het doorgaans. Met trots schenken de herbergiers hun eigen wijn de Koberner is een uitsteken de Moezel maar ook de wingerdeigenaars, die geen herberg hebben, mogen twee maanden van het jaar hun eigen product laten proeven. Om dit kenbaar te maken hangen zij een bos groen voor hun huisdeur, een „Strauss", en de huis kamers waar men aldus kan binnengaan om er wijn te drinken, heeten „Strausswirtschaften". De wijngaardeniers in Kobern en in de om geving hebben behalve hun wijnbergen ook nog velden, waar zij groenten en koren verbouwen, want van den wijn alleen kunnen zij niet leven. Die velden liggen gedeeltelijk aan de minder gunstige berghellingen, gedeeltelijk boven op den berg, en het is een mooi gezicht, wanneer men op deze rijke culturen kijkt. Omdat in deze streek nog andere producten dan enkel druiven verbouwd worden, zijn de bewoners niet zoo arm als bijvoorbeeld hun buren van het mid- den-Moezel-gebied, in de streek van Berns Castel. Want hier is de wijnbouw het eenige middel van bestaan; de bergen zijn namelijk voor wijn uitstekend geschikt en voor den overigen landbouw in het geheel niet. Een wijngaarde nier in dit gebied maakt, wanneer het jaar goed is geweest, ongeveer 3600 Liter wijn. Rekent men nu een doorsneeprijs van 60 Pfennig per Liter, dan zijn de inkomsten daarvan ruim tweeduizend Mark. Daarvan moet hij zijn dure chemicaliën betalen, vitriool, kunstmest de vaten, die jaarlijks hersteld moeten worden, en de arbeidsloonen- Gewoonlijk zitten de wijn bouwers dan ook voor den oogst al danig in de schuld, en. is de verdienste nauwelijks vol doende, om die te betalen. In de laatste jaren Hoe opgewonden ik was, blijkt wel hieruit, dat ik weer een fout maakte. Ik deed namelijk de buitendeur op slot; bovendien vergat ik den sleutel van de studeerkamer, die nog steeds in mijn zak zat, weg te gooien. Het Hjkbleeke, van angst vertrokken gelaat van Hannah vervolgde mij. Ik was bang, dat zij iets doms zou doen; dat Zij vanzelf terug zou komen of dat zij zou wor den teruggebracht. Ik vreesde, dat ik haar den volgenden dag onderaan de trap zou zien staan, met verwilderde oogen en vertrokken gelaat. Hei, was een nachtmerrie! Ik voelde dat ik gevaar liep, zoolang die brie ven en de sleutel in mijn bezit waren. Maar hoe moest ik ze kwijt raken? Ik durfde myn kamer niet uitgaan of mijn raam openmaken. Iemand moest het eens zien en het zich later herinne ren! Toch begreep ik, dat er iets moest gebeu ren. Ik bedwong mijn ziekelijken angst, haalde de brieven uit mijn zak, koos den gevaarlijksten van de twee uit dat was die, die door mijnheer Leavenworth was geschreven kauwde hem tot pap en verborg dat in een hoek van het ver trek. Maar de andere was met bloed bespat en niets, zelfs niet het besef dat mijn veiligheid er van afhing, kon mij er toe bewegen om er op te kauwen. Tot den ochtend hield ik hem in mijn gebalde vuist. De dageraad bracht weer hoop. Ik stond kalm en rustig op. Ik had bedacht wat ik met den brief en den sleutel moest doen. Ze verbergen? Neen, zeker niet. Ik wilde ze integendeel goed in het zicht leggen, zoodat men ze dadelijk zou ontdekken. Ik sneed den brief in reepen en wierp die in een vaas, die op de logeerkamer stond. Ik was van plan, den sleutel weer in het sleu telgat te steken, maar Juffrouw Eleonore kwam vlak achter mij naar beneden en maakte het on mogelijk. Ik wist hem niettemin ergens in de gang kwijt te raken. Zeer opgelucht ging ik heel