Verhouding van Kerk en Staat VTUftohacdt'Hoeder Nog niets geleerd Medische kroniek WEER BENEDICTIJNEN IN EG MOND ZATERDAG 11 NOVEMBER LEEKEPREEKEN HAVEN VAN HAIFA IN GEBRUIK GESTELD Rome-reis uitgesteld Het Derde Orde-Congres verdaagd DR. J. P. FOCKEMA ANDREAE Beëedigd als Commissaris der Koningin DE REGEERINGSKOEIEN En de verwerkingscapaciteit der fabrieken „HET ANKER" AL WEER OPGEHEVEN Audiëntie De tweede maal dat de S.D.A.P. in een internationale kwestie het partijbelang laat voorgaan Bewondering voor Oostenrijk GROOTHANDELSPRIJZEN Indexcijfer der levensmiddelen gestegen De prijsvraag N.C.C. Lijst der beschikbaar gestelde prijzen Hooge bloedsdruk BACON NAAR ENGELAND Nieuwe verordening 1 December van kracht des middags om 12 uur, de Straat van Gibraltar gepasseerd met bestemming Napels. TWEE SLEEPBOOTKAPITEINS GAAN RUSTEN Een eervolle staat van dienst MGR. J. D. J. AENGENENT Uit Rome terug IMPORTEURS VAN MEEL Machtigingen noodzakelijk Semolina werd gevolgd bij de Vereeniging Ne derlandsche Meelcentrale. Dezer dagen werd de nieuwe haven van Haifa door den Hoogen Com missaris, Sir A. Greenfell Wanchope, in gébruik gesteld. Deze haven is op één na de grootste der Middellandsche Zee; de bouwkosten bedroegen 1250.000 Pond Sterling Werd reeds in het begin der veertiende eeuw de kiem voor conflicten tusschen Kerk en Staat gelegd, eerst na het uitbreken der Reformatie zou de werkelijke scheiding tusschen de katholieke kerk en ver schillende tot het protestantisme overgegane landen een feit worden. En als later de geest van Voltaire en Rousseau Europa verovert, wordt de scheiding tusschen kerk en staat, op weinig uitzonderingen na, algemeene practijk. Onze moderne maatschappij is aan dezen Vorm zoo gewoon geraakt, dat wij ons nauwe lijks meer de oude verhouding denken kunnen. En toch wanneer wij ons van alle historisch gegroeide vooroordeelen losmaken hoe scheef is dan de bestaande en hoe zuiver was de oude toestand! De middeleeuwsche verhouding tus schen kerk en staat steunde op het beginsel, dat beide machten in zichzelf alle middelen bezaten om haar doel te bereiken, dus een volmaakte maatschappij vormden, ieder auto noom op eigen terrein. Wanneer wij God als uitgangspunt der schepping nemen, dan zien wij in dezen gedachtengang de menschelijke samenleving verdeeld tusschen twee machten: de kerkelijke en de burgerlijke; de een belast met de zorg over de geestelijke, de ander over de tijdelijke zaken. Leo XIII formuleerde de bevoegdheden van beide in zijn: IMMORTALE DEI onverbeterlijk op de volgende wijze: „Beide zijn in haar eigen kring de hoogste; ieder heeft bepaalde grenzen, binnen welke hij zich moet beperken en die door den eigen aard en de eigen taak van elk zijn aangegeven, zoodat er als het ware een kring is getrokken, binnen welken ieder rechtens werkzaam is. Maar wijl het ge zag van beide zich uitstrekt over dezelfde men- schen, en wijl het kan voorkomen, dat een en dezelfde zaak, ofschoon onder een ander op zicht, behoort tot het rechtsgebied en de be- oordeeliftg van beide, moet Gods Voorzienig heid, waardoor beide zijn aangesteld, beider ge dragslijn met juistheid en orde hebben aange geven." Iets anders te veronderstellen zou een be- leediging van den Schepper zijn, die alles ook in de natuurlijke orde wonderbaar harmonisch heeft samengesteld. Evident is, dat Christus een kerk heeft gesticht tot heil der zielen; even onomstootelijk staat vast, dat God een burger lijk gezag wil tot ordening van het maatschap pelijk leven. Zou God dan toelaten, dat de mensch, onderdaan van twee machten, in ge wetensconflict zou moeten verkeeren, wanneer die beide machten omtrent de vervulling van eenzelfden plicht verschillende bevelen zouden geven? Dat is niet aannemelijk! moet dus tusschen beide een duidelijke taakverdeeling zijn. En deze is niet moeilijk: alles wat in de menschelijke belangen op een of andere wijze heilig genoemd kan worden, alles wat betrekking heeft op den dienst van God of het heil der zielen, behoort tot de uitsluitende bevoegdheid der kerk. Al het overige, alle burgerlijke en politieke aangelegenheden, behooren tot de rechtsmacht van den staat. In de practijk kwamen bij een goede ver standhouding tusschen beide machten dikwijls overeenkomsten tot stand, waarbij de kerk bijv. by het benoemen van