Verhouding van Kerk en Staat
VTUftohacdt'Hoeder
Nog niets geleerd
Medische kroniek
WEER BENEDICTIJNEN
IN EG MOND
ZATERDAG 11 NOVEMBER
LEEKEPREEKEN
HAVEN VAN HAIFA IN GEBRUIK GESTELD
Rome-reis uitgesteld
Het Derde Orde-Congres verdaagd
DR. J. P. FOCKEMA ANDREAE
Beëedigd als Commissaris der
Koningin
DE REGEERINGSKOEIEN
En de verwerkingscapaciteit
der fabrieken
„HET ANKER" AL WEER
OPGEHEVEN
Audiëntie
De tweede maal dat de S.D.A.P.
in een internationale kwestie het
partijbelang laat voorgaan
Bewondering voor
Oostenrijk
GROOTHANDELSPRIJZEN
Indexcijfer der levensmiddelen
gestegen
De prijsvraag N.C.C.
Lijst der beschikbaar gestelde
prijzen
Hooge bloedsdruk
BACON NAAR ENGELAND
Nieuwe verordening 1 December
van kracht
des middags om 12 uur, de Straat van Gibraltar
gepasseerd met bestemming Napels.
TWEE SLEEPBOOTKAPITEINS
GAAN RUSTEN
Een eervolle staat van dienst
MGR. J. D. J. AENGENENT
Uit Rome terug
IMPORTEURS VAN MEEL
Machtigingen noodzakelijk
Semolina werd gevolgd bij de Vereeniging Ne
derlandsche Meelcentrale.
Dezer dagen werd de nieuwe haven van Haifa door den Hoogen Com
missaris, Sir A. Greenfell Wanchope, in gébruik gesteld. Deze haven is
op één na de grootste der Middellandsche Zee; de bouwkosten bedroegen
1250.000 Pond Sterling
Werd reeds in het begin der veertiende
eeuw de kiem voor conflicten tusschen
Kerk en Staat gelegd, eerst na het
uitbreken der Reformatie zou de werkelijke
scheiding tusschen de katholieke kerk en ver
schillende tot het protestantisme overgegane
landen een feit worden. En als later de geest
van Voltaire en Rousseau Europa verovert,
wordt de scheiding tusschen kerk en staat, op
weinig uitzonderingen na, algemeene practijk.
Onze moderne maatschappij is aan dezen
Vorm zoo gewoon geraakt, dat wij ons nauwe
lijks meer de oude verhouding denken kunnen.
En toch wanneer wij ons van alle historisch
gegroeide vooroordeelen losmaken hoe scheef
is dan de bestaande en hoe zuiver was de oude
toestand! De middeleeuwsche verhouding tus
schen kerk en staat steunde op het beginsel,
dat beide machten in zichzelf alle middelen
bezaten om haar doel te bereiken, dus een
volmaakte maatschappij vormden, ieder auto
noom op eigen terrein. Wanneer wij God als
uitgangspunt der schepping nemen, dan zien
wij in dezen gedachtengang de menschelijke
samenleving verdeeld tusschen twee machten:
de kerkelijke en de burgerlijke; de een belast
met de zorg over de geestelijke, de ander over
de tijdelijke zaken. Leo XIII formuleerde de
bevoegdheden van beide in zijn: IMMORTALE
DEI onverbeterlijk op de volgende wijze: „Beide
zijn in haar eigen kring de hoogste; ieder heeft
bepaalde grenzen, binnen welke hij zich moet
beperken en die door den eigen aard en de eigen
taak van elk zijn aangegeven, zoodat er als
het ware een kring is getrokken, binnen welken
ieder rechtens werkzaam is. Maar wijl het ge
zag van beide zich uitstrekt over dezelfde men-
schen, en wijl het kan voorkomen, dat een en
dezelfde zaak, ofschoon onder een ander op
zicht, behoort tot het rechtsgebied en de be-
oordeeliftg van beide, moet Gods Voorzienig
heid, waardoor beide zijn aangesteld, beider ge
dragslijn met juistheid en orde hebben aange
geven."
Iets anders te veronderstellen zou een be-
leediging van den Schepper zijn, die alles ook
in de natuurlijke orde wonderbaar harmonisch
heeft samengesteld. Evident is, dat Christus
een kerk heeft gesticht tot heil der zielen; even
onomstootelijk staat vast, dat God een burger
lijk gezag wil tot ordening van het maatschap
pelijk leven. Zou God dan toelaten, dat de
mensch, onderdaan van twee machten, in ge
wetensconflict zou moeten verkeeren, wanneer
die beide machten omtrent de vervulling van
eenzelfden plicht verschillende bevelen zouden
geven? Dat is niet aannemelijk! moet dus
tusschen beide een duidelijke taakverdeeling
zijn. En deze is niet moeilijk: alles wat in de
menschelijke belangen op een of andere wijze
heilig genoemd kan worden, alles wat betrekking
heeft op den dienst van God of het heil der
zielen, behoort tot de uitsluitende bevoegdheid
der kerk. Al het overige, alle burgerlijke en
politieke aangelegenheden, behooren tot de
rechtsmacht van den staat.
