IN EN OM HAARLEM Mogelijkheden in het Noorden DONDERDAG 23 NOVEMBER Uit den Gemeenteraad Afsluitdijk en veerdienst FELLE BRAND TE BEVERWIJK Winkelhuis uitgebrand IERSCHE BLAUW HEM DEN VOOR DEN KANTONRECHTER Het versche kadetje Aanrijdingen en gros Dronken achter het stuur Priesterjubileum HET GENEESMIDDEL Voor den ongunstigen toestand in het visschersbedrijf te IJmuiden De waterweg Groningen Amsterdam Een schaduwzijde m Watervoorziening ST. JOSEPHS-GEZELLEN Een missie-avond MUZIEK Die Spaerne-Sanghers GEEN KAAGWEEK IN 1934? Hardnekkige geruchten Haarlemsche Makelaars- Vereeniging Anny Woud naar Parijs ■laiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin Het nieuwe lid van den Raad, de heer Mr. Blankevoort, die bij den aanvang der zitting door den voorzitter op de ge bruikelijke wijze werd geïnstalleerd, behoeft geen slechten eersten indruk van zijn nieuwe collega's te hebben gekregen. Want met een lofwaardigen ijver is, op een enkele uitzonde ring na, door alle sprekers langdradigheid en alles wat zweemt naar tribune-gehengel ver meden. Het is dan ook wel onder zeer bijzon dere omstandigheden om met den heer Reinalda te spreken dat deze begrootings- debatten worden gehouden. Bijzondere omstan digheden niet alleen, zooals de fractieleider der SDAP het vermoedelijk bedoelde, door den economischen druk, waaronder wij leven, maar bijzondere omstandigheden ook, omdat er in het afgeloopen jaar iets is veranderd in de menta liteit van den uit sleur apathischen kiezer. Deze is, wat maar 'n enkelen keer in tientallen jaren gebeurt, uit zijn sloome rust ontwaakt en vraagt van zijn vertegenwoordigers in openbare licha men daden; hij geeft hun de redevoeringen cadeau. Met een zakelijkheid, die een jaar ge leden bij de meeste raadsleden ondenkbaar was, hebben nu bijna alle sprekers zich beperkt tot de begrooting. Helaas, een breed plan voor ge meentebeleid werd door geen enkel raadslid ontwikkeld- Allen beperkten zij zich tot lof of critiek op onderdeelen van de begrooting, daar mede te kennen gevend, dat het algemeen be leid van B. en W. hun goedkeuring heeft. Het is te begrijpen, want de heer Kuiper vestigde er zeer terecht de aandacht op, dat de abnor male economische toestand oorzaken heeft van internationalen aard, waaraan wij in Nederland dus ook in Haarlem, zeer weinig kunnen ver anderen. Toch zou een intensiever bespreking van de kern der moeilijkheden, een bespreking van het werkloozenvraagstuk, vooral gericht op werkverruiming door de vestiging van nieuwe industrieën in Haarlem of uitbreiding van de markt voor de bestaande, de wankelende geest kracht van de Haarlemsche burgerij hebben ge sterkt. De heer Visser raakte het punt even aan, door een voorstel te verdedigen om aan het verleenen van steun aan valide personen de voorwaarde te verbinden, dat door de gesteun- den, voor zoover mogelijk, arbeid moet worden verricht ter waarde van den te ontvangen steun. De grondgedachte van dit voorstel is niet nieuw en zal ook wel by niemand tegenstand ontmoeten, maar het komt aan op de uitvoe ring en daarover zal door den wethouder voor sociale aangelegenheden nog wel het een en ander worden gezegd. In vele gevallen toch zou waarschijnlijk het door den heer Visser aange prezen middel nieuwe werkloosheid tengevolge hebben- Hoe moeten de geweldige gapingen op de be grooting gedicht worden? Dat was eigenlijk de hoofdvraag van de begrootingsdebatten. B. en W. hadden met zekere zelfvoldoening de betreffende passage in de memorie van antwoord was vet gedrukt geschreven: als de Raad met onze bezuinigingsvoorstellen meegaat, dan kan de begrooting sluitend worden ge maakt zonder belastingverhooging. De SDAP zou belastingverhooging heelemaal niet erg vinden, zeide de heer Joosten en hij maakte zelfs een vergelijking met het jaar 1919, toen de gemeente, volgens hem, in even benarde omstandigheden verkeerde en de Raad toch be sloot de belastingen te verhoogen. Hij gaf toe, dat de situatie thans een beetje anders is. Het was weer de oude strijd. De tegenstanders van belastingverhooging vreezen (zeer terecht) een vlucht van de hooge inkomens naar de buiten gemeenten als de fiscus in Haarlem te hard knijpt; de SDAP vertrouwt op den grootmoe digen gemeenschapszin van den belastingbe taler en acht de gedachte van een volksver huizing uit