IN EN OM HAARLEM
Mogelijkheden in het Noorden
DONDERDAG 23 NOVEMBER
Uit den Gemeenteraad
Afsluitdijk en veerdienst
FELLE BRAND TE BEVERWIJK
Winkelhuis uitgebrand
IERSCHE
BLAUW HEM
DEN
VOOR DEN KANTONRECHTER
Het versche kadetje
Aanrijdingen en gros
Dronken achter het stuur
Priesterjubileum
HET GENEESMIDDEL
Voor den ongunstigen toestand in
het visschersbedrijf te IJmuiden
De waterweg Groningen
Amsterdam
Een schaduwzijde
m
Watervoorziening
ST. JOSEPHS-GEZELLEN
Een missie-avond
MUZIEK
Die Spaerne-Sanghers
GEEN KAAGWEEK IN 1934?
Hardnekkige geruchten
Haarlemsche Makelaars-
Vereeniging
Anny Woud naar Parijs
■laiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
Het nieuwe lid van den Raad, de heer Mr.
Blankevoort, die bij den aanvang der
zitting door den voorzitter op de ge
bruikelijke wijze werd geïnstalleerd, behoeft
geen slechten eersten indruk van zijn nieuwe
collega's te hebben gekregen. Want met een
lofwaardigen ijver is, op een enkele uitzonde
ring na, door alle sprekers langdradigheid en
alles wat zweemt naar tribune-gehengel ver
meden. Het is dan ook wel onder zeer bijzon
dere omstandigheden om met den heer
Reinalda te spreken dat deze begrootings-
debatten worden gehouden. Bijzondere omstan
digheden niet alleen, zooals de fractieleider der
SDAP het vermoedelijk bedoelde, door den
economischen druk, waaronder wij leven, maar
bijzondere omstandigheden ook, omdat er in het
afgeloopen jaar iets is veranderd in de menta
liteit van den uit sleur apathischen kiezer. Deze
is, wat maar 'n enkelen keer in tientallen jaren
gebeurt, uit zijn sloome rust ontwaakt en vraagt
van zijn vertegenwoordigers in openbare licha
men daden; hij geeft hun de redevoeringen
cadeau. Met een zakelijkheid, die een jaar ge
leden bij de meeste raadsleden ondenkbaar was,
hebben nu bijna alle sprekers zich beperkt tot
de begrooting. Helaas, een breed plan voor ge
meentebeleid werd door geen enkel raadslid
ontwikkeld- Allen beperkten zij zich tot lof of
critiek op onderdeelen van de begrooting, daar
mede te kennen gevend, dat het algemeen be
leid van B. en W. hun goedkeuring heeft. Het
is te begrijpen, want de heer Kuiper vestigde
er zeer terecht de aandacht op, dat de abnor
male economische toestand oorzaken heeft van
internationalen aard, waaraan wij in Nederland
dus ook in Haarlem, zeer weinig kunnen ver
anderen. Toch zou een intensiever bespreking
van de kern der moeilijkheden, een bespreking
van het werkloozenvraagstuk, vooral gericht op
werkverruiming door de vestiging van nieuwe
industrieën in Haarlem of uitbreiding van de
markt voor de bestaande, de wankelende geest
kracht van de Haarlemsche burgerij hebben ge
sterkt. De heer Visser raakte het punt even aan,
door een voorstel te verdedigen om aan het
verleenen van steun aan valide personen de
voorwaarde te verbinden, dat door de gesteun-
den, voor zoover mogelijk, arbeid moet worden
verricht ter waarde van den te ontvangen
steun. De grondgedachte van dit voorstel is niet
nieuw en zal ook wel by niemand tegenstand
ontmoeten, maar het komt aan op de uitvoe
ring en daarover zal door den wethouder voor
sociale aangelegenheden nog wel het een en
ander worden gezegd. In vele gevallen toch zou
waarschijnlijk het door den heer Visser aange
prezen middel nieuwe werkloosheid tengevolge
hebben-
Hoe moeten de geweldige gapingen op de be
grooting gedicht worden? Dat was eigenlijk de
hoofdvraag van de begrootingsdebatten.
