HET BOEK ALS GESCHENK Zijn mooiste verrassing Sint Nicolaas op komst EEN GROOTE KEUZE DE VOETBALSCHOENEN DE SCHOONE DROOM 6 DECEMBER i SINT NICOLAAS-NUMMER De tegenwoordige jeugd heeft groote belangstelling voor boeken over luchtvaart en over techniek Overvloed van lectuur Meestal zyn wel leeftijdsgrenzen aangegeven, Vijf gulden verdiend toch ook maar laten betalen wat ze willen I" Een Sint Nicolaasavonddien Jan niet gemakkelijk zou vergeten Het geheim van Greta St. Nicolaasviering Laat uw kinderen, maar vooral Ook de armen gelukkig zijn Het mes snijdt aan... drie kanten DE IS ACHT VAN 6 DECEMBER Over de daken gaat de goede Sint van het eene huis naar het andereom overal van zijn geschenken te laten genieten Een belangrijke mede- deeling De staf van den Sint ZIJN VERDIENDE LOON Kinderen, die ongehoorzaam zijn en geen beterschap belo venworden door St. Nicolaas' knechten meegenomen Behalve de zoo noodige versnaperingen als pepernoten, marsepein en dergelijke aan het ouderwetsch-Hollandsche Sinter klaasfeest onafscheidelijk verbonden geneugten, behooren toch ook geschenken van blijvende waarde hun plaats in te nemen. En dan komen allereerst boeken in aanmer king; boeken, die tegen het feest van den kin derheilige in overvloedig aantal verschijnen, een overvloed, die het sommigen ouders wel moei lijk maakt een goede keuze te doen. Het moet een eerste eisch zijn dat deze boe ken geen schade kunnen doen en al is het aantal kinderboeken dat direct schadelijk is ge lukkig zeer miniem, het aantal dezulke die door valsche sentimentaliteit of het algeheel ontbre ken van eenig idealisme indirecte schade be- rokkenkan is helaas vrij groot. Daarnevens echter dient er toch ook op te worden toegezien dat de smaak van het kind niet wordt bedorven door leelijke omslagen, slecht-afgewerkte illustraties en wat erger is en helaas veelvuldig voorkomt door een slordigen tekst met taal. en stijlfouten. Aan het uiterlijk der boeken wordt tegen woordig hoe langer hoe meer zorg besteed en wat dit betreft behoeft de keuze dan ook niet zooveel moeilijkheden op te leveren. Wat den inhoud aangaat zal men goed doen af te gaan op de recensies welke regelmatig in de katholieke pers verschijnen en welke een berouwbaren leidraad bieden. Maar dan toch nog zal het vaak gewenscht zijn, dat de ouders eerst het boek dat zij ten geschenke willen geven lezen om te beoordee- len of het in, verband met den leeftijd van den- gene voor wie het bestemd is wel geschikt kan worden beschouwd. doch deze zijn algemeen en slaan heel vaak niet op de werkelijkheid. Zoo kregen we onlangs nog een meisjesboek in handen dat minstens drie jaar te laag was gewaardeerd en meer een boek voor aankomende vrouwen dan voor meis jes was. Sommige kinderen blijven langer kinderlijk dan andere; de eene jongen van veertien jaar zal van stichtende verhalen houden, terwijl op den anderen het avontuurlijke veel meer vat heeft. Dan valt bij de tegenwoordige jongelui groote belangstelling waar te nemen voor luchtvaart en techniek en boeken over lange auto-reizen en Oceaanvluchten, zooals het voortreffelijke werK van Kingsford Smith en de in ons land zeer populaire werken van Viruly gaan er dan ook als koek in. De avonturen van Don Quichot, Baron van Münchhausen en Robinson Crusoe blijven zich nog altijd in de belangstelling van de lezende jeugd verheugen, meer dan de werken van Jules Verne, die, omdat wat in Verne's tijd loutere ver beelding was, inmiddels goeddeels werkelijkheid is geworden. De Roodhuiden beginnen zoo zoetjesaan in het vergeetboek te raken en daarmee ook de Winne- tou's en Old Shatterhands van Karl May. Pietje Bell en Dik Trom