In de practijk kwamen bij een goede ver
standhouding tusschen beide machten dikwijls
overeenkomsten tot stand, waarbij de kerk bijv.
by het benoemen van bisschoppen concessies
deed aan den staat; waarin de rechten en
plichten der geestelijken geregeld werden enz.
Zoo werd reeds in 1122 tusschen Hendrik V en
Calixtus II een concordaat gesloten. Bij zulk een
verhouding „zijn de goddelijke en tijdelijke
zaken ordelijk verdeeld; de rechten der burgers
zijn verzekerd, omdat zij beveiligd zijn door de
bescherming van goddelijke, natuurlijke en
menschelijke wetten; ieders plichten zijn met
wijsheid omschreven en de onderhouding er van
deugdelijk gewaarborgd."
Dat de woeste barbaren, die in de eerste
eeuwen onzer jaartelling geheel Europa, dat ten
Noorden van Italië gelegen,was, bevolkten, in wei
nig eeuwen tot 't christendom gebracht werden,
van welke beschaving thans nog de heerlijkste
monumenten getuigen en uit welker cultuur wij
op heden nog rijke sappen trekken; dat hei-
densche barbaarschheid in christelijke zedelijk
heid werd veranderd; dat de slavernij werd af
geschaft en de vrouw haar hooge plaats in de
samenleving kreeg: dat de Mohammedanen naar
het Oosten werden teruggedrongen: in één
woord, dat Europa de leiding in de wereld
geschiedenis nam is te danken aan de samen
werking en de zuivere verhouding tusschen kerk
en staat in de middeleeuwen.
Met het loslaten van de eenheid van geloof,
met de verzaking aan het gezag van den Paus
door een groot deel der Europeesche bevolking
als opperhoofd der geheele christenheid, ont
stond spoedig ook de valsche theorie van den
volkswil als hoogste macht in de burgerlijke
samenleving. Te weinig wordt nog altijd de be-
teekenis ingezien van de omwenteling, welke
reeds in de zeventiende eeuw in de geesten
plaats had en die in het einde der achttiende
eeuw tot de Fransche revolutie voerde, om in
de negentiende eeuw tot het politieke en sociale
liberalisme in alle landen der zoogenaamde be
schaafde wereld uit te groeien. Het vrije den
ken als reactie tegen de middeleeuwsche gebon
denheid voerde de menschen stap voor stap
tot bandeloosheid op elk terrein. Voordat de
reactie van de laatste jaren inzette was de
toestand in de meeste Europeesche landen toch
feitelijk zóó, dat een ieder over alles vrijelijk
kon denken, zeggen en schrijven wat hij wilde.
De leus van „vrijheid en gelijkheid" bleef langen
tijd een leus, maar toen het liberalisme het
socialisme en dit laatste het communisme had
gebaard, was er van eenig gezagsbegrip bij de
groote massa nog maar weinig overgebleven.
Uiterlijk werd in vele landen met den sterken
arm, met politie en gevangenis, nog wel een
restje openbare orde gehandhaafd; voor zoover
er geen openlijk verzet viel te constateeren was
er van innerlijk respect voor de overheid ner
gens meer sprake. Wij, levend geslacht, heb
ben na den grooten oorlog eerst recht de vruch
ten van den geest der Fransche revolutie ge
plukt: de algemeene geest van gelijkheid van
alle menschen, zonder onderscheid van stand
of rang, van geslacht of aanleg; de opvatting,
dat niemand het recht heeft aan een ander te
bevelen. Theoretisch mocht dan nog door chris
telijke staatslieden te bewijzen zijn, dat het
algemeene en passieve kiesrecht geen princi
pieel verschil bracht in de gezagsverhoudingen,
feitelijk werd dit individueele kiesrecht met de
verplichting van de gekozenen om volgens te
voren afgelegde beloften te stemmen, een re-
geeren van den volkswil. In de practijk kon
men dan ook herhaaldelijk constateeren, dat
een eenvoudige kiezer van christelijken huize
het wezenlijk verschil niet begreep tusschen de
gezagsopvatting van een socialist en een chris
ten. Het „alle gezag komt van God" en „re-
geeren naar den volkswil" heetten twee diame
traal tegenover elkaar staande beginselen te
zijn; maar het onderscheid ontging den een-
voudigen man, omdat hij er in de practijk zoo
bitter weinig van bespeurde.
Bij zulk een vrijheidsopvatting werd het ook
als de meest natuurlijke zaa£ van de wereld
beschouwd, dat de staat zich officieel niet met
God of godsdienst inliet. De burgerlijke over
heid was de groote politieagent, wiens hoogste
streven moest zijn de openbare orde te hand
haven. Ideaal werd in dien gedachtengang die
regeering genoemd, welke het wist klaar te
spelen de burgers zonder verstoring der open
bare orde naast elkaar te doen leven, terwijl
de een dezen, de andere genen godsdienst aan
hing, anderen weer God openbaar loochenden.
Alleen de vrije meening diende beschermd te
worden; met God of godsdienst dus ook met
de kerk kon de burgerlijke overheid zich niet
inlaten.