Haarlem een utopie. De SDAP ver keert in de gelukkige omstandigheid, dat zij haar theorie in Haarlem niet in practijk heeft kunnen brengen, maar de „belastingvlucht", zooals, meenen wij, mevrouw Scheltema het noemde, die wij in de laatste tien jaren heb ben meegemaakt in, Haarlem het laatste statistische overzicht geeft daarvan weer tref fende staaltjes doet het vermoeden rijzen, dat een belastingpolitiek als door de SDAP wordt gesuggereerd, in Haarlem uitsluitend ar beiders, gebukt onder zware belastingen, zou hebben overgelaten. Het is echter waar, dat elk raadslid het recht heeft, zooals de heer Joosten vastlegde, zijn eigen meening te hebben en te handhaven en daaraan is het dan ook te dan ken, dat wij elk jaar ditzelfde middel door de SDAP hooren aanprijzen. Overigens verzekerden èn de heer Reinalda èn de heer Joosten, dat de socialistische raadsleden niet afkeerig zijn van bezuinigingen en „als het noodzakelijk is afstand willen doen van dingen, die hun lief zijn," De heer van Dam sprak de hoop uit, dat deze woorden nu ook eens zouden worden gevolgd door daden. Van de voorgestelde bezuinigingen ontmoet ten de afschaffing van den tandartsendienst en de opheffing van het voorbereidend lager on derwijs bij verschillende sprekers tegenstand- Vooral het voorbereidend onderwijs zal zich niet gemakkelijk laten verdringen. Maar het uitvoerigst is wel gesproken over de intrekking van den vacantietoeslag en de korting op den kindertoeslag. De heer Castricum vond het niet juist, dat B. en W. deze twee voorstellen saam- gekoppeld in het Georganiseerd Overleg hadden gebracht. Het zijn twee geheel verschillende dingen zeide hij en men kan voor behoud van het eene en voor afschaffing van het andere zijn. Hij zelf voelde meer voor 1 pCt. loons verlaging over de geheele linie. Wat het lot van den vacantietoeslag zal zijn, is moeilijk te zeggen. Wij hebben den indruk, dat het aantal voorstanders opweegt tegen het aantal tegen standers. Vele raadsleden achten het een stuk van het loon geworden en uit dien hoofde een nieuwe, niet te rechtvaardigen loonsverlaging; anderen vinden vacantietoeslag een luxe, die geen particuliere werkgever in dezen tijd nog geeft en dus ook voor het gemeentepersoneel een ongemotiveerde royaliteit is. De kinder toeslag maakt een betere kans. Wel zullen ver moedelijk B. en W. hierop de door hen begeerde bezuiniging krijgen, maar zóó, dat de groote gezinnen er geen noemenswaardig nadeel yan ondervinden. Dat kindersuppletieloon gaf den heer Kuiper gisterenavond gelegenheid een speech te houden ter verdediging van zijn voor stel, waarnaar klaarblijkelijk de geheele Raad met genoegen zat te luisteren. Hij verweerde zich tegen het verwijt van den heer Joosten, dat de indiening van zijn voorstel niet fair zou zijn geweest, wijl hij aanvankelijk steun had toegezegd aan het voorstel van den heer Joos ten. Maar de heer Kuiper liet uitkomen, dat die afspraak slechts gold voor het geval, dat overeenstemming zou worden bereikt in het G. O. Toen dit niet gebeurde, achtte hij zich vrij. Verder bestreed de heer Kuiper op voortreffe lijke wijze de bezwaren van de principieele tegenstanders en gaf den heer Reinalda uit voerig antwoord op diens vraag, eens te ver tellen, welke particuliere werkgevers kindertoe slag betalen. De heer Kuiper trof het, dat juist een dezer dagen het rapport is verschenen van da commissie, ter bestudeering van het vraag stuk van den kindertoeslag, ingesteld door het bestuur van de R.K. Staatspartij. Het daarin opgestapelde materiaal was waarlijk overvloedig. Van de voorstellen tot verhooging van de in komsten der gemeente was het vooral de ver hooging van de tarieven voor electriciteit. De heer Wolzak achtte den tijd gekomen om niet meer te spreken van tijdelijke kortingen op de salarissen, want wij leven op een lager plan. Hij drong er bij B. en W. op aan geen revolutionnaire elementen onder het gemeente- personeel te dulden en wees op ongepaste uit drukkingen in het orgaan van den Bond van Nederlandsche onderwijzers. Mevrouw Schelte- ma-Conradi (V.B.) verklaarde zich o.m. tegen sommige interpellaties van bijzonder tenden- tieusen aard en vroeg om in den Raad discus sies te verhinderen die gevoed worden met de klaarblijkelijke bedoeling, revolutionnaire ideeën te propageeren. Jammer dat deze