B. en W. hadden met zekere zelfvoldoening
de betreffende passage in de memorie van
antwoord was vet gedrukt geschreven: als de
Raad met onze bezuinigingsvoorstellen meegaat,
dan kan de begrooting sluitend worden ge
maakt zonder belastingverhooging. De SDAP
zou belastingverhooging heelemaal niet erg
vinden, zeide de heer Joosten en hij maakte
zelfs een vergelijking met het jaar 1919, toen
de gemeente, volgens hem, in even benarde
omstandigheden verkeerde en de Raad toch be
sloot de belastingen te verhoogen. Hij gaf toe,
dat de situatie thans een beetje anders is. Het
was weer de oude strijd. De tegenstanders van
belastingverhooging vreezen (zeer terecht) een
vlucht van de hooge inkomens naar de buiten
gemeenten als de fiscus in Haarlem te hard
knijpt; de SDAP vertrouwt op den grootmoe
digen gemeenschapszin van den belastingbe
taler en acht de gedachte van een volksver
huizing uit Haarlem een utopie. De SDAP ver
keert in de gelukkige omstandigheid, dat zij
haar theorie in Haarlem niet in practijk heeft
kunnen brengen, maar de „belastingvlucht",
zooals, meenen wij, mevrouw Scheltema het
noemde, die wij in de laatste tien jaren heb
ben meegemaakt in, Haarlem het laatste
statistische overzicht geeft daarvan weer tref
fende staaltjes doet het vermoeden rijzen,
dat een belastingpolitiek als door de SDAP
wordt gesuggereerd, in Haarlem uitsluitend ar
beiders, gebukt onder zware belastingen, zou
hebben overgelaten. Het is echter waar, dat elk
raadslid het recht heeft, zooals de heer Joosten
vastlegde, zijn eigen meening te hebben en te
handhaven en daaraan is het dan ook te dan
ken, dat wij elk jaar ditzelfde middel door de
SDAP hooren aanprijzen. Overigens verzekerden
èn de heer Reinalda èn de heer Joosten, dat
de socialistische raadsleden niet afkeerig zijn
van bezuinigingen en „als het noodzakelijk is
afstand willen doen van dingen, die hun lief
zijn," De heer van Dam sprak de hoop uit,
dat deze woorden nu ook eens zouden worden
gevolgd door daden.
Van de voorgestelde bezuinigingen ontmoet
ten de afschaffing van den tandartsendienst en
de opheffing van het voorbereidend lager on
derwijs bij verschillende sprekers tegenstand-
Vooral het voorbereidend onderwijs zal zich
niet gemakkelijk laten verdringen. Maar het
uitvoerigst is wel gesproken over de intrekking
van den vacantietoeslag en de korting op den
kindertoeslag. De heer Castricum vond het niet
juist, dat B. en W. deze twee voorstellen saam-
gekoppeld in het Georganiseerd Overleg hadden
gebracht. Het zijn twee geheel verschillende
dingen zeide hij en men kan voor behoud van
het eene en voor afschaffing van het andere
zijn. Hij zelf voelde meer voor 1 pCt. loons
verlaging over de geheele linie. Wat het lot
van den vacantietoeslag zal zijn, is moeilijk te
zeggen. Wij hebben den indruk, dat het aantal
voorstanders opweegt tegen het aantal tegen
standers. Vele raadsleden achten het een stuk
van het loon geworden en uit dien hoofde een
nieuwe, niet te rechtvaardigen loonsverlaging;
anderen vinden vacantietoeslag een luxe, die
geen particuliere werkgever in dezen tijd nog
geeft en dus ook voor het gemeentepersoneel
een ongemotiveerde royaliteit is. De kinder
toeslag maakt een betere kans. Wel zullen ver
moedelijk B. en W. hierop de door hen begeerde
bezuiniging krijgen, maar zóó, dat de groote
gezinnen er geen noemenswaardig nadeel yan
ondervinden. Dat kindersuppletieloon gaf den
heer Kuiper gisterenavond gelegenheid een
speech te houden ter verdediging van zijn voor
stel, waarnaar klaarblijkelijk de geheele Raad
met genoegen zat te luisteren. Hij verweerde
zich tegen het verwijt van den heer Joosten,
dat de indiening van zijn voorstel niet fair zou
zijn geweest, wijl hij aanvankelijk steun had
toegezegd aan het voorstel van den heer Joos
ten. Maar de heer Kuiper liet uitkomen, dat
die afspraak slechts gold voor het geval, dat
overeenstemming zou worden bereikt in het
G. O. Toen dit niet gebeurde, achtte hij zich vrij.
Verder bestreed de heer Kuiper op voortreffe
lijke wijze de bezwaren van de principieele
tegenstanders en gaf den heer Reinalda uit
voerig antwoord op diens vraag, eens te ver
tellen, welke particuliere werkgevers kindertoe
slag betalen. De heer Kuiper trof het, dat juist
een dezer dagen het rapport is verschenen van
da commissie, ter bestudeering van het vraag
stuk van den kindertoeslag, ingesteld door het
bestuur van de R.K. Staatspartij. Het daarin
opgestapelde materiaal was waarlijk overvloedig.
Van de voorstellen tot verhooging van de in
komsten der gemeente was het vooral de ver
hooging van de tarieven voor electriciteit.
De heer Wolzak achtte den tijd gekomen om
niet meer te spreken van tijdelijke kortingen
op de salarissen, want wij leven op een lager
plan. Hij drong er bij B. en W. op aan geen
revolutionnaire elementen onder het gemeente-
personeel te dulden en wees op ongepaste uit
drukkingen in het orgaan van den Bond van
Nederlandsche onderwijzers. Mevrouw Schelte-
ma-Conradi (V.B.) verklaarde zich o.m. tegen
sommige interpellaties van bijzonder tenden-
tieusen aard en vroeg om in den Raad discus
sies te verhinderen die gevoed worden met de
klaarblijkelijke bedoeling, revolutionnaire ideeën
te propageeren. Jammer dat deze vlotte spreek
ster zoo dikwijls moeilijk te verstaan is aan
de perstafel. De heer Klein trok, op verzoek
van den heer Reinalda, zjjn voorstel inzake
een andere regeling van de tijdelijke korting
op de salarissen voorloopig in, maar meende,
dat dan ook elke beslissing, die aan de salaris
sen van het gemeentepersoneel raakt, moest
worden opgeschort totdat de Kroon een beslis
sing heeft gegeven op het bezwaar, dat de bur
gemeester heeft gemaakt tegen het raadsbesluit
inzake een progressieve regeling van de tijde
lijke salariskorting.