Men zal ons tegenvoeren, dat in alle landen
met gemengde godsdienstige bevolking (en dat
is tegenwoordig nagenoeg overal) practisch geen
andere gedragslijn voor de burgerlijke overheid
denkbaar is. Wanneer dit ten deele moet wor
den toegegeven volgt hieruit slechts, dat de
maatschappij in den modernen tijd het spoor
wel deerlijk is kwijt geraakt. Wanneer wij in
de laatste jaren vele staten door het commu
nisme aan den rand van den ondergang heb
ben gezien en wij thans overal een reactie tegen
den dreigenden chaos, als gevolg van de gezags
ondermijning zien opkomen, dan denken wij aan
het woord van een kerkvader: „de toestand van
een staat hangt af van den godsdienst, waar
door God geëerd wordt; tusschen den staat en
den godsdienst bestaat een nauwe band en ver
wantschap."
De moderne scheiding van kerk en staat ver
brak dezen band tot groote schade voor de bur
gerlijke samenleving. Wanneer nu overal om
herstel, om restauratie, om opbouw en vernieu
wing wordt geroepen, dan is het de vraag of
de christenen niet goed zullen doen om althans
weer de eerste bescheiden stappen te zetten op
den weg tot herstel van zuiverder verhoudin
gen tusschen geestelijke en wereldlijke overheid.
Bij het bestaan van tal van godsdienstige sek
ten lijkt zulks wel haast ondoenlijk. Toch
om ons bij eigen land te bepalen kan be
gonnen worden met meer eerbied en bescher
ming te vragen voor het christendom, waarvan
het overgroote deel des volks zich gelukkig nog
aanhanger noemt. Het is niet te ontkennen, dat
bij de zorg voor het materieele de geestelijke
volksbelangen te zeer verwaarloosd zijn. Voor
die moreele verheffing van het openbare leven
kunnen alle christenen opkomen. Vervolgens
mogen ons de nieuwe staatkundige strevingen
om te komen tot een andere politieke orde,
welke ook hier worden waargenomen en elders
reeds tot een totale omvorming van het staats
bestuur hebben geleid, niet onverschillig laten.
Vooral wij, katholieken, hebben te vragen, op
welke wijze wij daarbij de hoogste belangen,
namelijk die van godsdienst en christelijke ze
den, het best kunnen behartigen.
HOMO SAPIENS
In onze dagen wordt door de persberichten
veler aandacht gevestigd op de plaats van het
oudste cultuurcentrum in N.-Holland: Egmond
aan den Hoef en wel door de merkwaardige op
gravingen van het Middeleeuwsche slot der
Heeren van Egmond. Maar vlak daarbij liggen
enkele steenresten van het eigenlijke oude be
schavingsmiddelpunt, namelijk van een kloos
ter, dat voor deze streken in de oudste Middel
eeuwen van groote opbouwende waarde is ge
weest; en naast het fraaie oude slot vormde
de versterkte abdij van de oude Benedictijner
monniken een complex van gebouwen, in hun
Gotische stijleenheid zoo schoon, dat zelfs de
schoonste nieuwere kloosters er ver bij ten ach
ter blijven.
En toch werd ook hier heel klein begonnen,
kort nadat S. Willebrordus den weg achter langs
de N-Hollandsche duinen tot den oudsten Ne-
derlandschen Heiligenweg had gestempeld. Over
vloedig waren toen voor een landstreek de zege
ningen van een Benedictijner vestiging. Zulk
een klooster was voor de verre omgeving kerk
en gasthuis, dokterskamer en hospitaal, advies
bureau voor alle ambachten, notariaat, school,
universiteit en bibliotheek.
Door de Hervorming werden deze monniken
daar verdreven en hun kloostergebouwen vielen
in puin. Maar sinds een twintigtal jaren hebben
voor het eerst weer Benedictijnen zich in Ne
derland gevestigd en wel in het Brabantsche
Oosterhout. Tot de uiterlijke teekenen van hun
werken aldaar behoort o a. de met eigen krach
ten opgebouwde kapel, waarvan zelfs een Ber-
lage indertijd getuigde, dat nog geen architect
zoo schoon met baksteenen had gewoekerd.
Maar veel sterker zijn de persoonlijke invloe
den, niet alleen doordat onder de zwarte mon
nikskappen zooveel geleerde hoofden schuil
gaan, die de aandacht van heel intellectueel
Nederland trekken, maar vooral doordat er vele
geloofsverdedigers en godsdienstverklaarders on
der zijn van zoo overtuigende kracht, dat reeds
menige ongeloovige aan hun altaar als bekeer
ling neerknielde. Door de treffende wijze, waar
op zij de schoonste liturgie ter wereld die
van ons geloof in hun diensten manifestee
ren, een wijze, die in haar eenvoud teruggaat
tot de zuiverste bronnen uit oude tijden, gaan
vele vrome Nederl. herhaaldelijk ter beevaart
naar deze vrij moeilijk te bereiken abdij, zoodat
de kapel eigenlijk bedoeld als sacristie van
een grooter te bouwen kerk veel te klein is
om de velen te bevatten, die hier in de Goede
Week en op hooge feestdagen de liturgische
hartffalincran IrmrtAn vrdcraw rnaaT W&t Veel fcrgei
is, de communauteit van paters en broeders is
zoo toegenomen, dat de eigenlijke kloosterge
bouwen veel te klein zijn om allen een hygië
nisch onderdak te geven. Zoo ligt uitbreiding
voor de hand; maar de Benedictijnen met den
goeden geest, die van hen uitgaat, zullen eerst
waarlijken Nederland terug zijn, als de paters
zich weer een klooster hebben kunnen opbou
wen op hun oude gronden te Egmond, waar
reeds de S. Adelbertsakker en het beevaarts
kapelletje getuigt van hun ernstig streven weer
te komen naar het oude centrum van Benedic
tijner ijver in Nederland. En de nieuwe gebou
wen in Oosterhout staan er borg voor, dat hier,
zij het eerst ook nog maar een klein, maar een
schoon klooster, Noord-Hollands Noorderkwar
tier zal komen opluisteren.