wedijveren nog steeds met Bruintje Beer en Bulletje en Boone- staak om de populariteit. Walvischjagers, Transvaalsche Boeren en Es kimo's kunnen voorts op belangstelling voor hun, wederwaardigheden staat maken. Men ziet dus dat er keuze te over is en dat men zich bij het zoeken naar lectuur geenszins het hoofd behoeft te breken. Mogen de hierboven gegeven vluchtige aan wijzingen den ouders eenigermate van dienst kunnen zijn. Uit de brieven eener jonge vrouw aan hare moeder: „Voor Willem's Sinterklaas ben ik toch zóó aardig geslaagd. Ik heb een kist si garen voor hem gekocht en verbeeld u, hij be taalt voor precies zoo'n groote kist tien gulden, en ik maar vijf. Ik geloof, dat ze de heeren Het liep tegen Sinterklaas en Jan Verwey moest een paar nieuwe voetbalschoenen hebben. Als dergelijke gebeurtenissen in zoo'n tijd vallen, reken je d'r op, dat je ze cadeau krijgt, al kan je ze wel betalen. En dat kon Jan wel, al was hij geen kapitalist. Maar het begon toch al wat te worden met z'n positie en dat was maar goed ook, want de held van dit verhaal was verliefd. Hij had in hevige mate een oogje op een meisje, dat natuurlijk lief was. Maar Jan was wel een beetje verle gen en durfde d'r maar niet zóó te vragen, al kwam hij nog al eens bij haar thuis. Jan was goede vrienden met den broer van zijn, aange beden Greetje. Een beetje onverwachts, en nogal kort voor den feestdag van den goeden Sint, ging Jan in betrekking in een andere stad. Dat viel nog niet mee. Ineens uit de oude kennissen en goede vrienden; gescheiden van zijn vriend en niet het minst van diens zusje! Jan voel de in de vreemde stad, dat het heusch ernst was met zijn raadselachtige gevoelens voor Greta en hij waagde na een korte poos een diplomatiek briefje aan haar te schrijven. Gauwer nog, dan hij had durven hopen, had ze geantwoord en het was meegevallen. Maar Jan was nu eenmaal een vreemde; onervaren in het doolhof van Amor en verlegen! Verle gen eigenlijk niet tegenover den schat zijner droomen maar meer nog tegenover haar fami lie. Wat zou haar moeder d'r van zeggen, als Greetje alwèèr 'n brief van hem kreeg? Zou ze geen argwaan krijgen? Hij was bang, dat hun geheimpje nu al publiek zou worden, en dat wou hij toch nog niet. En stiekum zoo iets doen zooals-ie van anderen wist, dat ze wel briefjes sturen aan een meisje, via het adres van een vriendje dat wilde-ie toch ook weer niet. Hij wist dus niet, wat hij moest doen en toen deed hij maar niets» Hij liet zijn, Greta wachten, tot zij weer schreef, vlak voor den pakjesavond. Een verwarrend briefje, beangstigd bevend, schuchter. Bangheid dat ze in d'r eerste briefje te ver was gegaan, sprak er uit. Waarom hij nu niet antwoordde. Had ze niet goed gedaan met te schrijven, t Was toch niet erg, niet kwaad? Ze had zoo naar antwoord verlangd. Waarom? Omdat ze al zooveel van hem hield? Och, dat wist ze ook weer niet. Maar antwoorden was toch mo gelijk, niet meer dan beleefdheidsplicht, als er dan niets anders was. Dan most-ie het maar zeggen, en alle brieven verscheuren.... De nieuwe brief was ondanks alles een nieu we reden tot blije verheugenis voor Jan. En toen-ie op den verjaardag van den Heiligen Sint uit Spanje naar huis ging, had hij maar twee gedachten: Hij moest haar even spreken enhij rekende op zijn voetbalschoenen, zoo hoog liep hij met zijn liefdesaspiraties nog niet, of hij dacht aan dit practiscne cadeau, dat hij noodig had, ook nog een beetje. Thuis was alles in spanning van den komen den avond, den pakjes-regen van straks. Overal werd nog geheimzinnigheid betracht in donkere hoekjes van de kamer; alleen pa- pierritselingen verrieden, dat er nog haastig een