gewoon de eetkamer binnen. Mary was er al; zij zag er bleek en ellendig uit. Ik had bijna lust om te lachen, toen ik dacht aan haar bevrijding is het steeds slechter gegaan, en moest de Staat bijspringen. Het is enkele jaren geleden, dat de wijngaardeniers te Bern-Castel, die ge plaagd werden door veel te zware belastingen, toen zij zagen dat zij geen bestaan meer had den, zelfs al werkten ze het heele jaar door, vol woede en wanhoop naar de belastingkan toren gestormd zijn en hier een waren aanval deden, waarbij veel splinters van tafels en ruiten vlogen. Dat heeft blijkbaar indruk gemaakt, en de Staat is toen begonnen met kwijtschelding van verschillende belastingen zoowel als met directe subsidies. Doch de crisis schreed inmid' dels voort, en ook de zorgen van de Regeering vermochten niet, de wijnbouwers in beteren doen te brengen. Er moesten andere verdien- mogelijkheden gevonden worden. Op een vrij grootscheepsche manier heeft de Regeering toen getracht, om de wijnbouwers tot ooftbouw te bewegen- In Duitschland is deze min of meer verwilderd, en de boeren planten en snoeien maar op eigen gelegenheid. De ooft bouw, die sterk gepropageerd werd, liet men door vakmenschen ook uit Holland hebben verschillende krachten meegewerkt zoo ra tioneel mogelijk uitvoeren, en in de landbouw scholen werd nauwkeurig onderzocht, welke vruchtsoorten in dat klimaat en in de gegeven aarde het beste geteeld werden. De wijnbouwers kregen dit onderricht gratis, en op die manier gebeurde het, dat in de midden-Moe zei-streek en bijzonder ook in het grootste wynbouwge- bied in den Rheingau nieuwe en moderne boom gaarden ontstonden. Tegelijkertijd echter heeft men in heel Duitschland groote propaganda ge maakt voor de inheemsche wijnsoorten. Het ging wel eenigszins ten koste van het bier, maar het is een feit, dat voor den oorlog de wijn een volksdrank was, en eerst later door het bier werd verdrongen. Toen kostte een liter wijn zestig tot tachtig pfennig! In de laatste drie jaren is echter de dure Duitsche moezel- en rynweer weer tot op een peil van zeventig tot tachtig pfennig per liter gedaald, en ook op het oogenblik kan men nog voor een Mark uit stekenden wijn krijgen. Het gevolg van de propaganda was, dat de wijnconsumptie sterk toenam en de prijzen weer iets hooger kwamen; allerwegen werden nieuwe wijnlokalen geopend. Voor de wijnbouwers was het goede resultaat, dat zij tenminste hun oude jaargangen wijn, die onverkocht in de kelders lagen, kwijt kon den worden. Doch, zooals gezegd, de toestand der wijnbouwers is nog steeds critiek, en in hoeverre al deze maatregelen voor de toekomst van invloed zullen zijn, moet men afwachten. Inmiddels zeggen de Kobernsche wijnbouwers, dat de 1933er wijn iets bijzonders zal worden, zoo een zomer is er in geen jaren geweest; mis schien zal de 21er wijn nog overtroffen worden, en dat ware een heele prestatie! Vervaardigd in de Persi l-Fabrickcn l„ OsicKnuiiii f- Co i Handel Mij. N.V.,A'dam. Fabrieken te Julphaasbij Utrecht. Men zal zich herinneren, dat dezer dagen in het Raadgevend Opiumcomité van den Vol kenbond o. a. van Amerikaansche zijde scherpe protesten zijn geuit tegen de bedenkelijke uit breiding van de opiumproductie in Mandsjoe- rije, welken in flagranten strijd komt met de Haagsche Opiumconventie van 1912. Van een bijzonderen correspondent ontvan gen wij omtrent dit euvel nog eenige nadere gegevens, die wij hier laten volgen: De regeering