Wü moeten ons tot deze enkele opmerkingen
beperken.
De heer Castricum had de debatten geopend
en o.m. gewezen op de achterstelling van ka
tholieken bij benoemingen. De heer Reinalda
en andere sprekers steunden tenvolle wat B.
en W. daaromtrent hadden geschreven in de
memorie van antwoord: bij .benoemingen dient,
zeggen zij, alleen te worden gelet op geschikt
heid en betrouwbaarheid. In den loop der be
sprekingen formuleerde de heer Weustink het
standpunt der katholieken zeer juist door te
verzekeren dat ook zij de meening van B. en
W. deelen omtrent de eischen van geschiktheid,
maar dat de katholieken het gevoel hebben, dat
zij bij benoemingen, ook als zij geschikt zijn, om
hun katholiciteit worden achtergesteld. Hij
haalde daar eenige voorbeelden van aan. Dat
gevoel, wij kunnen het getuigen, bestaat inder
daad bij de Haarlemsche katholieken en B. en
W. zullen een goed werk doen als zij al het mo
gelijke doen om die bittere stemming bij de
katholieken weg te nemen.
Er zijn bij de debatten natuurlijk nog vele
andere punten ter sprake gekomen, maar wij
komen er op terug, als de wethouders de ver
schillende sprekers hebben beantwoord. Heden
middag is als eerste spreker reeds de heer Slin-
genberg, wethouder voor de financiën, aan bod.
Het gaat vlug dit jaar.
Vermelden wij nog, dat de heer Klein Schip
horst in den aanvang der vergadering wees op
den onhoudbaren toestand waarin het niet ge
asfalteerde gedeelte van den Zijlweg is geko
men. Hij deelde mede, dat de bewoners een
gedeelte van hun voortuinen willen afstaan als
ook de tweede Zijlweg wordt geasfalteerd. De
heer Gerritz beloofde dit aanbod te zullen over
wegen.
Nauwelijks is men begonnen met de oprui
ming van de ruïne van een woningbrand of
opnieuw heeft een felle brand een perceel aan
de hoofdstraat van Beverwijk grootendeels in
asch gelegd.
Omstreeks 10 uur Woensdagavond hoorde de
heer v. d. Boor, die een lederzaak en schoen
makerij aan de Breedstraat heeft, een luiden
knal. Hij bevond zich op dat oogenblik op de
bovenverdieping, waar hij gehuisvest is. On
middellijk daarop ontdekte hij tot zijn grooten
schrik, dat in den winkel brand was uitgebro
ken.
Het vuur verspreidde zich met een dusdanige
snelheid, dat de heer v. d. B. met zijn echtge-
noote en twee kinderen in allerijl de vlucht
moesten nemen. In een ommezien stond de
geheele benedenverdieping in vlammen. Deze
vonden een overvloed van voedsel in den
voorraad fournituren, welke in den winkel en
de werkplaats voorhanden waren.
Spoedig sloegen geweldige vlammen naar
buiten, zoodat het er ook voor de belendende
perceelen, waartusschen het perceel van den
heer v. d. B. geheel is ingebouwd, precair be
gon uit te zien.
In allerijl werd de brandweer gealarmeerd,
die spoedig met de motorspuit ter plaatse ver
scheen. Ten einde het vuur van alle zijden te
kunnen bestrijden, werden een aantal slangen
door de belendende perceelen naar achteren
geleid.
In totaal werden vijf slangen uitgelegd, met
welk materiaal een ware zee van water over
de vlammen werd uitgestort.
Het resultaat liet niet lang op zich wachten,
doch de vlammen hadden intusschen hun ver
nietigingswerk reeds voor een groot deel ver
richt, zoodat er niet veel meer te redden viel.
In ieder geval kon door dit krachtig optreden
het gevaar voor uitbreiding spoedig bezworen
worden. Toen het ergste gevaar gebleken was,
bleek het perceel totaal te zijn uitgebrand.
Toch duurde het nog geruimen tijd voor aleer
men het vuur volkomen meester was. Het was
wat men noemt een lastige brand en de brand
weer was dan ook nog tot een uur in den
nacht bezig. Maar toen was dan ook het laat
ste sprankje vuur gebluscht.
Van den inboedel is niets gered kunnen
worden. De heer v. d. B. is tegen brandschade
verzekerd.