vlotte spreek ster zoo dikwijls moeilijk te verstaan is aan de perstafel. De heer Klein trok, op verzoek van den heer Reinalda, zjjn voorstel inzake een andere regeling van de tijdelijke korting op de salarissen voorloopig in, maar meende, dat dan ook elke beslissing, die aan de salaris sen van het gemeentepersoneel raakt, moest worden opgeschort totdat de Kroon een beslis sing heeft gegeven op het bezwaar, dat de bur gemeester heeft gemaakt tegen het raadsbesluit inzake een progressieve regeling van de tijde lijke salariskorting. Wü moeten ons tot deze enkele opmerkingen beperken. De heer Castricum had de debatten geopend en o.m. gewezen op de achterstelling van ka tholieken bij benoemingen. De heer Reinalda en andere sprekers steunden tenvolle wat B. en W. daaromtrent hadden geschreven in de memorie van antwoord: bij .benoemingen dient, zeggen zij, alleen te worden gelet op geschikt heid en betrouwbaarheid. In den loop der be sprekingen formuleerde de heer Weustink het standpunt der katholieken zeer juist door te verzekeren dat ook zij de meening van B. en W. deelen omtrent de eischen van geschiktheid, maar dat de katholieken het gevoel hebben, dat zij bij benoemingen, ook als zij geschikt zijn, om hun katholiciteit worden achtergesteld. Hij haalde daar eenige voorbeelden van aan. Dat gevoel, wij kunnen het getuigen, bestaat inder daad bij de Haarlemsche katholieken en B. en W. zullen een goed werk doen als zij al het mo gelijke doen om die bittere stemming bij de katholieken weg te nemen. Er zijn bij de debatten natuurlijk nog vele andere punten ter sprake gekomen, maar wij komen er op terug, als de wethouders de ver schillende sprekers hebben beantwoord. Heden middag is als eerste spreker reeds de heer Slin- genberg, wethouder voor de financiën, aan bod. Het gaat vlug dit jaar. Vermelden wij nog, dat de heer Klein Schip horst in den aanvang der vergadering wees op den onhoudbaren toestand waarin het niet ge asfalteerde gedeelte van den Zijlweg is geko men. Hij deelde mede, dat de bewoners een gedeelte van hun voortuinen willen afstaan als ook de tweede Zijlweg wordt geasfalteerd. De heer Gerritz beloofde dit aanbod te zullen over wegen. Nauwelijks is men begonnen met de oprui ming van de ruïne van een woningbrand of opnieuw heeft een felle brand een perceel aan de hoofdstraat van Beverwijk grootendeels in asch gelegd. Omstreeks 10 uur Woensdagavond hoorde de heer v. d. Boor, die een lederzaak en schoen makerij aan de Breedstraat heeft, een luiden knal. Hij bevond zich op dat oogenblik op de bovenverdieping, waar hij gehuisvest is. On middellijk daarop ontdekte hij tot zijn grooten schrik, dat in den winkel brand was uitgebro ken. Het vuur verspreidde zich met een dusdanige snelheid, dat de heer v. d. B. met zijn echtge- noote en twee kinderen in allerijl de vlucht moesten nemen. In een ommezien stond de geheele benedenverdieping in vlammen. Deze vonden een overvloed van voedsel in den voorraad fournituren, welke in den winkel en de werkplaats voorhanden waren. Spoedig sloegen geweldige vlammen naar buiten, zoodat het er ook voor de belendende perceelen, waartusschen het perceel van den heer v. d. B. geheel is ingebouwd, precair be gon uit te zien. In allerijl werd de brandweer gealarmeerd, die spoedig met de motorspuit ter plaatse ver scheen. Ten einde het vuur van alle zijden te kunnen bestrijden, werden een aantal slangen door de belendende perceelen naar achteren geleid. In totaal werden vijf slangen uitgelegd, met welk materiaal een ware zee van water over de vlammen werd uitgestort. Het resultaat liet niet lang op zich wachten, doch de vlammen hadden intusschen hun ver nietigingswerk reeds voor een groot deel ver richt, zoodat er niet veel meer te redden viel. In ieder geval kon door dit krachtig optreden het gevaar voor uitbreiding spoedig bezworen worden. Toen het ergste gevaar gebleken was, bleek het perceel totaal te zijn uitgebrand. Toch duurde het nog geruimen tijd voor aleer men het vuur volkomen meester was. Het was wat men noemt een lastige brand en de brand weer was dan ook nog tot een uur in den nacht bezig. Maar toen was dan ook het laat ste sprankje vuur gebluscht. Van den inboedel is niets gered kunnen worden. De heer v. d. B. is tegen brandschade verzekerd. Van de belendende perceelen kreeg