pakje werd gemaakt. Jan moest ook nog wat koopen voor z'n vader en een van z'n zusjes. Een beetje stie kum, voor thuis, wilde hij ook nog even naar de Markt, waar Greta woonde. Hij moest z'n vriend Hein toch ook nog even opzoeken.... Dat viel in goede aarde bij haar thuis. „Wat houdt die Jan toch van Hein", had diens moe der gezegd, „dat hij zelfs op Sinterklaas-avond nog even aankomt." Maar Jan wist wel beter. Jan kon z'n belangstelling voor Greta haast niet verbergen en zij was zenuwachtig door die geschiedenis van dien brief. Als hij nu eens op een of andere wijze daarover begon en liet merken, dat ze elkaar geschreven hadden? Moest moeder dan al weten, dat er wat was tusschen hen.&ls er wat was!? Ze nam een kloek besluit. Toen ze Jan een kopje thee gaf, wist ze, handig, aan Jan in te fluisteren, ,,dat ie niets moest zeggen van dien briefAuto matisch had Jan het beloofd, maar, toen haar woorden even beter tot hem doorgedrongen wa ren, wist Jan niet, hoe hij het had. Het scheen hem te duizelen. Ze wilde dus, dat er een ge heim tusschen hen bestond. Een geheim, dat toch een ondergrond moest hebben, een be doeling. Want het was niets kwaads, had ze toch gezegd. En nu wilde ze niet, dat er iets van uitlekte. Ze wilde het verborgen houden, voor Jan-'s gevoel was dit een triumph te meer. Er moest nu toch wel iets zijn!.... Jan wist niet meer, wat hij nog koopen moest voor zijn vader en zijn zusje. Hij liep over straat door de Sint Nicolaas-drukte en had geen aandacht voor den prettigen humor, van het belletje trekken, het stiekum neerzet ten van een pakje met een suprise. Zijn Sint Nicolaasavond was al goed ge maakt door die paar woorden van zijn meisje, dacht hij nu al te mogen zeg gen! Want toen Greta een dag later haar ge fluisterde woorden toelichtte en nader ver klaarde, bang dat het verkeerd begrepen zou worden of hij het niet goed zou opvatten, toen stelde hij haar nu gauwer dan met 'n briefje ge rust. Hij verzekerde haar, dat hij het goed be grepen had, en dat haar gèzegde eigenlijk zijn mooiste surprise, zijn mooiste Sint Nicolaas- cadeau was geweest! En samen waren ze het er over eens, dat nu toch ook moeder het wel mocht weten. Nederland is het eenigste land, waar de feestdag van den populairen Spaanschen hei lige zóó door jong en oud wordt gevierd. In heel veel andere landen doet het zgn. Kerstmannetje zijn werk. In Engeland wordt het mannetje „Santa Claus'' genoemd, wat natuurlijk op verwant schap met „Sint Nicolaas" duidt. In Frankrijk vertelde men vroeger aan de kleine kindertjes, dat „le petit Jesus" (de kleine Jesus) zelf de geschenken meebracht. Sedert de godsdienst daar echter voor een groot deel uit het openbare (en huiselijke!) leven verdwenen is, moeten de kleine Fran- schen het ook al met 't Kerstmannetje stellen. December is in ieder geval de maand van geschenken geven en ontvangen bij uitnemend heid. Het is alleen te betreuren dat bij het echt christelijke Kerstfeest de wereldsche viering voor velen alles is, terwijl aan het gewichtig feit zelf door een groot deel der menschen heele- maal niet wordt gedacht. Er zijn, Goddank, toch nog enkele dagen in het jaar, die ons even den slechten tijd doen vergeten. Een van die dagen is Sin terklaas, die de gelukkige omstandigheid mede brengt, dat ook de daaraan voorafgaande dag, de surprisedag, een feestelijke oase is in de dorre woestijn van het leven van alle-dag. Sinds eeuwen is Sint Nicolaas de troost en toeverlaat der jeugd en hoe modern en verlicht onze eeuw ook heet te zijn, hoe zeer velen on der ons ook gepoogd hebben de jeugd nauw keuriger over den goeden Sint in te lichten, het heeft niet mogen zijn. De