van Peng Tien, een der pro vincies van Mandsjoekwo, heeft thans te Moek- den een centraal opiumdepot gevestigd. Dit depot zal meer dan 40 verkoopbureaux van het verdoovende kruid voorzien. De verkoop van verdoovingsmiddelen wordt met alle mogelijke midde'en begunstigd. Voor een machtiging voor détailverkoop behoeft slechts een garantie van 500 yen betaald te worden, afgezien dan van de in Mandsjoekwo nog gebruikelijke vergoeding aan ambtenaren, die wel niet verplicht is, doch zonder welke men toch practisch niets kan beginnen. Be halve de evenbedoelde machtiging heeft men dan nog een algemeene vergunning noodig, die 5000 yen kost. Zoo'n verkoopbureau zet gemid- de'd 200 Fen (1 Fen is c.a. 3.5 Gr.) per dag om en voor een Fen opium wordt c.a. 0.40 yen gemaakt. Alleen reeds in Moekden bedraagt het aantal officieel bekend staande opiumschuivers 20.000. De opiumrookers, die in de vele clan destine gelegenheden schuiven, zijn in dit cijfer niet begrepen. Naast een hoeveelheid opium, die uit Perzië wordt ingevoerd, wordt alle opiumpapaver in Mandsjoekwo zelf geproduceerd. Het product wordt in Dairen voor het verbruik verwerkt, om daarna weer naar Mandsjoerije gezonden te worden. Niet alleen in Feng Tien, doch ook in de andere Mandsjoerijsche provincies a's Kirin en Heilungkian, zijn soortgelijke opiumorganisaties als boven omschreven. De opiumverkoop vormt een van de voor naamste bronnen van inkomsten van de re geering van Mandsjoekwo. Dit is echter niet de eenige reden, waarom het opiumverbruik bevorderd wordt. Het nieuwe régime tracht zich namelijk ook met den opiumverkoop in be paalde kringen populair te maken. Iedere wel denkende in Mandsjoerije ergert zich echter aan deze van regeeringswege bevorderde volks vergiftiging. Kort geleden is in een dierentuin in Enge land een waarschuwingsteeken aangebracht voor vliegmachines, om te vermijden, dat de dieren zouden schrikken door te laag vliegende toestellen. Op het grasperk van een onmiddel lijk aan den dierentuin grenzend terrein is de reuzen-figuur van een leeuw ingegraven en met een dikke krijtlaag bestreken, ozedat het van boven af lijkt, alsof er een geweldige leeuw op het gras ligt. k zou graag uw naam willen weten voor het vreemdelingenboek, zei de hotelportier, tot den heer, die juist een kamer bespro ken had. „Ja. dat is nou juist het lastige van het ge val, antwoordde de aangesprokene, „ik weet namelijk niet wie ik ben." De portier glimlachte en legde het boek neer: „Hier bovenaan op de eerste bladzijde kunt u het zettyen. Uw naam en de plaats waar u vandaan komt." Maar de gast lachte niet. „Heusch," zei hij, „ik weet er niets van." Toen riep de portier den chef en de chef riep den eigenaar, maar noch de een noch de ander kon iets te weten komen en daarom riep men de hulp in van een jongen dokter, die in de nabijheid woonde. „U weet uw naam dus niet?" vroeg de dok ter. „Nee, dokter, absoluut niet." „En ook uw oorspronkelijke woonplaats niet?" „Ook dat niet, dokter." „Hoe bent u hierheen gekomen?" „Ik wou dat ik het wist, dokter." „Hebt u geen brieven bij u, die de zaak dui delijker kunnen maken?" „Helaas niet, dokter. Ik heb niets bij me dat me eenige herinnering geeft." „Tja," zei de dokter, dat is een merkwaar dig voorbeeld van plotseling en algeheel ge heugenverlies. Blijft u voorloopig nog hier?" „Ja, dokter, ik moet toch ergens zijn." „Goed, dan zal ik uw geval met genoegen behandelen. Ik ben specialist