Van de belendende perceelen kreeg dat,
waarin het bureau van de „Kennemer Cou
rant" gevestigd is, groote waterschade. Ook
het aan de andere zijde gelegen perceel be
kwam schade.
mt
mmm
Hiernaast een af
beelding van het
clubhuis der lersche
Blauwhemden, van
waar de propaganda
voor heel het rijk
uitgaat
Woensdagmorgen stond de bakker J. K. uit
IJmuiden voor den kantonrechter terecht, om
dat hij op Sf2 September vóór 10 uur in de
haven van IJmuiden versch brood had afge
leverd.
De slimme bakker, die blijkbaar iets van een
Roermondschen collega geleerd had, zocht een
weg om door de mazen van het net heen te
sluipen.
Hij verzocht op 8 November een demonstratie
te mogen geven, waarbij dan een deskundige
inspecteur van politie urit IJmuiden en nog
enkele andere deskundigen tegenwoordig zouden
zijn.
Verdachte had beweerd, dat het brood, dat
hij op 22 September verkocht had, van den
vorigen dag was.
De deskundigen legden voor den kantonrech
ter de volgende eensluidende verklaring af:
Het brood, dat verdachte des morgens na de
demonstratie om acht uur had afgeleverd, was
anders van kleur en had bovendien nog andere
afwijkende eigenschappen dan het brood, dat
op 22 September in beslag was genomen.
De demonstratie had berust op de volgende
feiterj: Tusschen 8 uur des avonds en des mor
gens 6 uur den tijd, waarop niet gewerkt
mag worden in bakkerijen had verdachte
brood, dat vóór 8 uur was gebakken, verpakt
in kartonnen doozen en met natte zakken om
wonden en zoo laten verhitten door een
soort hulpoventje.
De warmte in de bakkerij was des morgens
om 6 uur 340 gr. P., terwijl de normale maxi
mum temperatuur volgens den deskundige
in bakkerijen 220 gr. F. is.
Het brood, dat toen getoond werd, was van
onderen als een spons deskundigen noemen
het „gestoomd" terwijl ze over het brood, dat
in beslag genomen was, unaniem van oordeel
waren, dat het versch of minstens opgewarmd
brood moet zijn geweest.
De eisch van den Ambtenaar van het O. M.
was 20 boete of 10 dagen.
De kantonrechter vonniste met 15 boete
of 15 dagen.
Op een vraag van verdachte, of hij 't brood,
zooals hij het na de demonstratie afleverde,
op dezelfde wijze verder kon verkoopen, werd
noch positief, noch negatief geantwoord. Dit is
voor zijn eigen risico, werd i -zegd.
De bakker verklaarde in hooger beroep te
gaan.
Telkens en telkens weer moest de kanton
rechter zijn stem waarschuwend verheffen te
gen de excessen, die automobilisten bij het ge
bruiken van den weg nog steeds bedrijven.
Men is niet tevreden, hoorden we meermalen
opmerken, eer er slachtoffers vallen. Meesten
tijds volgt dan ook een flinke boete, die tot
leering voor den volgenden keer moet strekken.
Ook de veiligheid van het verkeer eischt een
strenge straf.
Dit ondervond de verdachte, die op 19 October
met zijn auto uit Den Haag was gekomen. Hij
reed zoo zigs-zags-gewijs, dat een voorbijganger
er een agent van politie, die per motor even
eens den Wagenweg afreed, opmerkzaam op
maakte. Deze heeft den chauffeur laten stoppen
en constateerde toen, dat hij onder den invloed
van sterken drank verkeerde. Bovendien had
de agent ook gezien, dat de auto niet normaal
reed. Hij heeft den bestuurder toen meegenomen
en op het politiebureau ingesloten.
De ambtenaar van het O. M. -wraakte auto
mobilisten, die niet beseffen, dat zij zich moe
ten onthouden van het gebruik van sterken
drank. Hij eischte een geldboete van 10 en
14 dagen hechtenis en intrekking van het rij
bewijs gedurende één jaar.
Het vonnis luidde conform, alleen verd. zal
het rijbewijs een half jaar moeten missen.
Onder groote belangstelling herdacht prof. J.
Henneman van het Theolögicum te Warmond
zijn 12 y2 -jarig priesterfeest. Des voormiddags
werd door den jubilaris een plechtige Hoogmis
opgedragen, waarbij hij geassisteerd werd door
enkele studenten. Des middags had een receptie
plaats, waarbij de prefect der studenten 'n toe
spraak hield. Van verschillende zijden ontving
de jubilaris gelukwenschen en bloemen.
In het verslag der Commissie-Rijkens, welke
tot taak had te onderzoeken de oorzaken van
den ongunstigen toestand in het visscherijbe-
drijf te IJmuiden, waaruit wij gisteren reeds
een gedeelte met de conclusies publiceerden,
wordt nog het volgende geneesmiddel aange
geven
Wanneer de diagnose, wat de hoofdoorza-
ken van den ongewenschten toestand ie
IJmuiden betreft, in het voorgaande juist
•s gesteld, ligt het geneesmiddel voor de
hand: het bevorderen van meer orde en
regelmaat in het geheel bedrijf, .door de
ongebreidelde vrijheid van concurrentie en
bedrijfsuitoefening eenigszins aan banden
te leggen.