bisschoppen concessies deed aan den staat; waarin de rechten en plichten der geestelijken geregeld werden enz. Zoo werd reeds in 1122 tusschen Hendrik V en Calixtus II een concordaat gesloten. Bij zulk een verhouding „zijn de goddelijke en tijdelijke zaken ordelijk verdeeld; de rechten der burgers zijn verzekerd, omdat zij beveiligd zijn door de bescherming van goddelijke, natuurlijke en menschelijke wetten; ieders plichten zijn met wijsheid omschreven en de onderhouding er van deugdelijk gewaarborgd." Dat de woeste barbaren, die in de eerste eeuwen onzer jaartelling geheel Europa, dat ten Noorden van Italië gelegen,was, bevolkten, in wei nig eeuwen tot 't christendom gebracht werden, van welke beschaving thans nog de heerlijkste monumenten getuigen en uit welker cultuur wij op heden nog rijke sappen trekken; dat hei- densche barbaarschheid in christelijke zedelijk heid werd veranderd; dat de slavernij werd af geschaft en de vrouw haar hooge plaats in de samenleving kreeg: dat de Mohammedanen naar het Oosten werden teruggedrongen: in één woord, dat Europa de leiding in de wereld geschiedenis nam is te danken aan de samen werking en de zuivere verhouding tusschen kerk en staat in de middeleeuwen. Met het loslaten van de eenheid van geloof, met de verzaking aan het gezag van den Paus door een groot deel der Europeesche bevolking als opperhoofd der geheele christenheid, ont stond spoedig ook de valsche theorie van den volkswil als hoogste macht in de burgerlijke samenleving. Te weinig wordt nog altijd de be- teekenis ingezien van de omwenteling, welke reeds in de zeventiende eeuw in de geesten plaats had en die in het einde der achttiende eeuw tot de Fransche revolutie voerde, om in de negentiende eeuw tot het politieke en sociale liberalisme in alle landen der zoogenaamde be schaafde wereld uit te groeien. Het vrije den ken als reactie tegen de middeleeuwsche gebon denheid voerde de menschen stap voor stap tot bandeloosheid op elk terrein. Voordat de reactie van de laatste jaren inzette was de toestand in de meeste Europeesche landen toch feitelijk zóó, dat een ieder over alles vrijelijk kon denken, zeggen en schrijven wat hij wilde. De leus van „vrijheid en gelijkheid" bleef langen tijd een leus, maar toen het liberalisme het socialisme en dit laatste het communisme had gebaard, was er van eenig gezagsbegrip bij de groote massa nog maar weinig overgebleven. Uiterlijk werd in vele landen met den sterken arm, met politie en gevangenis, nog wel een restje openbare orde gehandhaafd; voor zoover er geen openlijk verzet viel te constateeren was er van innerlijk respect voor de overheid ner gens meer sprake. Wij, levend geslacht, heb ben na den grooten oorlog eerst recht de vruch ten van den geest der Fransche revolutie ge plukt: de algemeene geest van gelijkheid van alle menschen, zonder onderscheid van stand of rang, van geslacht of aanleg; de opvatting, dat niemand het recht heeft aan een ander te bevelen. Theoretisch mocht dan nog door chris telijke staatslieden te bewijzen zijn, dat het algemeene en passieve kiesrecht geen princi pieel verschil bracht in de gezagsverhoudingen, feitelijk werd dit individueele kiesrecht met de verplichting van de gekozenen om volgens te voren afgelegde beloften te stemmen, een re- geeren van den volkswil. In de practijk kon men dan ook herhaaldelijk constateeren, dat een eenvoudige kiezer van christelijken huize het wezenlijk verschil niet begreep tusschen de gezagsopvatting van een socialist en een chris ten. Het „alle gezag komt van God" en „re- geeren naar den volkswil" heetten twee diame traal tegenover elkaar staande beginselen te zijn; maar het onderscheid ontging den een- voudigen man, omdat hij er in de practijk zoo bitter weinig van bespeurde. Bij zulk een vrijheidsopvatting werd het ook als de meest natuurlijke zaa£ van de wereld beschouwd, dat de staat zich officieel niet met God of godsdienst inliet. De burgerlijke over heid was de groote politieagent, wiens hoogste streven moest zijn de openbare orde te hand haven. Ideaal werd in dien gedachtengang die regeering genoemd, welke het wist klaar te spelen de burgers zonder verstoring der open bare orde naast elkaar te doen leven, terwijl de een dezen, de andere genen godsdienst aan hing, anderen weer God openbaar loochenden. Alleen