vrome romantiek won het over de heele linie van de starre hersens en Sinterklaas heeft nog niets van zijn repu tatie ingeboet. Nog steeds is hij de weldoener, de oude brave zachtmoedig-strenge bisschop, die zoete kinderen geschenken brengt en stoute nauwelijks bestraft. Nog steeds is hij de man, Wiens hoogwaardige verschijning kinderharten tot geestdrift brengt en ontelbare gezinnen met een zoete huivering overstroomt. En het zijn niet alleen die gelukkig en angstig zijn, maar ook het hart van menig oudere klopt sneller, als hij de verwachting ziet glanzen op de kin dergezichten. Neen, Sinterklaas laat zich niet verdringen. In dezen nuchteren tijd minder dan ooit. Juist nu hebben de menschen meer behoefte aan warmte, aan Innigheid, en wie is meer het sym bool der innigheid dan de oude bisschop, die Van héél ver komt, over de daken rijdt en lek kers strooit in de groote en kleine huiskamers? Over de daken? Jawel, met zijn paard, zijn ouderwetsche paard, dat zich evenmin laat ver dringen als zijn meester. Wel mag hij in te genstelling met vroeger, toen hij met de boot reisde, thans met een vliegmachine uit Spanje komen, maar niet zoodra heeft hij onzen Ne- derlandschen bodem betreden, of hij stijgt te paard, samen met Pieterman of Zwarten Piet en hü jaagt over de goede daken van onze goede steden en dorpen. Onveranderlijk als zijn baard is zijn paard en even onveranderlijk zijn de eeuwige wetten, die hij vermanend hoog houdt, als hij de kinderen toespreekt. Wat zal men hieraan gaan tomen? Waarom zouden wij den schoonen droom verstoren, die eenmaal per jaar over de kinderen komt en op ons zelf afstraalt, zoodat ook wij eenmaal per jaar kind worden met de kinderen en het leven schoon weten en de moeite waard geleefd te worden? En daarom, ouders en gij allen die nog een warm plekje in uw hart hebt voor de jeugd, grijp ook dit jaar, vooral dit jaar, de gelegen heid aan om de jeugd te geven wat ze zoo noodig heeft: een warm Sinterklaasfeest. Kijk niet op een paar rijksdaalders, want wanneer het u minder goed mocht gegaan zijn in den loop van het jaar, dan hebt gij ongetwijfeld uw zorgen en verdriet daarover gehad, maar ook uw kinderen droegen een deel van den last van de uw eigen begrijpelijke prikkelbaar heid. En waren zij niet dagelijks een onzegbare troost voor u? Kent gij een grooter geluk dan bij uw thuiskomst iederen avond te worden be stormd door de kleine bende, die u toejuicht als een koning en die boven de heele wereld u verheffen? Welaan dan, beminde geloovigen, laat u niet onbetuigd en beloon uw kinderen voor de vreugde, die zij u gaven en voor de kleine verdrietjes, die gij hun misschien hebt aangedaan. Maar laat het daar niet bij. Wij zouden u zelfs willen aanraden: doe nog veel meer.... voor andere kinderen. Gij weet het, vaders en moeders, gij weet het met verschrikkelijke ze- !SSSSSSSSSSSSSSSSSS88SSSSSSSSSS8gS8SSSgSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS SS or •O Telkens tegen 6 December SS ('t Is sinds jaren zoo gegaan) SS Stevent Sinterklaas per stoomboot •S Regelrecht op Holland aan! Als een oud bevaren zeerot is Kiest de Goede Sint dan zee: Brengt cadeautjes voor de kleinen En ook voor de grooten mee. Telkens tegen 6 December Wordt het stoutste kind weer zoet, En er daalt een milde regen Van chocla en suikergoed. ,fZiet! de maan schijnt door de boomen!" Zingen kinderstemmen blij: .jZou de Sint voor mij véél brengen?" (Maar dat denken ze er bij). Telkens tegen 6 December Hoopt het slecht bedeelde kind, Dat Sint Nicolaas dit jaar eens Zijn gescheurde klompjes vindt. En dan zien vaak kindjes-ouders Elkaar droevig even aan, Als ze somber met hun