Hier openen zich verschillende theoretische
mogelijkheden, waaruit ten slotte een keus ge
daan moet worden.
Eén lid is van oordeel, dat, hoewel een na
dere studie hieromtrent zou dienen plaats te
hebben, van Staatswege het bedrijf kan worden
gesaneerd en uitgeoefend.
Van nadere uitwerking en omschrijving van
bovenstaande denkbeelden meent dit lid zich
evenwel te moeten onthouden, omdat hier de
meening van de kleinst mogelijke minderheid
van de Commissie wordt geuit.
De grootst mogelijke meerderheid der Com
missie stelt zich evenwel op het standpunt, dat
de overheid niet verder dient in te grijpen, dan
voor het te bereiken doel noodzakelijk is, omdat
zij het algemeen belang het best gediend acht,
wanneer aan het bedrijfsleven de onontbeerlijke
bewegingsvrijheid gewaarborgd blijft.
Zij verwerpt daarom het denkbeeld, om de
IJmuider visscherij als monopolie rechtstreeks
te doen uitoefenen door de overheid. Zij ziet
hierbij niet over het hoofd, dat de Staat reeds
eigenaar is van de visschershaven, en als zoo
danig een belangrijk deel van het visscherij-
bedrijf, waaronder ook den afslag, zelf exploi
teert.
Zij acht het, afgescheiden van principieele
bedenkingen, een volstrekte onmogelijkheid om
een trawler-reederij door den Staat te doen
uitoefenen.
Twee leden achten het noodig, dat een wet
aan de Regeering de bevoegdheid verleent om
eischen te stellen, waaraan reederijen, die het
trawlvisscherijbedrijf wenschen uit te oefenen,
moeten voldoen en om een Zeevisscherijkamer
in te stellen, met de volgende taak:
a. het uitoefenen van voortdurend toezicht
op de financieele en technische inrichting der
reederijen;
b. het adviseeren over alle aangelegenheden,
het trawlerbedrijf, de visschershaven en den
afslag betreffende, zoowel op verzoek als uit
eigen beweging.
Bovengenoemd lid kan subsidiair met het
standpunt der genoemde twee leden accoord
gaan.
Drie leden wenschen niet zoover te gaan en
meenen, dat kan worden volstaan met een be
lemmering van den aankoop van oude schepen
uit het buitenland, om deze voor de Nederland
sche visscherij opnieuw in de vaart te brengen.
Deze belemmering zou kunnen worden verkre-
Het ontbreken van een spoorwegstatistiek
hier te lande maakt het onmogelijk, te
onderzoeken in hoeverre de openstelling
van den afsluitdijk van invloed is geweest op
het verkeer langs de andere toegangswegen tot
de Noordelijke gewesten. Over den invloed van
den nieuwen verkeersweg op het verkeer over
het veer EnkhuizenStavoren vinden we echter
in het laatste nummer van het maandblad
Spoor- en Tramwegen" eenige gegevens. Wij
treffen daar aan het bijgaande staatje, dat het
vervoer over het' veer in de vier zomermaanden
van dit jaar stelt naast de cijfers van het vorige
jaar, alsmede naast het verkeer dat in die
maanden over den dijk ging.
Men bedenke hierbij wel, dat in het tijdvak,
waarvoor bovenstaande cijfers gelden, de tol
ten bate van het N.C.C. nog bestond, en na
tuurlijk een verkeersbelemmering vormde. Na
de opheffing, op 25 September j.l., zal het ver
keer over den dijk zeker intensiever geworden
zijn.
„Spoor en Tramwegen" geeft by deze cyfers
nog de volgende commentaar:
In September 1932 en 1933 bedroeg het ver
keer voor het veer onveranderd 24.000 reizigers;
daarnaast kwam in 1933 een nieuw verkeer over
den afsluitdijk van 18.000 reizigers in auto's en
2300 in A.T.O.-bussen. Het totale verkeer steeg
aldus 84,5 'la, waarvan 9,5 met A.T.O.-bus
sen. Indien de omvang van het reizigersverkeer
N.S. in 1933 9 gestegen is door de tariefver
lagingen, is dus door de openstelling van den
afsluitdijk deze verhooging geheel aan den
veerdienst onthouden.
Ook over de vier maanden Juni t/m Septem
ber 1933 was de aan den veerdienst onthouden
verkeersstyging nagenoeg even groot als het
door A.T.O. bediende verkeer; en de A.T.O. ver
voerde van het totale verkeer van auto- en
autobusreizigers over den dyk.
Het verkeer over den dyk is slechts voor een
klein deel ontnomen aan het verkeer te water
en aan het verkeer via Zwolle; het dykvervoer
was ongetwyfeld grootendeels nieuw verkeer.
Het zal niet geheel blijvend verkeer zijn, doch
voor een klein dïel ook verkeer van lelangstel-
lenden, hetwelk geen stand houdt. Zoo is in
September jj. het verkeer over den dyk ten
opzichte van het bootverkeer eenigszins achter
gebleven, in vergeiyking met de verhouding in
de voorgaande drie maanden.