de vrije meening diende beschermd te worden; met God of godsdienst dus ook met de kerk kon de burgerlijke overheid zich niet inlaten. Men zal ons tegenvoeren, dat in alle landen met gemengde godsdienstige bevolking (en dat is tegenwoordig nagenoeg overal) practisch geen andere gedragslijn voor de burgerlijke overheid denkbaar is. Wanneer dit ten deele moet wor den toegegeven volgt hieruit slechts, dat de maatschappij in den modernen tijd het spoor wel deerlijk is kwijt geraakt. Wanneer wij in de laatste jaren vele staten door het commu nisme aan den rand van den ondergang heb ben gezien en wij thans overal een reactie tegen den dreigenden chaos, als gevolg van de gezags ondermijning zien opkomen, dan denken wij aan het woord van een kerkvader: „de toestand van een staat hangt af van den godsdienst, waar door God geëerd wordt; tusschen den staat en den godsdienst bestaat een nauwe band en ver wantschap." De moderne scheiding van kerk en staat ver brak dezen band tot groote schade voor de bur gerlijke samenleving. Wanneer nu overal om herstel, om restauratie, om opbouw en vernieu wing wordt geroepen, dan is het de vraag of de christenen niet goed zullen doen om althans weer de eerste bescheiden stappen te zetten op den weg tot herstel van zuiverder verhoudin gen tusschen geestelijke en wereldlijke overheid. Bij het bestaan van tal van godsdienstige sek ten lijkt zulks wel haast ondoenlijk. Toch om ons bij eigen land te bepalen kan be gonnen worden met meer eerbied en bescher ming te vragen voor het christendom, waarvan het overgroote deel des volks zich gelukkig nog aanhanger noemt. Het is niet te ontkennen, dat bij de zorg voor het materieele de geestelijke volksbelangen te zeer verwaarloosd zijn. Voor die moreele verheffing van het openbare leven kunnen alle christenen opkomen. Vervolgens mogen ons de nieuwe staatkundige strevingen om te komen tot een andere politieke orde, welke ook hier worden waargenomen en elders reeds tot een totale omvorming van het staats bestuur hebben geleid, niet onverschillig laten. Vooral wij, katholieken, hebben te vragen, op welke wijze wij daarbij de hoogste belangen, namelijk die van godsdienst en christelijke ze den, het best kunnen behartigen. HOMO SAPIENS In onze dagen wordt door de persberichten veler aandacht gevestigd op de plaats van het oudste cultuurcentrum in N.-Holland: Egmond aan den Hoef en wel door de merkwaardige op gravingen van het Middeleeuwsche slot der Heeren van Egmond. Maar vlak daarbij liggen enkele steenresten van het eigenlijke oude be schavingsmiddelpunt, namelijk van een kloos ter, dat voor deze streken in de oudste Middel eeuwen van groote opbouwende waarde is ge weest; en naast het fraaie oude slot vormde de versterkte abdij van de oude Benedictijner monniken een complex van gebouwen, in hun Gotische stijleenheid zoo schoon, dat zelfs de schoonste nieuwere kloosters er ver bij ten ach ter blijven. En toch werd ook hier heel klein begonnen, kort nadat S. Willebrordus den weg achter langs de N-Hollandsche duinen tot den oudsten Ne- derlandschen Heiligenweg had gestempeld. Over vloedig waren toen voor een landstreek de zege ningen van een Benedictijner vestiging. Zulk een klooster was voor de verre omgeving kerk en gasthuis, dokterskamer en hospitaal, advies bureau voor alle ambachten, notariaat, school, universiteit en bibliotheek. Door de Hervorming werden deze monniken daar verdreven en hun kloostergebouwen vielen in puin. Maar sinds een twintigtal jaren hebben voor het eerst weer Benedictijnen zich in Ne derland gevestigd en wel in het Brabantsche Oosterhout. Tot de uiterlijke teekenen van hun werken aldaar behoort o a. de met eigen krach ten opgebouwde kapel, waarvan zelfs een Ber- lage indertijd getuigde, dat nog geen architect zoo schoon met baksteenen had gewoekerd. Maar veel sterker zijn de persoonlijke invloe den, niet alleen doordat onder de zwarte mon nikskappen zooveel geleerde hoofden schuil gaan, die de aandacht van heel intellectueel Nederland trekken, maar vooral doordat er vele geloofsverdedigers en godsdienstverklaarders on der zijn van zoo overtuigende kracht, dat reeds menige ongeloovige aan hun altaar als bekeer ling neerknielde. Door de treffende wijze, waar op zij de schoonste liturgie ter wereld die van ons geloof in hun