beiden Voor een leegen spaarpot staan. Telkens tegen 6 December Denken ook met innigheid Heel veel ouders een momentje Aan hun eigen kindertijd! Al die beelden uit 't verleden (Kinderen voelen dat nog niet) Zijn vaak oorzaak, dat die feestdag 't Ouderoog toch vochtig ziet! zij hun ellende dubbel en zien zien wij hoe va der en moeder zwaarder gebukt gaan onder de zorgelijke vraag, wat zij voor hun kinderen kun nen doen. Want wees er zeker van, dat zij het brood uit hun mond zullen sparen, om den klei nen het overtuigend bewijs te kunnen leveren, dat Sinterklaas nog leeft en altijd zal blijven leven. Maar stel nu, dat zij dit bewijs niet kunnen leveren! Waar blijft dan het onverwoestbaar vertrouwen der kinderen in hun ouders? Want wat vader en moeder niet kunnen bewijzen, vin den zij overvloedig gedemonstreerd m de helverlichte winkelétalages, waar de ber egen lekkers en betooverend speelgoed als on bereikbare droomdingen lokken. Deze droom is ook hun droom en het is aan u, aan ons, om het korte Paradijs over deze kinderen te laten komen. Vergeet uw eigen kinderen niet, maar gedenk ook de andere. Het is eenvoudig. Het aantal arme gezinnen is zoo talrijk, dat ieder van ons een reeks namen van buiten kent. Vraag niet hoeveel talrijker de armen zijn, die wij niet kennen. Steun daarom de veree- nigingen, die zich belast hebben met het prach tige werk der Sinterklaas-surprises; steun de collecten, die geld inzamelen voor het feest der arme kinderen; geef zóó veel, dat Sinterklaas niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de ouders wat koopen kan. Vrees niet dat gij te veel doet. Dat kan niet. Het is helaas altijd te weinig. Zóó groot is de nood! En zie eens de enorme hoeveelheden verrassingen, die in de winkels liggen opgestapeld. Als dit allemaal is opgeruimd mogen we tevre den zijn en dan hebben we bovendien nog de voldoening, dat ook de handelsbedrijven eens een kans krijgen in dezen moeilijke tijden. De St. Nicolaastijd is van ouds een goede tijd ge weest voor den handel, maar het zou jammer zijn, wanneer hij in dit jaar minder goed zou zijn, ook voor den handel, die toch al zoo veel te lijden heeft van de crisis. Het mes kan dus aan twee kanten snijden, want we hebben zelf de groote voldoening anderen gelukkig te ma ken door een simpelen plicht van naastenliefde ta vervullen. SïSSSSSSSSSSSSSSSSSS3SSSSSSSSSSSSSSSSS3SSSSSSSSSSSSSSSSSS£3S kerheid: er zijn tienduizenden kinderen, die arme, dood-arme vaders en moeders hebben en die, indien het van de geldmiddelen der ouders moet afhangen, geen Sinterklaas kunnen vie ren. Zij hebben, meer dan onze kinderen, in den loop van het jaar moeten ervaren, wat het zeggen wil arm te zijn. Zij hebben honger ge leden en kou en nu Sinterklaas nadert, voelen Hij was één-en-twintig jaar geworden. Hij gevoelde zich nu een man en, zich herinnerend, dat zijn moeder hem gezegd had, dat als hij mondig was, zjj hem een belangrijke mede- deeling had te doen, trad hij een weinig ver legen op haar toe en vroeg haar; Zeg moe, wat hadt U me eigenlijk te ver tellen, als ik mondig was? Zijn moeder weifelde en het was eerst na lang aarzelen, dat ze besloot, hem het groote geheim te openbaren. Nu, mijn jongen, antwoordde ze geroerd, ik wilde je dit slechts zeggen. Het is nooit St. Nicolaas geweest, die ieder jaar al dat lekkers in je schoen gereden heeft. Het was je vader. „Sint Nicolaas heeft verleden jaar bij ons z'n staf op de logeerkamer laten staan," zei Trieneke tot haar schoolkameraadje. „En bij ons heeft hij verleden jaar z'n baard op de canapé laten liggen," zei het andere meisje naïef.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 19