dat, waarin het bureau van de „Kennemer Cou rant" gevestigd is, groote waterschade. Ook het aan de andere zijde gelegen perceel be kwam schade. mt mmm Hiernaast een af beelding van het clubhuis der lersche Blauwhemden, van waar de propaganda voor heel het rijk uitgaat Woensdagmorgen stond de bakker J. K. uit IJmuiden voor den kantonrechter terecht, om dat hij op Sf2 September vóór 10 uur in de haven van IJmuiden versch brood had afge leverd. De slimme bakker, die blijkbaar iets van een Roermondschen collega geleerd had, zocht een weg om door de mazen van het net heen te sluipen. Hij verzocht op 8 November een demonstratie te mogen geven, waarbij dan een deskundige inspecteur van politie urit IJmuiden en nog enkele andere deskundigen tegenwoordig zouden zijn. Verdachte had beweerd, dat het brood, dat hij op 22 September verkocht had, van den vorigen dag was. De deskundigen legden voor den kantonrech ter de volgende eensluidende verklaring af: Het brood, dat verdachte des morgens na de demonstratie om acht uur had afgeleverd, was anders van kleur en had bovendien nog andere afwijkende eigenschappen dan het brood, dat op 22 September in beslag was genomen. De demonstratie had berust op de volgende feiterj: Tusschen 8 uur des avonds en des mor gens 6 uur den tijd, waarop niet gewerkt mag worden in bakkerijen had verdachte brood, dat vóór 8 uur was gebakken, verpakt in kartonnen doozen en met natte zakken om wonden en zoo laten verhitten door een soort hulpoventje. De warmte in de bakkerij was des morgens om 6 uur 340 gr. P., terwijl de normale maxi mum temperatuur volgens den deskundige in bakkerijen 220 gr. F. is. Het brood, dat toen getoond werd, was van onderen als een spons deskundigen noemen het „gestoomd" terwijl ze over het brood, dat in beslag genomen was, unaniem van oordeel waren, dat het versch of minstens opgewarmd brood moet zijn geweest. De eisch van den Ambtenaar van het O. M. was 20 boete of 10 dagen. De kantonrechter vonniste met 15 boete of 15 dagen. Op een vraag van verdachte, of hij 't brood, zooals hij het na de demonstratie afleverde, op dezelfde wijze verder kon verkoopen, werd noch positief, noch negatief geantwoord. Dit is voor zijn eigen risico, werd i -zegd. De bakker verklaarde in hooger beroep te gaan. Telkens en telkens weer moest de kanton rechter zijn stem waarschuwend verheffen te gen de excessen, die automobilisten bij het ge bruiken van den weg nog steeds bedrijven. Men is niet tevreden, hoorden we meermalen opmerken, eer er slachtoffers vallen. Meesten tijds volgt dan ook een flinke boete, die tot leering voor den volgenden keer moet strekken. Ook de veiligheid van het verkeer eischt een strenge straf. Dit ondervond de verdachte, die op 19 October met zijn auto uit Den Haag was gekomen. Hij reed zoo zigs-zags-gewijs, dat een voorbijganger er een agent van politie, die per motor even eens den Wagenweg afreed, opmerkzaam op maakte. Deze heeft den chauffeur laten stoppen en constateerde toen, dat hij onder den invloed van sterken drank verkeerde. Bovendien had de agent ook gezien, dat de auto niet normaal reed. Hij heeft den bestuurder toen meegenomen en op het politiebureau ingesloten. De ambtenaar van het O. M. -wraakte auto mobilisten, die niet beseffen, dat zij zich moe ten onthouden van het gebruik van sterken drank. Hij eischte een geldboete van 10 en 14 dagen hechtenis en intrekking van het rij bewijs gedurende één jaar. Het vonnis luidde conform, alleen verd. zal het rijbewijs een half jaar moeten missen. Onder groote belangstelling herdacht prof. J. Henneman van het Theolögicum te Warmond zijn 12 y2 -jarig priesterfeest. Des voormiddags werd door den jubilaris een plechtige Hoogmis opgedragen, waarbij hij geassisteerd werd door enkele studenten. Des middags had een receptie plaats, waarbij de prefect der studenten 'n toe spraak hield. Van verschillende zijden ontving de jubilaris gelukwenschen en bloemen. In het verslag der Commissie-Rijkens, welke tot taak had te onderzoeken de oorzaken van den ongunstigen toestand in het visscherijbe- drijf te IJmuiden, waaruit wij gisteren reeds een gedeelte met de conclusies publiceerden, wordt nog het volgende geneesmiddel aange geven Wanneer de diagnose, wat de hoofdoorza- ken van den ongewenschten toestand ie IJmuiden betreft, in het voorgaande