In verband met versnelling en tariefverlaging
van A.T.O. kan worden verwacht, dat in de ko
mende maanden de omvang van het verkeer van
A.T.O. boven 11 van den omvang van het
veerverkeer in den winter 1932/'33 zal gaan sty-
gen; deze stijging zal dan a: - het overige ver
keer over den afsluitdyk zijn ontnomen.
Behalve als verkeersweg beïnvloedt de afsluit
dijk de communicatie van de noordeiyke ge
westen met het overige Nederland nog op een
andere wüze, en wel in minder gunstigen zin.
De scheepvaartverbinding van Leeuwarden en
Groningen naar Amsterdam, Utrecht en den
Rijn wordt er door belemmerd. Het passeeren
van den dyk door de schutsluizen by Den
Oever of by Kornwerderzand zal" tijd en geld
kosten. Nu is de waterweg van Groningen
naar Amsterdam, die toch van primair belang
is, toch zeer onvoldoende en geiyk het geheele
kanalenstelsel in het Noorden slechts op sche
pen van 300 ton berekend. Zou men vroeger
met een verbetering van den waterweg Gronin
gen—LeeuwardenHarlingen hebben volstaan,
thans hecht men nog meer waarde aan een
waterweg via den Zuid-Westhoek van Friesland,
om zoodoende de sluizen te Harlingen en die
in den afsluitdijk te ontgaan. Deze vaarweg
loopt door het Bergumermeer en langs Grouw
naar het Sneekermeer: dit heeft bovendien tot
voordeel dat de moeiiyke vaart door Leeuwarden
wordt vermeden. Over het verder verloop be
staat oneenigheid: men kan de route naar
Stavoren verbeteren, al dan niet met een om
weg over Sneek, wat aan den geheelen Zuid-
Westhoek van Friesland ten goede zou komen;
men kan ook een kanaal graven dat te Lem
mer in het -Jsselmeer uitkomt. Dit laatste zou
thans ongetwijfeld korter zpn, doch wanneer de
Noord-Oostpolder van het Zuiderzeecomplex is
ingedükt, zou dit voordeel verdwenen zijn. Een
staatscommissie van ingenieurs heeft dan ook
in 1929 geadviseerd om den weg over Stavoren
te kiezen. De Staten van Groningen hebben
ook reeds in beginsel daartoe besloten. Wan
neer de moderniseering van het kanaal Gronin
genStavoren krachtig ter hand wordt genomen
en bevaarbaar wordt gemaakt voor schepen
van 1000 ton, kan dit tot groot voordeel strek
ken ook van het Friesche veeteeltgebied, waar
van Sneek het centrum is, dat juist door den
verkeersweg over den afsluitdyk zyn transito-
verkeer ziet verminderen en gevaar loopt, een
uithoek te worden.
Daarnaast zou zeker ook een kanaal naar
Harlingen van groot belang biyven om Leeu
warden en het hart! van Friesland te verbinden
met de Zuiderzee. Harlingen is een belangryke
havenstad, doch het kanaal dat de haven met
Leeuwarden verbindt is bochtig en voor sche
pen van 400 ton ternauwernood bevaarbaar.
Verbetering daarvan zou den export van
Friesche producten per schip naar het buiten
land vergemakkeiyken.
Zonder op volledigheid aanspraak te willen
maken, kunnen we toch de beschouwingen over
de gevolgen van de afsluiting niet beëindigen
zonder een woord te wyden aan het einde der
Zuiderzeevisschery. De binnenzee had als visch-
water een heel bijzonder karakter, en behoorde
tot de vischrykste wateren der wereld. Als oor
zaken daarvan zyn te noemen de geringe
diepte van gemiddeld 3 meter, die een gelyk-
matige verwarming van het water door de
zonnestralen mogelijk maakt, de vette bodem
en het lagere zoutgehalte van het water. Deze
omstandigheden waren oorzaak dat verschillende
vischsoorten uit de Noordzee op gezette tijden
naar de Zuiderzee trokken trokken om daar kuit
te schieten. Zoo kwam de haring in winter- en
voorjaarstyd door de zeegaten naar binnen
zwemmen, waar ze dan by millioenen werden
gevangen. In de lente werd zy afgelost door de
ansjovis, die een der meest vermaarde producten
van het Zuiderzeevisschersbedryf is geweest. In
dienzelfden tyd begon ook de palingvisscherü,
terwijl ook de garnalen in het voorjaar vanuit
de Noordzee het warmere water van de Zuider
zee kwamen opzoeken.
Gelijk vanzelf spreekt is het nu met al deze
seizoenvisschery gedaan. De haring- en de
Verkeer tusschen Noord-Holland en Friesland
i
1932
1933
Over afsluitdyk
Veerdienst
m. A.T.O.
overig
EnkhuizenStavoren
bussen
verkeer
Totaal
Juni
21000
25000
2900
20000
48000
J uli
33000
30000
3400
25000
58000
Augustus
48000
45000
4800
32000
82000
September
24000
24000
2300
18000
44300
126000
124000
13400
95000
232400
Verhouding
98
11
76
185
ansjovisvangst heeft van het jaar voor het
laatst plaats gevonden, en merkwaardigerwys,
betere resultaten opgeleverd dan ooit te voren.