Maar bij deze monniken heerscht ook nog de
echt vroeg-Middeleeuwsche armoede; zoo goed
als geen enkele bron van inkomsten staat te
hunner beschikking en ook geheel onvermogen
de paters en broeders worden onder deze vrome
mannen opgenomen.
Nu heeft zich sinds eenige jaren een commis
sie gevormd onder het eere-voorzitterschap van
Jhr. Mr. Ch. M. Ruys de Beerenbrouck en den
heer L. Nieuwenhuis als penningmeester. Op
het gironummer van Th. Gilissen's Bank 28485
zijn reeds allerlei giften gestort; maar Noord-
Nederland, Noord-Holland in de eerste plaats,
heeft nog onvoldoende getuigd van haar mild
dadigheid ten bate van dit welverdiende eer
herstel voor Katholiek Nederland, onvoldoende
ook van haar inzicht, hoe dit nieuwe klooster
het geluk van het beleven der Benedictijnsche
vroomheid voor veel meer Nederlanders bereik
baar zal maken en hoe daarmede voor het eerst
weer in Noord-Holland een hoogeschool van
R. K. godsdienstkennis en liturgischen ijver den
luister en den zuiverenden invloed (ook onder
niet-Katholieken) zullen verbreiden van ons
geloof en onzen godsdienst. Wie Egmond mee
helpt opbouwen, al is het ook met geringe mid
delen, want ook die zijn bijzonder welkom,
werkt mede aan de geloofsversterking van vele
lauwen en aan de bekeering van vele afgedwaal-
den.
bedaart spoedig met een
Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
De Hoogeerw. Pater Generaal der Orde van
St. Dominicus heeft, het Internationaal Derde
Orde Congres, dat aanvankelijk gehouden zou
worden in Februari a.s., verdaagd. Het Con
gres, dat te Rome wordt gehouden is nu vast
gesteld op 2630 April 1934.
In verband hiermede is ook de Romereis der
Dominicaansche Derde Orde uitgesteld Deze
zal nu plaats hebben van 23 April tot 7 Mei
1934. Met het oog op het milder klimaat ligt
het voor de hand dat de reis, die nu valt in
den schoonsten tijd van 't jaar, in aantrekke
lijkheid aanmerkelijk is gestegen.
Nieuwe reisprogramma's kunnen aange
vraagd worden bij den promotor provincialis
der Derde Orde: Pater C. Piels, Kerkegasje 8,
Nijmegen of bij het Reisbureau Centropa te
Utrecht, Oudegracht 75.
H. M. de Koningin heeft Vrijdag ten paleize
Het Loo ontvangen dr. J. P. Fockema Andreae,
burgemeester van Utrecht, benoemd commis
saris der Koningin in Groningen, ter beëedi-
ging als zoodanig.
De „Vee- en Vleeschhandel", orgaan van den
Ned. Slagershond, den Bond van Veehandelaren
en den Ned. Grossiersbond voor den vleesch
handel, schrijft:
De veterinaire hoofdinspecteur der Volksge
zondheid piof. dr. Berger heeft een onderzoek
doen instellen naar de hygiëne en de capaciteit
der bedrijven, waar de „regeeringskoeien" wor
den geslacht, en verwerkt en de Centrale zen
alléén vee leveren, als de hoofdinspecteur geen
bezwaar heeft. Doch wij betwijfelen of de fa
brieken het voor haar te verwerken aantal run
deren hadden opgegeven, wel direct een onder
zoek is ingesteld, of de fabrieken het opgegeven
quantum ook werkelijk zouden kunnen ver
werken.
Om een grooter aandeel te krijgen hebben
sommige fabrieken hun verwerkingscapaciteit
zeer hoog opgegeven. En nu kregen ze door de
Centrale (van de 9500 koeien, in één week over
genomen) nog meer toebedeeld dan hun hoog
ste kwantum was! Hoe de afslachting in som
mige van die bedrijven is geweest, zullen we
maar in het midden laten en dat de keuring en
controle behoorlijk tot hun recht zijn gekomen,
kunnen we voor sommige der bedrijven althans,
moeilijk aannemen.