juist •s gesteld, ligt het geneesmiddel voor de hand: het bevorderen van meer orde en regelmaat in het geheel bedrijf, .door de ongebreidelde vrijheid van concurrentie en bedrijfsuitoefening eenigszins aan banden te leggen. Hier openen zich verschillende theoretische mogelijkheden, waaruit ten slotte een keus ge daan moet worden. Eén lid is van oordeel, dat, hoewel een na dere studie hieromtrent zou dienen plaats te hebben, van Staatswege het bedrijf kan worden gesaneerd en uitgeoefend. Van nadere uitwerking en omschrijving van bovenstaande denkbeelden meent dit lid zich evenwel te moeten onthouden, omdat hier de meening van de kleinst mogelijke minderheid van de Commissie wordt geuit. De grootst mogelijke meerderheid der Com missie stelt zich evenwel op het standpunt, dat de overheid niet verder dient in te grijpen, dan voor het te bereiken doel noodzakelijk is, omdat zij het algemeen belang het best gediend acht, wanneer aan het bedrijfsleven de onontbeerlijke bewegingsvrijheid gewaarborgd blijft. Zij verwerpt daarom het denkbeeld, om de IJmuider visscherij als monopolie rechtstreeks te doen uitoefenen door de overheid. Zij ziet hierbij niet over het hoofd, dat de Staat reeds eigenaar is van de visschershaven, en als zoo danig een belangrijk deel van het visscherij- bedrijf, waaronder ook den afslag, zelf exploi teert. Zij acht het, afgescheiden van principieele bedenkingen, een volstrekte onmogelijkheid om een trawler-reederij door den Staat te doen uitoefenen. Twee leden achten het noodig, dat een wet aan de Regeering de bevoegdheid verleent om eischen te stellen, waaraan reederijen, die het trawlvisscherijbedrijf wenschen uit te oefenen, moeten voldoen en om een Zeevisscherijkamer in te stellen, met de volgende taak: a. het uitoefenen van voortdurend toezicht op de financieele en technische inrichting der reederijen; b. het adviseeren over alle aangelegenheden, het trawlerbedrijf, de visschershaven en den afslag betreffende, zoowel op verzoek als uit eigen beweging. Bovengenoemd lid kan subsidiair met het standpunt der genoemde twee leden accoord gaan. Drie leden wenschen niet zoover te gaan en meenen, dat kan worden volstaan met een be lemmering van den aankoop van oude schepen uit het buitenland, om deze voor de Nederland sche visscherij opnieuw in de vaart te brengen. Deze belemmering zou kunnen worden verkre- Het ontbreken van een spoorwegstatistiek hier te lande maakt het onmogelijk, te onderzoeken in hoeverre de openstelling van den afsluitdijk van invloed is geweest op het verkeer langs de andere toegangswegen tot de Noordelijke gewesten. Over den invloed van den nieuwen verkeersweg op het verkeer over het veer EnkhuizenStavoren vinden we echter in het laatste nummer van het maandblad Spoor- en Tramwegen" eenige gegevens. Wij treffen daar aan het bijgaande staatje, dat het vervoer over het' veer in de vier zomermaanden van dit jaar stelt naast de cijfers van het vorige jaar, alsmede naast het verkeer dat in die maanden over den dijk ging. Men bedenke hierbij wel, dat in het tijdvak, waarvoor bovenstaande cijfers gelden, de tol ten bate van het N.C.C. nog bestond, en na tuurlijk een verkeersbelemmering vormde. Na de opheffing, op 25 September j.l., zal het ver keer over den dijk zeker intensiever geworden zijn. „Spoor en Tramwegen" geeft by deze cyfers nog de volgende commentaar: In September 1932 en 1933 bedroeg het ver keer voor het veer onveranderd 24.000 reizigers; daarnaast kwam in 1933 een nieuw verkeer over den afsluitdijk van 18.000 reizigers in auto's en 2300 in A.T.O.-bussen. Het totale verkeer steeg aldus 84,5 'la, waarvan 9,5 met A.T.O.-bus sen. Indien de omvang van het reizigersverkeer N.S. in 1933 9 gestegen is door de tariefver lagingen, is dus door de openstelling van den afsluitdijk deze verhooging geheel aan den veerdienst onthouden. Ook over de vier maanden Juni t/m Septem ber 1933 was de aan den veerdienst onthouden verkeersstyging nagenoeg even groot als het door A.T.O. bediende verkeer; en de A.T.O. ver voerde van het totale verkeer van auto- en autobusreizigers over den dyk. Het verkeer over den dyk is slechts voor een klein deel ontnomen aan het verkeer te water en aan het verkeer via Zwolle; het dykvervoer was ongetwyfeld grootendeels nieuw verkeer. Het zal niet geheel blijvend