diensten manifestee ren, een wijze, die in haar eenvoud teruggaat tot de zuiverste bronnen uit oude tijden, gaan vele vrome Nederl. herhaaldelijk ter beevaart naar deze vrij moeilijk te bereiken abdij, zoodat de kapel eigenlijk bedoeld als sacristie van een grooter te bouwen kerk veel te klein is om de velen te bevatten, die hier in de Goede Week en op hooge feestdagen de liturgische hartffalincran IrmrtAn vrdcraw rnaaT W&t Veel fcrgei is, de communauteit van paters en broeders is zoo toegenomen, dat de eigenlijke kloosterge bouwen veel te klein zijn om allen een hygië nisch onderdak te geven. Zoo ligt uitbreiding voor de hand; maar de Benedictijnen met den goeden geest, die van hen uitgaat, zullen eerst waarlijken Nederland terug zijn, als de paters zich weer een klooster hebben kunnen opbou wen op hun oude gronden te Egmond, waar reeds de S. Adelbertsakker en het beevaarts kapelletje getuigt van hun ernstig streven weer te komen naar het oude centrum van Benedic tijner ijver in Nederland. En de nieuwe gebou wen in Oosterhout staan er borg voor, dat hier, zij het eerst ook nog maar een klein, maar een schoon klooster, Noord-Hollands Noorderkwar tier zal komen opluisteren. Maar bij deze monniken heerscht ook nog de echt vroeg-Middeleeuwsche armoede; zoo goed als geen enkele bron van inkomsten staat te hunner beschikking en ook geheel onvermogen de paters en broeders worden onder deze vrome mannen opgenomen. Nu heeft zich sinds eenige jaren een commis sie gevormd onder het eere-voorzitterschap van Jhr. Mr. Ch. M. Ruys de Beerenbrouck en den heer L. Nieuwenhuis als penningmeester. Op het gironummer van Th. Gilissen's Bank 28485 zijn reeds allerlei giften gestort; maar Noord- Nederland, Noord-Holland in de eerste plaats, heeft nog onvoldoende getuigd van haar mild dadigheid ten bate van dit welverdiende eer herstel voor Katholiek Nederland, onvoldoende ook van haar inzicht, hoe dit nieuwe klooster het geluk van het beleven der Benedictijnsche vroomheid voor veel meer Nederlanders bereik baar zal maken en hoe daarmede voor het eerst weer in Noord-Holland een hoogeschool van R. K. godsdienstkennis en liturgischen ijver den luister en den zuiverenden invloed (ook onder niet-Katholieken) zullen verbreiden van ons geloof en onzen godsdienst. Wie Egmond mee helpt opbouwen, al is het ook met geringe mid delen, want ook die zijn bijzonder welkom, werkt mede aan de geloofsversterking van vele lauwen en aan de bekeering van vele afgedwaal- den. bedaart spoedig met een Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist De Hoogeerw. Pater Generaal der Orde van St. Dominicus heeft, het Internationaal Derde Orde Congres, dat aanvankelijk gehouden zou worden in Februari a.s., verdaagd. Het Con gres, dat te Rome wordt gehouden is nu vast gesteld op 2630 April 1934. In verband hiermede is ook de Romereis der Dominicaansche Derde Orde uitgesteld Deze zal nu plaats hebben van 23 April tot 7 Mei 1934. Met het oog op het milder klimaat ligt het voor de hand dat de reis, die nu valt in den schoonsten tijd van 't jaar, in aantrekke lijkheid aanmerkelijk is gestegen. Nieuwe reisprogramma's kunnen aange vraagd worden bij den promotor provincialis der Derde Orde: Pater C. Piels, Kerkegasje 8, Nijmegen of bij het Reisbureau Centropa te Utrecht, Oudegracht 75. H. M. de Koningin heeft Vrijdag ten paleize Het Loo ontvangen dr. J. P. Fockema Andreae, burgemeester van Utrecht, benoemd commis saris der Koningin in Groningen, ter beëedi- ging als zoodanig. De „Vee- en Vleeschhandel", orgaan van den Ned. Slagershond, den Bond van Veehandelaren en den Ned. Grossiersbond voor den vleesch handel, schrijft: De veterinaire hoofdinspecteur der Volksge zondheid piof. dr. Berger heeft een onderzoek doen instellen naar de hygiëne en de capaciteit der bedrijven, waar de „regeeringskoeien" wor den geslacht, en verwerkt en de Centrale zen alléén vee leveren, als de hoofdinspecteur geen bezwaar heeft. Doch wij betwijfelen of de fa brieken het voor haar te verwerken aantal run deren hadden opgegeven, wel direct een onder zoek is ingesteld, of de fabrieken het opgegeven quantum ook werkelijk zouden kunnen ver werken. Om een grooter aandeel te krijgen hebben sommige fabrieken hun verwerkingscapaciteit zeer hoog opgegeven. En nu kregen ze door de Centrale (van de 