Zeker is echter, dat veel van het overgenomen
vee ondraaglijk veel heeft geleden, alvorens het
verlossende slachtmes zijn werk kon doen, door
dat de aanvoer van vee te overstelpend was en
heel de organisatie onvoldoende. En daarvoor
is geen verontschuldiging, dat alles overhaast
moest gaan. Men heeft de overneming op de
vrije markt niet behoorlijk weten te organisee-
ren en nu men daarin te kort is geschoten
heeft men als een soort redding de Varkens
centrale maar ingeschakeld.
Het blaadje „Het Anker", waarmee de sociaal
democraten gepoogd hebben, ondanks de
zuivering van revolutionnaire invloeden, hun
greep op het marinepersoneel te handhaven,
heeft den strijd opgegeven. „Voorloopig", naar
het heet!
De redactie en administratie hebben per cir
culaire van 7 November aan de abonnees be
richt, dat zij de uitgifte moesten staken, om
dat het aantal abonnees tot een te kleinen
kring beperkt bleef en de adverteerders zich
van medewerking onthielden.
Aan deze misgeboorte is niets verloren, zegt
de „N. R. Crt." t
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Maandag géén audiëntie ver-
leenen.
Aan de groote rede van minister Colijn, Vrij
dag in de Tweede Kamer gehouden en elders
in dit blad gepubliceerd, is de behandeling van
eenige kleine wetsontwerpen voorafgegaan,
waarvan hier een korte samenvatting volgt.
Daar was vooreerst een debatje over het ont-
eigeningsontwerp ten behoeve van de verbete
ring der spoorweg- en verkeerstoestanden te
Amsterdam. Minister KALFF kon daarbij den
sociaal-democraat van Braambeek, die bezwa
ren opperde o. a. tegen den bouw van een groo
te locomotievenloods in de Rietlanden, gerust
stellen.
Langer tijd ging heen aan de goedkeuring
van het Oostenrijksche protocol van 15 Juli
1932. Nederland stelt zich daarbij garant voor
een gedeelte ad 3.000.000 schilling van de
door den Volkenbond aan Oostenrijk verstrekte
leening.
Ir. ALBARDA wilde de behandeling van dit
ontwerp schorsen om twee redenen. Ten eerste
uit het zuiver politieke o. a. door Dr. Kor-
tenhorst gewraakte en gegispte motief, dat
Oostenrijk thans geen democratische staat meer
te achten is, en ten tweede, omdat naar het
oordeel van den heer Albarda deze leening
niet volledig door het Oostenrijksche parlement
zou zijn goedgekeurd.
Het laatste argument is door Minister DE
GRAEFF, die zich een first class spreker toon
de, weerlegd met de mededeeling. dat de voor
naamste deelnemers in deze leening, Frankrijk
en Engeland, door een tweetal deskundige ju
risten hebben doen onderzoeken, of deze juri
dische kant der kwestie in orde was welk
onderzoek bevredigend is afgeloopen en het
eerste argument heeft de Minister met Dr. Kor-
tenhorst, Mr. Joekes en den heer Schouten
eveneens afgewezen. Nederland had zich met
de binnenlandsche politieke situatie van Oos
tenrijk niet in te laten. Wèl had de bewinds
man een woord van bewondering voor den
heroieken moed, waarmee dit kleine landje voor
zijn politieke, economische en financieele on
afhankelijkheid vecht.
Ir. Albarda's schorsingsmotie werd met 61
tegen 19 stemmen verworpen en het ontwerp
met 54 tegen 26 stemmen aanvaard. Het is
thans in korten tijd reeds de tweede maal, dat
de S. D. A. P. het partijbelang in een interna
tionale kwestie laat voorgaan. Nog niet zoolang
geleden schamperde de heer Vliegen bij het
handelsverdrag met Duitschland op voor eigen
land schadelijke wijze tegen de betrouwbaar
heid van de Duitsche wederpartij. En Vrijdag
bleek de heer Albarda uit de waarschuwingen,
toen door Dr. Kortenhorst en Minister Ver
schuur toegediend, niets te hebben geleerd.
te Rotterdam, den dienst met pensioen erlaten.
Het zijn de kapiteins Van Rijk en Tolede. De
laatste vaart nog op de „Rozenburg". Kapitein
Tolede heeft de eerste lange reis voor L. Smit
Co. gemaakt naar Odessa (Zwarte Zee) met
een baggermolen op sleeptouw, gesleept door de
„Noordzee'' (in 1889). Tevens heeft kapitein
Tolede het eerste dok helpen versieepen. Hij
was toen in 1896 stuurman aan boord van
de „Oostzee" De sleepbooten Oceaan" en „Oost
zee" hebben destijds een 1350 tons dok van Rot
terdam naar San Paul de Loando aan de West
kust van Afrika gebracht.
In het geheel heeft kapitein Tolede vier dok
ken helpen versieepen. Als stuurman op de
„Poolzee" heeft kapitein Tolede een Engelschen
viermaster van Bremershaven naar Steels hel
pen brengen.
In 1903 heeft kapitein Tolede een aantal Ne-
derlandsche en Transvaalsche boeren, die op de
Bermuda-eilanden gevangen zaten, na den
Transvaalschen oorlog uit hun gevangenschap
verlost en meegenomen naar Maassluis, waar
hun een grootsche huldiging werd gebracht.