verkeer zijn, doch voor een klein dïel ook verkeer van lelangstel- lenden, hetwelk geen stand houdt. Zoo is in September jj. het verkeer over den dyk ten opzichte van het bootverkeer eenigszins achter gebleven, in vergeiyking met de verhouding in de voorgaande drie maanden. In verband met versnelling en tariefverlaging van A.T.O. kan worden verwacht, dat in de ko mende maanden de omvang van het verkeer van A.T.O. boven 11 van den omvang van het veerverkeer in den winter 1932/'33 zal gaan sty- gen; deze stijging zal dan a: - het overige ver keer over den afsluitdyk zijn ontnomen. Behalve als verkeersweg beïnvloedt de afsluit dijk de communicatie van de noordeiyke ge westen met het overige Nederland nog op een andere wüze, en wel in minder gunstigen zin. De scheepvaartverbinding van Leeuwarden en Groningen naar Amsterdam, Utrecht en den Rijn wordt er door belemmerd. Het passeeren van den dyk door de schutsluizen by Den Oever of by Kornwerderzand zal" tijd en geld kosten. Nu is de waterweg van Groningen naar Amsterdam, die toch van primair belang is, toch zeer onvoldoende en geiyk het geheele kanalenstelsel in het Noorden slechts op sche pen van 300 ton berekend. Zou men vroeger met een verbetering van den waterweg Gronin gen—LeeuwardenHarlingen hebben volstaan, thans hecht men nog meer waarde aan een waterweg via den Zuid-Westhoek van Friesland, om zoodoende de sluizen te Harlingen en die in den afsluitdijk te ontgaan. Deze vaarweg loopt door het Bergumermeer en langs Grouw naar het Sneekermeer: dit heeft bovendien tot voordeel dat de moeiiyke vaart door Leeuwarden wordt vermeden. Over het verder verloop be staat oneenigheid: men kan de route naar Stavoren verbeteren, al dan niet met een om weg over Sneek, wat aan den geheelen Zuid- Westhoek van Friesland ten goede zou komen; men kan ook een kanaal graven dat te Lem mer in het -Jsselmeer uitkomt. Dit laatste zou thans ongetwijfeld korter zpn, doch wanneer de Noord-Oostpolder van het Zuiderzeecomplex is ingedükt, zou dit voordeel verdwenen zijn. Een staatscommissie van ingenieurs heeft dan ook in 1929 geadviseerd om den weg over Stavoren te kiezen. De Staten van Groningen hebben ook reeds in beginsel daartoe besloten. Wan neer de moderniseering van het kanaal Gronin genStavoren krachtig ter hand wordt genomen en bevaarbaar wordt gemaakt voor schepen van 1000 ton, kan dit tot groot voordeel strek ken ook van het Friesche veeteeltgebied, waar van Sneek het centrum is, dat juist door den verkeersweg over den afsluitdyk zyn transito- verkeer ziet verminderen en gevaar loopt, een uithoek te worden. Daarnaast zou zeker ook een kanaal naar Harlingen van groot belang biyven om Leeu warden en het hart! van Friesland te verbinden met de Zuiderzee. Harlingen is een belangryke havenstad, doch het kanaal dat de haven met Leeuwarden verbindt is bochtig en voor sche pen van 400 ton ternauwernood bevaarbaar. Verbetering daarvan zou den export van Friesche producten per schip naar het buiten land vergemakkeiyken. Zonder op volledigheid aanspraak te willen maken, kunnen we toch de beschouwingen over de gevolgen van de afsluiting niet beëindigen zonder een woord te wyden aan het einde der Zuiderzeevisschery. De binnenzee had als visch- water een heel bijzonder karakter, en behoorde tot de vischrykste wateren der wereld. Als oor zaken daarvan zyn te noemen de geringe diepte van gemiddeld 3 meter, die een gelyk- matige verwarming van het water door de zonnestralen mogelijk maakt, de vette bodem en het lagere zoutgehalte van het water. Deze omstandigheden waren oorzaak dat verschillende vischsoorten uit de Noordzee op gezette tijden naar de Zuiderzee trokken trokken om daar kuit te schieten. Zoo kwam de haring in winter- en voorjaarstyd door de zeegaten naar binnen zwemmen, waar ze dan by millioenen werden gevangen. In de lente werd zy afgelost door de ansjovis, die een der meest vermaarde producten van het Zuiderzeevisschersbedryf is geweest. In dienzelfden tyd begon ook de palingvisscherü, terwijl ook de garnalen in het voorjaar vanuit de Noordzee het warmere water van de Zuider zee kwamen opzoeken. Gelijk vanzelf spreekt is het nu met al deze seizoenvisschery gedaan. De haring- en de Verkeer tusschen Noord-Holland en Friesland i 1932 1933 Over afsluitdyk Veerdienst m. A.T.O. overig