9500 koeien, in één week over genomen) nog meer toebedeeld dan hun hoog ste kwantum was! Hoe de afslachting in som mige van die bedrijven is geweest, zullen we maar in het midden laten en dat de keuring en controle behoorlijk tot hun recht zijn gekomen, kunnen we voor sommige der bedrijven althans, moeilijk aannemen. Zeker is echter, dat veel van het overgenomen vee ondraaglijk veel heeft geleden, alvorens het verlossende slachtmes zijn werk kon doen, door dat de aanvoer van vee te overstelpend was en heel de organisatie onvoldoende. En daarvoor is geen verontschuldiging, dat alles overhaast moest gaan. Men heeft de overneming op de vrije markt niet behoorlijk weten te organisee- ren en nu men daarin te kort is geschoten heeft men als een soort redding de Varkens centrale maar ingeschakeld. Het blaadje „Het Anker", waarmee de sociaal democraten gepoogd hebben, ondanks de zuivering van revolutionnaire invloeden, hun greep op het marinepersoneel te handhaven, heeft den strijd opgegeven. „Voorloopig", naar het heet! De redactie en administratie hebben per cir culaire van 7 November aan de abonnees be richt, dat zij de uitgifte moesten staken, om dat het aantal abonnees tot een te kleinen kring beperkt bleef en de adverteerders zich van medewerking onthielden. Aan deze misgeboorte is niets verloren, zegt de „N. R. Crt." t Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Maandag géén audiëntie ver- leenen. Aan de groote rede van minister Colijn, Vrij dag in de Tweede Kamer gehouden en elders in dit blad gepubliceerd, is de behandeling van eenige kleine wetsontwerpen voorafgegaan, waarvan hier een korte samenvatting volgt. Daar was vooreerst een debatje over het ont- eigeningsontwerp ten behoeve van de verbete ring der spoorweg- en verkeerstoestanden te Amsterdam. Minister KALFF kon daarbij den sociaal-democraat van Braambeek, die bezwa ren opperde o. a. tegen den bouw van een groo te locomotievenloods in de Rietlanden, gerust stellen. Langer tijd ging heen aan de goedkeuring van het Oostenrijksche protocol van 15 Juli 1932. Nederland stelt zich daarbij garant voor een gedeelte ad 3.000.000 schilling van de door den Volkenbond aan Oostenrijk verstrekte leening. Ir. ALBARDA wilde de behandeling van dit ontwerp schorsen om twee redenen. Ten eerste uit het zuiver politieke o. a. door Dr. Kor- tenhorst gewraakte en gegispte motief, dat Oostenrijk thans geen democratische staat meer te achten is, en ten tweede, omdat naar het oordeel van den heer Albarda deze leening niet volledig door het Oostenrijksche parlement zou zijn goedgekeurd. Het laatste argument is door Minister DE GRAEFF, die zich een first class spreker toon de, weerlegd met de mededeeling. dat de voor naamste deelnemers in deze leening, Frankrijk en Engeland, door een tweetal deskundige ju risten hebben doen onderzoeken, of deze juri dische kant der kwestie in orde was welk onderzoek bevredigend is afgeloopen en het eerste argument heeft de Minister met Dr. Kor- tenhorst, Mr. Joekes en den heer Schouten eveneens afgewezen. Nederland had zich met de binnenlandsche politieke situatie van Oos tenrijk niet in te laten. Wèl had de bewinds man een woord van bewondering voor den heroieken moed, waarmee dit kleine landje voor zijn politieke, economische en financieele on afhankelijkheid vecht. Ir. Albarda's schorsingsmotie werd met 61 tegen 19 stemmen verworpen en het ontwerp met 54 tegen 26 stemmen aanvaard. Het is thans in korten tijd reeds de tweede maal, dat de S. D. A. P. het partijbelang in een interna tionale kwestie laat voorgaan. Nog niet zoolang geleden schamperde de heer Vliegen bij het handelsverdrag met Duitschland op voor eigen land schadelijke wijze tegen de betrouwbaar heid van de Duitsche wederpartij. En Vrijdag bleek de heer Albarda uit de waarschuwingen, toen door Dr. Kortenhorst en Minister Ver schuur toegediend, niets te hebben geleerd. te Rotterdam, den dienst met pensioen erlaten. Het zijn de kapiteins Van Rijk en Tolede. De laatste vaart nog op de „Rozenburg". Kapitein Tolede heeft de eerste lange reis voor L. Smit Co. gemaakt naar Odessa (Zwarte Zee) met een baggermolen op sleeptouw, gesleept door de „Noordzee'' (in 1889). Tevens heeft kapitein Tolede het eerste dok helpen versieepen. Hij was toen in 1896 stuurman aan boord van de „Oostzee" De