De aal en de bot houden het langer uit in het
steeds zoeter wordende water van het IJselmeer.
Het is bekend dat in September j.l. de vangst
van deze beide soorten nog zeer goed is ge
weest. De paling wist nog steeds in grooten
getale langs de sluizen in het meer binnen te
dringen. Toch zijn ook deze visscheryen ten
doode opgeschreven, en daarmede zal aan een
deel der Friesche kustbevolking een rijke be-
staansbron ontnomen zyn.
Het nadeel dat hierin gelegen is, mag men
zeker niet onderschatenen. en men zal alle
moeite moeten doen om voor de gedupeerde
visschers andere, gelijkwaardige middelen van
bestaan te vinden. Wellicht kan het in cultuur
brengen van den noord-oostelijken polder aan
eenige duizenden menschen werk en brood ver
schaffen, doch het geheele probleem zal daar
zeker niet mede opgelost zijn. Dit is een be
zwaar, dat niet specifiek Friesch is, doch ge
lijkelijk geldt voor alle oeverlanden der voor
malige Zuiderzee en o.i. de ernstigste schaduw-
zpde vormt van de „droogmaking" der binnen
zee.
Van belang voor de water-*: ..atkundige positie
van Friesland is ook de verzoeting van het
water van de voormalige Zuiderzee. In de
Friesche polders heeft men 's winters een teveel
aan water, dat dan op den boezem dat zyn
de gezamenlijke binnenwateren geloosd wordt.
Daar nu door nieuwe inpolderingen de polder
steeds uitgebreid en de boezem steeds ingeperkt
wordt, is de waterloozing tot een probleem ge
worden, daar men niet veel water uit den
boezem in zee durft te spuien, uit vrees 's zo
mers geen water genoeg te hebben. Want in
tyden van droogte moet de boezem weer dienen
om den polder te bemalen en de slooten nat
te houden, die hier algemeen als verkeering tus
schen de weilanden onderling dienst doen. An-
derzyds moet er ook 's zomers genoeg water in
den boezem blijven om scheepvaart op de
vaarten mogelyk te maken. Ziehier een belan
genconflict tusschen boeren en schippers dat
aan de besturen der waterschappen reeds veel
zorgen gebaard heeft. In de toekomst kan ech
ter het IJsselmeer als waterreservoir dienst
doen: 's winters kan het water ontvangen en
's zomers kan het water afstaan ten behoeve
van de Friesche polders, waardoor de kwaliteit
van het gras en van het vee zal vooruitgaan,
wat althans in tijden van meer economisch
verstand, die naar wij hopen spoedig zullen aan
breken, aan de welvaart van Frieschland ten
goede zal komen. Het gerucht gaat dat reeds
dezen zomer bij Lemmer water is ingelaten,
doch met zekerheid hebben we dit niet kunnen
vernemen,
gen door een voorschrift, dat geen certificaten
worden afgegeven voor uit het buitenland in
gevoerde visschersschepen van 16 jaar en ouder.
Hiermede wordt niet alleen de boüw van nieu
we schepen ten behoeve der visschersvloot in
de hand gewerkt, maar ook de al te snelle uit
breiding in tijden van opbloei getemperd, aan
gezien voor die uitbreiding dan meer kapitaal
benoodigd is en de aanbouw van nieuwe sche
pen meer tyd vordert dan de aankoop van
tweedehandsch schepen.
De geheele Commissie kan zich subsidiair
met dit laatste standpunt vereenigen.
Woensdagavond hield de weleerw. pater
Roozen M. C. uit China voor de leden der St.
Josephs-Gezellen Vereeniging Haarlem I een
zeer interessante lezing over hetgeen een Mis
sionaris in zijn missie beleeft.
Uitvoerig vertelde hij over den ondergang
der Chineezen, het gevolg, naar hij zeide, van
het feit, dat de Chineezen verslaafd zyn aan
opium.
Ook de afgodvereering werd door pater Roo
zen besproken en in zijn rede memoreerde hij
vele episodes uit zijn eigen leven in de mis
sie van China.
Met eenige welgekozen woorden dankte de
weleerw. praeses kapelaan Th. van der Hoeven
den spreker voor diens leerrijke lezing.
Zeer vele Gezellen hadden aan den oproep
gehoor gegeven, en vormden een aandachtig
en dankbaar gehoor.
In de pauze werd een collecte voor de Chi-
neesche Missie gehouden.
Solisten: Nanda Gerretsen
Corry Koppen
Een programma met klinkende namen:
Beethoven, Schubert, Duparc, Debussy, Ravel,
etc. Dit in hoofdzaak door de solistische mede
werking. Het koor zong twee deelen uit Schu
bert's „Deutsche Messe", alsmede „Die All-
macht" in de Liszt-bewerking, gaf voorts een
herhaling van Duvosel's „Aanbidding", „Sous
les tilleuls" van Wormser en bracht het be
roemde Riga-koorwerk „Germinal" ten ge-
hoore.