Bij zijn veertigjarig dienstverband is kapitein
Tolede gedecoreerd met de gouden medaille van
Oranje-Nassau.
Kapitein Tolede heeft ruim 44 dienstjaren en
zal nu zijn verdiende rust gaan nemen.
Kapitein Van Rijk heeft geregeld dienst ge
daan in de binnenwateren.
Verschenen is de lijst der prijzen belange
loos beschikbaar gesteld door handel en in
dustrie voor de N. C. C.-prfjsvraag van 3 Oct.
De voornaamste prijzen zijn als volgt toe
gekend:
Luxe Ford Automobiel, laatste model, G. P.
Jongepier, Axelschestraat 54 a, Terneuzen; Phi
lips' Luxe Radio-toestel type 634 A. A. M.
Bouman, Roelfsstraat 49, Den Haag; Telefun-
ken Radiotoestel Siembens-Mij. Den Haag, W.
M. van Dantzig, Jacobijnestraat 9, Haarlem;
Koelkast Electrolux Den Haag, E. Mok, Tila-
nusstraat 53, Amsterdam-O: Slaapkamer
ameublement van Schaick Berghuis. Wad-
dinrveen, B. J. Hooghuis, Oranjelaan 16, Hil-
legersberg; Zilveren theeservies, Gerritsen
Van Kempen, Zeist, J. H. W. Lanen, Berberis
straat 85, Den Haag; Staande Hall-klok, Pan
der, Den Haag, G. Dijkstra, Haagweg 189 c,
Rijswijk: Kano, Carl Denig, W. Roelands, Coe-
hoomstraat 63, Nijmegen; Stofzuiger, Vampyr-
Rond AEG, Amsterdam, L. van den Bergen,
Vlierboomstraat 414, Den Haag; Protos Stof
zuiger Siemens-Mij., Den Haag, E. Zwart
Stadhouderskade 155, Amsterdam; Stofzuiger
12 Electrolux, Den Haag, H. J. Smith, Hout
markt 79, Zutphen; Cassette 78 st. zwaar ver
zilverd tafelzilver Quaker Oats Co., Rotterdam,
A. M. Kesting, Javastraat 8 I, Amsterdam O.;
Juncker „Normaal" Heerenrijwiel, C. C. Ver
beek, Heliotroopstraat 39, Den Haag; Juncker
„Normaal" Heerenrijwiel, mevr. van Holthe,
Ten Katelaan 24, Bilthoven; Juncker „Nor
maal" damesrijwiel, J. P. Zoetemeijcr, Voor
straat 76, Brielle; Juncker „Normaal" Dames
rijwiel, H. Portisch, de Bruynestraat 51, Den
Haag; Juncker Jongensrijwiel, mevr. M. Stu-
ber, Pauwenlaan 6, Den Haag; Juncker Meis
jesrijwiel, W. Buckert, Haarlemmerplein 42 III.
Amsterdam; Eysink dames- of heerenrijwiel,
E. Kuipers, Claes de Vrieslaan 16, Rotterdam;
Stofzuiger „Populair" Electrolux, Den Haag,
Mevr. A. C. HuismanBrussaard, Amstelkade
172, Amsterdam.
Er zijn vele menschen, die precies weten hoe
hoog hun bloedsdruk is, en die dezen te
vens geregeld laten controleeren. Wanneer
dan de druk weer enkele millimeters omhoog
gegaan is, maken zij zich zeer ongerust, en wan
neer de druk omlaag gegaan is, zijn ze blij en
denken, dat ze zich weer het een en ander kun
nen veroorloven. Intusschen hebben zij in 't
geheel geen duidelijke voorstelling, wat die
hooge bloedsdruk eigenlijk te beteekenen heeft.
Om het bloed door de slagaderen te stuwen,
is kracht noodig; evenals er kracht noodig is,
om water dbor de slang van een brandspuit te
jagen. Ongeveer 60 a 80 malen trekt een vol
wassen en gezond hart zich samen; door die
samentrekking wordt het bloed uit het hart
weggedrukt en in de slagaderen gedrukt of ge
spoten. Maar dit bloed kan niet vrij wegloopen,
zooals het water uit een emmer loopt, maar het
ontmoet een weerstand. Op het oogenblik, dat
het hart zich samentrekt en bloed in de slag
aderen perst, zijn die slagaderen, en ook de ver
dere vaten reeds met bloed gevuld. Waar moet
dat nieuwte bloed nu een plaats vinden? Iedereen
begrijpt, dat er meer ruimte moet komen, dus
de slagaderen moeten wijder worden. Dit ge
schiedt dan ook; en in die verwijde vaten vindt
het nieuwe bloed plaats. Maar meteen trekken
die slagaderen zich weer samen, en dan ver
wijdt de slagader zich verderop; daar komt dan
weer plaats, en zoo wordt het bloed bij wijze
van spreken opgeschoven. De geheele bloed-
kolom wordt zoo door het geheele lichaam, van
het hart via de slagaderen, vandaar door de
haarvaten, en vandaar door de aderen opgescho
ven, en uit de aderen wordt het weer door het
hart opgezogen; want het hart is tegelijkertijd
een zuig- en een perspomp. Zoo wordt dan het
geheele bloed telkens met een weinigje tegelijk
door het lichaam gestuwd door de kracht van
het hart, en door de medewerking van de slag
aderen.