sleepbooten Oceaan" en „Oost zee" hebben destijds een 1350 tons dok van Rot terdam naar San Paul de Loando aan de West kust van Afrika gebracht. In het geheel heeft kapitein Tolede vier dok ken helpen versieepen. Als stuurman op de „Poolzee" heeft kapitein Tolede een Engelschen viermaster van Bremershaven naar Steels hel pen brengen. In 1903 heeft kapitein Tolede een aantal Ne- derlandsche en Transvaalsche boeren, die op de Bermuda-eilanden gevangen zaten, na den Transvaalschen oorlog uit hun gevangenschap verlost en meegenomen naar Maassluis, waar hun een grootsche huldiging werd gebracht. Bij zijn veertigjarig dienstverband is kapitein Tolede gedecoreerd met de gouden medaille van Oranje-Nassau. Kapitein Tolede heeft ruim 44 dienstjaren en zal nu zijn verdiende rust gaan nemen. Kapitein Van Rijk heeft geregeld dienst ge daan in de binnenwateren. Verschenen is de lijst der prijzen belange loos beschikbaar gesteld door handel en in dustrie voor de N. C. C.-prfjsvraag van 3 Oct. De voornaamste prijzen zijn als volgt toe gekend: Luxe Ford Automobiel, laatste model, G. P. Jongepier, Axelschestraat 54 a, Terneuzen; Phi lips' Luxe Radio-toestel type 634 A. A. M. Bouman, Roelfsstraat 49, Den Haag; Telefun- ken Radiotoestel Siembens-Mij. Den Haag, W. M. van Dantzig, Jacobijnestraat 9, Haarlem; Koelkast Electrolux Den Haag, E. Mok, Tila- nusstraat 53, Amsterdam-O: Slaapkamer ameublement van Schaick Berghuis. Wad- dinrveen, B. J. Hooghuis, Oranjelaan 16, Hil- legersberg; Zilveren theeservies, Gerritsen Van Kempen, Zeist, J. H. W. Lanen, Berberis straat 85, Den Haag; Staande Hall-klok, Pan der, Den Haag, G. Dijkstra, Haagweg 189 c, Rijswijk: Kano, Carl Denig, W. Roelands, Coe- hoomstraat 63, Nijmegen; Stofzuiger, Vampyr- Rond AEG, Amsterdam, L. van den Bergen, Vlierboomstraat 414, Den Haag; Protos Stof zuiger Siemens-Mij., Den Haag, E. Zwart Stadhouderskade 155, Amsterdam; Stofzuiger 12 Electrolux, Den Haag, H. J. Smith, Hout markt 79, Zutphen; Cassette 78 st. zwaar ver zilverd tafelzilver Quaker Oats Co., Rotterdam, A. M. Kesting, Javastraat 8 I, Amsterdam O.; Juncker „Normaal" Heerenrijwiel, C. C. Ver beek, Heliotroopstraat 39, Den Haag; Juncker „Normaal" Heerenrijwiel, mevr. van Holthe, Ten Katelaan 24, Bilthoven; Juncker „Nor maal" damesrijwiel, J. P. Zoetemeijcr, Voor straat 76, Brielle; Juncker „Normaal" Dames rijwiel, H. Portisch, de Bruynestraat 51, Den Haag; Juncker Jongensrijwiel, mevr. M. Stu- ber, Pauwenlaan 6, Den Haag; Juncker Meis jesrijwiel, W. Buckert, Haarlemmerplein 42 III. Amsterdam; Eysink dames- of heerenrijwiel, E. Kuipers, Claes de Vrieslaan 16, Rotterdam; Stofzuiger „Populair" Electrolux, Den Haag, Mevr. A. C. HuismanBrussaard, Amstelkade 172, Amsterdam. Er zijn vele menschen, die precies weten hoe hoog hun bloedsdruk is, en die dezen te vens geregeld laten controleeren. Wanneer dan de druk weer enkele millimeters omhoog gegaan is, maken zij zich zeer ongerust, en wan neer de druk omlaag gegaan is, zijn ze blij en denken, dat ze zich weer het een en ander kun nen veroorloven. Intusschen hebben zij in 't geheel geen duidelijke voorstelling, wat die hooge bloedsdruk eigenlijk te beteekenen heeft. Om het bloed door de slagaderen te stuwen, is kracht noodig; evenals er kracht noodig is, om water dbor de slang van een brandspuit te jagen. Ongeveer 60 a 80 malen trekt een vol wassen en gezond hart zich samen; door die samentrekking wordt het bloed uit het hart weggedrukt en in de slagaderen gedrukt of ge spoten. Maar dit bloed kan niet vrij wegloopen, zooals het water uit een emmer loopt, maar het ontmoet een weerstand. Op het oogenblik, dat het hart zich samentrekt en bloed in de slag aderen perst, zijn die slagaderen, en ook de ver dere vaten reeds met bloed gevuld. Waar moet dat nieuwte bloed nu een plaats vinden? Iedereen begrijpt, dat er meer ruimte moet komen, dus de slagaderen moeten wijder worden. Dit ge schiedt dan ook; en in die verwijde vaten vindt het nieuwe bloed plaats. Maar meteen trekken die slagaderen zich weer samen, en dan ver wijdt de slagader zich verderop; daar komt dan weer plaats, en zoo wordt het bloed bij wijze van spreken opgeschoven. De geheele bloed- kolom wordt zoo door het geheele lichaam, van het hart via de slagaderen, vandaar door de haarvaten, en vandaar door de