en ik denk wel u te kunnen genezen. Komt u vanmiddag eens bij me." In de volgende men trachtten de portier, de chef, de eigenaar, het kamermeisje, een kell- ner en twee gasten, ieder volgens een eigen methode het geheugen van den vreemdeling op te frisschen. Het gelukte niet. Des middags begaf hij zich naar den dokter. Deze stelde hem 379 vragen en hij noteerde zorgvuldig de antwoorden. Geen van deze ant woorden bracht hem een stap verder ,,'t Is een moeilijk geval," zei de dokter, „maar we behoeven niet te wanhopen. Komt u morgenmiddag op denzelfden tijd terug." Den volgenden dag stelde de dokter 413 vra gen, waaronder de meest waanzinnige. Het resultaat bleef uit. Maar de geneesheer was jong en volhardend en hij zette ook de vol gende dagen zijn onderzoekingen voort. Hij hield het drie weken vol en nam alleen Za terdagmiddags en Zondags vrij. Toen de man zonder geheugen zevenduizend achthonderd en zestien vragen had beantwoord was men nog altijd even ver. „Het spijt mij vreeselijk," zei de dokter, „maar ik sta hier voor een raadsel en ik kan u niet helpen, .probeert u het eens met het eten van zoute Omring op uw nuchtere maag. Ik krijg f 75 van u." Aan het eind van de week stelde de man zich onder de hoede van een anderen specia list. Die keek hem heel lang aan en vroeg toen plotseling: „Houdt u van muziek?" „Ik kan geen muziek hooren, dokter," was het antwoord, „ik vind het de meest weerzin wekkende uitvinding. Muziek maakt me dol." „Dan bent u musicus," zei de dokter met beslistheid en hij spoedde zich naar zijn pa théfoon en zette een plaat op. Door de kamer klonk de klagende melodie van „Mijn dierbaar ouderhuis." CA ZITTEN ANNIE EN VERTEL ME VONDEN TW!NT/O-DOLLARBILJET TEN. HET GEHEIMZINNIG GEVAL KAN DAARDOOR OPGEHELDERD I WORDEN. MAAR JE MOET OOK ALLES VERTELLEN,N/EWERZVVO-, CE"N EEN OUDE BOOM !M DIE KLOOF B'J HET SPOOKHUIS WAAIDE OM VER EN TOEN WERD EEN SOORT HOL Z/CHT&AAR. EN AL OATQELO WAS ER IN. JA, IK W£El\ AL WAAR D/T ONCEVEER is: WE KUN NEN DE PLEK WEL VINDEN MAAR SPREEK ER MET GEEN WERVELING OVER. ANN>6AALLES HANGT AF VAN 'ONISTHJZVHJOEN. ALS DIE ROOVERS N/ET3 VAN je ONTDEKKING HOOREN DAN IS ER VEEL KANS DAT WE HhN KUNNEN BETRAPPENALS ZE TERUG KOEREN OM we ER OP ROOF U/T TE DAAN DUS O ENK ER AANt MONDJE DICHTi MISSCHIEN HAD IK HEM HOETEN TEOOEN, PATIK AL DAT6ELD WEGNAM EN ER6ÈNS ANDERS VERBORGEN HEB, MAAR HU VROEG ER NIET NAAR IK ANTWOORDDE HEM OP AL 2 N VRAGEN. WAAROM ZOU IK HEM MEER VERTEL LEM DAN STRIKT NOOP/O IS en aan den dag, waarop ik zou bekennen, dat ik haar bevrijder was. Maar weldra werd er alarm gemaakt. Ik ge droeg mij net zoo als ik gedaan zou hebben, wanneer ik de schuldige niet was geweest. Trou wens, niemand verdacht mij en er was in het heele huis geen enkel bewijs tegen mij. Ik deed dus alles wat mijn plicht was; ik waarschuwde de politie en ik ging naar mijnheer Veeley. Bij het onderzoek antwoordde ik zoo open hartig mogelijk; Immers, de grootste fout van lieden in mijn positie is, dat zü te veel liegen; zij raken verward in allerlei bijkomstigheden. Maar helaas! Ik had alleen aan mijn eigen veiligheid gedacht en ik had niet voorzien, dat Mary nu in de gevaarlijke positie kwam, van de eenige te zijn, die uit de misdaad profijt trok. Ik begreep dit, toen een van de juryleden, uit de hoeveel heid sherry die er nog in het glas was, de ge volgtrekking maakte, dat mijnheer Leavenworth korten tijd na mijn vertrek moest zijn vermoord. En