Wanneer alle slagaderen en de haarvaten
nu soepel, elastisch zijn, is er niet zoo heel
veel kracht noodig, om het bloed er doorheen
te stauwen; en als er niet veel kracht noodig
is, is ook de druk niet hoog. Uit het hart ont
springt, zooals men weet, de groote slagader:
deze geeft verschillende takken af, of zooals
men zegt, vertakt zich in kleine slagaderen, deze
vertakken zich ook weer, totdat ten laatste dis
aderen zoo dun zijn, dat ze haarvaten of ca-
pillairen genoemd worden, omdat ze dan zoo
dun zijn als een haar; ze zijn echter nog veel
dunner. Wanneer nu al die haarvaatjes nauwer
worden, dan is het gevolg daarvan wel te voor
zien. Want probeer maar water te persen door
een buis met een heel nauwe opening; daarvoor
is immers veel meer druk noodig, dan door een
zelfde buis met een wijde opening; daarvoor
is meer kracht noodig. Hetzelfde met de haar
vaten; wanneer deze nauwer worden, dan is er
meer kracht noodig, om het bloed er door heen
te persen; en die kracht moet van het hart
komen. De mensch leeft dan gewoon door, maar
zijn hart werkt sterker dan bij een normaal
mensch.
Een verhooging van den bloedsdruk ontstaat
ook, wanneer de slagaderen niet meer elastisch,
niet meer soepel zijn; dan is er immers ook
meer druk, meer kracht noodig om het bloed
door die harde vaten te jagen. Die hooge bloeds
druk en die harde vaten kent men nu al heel
lang: het was bekend, dat bij een zeer veel
voorkomende nierziekte, de z.g. schrompelnier,
de bloedsdruk hoog was; en het v,'as ook al
lang bekend, dat bij aderverkalking, arterioscle-
rose, de slagaderen hard zijn. Nu werd onge
veer 20 jaar geleden de aandacht heel sterk
op den hoogen bloedsdruk gevestigd, en er werd
een instrument vervaardigd om dien druk nauw
keurig te kunnen meten. Vroeger mat men den
druk door den vinger op de pols te leggen, en
dan te voelen of de pols gemakkelijk of moei
lijk dichtgedrukt kon worden. Toen dan voor
pl.m. twintig jaar begonnen werd, bij iedereen,
die over dofheid of pijn in het hoofd klaagde,
den bloedsdruk te meten, vond men dat er tal-
looze menschen waren, die een te hoogen bloeds
druk hadden. En toen werd er maar al te dik
wijls geconcludeerd: dat is een begin van
schrompelnier, of een begin van aderverkalking.
Ik heb er mijn oude boeken nog eens op nage
lezen. Hoe ouder de boeken, hoe ernstiger de
hooge bloedsdruk wordt opgenomen. Ik over
drijf dan ook niet, als ik zeg, dat er tallooze
menschen zonder genoegzame reden jaren lang
met vrees hebben rondgeloopen, die achteraf
bleek niet gefundeerd te zijn.
De groote Mackenzie, de beste hartekenner
van moderne tijden, zegt zoo: hooge bloedsdruk
is gevaarlijk, wanneer er bovendien nog andere
teekenen zijn van ziekte van de nieren, de
vaten of het hart, maar wanneer de nieren en
het hart goed functionneeren en ook de vaten
gezond zijn, maakt hij zich over den hoogen
bloedsdruk niet ongerust.
Voor korten tijd las ik nog een overzicht van
moderne ervaringen over dit punt. Immers nu
kan men nagaan, wat er met de menschen, die
10, 15 of 20 jaar geleden reeds hoogen bloeds
druk hadden, gebeurd is.
Welnu, deze menschen, die alleen maar een
hoogen bloedsdruk hadden, hebben het in tal
looze gevallen uitstekend gemaakt. Een dokter
heeft 20 gevallen 10 16 jaar waargenomen, die
allen een druk hadden boven 200. Een ander
heeft 176 gevallen waargenomen, 4 a 18 jaren
lang, en vindt het lijden niet ernstig. Prof. O.
Muller heeft zelfs een vrouwelijke patiënte 21
jaar lang met een bloedsdruk van 200 gezien:
nu is zij 80 jaar en nog flink.
In 't begin heeft men allerlei middelen ge
probeerd, om zulk een hoogen druk naar bene
den te krijgen, maar langzamerhand komt men
daarvan terug. De meeste menschen, met zulk
een hoogen druk, hebben daaraan behoefte;
waanneer die druk zou zinken, zou het lichaam
niet meer goed voorzien worden met bloed.
Bovendien zijn de middelen, om den druk naar
beneden te brengen, vrijwel alle onwerkzaam.
Alles te zamen, is iemand met een hoogen
bloeddruk er thans beter aan toe dan 20 en 10
jaar geleden; en zoo ziet men dat de theorie
weliswaar heel mooi is, maar het laatste woord
wordt altijd door de ervaring gesproken.