aderen opgescho ven, en uit de aderen wordt het weer door het hart opgezogen; want het hart is tegelijkertijd een zuig- en een perspomp. Zoo wordt dan het geheele bloed telkens met een weinigje tegelijk door het lichaam gestuwd door de kracht van het hart, en door de medewerking van de slag aderen. Wanneer alle slagaderen en de haarvaten nu soepel, elastisch zijn, is er niet zoo heel veel kracht noodig, om het bloed er doorheen te stauwen; en als er niet veel kracht noodig is, is ook de druk niet hoog. Uit het hart ont springt, zooals men weet, de groote slagader: deze geeft verschillende takken af, of zooals men zegt, vertakt zich in kleine slagaderen, deze vertakken zich ook weer, totdat ten laatste dis aderen zoo dun zijn, dat ze haarvaten of ca- pillairen genoemd worden, omdat ze dan zoo dun zijn als een haar; ze zijn echter nog veel dunner. Wanneer nu al die haarvaatjes nauwer worden, dan is het gevolg daarvan wel te voor zien. Want probeer maar water te persen door een buis met een heel nauwe opening; daarvoor is immers veel meer druk noodig, dan door een zelfde buis met een wijde opening; daarvoor is meer kracht noodig. Hetzelfde met de haar vaten; wanneer deze nauwer worden, dan is er meer kracht noodig, om het bloed er door heen te persen; en die kracht moet van het hart komen. De mensch leeft dan gewoon door, maar zijn hart werkt sterker dan bij een normaal mensch. Een verhooging van den bloedsdruk ontstaat ook, wanneer de slagaderen niet meer elastisch, niet meer soepel zijn; dan is er immers ook meer druk, meer kracht noodig om het bloed door die harde vaten te jagen. Die hooge bloeds druk en die harde vaten kent men nu al heel lang: het was bekend, dat bij een zeer veel voorkomende nierziekte, de z.g. schrompelnier, de bloedsdruk hoog was; en het v,'as ook al lang bekend, dat bij aderverkalking, arterioscle- rose, de slagaderen hard zijn. Nu werd onge veer 20 jaar geleden de aandacht heel sterk op den hoogen bloedsdruk gevestigd, en er werd een instrument vervaardigd om dien druk nauw keurig te kunnen meten. Vroeger mat men den druk door den vinger op de pols te leggen, en dan te voelen of de pols gemakkelijk of moei lijk dichtgedrukt kon worden. Toen dan voor pl.m. twintig jaar begonnen werd, bij iedereen, die over dofheid of pijn in het hoofd klaagde, den bloedsdruk te meten, vond men dat er tal- looze menschen waren, die een te hoogen bloeds druk hadden. En toen werd er maar al te dik wijls geconcludeerd: dat is een begin van schrompelnier, of een begin van aderverkalking. Ik heb er mijn oude boeken nog eens op nage lezen. Hoe ouder de boeken, hoe ernstiger de hooge bloedsdruk wordt opgenomen. Ik over drijf dan ook niet, als ik zeg, dat er tallooze menschen zonder genoegzame reden jaren lang met vrees hebben rondgeloopen, die achteraf bleek niet gefundeerd te zijn. De groote Mackenzie, de beste hartekenner van moderne tijden, zegt zoo: hooge bloedsdruk is gevaarlijk, wanneer er bovendien nog andere teekenen zijn van ziekte van de nieren, de vaten of het hart, maar wanneer de nieren en het hart goed functionneeren en ook de vaten gezond zijn, maakt hij zich over den hoogen bloedsdruk niet ongerust. Voor korten tijd las ik nog een overzicht van moderne ervaringen over dit punt. Immers nu kan men nagaan, wat er met de menschen, die 10, 15 of 20 jaar geleden reeds hoogen bloeds druk hadden, gebeurd is. Welnu, deze menschen, die alleen maar een hoogen bloedsdruk hadden, hebben het in tal looze gevallen uitstekend gemaakt. Een dokter heeft 20 gevallen 10 16 jaar waargenomen, die allen een druk hadden boven 200. Een ander heeft 176 gevallen waargenomen, 4 a 18 jaren lang, en vindt het lijden niet ernstig. Prof. O. Muller heeft zelfs een vrouwelijke patiënte 21 jaar lang met een bloedsdruk van 200 gezien: nu is zij 80 jaar en nog flink. In 't begin heeft men allerlei middelen ge probeerd, om zulk een hoogen druk naar bene den te krijgen, maar langzamerhand komt men daarvan terug. De meeste menschen, met zulk een hoogen druk, hebben daaraan behoefte; waanneer die druk zou zinken, zou het lichaam niet meer goed voorzien worden met bloed. Bovendien zijn de middelen, om den druk naar beneden te brengen, vrijwel alle onwerkzaam. Alles te zamen, is iemand met een hoogen bloeddruk er thans beter aan toe dan 20 en 