welk een bewijs tegen haar leverde ik, toen Ik bekende, dat ik het geruisch van een japon in de gang had gehoordDat de jury dacht, dat het juffrouw Eleonore was geweest, stelde mü niet gerust, want zij had heelemaal niets met den moord te maken, zoodat ik er zeker van was, dat men haar niet lang zou verdenken. Maar Mary! Zoodra maar iets de aandacht op haar vestigde, zat zij in de knel! Toen begon ik te liegen om mijn fout goed te maken. Ik moest toegeven, dat er tusschen mijnheer Leavenworth en één van zijn nichten ongenoegen bestond. Dezen last wierp ik op Eleonore, daar zij hem wel kon dragen. Om dezelfde reden ontkende lk, dat mijnheer Leavenworth een brief had gekre gen, die eenig licht op de misdaad zou kunnen werpen, De gevolgen van deze leugens waren ernstiger dan ik had voorzien. Ieder nieuw getuigenis bracht nieuwe feiten aan het licht die schenen te wijzen in de richting die ik had aangeduid. Zoo ontdekte men. dat een bewoner van het huis de misdaad had moeten plegen met mijn heer Leavenworth's revolver. Dat bracht mij er toe, te vertellen, dat ik eenige dagen vroeger juffrouw Eleonore het wapen had leeren han- teeren. Ik was bang voor hetgeen de meisjes in hun onschuld zouden zeggen, wanneer zij werden on dervraagd. Maar er was tusschen hen iets voor gevallen, dat hen op verschillende wijze beïn vloedde. Niet zonder reden verdacht Eleonore haar nicht van de misdaad; dat had zij haar ook gezegd. Uit angst voor de bewijzen, die tegen haar aangevoerd konden worden besloot Mary alles wat men tegen haar zou kunnen aanvoe ren te ontkennen. Zij rekende er op dat Eleo nore haar niet in het verderf zou willen storten. Dit kwam ook uit want hoewel door Mary's hou ding de feiten voor Eleonore zeer bezwarend leken, weerlegde zij niet alleen Mary's woorden niet maar zij weigerde zelfs te spreken, toen het antwoord bezwarend zou zijn geweest voor haar nicht. De brief en de sleutel bleven gevaarlijk. Eerst was ik van plan geweqst, ze te vernietigen, maar toen de detective met den zakdoek aankwam, werd ik zoo bang, dat ik onder een cf ander voorwendsel opstond en naar de tweede verdie ping ging. Ik nam den sleutel uit zijn schuil plaats en de papiersnippers uit de vaas, waar ik ze ln had gedaan en ging naar Mary's ka mer, waar ik een vuur dacht te vinden. Tot mijn groote teleurstelling lag er in den haard alleen nog wat smeulende asch. Ik stond voor den haard, niet wetend wat te doen, toen ik iemand hoorde aankomen. Ik wilde niet dat iemand mij in deze kamer zag, wierp daarom de snippers in den haard en ging naar de deur. Ik was echter zoo zenuwachtig, dat de sleutel uit mijn handen viel en onder een stoel rolde. Verschrikt stond ik stil, maar de voetstappen naderden meer en meer; ik verloor mijn kalmte en vluchtte. Ik was nauwelijks op mijn kamer, toen ik Eleonore met twee dienstboden boven zag komen en de kamer van Mary zag binnen gaan. Dat stelde mij gerust: zij zou den sleutel zien en hem wel weten te verbergen. Alleen Han nah bleef een voortdurende bedreiging voor mijn veiligheid. Ondertusschen had ik de zekerheid gekregen, dat ik er ten opzichte van Mary niet op vooruit was gegaan. Zij toonde een grooten afschuw voor de daad die haar het vermogen van haar oom in den schoot had geworpen en onder in vloed van mijnheer Raymond legde zij verschei dene van haar eigenaardigheden af, waarop ik mijn hoop om de belooning voor mijn daad te krijgen had gebouwd. Deze