EnkhuizenStavoren bussen verkeer Totaal Juni 21000 25000 2900 20000 48000 J uli 33000 30000 3400 25000 58000 Augustus 48000 45000 4800 32000 82000 September 24000 24000 2300 18000 44300 126000 124000 13400 95000 232400 Verhouding 98 11 76 185 ansjovisvangst heeft van het jaar voor het laatst plaats gevonden, en merkwaardigerwys, betere resultaten opgeleverd dan ooit te voren. De aal en de bot houden het langer uit in het steeds zoeter wordende water van het IJselmeer. Het is bekend dat in September j.l. de vangst van deze beide soorten nog zeer goed is ge weest. De paling wist nog steeds in grooten getale langs de sluizen in het meer binnen te dringen. Toch zijn ook deze visscheryen ten doode opgeschreven, en daarmede zal aan een deel der Friesche kustbevolking een rijke be- staansbron ontnomen zyn. Het nadeel dat hierin gelegen is, mag men zeker niet onderschatenen. en men zal alle moeite moeten doen om voor de gedupeerde visschers andere, gelijkwaardige middelen van bestaan te vinden. Wellicht kan het in cultuur brengen van den noord-oostelijken polder aan eenige duizenden menschen werk en brood ver schaffen, doch het geheele probleem zal daar zeker niet mede opgelost zijn. Dit is een be zwaar, dat niet specifiek Friesch is, doch ge lijkelijk geldt voor alle oeverlanden der voor malige Zuiderzee en o.i. de ernstigste schaduw- zpde vormt van de „droogmaking" der binnen zee. Van belang voor de water-*: ..atkundige positie van Friesland is ook de verzoeting van het water van de voormalige Zuiderzee. In de Friesche polders heeft men 's winters een teveel aan water, dat dan op den boezem dat zyn de gezamenlijke binnenwateren geloosd wordt. Daar nu door nieuwe inpolderingen de polder steeds uitgebreid en de boezem steeds ingeperkt wordt, is de waterloozing tot een probleem ge worden, daar men niet veel water uit den boezem in zee durft te spuien, uit vrees 's zo mers geen water genoeg te hebben. Want in tyden van droogte moet de boezem weer dienen om den polder te bemalen en de slooten nat te houden, die hier algemeen als verkeering tus schen de weilanden onderling dienst doen. An- derzyds moet er ook 's zomers genoeg water in den boezem blijven om scheepvaart op de vaarten mogelyk te maken. Ziehier een belan genconflict tusschen boeren en schippers dat aan de besturen der waterschappen reeds veel zorgen gebaard heeft. In de toekomst kan ech ter het IJsselmeer als waterreservoir dienst doen: 's winters kan het water ontvangen en 's zomers kan het water afstaan ten behoeve van de Friesche polders, waardoor de kwaliteit van het gras en van het vee zal vooruitgaan, wat althans in tijden van meer economisch verstand, die naar wij hopen spoedig zullen aan breken, aan de welvaart van Frieschland ten goede zal komen. Het gerucht gaat dat reeds dezen zomer bij Lemmer water is ingelaten, doch met zekerheid hebben we dit niet kunnen vernemen, gen door een voorschrift, dat geen certificaten worden afgegeven voor uit het buitenland in gevoerde visschersschepen van 16 jaar en ouder. Hiermede wordt niet alleen de boüw van nieu we schepen ten behoeve der visschersvloot in de hand gewerkt, maar ook de al te snelle uit breiding in tijden van opbloei getemperd, aan gezien voor die uitbreiding dan meer kapitaal benoodigd is en de aanbouw van nieuwe sche pen meer tyd vordert dan de aankoop van tweedehandsch schepen. De geheele Commissie kan zich subsidiair met dit laatste standpunt vereenigen. Woensdagavond hield de weleerw. pater Roozen M. C. uit China voor de leden der St. Josephs-Gezellen Vereeniging Haarlem I een zeer interessante lezing over hetgeen een Mis sionaris in zijn missie beleeft. Uitvoerig vertelde hij over den ondergang der Chineezen, het gevolg, naar hij zeide, van het feit, dat de Chineezen verslaafd zyn aan opium. Ook de afgodvereering werd door pater Roo zen besproken en in zijn rede memoreerde hij vele episodes uit zijn eigen leven in de mis sie van China. Met eenige welgekozen woorden dankte de weleerw. praeses kapelaan Th. van der Hoeven den spreker voor diens leerrijke lezing. Zeer vele Gezellen hadden aan den oproep gehoor gegeven, en vormden een aandachtig en dankbaar gehoor. In de pauze werd een collecte voor de Chi- neesche Missie gehouden. Solisten: Nanda Gerretsen Corry Koppen Een programma met klinkende namen: Beethoven, Schubert, Duparc, Debussy, Ravel, etc. Dit in hoofdzaak door de solistische mede werking. Het koor zong twee deelen uit Schu bert's „Deutsche Messe", alsmede „Die All- macht" in de Liszt-bewerking, gaf voorts een herhaling van Duvosel's „Aanbidding", „Sous les tilleuls" van Wormser en bracht het be roemde Riga-koorwerk „Germinal" ten ge- hoore. Vijftig jaren heeft dit werk zich gehand haafd. De stijl is niet hedendaagsch, doch de mannenkoren, die over prachtig materiaal be schikken, zingen het gaarne. Het is echte, kloeke mannenzang, frappante tekstverklan king en schenkt daardoor voldoening by de hoorders. De uitvoering van „Germinal" door „Die Spaerne-Sanghers" is ons byzonder meegeval len, ze overtrof onze verwachtingen. Kleine tekortkomingen inzake klankverhoudingen, rhythmiek, enz., zien we gaarne over het hoofd. Het werk heeft ons tot het einde toe geboeid, meerdere onderdeelen troffen ons sterk. Ook „Sous les Tilleuls" van Wormser vol deed, ja, in nog meerdere mate dan den vori gen keer. Het middendeel: „Charme divin" klonk niet zoo overgevoelig (wel zeer fyn) en van vermoeidheid aan het slot bij de eerste tenoren was thans geen sprake. „Aanbidding" van Duvosel werd met groote beheersching voorgedragen. De zangers gaan er geheel in op, zingen dit werk van hun di recteur biykbaar met groote voorliefde. Als werk heeft het ons echter geen groote vol doening geschonken. We schreven het reeds eerdei": werken als „Aussöhnung" van Duvosel bekoren ons meer. Het koor opende het concert met genoemde Mis-fragmenten. Ze klonken iets donker getint en de forte-klank bij: „Er nie begonnen" in den Sanctus was niet mooi afgerond. Wat het koor niet direct ingezongen? Met de soliste Nanda Gerretsen voerde het koor „Die Allmacht" uit. Dit werk schonk de vorige maal met orkestbegeleiding en een so liste met grooter volume meer bevrediging. Mej. Gerretsen kwam somwijlen niet boven het koor uit. Veel vergoedde de zangeres met twee Duparc- liederen. Deze schijnen haar bijzonder goed te liggen. Hierin klonk haar stem warm en in hooge ligging zelfs glansrük. Hetzelfde kan niet gezegd worden van de Hollandsche liederen. Mej. Corry Koppen vertolkte een Variatie werk van Beethoven, voor dezen tijd niet zoo belangrijk meer en „Les Celines d' Anacapin" van Debussy en „Jeux d'eau" van Ravel. Op vallend was haar forsche aanslag, goede tech niek en smaak voor het moderne genre. Zooals gewoonlijk: zaal goed bezet, dank baar, menigmaal opgetogen publiek, veel bloe men voor de dames solisten! O. K. Reeds enkele dagen loopt door de gemeente Warmond het gerucht, dat de Kaagweek 1934 niet gehouden zal wtorden. Wij hebben te dezer zake eens nader geïnformeerd en toen is ons gebleken dat inderdaad met deze mogelijkheid rekening gehouden kan worden. Men deelt ons n.l. mede, dat door het bestuur van de Kaag ook nog geen aanvraag is ingediend bij de verbonden watersportvereenigingen, welke vereeniging eer daags vergadert, om de dagen voor deze wed strijden te willen bepalen. Wellicht is de ge voerde actie in het afgeloopen seizoen hieraan niet vreemd. Bovengenoemde Vereeniging hield Dinsdag 21 November een algemeene Ledenvergadering in Hotel „Central", Groote Houtstraat, die goed was bezocht. In deze vergadering werden de aftredende bestuursleden, de heeren C. A. Rincker Jr. en H. N. Verdel herkozen, terwyi de heer Corns. L. Kwak werd herbenoemd als voorzitter der Vereeniging. Tot leden van den Raad van Beroep werden gekozen de heeren F. A. Groen, J. J. Haüe Jr. en E. E. Stoel en tot plaatsvervangende leden de heeren P. H. Borghouts, C. Kooij en B. W. Lasschuit. Er werd voorts uit de vergadering een woord van hulde gebracht, voor de wüze waarop zy haar taak uitvoert, aan de Commissie voor Ex ploitatie van den Woninggids der H. M. V., be staande uit de heeren Corns. L. Kwak, H. N. Verdel en H. C. Sprenger, terwijl laatstge noemde een bizonder woord van waardeering in ontvangst had te nemen voor zyn redaction neel werk. Hierna werd de zakelpke bijeenkomst omge zet in een gezellig samenzijn. De bekende Haarlemsche zangeres Anny Woud is uitgenoodigd haar medewerking als alt-soliste te verleenen aan de opvoering van Beethovens „Missa Solemnis" te Parijs op het groot muziekfeest op 20 en 21 Januari a.s.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5