10 jaar geleden; en zoo ziet men dat de theorie weliswaar heel mooi is, maar het laatste woord wordt altijd door de ervaring gesproken. TH. H. SCHLICHTING Het Britsche ministerie van Handel heeft thans een verordening opgesteld ter regeling van den invoer van bacon en ham. Deze veror dening, die echter nog door het parlement moet worden goedgekeurd, zal 1 December van kracht worden. Van dien datum af zal er geen bacon uit de met name genoemde landen mogen worden in- gegevoerd zonder vergunning van 't ministerie van Handel of 'n certificaat van 'n regeering, die hieromtrent met de Britsche regeering 'n re geling heeft getroffen. Verder zullen deze maat regelen ook van toepassing zijn op de andere, niet met name genoemde landen, indien hun baconuitvoer naar Groot-Brittannië meer dan 20.000 K.G. per week bedraagt. In afwachting van het in werking treden der verordening treft men maatregelen het invoer recht met 16 pCt. te verminderen. De „Hertog Hendrik" H.M.'s „Hertog Hendrik", onder bevel van kapitein ter zee C. ter Poorten, is 9 November, Aan een mededeeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek betreffende de indexcijfers der groothandelsprijzen over Oct. 1933 ontleenen we het volgende. Het algemeen indexcijfer van 48 artikelen berekend naar den maatstaf van de jaren 1901- 1910 en 1913 bedroeg in October van dit jaar resp. 83 en 75 (vorig jaar 86 en 77); in Sep tember 1933 was dit 82 en 75 (vorig jaar 84 en 76). Het indexcijfer van voedingsmiddelen (28 artikelen) berekend naar dezelfde grondslagen bedroeg in October resp. 88 en 79 (vorig jaar 92 en 82) en in September 86 en 78 (vorig jaar 88 en 79). Bij beschouwing dezer indexcijfers (basis 1913 100) over October 1933, in vergelijking met die der voorgaande maand blijkt, dat het algemeen indexcijfer gelijk is gebleven, dat der voedingsmiddelen met pl.m. één punt is ge stegen. Tegenover een prijsstijging van 14 artikelen (12 voedingsmiddelen) met in totaal 83 punten (w.o. thee met 17, aarappelen en melk elk met 12 en suiker met 11 punten) staat een prijs daling van 18 artikelen (8 voedingsmiddelen) met in totaal 59 punten (w.o. gerst met 15 punten). De stijging van September op October, uit gedrukt in procenten is als volgt: melk 19,5, thee 18.5, suiker 11.7, aardappelen 9.1, hooi 8.1, eieren 7.6, kaas 7.3, rogge 6.0, kalfsvleesch 5.4, alcohol 5.3, rundvleesch 1.9, tarwezemelen 1.2, hout Zweedsch vuren 1.1 en tin 0.9; de daling uitgedrukt in procenten is voor gerst 22.9, peper 9.9, lijnolie 9.2, zwavelzure ammo niak 6.2, groene erwten 6.0, leder 5.7, lams- vleesch 5.6, koffie 5.0, terpentijnolie 4.8, pe troleum 3.4, runderhuiden 3.4, boter 2.9, var- kensvleesch 2.7, hennep 2.4, maïs 1.8, vlas 1.6, ruwe katoen 0.9 en zilver 0.5. Op 1 Januari zullen de twee oudste kapiteins van L. Smit Co.'s Internationale Sleepdienst Gistermiddag te drie uur is Z. H. Exc Mgr. J D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem, van zijn reis van Rome in zijn residentie terugge keerd. De directeur van de „Stichting Nederlandsche Meelcentrale" deelt mede, dat met ingang van Maandag, den I3den November, invoermachti- gingen slechts worden afgegeven door het bureau in Den Haag, Riouwstraat 178 en door de te Amsterdam, O. I. Huis, kamer 3, loket 7a en te Rotterdam, Boompjes 31, verblijvende con troleurs. Import is dus mogelijk gemaakt langs alle Nederlandsche grensstations, waar douanekan toren aanwezig zijn; slechts moet de importeur zich van te voren voorzien van een invoermach- tiging. Het tot nu toe gevolgde systeem, waarbij slechts enkele grenskantoren waren geopend, op welke kantoren ook invoermachtigingen werden afgegeven, is dus met ingang van bovengenoem- den uatum vervallen. Belanghebbenden wordt aangeraden zich tijdig met de Nederlandsche Meelcentrale in verbin ding te stellen, daar geen invoermachtigingen zullen worden verstrekt, alvorens de verschul digde monopoliewinst is betaald, tenzij een bankgarantie is gesteld. Ter verkrijging van een invoermachtiging is het noodzakelijk, dat koopbrief, factuur, copie- zeeconnossement en/of vrachtbrief worden over gelegd. De wijze van het verstrekken der invoermach tigingen geschiedt dus feitelijk op dezelfde Wijze als deze voor den import van tarwebloem B en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5