ontdekking maakte mij gek. Hoe vaak heb ik onder den arbeid de pen niet neergelegd, met het gevoel, dat ik mü niet langer kon bedwingen! Maar telkens her nam ik myn taak weer. Mynheer Raymond toonde er zich vaak over verbaasd, dat ik rustig in den stoel van mijn overleden meester zat, maar dat was myn eenige redding. Alleen door steeds aan den moord te denken, kon lk de ge dachte verdragen, dat ik er niet het gewenschte gevolg mee bereikt had. Op een avond ging ik met mynheer Raymond de trap af en zag toen in het salon een onbe kende, die Mary aankeek op een manier die my zou hebben doen barsten van jaloezie, zelfs als ik hem niet deze woorden had hooren zeggen: „Wat je ook zegt of doet, je bent myn vrouw, dat weet Je!" Dat was een openbaring! Dus al myn moeite was voor niets geweest. Een ander had haar al veroverd! Ik voelde den waanzin in my groeien. Ik vroeg mynheer Raymond, wie dat was; en toen ik hoorde dat het Clavering was, verloor ik alle voorzichtigheid uit het oog en in een oogen blik van verwarring, duidde ik hem aan als den moordenaar van mynheer Leavenworth Ik had wel dadeiyk die onvoorzichtige woorden willen terugnemen. Door dien man te beschuldi gen had ik alleen maar bereikt, dat de aandacht op mijzelf gevestigd werd. Maar het was te laat. Na den heelen nacht te hebben nagedacht, kon ik een tamehjk aannemelyke verklaring geven van myn uitlating van den vorigen dag: ik gaf er een geheimzinnig tintje aan en verzon een verhaal van een merkwaardigen droom. Ik zou niet op dien weg zyn voortgegaan, als ik niet bemerkt had, dat mijnheer Raymond om de een of andere reden Clavering verdacht. En toen ik ook nog twee bedienden afluisterde, die beweerden dat zij op den avond van den moord Clavering hadden zien binnenkomen, maar hem niet hadden zien weggaan, besloot ik door te zetten. Wat kon ik al niet bereiken met zoo'n uitgangspunt! Alleen over Hannah zat ik in verlegenheid. Als zy eenmaal van de aarde verdwenen was. kon lk naar hartelust myn haat op Clavering bot vieren. Maar hoe moest ik haar dooden? Ik vond er niets anders op, dan haar zelfmoord te laten plegen. Nauwelyks was dit plan by my opgeko men of ik haastte mij om het te volbrengen. Ik sloot my op in myn kamer er. schreef aan Han nah in drukletters, want zy had my verteld dat zy geen loopend schrift kon lezen. Ik maakte gebruik van haar domheid, haar genegenheid en haar Iersche bijgeloovigheid en vertelde haar, dat ik eiken nacht van haar droomde; ik vroeg haar of zy ook van my droomde. Ik voegde er bij, dat ik, voor het geval dit niet zoo was, er een toovermiddel bij deed dat, wanneer zij het volgens mijn aanwyzingen gebruikte (die hierin bestonden, dat zy eerst myn brief moest ver branden, dan de ingesloten enveloppe in haar hand moest houden, het poeder doorslikken en dan naar bed gaan) haar de prachtigste droo- men zou verschaffen. Het bijgevoegde poeder was een doodehjk vergif en de enveloppe bevatte, zooals u weet, de aanklacht tegen Clavering. Ik sloot dit alles in een tweede enveloppe, zette een kruis in den hoek en zond den brief naar me vrouw Belden. Verder heb lk niets te zeggen. Laat de muren van deze gevangenis de rest vertellen. Ik ben trouwens niet meer in staat om nog veel te schrijven.... ZESDE HOOFDSTUK Besluit „Eleonore!" riep ik uit. „Ben je voorbereid op groot nieuws? Op nieuws, dat je weer vrooiyk zal doen kyken, dat weer kleur op je wangen zal brengen en dat je de toekomst weer "ol hoop tegemoet zal doen gaan? Wat is er?" voegde ik er aan toe en boog my over haar heen, want zy zag er uit of zy flauw zou vallen „Ik weet het niet," zei zy zwakjes. „Ik vrees dat ik het nieuws dat je goed noemt, niet zal kunnen waardeeren." Maar toen ik met alle tact waarover lk be schikte, had aangetoond, dat niet Mary, maar Harwell haar oom had vermoord, verzocht zy mij om haar naar Mary te brengen „Breng my alsjeblieft naar haar toe! Ik zal geen rust meer hebben eer zy mij myn onrecht vaardige beschuldiging heeft vergeven!" Ik liet een rytuig voor komen en begeleidde haar naar het huis op de Fifth Avenue. „Mary zal my niet willen zien en zy heeft groot geiyk," zei zy onderweg. „Zoo 'n smaad vergeeft men niet. En toch weet God. dat ik geiyk meende te hebben. O, als jo eens wist „Ik weet alles. Er waren zoo 'n overstelpende massa bewyzen tegen haar, dat Mary er zelf aan twijfelde of zij haar onschuld zou kunnen bewyzen." „Mary!" viel Eleonore mij in de rede. „Heeft Mary dat gezegd?" „Ja, vandaag nog." „Wat moet zy dan veranderd zyn!" Ik antwoordde niet. Ik wilde dat zy zelf de groote verandering zou aanschouwen, die over haar nicht was gekomen. Toen het rytuig een paar minuten later voor het huis, waaraan zooveel geheimen waren ver bonden geweest, stilstond, leek Eleonore heel kalm. Thomas deed open. Hy was blij dat hy zyn meesteres weer zag. iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiitiiiitiiifiiiif ,,'t Zegt me niks," merkte de vreemdeling op. „Volhouden," vond de dokter, en hij draaide „Er is geen huisgezin op aard," „Grootvaders klok," „Moeder's jongen," „Mammie waar ben je" en het Friesche volkslied. „Ziet u niet in gedachten een vrouw voor u?" vroeg de dokter. „Ik zie niemand, dokter," antwoordde de man droevig, „ik hoor alleen akelige klanken." „Geduld en nog eens geduld," adviseerde de specialist, „dan komen wy er wel. Ga naar huis, huur een gramofcon, luister zoolang naar de muziek tot u iets meer weet en kom dan terug." Na veertien dagen kwam de man terug. Hy had zestienhonderd acht en veertig verschil lende liederen, orkeststukken, pistonsoli en orgelopnamen laten afdraaien en zeven en twintig maal was er daarby een door de omwo- nenden. Maar met geheugen zyn geheugen was l het nog niets he- 1,1,1 ter gesteld. „Dan heeft myn methode gefaald," zei de dokter, „het spijt me heel erg. Probeert u het eens met een klarinet. Ik kryg vyftlg gulden van u." Den volgenden dag adviseerde iemand hem eens te gaan praten met den beroemden hel derziende Dorussen, die enkele séances zou houden. De man zonder geheugen ging er heen. „Ik ben kerngezond," zei hy, „en ik voel me ab soluut niet ongelukkig, maar iedereen wil we ten wie ik ben en hoe ik heet en dat kan ik werkelijk niet zeggen, want ik weet het zelf niet. Weet u het misschien?" „Ja," zei de helderziende, „hoogstwaarschijn lijk weet ik het wel. Gaat u maar eens zitten. En terwyl de man in een fauteuil wachtte, liep de telepaath onrustig van het eene einde van de kamer naar het andere. Na tien minu ten slaakte hy een diepen zucht. Hy kwam op zijn bezoeker af en riep met doffe stem: „Uw naam is DirksOtto Dirks. Verstaat u me goed? Uw naam is Otto Dirks!" „DirksDirksU hebt gelijk, dat is mijn naam," schreeuwde eensklaps de man. „Luister. U woont in Boschhoven. U bent filiaalhouder van een stokvischhandel. U hebt ruzie met uw familie en thuis hebt u niks te vertellen. Uw bovenburen hebben radio, die