Vijftig jaren heeft dit werk zich gehand
haafd. De stijl is niet hedendaagsch, doch de
mannenkoren, die over prachtig materiaal be
schikken, zingen het gaarne. Het is echte,
kloeke mannenzang, frappante tekstverklan
king en schenkt daardoor voldoening by de
hoorders.
De uitvoering van „Germinal" door „Die
Spaerne-Sanghers" is ons byzonder meegeval
len, ze overtrof onze verwachtingen. Kleine
tekortkomingen inzake klankverhoudingen,
rhythmiek, enz., zien we gaarne over het hoofd.
Het werk heeft ons tot het einde toe geboeid,
meerdere onderdeelen troffen ons sterk.
Ook „Sous les Tilleuls" van Wormser vol
deed, ja, in nog meerdere mate dan den vori
gen keer. Het middendeel: „Charme divin"
klonk niet zoo overgevoelig (wel zeer fyn) en
van vermoeidheid aan het slot bij de eerste
tenoren was thans geen sprake.
„Aanbidding" van Duvosel werd met groote
beheersching voorgedragen. De zangers gaan
er geheel in op, zingen dit werk van hun di
recteur biykbaar met groote voorliefde. Als
werk heeft het ons echter geen groote vol
doening geschonken. We schreven het reeds
eerdei": werken als „Aussöhnung" van Duvosel
bekoren ons meer.
Het koor opende het concert met genoemde
Mis-fragmenten. Ze klonken iets donker getint
en de forte-klank bij: „Er nie begonnen"
in den Sanctus was niet mooi afgerond. Wat het
koor niet direct ingezongen?
Met de soliste Nanda Gerretsen voerde het
koor „Die Allmacht" uit. Dit werk schonk de
vorige maal met orkestbegeleiding en een so
liste met grooter volume meer bevrediging.
Mej. Gerretsen kwam somwijlen niet boven het
koor uit.
Veel vergoedde de zangeres met twee Duparc-
liederen. Deze schijnen haar bijzonder goed te
liggen. Hierin klonk haar stem warm en in
hooge ligging zelfs glansrük. Hetzelfde kan niet
gezegd worden van de Hollandsche liederen.
Mej. Corry Koppen vertolkte een Variatie
werk van Beethoven, voor dezen tijd niet zoo
belangrijk meer en „Les Celines d' Anacapin"
van Debussy en „Jeux d'eau" van Ravel. Op
vallend was haar forsche aanslag, goede tech
niek en smaak voor het moderne genre.
Zooals gewoonlijk: zaal goed bezet, dank
baar, menigmaal opgetogen publiek, veel bloe
men voor de dames solisten!
O. K.
Reeds enkele dagen loopt door de gemeente
Warmond het gerucht, dat de Kaagweek 1934
niet gehouden zal wtorden. Wij hebben te dezer
zake eens nader geïnformeerd en toen is ons
gebleken dat inderdaad met deze mogelijkheid
rekening gehouden kan worden. Men deelt ons
n.l. mede, dat door het bestuur van de Kaag ook
nog geen aanvraag is ingediend bij de verbonden
watersportvereenigingen, welke vereeniging eer
daags vergadert, om de dagen voor deze wed
strijden te willen bepalen. Wellicht is de ge
voerde actie in het afgeloopen seizoen hieraan
niet vreemd.
Bovengenoemde Vereeniging hield Dinsdag
21 November een algemeene Ledenvergadering
in Hotel „Central", Groote Houtstraat, die goed
was bezocht.
In deze vergadering werden de aftredende
bestuursleden, de heeren C. A. Rincker Jr. en
H. N. Verdel herkozen, terwyi de heer Corns.
L. Kwak werd herbenoemd als voorzitter der
Vereeniging.
Tot leden van den Raad van Beroep werden
gekozen de heeren F. A. Groen, J. J. Haüe Jr.
en E. E. Stoel en tot plaatsvervangende leden
de heeren P. H. Borghouts, C. Kooij en B. W.
Lasschuit.
Er werd voorts uit de vergadering een woord
van hulde gebracht, voor de wüze waarop zy
haar taak uitvoert, aan de Commissie voor Ex
ploitatie van den Woninggids der H. M. V., be
staande uit de heeren Corns. L. Kwak, H. N.
Verdel en H. C. Sprenger, terwijl laatstge
noemde een bizonder woord van waardeering
in ontvangst had te nemen voor zyn redaction
neel werk.
Hierna werd de zakelpke bijeenkomst omge
zet in een gezellig samenzijn.
De bekende Haarlemsche zangeres Anny
Woud is uitgenoodigd haar medewerking als
alt-soliste te verleenen aan de opvoering van
Beethovens „Missa Solemnis" te Parijs op het
groot muziekfeest op 20 en 21 Januari a.s.