TH. H. SCHLICHTING
Het Britsche ministerie van Handel heeft
thans een verordening opgesteld ter regeling
van den invoer van bacon en ham. Deze veror
dening, die echter nog door het parlement moet
worden goedgekeurd, zal 1 December van kracht
worden.
Van dien datum af zal er geen bacon uit de
met name genoemde landen mogen worden in-
gegevoerd zonder vergunning van 't ministerie
van Handel of 'n certificaat van 'n regeering,
die hieromtrent met de Britsche regeering 'n re
geling heeft getroffen. Verder zullen deze maat
regelen ook van toepassing zijn op de andere,
niet met name genoemde landen, indien hun
baconuitvoer naar Groot-Brittannië meer dan
20.000 K.G. per week bedraagt.
In afwachting van het in werking treden der
verordening treft men maatregelen het invoer
recht met 16 pCt. te verminderen.
De „Hertog Hendrik"
H.M.'s „Hertog Hendrik", onder bevel van
kapitein ter zee C. ter Poorten, is 9 November,
Aan een mededeeling van het Centraal
Bureau voor de Statistiek betreffende de
indexcijfers der groothandelsprijzen over Oct.
1933 ontleenen we het volgende.
Het algemeen indexcijfer van 48 artikelen
berekend naar den maatstaf van de jaren 1901-
1910 en 1913 bedroeg in October van dit jaar
resp. 83 en 75 (vorig jaar 86 en 77); in Sep
tember 1933 was dit 82 en 75 (vorig jaar 84
en 76).
Het indexcijfer van voedingsmiddelen (28
artikelen) berekend naar dezelfde grondslagen
bedroeg in October resp. 88 en 79 (vorig jaar
92 en 82) en in September 86 en 78 (vorig jaar
88 en 79).
Bij beschouwing dezer indexcijfers (basis
1913 100) over October 1933, in vergelijking
met die der voorgaande maand blijkt, dat het
algemeen indexcijfer gelijk is gebleven, dat der
voedingsmiddelen met pl.m. één punt is ge
stegen.
Tegenover een prijsstijging van 14 artikelen
(12 voedingsmiddelen) met in totaal 83 punten
(w.o. thee met 17, aarappelen en melk elk met
12 en suiker met 11 punten) staat een prijs
daling van 18 artikelen (8 voedingsmiddelen)
met in totaal 59 punten (w.o. gerst met 15
punten).
De stijging van September op October, uit
gedrukt in procenten is als volgt: melk 19,5,
thee 18.5, suiker 11.7, aardappelen 9.1, hooi
8.1, eieren 7.6, kaas 7.3, rogge 6.0, kalfsvleesch
5.4, alcohol 5.3, rundvleesch 1.9, tarwezemelen
1.2, hout Zweedsch vuren 1.1 en tin 0.9; de
daling uitgedrukt in procenten is voor gerst
22.9, peper 9.9, lijnolie 9.2, zwavelzure ammo
niak 6.2, groene erwten 6.0, leder 5.7, lams-
vleesch 5.6, koffie 5.0, terpentijnolie 4.8, pe
troleum 3.4, runderhuiden 3.4, boter 2.9, var-
kensvleesch 2.7, hennep 2.4, maïs 1.8, vlas 1.6,
ruwe katoen 0.9 en zilver 0.5.
Op 1 Januari zullen de twee oudste kapiteins
van L. Smit Co.'s Internationale Sleepdienst
Gistermiddag te drie uur is Z. H. Exc Mgr.
J D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem, van
zijn reis van Rome in zijn residentie terugge
keerd.
De directeur van de „Stichting Nederlandsche
Meelcentrale" deelt mede, dat met ingang van
Maandag, den I3den November, invoermachti-
gingen slechts worden afgegeven door het bureau
in Den Haag, Riouwstraat 178 en door de te
Amsterdam, O. I. Huis, kamer 3, loket 7a en
te Rotterdam, Boompjes 31, verblijvende con
troleurs.
Import is dus mogelijk gemaakt langs alle
Nederlandsche grensstations, waar douanekan
toren aanwezig zijn; slechts moet de importeur
zich van te voren voorzien van een invoermach-
tiging.
Het tot nu toe gevolgde systeem, waarbij
slechts enkele grenskantoren waren geopend, op
welke kantoren ook invoermachtigingen werden
afgegeven, is dus met ingang van bovengenoem-
den uatum vervallen.
Belanghebbenden wordt aangeraden zich tijdig
met de Nederlandsche Meelcentrale in verbin
ding te stellen, daar geen invoermachtigingen
zullen worden verstrekt, alvorens de verschul
digde monopoliewinst is betaald, tenzij een
bankgarantie is gesteld.
Ter verkrijging van een invoermachtiging is
het noodzakelijk, dat koopbrief, factuur, copie-
zeeconnossement en/of vrachtbrief worden over
gelegd.
De wijze van het verstrekken der invoermach
tigingen geschiedt dus feitelijk op dezelfde Wijze
als deze voor den import van tarwebloem B en