ze den heelen dag laten spelen en het jongste kind van uw rechterbuurman krijgt tandjes. U hebt een stofzuiger, de werken van Vondel, een winterjas en drie costumes op afbetaling gekocht, maar u bent pas aan den tweeden termyn. U hebt een dwangbevel van de be lasting ontvangen en „Houd op, houd op," kermde de man, „ik herinner me alles weer." „Klopt het?" vroeg de helderziende. „Ja, het klopt," zei de wanhopige, „het klopt precies. „Hoeveel krygt u?" „Tweehonderd gulden," glimlachte de hel derziende. „Hier hebt u ze," zei de man die zyn geheu gen terugvond, „hier hebt u ze, maar vertelt bet aan niemand verder." „Ik beloof het u," verzekerde de telepaath, terwyl hij de levensbeschrijving en het signa lement van den verdwenen man, die hy ge vonden had in een zuidelyk blad, wegborg. Te Anacostia in de nabijheid van Washing ton wordt op het oogenblik een watervliegtuig gebouwd, dat bestemd is voor militaire doel einden en een bijzonder groote capaciteit zal hebben. Ook by het stormachtigste weer zal het op zee kunnen dalen. De uursnelheid zal 240 K.M. bedragen. Het toestel is uitgerust met verscheidene machinegeweren en kan twee ton bommen met zich meevoeren. de oplosbare voor KAMERPLANTEN verkrijgbaar In llesschen van 40 ct., i 1.75 en f 3.bij de bloem- en zaadwinkels, met gratis aanwijzing der verzorging van verschlll. planten ,Ik ga er dadelyk heen, ik kan niet langer wachten," fluisterde zy my toe. Zy liet mijn arm los, liep vlug de hall door en deed de deur van het salon open. „Mary!" „Eleonore De klank van die twee stemmen verried alles. Een half uur later ging de deur van het vertrek waar ik my had teruggetrokken, open, en Mary kwam nederig en aarzelend naar my toe. zy had voor altyd haar hooghartige houding afgelegd „Mynheer Raymond," sprak zij, „ik kom uw hulp inroepen onji Eleonore te overtuigen, dat zy het vermogen moet aannemen dat haar toekomt, omdat het testament „Wacht eens even," viel ik haar in de rede. „Hebt u alles goed overwogen? Bent u vast be sloten om van uw erfenis ten gunste van uw nicht afstand te doen?" „Hoe kunt u my dat nog vragen?" zei zy op verwijtenden toon. Toen wij in het salon kwamen, zat Clavering naast Eleonore. Hij stond dadelyk op en kwam my tegemoet. „Mynheer Raymond," begon hy, „wilt U mijn verontschuldigingen aannemen? In een oogen blik van verbijstering heb ik een bezoek bij u ge bracht, dat ik ten zeerste betreur. Ik zou heel bly zijn als u het wilde vergeten." „Mijnheer Clavering, geen woord meer daar over. Het feit waaraan u my herinnert, behoort tot het verleden, dat ik zoo gauw mogeiyk wil vergeten." Eleonore bleef onwrikbaar in haar besluit, wat betreft het vermogen, dat haar door een mis daad zou toekomen Tenslotte wera er besloten, dat men het zou gebruiken om een liefdadig heidsinstelling te stichten. Toen dit geregeld was, dachten wij aan onze vrienden en vooral aan mynheer Veeley. „Hy moet alles weten," zei Mary. „Hij heeft ons altijd een vaderiyke genegenheid betoond." In de boetvaardige stemming waarin zy was, wilde zy de moeilijke taak op zich nemen, om hem zelf alles te vertellen. Maar Eleonore wilde er niets van weten. „Neen, Mary," zei zy. „je hebt genoeg gele den. Mynheer Raymond en ik zullen het gaan vertellen. Wij lieten hen biy en gelukkig achter en gin gen heen. Sedert dien dag heb ik geleefd in een droom van geluk, waaruit ik nog niet ontwaakt ben. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 15